ivm
ELCK WAT WILS.
TREKJES
'NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
'Derde blad Zaterdag 21 Februari 1925
GEMENGD NIEUWS.
De bedrogen bruid.
Dienstbode gearresteerd.
Het smullende stembureau.
ORDE EN ARBEID.
Uit de Kleedingindustrie.
De werkverschaffing te
Jipsinghuizen.
Loonsverlaging in de Veen-
streken.
RECHTSZAKEN.
Aanvaring tusschen het s.s.
„Gaasterland" en het sleep-
schip Cornelia
Niet-aangegeven diefstallen uit
„verkeerde goedigheid."
Ongewenschte reclame.
Uit de voogdij entzet.
No. 387.
DE KOSTEN DER SOCIALE VERZE
KERING EN NOG WAT.
In „de Werkgever" van 1 Febr. komt
een artikel voor van Mr. H. W. Groeneveld,
Chef van de Afdeeling Arbeidersverzekering
van het Departement van Arbeid.
Volgens dezen deskundige zullen de kosten
van de sociale verzekering, wanneer de ziek
tewet ingevoerd wordt, zoo ongeveer 125-130
miilioen guldens bedragen.
Hij berekent dit meer uitvoerig als
volgt
In millioenen guldens uitgedrukt bedroe
gen
1. de kosten verbonden aan de onge
vallenwet in 1922 18.5
2. de kosten van de Land- en Tuin-
bouw-Ongevallenwet zullen over
hetzelfde jaar vermoedelijk hebben
bedragen 1.25
3. de Zee-Ongevallenwet 0.7
4. de Invaliditeitsverzekering kost rond 53.5
(waarvan 21.5 miilioen guldens door
den Staat, het overige van de werk
gevers en de verzekerden).
5. de Vrijwillige Ouderdomsverze-
kering, alleen door den Staat te dra
gen kost ruim 29.
6. de bezoldiging der Voorzitters der
Raden van Arbeid 0.3
In totaal dus ruim 103 miilioen gulden
waarvan door den Staat wordt gedragen on
geveer 51 miilioen gulden.
Hierbij is uiteraard geen rekening
houden met de kosten eener verplichte
zie hengeldverze kering. Die kosten kunnen
volgens Mr. Gr. geraamd worden op pl.m
2 5 miilioen guldens, waarvan echter een
vb 1 ngiijk deel feeds thans in den. verm
v<.u ziekengeld-uitkeeringen ten laste komt
.an het bedrijfsleven. Met inbegrip der ziek-
everzekering zouden de lasten van de
sociale verzekering dus tot pl.m. 125 a 130
miilioen guldens per jaar komen.
Deze cijfers zijn inderdaad véélzeggend.
En de vraag is gewettigd of wel voldoende
begrepen wordt wat er de laatste 25 jaar
voor de arbeiders op dat terrein is bereikt.
Ven den anderen kant is er ook tegen een
r dergelijke voorstelling van de kosten nog
\..l tien en ander in te brengen.
M.i. volkomen terecht teekent Mr. v. d.
B. daarbij dan ook aan (Kath. Soc. Weekbl.
van 14 Febr. j.l.)
„Wij zouden er echter deze opmerking
aan willen toevoegen
Bij de ziekteverzekering merkt de com
petente schrijver terecht op, dat men van de
geraamde kosten van pl.m. 25 miilioen eigen
lijk moet aftrekken, wat thans reeds in den
vorm van vrijwillige ziekengelduitkeeringen
ten laste van het bedrijf komt.
Wij zouden wel verder willen gaan.
't Is eigenlijk onjuist, wanneer men hier
spreekt van de kosten, die og 't bedrijf en den
Staat zullen drukken. Immers het bedrijf
zal, althans voor een groot deel, deze kosten
die op 't bedrijf en den Staat zullen
drukken. Immers het bedrijf zal, althans
voor een groot deel, deze kosten weer af
wentelen op de verbruikers.
't Is daarom veel juister, wanneer men
spreekt van de kosten, die deze verzekerin
gen op het Nederlandsche volk leggen.
En dan maakt men de rekening alleen
zuiver op, wanneer men er van aftrekt, wat
het aan het Nederlandsche volk kost, indien
deze verzekeringen er niet zijn. Immers 't
is duidelijk verzekering of geen verzeke -
kering, ongevallen, invaliditeit, ouderdom,
ziekte, komen ook dan voor. Men kan zelfs
zeggen ongevallen, invaliditeit, en ziekte
zelfs veel meer en veel langduriger, omdat
er zonder deze verzekeringsinstellingen veel
minder voor cie getroffenen wordt gedaan,
en ook veel minder ter voorkoming.
