f75 De rossige knevel. WIE. H. J. van der Meer 169 f?S fS5 fS3-flfOT!2S lil DIENSTPERSONEEL HET PATRONAAT, GEMENGD NIEUWS. LANDE. EN VISSCHERIJ Hoe moeten bloemheesters ge snoeid worden. BEZORGT MIJ Hel antwoord i$: een advenSentfe geplaatst ïn tie NIEUWE HAAR LE M SCHE COURANT me haar 16.000 exempl. oplage UIT DEN OMTREK. INGEZONDEN. HANDEL EN NIJVERHEID. RECHTSZAKEN. Ernstige dierenmishandeling. HEEMSTEDE. ADVERTENTIËN. SCHAGCHELSTR. 7 3de huis vanaf de Anegang. Adverteert in dit blad. MAATAFDEELING TAILIEUR-COSTUMES EN -MANTELS ÜITSIJTEfiB 6E0BE FESRiiAM 1 BARTEUORISSTRAAT 13-17 irogfH jwanira „Wie het kind heeft, heeft de toekomst" wordt vaak gezegd. De ondervinding leert echter dagelijks, dat, af heeft men het kind nog zOu goed verzorgd en beschermd en ge vormd in de jaren, die na de kinderschap volgen, zooveel vervliegt van hetgeen men vroeger in dien teeren bodem had gestrooid. Het was een terrein van lichten en drogen poedergrond, waarin de wortelen geen vast heid vonden. Wel schoten er hier en daar cenige bloempjes spaarzaam op, kwam echter de storm, zeeg de regen en loeide de wind dan verstoof de grond en bedolf jammerlijk wat hij zelf een oogenblik had geteeld en gevoed. Bij „wie het kind heeft, heeft de toekomst" moet men niet het kind nemen tot zim twaalf- of dertienjarigen leeftijd, maar tot aan zijn meerderjarigheid toe. „De jaren, die op den gewonen schooltijd volgen zijn de gewichtigste, maar ook de gevaar lijkste des levens" schreef Mgr. W. v. d. Ven in 1508. „Het zijn de jaren, waarin de eerste jeugd voortdurend meer en meer den over gang moet maken tot den mannelijken en meer gevestigden leeftijd, In deze jaren moet de jeugd gevormd worden en bekwaam gemaakt voor den staat of den stand, welke zij in de wereld zal innemen en voor den strijd, die haar wacht. In deze jaren moet zij beschermd en beveiligd worden tegen af wijkingen en gavaren, die haar meer dan ooit van alle kanten dreigen door jeugdige onbezonnenheid, door gebrek aan ondervin ding, door het ontgloeien der hartstochten, door de verleiding van verkeerde vrienden, door het mepschelijk opzicht, waartegen zoo weinigen bestand zijn, door meer te willen zijn dan men werkelijk is en zoo vele andere dingen, waarvoor het jeugdig hart zoo ge voelig is en waardoor het zich zoo gemak kelijk ten kwade laat medeslepen. Wie de zen tijd gelukkig doorkomt, is voor een goed deel verzekerd van zijn toekomst, zoowel van dit als van het volgend leven." En nu is konden we schrijven was het een jam mer verschijnsel, dat het werk der opvoeding en vorming dikwijls wordt gestaakt, afgebro ken op onverantwoordelijke wijze, waar voor goed het beginnen moest. School en kate- chism s houden meestal tegelijk op en ook vele ouders, die het kind zoo goed hebben b schermd en verzorgd, achten zich verder van de taak der opvoeding ontslagen of ge voelen daartoe noch de lust, noch de be kwaamheid of hebben wegens overdreven zorg voor hun zaak, hun betrekking uit zucht naar vermaak geen tijd beschikbaar voor hun sten en gewichtigsten plicht. Ouders, gij wenscht kinderen, die u tot eer en glorie, tot stut en steun zijn in ziekte en ouderdom. Gij !<unt die krijgen, indien gij onafgebroken uw zorgen schenkt aan de vorming van uw kind. uw jengen man en uw jonge dochter/ Gij zijt bij de vorming en opvoeding van uw kind geholpen door kerk en staat; dezelfde factoren moeten met volle eerbiediging van middel tot de godsditnstig zedel.jke vor ming alleen geeft de rijpende jeugd niet ge noeg. Ook de overige jeugdbelar.gen moeten behartigd. Slechts dan, wanneer naast de zuiver godsdienstige vereeniging net patro naatswerk in zijn vollen vorm gehandhaafd blijft, o. althans de zuiver-godsdienstige ver eeniging dat patronaatswerk in zijn vollen omvang overneemt, slechts dan zullen we ons terecht over dien toestand kunnen ver heugen en zal er werkelijk vooruitgang zijn." Bij de eerste lustrumviering der Bossche plaatselijke Jeugdorganisatie wekte Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen op tot steun van de R.-IC. Jeugdorganisatie en drukte Monseigneur den ouders op het hart te zorgen, dat hun sprui ten lid warer. van R.