f3000.- geschiktheid tot werkenf750.- dooöelijken afloop, f 250*een voet of een oog; f f20»H duim of wijsvinger; f50- ars Dit nummer bestaat uit 20 geil ustreerd waaronder het in acht bladzijden. Leekepresken. f40- AI!eeia~ Zaterdag 21 Februari 1925 48ste Jaargang No. 15974 Advertentiën 35 cents per regel. Komt er tijdens de Bloemententoon stelling een tramconfiict? R.-K. Damclub „Ons Genoegen". Feestavond „St. Marcus". Alliance Francaise. DE GRENSREGELING VAN HAARLEM. Een wetsontwerp spoedig te verwachten? Uitvoering Patronaat O. L. Vr. Rozenkrans. onze „Edison Phonograph 1S22" eens beluisteren vertegenwoordiger der New. Edison Pbonograpf. Ook voor Piano's en Orgels eenigst adres bij: N. V. I®. v. OOIJ „St. Raphaël", afdeeling St. Augustimis. Het Pensioenreglement. Causerie R.-K. Relsvereenigitig. MUZIEK. „Zang en Vriendschap". Herwonnen Levenskracht." Telegraphisch Weerbericht. Haarlemsche Voetbalbond. De abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen: Per week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 (3 lijnen) Postrekening No 5970. Bij contract belangrijke korting. Advertentien tusscben den tekst als ingezonden mededeeiing 60 ct, per regel op de ls Pagina's 75 ct. per regel. Vraag- en aanbod-ad vera tentiën 14 regel 60 ct. per plaat sing: elke regel meer 15 ct., bij vooruitbetaling. bij een breuk van arm; bij verlies van een andere vinger. 78. ONMISBAARHEID. Er is dezer dagen een bekend man uit het openbare leven terug getreden, een man wiens naam meer dan dertig jaren aan alle Nederlanders Bekend is geweest. Wij bedoe len den leider der sociaal-democraten, IroeF stra. Nog levendig staat hij in onzen geest, zooals wij hem in zijn besten tijd, dat wil zeggen in dien van zijn lichamelijke kracht, op de groote volksmeetings in Amsterdam aan troffen, met drie, vierduizend menschen on der zijn gehoor. Er werd steeds voor ge zorgd, dat hij een uitgebreide ruimte rondom zich vrij had; want hij sprak niet alleen, hij acteerde ook. Hij moest vooruit kunnen schieten als een pijl uit een boog, onstuimig links en rechts en achterwaarts kunnen uit en terugvallen. En als hij de lange, lenige fi guur met de saterskop, waaraan de groote, gekromde neus zooveel expressie gaf, over de leuning van zijn spreektribune voorover hoog, de handen, met vingers als haken, voor aet publiek liet bewegen, de massa ais het ware tot zich trekkend, dan leek die opbou wer van het socialisme in Nederland meer demon dan mensch. Nu nog, twintig en meer jaren later, staat die geweldige volksredenaar in levende lijve ons voor oogen. Wie in hec iocialisme een groot godsdienstig en maat schappelijk gevaar ziet, zooals wij, bekijkt deze figuur zelfs in de herinnering van het verleden, niet met vriendelijke oogen. Maar wie de kracht en de macht van zulk een mensch in diens sterke jaren gepeild heeft, kan zich de verslagenheid en den weemoed voorstellen van degenen, die zich de geeste lijke kinderen rekenen van zulk een reus. Daarom hebben wij met belangstelling ge volgd, wat de socialisten zelf en vooral zij, die eens aan de voelen van den rooden leer meester als leerlingen hebben gezeten, over het vergaan van deze grootheid te zeggen hadden. Wat ons het meest getroffen heeft, zijn deze zinnen geweest in een schriftelijke lofrede aan den vooravond van het eerste roode congres zonder Troelstra: laten wij elkander op dit oogen- bllk goed zeggen, dat wij Troelstra's schei den alléén tot een grootsche hulde kun nen maken door hem manmoedig te zeg den, dat wij hem missen kunnen. Dat de afsluiting van zijn leiderschap ook de eind paal zou zijn van de glorie onzer partij, ware geen loffelijk paspoort voor een man, die geVerkt heeft voor de toekomst al léén. Integendeel, zijn hoogste lof is ons aller gevoel, dat zijn heengaan ons de blij^ moedigheid, niet den moed rooft op dit congres. Wij verliezen herder n< ch 'oogd, wèl den allcreersten kameraad. Zijn gemis maakt ons verslagen, maar het verslaat ons niet. Hij wil van ons wèg aaar het verleden, maar wij zullen hem me te nemen de toekomst in!" Het staat in deze ruFriek niet aan ons ter beoordeeling in hoeverre het hier gegeven beeld juist is; in hoeverre de Nederlandsche «ociaal-democratie van Troelstra's heengaan te lijden zal hebben. Wij willen deze woor den slechts nemen als aanleiding om iets te zeggen over onmisbaarheid van personen. Is het waar, wat hier van den leider der Ne derlandsche socialisten gezegd wordt, dan is dit zeker de hoogste lof, welken zijn vereer ders hem kbnden toezwaaien. Dat woord onmisbaarheid wordt maar al te vaak geheel verkeerd gebruikt, 't Is ver klaarbaar, dat aan het graf van een vader of een moeder van een groot gezin, die in de kracht der jaren wordt weggerukt, getreurd wordt over wat men menschelijkerwijze een ontijdigen dood noemt en dat men den ge storvene onmisbaar en onvervangbaar noemt jp zijn of haar plaats. Een vast geloof in de alles beschikkende Voorzienigheid moest zul ke woorden terughouden; maar zij zijn ver klaarbaar in oogenblikken, waarin de geest door de droefheid beneveld is. Dwazer is het bouwen op bepa^'L; perso nen met meer dan gewone capaciteiten. Dat iemand tracht zich „onmisbaar" te maken is van een persoonlijk standpunt uit be schouwd, verklaarbaar en begrijpelijk. Maar wie zich regelt naar die onmisbaarheid doet even dom als hij, die meenen zou den dood te kunnen ontloopen. De broosheid van het leven moet altijd een waarschuwing zijn om zich zóó in te richten, dat de dood niet en kel ons zelf in onzen eigen persoon maar ook niet in die van anderen verrast. Het is licht- cinnig zich zóó aan een ander vast te klam pen, als ware deze onsterfelijk of de ster- venskans uit onze berekeningen weg te cijfe ren. Hoe toont iedere dag opnieuw de dom heid van zulke redeneeringen. De levensver zekeringsmaatschappijen kunnen ontroerende drama's publiceeren van menschen, die zich wel wilden verzekeren, maar in den onge- schokten bloei eener heerlijke gezondheid uitstelden van den eenen dag in den ande ren. Totdat de weduwe zich de haren uit het hoofd trekt. En wat geldt voor den financi- eelen waarborg, geldt evenzeer voor alles, wat op de „onsterfelijkheid" van een onmis- I baar gewaand persoon gebouwd is. I Spreekt deze waarheid echter al heel ge makkelijk tot het gezond verstand, minder is dit het geval met dezen stelregel, dat het in vele gevallen onverantwoordelijk kan zijn zich zelf onmisbaar te maken Hoe grooter en zwaarder de taak is, welke op iemands ichpuders is gelegd, hoe dwingender ook zijn plicht om aan den tijd te denken, waarin hij er niet meer zal zijn. Het wordt wel eens als de hoogste lof beschouwd, wanneer men aan 't graf van een grooten doode verkondigt: mei hem is alles heengegaan; zijn levenswerk moet met hem verdwijnen; zonder hem ont valt den achterblijvenden alles. En in den roem, die om de nagedachtenis van zulke leiders, organisators of energieke werkers wordt geweven, wordt al te gemakkelijk ver geten, dat die lof heel w"at verwijten kan be vatten. Immers, wie niet voor eigen eer of voordeel werkt, maar. zijn levensarbeid vruchtdragend voor anderen wil maken, wie dus in en door zijn arbeid over het graf wil heengrijpen, die moet zóó bouwen, zóó orga- niseeren, zóó leiden, dat, hoe langer hij leeft, hoe steviger zijn maaksel wordt, ste vig, dat wil zeggen, zelfstandig. Het gaat daarmee als met de opvoeding: het best slaagt hij, die tot zijn volwassen pupil kan zeggen: nu hebt ge mij niet meer noodig; gij kunt op eigen beenen staan Het schitterendste voorbeeld van een vol maakte organisatie is voor ons altijd de Roomsche kerk. Welke groote figuren hebben wij, levend geslacht, sinds Pius IX, al niet in haar leiding zien verschijnen. Maar of een Leo XIII, de bouwer naar buiten, of een pius X, de reformator naar binnen, viel, de Kerk bleef in haar organisatie ongeschokt voort bestaan. Dat is 't voorbeeld voor ieder, het zij zijn levenstaak bescheiden of verheven, eenvoudig of omvangrijk is. Angst voor den dood mag nooit tot slapheid of neerslachtig heid voeren; maar de zekerheid van het ein de van alle leven moet altijd de verantwoor delijkheid doen gevoelen om zóó zijn leven in te richten, dal, wanneer de ruit breekt,, de overblijvenden niet hulpeloos bij de scherven zitten. Onmisbaarheid mag niet anders zijn dan een vleiende term; in werkelijken zin is ze meer blaam dan lof, want niemand mag zich onmisbaar