De geheimzinnige treinroof. MODERNE DANSWOEDE, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Woensdag 18 Februari 1925 Een nieuwe wedijver in maritieme bewapening? De nieuwe Pruisi sche regeering. De poiitieke mobilisatie der Fransche geestelijkheid. Een motie van MacDónald tegen de protectionistische houding der Brit- sche regeering verworpen. Onder de Radio-berichten: Het rapport over de Duitsche ontwape ning. De nieuwe Pruisische ministers. De begrafenis der slachtoffers van Dortmund. Duitsch-Roemeensche verwikkelingen. Gem. buiienl. berichten. De huldiging der Indië-vliegers. De salarissen van leeraren bij het M. O. De reorganisatie van da P. T. T.-dienst. De Rijwielbelastingmerken. De Tabakswet. De voorraad decoraties uitgeput Arbeidsbemiddeling voor Handelsreizigers. Aanbieding voordracht voor den Hoogen Raad aan de Koningin. Opheffing van hulpkantoren of. het Platteland. De Nederlandsche Bar~--M bedrijven. Roomschen op reis. FEUILLETON „Ook bij de aan Onze zorg toevertrouwde giloovigen wordt de degelijke, echt gods dienstige geest van weleer veeltijds vervan gen door een wuften, lichtzinnigen geest van zinnelijkheid en genotzucht." Zoo klonk de ernstige klacht van het Ge zamenlijk Nederlandsch Episcopaat in den Vastenbrief van het jaar 1924. Die wuftheid en lichtzinnigheid, door onze trouwe en zorgzame Herders met zooveel klem afgekeurd, toont zich niet het minst in die overdreven zucht naar dansvermake- lijkheden, die bij velen tot een ware dans woede, een dansmanie is uitgegroeid. Wij mogen en wij willen niet overdrijven. Op zich zelf is dansen niet verkeerd en in dien het zich dan ook zou beperken tot een enkelen, gezelligen avond, nu en dan, waarbij behoorlijk toezicht en goede keuze van club- genooten de schutsengelen vormen van eer en deugd, dan ware een waarschuwing ge lukkig overbodig. Maar de praktijk leert het anders. Wat openhartige en eerlijke jongelieden over den aard en omstandigheden van het hedendaagsche dansen, ook in besloten Roomsche clubs, mededeelen, dwingt en dringt tot dit droef getuigenis dat de dans door een onrustbarend percentage van jon gemannen en ook van jonge meisjes op schan delijke wijze wordt misbruikt tot zondige zinneprikkeling, tot een aanslag op de hei lige aeugd der kuischheid. Zoowel de gedurfdheid van sommige dan sen zelf, als de onvoldoende kleeding der danseressen en andere omstandigheden, als ook het veel te dikwijls en veel te lang zich overgeven aan dit gevaarlijk vermaak, zijn de voornaamste factoren, welke tot een krachtig tegengaan dezer moderne dans woede met haar heilloozen nasleep van zede lijke ellende, moeten dringen. En wie zijn op de allereerste plaats ver plicht, hier te waken en te weren Zij, die aan het opkomen en snel zich uit breidend kwaad de meeste schuld hebben. En aan wie is die groote, overgroote schuld? Aan de ouders, met hun veel te toegeef lijke, weèkelijke en ziekelijke opvoeding hunner kinderen. Er wordt als zwakke en laffe zelfverdedi ging geregeld gehoord De kinderen zijn niet meer als vroeger. De ouders hebben niet zooveel meer over de kinderen te zeggen. Doch, wat antwoorden daarop de gezamen lijke Bisschoppen in,hun Vastenmandement „Wij vragen wié is daarvan de schuld zoo niet de ouders, die de kinderen ^Idus tot hun verderf hebben opgevoed." Dat de blinde of kortzichtige, onervaren en onrijpe jeugd zich met onbezonnen on stuimigheid wil werpen in de hokkende ge nietingen der wereld, is natuurlijk niet te vergoelijken doch te begrijpen maar dat ouders, ook katholieke ouders en katholieke ouders uit families met de beste tradities, als ziende blind zich betoonen ten opzichte van de groote, zedelijke gevaren hunner kin deren, kan en mag niet anders dan be vreemding wekken en scherpe afkeuring. Zij kennen het kwaad, zij beseffen het ge vaar. Om een dubbele reden, én voor zich zelf én voor hun kinderen moesten zij inzien en door hun ernstig en kloek gedrag dit inzicht toonen en belijden dat die moderne, over dreven danszucht niet enkel een treurig teeken is van den wuften, lichtzinnigen geest, welke volgens het Bisschoppelijke vermaan ook in vele onzer katholieke families is bin nengeslopen, maar dat diezelfde dansmanie op hare beurt steeds verder vervoeren en ver leiden zal tot ontkerstening van huisgezin en maatschappij, tot vergetelheid van het hoe- gere, het eeuwige, het bovennatuurlijke, m.a.w. leiden zal tot het moderne paganisme of heidendom, hetwelk niets meer verstaan wil van St. Paulus' vermanend woord zoekt en smaakt de dingen, die boven zijn De wijze en krachtige ouder-wake moet daarom de rem zijn, welke de anders aldoor wilder voortstormende danswoede tegen houdt. En het allerminste, wat van