De geheimzinnige treinroof.
MODERNE DANSWOEDE,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Woensdag 18 Februari 1925
Een nieuwe wedijver in maritieme bewapening? De nieuwe Pruisi
sche regeering. De poiitieke mobilisatie der Fransche geestelijkheid.
Een motie van MacDónald tegen de protectionistische houding der Brit-
sche regeering verworpen.
Onder de Radio-berichten: Het rapport over de Duitsche ontwape
ning. De nieuwe Pruisische ministers. De begrafenis der slachtoffers
van Dortmund. Duitsch-Roemeensche verwikkelingen.
Gem. buiienl. berichten.
De huldiging der Indië-vliegers.
De salarissen van leeraren bij
het M. O.
De reorganisatie van da
P. T. T.-dienst.
De Rijwielbelastingmerken.
De Tabakswet.
De voorraad decoraties uitgeput
Arbeidsbemiddeling voor
Handelsreizigers.
Aanbieding voordracht voor
den Hoogen Raad aan de
Koningin.
Opheffing van hulpkantoren of.
het Platteland.
De Nederlandsche Bar~--M
bedrijven.
Roomschen op reis.
FEUILLETON
„Ook bij de aan Onze zorg toevertrouwde
giloovigen wordt de degelijke, echt gods
dienstige geest van weleer veeltijds vervan
gen door een wuften, lichtzinnigen geest
van zinnelijkheid en genotzucht."
Zoo klonk de ernstige klacht van het Ge
zamenlijk Nederlandsch Episcopaat in den
Vastenbrief van het jaar 1924.
Die wuftheid en lichtzinnigheid, door onze
trouwe en zorgzame Herders met zooveel
klem afgekeurd, toont zich niet het minst
in die overdreven zucht naar dansvermake-
lijkheden, die bij velen tot een ware dans
woede, een dansmanie is uitgegroeid.
Wij mogen en wij willen niet overdrijven.
Op zich zelf is dansen niet verkeerd en in
dien het zich dan ook zou beperken tot een
enkelen, gezelligen avond, nu en dan, waarbij
behoorlijk toezicht en goede keuze van club-
genooten de schutsengelen vormen van eer
en deugd, dan ware een waarschuwing ge
lukkig overbodig.
Maar de praktijk leert het anders.
Wat openhartige en eerlijke jongelieden
over den aard en omstandigheden van het
hedendaagsche dansen, ook in besloten
Roomsche clubs, mededeelen, dwingt en
dringt tot dit droef getuigenis dat de dans
door een onrustbarend percentage van jon
gemannen en ook van jonge meisjes op schan
delijke wijze wordt misbruikt tot zondige
zinneprikkeling, tot een aanslag op de hei
lige aeugd der kuischheid.
Zoowel de gedurfdheid van sommige dan
sen zelf, als de onvoldoende kleeding der
danseressen en andere omstandigheden, als
ook het veel te dikwijls en veel te lang zich
overgeven aan dit gevaarlijk vermaak, zijn
de voornaamste factoren, welke tot een
krachtig tegengaan dezer moderne dans
woede met haar heilloozen nasleep van zede
lijke ellende, moeten dringen.
En wie zijn op de allereerste plaats ver
plicht, hier te waken en te weren
Zij, die aan het opkomen en snel zich uit
breidend kwaad de meeste schuld hebben.
En aan wie is die groote, overgroote schuld?
Aan de ouders, met hun veel te toegeef
lijke, weèkelijke en ziekelijke opvoeding
hunner kinderen.
Er wordt als zwakke en laffe zelfverdedi
ging geregeld gehoord De kinderen zijn
niet meer als vroeger. De ouders hebben niet
zooveel meer over de kinderen te zeggen.
Doch, wat antwoorden daarop de gezamen
lijke Bisschoppen in,hun Vastenmandement
„Wij vragen wié is daarvan de schuld
zoo niet de ouders, die de kinderen ^Idus tot
hun verderf hebben opgevoed."
Dat de blinde of kortzichtige, onervaren
en onrijpe jeugd zich met onbezonnen on
stuimigheid wil werpen in de hokkende ge
nietingen der wereld, is natuurlijk niet te
vergoelijken doch te begrijpen maar dat
ouders, ook katholieke ouders en katholieke
ouders uit families met de beste tradities,
als ziende blind zich betoonen ten opzichte
van de groote, zedelijke gevaren hunner kin
deren, kan en mag niet anders dan be
vreemding wekken en scherpe afkeuring.
Zij kennen het kwaad, zij beseffen het ge
vaar.
Om een dubbele reden, én voor zich zelf
én voor hun kinderen moesten zij inzien en
door hun ernstig en kloek gedrag dit inzicht
toonen en belijden dat die moderne, over
dreven danszucht niet enkel een treurig
teeken is van den wuften, lichtzinnigen geest,
welke volgens het Bisschoppelijke vermaan
ook in vele onzer katholieke families is bin
nengeslopen, maar dat diezelfde dansmanie
op hare beurt steeds verder vervoeren en ver
leiden zal tot ontkerstening van huisgezin en
maatschappij, tot vergetelheid van het hoe-
gere, het eeuwige, het bovennatuurlijke,
m.a.w. leiden zal tot het moderne paganisme
of heidendom, hetwelk niets meer verstaan
wil van St. Paulus' vermanend woord zoekt
en smaakt de dingen, die boven zijn
De wijze en krachtige ouder-wake moet
daarom de rem zijn, welke de anders aldoor
wilder voortstormende danswoede tegen
houdt. En het allerminste, wat van de ouders
gevraagd'moet worden, is toch zeker, dat
zij zich verzetten tegen het helaas ook in
roomsche kringen reeds doorgedrongen,
dwaas en gevaarlijk misbruik der zooge
naamde „kinderbals."