maken, wanneer hij ook niet de zekerheid van, zijn voortbestaan kan waar borgen. En die zekerheid kan niemand ge ven, nog niet voor ééne minuut. HOMO SAPIENS. „Het Weekblad" der Ned. Vereen, schrijft over deze aangelegenheid „Zelfs al heel luid mompelen zij, (het gaat over het ontevreden tramweg personeel), als de Bloemententoonstelling wordt geopend moeten wij maar eens knokken, want zij redeneeren zoo, de N. Z. H. gebruikt altijd advocatenslimmigheidjes, en niet alleen tegen ons, maar tegen al de organen in onze Haar- lemsche samenleving, want alles spreekt hier van „die trem". Het personeel voelt bij intuïtie, dat zijn positie in gevaar is, dat het met de populari teit van de tram uit is. Dat de maatschappij niet zal blijven exploiteeren als er geld bij moet, en dat zij de eerste slachtoffers zijn van1 de tram-chaos die zich bezig is in Haar lem te voltrekken. Het personeel, waarvan de Directie meent dat het nog vreeselijk dom is, voelt alle ver schijnselen in slechten zin de tram rakende, en ook wel andere, voor zoover als het dan nog werkelijk dom is, instinctmatig. Dat b.v. het rekensommetje van Treub, en overgeno men volledig door den heer Burgersdijk, niet opgaat, weten zij allang, al zijn er onge lukkig genoeg ook een paar door dat reken- rekensommetje in slaap gesust. Boter bij de visch is nu hun rekensom. Niet wachten tot de zomer voorbij is, als de tentoonstelling is afgeloopen, als de zee niet meer trekt, en als de N.Z.H. weet welke por fier aangesteld is aan het Departement van Waterstaat. Hooger loon, de achturige werkdag en vooral de eenmanswagen weg, want de een- manswagen is de rottende en etterende won de in het Haarlemsche trambedrijf en zal de oorzaak zijn, dat hier een bloeiend autobus- verkeer zal ontstaan, maar dat voor het per soneel de ondergang zal zijn." Gisteravond had in een der zalen van ge bouw „St. Bavo" aan de Smedestraat een vergadering plaats van de pasopgerichte R.K. Damclub „Ons Genoegen". De waarnemende Voorzitter de heer R. Panne keet heette de aanwezigen van harte welkom en hoopte dat nog meer personen zich voor het lidmaatschap der nieuwe ver- eeniging zouden opgeven. Vervolgens werd het concept statuten en Huishoudelijk reglement door de vergade ring zonder enkele op- of aanmerking goed gekeurd. In het nieuwe bestuur dat hierna gekozen werd hebben zitting de heeren N. R. v. d. Berg, voorzitter L. C. Stevens, Joh. Jelgersma, C. Stijnman en N. B. van Gastele bestuursleden. Tot afgevaardigden voor de vergaderingen van den Ned. R.K. Dambond werden be noemd de heeren N. R, v. d. Berg, L. C. Stevens, M. v. d. Pavert en C. Stijnman. Na nóg enkele mededeelingen sloot de heer Panne keet deze prettige vergadering met den Christelijke groet. Woensdag 25 Februari a.s. houdt het Dis trict Haarlem van den Nederl. R.-K. Dam bond een algemeene vergadering in het R.-K. Vereenigingsgebouw te Heemstede des avonds half 8. Op de agenda staan o.a. vermeld, bespreking returnmatch tegen West Fries land, voorstel. Bestuur-inlassing R.-K. Dam club „Ons Genoegen", in de loopende com petitie met 2 tientallen. Donderdag vierde de R.-K. Vereeniging van Groenten, aardappelen en Fruithande laars „St. Marcus" haar jaarfeest in ge bouw „St. Bavo". Wegens ziekte van den voorzitter, den heer Van Kessel, opende de 2e voorzitter, de heer Bakkenhoven, den feestavond met den christelijken groet en sprak een woord van welkom. Tevens spoorde spreker de le den aan om trouw ter vergadering te komen en bij te voeren acties achter het bestuur te staan. Het muziekgezelschap „De Krekel"en de heer G. de Vos, humorist, die mede werking verleenden, hadden spoedig een aan gename stemming onder de aanwezigen gebracht. Waar de heer de Vos op zich genomen had, het publiek te laten lachen, heeft hij zich schitterend van zijn taak gekweten. Er is gegierd. De heer Bertholié die eemge solonummers ten beste gaf, oogstte veel succes. Een drietal verlotingen om zeer mooie prijzen viel zeer in den smaak. Alles bij elkaargenomen, is het een zeer geslaagde avond geworden en kan de feest commissie met trots op haar werk neerzien. „St. Marcus" heeft op waardige wijze feest gevierd. Overdenkingen in het park van Versailles! De