de ouders gevraagd'moet worden, is toch zeker, dat zij zich verzetten tegen het helaas ook in roomsche kringen reeds doorgedrongen, dwaas en gevaarlijk misbruik der zooge naamde „kinderbals." Deze immers strooien en kv/eeken in de ontvankelijke harten onzer jeugd de heil- looze zaden en kiemen der op later leeftijd wild woekerende, schier niet meer uit te roeien danszucht. CASTO. De uitvoering van het j sers" zijn, 34 knoopen loopen en 30 cm. vlootverdrag van Was- kanonnen meevoeren. hington Een deskundige medewerker van de „Daily Express", die de toepassing van het Washing- tonsche verdrag tot beperking van be wapeningen, dat een tienjarige „holiday" op het gcoied van den vlootaanbouw ten doel had, aan scherpe critiek onderwerpt, komt tot de merkwaardige en verontrustende ge volgtrekking dat het, ofschoon ten aanzien van de groote slagschepen bepaalde beper kingend opleggend, toch prikkeling van den wedijver in den aanbouw van kruisers, tor pedojagers en duikbooten tot gevolg heeft gehad, zoo dat op het oogenblik door de vijf betrokken mogendheden reeds meer van deze soort oorlogsbodems worden gebouwd of zijn ontworpen dan in 1914 door zeven mogend heden werden gebouwd. Hij becijfert dat op het oogenblik, voor het Britsche Rijk, Ame rika,' japan, Frankrijk en Italië, 289 oor logschepen worden gebouwd of zijn ontwor pen, terwijl in 1914 voor de zeven grootste maritieme mogendheden 226 schepen van dezelfde klassen werden gebouwd. Deze 289 schepen zijn over de mogendheden als volgt verdeeld In aanbouw Britsche Rijk kruisers 4, torpedojagers 5, duikbooten 7 Amerika 2, 0, 9 Japan 5, 9, 11 Frankrijk 3, 16,. 13 Italië 2, 10, 4. Ontworpen Britsche Rijk 7 kruisers, 2 torpedojagers, 0 duikbooten Amerika 8, 10, 1 Japan 6, 17, 20 Frankrijk 6, 41, 47 Italië 2, 16, 16. De medewerker herinnert er nu aan, dat het vlootverdrag deze 287 schepen slechts raakt voorzooveel den omvang van de krui sers betreft, die niet meer dan 10.000 ton voeren grooter dan twintig centimeter, en wijst erop, dat de scheepsarchitecten nieuwe kruiserstypen hebben ontworpen, die welis waar beantwoorden aan de letter van het verdrag, doch veel geduchter oorlogsschepen Zijn dan alles wat tot nog toe onder den naam van kruiser bekend stond. „Wij gaan in werkelijkheid," zegt de schrijver, „het tijdperk van het „lichte slag schip" tegemoet." De discussies, die op het oogenblik in Frankrijk over zijn nieuwe oor logsschepen woraen gevoerd, zouden deze opvatting versterken. Frankrijk mag krachtens het verdrag van Washington in 1927 beginnen met den bouw Van oorlogsschepen tot een maximum inhoud van 35.000 ton. Terwijl nu werd gemeend dat de oorlogsschepen, die Frankrijk Zal bouwen, het maximum van 35.000 ton zouden berei ken, eischen de technici dat Frankrijk in 1927 twee scheoen zal bouwen, elk van 17.500 ton. Deze schepen zullen „slagkrui- Volgens den schrijver zal de bouw van deze schepen de beperking van kruisers tot 10.000 ton en 20 cm-kanonnen volkomen teniet doen, daar deze soort kruiser volkomen machteloos zal zijn tegeover den slagkruiser van 17.5000. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de andere landen eveneens tot den bouw van dergelijke schepen zullen moeten overgaan, waardoor de bewapeningswedijverin een nieuwe richting zal worden voortgezet. Volgfhs den schrijver is het doel thans, niet om de grootste schepen te bouwen, doch om het grootste aantal doeltreffende schepen te bouwen binnen de totaal tonnage, aan elk land toegestaan. Het einde der Pruisische crisis. Volgens het laatste bericht is dr. Marx er in geslaagd een minister voor Pruisen bijeen te brengen. Van al zijn schcone plannen van een algemeene arbeidsgemeenschap is niets gekomen. Zij ondergingen eenzelfde lot air die welke in het Rijk door dr. Marx beproefd werden. En hij heeft zich dus voorloopig moe ten bepalen tot een regeering steunend op de drie partijen van de coalitie van Weimar, met dien verstande echter, dat alleen het Cen trum en democraten als eigenlijke regeerings- partijen optreden en de sociaal-democraten slechts door een minister, die officieel zaken- minister (Fachminister) is, in het kabinet zullen zijn vertegenwoordigd. Het heeft eerst nog heel wat voeten in de aarde gehad om de socialisten tot deze zelfverloochening te bren gen. Maar ten slotte zijn ze dan toch gezwicht. Het behoud van hun partijgenoot Severing, als minister van binnenlandsche zaken, was hun toch ook wel wat waard, voor zoover ze nog mochten aarzelen om het engere partij belang achter te stellen bij het grootere belang van het behoud van een republikeinsche re geering in Pruisen. Overigens zal de nieuwe regeering, waar in twee democraten en een partijloos minis