Deze immers strooien en kv/eeken in de
ontvankelijke harten onzer jeugd de heil-
looze zaden en kiemen der op later leeftijd
wild woekerende, schier niet meer uit te
roeien danszucht.
CASTO.
De uitvoering van het j sers" zijn, 34 knoopen loopen en 30 cm.
vlootverdrag van Was- kanonnen meevoeren.
hington
Een deskundige medewerker van de „Daily
Express", die de toepassing van het Washing-
tonsche verdrag tot beperking van be
wapeningen, dat een tienjarige „holiday"
op het gcoied van den vlootaanbouw ten doel
had, aan scherpe critiek onderwerpt, komt
tot de merkwaardige en verontrustende ge
volgtrekking dat het, ofschoon ten aanzien
van de groote slagschepen bepaalde beper
kingend opleggend, toch prikkeling van den
wedijver in den aanbouw van kruisers, tor
pedojagers en duikbooten tot gevolg heeft
gehad, zoo dat op het oogenblik door de vijf
betrokken mogendheden reeds meer van deze
soort oorlogsbodems worden gebouwd of zijn
ontworpen dan in 1914 door zeven mogend
heden werden gebouwd. Hij becijfert dat op
het oogenblik, voor het Britsche Rijk, Ame
rika,' japan, Frankrijk en Italië, 289 oor
logschepen worden gebouwd of zijn ontwor
pen, terwijl in 1914 voor de zeven grootste
maritieme mogendheden 226 schepen van
dezelfde klassen werden gebouwd. Deze 289
schepen zijn over de mogendheden als volgt
verdeeld
In aanbouw Britsche Rijk kruisers 4,
torpedojagers 5, duikbooten 7 Amerika 2,
0, 9 Japan 5, 9, 11 Frankrijk 3, 16,. 13
Italië 2, 10, 4.
Ontworpen Britsche Rijk 7 kruisers, 2
torpedojagers, 0 duikbooten Amerika 8, 10,
1 Japan 6, 17, 20 Frankrijk 6, 41, 47
Italië 2, 16, 16.
De medewerker herinnert er nu aan, dat
het vlootverdrag deze 287 schepen slechts
raakt voorzooveel den omvang van de krui
sers betreft, die niet meer dan 10.000 ton
voeren grooter dan twintig centimeter, en
wijst erop, dat de scheepsarchitecten nieuwe
kruiserstypen hebben ontworpen, die welis
waar beantwoorden aan de letter van het
verdrag, doch veel geduchter oorlogsschepen
Zijn dan alles wat tot nog toe onder den
naam van kruiser bekend stond.
„Wij gaan in werkelijkheid," zegt de
schrijver, „het tijdperk van het „lichte slag
schip" tegemoet." De discussies, die op het
oogenblik in Frankrijk over zijn nieuwe oor
logsschepen woraen gevoerd, zouden deze
opvatting versterken.
Frankrijk mag krachtens het verdrag van
Washington in 1927 beginnen met den bouw
Van oorlogsschepen tot een maximum inhoud
van 35.000 ton. Terwijl nu werd gemeend dat
de oorlogsschepen, die Frankrijk Zal bouwen,
het maximum van 35.000 ton zouden berei
ken, eischen de technici dat Frankrijk in
1927 twee scheoen zal bouwen, elk van
17.500 ton. Deze schepen zullen „slagkrui-
Volgens den schrijver zal de bouw van deze
schepen de beperking van kruisers tot 10.000
ton en 20 cm-kanonnen volkomen teniet
doen, daar deze soort kruiser volkomen
machteloos zal zijn tegeover den slagkruiser
van 17.5000. Het gevolg hiervan zal zijn, dat
de andere landen eveneens tot den bouw van
dergelijke schepen zullen moeten overgaan,
waardoor de bewapeningswedijverin een
nieuwe richting zal worden voortgezet.
Volgfhs den schrijver is het doel thans, niet
om de grootste schepen te bouwen, doch om
het grootste aantal doeltreffende schepen te
bouwen binnen de totaal tonnage, aan elk
land toegestaan.
Het einde der Pruisische
crisis.
Volgens het laatste bericht is dr. Marx er in
geslaagd een minister voor Pruisen bijeen te
brengen. Van al zijn schcone plannen van
een algemeene arbeidsgemeenschap is niets
gekomen. Zij ondergingen eenzelfde lot air
die welke in het Rijk door dr. Marx beproefd
werden. En hij heeft zich dus voorloopig moe
ten bepalen tot een regeering steunend op de
drie partijen van de coalitie van Weimar,
met dien verstande echter, dat alleen het Cen
trum en democraten als eigenlijke regeerings-
partijen optreden en de sociaal-democraten
slechts door een minister, die officieel zaken-
minister (Fachminister) is, in het kabinet
zullen zijn vertegenwoordigd. Het heeft eerst
nog heel wat voeten in de aarde gehad om de
socialisten tot deze zelfverloochening te bren
gen. Maar ten slotte zijn ze dan toch gezwicht.
Het behoud van hun partijgenoot Severing,
als minister van binnenlandsche zaken, was
hun toch ook wel wat waard, voor zoover ze
nog mochten aarzelen om het engere partij
belang achter te stellen bij het grootere belang
van het behoud van een republikeinsche re
geering in Pruisen.