-K. organisaties. Ver volgens sprak hij nog tot de ouders: „Blijft teen indachtig, ouders, dat gij de eerste ver zorgers zijt voor het zielenheil uwer kin. derer en dat nooit een jeugdorganisatie u van dien plicht kan ontheffen. Zorgt, dat de godsdienst in uw gezin u en uwe kinderen r.ici vreemd is en dat gij naast godsdienst, zedelijkheid en deugd ook medewerking ver leent aan de organisatie, welke tot welziin uwer kinderen in het leven geroepen wera. Kunt gij ze thuis in eigen kring bezighouden, dan behoeft gij ze niet naar het patronaat te zenden, alhoewel- ze er zullen winnen aan solidariteitsgevoel. Zoekt uit de Ruomsche jeugdorganisaties uit, wat gij voor de ontwik keling uwer kinderen het best oordeelt. Ik maak echter onderscheid voor wat be- i. t t het godsdienstig onderwijs. In de gods dienstige vereenigingen vooral moeten de kinderen worden ingelijfd. Ze zullen daar in gemeenschap van gebed, in gemeenschap van gevoel en toch zelfstandig in den drang der moeilijke puberteitsjaren de geva.en te boven komen. Als ge uw kind waarlijk lief hebt, ik bid t u, vertrouwt het dan toe aan een gods dienstige^ vereeniging, die het toch zoo heil zaam is." Sluiten we dit artikel met de woorden door den HoogEdelgestr. heer Mr. A. Ba. ron van Wijnbergen gesproken op het 1ste Nationaal Congres van R.-K. Jongenspatro- naten: „Aan God gevraagd, dat op den ar beid verricht ter Zijner eer ook Zijn zegen rusten moge en dan door gansch het Katho liek Nederland het Patronaatswerk verder aangevat en voortgezet met mannenmoed, met mannelijke krqcht, met kinderlijk geloof en met kinderlijk vertrouwen." J. BERGMANS Utrecht, St, Gregoriushuis. n:rss::3::tsss Acht jaar lang had Johan van Werken- heim, dokter in de philosophie en lecraar aan het Instituut te Rotterdam een knevel gedragen en nooit was het een sterveling gegund geweest, de schendende hand aan dat pracht-exemplaar van een knevel uit te steken. In de groote handelsstad had men een tooneelvoorstelling gegeven ten voordeele der armen. Ook de mooie doch ter van den commissarsi Merga bad daarin een rol vervuld en wijl Johan mede voor het goede doel had gewerkt, waren zij op een intiemen voet*gekomen, zoo menigmaal het resultaat van liefhebberij-voorstellin gen. Johan kon zijn beschroomdheid niet over winnen. Hoe dikwijls hij ook 'n aanloopje nam om een liefdesverklaring af te steken. Marga voelde wel medelijden met den on beholpen aanbidder, maar zijn verwarring deelde zich aan haar mee en zoo werd het groote woord niet uitgesproken. Op zekeren dag ontving Johan zijn be noeming tot buitengewoon leeraar aan 't gymnasium in 'n nabijzijnde stad, Leiden. Met het vermogen dat hij bezat zou dit ambt hem in staat stellen voor hen beiden een aardig nestje te bouwen. Hij maakte gebruik van de eerste gele genheid om haar de benoeming mede te deelen: ten huize des vaders had hij zich nog gewaagd. Wat het wel te verwonderen dat 'n iets meer int:em gesprek volgde en met een warmer handdruk afscheid genomen werd. Na dit uur wisten zij dikwijls elkaar te ont moeten en daar beiden naar een spoedige vereeniging verlangden, besloten zij den ouden heer. hunne liefde te openbaren. Doch de arme Johan had een zware proef van trouw te doorstaan, hoe zwaar het hem ook viel, zou hij zich moeten ontdoen van zijn prachtknevel. ,,Zie je lieve, vleide Marga. Ik vind dat hij ie heel goed staat, maar papa heeft 'a Vooroordeel tegen rossig haar. Je hoofd haar is hoog blond maar dat andere een beetje rossig. Papa zou om die reden iets tegen je kunnen krijgen want hij is ge woon steeds op zijn eersten indruk af te gaan. De jonge man gaf toe, hij zou zich ont doen van het m^inelijk sieraad en trad met loome schreden het lokaal binnen, waar dergelijke kunstbewerkingen worden ver richt. De barbier zat in zijn salon en las de cou rant, waarin een met vette letters gedrukte aankondiging zijn attentie trok en luidde; „Het lijdt geen twijfel meer of de onlangs gepleegden misdaad bij den bankier van Delden is door den beruchten van S. ver richt. Hij is een man van middelbaren leef tijd, met ongunstigen oogopslag. Een zeer bijzonder kentecken is de rossige knevel. Voor de arrestatie is een premie van 200 uitgeloofd." „Tweehonderd gulden!", mompelde de harbier, „dat zou nog 'ns de moeite waard zijn. Ik wou dat ik dat heerschap eens on der het mes kreeg." Op dat oogenblik werd de deur geopend en verscheen in persoon onze professor, 't was de eerste keer dat hij dat etablisse ment bezocht. De barbier staarde hem als een spookjes- achtige gedaante aan. De rossige knevel, geen twijfel, dat was de inbreker en voor hem was dat een buitenkansje van 200. „Ik verlang dat gij mijn knevel afscheert", begon de professor met verlegen stem Vol doile vreugde had de barbier hem v/illen omarmen. Nu betrof het maar de po litie te waarschuwen. Hij wenkte den leer- joa$en in een hoek van het lokaal en fluis terde dezen iets in het