ter (van democratische huize echter, maar bijgestaan noor een staatssecretaris uit het centrum) zitting zullen nemen, overwegend katholiek zijn. En met deze middenregeeritlg, deze centrumregeering, schijnt dr. Marx het nu aan te durven, vermoedelijk in de ver wachting den ncodigen steun wel te zullen vinden, nu toch een zuiver rechts kabinet een onmogelijkheid is, omdat de rechtsche partij nog veel stérker in de minderheid zijn, dan zijn coalitie is, en het Centrum voor de recht sche verlokkingen doof blijft. Vermoedelijk zal dr. Marx heden zijn mi nisterie aan den Landdag voorstellen. De nationalistische be weging in Frankrijk. Er wordt te Parijs eenfge beteekenis ge hecht aan de besprekingen, die op het oogen blik tusschen Millerand en generaal de Cas- telnau worden gevoerd aangaande de eerste algemeene vergadering van de Nationale Katholieke Federatie, welke heden te Pa rijs begint, De beide leiders der nationalis tische beweging zijn druk bezig met de voorbereiding van de campagne voor de ge meenteraadsverkiezingen van dit jaar. Castelnau heeft in een algemeene verga dering de gedelegeerden ven alle 55 katho lieke diocesen in Frankrijk vereenigd met het doel de geheele geestelijkheid tot den laatsten pastoor op het platteland toe, te verplichten, aan den politieken strijd deel te nemen. Hij verklaarde dat de aldus geor ganiseerde katholieke strijdmacht stellig het huidige radicaal-socialistische regiem om ver zal werpen. Hij rekent er c£ de geloo- vigen buiten de partijen tot zich te trekken alleen onder de leuze van de verdediging der religieuze vrijheid en sociale orde, en verzekert dat deze clericale beweging noch fascistisch noch reactionair zal zijn. Nochtans herinnert de „Echo de Paris", het orgaan van generaal de Castelnau, er heden aan, dat dé fascistische beweging in Italië werd uitgelokt en zegevierde door de maatregelen die tegen de rijken en den eigen dom, welke na den oorlog door draconische fiscale maatregelen werden vervolgd, waren gericht. Het blad waarschuwt Herriot dat als hij niet geheel van de tegen het kapitaal ge richte maatregelen afziet, een dergelijke be weging in Frankrijk verwekken zal. Deze beweging is reeds bezig zich onder leiding van Millerand en de Castelnau te organiseeren. Vrijhandel en bescher ming in Engeland. In het Britsche Lagerhuis heeft MacDó nald, de leider van de Arbeiderspartij, Maandag een motie ingediend tegen de plan- nén van de regeering ter bescherming van de industrie. Een uitvoerig debat over de quaestie van vrijhandel en bescherming was hiervan het gevolg. Met nadruk betoogde MacDónald, dat de plannen van de regeering ten slotte zullen moeten leiden tot een alge meen stelsel van protectie. Ook Lloyd George verdedigde het stelsel van den vrij handel, dat eveneens naar zijn meening, door deze regeeringsplannen werd bedreigd, al Jkonden dan deze plannen de ware pro- tectionisten nog geenszins bevredigen, of beter wellicht juist daarom. Immers een maal op het hellend vlak, zou men steeds meer afglijden onder den druk der protectio- nisten. Ronduit erkende Lloyd George, dat men indertijd, èn tijdens den oorlog toen men maatregelen overlegde tegen de toekom stige concurrentie van de centralen èn daar na, toen men onfler den indruk van de valu ta-moeilijkheden elders tot de Safeguarding of industries Act toevlucht nam, zich had vergist. Tegenover zijn critici, van wie MacDónald er op wees, dat men de gevaren van een con currentie tengevolge van lagere arbeidsvoor waarden in het buitenland op betere wijze kon bestrijden door te streven naar een ver hooging dier 'arbeidsvoorwaarden, dan door een stelsel van bescherming als de regeering bedoelt, tegenover deze critiek verklaarde de premier Baldwin dat van protectionisme geen sprake was. De uitspraak van het land, dat zich tegen protectie en voor vrijhandel had verklaard, zou door hëm worden ge ëerbiedigd. Hij wilde niet meer en niets anders dan beveiliging van het Britsche i- - dustrieele belang tegen gevaren van buiten- gewonen aard. - Natuurlijk bleef in deze discussie Baldwin overwinnaar. Hij beschikt over de mannetjes. En de motie van MacDónald werd dan ook ten slotte met 335 tegen 146 stemmen vèr- woroen. Maar de waarschuwingen van de oppositie zullen nu toch misschien wel dit resultaat hebben, dat Baldwin voorzichtig zal zijn bij de toepassing van zijn plannendie volgens hem zelf trouwens volkomen on schuldig zijn, en ook even onschuldige be doeling hebben. De nood in West-Ierland. Tot veler verbazing heeft de regeerihg van den Zuid-Ierschen Vrijstaat naar uit de Engelsche bladen blijkt bij monde van den minister van Landbouw, den heer Hogan in de „Dail Eireann" verklaard, dat er, in