Conferencier, M, André le Breton, die Vrijdagavond voor de Alliance Frarigaise optrad had dit onderwerp voor zijn causerie gekozen. Hoeveien onzer kennen niet Versailles. c.n zeer zeker was ook in de bijeenkomst van Vrijdagavond een groot deel der aanwezi gen geweest op de plaatsen, welke zij nu op het prcjectiedoek te zien kregen. Imposant is de aanblik van deze vorste lijke gebouwen met machtige gevelbreedte, den grootschen aanleg van parken, tuinen, boompartijen, de breede alleeën, de prach tige vijvers en fonteinen. Maar de bezoeker ontkomt niet aan de melancholie, die er van deze majesteit uitgaat en onwillekeurig gaan de gedachten terug naar het verleden, waarin deze omgeving straalde van aardsche pracht en grootheid en we behoeven slechts namen te noemen als Lodewijk XIII, XIV en XVI om ons in den geest terug te roepen het luisterrijke tijdperk van Versailles, dat na den dood van dezen laatsten in het verleden is weggegleden Want latere vor sten hebben Versailles niet meer bewoond. Zij kozen St. Germain of Fontainebleau tot hun verblijfplaats Napoleon heeft enkele weken in 't klein Trianon gewoond. Latere tijden hebben het grootsche ver leden van Versailles niet meer kunnen doen herleven. Versailles is gebleven de verlaten grno'beid, waar de eenzame wandelaar zoo licht vervalt in bespiegelingen. Dichters (Chateaubriand, Victor Hugo, Alfred de Musset) hebben Versailles bezongen. Toch, zegt M. le Breton, doorhuivert ons bij een bezoek aan Versailles niet het deso late van het verleden. Want het Verleden is er nog. De prach'ige zalen zijn nog aan wezig, het décor is intact. Hét kost geen moeite zich het verleden in te leven. Wan delend in deze omgeving vinden we er stof voor ze'foverpeinzing. We keefen er in tot ons zelf. Zooals de heer Sauveur opmerkte in zi:n slotwoord, had de spreker ons door zijn lezing van hedenavond niet alleen voedsel voor den <*eest gegeven, maar ook voedsel voor het hart. Binnen zeer korten tijd staat den leden van de Alliance Frangaise een Fransch con cert te wachten, dat uitgevoerd zal worden door Fransche artisten. De onderhandelin gen hierover ziin nog looDende; de heer Sauveur had echter hoop, dat deze binnen pnkele dagen haar besW zouden krijgen. Daarnaast zal in de maand Maart en April nog een lezing worden gegeven. 's-GRAVENHAGE, 20 Febr. In zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer betreffende hoofdstuk V der Staatsbegroo- ting 1925 (Binnenlandsche Zaken en Land bouw) merkt de minister met betrekking tot de kwestie van grenswijziging en samenvoe ging van gemeenten op, dat, al kan er be zwaar in liggen om aan plattelandsgemeen ten met eigen karakter haar zelfstandig be staan door samenvoeging met aangrenzende kleine gemeenten te ontnemen, het vraag stuk van gemeentelijke grensuitbreiding uit een anderen gezichtshoek valt te bezien wanneer het geldt toevoeging aan een groote centrale gemeente van omliggend landelijk gebied of van aangrenzende wooncom plexen. Een wetsvoorstel tot uitbreiding van het grondgebied van Haarlem zal, naar verwacht mag worden, thans spoedig de Staten- Generaal Runnen bereiken. Dezer dagen gaf de tooneelclub van het patronaat O. L. Vr. Rozenkrans een uitvoe ring voor ouders, donateurs en donatrices. Reeds geruimen tijd voor den aanvang heerschtd er in de zaal een aangename stemming, hetgeen voor een groot gedeelte te danken was aan den heer J, Peperkamp, die met veel entrain ecnige mooie muziek nummers ten beste gaf. Even over den vastgestelden tijd betrad de WelEerw. Heer van Rooy, directeur van het patronaat, aan et uitgekozen en gees tige woorden de aanwezigen aan te sporen 't patronaat, 't tooneel om met uitekozen en geestige woorden de aanwezigen aan te spo ren 't patronaat zooveel mogelijk in zijn wérk te steunen, waarna hij eindigde met de aan wezigen een genoeglijken fcvond toe te wen- schen. Een welverdiend en hartelijk applaus was het bewijs dat zijn woorden in de zaal weerklank hadden gevonden. Hierna werd opgevoerd het sociaal too- neelspel „De Indringer" een van die tooneel- spelen, die een grooten aanwinst beteeke- nen voor onze R. K. rederijkerskamer. Meer en meer ontmoeten we dillettanten-stukken die zeer