oor. Verwonderd keek de jongen hem aan en noodlgde hem uit plaals te nemen, terwijl de barbier zich de deur uitspcedde, De jongen begon hem in te zecpen en de professor, niet verder zich om hem bekom merend, liet aan zijn gedachten den vrijen loop. „Maak toch wat voort." „De baas heeft gezeid, dat ik u enkel moest inzeepen". „Is die vent gek", riep de professor ont stemd uit. „Toevallig niet", klonk het antwoord in de deuropening en de barbier, gevolgd door een politicdienaar, trad binnen. De man der wet monsterde den klant, legde de hand op zijn schouder en sprak: „Karei S„ in naam der wet, gij zijt mijn arrestant." De professor werd doodsbleek en zonk in den stoel terug. Zegevierend keek de politiedienaar den barbier aan. „Geen twijfel meer, hij is het!" Daarop sleepten zij den ongelukkige na dat zij hem het schuim van de zeep om den mend hadden weggeveegd met zich voort. Half verdoofd legde de professor in de vigelante welke zijn begeleiders genomen hadden, den weg naar het politiebureau af. Eene gedachte beheerschte hem: de commissaris, voor wicn hij moest verschij nen, mocht nooit vernemen, wie hij in wer kelijkheid was. Hij had zich eenvoudig op een zijner vrienden te beroepen om dade lijk de vergissing te doen inzien; maar evenzeer overwoog hij dat zijn ontzettend avontuur dan door de heele 'stad bekend zou worden. Totdat de ware misdadiger gevat werd was zijn eenig redmiddel zwij gen. Dó commissaris vroeg allereerst naar zijn persoonlijke omstandigheden. De pro fessor zweeg als had hij evenals Lohengrin de belofte gedaan, naam en afkomst te ver zwijgen. De commissaris maande hem aan, de waarheid te zeggen,- doch de gevangene bleef onvatbaar voor zijn overreding. In middels zou telegrafisch bericht worden gezonden van zijn arrestatie en zouden na dere inlichtingen worden gevraagd. In gedachten verzonken ging de commis saris tegen etenstijd naar huis, waar zijn lieve dochter op hem wachtte. Met de woorden: „beste papa, ik heb u jets gewicht'gs mede te deelen," ontving zij hem. „Zoo..,, en wat is dat voor geivichtigs?" „Och vadertje," antwoordde zij aarze lend, „dat is vandaag zal er iemand ko men; wees vriendelijk voor hem." „En wie is dat?" „Het is Johan van Wcrkenheim.een professor." „En wat wil did van mij?" „Hij komt mijn hand vragen," fluisterde zij met een blos, en vlug als een eek hoorntje spoedde zij zich naar haar kamer en bad daar een rozenhoedje voor den goe den afloop „Ha," bromde de commissaris, ,we zullen eens zien, of die professor mijn kind ver dient." Daarop zette hij zich in zijn fauteuil en stak een sigaar aan en wachtte kalm den adspirant-schoonzoon af. Het eene uur na het andere verstreek en da bezoeker liet steeds op zich wachten. „Lieve Marga," zei hij bij het souper, „ik moet nog even uit. Ik geloof, dat het heer schap vanavond niet meer komt." Doch toen hij naar de mooie amandelvor- mige oogen zag, greep hij haar hand schudde die hartelijk en verliet peinzend het huis, bij zichzelf denkend: „wat ge lijkt zij toch op haar lieve moeder". Uren van onzekerheid had de gevangene doorgebracht, tot hij ten tweede male voor den commissaris gebracht werd. Toch bleef hij volharden en op alle vragen volgde een hardnekkig zwijgen. „Ik zal u nog eenige uren gelegenheid ge ven om u te verantwoorden, blijft gij dan uw laffe comedie voortspelen, zoo wordt gij verwezen naar den rechter van instructie, merkte de commissaris na het verhoor op. Johan wankelde en werd weer achter slot en grendel gezet. Den volgenden morgen stond hij ten der de male voor den commissaris. Dezen werd een telegram gebracht: De arrestatie van den inbreker S. moest op een misverstand berusten Deze is in den voormiddag in hechtenis genomen. Bij de verdachte heeft men men alle papieren van waarde gevonden, en de arrestant heeft volledig bekend.' De commissaris keek sprakeloos Johan aan, die van vreugde juichte. „Mensch, wie ben je dan eigenlijk, riep de ambtenaar. „Johan van Werkenheim, dokter in de philosophie," antwoordde het slachtoffer der gerechtigheid, die gedwaald had. „Hoe komt u dan hier?" Met afgebroken volzinnen en stotterend rapporteerde Johan, wat hem in het salon van den barbier overkomen was „Het doet mij genogen, dat die dwaze geschiedenis voor u is opgelost. Gij zijt dus vrij", voegde de commissaris cr aan toe. Maar Johan was moedig, driest zelfs ge worden, kwam een schrede nader en vroeg: „Vrij.... ja.... maar ik heb nog een enkel verzoek te doen, ik bemin uwe dochter, geef mij Marga!" Wat sombere uren had Marga inmiddels doorgebracht, niet