strijd met de verspreide berichten, in het Westen van Ierland geen sprake is van ab- normalen nood. Hij heeft hieraan, aldus blijkt nader, nog toegevoegd, dat de toestand er zelfs eenigszins beter is dan in normale jaren. Hebben degenen, die in de pers sombere tafereelen van den toestand in het Westen hebben afgeschilderd, en zij, die in allerijl hulp- en steunacties hebben op touw gezet of heeft de minister gelijk Op deze vraag geeft de Dublinsche correspondent van de „Manchester Guardian" antwoord. Hij ver zekert op grond van eigen ervaring hij heeft het heele Westen van Ierland door- kruisd dat de nood, die er thans heerscht, verre dien van de laatste jaren overtreft, als gevolg van het feit dat zoowel de visch-vangst als de oogst is mislukt. Hij kan de uitlating van den minister dan ook alleen verklaren uit de zucht, die tegenwoordig allerwege in Ierland valt waar te nemen, de dagen, dat Ierland werd behandeld als een pauperstaat, intermittent afhankelijk van de rest van de wereld, als geëindigd te beschouwen. De correspondent voegt hieraan toe, dat dit een houding is, die de bewondering zal afdwingen van allen, die het goed met Ierland voorhebben, doch meent dat minister Hogan juister zou hebben gehandeld/ wanneer hij uitdrukkelijk had verklaard dat Ierland zich voortaan in slechte tijden zelf we! van het noodige .zal voorzien. HET RAPPORT DER MILITAIRE CONTROLE-COMMISSIE. Generaal Walch, het hoofd der, Fransche afdeeling van de intergeajlieerde militaire controle-commissie en generaal Wauchope het hoofd der Britsche afdeeling, zijn Maan dagavond van Berlijn naar Parijs vertrok ken ter overbrenging van het definitieve i rapport over de intergeallieerde algemeene inspectie. DE MIJNRAMP TE DORTMUND. De directie der mijn Minister Stein deelt mede, dat alle gevonden lijken zijn geiden- tificeerd. Volgens de bladen is tot dusver 750.000 mark bijeengebracht voor de nage laten betrekkingen der slachtoffers. De rijksregeering en het Pruisische ka binet hebben bepaald, dat bijde teraarde bestelling der slachtoffers van de mijnramp te Dortmund alle openbare gebouwen half stok zullen vlaggen. De Nederlandsche Bond in Duitschland heeft een deputatie naar de begrafenis afge vaardigd, die een krans met de Nederland sche kleuren op het graf zal neerleggen. EEN OPZIENBARE AANHOUDING. mogelijk te doen zijn, terwijl ook défilé en demonstraties iets ongekends in oas land beloven te worden. Het voorloopig programma luidt: a. Aankomst van de vliegeniers op Hout- rust. b. Défilé van alle takken van sport, waarna opstelling met banieren vo-orop in wijden kring om de plaats waar de feitelijke huldiging zal plaats hebben. c. Aankomst deelnemers aan den ster- rit-estafette met aan te bieden oorkonden. d. Uitreiking van de geschenken aan het driemanschap en aan den heer Fokker. e. Loslaten van ongeveer 3000 postduiven. f. Aankomst boven het terrein van een eskader (ongeveer 20) vliegtuigen uit Soes- terberg. g. Afmarsch van de défilé-desinerners, h. Aankomst boven het terrein van wa- De inspecteur-generaal dr. Schneider van tervliegtuigen van Schiphol, de Friedensgesellschaft te Hagen, is wegens j Demonstratie van verschillende takken landverraad gearresteerd, en wel naar aan- van spor[. leiding van een onlangs in het bezette gebied gehouden rede. (Dr. Schneider is lid der democratische partij en was tot voor korten tijd secretaris der afdeeling Westfalen van deze partij.) DE STEMMING' ONDER DE DUIT SCHE MIJNWERKERS. De vakbond van Duitsche christelijke mijnwekers heeft te Essen een conferentie gehouden van leden der bedrijfsraden en ver trouwensmannen. Er werd o.a. een resolutie aangenomen, welke gericht is tegen de, vollens de conferentie steeds meer en meer tot uiting komende willekeur van de onder nemers. Verwacht wordt van de regeering, dat zij de werkgevers zal dwingen bepaalde eischen tot loonsverhooging toe te staan. Dank werd gebracht voor den van alle zijden ontvangen finantieelen steun voor de gezinnen der slachtoffers van de jongste mijnramp, maar tevens werd verklaard, dat het niet mag blijven bij medelijden alleen voor de dooden en hun betrekkingen. Veel eer moet voldoening worden gegeven aan de wenschen der mijnwerkers voor behoorlijke loonen. De categorie, die het gevaarlijkste en moeilijkste werk verricht, mag op het ge bied van salarieering niet achtergesteld worden bij andere arbeiders of een deel van het corps ambtenaren. Ten slotte werd, teneinde dergelijke ram pen zooveel mogelijk te voorkomen, uit breiding van de bedrijfsradenwet en van de medezeggenschap der arbeiders van de re- geering verlangd. DE ITALIAANSCHE SENAAT VER DAAGD. De Italiaansche Senaat is voor onbepaalde tijd verdaagd