bevredigend zijn en waaruit alle gezochtheid, overdrijving, onnatuurlijkheid en onechte vroomheid geweerd wordt, het geen een tiental jaren geleden zeer zelden het geval was. Onze tooneelfondsen, die zich meer specialiseeren op het R. K. dilet- tar.ten-tooneel, blijken ernstig werk te wil len leveren. Ook dit spel, weer afkomstig uit het tooneelfonds „Pieter Langendijk" te Haarlem, munt uit door stevigen opbouw en logische verwerking van het conflict. Op zeer bevredigende wijze werd het spel voor het voetlicht gebracht en ofschoon alle spelers zich naar behooren van hun taak kweten, dienen we vooral De Zwart, Jacob Fortuine Guurt Kuipper, Nico Boonekamp en Ad. v. Sateren, te' memoaeeren. De pauze werd gekort door pianospel op het nieuw aangeschafte instrument. 't Was een goed geslaagde avond waarop het patronaat en vooral de Eerw. adviseur met genoegen terug kan zien. KRUISWEG 57 - - - HAARLEM TELEFOON 11230 W Vrijdagavond vergaderde de afdeeling tram (R. K. trampersoneel) onder voorzitterschap van den heer Gcers. Door dezen werd ver slag uitgebracht van het verhandelde op de dien middag plaats gehad hebbende confe rentie tusschen directie en de vakvereni gingen. Te ruim half acht opende hij met den Chr. groet en heette de aanwezigen welkom. Spr. deelde mede, dat het trambestuur meent, in overweging aan het aldeeliugsbe- stuur te moeten geven, waar ook thans de organisatie van de ambtenaren de aange wezene is, om ook hunne belangen te beplei ten (voorheen bestond een ambtenaar-vi.rte- genwoordiging), dat hei juist zal zijn, ook een lid ambtenaar in het bestuur te doen op nemen, wat thans zou kunnen, daar de heer Van Schie heeft bedankt Vervolgens werd door spr. medegedeeld, dat alhoewel nog een 13-tal punten te behandelen was, deze niet waren behandeld, daar de tijd van 2 tot 6 uur, gedurende welken d"e conferentie duur de, gebruikt was ter verdere bespreking van het pensioen-reglement Bedoelde punten zouden schriftelijk door de directie worden beantwoord. Een zestal punten werd dan door spr. behandeld, die ook op de confe rentie inzake reglementswijziging waren be sproken. Breedvoerig werd door hem stil ge staan bij de behandeling van het artikel, waarin gemeld is, dat een commissie van bij stand zou moeten bestaan uit een lid, 'aan te wijzen door de directie en de overigen, elk een lid der vakvereeniging. De directie meende ook een lid te moeten doen aanwij zen door de ongeorganiseerde ambtenaren. Dit kwam den vertegenwoordigers der N. V. aanvankelijk vreemd voor, liever verkozen zij alleen hun vertegenwoordiger, doch toen hun uitgelegd was, dat een ander standpunt toch niet erg democratisch was, veranderde de koers en stelde men het ten slotte op priji „St. Raphaël" en P. C. B. er deel van uit te laten maken. Voor wat de ongeorga niseerden betreft, dezen zullen zich eerst op moeten lossen in een vakvereeniging van ongeorganiseerde ambtenaren en dan dus toch georganiseerd zijn. zoodat men dus dan zal krijgen een organisatie van orgeorgani- seerde ambtenaren. Van de rondvraag werd door een viertal personen gebruik gemaakt, die allen in bevre digenden zin werden beantwoord. Na wijzi ging van de besproken artikelen van het pen sioen-reglement zal dit den minister ter goedkeuring worden voorgelegd en zal dan het personeel eindelijk krijgen een pensioen regeling die. hoewel niet de geheele tevre denheid en instemming gevend, toch in ieder geval voor het personeel van groote betee- kenis zijn zal. Aan de commissie van Bij stand is straks de taak om met haar advie zen te trachten meer bevrediging te brengen. Ten slotte deelde de voorzitter mede, dat op 15 Maart een vergadering voor de achtste vakafdeeling (tram) wordt gehouden te Breda, waarbij twee afgevaardigden der afdeeling Haarlem bij kunnen zijn. Hiervoor zal een loting worden gehouden onder hen, lie dien dag vrij zijn. Vervolgens sloot hij onder dank zegging met den Christelijken groet. Door het Hoofdbestuur der Ned. Vereeni ging voor Spoor- en Tramwegpersoneel zal een vlugschrift over de besprekingen tus schen directie en organisaties worden uitge geven. Verder is besloten spoedig een nacht- vergadering te houden, waarin besprekingen over de looneischen zullen gevoerd worden. De afd. Haarlem van de R.