kunnende vermoeden waar Johan gebleven was Hij had zoo vast beloofd te komen Twee bekende stemmen klonken haar tegen in de gang.... de deur werd geopend daar waren ze allebei!" Toen 't uur van scheiden geslagen had, dam de commissaris Johan bij den arm en voegde he mlachende toe: „En nu waarde schoonzoon, nu komt de commissaris weer aan het woord en gelast: Morgen onder mijn toezicht de knevel er af! Voor Marga en ook voor je zelf, wil ik niet dat je op nieuw gevaar zult loopen, voor een inbreker aangezien te worden,... verbeeld je., de schoonzoon van den commissaris als misda diger gekneveld!" De commissaris barstte het zelf luidkeels uit over zijn woordspelling en Johan en Marga lachten hartelijk mee. „N. V. C." BRUSSELSCH LOF. „Wat eten we?" „Dat zul je wel zien," Daarmee was voorloopig het gesprek ge- 01 Het ^'dienstmeisje ging door met dc tafel !}ere luinen heel wat heesters verknoeid" of iiii i i. door de KecroesrhAJir of Hnn-r hpt cnr»p>mt>c tc dekken en dc jongen, die zoo meuwsgie- Eenige practische wenken. De tijd nadert met rasse schreden, dat wij onze bloemheesters moeten snoeien en dat werkje doen wij liefst zoo goed mogelijk èn voor dc heesters èn voor ons zeiven. Voor de heesters, opdat zij tot hun volle recht komen en zich voor een deel van het jaar in het schoonste kleed kunnen laten zien en voor ons, omdat wij daardoor de tot overtuiging komen, dat er zooveel schoons is onder deze rubriek van planten. Er worden in particu- rig v/as naar het menu, begaf zich naar het raam, waar hij kwaad naar buiten be gon te kijken. Het meisje begaf, zich naar de keuken en hij was alleen. Maar dat duurde slechts een oogenblik. De deur ging langzaam open en grootmoe der kwam binnen. In haar zwarte zijden japon, met haar gegroefd gelaat en zilverig glanzend haar was ze als een verschijning uit ver verleden tijden. Ze keek haar klein zoon, die zich omkeerde, vriendelijk aan, en doze overwon zijn boos humeur, kwam haar tegemoet en zette den grooten leun stoel bij de tafel. „Dank je wel, Kareltje. En hoe was 't op school?" „O, dat akelige hok, praat u daar lie ver niet over." Grootmoeder glimlachte. Zij dacht aan den tijd, nu meer d#n veertig jaren gele den, toen Kareltje's vader precies hetzelf de antwoord gaf. En toch was hij een goed huisvader geworden en een goed zoon gebleven. „Weet u wat we vandaag eten, oma?" Weer kwam diezelfde glimlach om oma's dichtgevallen mond. „Neen. jongen, maar het zal natuurlijk goed zijn, wat je lieve moeder voor on3 kookt." „Och, u vindt ook altijd alles goed. Kan ik het helpen, dat er zooveel nare groen ten zijn?" Oma dacht even na. Zoo heel gemakke lijk was deze vraag nu eigenlijk niet te beantwoorden. Maar voordat ze een goed bescheid had gevonden, kwam het meisje binnen en zette een paar schalen op tafel. Toen ging ze weer weg en Kareltje boog zich haastig om te trachten aan den reuk te bepalen, wat daar onder die deksels zitten kon. v „Nu jongen, als je 't dan zoo graag wilt weten, mag je heel eventjes kijken." Haastig lichtte hij het eene deksel op. O, dat waren maar aardappelen. En dat ande re? Van schrik of boosheid liet hij bijna den deksel vallen. „Ziet u wel, juist wat ik niet lust. Waarom eten we toch eiken dag Brusselsch lof?" „Maar jongen, het is zeker wel veertien dagen geleden, sedert we dat hebben ge geten." „Nu, oma, dat kan dan wel zijn, maar ik heb er in elk geval den bitteren smaak nog in mijn mond." „Bitter in den mond, maakt het hart ge zond," citeerde grootmoeder als een her innering aan nog vroegeren tijd, toen haar eigen moeder deze wijsheid in dichtvorm ten beste gaf. Doch voordat ze daarbij de noodige uit leggingen had kunnen geven, kwam haar schoondochter binnen met het vleesch op een schaal en het dienstmeisje met dc rest. „Zeg Kareltje, ga jij pa eens roepen. Is jWarie al thuis?" Even later zaten allen aan de tafel, spra ken' hun gebed en begonnen aan den maai tijd Grootmoeder werd het eerst bediend en daarna Karei, want deze was nog niet verstandig genoeg om zelf de juiste maat van zijn porties te bepalen. „Niet van dat, moeder." „Natuurlijk wèl. Je moet ook een beetje lof eten." „Maar waarom dan toch? Als ik toch vleesch en aardappels eet, en we hebben straks zeker nog wel iets toe, dan krijg ik immers toch genoeg." Vader legde het vleeschmes neer en scheen op het punt om zijn jongsten zoon eens stevig aan te pakken, toen groot moeder vriendelijk haar hoold schudde. „Laat hem eens uitpraten, 't Is me niet heelemaal vreemd, zooiets te hooren." Haai' zoon begreep, wat zij bedoelde