wegens de ongesteldheid van Mussolini. JAURES' OVERBRENGING NAAR HET PANTHEON. Het overbrengen van het stoffelijk over schot van Jean Jaurès naar het Panthéon heeft in totaal 460.000 francs gekost. Er was een crediet van 650.000 fres. beschikbaar gesteld, dat dus niet geheel is aangesproken. Tot de hoogste posten behooren het ver voer van het overschot uit het departement du Tharn naar Parijs (65.000 frcs.), de de coratieve verfraaiingen en versieringen in het Kamergebouw en het Panthéon (96.034 frcs.), de praalkoets (45.000 frcs.), de over komst en het logies der mijnwerkers uit Carmaux, die als slippedragers fungeerden (13.014 frcs.). DE EX-SOCIALIST MILLERAND. Millerand, die in zijn jonge dagen een mili tant socialist was, maar in den loop der jaren langzaam maar zeker naar rechts is afgewend en thans als de grootste vijand van het socia lisme wordt beschouwd, was nog steeds sedert 1893 reeds lid van de vereeniging van socialistische dagbladschrijvers. De jaar vergadering der vereeniging heeft thans hier aan een einde gemaakt door met groote meer derheid „den ex-socialist Millerand, die se dert dertig jaar niet opgehouden heeft zijn snel op elkaar volgende opvattingen te ver raden", van de ledenlijst te schrappen. Emile Buré van de „Éclair" onderging het zelfde lot. FLOYD COLLIUS OVERLEDEk Volgens een draadloos bericht zijn de po gingen om den geoloog Floyd Collins, die zooals men weet te Cave City, in Kentucky, bedolven werd, te redden, niet met succes bekroond. Floyd Collins bleek, toen men hem vond, reeds overleden. Dit droeve bericht toont dat de boosaar dige vermoedens, die zijn geuit, alsof heel het reddingswerk voor den levend begravene slechts comedie was en men te doen had met een filmopneming of bioscoopreclame on juist zijn geweest. Het défié en de demonstratie. Zaterdag j.l. had in een der zalen van Riche te 's-Gravenhage een vergadering plaats van het regelingscomité voor défilé en demonstratie op Houtrust roet de door de bonden aangewezen leiders. Kapitein de Jong, voorzitter van dit co mité, constateerde tot zijn leedwezen, dat vele bonden geen afgevaardigde hadden gezonden, ja, dat zelfs eenige bonden geen antwoord hadden gezonden op de hun toe gezonden circulaire. Aanwezig waren ver tegenwoordigers voor de rijsport, autosport, la v.n tennis, gymnastiek, kaatssport, golf- De voorzitter deelde mede, dat aan alle deelnemende vereenigingen als herinnering een speciaal door de firma Begeer vervaar digde medaille zal worden uitgereikt. Waar de tijd van voorbereiding kort is, moet het regelingscomité er bij de bonden op aandringen uiterlijk binnen 3 weken na deze publicatie aan het secretariaat, Re- gentesselaan 117, den Haag, een opgave te verstrekken van het aantal deelnemers voor 't défilé en voor de^ demoestraties, zoomede opgave van den tijd, door de vereenigingen noodig geacht voor de uitvoering van even- tueele demonstraties. Het Tweede Kamerlid mr. Oud heeft tot den min. van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen de volgende vragen gericht: Is het juist, dat de bepalingen der salaris- regeling voor de leeraren bij het middel baar onderwijs, volgens welke de leeraren, die gedurende vier achtereenvolgende jaren een verschillend aantal lesuren hebben gegeven, niet mogen worden bezoldigd naar een lager aantal uren dan dat van het jaar, waarin dit aantal het kleinst was, niet wor den toegepast voor de tijdelijke leeraren, die op 31 Augustus 1923 in dienst waren? Zoo ja, is dit dan niet in strijd met de overgangsbepaling van het K. B. van 25 Mei 1924 en met de verklaring, door den minister afgelegd in de vergadering der Tweede Kamer van 15 Juni 1923, dat geen der in dienst Zijnde leeraren in salaris achteruit zou gaan? In de Dinsdag gehouden Tweede Kamér zitting is de motie-De Boer, welke de vorige week in de Kamer aan de orde is geweest, doch waarover de beslissing in verband met de interpellatie-Oud was aangehouden, in stemming gekomen. Tijdens de beraadsla gingen was de motie door den voorsteller eenigszins gewijzigd, zoodat zij thans als volgt luidt: „De Kamer, van oordeel, dat de dienst van Post, Telegraaf en Telefonie op het Platteland, toepassing behoort te vinden naar redelijken eisch, noodigt den Minister uit de voorgenomen opheffing van onderscheiden hulppostkan- loren te bespreken, en gaat over tot' de orde van den dag." De motie werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De opbrengst gaat achteruit. Naar het Vad. verneemt, zijn van 1 December 1924 tot 1 Januari 1925 voor 1,866,888 gulden rijwielplaatjes verkocht, dus voor 622,296 rijwielen. Vap Januari tot 1 Februari bedioeg dit bedrag 2,417,670 gulden of voor 805,890 rijwielen. In totaal zijn dus 1,428,186 rijwielen be last voor een bedrag van 4,284,558 gulden. Men zal zich herinneren, dat de minister van Financiën, bij de invoering van deze nieuwe belasting, de opbrengst heeft ge raamd voor een geheel jaar op 3 millioen gulden. In Augustus. 