Overigens zal de nieuwe regeering, waar
in twee democraten en een partijloos minis
ter (van democratische huize echter, maar
bijgestaan noor een staatssecretaris uit het
centrum) zitting zullen nemen, overwegend
katholiek zijn. En met deze middenregeeritlg,
deze centrumregeering, schijnt dr. Marx het
nu aan te durven, vermoedelijk in de ver
wachting den ncodigen steun wel te zullen
vinden, nu toch een zuiver rechts kabinet een
onmogelijkheid is, omdat de rechtsche partij
nog veel stérker in de minderheid zijn, dan
zijn coalitie is, en het Centrum voor de recht
sche verlokkingen doof blijft.
Vermoedelijk zal dr. Marx heden zijn mi
nisterie aan den Landdag voorstellen.
De nationalistische be
weging in Frankrijk.
Er wordt te Parijs eenfge beteekenis ge
hecht aan de besprekingen, die op het oogen
blik tusschen Millerand en generaal de Cas-
telnau worden gevoerd aangaande de eerste
algemeene vergadering van de Nationale
Katholieke Federatie, welke heden te Pa
rijs begint, De beide leiders der nationalis
tische beweging zijn druk bezig met de
voorbereiding van de campagne voor de ge
meenteraadsverkiezingen van dit jaar.
Castelnau heeft in een algemeene verga
dering de gedelegeerden ven alle 55 katho
lieke diocesen in Frankrijk vereenigd met
het doel de geheele geestelijkheid tot den
laatsten pastoor op het platteland toe, te
verplichten, aan den politieken strijd deel
te nemen. Hij verklaarde dat de aldus geor
ganiseerde katholieke strijdmacht stellig het
huidige radicaal-socialistische regiem om
ver zal werpen. Hij rekent er c£ de geloo-
vigen buiten de partijen tot zich te trekken
alleen onder de leuze van de verdediging
der religieuze vrijheid en sociale orde, en
verzekert dat deze clericale beweging noch
fascistisch noch reactionair zal zijn.
Nochtans herinnert de „Echo de Paris",
het orgaan van generaal de Castelnau, er
heden aan, dat dé fascistische beweging in
Italië werd uitgelokt en zegevierde door de
maatregelen die tegen de rijken en den eigen
dom, welke na den oorlog door draconische
fiscale maatregelen werden vervolgd, waren
gericht. Het blad waarschuwt Herriot dat als
hij niet geheel van de tegen het kapitaal ge
richte maatregelen afziet, een dergelijke be
weging in Frankrijk verwekken zal.
Deze beweging is reeds bezig zich onder
leiding van Millerand en de Castelnau te
organiseeren.
Vrijhandel en bescher
ming in Engeland.
In het Britsche Lagerhuis heeft MacDó
nald, de leider van de Arbeiderspartij,
Maandag een motie ingediend tegen de plan-
nén van de regeering ter bescherming van
de industrie. Een uitvoerig debat over de
quaestie van vrijhandel en bescherming
was hiervan het gevolg. Met nadruk betoogde
MacDónald, dat de plannen van de regeering
ten slotte zullen moeten leiden tot een alge
meen stelsel van protectie. Ook Lloyd
George verdedigde het stelsel van den vrij
handel, dat eveneens naar zijn meening,
door deze regeeringsplannen werd bedreigd,
al Jkonden dan deze plannen de ware pro-
tectionisten nog geenszins bevredigen, of
beter wellicht juist daarom. Immers een
maal op het hellend vlak, zou men steeds
meer afglijden onder den druk der protectio-
nisten. Ronduit erkende Lloyd George, dat
men indertijd, èn tijdens den oorlog toen
men maatregelen overlegde tegen de toekom
stige concurrentie van de centralen èn daar
na, toen men onfler den indruk van de valu
ta-moeilijkheden elders tot de Safeguarding
of industries Act toevlucht nam, zich had
vergist.
Tegenover zijn critici, van wie MacDónald
er op wees, dat men de gevaren van een con
currentie tengevolge van lagere arbeidsvoor
waarden in het buitenland op betere wijze
kon bestrijden door te streven naar een ver
hooging dier 'arbeidsvoorwaarden, dan door
een stelsel van bescherming als de regeering
bedoelt, tegenover deze critiek verklaarde
de premier Baldwin dat van protectionisme
geen sprake was. De uitspraak van het land,
dat zich tegen protectie en voor vrijhandel
had verklaard, zou door hëm worden ge
ëerbiedigd. Hij wilde niet meer en niets
anders dan beveiliging van het Britsche i- -
dustrieele belang tegen gevaren van buiten-
gewonen aard. -
Natuurlijk bleef in deze discussie Baldwin
overwinnaar. Hij beschikt over de mannetjes.
En de motie van MacDónald werd dan ook
ten slotte met 335 tegen 146 stemmen vèr-
woroen.
Maar de waarschuwingen van de oppositie
zullen nu toch misschien wel dit resultaat
hebben, dat Baldwin voorzichtig zal zijn bij
de toepassing van zijn plannendie
volgens hem zelf trouwens volkomen on
schuldig zijn, en ook even onschuldige be
doeling hebben.
De nood in West-Ierland.
Tot veler verbazing heeft de regeerihg van
den Zuid-Ierschen Vrijstaat naar uit de
Engelsche bladen blijkt bij monde van den
minister van Landbouw, den heer Hogan
in de „Dail Eireann" verklaard, dat er, in
strijd met de verspreide berichten, in het
Westen van Ierland geen sprake is van ab-
normalen nood. Hij heeft hieraan, aldus blijkt
nader, nog toegevoegd, dat de toestand er
zelfs eenigszins beter is dan in normale jaren.