en deed door een beweging met zijn servet zijn best om te verbergen, dat hij min of meer een kleur kreeg. „Nu Kareltje, wat Wou je betocgen?" De stem van den jongen klonk reeds wat zachter en lager en hij trok even verlegen met zijn schouder, toen hij vervolgde: z „Ja, ik begrijp niet, waarom iedereen alles eten moet. Dat is toch niet noodig, Ais ieder neemt wat hem bevalt en laat staan, wat hem niet bevalt, is 't veel gemakkelij ker en plcizieriger." Er was een oogenblik stilte. „Luister eens jongen, dan zal ik het je uitleggen. Zulk een maaltijd is een oefe ning voor het leven, juist zooals jc vader en moeder voor jou eten klaarmaken en voorzetten, zoo doet Onze Lieve Heer, ge holpen door onze Moeder Maria, dat voor alle menschen. Den cenen dag geeft Hij iets, wat zoet, den anderen dag iets anders, wat bilter smaakt. En dat moeten we op eten, of wc willen of niet. „Bovendien is dat natuurliik goed voor ons, het allerbeste, want Hij is oneindig verstandig en heeft ons zóó lief. „Als we ons daartegen verzetten, bena- deelen we ons zeiven en bovendien wor den we zuur en ontevreden of nijdig en hard, „Daarom moeten we leeren, alles te ne men, wat God ons voorzet en ten slotte gaat het ons dan wel goed smaken. Je weet hoeveel je vader van Brusselsche lof houdt. Maar als ik me niet vergis, is er een tijd geweest...." „Kom, menschen, alles wordt koud," zei de buisvrouw. „Hier, Kareltje, één schepje dan." „Twee," zei de jongen. Zijn vader keek ziin grootmoeder aan met een veelzeggenden blik en beiden lachten even. (Centr.) door de heggeschaar of door het snoeimes, omdat deze instrumenten niet met de noodige vakkennis gehanteerd worden. Over het snoeien van bloemheesters, schrijft nu de hortulanus Budde in de „Tel." Een groot aantal struiken draagt hunne bloemen aan de eenjarige twijgen, het z.g. overjarig hout (dat zijn nu dus de twijgen, die in 1924 gegroeid zijn.) Loop vandaag of mor gen den tuin maar eens door en bekijk de heesters maar eens goed, dan zult u opmer ken dat de jonge twijgen van Prunus triola fl. pl. die wij thans in de bloemenwinkels vol op in bloei zien. Deutzia, Philadelphus coronarius, (bekend als Boerenjasmijn,) Spiraea Thunbergi, Chineesch klokje, serin gen enz vol met blad-en bloemknoppen zit ten, De laatste zijn van de eerste tc onder scheiden doordat ze rond en dik zijn. Blad knoppen loopen spits toe. Laat men thans de- Ze twijgen met rust, dus snoeit men niet, dan Zuilen zij ons een schat van bloemen laten zien. En die bloemen zij reeds gevormd Kelkblaadjes, kroonblaadjes, meeldraden en stampers, alles is „in miniatuur" reeds aanwe zig het wacht slechts op warmte, om tot volle ontwikkeling te komen. Wilt ge uwe nieuwsgierigheid bevredigen, neem dan een dikken ronden knop van de sering, snijdt dien overlangs door en gij zult den geheelen bloemtros, plus de stengelbladeren zien zit ten. Pak daarna ook een spitsen knop en u ziet geen bloempje in den dop, maar wel klei ne bladeren. Wie zijn heesters goed kent, kan reeds nu zien, of zij rijk dan wel arm aan bloemknop pen zijn. Wanneer deze heesters hun bruids- toilejtje laten vallen, behooren zij oordeelkun dig gesnoeid te worden hier en daar wordt een tak weggesneden, om een beteren vorm. te verkrijgen, daar wordt dan een krachtige operatie toegepast, omdat de patiënt vaak een èl te sterke neiging heeft, om een lange,mage re slungel te worden. Men zal heesters zien, die te veel hout hebben, waardoor licht en lucht niet kunnen doordringen, het hout wordt in zulke gevallen niet rijp en dan kan men geen bloemen verwachten. Heesters die nog te klein zijn, om gesnoeid te worden, ontdoet men toch van uitgebloeide bloemen er zijn er, die zaad vormen, dat men in den regel niet r.ocdig heeft, en dat aan de plant opdroogt en geschikte „hotels" vormt voor tal van insecten, die minder wensehe- lijk zijn. Een andere groep van heesters (zooals de Pluim-hortensia, en sommige in den zomer bloeiende spiraea-soorten, zooals Sp. callosa, Sp. albiflora, Sp. Bumalda en de bijzonder fraaie verscheidenheid Anthony Wateren Verder Hypericum Moserianum, Ceanothus americanus, Coronilla, Buddleya, Amorpha fruticosa, Desmoaium penduliflorum enz.) kunnen nu gesnoeid worden en wie bang is] het mes er flink in te zetten, krijgt dit jaar geen krachtige scheuten. Neem eens een proef met de Pluim-hcttensia, snoeit de eege lang en de andere kort en zoodra zij bloeien, zal het verschil zeer groot zijn 1 Tal van heesters en daaronder de even populaire als gaarne geziene Pirus japonica bloeit zoowel aan het oude, als aan het een jarige hout. Wij zien aan deze en ook bij den Gouden Regen, een aantal kort ineenge drongen takjes, die met de z.g. vruchtspo ren onzer vruchtboomen overeenkomen dat wij die bij het snoeien moeten sparen, spreekt wel van zelf, immers een groot aan tal jaren doen zij niet anders dan bloeien, bloeien zonder ophouden 1 Maar hooren wij vragen hoe moeten wij deze heesters nu snoien Ja, dat hangt ook al weer van verschillende omstandigheden af. Pirus J:.