1924 begon de verkoop van de rijwielbelastingplaatjes voor 1924. Tot 1 October is toen verkocht voor een bedrag van 5,233,008 gulden, zoodat het aan tal rijwielen 1,744,336 bedroeg. Men vraagt zich af, hoe het komt, dat thans 316,150 rijwielen minder aangegeven zijn dan verleden jaar, toen de belasting over slechts 5 maanden liep. Een veronder stelling, die het meest voor de hand ligt is, dat vele eigenaren van rijwielen wachten met het koopen van een plaatje tot het voorjaar. Immers het is niet aan te nemen, dat opeens zooveel rijwielen zijn opgeruimd en niet door nieuwe vervangen. Of zou er misschien minder scherp worden toegezien of alle rijwielen wel een plaatje hebben? Aan den Minister van Financiën is het volgende adres gezonden: Geven met .verschuldigden eerbied te kennen P J. Mol te Utrecht en P. J. M. Luyke te Rotterdam, resp. voorzitter en secretaris van den Nationalen Hanzebond van Sigarenwinkeliers; gezien den huldigen toestand in den klein handel v#n tabaksfabrikanten tengevolge van de mindere koopkracht van het publiek, 'waardoor zeer vele sigarenwinkeliers niet in staat zullen zijn voor 1 April zonder be langrijke financieele offers hun voorraad sigaretten en tabak (vóór 1 Januari geban- derolleerd) te ruimen; daarbij tevens rekening houdend met den aanzienlijken concurrentie-strijd en de fi nancieele onmogelijkheid van velen om den eventueel na te vorderen accijns niet of met en boogschutters, welke allen deelneming in groote opoffering te kunnen voldoen; grooten getale toezegden. verzoeken Uwe Excellentie beleefd den Uit de besprekingen mocht worden ofte- i termijn, gedurende welke genoemde tabaks- maakt, dat overal in den lande hard ge- fabrikaten met oude banderollen mogen wor- werkt wordt oin de huldiging zoo grootsch den verkocht, van 1 April tot 1 Juli te willen verlengen daar juist in de voorjaai periode de meeste sigaretten worden ver kocht. In de memorie van antwoord op het voor loopig verslag over het tweede hoofdstuk der Staatsbegrooting 1925, zegt de minis ter van Financiën dat in 1924 een laag be drag voor decoraties kon worden aange vraagd, omdat nog een aantal decoratiën in voorraad was, welke met meer aan Ne derlanders werden verstrekt. Deze voor-" raad is thans echter uitgeput. Het aange vraagde bedrag blijft echter nog aanmerke lijk beneden de sommen, in vorige jaren uitgegeven. De Minister van Arbeid. Handel en Nij verheid heeft voor het tijdvak 16 Februari 19251 Juni 1927, benoemd tot lid der commissie van advies voor arbeidsbemidde ling voor handelsreizigers, bedoeld in het Kon. besluit van 23 Januari 1918, de heer J. Vermeulen, secretaris van de Nationale Vakgroep van Handelsreizigers in de Neder landsche Vereeniging van Christelijke Kan toor- en Handelsbedienden, te Rotterdam H.M. de Koningin heeft. Dinsdagochtend ten 113» ure ten Koninklijke Paleize met het gebruikelijke ceremonieel, ontvangen de commissie uit de Tweede Kamer, aangewe zen om H.M. de voordracht aan te bieden, door de Kamer opgemaakt, voor de benoe ming van een lid van den Hoogen Raad. De commissie bestond uit de leden de Monté Verloren, ir. Bontfaerts. mej. Wester man, Tilanus, Ebels, ir. Fruytier en mr. Ger ritsen. De heer Duys, die mede tot lid der com missie was aangewezen, heeft zich wegens ongesteldheid laten verontschuldigen. De Tweede Kamer heeft Dinsdagmiddag z. h s. aangenomen de motie-de Boer lui dende: De Kamer, van oordeel, dat de dienst van Post, Telegraaf en Telefonie op het platte land, toepassing behoort te vinden naar re delijken eisch. noodigt den Minister uit de voorgenomen opheffing van onderscheiden hulppostkantoren te beperken, cn gaat over tot de orde van den dag. Volgens een bericht uit Berlijn zouden twee leden van de trustee-maatschappij, die de zaken van het Barmat-concern beheerscht, zich naar Nederland hebben begeven, om de activa, die zij daar zouden vinden, te trach ten te realiseeren, om de Barmat-bedrijven in Duitschland, voor zoover mogelijk, verder te financieren. Bij informatie vernam het Persbureau V. D. dat inderdaad twee leden van de „Treuhand-Gesellschafft" nJ. de heeren dr. Kohlen en Mueller sinds eenige dagen te Amsterdam vertoefd hebben. Dr. K. is inmiddels weer naar Berlijn teruggekeerd. Aan het Bureau werd medegedeeld dat door beide heeren wel een onderzoek naar de activa van het Barmat-concern in Neder- laud is ingesteld, maar met stelligheid werd verzekerd, dat het allerminst