Welnu, ook al deze door ongeval getrof
fenen, invalieden, ouden van dagen, weduwen
en weezen, zieken, moeten door 't Neder
landsche volk worden onderhouden.
't Is dus volkomen onjuist, dat die totale
verzekeringen aan 't Nederlandsche volk
125—130 miilioen kosten. Een groot deel
dier millioenen worden ook thans uit
gegeven alleen op minder goede en doel
treffende wijze, en ook, terwijl die uitgaven
thans veelal drukken op de minst-draag-
krachtigen. •-
Daarom is de rechtsgrond dezer sociale
verzekeringen de sociale rechtvaardig
heid."
Tegen deze redeneering is m.i. weinig in
te brengen, want er zouden niet zoo heel veel
millioenen overblijven als men eens kon na
gaan wat er tóch op een of andere in elk
geval een'veel slechtere wijze moest wor
den uitgegeven om hen, die thans van onze
sociale verzekeringen profiteeren, te onder
houden.
Wat niet wegneemt, dat het voor de ar
beiders een niet spoedig te hoog gewaar
deerd goed moet worden geacht, dat zij thans
;en wettelijk recht kunnen doen gelden, waar
Zij vroeger op liefdadigheid waren aangewe
zen.
En de vrees, dat er voor de liefdadigheid
onvoldoende tèrrein zal overblijven, kunnen
we voorloopif nog wel van ons afzetten.
A. J. L.
INTREKKING VAN DE LANDBOUW-
ARBEIDSWET.
Deze week is bij de Tweede Kamer inge
komen een brief waarbij wordt kenbaar ge
maakt, dat het Wetsontwerp houdende bepa
lingen tot bescherming van de landarbeiders
(Landbouw-Arbeidswet) in verband met
gewijzigde inzichten omtrent de grondslagen
van zoo'n wettelijke regeling, wordtingetrok
ken.
Het is mij gebleken, dat deze intrekking
door velen verkeerd is begrepen en men ziet
daarin een gewijzigd inzicht ten aanzien van
de zaak, n.l. de wettelijke bescherming van
de landarbeiders, als zoodanig.
Ma', geheel ten Onrechte. ITet ingetrokken
Wetsontwerp is in 1917 ingediend door
Minister Posthuma en het is bekend, dat
Minister Aalberse een ander voorontwerp
aan den Hoogen Raad van Arbeid heeft ge
zonden, teneinde daarover advies uit te bren
gen.
Dat advies is uitgebracht en daarbij is
vooral sterk naar voren gekomen, dat ten
aanzien van de regeling van den arbeidstijd,
zooveel mogelijk aan de georganiseerde werk
gevers en werknemers moest worden overge
laten om deze moeilijke zaak per Collectief
Contract te regelen.
Alleen als geen Collectief Contract wordt
afgesloten en op het terrein van den arbeids
duur misbruiken bestaan zullen de wettelijke
bepalingen van kracht zijn.
Dat brengt inderdaad pen geheel ander
element in 't geding een dergelijke regeling
gaat veel verder dan hetgeen in artikel 28
van de arbeidswet is neergelegd.
Daarin wordt de mogelijkheid geopend
om door overleg tusschen den werkgever en
een organisatie van arbeiders die als een
behoorlijke vertegenwoordiging van de ar
beiders kan aangemerkt worden, binnen be
paalde grenzen van den wettelijk vastgestel-
den arbeidsduur af te wijken.
Hetzelfde kan ook wanneer Werkgevers-
en Werknemersorganisaties het met elkaar
over een dergelijke afwijking ééns worden
Daardoor kan een belangrijke verschuiving
van de arbeidsuren verkregen worden, die
een gemakkelijker aanpassing aan de behoef
te van het bedrijf mogelijk maakt.
Maar het beginsel neergelegd in het ad
vies van den Hoogen Raad van Arbeid be
treffende den arbeidsduur in den Landbouw
gaat vee! verder. Daar wordt als regel aanbe
volen, wat artikel 28 van de Arbeidswet als
uitzondering aangeeft, er zal dus eer: t moe
ten blijken dat er geen overeensten ming
tusschen de groepen werkgevers en werkne
mers is te verkrijgen voor de wet haar werking
kan verrichten en den arbeidsduur kan aan
geven.