Hebben degenen, die in de pers sombere
tafereelen van den toestand in het Westen
hebben afgeschilderd, en zij, die in allerijl
hulp- en steunacties hebben op touw gezet
of heeft de minister gelijk Op deze vraag
geeft de Dublinsche correspondent van de
„Manchester Guardian" antwoord. Hij ver
zekert op grond van eigen ervaring hij
heeft het heele Westen van Ierland door-
kruisd dat de nood, die er thans heerscht,
verre dien van de laatste jaren overtreft, als
gevolg van het feit dat zoowel de visch-vangst
als de oogst is mislukt. Hij kan de uitlating
van den minister dan ook alleen verklaren
uit de zucht, die tegenwoordig allerwege in
Ierland valt waar te nemen, de dagen, dat
Ierland werd behandeld als een pauperstaat,
intermittent afhankelijk van de rest van de
wereld, als geëindigd te beschouwen.
De correspondent voegt hieraan toe, dat
dit een houding is, die de bewondering zal
afdwingen van allen, die het goed met Ierland
voorhebben, doch meent dat minister Hogan
juister zou hebben gehandeld/ wanneer hij
uitdrukkelijk had verklaard dat Ierland zich
voortaan in slechte tijden zelf we! van het
noodige .zal voorzien.
HET RAPPORT DER MILITAIRE
CONTROLE-COMMISSIE.
Generaal Walch, het hoofd der, Fransche
afdeeling van de intergeajlieerde militaire
controle-commissie en generaal Wauchope
het hoofd der Britsche afdeeling, zijn Maan
dagavond van Berlijn naar Parijs vertrok
ken ter overbrenging van het definitieve i
rapport over de intergeallieerde algemeene
inspectie.
DE MIJNRAMP TE DORTMUND.
De directie der mijn Minister Stein deelt
mede, dat alle gevonden lijken zijn geiden-
tificeerd. Volgens de bladen is tot dusver
750.000 mark bijeengebracht voor de nage
laten betrekkingen der slachtoffers.
De rijksregeering en het Pruisische ka
binet hebben bepaald, dat bijde teraarde
bestelling der slachtoffers van de mijnramp
te Dortmund alle openbare gebouwen half
stok zullen vlaggen.
De Nederlandsche Bond in Duitschland
heeft een deputatie naar de begrafenis afge
vaardigd, die een krans met de Nederland
sche kleuren op het graf zal neerleggen.
EEN OPZIENBARE AANHOUDING.
mogelijk te doen zijn, terwijl ook défilé en
demonstraties iets ongekends in oas land
beloven te worden.
Het voorloopig programma luidt:
a. Aankomst van de vliegeniers op Hout-
rust.
b. Défilé van alle takken van sport,
waarna opstelling met banieren vo-orop in
wijden kring om de plaats waar de feitelijke
huldiging zal plaats hebben.
c. Aankomst deelnemers aan den ster-
rit-estafette met aan te bieden oorkonden.
d. Uitreiking van de geschenken aan het
driemanschap en aan den heer Fokker.
e. Loslaten van ongeveer 3000 postduiven.
f. Aankomst boven het terrein van een
eskader (ongeveer 20) vliegtuigen uit Soes-
terberg.
g. Afmarsch van de défilé-desinerners,
h. Aankomst boven het terrein van wa-
De inspecteur-generaal dr. Schneider van tervliegtuigen van Schiphol,
de Friedensgesellschaft te Hagen, is wegens j Demonstratie van verschillende takken
landverraad gearresteerd, en wel naar aan- van spor[.
leiding van een onlangs in het bezette gebied
gehouden rede.
(Dr. Schneider is lid der democratische
partij en was tot voor korten tijd secretaris
der afdeeling Westfalen van deze partij.)
DE STEMMING' ONDER DE DUIT
SCHE MIJNWERKERS.
De vakbond van Duitsche christelijke
mijnwekers heeft te Essen een conferentie
gehouden van leden der bedrijfsraden en ver
trouwensmannen. Er werd o.a. een resolutie
aangenomen, welke gericht is tegen de,
vollens de conferentie steeds meer en meer
tot uiting komende willekeur van de onder
nemers. Verwacht wordt van de regeering,
dat zij de werkgevers zal dwingen bepaalde
eischen tot loonsverhooging toe te staan.
Dank werd gebracht voor den van alle
zijden ontvangen finantieelen steun voor de
gezinnen der slachtoffers van de jongste
mijnramp, maar tevens werd verklaard, dat
het niet mag blijven bij medelijden alleen
voor de dooden en hun betrekkingen. Veel
eer moet voldoening worden gegeven aan de
wenschen der mijnwerkers voor behoorlijke
loonen. De categorie, die het gevaarlijkste
en moeilijkste werk verricht, mag op het ge
bied van salarieering niet achtergesteld
worden bij andere arbeiders of een deel van
het corps ambtenaren.
Ten slotte werd, teneinde dergelijke ram
pen zooveel mogelijk te voorkomen, uit
breiding van de bedrijfsradenwet en van de
medezeggenschap der arbeiders van de re-
geering verlangd.
DE ITALIAANSCHE SENAAT VER
DAAGD.
De Italiaansche Senaat is voor onbepaalde
tijd verdaagd wegens de ongesteldheid van
Mussolini.
JAURES' OVERBRENGING NAAR
HET PANTHEON.