- ponica bijv. zouden wij niet snoeien, omdat elk takje bloeiend of niet zeer mooi is en wij kunnen dus een dergelijke heester dan snoei en, wanneer wij die takjes bij het vullen van bloemvaasjes kunnen gebruiken. In het al gemeen gesproken zouden wij zeggen, dat de eenjarige scheuten wat ingesneden kun nen worden en dat verder die takken wor den weggenomen, die te dicht op elkaar staan of overbodig of niet gewenscht zijn. Behalve de reeds genbemde Pirus Japonica behooren tot deze groep alle siera'ppelensoorten, tal van Pruimen Spiraea ariaefolia (een bijzonder mooie heester die wij maar al te weinig in onze tuinen aantreffen), verder de judas- boom Cercis Siliquastrum, Ribes atrosan quinea, de kamperfoelie, Lonicera Capri- folium en tal van leden der familie van de Vlinderbloemigen, Roosachtigen, enz. De heesters, die wij om de fraaie vruchten kweeken, bijv. de Vuurdoorn, behooren ook tot bovenstaande groep, waarop onze wen ken dus toepgepast kunnen worden. Wie de heester niet kent, blijve „er met z'n handen af 1" handel tusschen de twee betreffende per sonen zat. Bij dezen zou ik ook nog gaarne iaededcelen. dat op den avond van de mis handeling, de heer L, J. T. een vordering bij mij indiende van 54.11, waarmede ik niet accoord kon gaan, daar de door mij ingediende rekening 35.24 luidde. Kort na dc mishandeling werd ik door den deur waarder aangeschreven aldaar te komen betalen 54,11, doch na een onderhoud en verklaring van het voorgevallene te heb ben gegeven, kreeg ik na 3 weken weder om een schrijven van den deurwaarder, waarin vermeld werd, dat de heer T. ge noegen nam met 35.24, het door mij aan- gebóden bedrag op den avond van mishan deling. Ook zou ik nog gaarne over de betaling vermelden, dat dit het derde jaar was, dat ik dezelfde zaken met den heer T. gedaan had. Dc twee voorafgaande jaren bracht ik hem zijn vordering op tijd thuis; nu jschter met deze kwestie heb ik op hem gewacht en ik vroeg daarbij, dat de heer T. slechts tweemaal hij mij is gekomen, om de vor dering. Hij kwam een tweede maal, daar ik de eerste maal niet thuis was. Ik wensch dan ook, dat zij, die bcdo.eld ver- slag gelezen hebben, mijn bedoeling van dit schrijven goed zullen begrijpen. Inmiddels beleefd dankend voor de plaatsing teeken ik G, P. v. d. A. Voor den inhoud van deze rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Geachte heer redacteur. Hedenavond werd mij een proefblaadje thuis bezorgd, dat den naam draagt „Evo lutie". Toen ik het even in keek, kwam mij het schaamrood op het aangezicht. Daarom is het, dat ik een klein plaatsje wil vragen in uw blad, dat ge mij zeker niet zult weigeren en daarvoor mijn vrien- dclijken dank. Wat mij aanzette om dit te schrijven is het feit, dat er aan dc adresseering was toegevoegd: Bestuurslid van den R.K. Vrouwenbond, Nu dacht ik, het is hier juist op zijn plaats; allicht zullen de an dere bestuursleden het ook ontvangen hebben; zeker goed voor onze vergadering. Ik voor mij maak er dit uit op, dat die redactie nooit mooier propaganda voor onze Roomsche Candidaten kan maken dan zoo te schrijven. Wij vrouwen van den R.K. Vrouwenbond kennen onze plichten en scharen ons te dichter om het Room sche Vaan. Maar erger zijn de schaamte- looze regels, die in het pamflet staan; is het niet treurig, dat men zoo iets mag schrijven en daarom juist wil ik vragen: Ouders en volwassen personen, zoo ge- ooit dit schaamtelooze blad ontvangt of ergens ziel liggen: gooit vhet in de kachel. Gebruikt het niet voor pakpapier of an derszins, zoodat het toch niet in kinder handen terecht komt. Verder ben ik er van overtuigd, dat in elke afdeeling gewaar schuwd zal worden tegen dit blad. U, mijnheer dc Redacteur nogmaals dan kend. Een trouw lezeres B. te H. Mijnheer de Redacteur. Naar aanleiding van een verslag in uw nummer, van 10 dezer, verzoek ik u bij de zen een klein plaatsje in uw veelgelezen blad. Bedoeld verslag handelde over can zit ting van den politierechter. Het kwam mij in dat verslag voor, als werd ik daar aan gewezen als een oplichter of slechte beta