-K. Rcisver- eeniging hield gisterenavond een bijeen komst in café „Centraal", aan de Groote Houtstraat, alwaar de heer A. van Emme rik een lezing hield over Rome, Napels, Capri en Milaan, verduidelijkt met licht beelden Ongeveer half 9 opende de voorzitter, de heer J. N. Hensen, de bijeenkomst en heette allen vrelkom Het deed spr. genoegen, dat de heer Van Emmerik bereid was een reis naar het schoone Italië weer te geven. Doch het is ook voor de propaganda van groot belang. Spr. hoopte, dat deze avond zijn uilwerking niet zou missen. Thans nam de heer A. van Emmerik het woord tot het houden van zijn lezing. Spr. zette allereerst uiteen, hoe men in Januari 1923 reeds op het idee kwam om reizen te organisceren en hoe in Augustus d.a.v. een plan opgesteld werd, dat groote kans van slagen had. In samenwerking met het Reis bureau Lissonne werd toen een reis georga niseerd naar Rome, Napels, Capri en Mi laan. Spr. schetste op duidelijke wijze en aan de hand van lantaarnplaatjes het be zoek aan de Eeuwige Stad en het hoogte punt, n.l. de audiëntie bij Z. H. den Paus. Spr. zeide, dat dit het mooiste en heerlijkste oogenblik was geweest, toen de H. Vader de reizigers in vloeiend Fransch toesprak en hun en hun familie en gansch Nederland zijn zegen meegaf. De lantaarnplaatjes gaven verschillende gezichten weer uit Rome, doch vooral ook uit het moderne Napels. Het eiland Capri met zijn steile rotsen leverde een grootsch gezicht op. Ook de platen van Milaan waren goed. Over het geheel werden ongeveer 160 plaatjes vertoond. Jammer, dat het geen nieuw-modisch projectie -toestel was, daar de plaatjes dan wellicht beter geprojecteerd zouden zijn geweest- De temperatuur in de zaal was onaan genaam, koud zelfs. De aanwezigen hebben genoten, wat vooral te danken is geweest aan de duidelijke uiteenzetting van den heer Van Emmerik. Na beëindiging van de causerie bracht de heer Hensen eenige woorden van dank aan den causeur. Spr. hoopte, dat de heer Van Emmerik de R.-K. Reisvereeniging niet zou vergeten, wanneer hij wederom een reis beschrijving zou hebben, Dirk SchSfer. Concertbureau Vernout heeft de verdien ste, ons in den Stadsschouwburg een piano avond van Schafer te hebben bezorgd. Een piano-avond, waarover wij geen recensie in den eigenlijken zin kunnen geven, maar alleen een verslag, blijvend in den geest der geestdriftige hulde, door klavierlieven d Haar lem den kunstenaar vóór 't heengaan ge bracht. Hoe onbetwist Schafer's meesterschap erkend wordt bewees al het verwelkomend applaus, waarop groote aandacht volgde voor de sonate in. C, op 2. no. 3, van Beethoven. De uitvoering daarvan was wel voor menig een een openbaring het bewijs, dat ook deze vaak miskende sonate een klaar juweel is zoo helder en geestig 't allegro één en al pleitende liefde, teeder en jong-vurig, het adagio tintelend met zijn bevallige gri- masjes het scherzo fier en zeker de finale. Welk een les in Beethoven-spel Schafer overdrijft de tempi en de accenten niet hij doet niet aan pathos maar 't is allemaal zoo klaar en gaaf, zoo weloverwogen en toch spontaan-innig, dat 't ons trotsch maakt op deze eenvoudige figuur, die ons zóó de schatten van den grootmeester uit Bonn doet zien De sonate op. 109 droom van bespie gelende liefde met 't wondere andante, dat zijn toppen tot in 't bovenaardsche heft, werd gegeven in 'n heerlijken halftoon, de zaal vullend met bijna tastbare ontroering. Schafer was hier geheel de levende men- schenziel, die als 'n spiegel de heerlijke schepping weergeeft en toch zoo be- heerscht, als 'n leeraar, in melodisch en har monisch exposé, in vaderlijke zorg vooer iedere noot, het werk doet doorzien.... uit wijzend en meesleepend tegelijk. Na de pauze kwam een staal van Schafer's compositorisch talent, de Toccata op. 18 een interessant en boeiend stuk klankenpraal, dat ook de virtuositeit van den kunstenaar nog even scherp deed uitkomen. En dan de innig-ontstuimige Chopin-sonate op. 35.Hier- in trof ons 't meest het Piu lento (2e deel), met de gevoelige affluistering der accoordan en daa op de Treurmarsch, dien iedereen meent te kennen, en die toch in deze verfijn de uitvoering