Afgaande daarop moet het wel verwonde
ren, dat de R. K. en Chr. werkgeversbonden
in het landbouwbedrijf, niet wat meer aan de
tot standkoming van deze wet hebben mee
gewerkt, want zij hebben niet de minste
zekerheid, dat een ander Minister zich op een
zelfde standpunt zal plaatsen als Minister
Aalberse, waarvan bekend is dat hij met het
beginsel zooeven genoemd zich best vereeni
gen kan.
Hoe dat ook zij dat de Minister kan dus
terecht spreken over gewijzigde inzichten
omtrent de grondslagen Van een wettelijke
regeling tot bescherming van de landarbei
ders zal nu wel duidelijk zijn en 't Wetsont
werp, door Minister Posthuma ingediend in
1917 is daardoor totaal onbruikbaar geworden
De intrekking heeft zakelijk dus niets, maar
dan ook niets te beteekenen. Zij staat geheel
los van de meerdere of minderè haast die ge
maakt zal worden om tot een wettelijke be
scherming van de landarbeiders te komen.
Tot zoover dus wat den za-kelijken kant
betreft. Wat niet weg neemt dat de landarbei
ders door deze intrekking nog weer eens
opnieuw er aan herinnerd worden dat zij nog
steeds van elke wettelijke bescherming ver
stoken zijn, zoodat hun onrust, al was deze
zakelijk ongemotiveerd, toch wel verklaard
kan worden.
A. J. L.
HIJ LOOPT IN DE GATEN.
Reeds meermalen mocht ik er op wijzen
dat de Voorzitter van het N.V.V. de heer
Stenhuis, het orgaan van die Vakcentrale
gebruikt als ransel-machine.
Wie niet denkt en voelt zooals deze voor
zitter kan zich op de noodige onbehouwen
kletsen voorbereiden.
Zoolang dat ging tegen de Kerkdijken.en
de Communisten tot zoolang ging het nog.
Maar iemand wien het trappen en slaan een
tweede natuur schijnt te zijn geworden ont
ziet ook eigen huisgenooten op den duur
niet. De vorige week wees ik reeds er op
hoe sommige leiders in de Moderne Vakbe
weging al hun misnoegen te kennen gaven
en thans heeft het congres van de S.D.A.P.
gemeend zich even met' dezen heer te moe
ten bezighouden.
De heer Schaper heeft dan ook naar aan
leiding van hetgeen De Bruin (Schiedam)
aan het adres van Stenhuis opmerkte, zich
wel is waar niet geleend om met geweld te
gen hem op te trekken, maar deelde toch de
niet weinig zeggende terechtwijzing uit
(verslag „Het Volk"):
„Hij maakt den indruk van iemand die
ruzie zoeken wil. Maar wat geeft het nu,
met geweld daartegen in te gaan Men
ziet toch dat in de vakbeweging zelf door
eminente mannen als Brautigam, Hiem-
stra, Eichelshelm e.a. daartegen reeds
wordt opgekomen.
„Er zijn geregeld samenkomsten tus
schen P. B. en N. V. V., maar toen spr. on
langs weer een' convocatie kreeg had hij
veel lust om weg te blijven, of om het N.
V. V. te zeggen, dat het niet aangaat vriend
schappelijk aan één tafel te gaan zitten,
om daarna te ervaren, dat dan de partij in
het orgaan van de vakbeweging een hak
wordt gezet. Dat is voor onze eer onmoge
lijk te dragen. (Luid applaus.)."
ge kunt lid worden van onze Internationale.
Al weer een stukje Vakvereenigingstaktiek
waarvan men gewoon versteld moet staan. De
Tribune heeft het al niet onduidelijk te
verstaan gegeven dat als „Moskou" op de voor
stellen ingaat en lid van de Amsterdamsche
roode Internationale wordt, dat het daft niet
is om samen te werken maar om de boel aan
puin te slaan.
Wat eigenlijk niet behoeft te worden ge
zegd, want ieder die de mentaliteit van die
menschen kent, weet het toch wel. Alleen
Stenhuis, die toch leider is van een groote
vakcentrale weet het blijkbaar niet.
En we zullen moeten afwachte» of het N.
V. V. en S. D. A. P. beiden ook op dit terrein
den man niet in de gaten krijgen.
Waar nog méér reden is, omdat wel vast
staat dat zij bij een overwinning van Moskou
evenmin on.zien zullen worden als wij en
evengoed als wij aan den lantaarnpaal zullen
bengelen wanneer het de communisten geluk
ken zou on^ hun invloed naar het Westen d^i-
doende uit te breiden.