Het overbrengen van het stoffelijk over
schot van Jean Jaurès naar het Panthéon
heeft in totaal 460.000 francs gekost. Er was
een crediet van 650.000 fres. beschikbaar
gesteld, dat dus niet geheel is aangesproken.
Tot de hoogste posten behooren het ver
voer van het overschot uit het departement
du Tharn naar Parijs (65.000 frcs.), de de
coratieve verfraaiingen en versieringen in
het Kamergebouw en het Panthéon (96.034
frcs.), de praalkoets (45.000 frcs.), de over
komst en het logies der mijnwerkers uit
Carmaux, die als slippedragers fungeerden
(13.014 frcs.).
DE EX-SOCIALIST MILLERAND.
Millerand, die in zijn jonge dagen een mili
tant socialist was, maar in den loop der jaren
langzaam maar zeker naar rechts is afgewend
en thans als de grootste vijand van het socia
lisme wordt beschouwd, was nog steeds
sedert 1893 reeds lid van de vereeniging
van socialistische dagbladschrijvers. De jaar
vergadering der vereeniging heeft thans hier
aan een einde gemaakt door met groote meer
derheid „den ex-socialist Millerand, die se
dert dertig jaar niet opgehouden heeft zijn
snel op elkaar volgende opvattingen te ver
raden", van de ledenlijst te schrappen.
Emile Buré van de „Éclair" onderging het
zelfde lot.
FLOYD COLLIUS OVERLEDEk
Volgens een draadloos bericht zijn de po
gingen om den geoloog Floyd Collins, die
zooals men weet te Cave City, in Kentucky,
bedolven werd, te redden, niet met succes
bekroond. Floyd Collins bleek, toen men hem
vond, reeds overleden.
Dit droeve bericht toont dat de boosaar
dige vermoedens, die zijn geuit, alsof heel het
reddingswerk voor den levend begravene
slechts comedie was en men te doen had met
een filmopneming of bioscoopreclame on
juist zijn geweest.
Het défié en de demonstratie.
Zaterdag j.l. had in een der zalen van
Riche te 's-Gravenhage een vergadering
plaats van het regelingscomité voor défilé
en demonstratie op Houtrust roet de door de
bonden aangewezen leiders.
Kapitein de Jong, voorzitter van dit co
mité, constateerde tot zijn leedwezen, dat
vele bonden geen afgevaardigde hadden
gezonden, ja, dat zelfs eenige bonden geen
antwoord hadden gezonden op de hun toe
gezonden circulaire. Aanwezig waren ver
tegenwoordigers voor de rijsport, autosport,
la v.n tennis, gymnastiek, kaatssport, golf-
De voorzitter deelde mede, dat aan alle
deelnemende vereenigingen als herinnering
een speciaal door de firma Begeer vervaar
digde medaille zal worden uitgereikt.
Waar de tijd van voorbereiding kort is,
moet het regelingscomité er bij de bonden
op aandringen uiterlijk binnen 3 weken na
deze publicatie aan het secretariaat, Re-
gentesselaan 117, den Haag, een opgave te
verstrekken van het aantal deelnemers voor
't défilé en voor de^ demoestraties, zoomede
opgave van den tijd, door de vereenigingen
noodig geacht voor de uitvoering van even-
tueele demonstraties.
Het Tweede Kamerlid mr. Oud heeft tot
den min. van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen de volgende vragen gericht:
Is het juist, dat de bepalingen der salaris-
regeling voor de leeraren bij het middel
baar onderwijs, volgens welke de leeraren,
die gedurende vier achtereenvolgende jaren
een verschillend aantal lesuren hebben
gegeven, niet mogen worden bezoldigd naar
een lager aantal uren dan dat van het jaar,
waarin dit aantal het kleinst was, niet wor
den toegepast voor de tijdelijke leeraren,
die op 31 Augustus 1923 in dienst waren?
Zoo ja, is dit dan niet in strijd met de
overgangsbepaling van het K. B. van 25 Mei
1924 en met de verklaring, door den minister
afgelegd in de vergadering der Tweede
Kamer van 15 Juni 1923, dat geen der in
dienst Zijnde leeraren in salaris achteruit zou
gaan?
In de Dinsdag gehouden Tweede Kamér
zitting is de motie-De Boer, welke de vorige
week in de Kamer aan de orde is geweest,
doch waarover de beslissing in verband met
de interpellatie-Oud was aangehouden, in
stemming gekomen. Tijdens de beraadsla
gingen was de motie door den voorsteller
eenigszins gewijzigd, zoodat zij thans als
volgt luidt:
„De Kamer, van oordeel, dat de dienst
van Post, Telegraaf en Telefonie op het
Platteland, toepassing behoort te vinden
naar redelijken eisch,
noodigt den Minister uit de voorgenomen
opheffing van onderscheiden hulppostkan-
loren te bespreken,
en gaat over tot' de orde van den dag."
De motie werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De opbrengst gaat achteruit.
Naar het Vad. verneemt, zijn van 1
December 1924 tot 1 Januari 1925 voor
1,866,888 gulden rijwielplaatjes verkocht, dus
voor 622,296 rijwielen. Vap Januari tot 1
Februari bedioeg dit bedrag 2,417,670 gulden
of voor 805,890 rijwielen.
In totaal zijn dus 1,428,186 rijwielen be
last voor een bedrag van 4,284,558 gulden.