in de bedoeling ligt van de trustee-maatschappij, om ook maar eenige Barmat-bedrijf in Nederland te liquideeren. Integendeel de Barmat-bedrijven in Ne derland zullen op den ouden voet worden voortgezet. De op 16 Maart 1924 opgerichte vereeni ging ten doel hebbende het onder Katho lieken organiseeren voor vacantie-reizen en excursies, hield Zondag j.l. in Hotel de Roode Leeuw te Amsterdam haar eerste jaarverga dering. De vergadering werd bijgewoond door af gevaardigden van elf afdeelingen. In zijn openingswoord kon de voorzitter, de heer B. Stumpel wijzen op het feit dal naast de bestaande afdeelingen in voorbe reiding waren de stichting der afdeelingen) Nijmegen, Leeuwarden en Breda. Het jaarverslag van de secretaresse Me juffrouw Annie Everling maakte o. m. mel ding van het feit dat in ht afgeloopen jaar 5 groote buitenlandsche reizen met goed suc ces uitgevoerd zijn. Het ledental steeg van 67 bij de «tichti g van den bond tot 1593 op 1 Februari 1.1. In de afdeelingen, thans 11 in getal, heerscht een opgewekt vereenigingsleven. Besloten werd, op grond van het feit, het orgaan der Christelijke Reisvereeniging, dat eerder ah het onze werd opgericht, ook „Ons Reisblad" heet, werd besloten de naam van het orgaan te veranderen en te noemen „Ons Roomsche Reisblad" In de middagvergadering kw3tnen de in gediende voorstellen in behandeling. Een door de afdeeling den Haag ingediend voor stel dat afdeelingen behalve excursies ook grootere reizen kunnen uitschrijven, werd verworpen. Besloten werd dat het Hoofdbestuur vóót het nemen van ingrijpende beslissingen ad vies kan inwinnen, en zooveel mogelijk zal inwinnen van een in het leven te roepen raad van afdeelingsvoorzitters. Een motie den Haag strekkend tot annulee ring van een door het Hoofdbestuur aange gaan contract voor de regeling van buiten landsche reizen werd met 68 tegen 48 stem men verworpen. De_ dag werd besloten met een gemeen schappelijken maaltijd en een soiree aai geboden door de afdeeling Amsterdam. Vrij naar het Engelsch. dan: „Lieve Delia, ik gelijk veel op den man, die in het midden van den grooten weg een schitterend juweel vond en niet bemerkte wat het was, alvorens een wonder hem de ocgen deed opengaan. Als dat verschrikke lijke met het geld van de bank niet gebeurd was, zöu ik nooit geweten hebben, welk een schitterend juweel ik gekregen had." „O, dank je!" zeide zij met een gedwon gen lachje, dat echter meer sporen van li chamelijke vermoeidheid liet zien. En even later: „Ik denk niet, dat een van ons beiden ooit onzen trouwdag zal vergeten, hè? „ïk hoop, dat ik er meteen voor gestraft zal worden, als ik dat ooit zou doen," Dan ging zij peinzend verder: „Wij weten niet, hoe dit avontuur zal eindigen, maar toch hebben wij reeds een mooien tijd mee gemaakt sinds van morgen en o lieve! Ik 27 „Ik moest mij eigenlijk schamen, dat ik mijn opvoeding omtrent auto's zoo ver waarloosd heb," zei hij, „maar ik weet er niet het minste van, Hoe regel je het vuur en het water in den ketel?" „Dat weet ik niet. Dat regelt zich auto matisch. De eènigste zorg, welke ik heb, is het vullen van de tank met water. Als we geen kreek bereiken, wanneer wij aan den berg komen, zullen we watergebrek krij- zal je nooit meer van lafheid verdenken! gen." „Ik hoop het!" zei hij, terwijl hij haar in 1 zijn armen sloot en voor een oogenblik wa ren de opwindende jacht, de slecht verlichte omgeving en alles, wat het volgende uur zou kunnen brengen, geheel vergeten. De jonge vrouw verbrak het eerst dit ver rukkelijk samenzijn. „Luister!" zeide zij, zich vlug losmakend, „Is dat niet het geronk van hun motor?" Het was werkelijk zoo. De auto vóór hen was weer in beweging gekomen en de roode stip werd kleiner. Met bekwaamheid bracht Delia de „Stephenson" tot groote snelheid. Ook Barrett was weer geheel waakzaam ge worden en hield zijn blikken onafgewend „Waarom kocht je eigenlijk een stoom- auto?" 1) informeerde hij. „Omdat ik deze soort auto's veel gestuurd heb en ik het gebruik er van ken. De auto vóór ons is een groote Stanhard en je weet, hoe vlug je er mee kunt rijden, Maar deze auto kan de andere vijfhonderd meters voor sprong geven en haalt haar in de volgende vijfhonderd meters dan toch in. Daarom meen ik zoo het beste gehandeld te hebben." „Jou verstandig vrouwtje," prees hij. En 1) Een stoomauto wordt vooral in Ame rika gebruikt. VerL gericht op het kleine sein, dat nu dreigde, geheel te verdwijnen. „Wat meer snelheid!" drong hij aan. „Zij verdwijnen uit het gezicht!" De vermeerderde snelheid werd_ juist ont- j wikkcld, doch op het oogajiblik, dat de achterstand ingehaald scheen te worden, i verdween het roode licht plotseling. „Wat is dat?" vroeg Barrett. „We