ler. U zult wel kunnen nagaan, dat ik zulk een verslag met verbittering "gelezen heb, aangezien er een kwestie van bedrog in PROPAGANDA VOOR ZINDELIJKE MELKWINNING IN AMERIKA. In het „Ned. Wbl. voor Zuivelbereiding en Handel" schrijft ir. W. Sturm over de wijze, waarop men in de V. S. reclame maakt voor hygiënische melkbehandeiing. Niet alleen door wettelijke voorschriften tracht men zijn doel te bereiken, maar ook door raadgevingen en wenken aan de veehouders, in korte mede- deelingen liefst toegelicht door pakkende plaatjes welke de betrokkenen steeds weer in een anderen vorm bereiken. Men begint daarbij op de boerderij. De veehouder moet van het belang van een zin delijke melkwinning doordrongen worden en alle verkeerde of verouderde vooroordee- len overboord werpen. Werkt hij mede, en. waarom zou hij dat niet doen, daar in de V. S beter gewonnen melk hooger betaald wordt, dan is zeer veel gewonnen. De voorlichting geschiedt in de V. S. ook van officieele zijde. Vanwege het Dept. van Landbouw worden nl. geillustreerde vlug schriftjes uitgegeven. Eén ervan bijv. draagt tot opschriftZuivere melk is gemakkelijk te verkrijgen door zich aan eenvoudige regels te houden. Deze regels, welke in het kort nader worden toegelicht, luiden 1. Schoone en gezonde koeien. 2. Sterili seer het melkgereedschap. 3. Gebruik melk emmers met kleine opening. 4. Koel de melk direct na het melken af. Een ander vlugschrift, dat den titel draagt Verander koude in goud, toont het voordeel van een spoedige afkoeling van de melk aan. Aan de verbruikers worden de volgende tien wenken gegeven 1. Koop de beste melk, die te verkrijgen is. Dat is op den duur het goedkoopst. 2. Raadpleeg den gezondheidsdienst voor de keuze van uw melkleverancier. 3. Gebruik flesschenmelk. Losse melk is dikwijls vuil en bevat onvoldoende room. 4. Koel de melk direct. De bacteriegroei neem t snel toe door tempsratuursverhooging, bijv. door staan in de zon, met gevolg, dat de melk zuur wordt. 5. Houdt de melk tot het gebruik in de oor spronkelijke verpakking. Niet gebruikte melk schcnke men nimmer in de flesch terug. 6. Houdt de flesch gesloten met een papie ren kapje of omgekeerd glas om te voorko men, dat er vliegen en vuil in vallen, want beide brengen bacteriën in de melk. 7. Houdt het koelvat schoon met kokend sodawater melk neemt snel stinkende gas sen op en wordt daardoor minder lekker. 8. Maak de ledige flesschen direct na het gebruik schoon, eerst met lauw en daarna met kokend water. Is er een besmettelijke ziekte in uw huis, geef dan geen melkflesschen terug zonder den gezondheidsdienst om advies te hebben gevraagd. 9. Geef de ledige flesschen geregeld terug en gebruik ze niet voor andere doeleinden. Denk er aan, dat ze het eigendom van den melkhandelaar zijn en geld vertegenwoor digen. 10. Zindelijk behandelde melk is een van de beste voedingsmiddelen en in het gebruik economisch. De schrijver teekent hierbij aan, dat ook de Nederlandsche melkverbruikers deze tien ge boden ter harte kunnen nemen. Er wordt nogal eens tegen gezondigd. Men behoeft slechts zijn licht eens op te steken bij de groo te melkinrichtingen en men staat verbaasd tot welke doeleinden bijv. ledige melkflesschen tijdelijk worden gebruikt. Men geneert zich bijv. niet, er petroleum in te halenOok de melkbussen dienen vaak tot bewaarplaatsen van allerlei ongerechtigheden. e Voor de rechtbank te Middelburg is be handeld de zaak tegen J. D. uit Wolphaarls- dijk, beklaagd van ernstige dierenmishande ling. Deze onverlaat strafte 'n hondje, dat kippen had doodgebeten, door het brandende kolen in den bek te duwen en dan den bek dicht te binden. Vervolgens sloeg hij het dier en hing het op en gebruikte hei ten slotte als schietschijf. De officier van justi tie, mr, baron van der Feitz, eischte tegen dezen dierenbeul 6 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Kegge uit Goes, be pleitte vrijspraak. Keurloonen, B. en W. bieden ter vaststelling aan een le. Wijziging der Ver- Verordening op de heffing van keurloon it de gemeente Heemstede. De heffing bedraagt voor het keuren van t a. een paard, muildier, stier, os, koe ol vaars f 8.50. s b. een rund, in het bezit der twee binnen melktanden (pink), paard beneden 1 jaar of muilezel f 6. c. een kalf of veulen met een geslacht ge wicht van 41 K. G. of hooger, een ezel of een varken met een geslacht gewicht van 51 K.G. of hooger f 4.50. d. een varken met een geslacht gewichl van 50 K.G. of minder f 3.m e. een schaap of lam f 1.75. f. een nuchter kalf, kalf of veulen met