Men zal zich herinneren, dat de minister
van Financiën, bij de invoering van deze
nieuwe belasting, de opbrengst heeft ge
raamd voor een geheel jaar op 3 millioen
gulden. In Augustus. 1924 begon de verkoop
van de rijwielbelastingplaatjes voor 1924.
Tot 1 October is toen verkocht voor een
bedrag van 5,233,008 gulden, zoodat het aan
tal rijwielen 1,744,336 bedroeg.
Men vraagt zich af, hoe het komt, dat
thans 316,150 rijwielen minder aangegeven
zijn dan verleden jaar, toen de belasting
over slechts 5 maanden liep. Een veronder
stelling, die het meest voor de hand ligt is,
dat vele eigenaren van rijwielen wachten
met het koopen van een plaatje tot het
voorjaar. Immers het is niet aan te nemen,
dat opeens zooveel rijwielen zijn opgeruimd
en niet door nieuwe vervangen. Of zou er
misschien minder scherp worden toegezien
of alle rijwielen wel een plaatje hebben?
Aan den Minister van Financiën is het
volgende adres gezonden:
Geven met .verschuldigden eerbied te
kennen P J. Mol te Utrecht en P. J. M.
Luyke te Rotterdam, resp. voorzitter en
secretaris van den Nationalen Hanzebond
van Sigarenwinkeliers;
gezien den huldigen toestand in den klein
handel v#n tabaksfabrikanten tengevolge
van de mindere koopkracht van het publiek,
'waardoor zeer vele sigarenwinkeliers niet in
staat zullen zijn voor 1 April zonder be
langrijke financieele offers hun voorraad
sigaretten en tabak (vóór 1 Januari geban-
derolleerd) te ruimen;
daarbij tevens rekening houdend met den
aanzienlijken concurrentie-strijd en de fi
nancieele onmogelijkheid van velen om den
eventueel na te vorderen accijns niet of met
en boogschutters, welke allen deelneming in groote opoffering te kunnen voldoen;
grooten getale toezegden. verzoeken Uwe Excellentie beleefd den
Uit de besprekingen mocht worden ofte- i termijn, gedurende welke genoemde tabaks-
maakt, dat overal in den lande hard ge- fabrikaten met oude banderollen mogen wor-
werkt wordt oin de huldiging zoo grootsch den verkocht, van 1 April tot 1 Juli te
willen verlengen daar juist in de voorjaai
periode de meeste sigaretten worden ver
kocht.
In de memorie van antwoord op het voor
loopig verslag over het tweede hoofdstuk
der Staatsbegrooting 1925, zegt de minis
ter van Financiën dat in 1924 een laag be
drag voor decoraties kon worden aange
vraagd, omdat nog een aantal decoratiën
in voorraad was, welke met meer aan Ne
derlanders werden verstrekt. Deze voor-"
raad is thans echter uitgeput. Het aange
vraagde bedrag blijft echter nog aanmerke
lijk beneden de sommen, in vorige jaren
uitgegeven.
De Minister van Arbeid. Handel en Nij
verheid heeft voor het tijdvak 16 Februari
19251 Juni 1927, benoemd tot lid der
commissie van advies voor arbeidsbemidde
ling voor handelsreizigers, bedoeld in het
Kon. besluit van 23 Januari 1918, de heer J.
Vermeulen, secretaris van de Nationale
Vakgroep van Handelsreizigers in de Neder
landsche Vereeniging van Christelijke Kan
toor- en Handelsbedienden, te Rotterdam
H.M. de Koningin heeft. Dinsdagochtend
ten 113» ure ten Koninklijke Paleize met
het gebruikelijke ceremonieel, ontvangen de
commissie uit de Tweede Kamer, aangewe
zen om H.M. de voordracht aan te bieden,
door de Kamer opgemaakt, voor de benoe
ming van een lid van den Hoogen Raad.
De commissie bestond uit de leden de
Monté Verloren, ir. Bontfaerts. mej. Wester
man, Tilanus, Ebels, ir. Fruytier en mr. Ger
ritsen.
De heer Duys, die mede tot lid der com
missie was aangewezen, heeft zich wegens
ongesteldheid laten verontschuldigen.
De Tweede Kamer heeft Dinsdagmiddag
z. h s. aangenomen de motie-de Boer lui
dende:
De Kamer, van oordeel, dat de dienst van
Post, Telegraaf en Telefonie op het platte
land, toepassing behoort te vinden naar re
delijken eisch. noodigt den Minister uit de
voorgenomen opheffing van onderscheiden
hulppostkantoren te beperken, cn gaat over
tot de orde van den dag.
Volgens een bericht uit Berlijn zouden
twee leden van de trustee-maatschappij, die
de zaken van het Barmat-concern beheerscht,
zich naar Nederland hebben begeven, om
de activa, die zij daar zouden vinden, te trach
ten te realiseeren, om de Barmat-bedrijven
in Duitschland, voor zoover mogelijk, verder
te financieren. Bij informatie vernam het
Persbureau V. D. dat inderdaad twee leden
van de „Treuhand-Gesellschafft" nJ. de
heeren dr. Kohlen en Mueller sinds eenige
dagen te Amsterdam vertoefd hebben. Dr. K.
is inmiddels weer naar Berlijn teruggekeerd.
Aan het Bureau werd medegedeeld dat
door beide heeren wel een onderzoek naar
de activa van het Barmat-concern in Neder-
laud is ingesteld, maar met stelligheid werd
verzekerd, dat het allerminst in de bedoeling
ligt van de trustee-maatschappij, om ook
maar eenige Barmat-bedrijf in Nederland
te liquideeren.