zullen het dadelijk weten,' was het besliste antwoord en de vlugge „Stephen son" reed op volle kracht in de grootste snelheid naar het punt, waar het seinlicht was verdwenen, TWAALFDE HOOFDSTUK Rood bloed. De oorzaak van het verdwijnen van het roode licht vertoonde zich zoo spoedig als do stoomauto de plek bereikte, waar zij het glimmende kleine lichtje het laatst gezien hadden. De weg, welke nu goed zichtbaar was bij het meer helder geworden maan licht, ging namelijk over in bochtige wen dingen tusschen de bergen, welke daardoor het uitzicht belemmerden en aldus een nieu we moeilijkheid bij de achtervolging vorm den. „Hier hebben wij ons leven in eigen han den, lieve Jimmie," merkte Delia op, terwijl zij de zware auto de korte bochten links en rechts van den weg liet nemen. „Zooeven hebben zij gestopt, om hun auto te reparee- ren en als zij dit weer doen, zullen wij hen bereikt hebben, vóór we het weten." Haar onverstoorbare kalmte werkte aan stekelijk. Barrett haalde zijn wapen uit het beschermende omhulsel en was er verwon- ten wilt. Zoolang je niet de kunst machtig bent, een schietwapen te hanteeren, zal het altijd iets stijgen en zul je hooger schieten, dan het doel, waarop je aanlegt Hij verwonderde zich over de koelbloe- derd over, dat hij zijn zenuwen zoo goed in 1 digheid, waarmede zij deze onderrichtingen bedwang had. Nu de crisis naderde, was hij gaf, terwijl zij ondertusschen de auto in roe alleen bezorgd voor de veiligheid van zijn gezellin. Als de mannen in de auto vóór hen werkelijk laaghartige schurken waren en er was nu alie reden, te gelooven, dat dit werkelijk zoo was zouden zij waarschijn lijk dadelijk schieten, als zij overvallen zou den worden. „Luister," drong hij aan; „je moet precies doen wat ik je nu zeg. Als wij hen vinden, terwijl zij onderweg opnieuw gestopt heb ben en wij rennen onverwachts op hert in, moet jij je in de auto omlaag laten zakken en de kap van de auto zal je voldoende tegen hun kogels beschermen. Zul je dat doe was het laconieke Ik hoor wat je zegt, antwoord. „Maar zul je doen wat ik zég?" „Zeker zal ik voor mij zelf zorgen." „Nu een andere vraag," ging hij haastig verder. „Ik weet niet veel van wapens af. Moet ik eerst den haan overhalen, of gaat het wapen af, ais ik den trekker overhaal?" „Eerst de trekker," onderwees zij, zonder haar oogen bok slechts een enkel oogenblik van de bochtigen weg af te wénden „Het is 'n dubbele beweging. En houd de revolver laag beneden het doel, waarop je schie- kclooze snelheid langs de bochten en wen dingen tusschen de bergen liet voortrijden. En ofschoon zij niet genoeg herwonnen, om de eerste auto weer in het oog te krijgen, slaakte Delia toch een zucht van verlichting, toen zij bemerkte, dat aan den voet van een heuvel de weg gekruist werd door een zacht jes vloeiendcn stroom. „Water!" zeide zij, terwijl zij de auto met de voorwielen in den stroom liet stilhouden. „Ik durf geen anderen heuvel te bestijgen, zonder de tank gevuld te hebben. Als we de bergen ingaan, zal er misschien geen water te vinden zijn." Barrett sprong uit de auto, wierp het zeil doek van de tank en, terwijl hij haastig voortwerkte onder haar bevelen, vulde hij de tank met water. De gedwongen halte du-jrde niet lang, maar toch kon elke minuut rusten er toe leiden, dat de andere auto meerderen voorsprong kreeg, waardoor de zaak nog ingewikkelder zou kunnen wor den. „Een halve tank vol dat is genoeg," be val zij en terwijl Barrett weer in den wagen steeg, zette zij zich weer aan het stuur en de race werd hervat. Ongeveer driehonderd meters verder, te genover het ravijn met de kreek, verliet de auto den heuvelachtigen weg en begon d< op den achtergrond liggende bergen te be stijgen, waarlangs in de diepe ravijnen eert dicht woud zich uitstrekte. Barrett verwonderde er zich *)ver, waar om zulk een goede weg in zoo a afgelegen wildernis was aangelegd gewerden, maar spoedig kon hij het antwoord datrop geven, toen zij aan den voet van een helling over, een uitgestrekte vlakte reden, waar een ge deelte van het woud was weggehakt. Waar schijnlijk was deze weg aangelegd geworden om als afvoerkanaal voor een houthandel maatschappij te dienen. Delia, die onophoudelijk diep over hel stuur gebogen zat, in haar groote zorg, om de auto veilig langs de steile rotswanden, welke zij passeerden, te sturen, sprak slechts eens bij de gevaarvolle stijging en dat was, om Barrett te vragen, hoe groot de afstand naar de hut nog was naar zijn tneening. „Dat kan ik niet zeggen," ant .voordde hij. „Ik kan het slechts gissen naar de hoogte- welke wij bereikt hebben. Het kan nu niet veel verder meer ziiu." (Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5