het gehoor sloeg in een ban van nog dieper stilte, waarop het presto hoorbare gevoelsontspanning gaf. Het slot-apnlaus werd een echte ovatie, waardoor Schafer zich liet bewegen tot een toegift de Chooin-wals in ges-dur, als waardig slot van den heerlijken avond blijd genoten. E. De koninklijke Liedertafel gaf ter gelegen heid van haar 95-jarig bestaan een feestcon- cert, dat dien naam met recht en met eere mocht dragen. Het koor voerde, onder mede werking van het orkest der H. O. V. en met den heer Lieven Duvosel als dirigent een aantal werken uit, dat blijk geeft van een mooie saamhoorigheid, een goeden geest en een bewonderswaardig uithoudingsvermo gen. Daarenboven gingen onder leiding van denzelfden dirigent een tweetal instrumen tale werken, waarvan het laatste, „Nocturne" van Landré, voor pns een noviteit was, of schoon we met recht mogen aannemën, dat dit werk harmonisch in de Wagner-Liszt- sfeer gehouden, reeds geruimen tijd gelejien moet geschreven zijn. Met de „Piet Hein" rhapsódie beleefde dit stuk een gelukkige uit voering, enkele hoorntrekjes daargelaten in laatstgenoemd opus, waar 't geheel wat mar kanter mocht. Van Nocturne was men 't over het slctaccoord niet geheel eens. Zoo men echter weet, dat dit r.llis met en bene vens de orkestpartijen, der koorwerken en de veeleischende dito der twee liederen van Duvosel moest worden ingestudeerd in een enkele orkestrepetitie, dan staat men ver baasd, zoowel over de bekwaamheid van de zen dirigent als instructeur, als over het groot aanpassingsvermogen van het Haar- lemsch orkest, dat bovenal in de genoemde liederen werk leverde, dat den toets der kri tiek met eere verdraagt.. De dirigent Duvosel schrijft een knappen orkestsatz. Zoowel voor den tekst van Gezel- Ie („O. Lied") als op dien van Herman Wirth vindt zijn penseel dc juiste lijnen en kleuren, 't Laatste doet veel aan Grieg denken, maar past zich zoo uitstekend bij den tekst aan, dat er een tonenbeeld ontstaat dat onweerstaan baar meesleept. Men moest het stuk herhalen. Dit was voor de zangeres Mevrouw Martine Dhont een succes. Zij kon hier met haar uit nemend kopregister buitengewoon mooie dingen doen en rehabiliteerde zich daardoor ten opzichte van haar liederen met piano begeleiding (als steeds door Mej. Emmy van Eden met groote bekwaamheid, waarbij voor beeldige volgzaamheid en mooie muzikali teit weergegeven) op een even frappante als onverwachte wijze. Want in Diepenbrock's „De klare dag" met dien wonderen uitroep „O Eudia I" kon zij noch door dictie, noch door muzikaliteit voldoende geven om te kunnen spreken van een bekoorlijke vertolking dezer wonderschoone muziek. Zij leidde daarenbo ven af door onbehoorlijk verzorgde uitspraak en overtrof zich nog in dit opzicht bij Zweers (Maanlicht.) Maar in de liederen van Duvosel misgunden wij de zangeres in 't minst niet den bijval, dien zij oogstte. Zij moge zich blijven hoeden, in haar streven naar een doorzichtige kleurgeving den zin der poëzie en de uit spraak te weinig haar aandacht te schenken. Haar zingen zal dan een dieperen indruk ma- laten. Want vocaal is zij tot uitnemende din gen in staat. Het zingen van het koor kan zonder voor behoud met eere vermelden. Zijn serieus studeeren stelde ons in staat, een jeugdwerk van Philip Loots (Lofzang, Psalm 148) naar waarde te genieten. Een contrapuntisch kunstwerk, zooals de koren in Loot's lateren tijd, is deze lofzang nog niet. Maar uit de (zeer mooi gespeelde) or kestinleiding en de hieruit ontvloeiende zang melodie spreekt zoo onbetwistbaar de kun stenaar zooals we dien uit de Piuscantate ken nen, dat er slechts enkele momenten noodig zijn, om van dit werk toch een indruk te ont vangen, die langer blijft dan den dag van uit voering alleen. Een dier „Loots"-regelen von- Maandagavond wordt een lichtbeelden avond gegeven door den Hoogeerw. heet Deken over Palestina in „Sint Bavo" er de baten er van komen „Herwonnen Le venskracht" ten goede. Het bestuur van „H. L." vertrouwt op een goede opkomst en een goede recette voor de kas der ver» eeniging. Of dit laatste noodig is? Lees onderstaand historisch briefje en oordeel zelf: „Geachte Heer. Tot mijn spijt .vernam ik hedenmorgen van J., den