Integendeel de Barmat-bedrijven in Ne
derland zullen op den ouden voet worden
voortgezet.
De op 16 Maart 1924 opgerichte vereeni
ging ten doel hebbende het onder Katho
lieken organiseeren voor vacantie-reizen en
excursies, hield Zondag j.l. in Hotel de Roode
Leeuw te Amsterdam haar eerste jaarverga
dering.
De vergadering werd bijgewoond door af
gevaardigden van elf afdeelingen.
In zijn openingswoord kon de voorzitter,
de heer B. Stumpel wijzen op het feit dal
naast de bestaande afdeelingen in voorbe
reiding waren de stichting der afdeelingen)
Nijmegen, Leeuwarden en Breda.
Het jaarverslag van de secretaresse Me
juffrouw Annie Everling maakte o. m. mel
ding van het feit dat in ht afgeloopen jaar
5 groote buitenlandsche reizen met goed suc
ces uitgevoerd zijn. Het ledental steeg van
67 bij de «tichti g van den bond tot 1593 op
1 Februari 1.1.
In de afdeelingen, thans 11 in getal,
heerscht een opgewekt vereenigingsleven.
Besloten werd, op grond van het feit, het
orgaan der Christelijke Reisvereeniging, dat
eerder ah het onze werd opgericht, ook „Ons
Reisblad" heet, werd besloten de naam van
het orgaan te veranderen en te noemen „Ons
Roomsche Reisblad"
In de middagvergadering kw3tnen de in
gediende voorstellen in behandeling. Een
door de afdeeling den Haag ingediend voor
stel dat afdeelingen behalve excursies ook
grootere reizen kunnen uitschrijven, werd
verworpen.
Besloten werd dat het Hoofdbestuur vóót
het nemen van ingrijpende beslissingen ad
vies kan inwinnen, en zooveel mogelijk zal
inwinnen van een in het leven te roepen raad
van afdeelingsvoorzitters.
Een motie den Haag strekkend tot annulee
ring van een door het Hoofdbestuur aange
gaan contract voor de regeling van buiten
landsche reizen werd met 68 tegen 48 stem
men verworpen.
De_ dag werd besloten met een gemeen
schappelijken maaltijd en een soiree aai
geboden door de afdeeling Amsterdam.
Vrij naar het Engelsch.
dan: „Lieve Delia, ik gelijk veel op den man,
die in het midden van den grooten weg een
schitterend juweel vond en niet bemerkte
wat het was, alvorens een wonder hem de
ocgen deed opengaan. Als dat verschrikke
lijke met het geld van de bank niet gebeurd
was, zöu ik nooit geweten hebben, welk een
schitterend juweel ik gekregen had."
„O, dank je!" zeide zij met een gedwon
gen lachje, dat echter meer sporen van li
chamelijke vermoeidheid liet zien. En even
later: „Ik denk niet, dat een van ons beiden
ooit onzen trouwdag zal vergeten, hè?
„ïk hoop, dat ik er meteen voor gestraft
zal worden, als ik dat ooit zou doen,"
Dan ging zij peinzend verder: „Wij weten
niet, hoe dit avontuur zal eindigen, maar
toch hebben wij reeds een mooien tijd mee
gemaakt sinds van morgen en o lieve! Ik
27
„Ik moest mij eigenlijk schamen, dat
ik mijn opvoeding omtrent auto's zoo ver
waarloosd heb," zei hij, „maar ik weet er niet
het minste van, Hoe regel je het vuur en het
water in den ketel?"
„Dat weet ik niet. Dat regelt zich auto
matisch. De eènigste zorg, welke ik heb, is
het vullen van de tank met water. Als we
geen kreek bereiken, wanneer wij aan den
berg komen, zullen we watergebrek krij- zal je nooit meer van lafheid verdenken!
gen." „Ik hoop het!" zei hij, terwijl hij haar in
1 zijn armen sloot en voor een oogenblik wa
ren de opwindende jacht, de slecht verlichte
omgeving en alles, wat het volgende uur zou
kunnen brengen, geheel vergeten.
De jonge vrouw verbrak het eerst dit ver
rukkelijk samenzijn. „Luister!" zeide zij, zich
vlug losmakend, „Is dat niet het geronk van
hun motor?"
Het was werkelijk zoo. De auto vóór hen
was weer in beweging gekomen en de roode
stip werd kleiner. Met bekwaamheid bracht
Delia de „Stephenson" tot groote snelheid.
Ook Barrett was weer geheel waakzaam ge
worden en hield zijn blikken onafgewend
„Waarom kocht je eigenlijk een stoom-
auto?" 1) informeerde hij.
„Omdat ik deze soort auto's veel gestuurd
heb en ik het gebruik er van ken. De auto
vóór ons is een groote Stanhard en je weet,
hoe vlug je er mee kunt rijden, Maar deze
auto kan de andere vijfhonderd meters voor
sprong geven en haalt haar in de volgende
vijfhonderd meters dan toch in. Daarom
meen ik zoo het beste gehandeld te hebben."
„Jou verstandig vrouwtje," prees hij. En
1) Een stoomauto wordt vooral in Ame
rika gebruikt. VerL
gericht op het kleine sein, dat nu dreigde,
geheel te verdwijnen.
„Wat meer snelheid!" drong hij aan. „Zij
verdwijnen uit het gezicht!"
De vermeerderde snelheid werd_ juist ont- j
wikkcld, doch op het oogajiblik, dat de
achterstand ingehaald scheen te worden, i
verdween het roode licht plotseling.
„Wat is dat?" vroeg Barrett.