een geslacht gewicht van 40 K.G. of minder, zuiglam, speenvarken, bok of geit f 1. g. voor een huisslachting van een varken (geen noodslachting zijnde) vanaf 15 October tot en met 15 Januari f 2.50. ADRES INSTELLEN VLEESCHKEU- RINGSDIENST EN VERLAGING KEURLOONEN. In de raadsvergadering van 23 October 1924 werd in handen van B. en W. om ad vies gesteld een door de Vereenigde Slagera te Heemstede aan den raad gericht adres, d.d. 10 October 1924, in houdend het verzoek over te gaan tot de instelling van een eigen Keuringsdienst, of indien daartegen over wegende bezwaren mochten bestaan, het daar heen te leiden, dat voortaan ten hoogste 50 pCt. van de thans geldende keurloonen in re kening worden gebracht. Over dit adres werd door B. en W. het ge voelen ingewonnen van het Gemeentebe stuur van Haarlem, terwij! zij voorts met ver tegenwoordigers van de Vereenigde Slagers eene bespreking hebben gehouden, bij welke ook de Directeur van het Openbaar Slachthuis te Haarlem aanwezig was. Zoowel uit het door het Gemeentebestuur van Haarlem gezonden rapport, als uit de ge houden besprekingen is gebleken, dat, mede in verband met de thans voorgestelde verla ging der keurloonen, het niet voordeeliger kan Zijn over te gaan tot oprichting van een eigen keuringsdienst. Immers, de keurloonen zul len volgens de thans voorgestelde tarieven per jaar ongeveer f 6400 opbrengen, terwijl de oprichting van een goed geoutilleerden keu ringsdienst een jaarlijksche uitgaaf voor de gemeente van plm. f 8000 zou vorderen. Als de kosten van een eigen keuringsdienst sedert de raming in 1922 in 't algemeen zijn gedaald dan zal die daling niet zoo groot zijn, dat de kosten niet blijven boven het genoemde be drag van f 6400.Daar de kosten van den keuringsdienst door keurloonen behooren te worden gedekt, is het duidelijk, dat door de oprichting van een eigen keuringsdienst van de Heemsteedsche Slagers, hoogere keurloo nen zouden worden moeten geheven, dan die, welke thans worden voorgesteld. Eene verlaging van de thans geldende keur 1 oonen tot 50 pCt. daarvan is niet mogelijk zonder de goede exploitatie van het bedrijf in gevaar te brengen en zonder aan een goede en juiste uitvoering van de Vleeschkeurings- wet te kort te doen. Het is echter, volgens het aangeboden ontwerp-besluit tot wijziging van de Veror dening op de heffing van keurloonen, moge lijk gebleken tot verlaging der keurloonen met 15 20 pCt. over te gaan, terwijl werd verzekerd, dat, zoodra eenigszins mogelijk, verdere verlaging zal worden doorgevoerd. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. voor, adressanten te berichten, dat de raad geen termen aanwezig acht over tegaan tot de oprichting van een eigen Vleesch- keuringsdienst, doch steeds bereid is mede werking te verléenen, ten einde de keurloo nen zoo laag mogelijk te doen zijn. Beheer van het badhuis aan de Postlaan. B. eh W. vragen machtiging met het Be stuur van de Vereeniging tot Exploitatie van eene Bad- en Zweminrichting gevestigd te Heemstede, tot wederopzeggens eene over eenkomst te sluiten betreffende de exploi tatie van het badhuis gelegen aan de Post laan, waarbij onder meer te stellen is de voor waarde, dat vóór het begin van elk kalen derjaar de uren van openstelling, de tarie ven, alsmede de regeling omtrent het ge bruik van schoolbaden in overleg met en onder goedkeuring van B. en W. moeten worden vastgesteld. Tijdelijke verlegging eindpunt tram. B. en W. vragen machtiging, onder door hen te stellen voorwaarden aan de Noord Zuid Hollandsche Tramweg Maatschappij toe te staan, in afwijking van het raads besluit dd. 22 Juni 1922, no. 54, het eindpunt van de stoomtramverbinding LeidenHeem stede en van dc electrische tramverbinding SchotenHeemstede, gedurende het tijdvak van 1 Maart 1925 tot en met 31 Mei 1925, te verleggen van den Glipperweg naar het Valkenburgerplein. MICHELIN-, DUNLOP- EN PRIMA ENG. BUITENBANDEN vanaf 1.39. Bineabanden 59, 75 en 98 ct. E'en jaar garantie. Spatborden, per stel 49 cent. Zware wielen, per stuk 3.25 Pcrry-opleby en prima kettingen vanaf 69 cent. Pedalen, per stel 98 cent. Enz. Enz. Electr. gloeilampen vanaf 38 cent. Met garantie. Deze modellen, geheel naar maat, munten «di door elegante coupe en afwerking en worden gemaakt van uitsluitend moderne stoffent gevoerd met „satin duchessc". Maate! naar maat 125 cM. b rifoo of mouliité gevoerd satin duchease. MC02-MA0AZUNEN n.j.i gï,.i1M,u Costume naai* sreat, moderne mouUnéetof gevoerd met satin duchessc.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 8