melkboer, dat plotseling de melk voor mii bestemd, werd ingetrokken. Ik kan mij er vandaag maar geen voorbeeld van geven en prakkezeer er ook den heelen middag al over hoe dat zoo ineens gekomen is. Van September a! lig ik beneden in bed, nadat ik den heelen zomer boven heb gelegen. Ik leef nu nog slechts op melk en' kan dus zoo slecht ver sterkend voedsel missen, Zoudt u niet nog eens een goed woordje voor mij willen doen bij het bestuur. Al hield ik dan maar wat. Van bed mag ik nog niet af. Ik hoop dat u mij kunt helpen. Als u kunt, komt dan eens langs, dan kan ik het beter zeggen. Op bed schrijve:, is zoo lastig." Kijk, dat is een briefje, een historisch briefje, zoo eenvoudig, niet waar. maar daarom ook zoo welsprekend dat een beschermelinge van „Her wonnen Levenskrachtschreef aan een der bestuursleden, toen het bestuur, door fi- nancieelen nood gedwongen, de toezending van melk aan deze patiënt liet ophouden. Is dat niet hartverscheurend? U ziet, u voelt hieruit op welke nuttige wijze, uw steun aan Herwonnen Levens kracht wordt besteed, Is er wel dikwijl» dankbaarder voorwerp, waaraan men zijl. offervaardigheid kan ten toon spreiden, dan zulk een zieke, die snakt naar verster kend voedsel/ „Herwonnen Levenskracht" heeft geen geld meer, het heeft alles uitgegeven. Het is gelukkig, zouden wij zeggen, dat het al-, les heeft uitgegeven, want daarmede ziin tal van patiënten geholpen, maar als „H, L." geen geld meer heeft, gaan tal van zie- ken achteruit. Dat mag niet en dat zal nie» als „H. L." maar geld heeft. Wie kan, helpe dus de kas van „H. L.' stijven door het be zoek aan den lichtbeeldenavond te bevor deren den wij in het deel, dat de slotstrofe besluit Een mooi moment was ook, vóór dit slot. deel, het teruggrijpen op de orkestinleiding. Vlekjes in 't koor waren de slotregel der mid denstrofe en de moeilijke overgang bij de te noren in den opzet („blijft uw zoete stemmen meng'len"), terwijl er aan 't eind van deel I een inzinking viel te constatecren. Men bedenke echter dat dit hei eerstge- zongen werk was op dezen avond. Inzinkingen in Wagenaar's werk (Fantasie over een oud- Ned. lied) vielen met geen mogelijkheid te ontdekken: dat was alles frissche kloeke man- nenzang, zooals wij een mannenkoor het liefst hooren zingen. Het was een schoon besluit van dit feestconcert, dat naar mijn gevoelen wat al te veel de herinnering opdrong aan een vroolijk besloten Koninginnedag, vanaf d» kinderzangdemonstratie (Van Anrooy's'„Piet Hein", Wagenaars' '„volksliederen") tot Zweers (ons Hollandsch) en de glorieuz' vuurwerkbekroning met koper begelei diig „Hollands Glorie" van Rich. Fo'. Voor de noviteiten, waaronder Duvosel's orkestliederen, kunnen wij echter zeer er« kentelijk zijn. G. J. K. (nedegedeeld door bet Kon Ned Mefefc rologisch Instituut Ie De Bildt Naar waarnemingen in den morgen va» 21 Februari. Hoogste Barometerstand 763.1 m.M. te Janmayen. Laagste barometerstand 746.0 m.M. te Akureyri. Verwachting van den avond van 21 tot den avond van 22 Februari: Zwakke tot matige Oostelijke tot Zuid- Oostelijke wind, nevelig balt tot zwaarbe wolkt, waarschijnlijk droog weer, licht» vorst 's-naclils, overdag dooi. Wedstrijd programma voor Zondag a.s la. Haarlem 3—H.F.C. 3. Schoten 2—E.D.O. 3. lb. E.H.S.—H.S.V. H.F.C. 4—D.O.A. Zandvoort 2T.H.B. 2. lc. R.C.H. 4Schoten 2a. I.V.O.—T.H.B. 3. E.D.O. 4Haarlem 4. 2a. Hillegom—E.H.S. 2. Tfalfweg 2Spaarnestad. SpaarndamHoofddorp. 2b. V.S.V. 2Haarlem Veteranen, Kennemers 2Hillegom 2. D.I.S.—H.G.S.C. RipperdaE.G.K. 2c V.V.H. 2Stormvogels 4. D.I.O. 2Aurora 2. Kennemers 3E.D.O. 5. 2d. Ripperda 2Zandvoort 4. Haarlem 6Kinheim 2. 3a. R.C.H. 8—E.H.S. 3. R.C.H. IX—E.D.O. 7. 3b. Spaarndam 2I.V.O. 2. T.H.B. 4—Bennebroek "2 E.D.O. 6—D.I.S. 2. 3c. Bloemcndaal 4H.F.C. 7. Haarlem 8—R.C.H. X. E.D.O. 8—R.C.H. XI. 3d. H.G.S.C. 2Spaarnestad 3 Halfweg 3—D.O.A. 2. Bloemendaal 5D.I.S. 2. 3e. Hillinen 3Ripperda 3. ZefemeeuwenHillegom 3. V ijfhuizenDS.K. 3f. Zeemeeuwen 2Spaarnevog. 3. Hoofddorp 2—V.O.G. 2. D.O.A. 2L—D.S.K. 2. 3g. Stormvogels 5Spaarnevogels StormveldV.S.V. 3. 3h E.H.S. 4—E.D.O. 9. Spaarnevogels 2D.S.K. 3. 3i Kennemers 6V.S.V. 4.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1