„We zullen het dadelijk weten,' was het
besliste antwoord en de vlugge „Stephen
son" reed op volle kracht in de grootste
snelheid naar het punt, waar het seinlicht
was verdwenen,
TWAALFDE HOOFDSTUK
Rood bloed.
De oorzaak van het verdwijnen van het
roode licht vertoonde zich zoo spoedig als
do stoomauto de plek bereikte, waar zij het
glimmende kleine lichtje het laatst gezien
hadden. De weg, welke nu goed zichtbaar
was bij het meer helder geworden maan
licht, ging namelijk over in bochtige wen
dingen tusschen de bergen, welke daardoor
het uitzicht belemmerden en aldus een nieu
we moeilijkheid bij de achtervolging vorm
den.
„Hier hebben wij ons leven in eigen han
den, lieve Jimmie," merkte Delia op, terwijl
zij de zware auto de korte bochten links en
rechts van den weg liet nemen. „Zooeven
hebben zij gestopt, om hun auto te reparee-
ren en als zij dit weer doen, zullen wij hen
bereikt hebben, vóór we het weten."
Haar onverstoorbare kalmte werkte aan
stekelijk. Barrett haalde zijn wapen uit het
beschermende omhulsel en was er verwon-
ten wilt. Zoolang je niet de kunst machtig
bent, een schietwapen te hanteeren, zal het
altijd iets stijgen en zul je hooger schieten,
dan het doel, waarop je aanlegt
Hij verwonderde zich over de koelbloe-
derd over, dat hij zijn zenuwen zoo goed in 1 digheid, waarmede zij deze onderrichtingen
bedwang had. Nu de crisis naderde, was hij gaf, terwijl zij ondertusschen de auto in roe
alleen bezorgd voor de veiligheid van zijn
gezellin. Als de mannen in de auto vóór hen
werkelijk laaghartige schurken waren en
er was nu alie reden, te gelooven, dat dit
werkelijk zoo was zouden zij waarschijn
lijk dadelijk schieten, als zij overvallen zou
den worden.
„Luister," drong hij aan; „je moet precies
doen wat ik je nu zeg. Als wij hen vinden,
terwijl zij onderweg opnieuw gestopt heb
ben en wij rennen onverwachts op hert in,
moet jij je in de auto omlaag laten zakken
en de kap van de auto zal je voldoende
tegen hun kogels beschermen. Zul je dat
doe
was het laconieke
Ik hoor wat je zegt,
antwoord.
„Maar zul je doen wat ik zég?"
„Zeker zal ik voor mij zelf zorgen."
„Nu een andere vraag," ging hij haastig
verder. „Ik weet niet veel van wapens af.
Moet ik eerst den haan overhalen, of gaat
het wapen af, ais ik den trekker overhaal?"
„Eerst de trekker," onderwees zij, zonder
haar oogen bok slechts een enkel oogenblik
van de bochtigen weg af te wénden „Het
is 'n dubbele beweging. En houd de revolver
laag beneden het doel, waarop je schie-
kclooze snelheid langs de bochten en wen
dingen tusschen de bergen liet voortrijden.
En ofschoon zij niet genoeg herwonnen, om
de eerste auto weer in het oog te krijgen,
slaakte Delia toch een zucht van verlichting,
toen zij bemerkte, dat aan den voet van een
heuvel de weg gekruist werd door een zacht
jes vloeiendcn stroom.
„Water!" zeide zij, terwijl zij de auto met
de voorwielen in den stroom liet stilhouden.
„Ik durf geen anderen heuvel te bestijgen,
zonder de tank gevuld te hebben. Als we de
bergen ingaan, zal er misschien geen water
te vinden zijn."
Barrett sprong uit de auto, wierp het zeil
doek van de tank en, terwijl hij haastig
voortwerkte onder haar bevelen, vulde hij
de tank met water. De gedwongen halte
du-jrde niet lang, maar toch kon elke minuut
rusten er toe leiden, dat de andere auto
meerderen voorsprong kreeg, waardoor de
zaak nog ingewikkelder zou kunnen wor
den.
„Een halve tank vol dat is genoeg," be
val zij en terwijl Barrett weer in den wagen
steeg, zette zij zich weer aan het stuur en
de race werd hervat.
Ongeveer driehonderd meters verder, te
genover het ravijn met de kreek, verliet de
auto den heuvelachtigen weg en begon d<
op den achtergrond liggende bergen te be
stijgen, waarlangs in de diepe ravijnen eert
dicht woud zich uitstrekte.
Barrett verwonderde er zich *)ver, waar
om zulk een goede weg in zoo a afgelegen
wildernis was aangelegd gewerden, maar
spoedig kon hij het antwoord datrop geven,
toen zij aan den voet van een helling over,
een uitgestrekte vlakte reden, waar een ge
deelte van het woud was weggehakt. Waar
schijnlijk was deze weg aangelegd geworden
om als afvoerkanaal voor een houthandel
maatschappij te dienen.
Delia, die onophoudelijk diep over hel
stuur gebogen zat, in haar groote zorg, om
de auto veilig langs de steile rotswanden,
welke zij passeerden, te sturen, sprak slechts
eens bij de gevaarvolle stijging en dat was,
om Barrett te vragen, hoe groot de afstand
naar de hut nog was naar zijn tneening.
„Dat kan ik niet zeggen," ant .voordde hij.
„Ik kan het slechts gissen naar de hoogte-
welke wij bereikt hebben. Het kan nu niet
veel verder meer ziiu."
(Wordt vervolgd,)