Te dien aanzien behoeven zij zich m. i.
niet de minste illusies te maken.
Maar nog erger is dat ook veel R. K. ar
beiders of liever R. K. personen want, het
zijn niet alleen arbeiders nog niet zien wat
een zoo'n man of althans slechts weinigen
kunnen klaarmaken.
Alleen door aaneensluiting van allen die
orde boven wanorde en kommer en ellende
stellen, is te voorkomen dat we niet ter kwa
der ure worden getracteerd op het Russisch
regime> A. J. L
Aan duidelijkheid laat dit citaat werkelijk
niets te wenschen over en er blijkt zonneklaar
uit dat Stenhuis ook in de S. D. A. P. goed
in de gaten gaat loopen.
J4u, een beetje matiging zou voor hem zelf
nóch voor de arbeidersbeweging in het alge
meen schade zijp.
Evenmin als het schade zou zijn, wanneer
het N. V. V. een andere houding aannam
tegenover zijn doodsvijanden te Moskou
want ook Stenhuis behoort, ondanks al
zijn grofheid-ook tegenover de communisten
tot diegenen, die tot Moskou willen zeggen
Te Doetinchem zou Woensd; g de heer M.
met mej. H. in 't huwelijk treden. Door ver
broken en weer gesloten engagement was
de „voorgeschiedenis" reeds een vallen en
opstaan. Doch nu was 't heusch ernst. Alle
toebereidselen waren genomen. De ouder
lijke villa werd gerestaureerd. Diners, auto's
bloemen, alles was in de puntjes geregeld,
ook het bruidje was present maar.brui
degom was er des nachts van door gegaan.
(■„Stand.")
Als verdacht van den diefstal van f 800 bij
den landbouwer C;te Raan-Meerssen (Limb.)
is aangehouden de dienstbode, genaamd M
uit Ulestraten, deze bekende den diefstal
te hebben gepleegd. Ze had het geld, dat in
een zware kist was verborgen weggenomen.
De kist werd later ongeschonden met den
inhoud in de schuur achter het huis terug
gevonden. Een twee-tal personen schijnt
het meisje behulpzaam te zijn geweest. Ze
kon echter niet verklaren wie deze personen
zijn geweest. De gearresteerde dienstbode
is opgesloten.
Het is ergens gebeurd in een stil, afgelegen
plaatsje, dat nooit van zich heeft doen spre
ken op gemeentelijk politiek terrein, vertelt
het Hbld. Alles liep zijn gangetje. Er werd
vergaderd door de vroede vaderen, er werden
verkiezingen uitgeschreven naar wettelijk
voorschrift, en in die tijden waren de verga
deringen niet van de lucht. En op het Stem
bureau, tijdens de verkiezingen, werd hard
gewerkt en.... behoorlijk geconsumeerd.
Niemand zal da ér aanstoot aan nemen.
Niemand ook, die de zon wel een sprankje in
het water kan zien schijnen, zal het vreemd
vinden, dat in het meerbedoelde plaatsje,
sappig gelegen tusschen en aan breede, Hol-
landsche stroomen, dat aan dien verkiezings-
digch werd genoten van het vette der aarde.
De leden van het stembureau smulden,
smulden, toen de groote, rose mooten zalm
werden opgediend.
Die Tranen und die Seufzer, die kamen
hinternachGooit daar een der Stem-
bureau-lèden finaalweg roet in het eten.
Figuurlijk gesproken, natuurlijk. En ettelijke
weken na dato. Gaat daar dat lid een brief
schrijven naar Gedeputeerden, en meent in
dien brief, dat er een 'specifieke nota over
gelegd moest zijn van de geconsumeerde
waren. In een Raadszitting voerde de voor
zitter aan, dat hij die nota was kwijt geraakt,
maar dat de maaltijd negen en negentig
gulden had gekost. De rekening was nogal
wat opgeloopende zalm kostte zes gulden
per pond.... en het leelijke van het heele
geval was, dat het lid, dat dien klachtenbrief
had gestuurd over die, te hooge, „onkqsten-
rekening", even hard mee gesmuld had aan
den zalm van zes gulden per pondenne
ennede schrijver van dien brief des nachts
om twee uur nog gestuurd had om wijn
asjeblieft.
Nietwaar, zei dat lid, da's jökkes. En er
was heelemaal geen zalm geweest. Zalm is
rood, dat wist dat lid maar wit goed De
vischjes, die hij gegeten had, hadden slanke
lijven en smalle koppen. Hij had géén rooden
visch gezien en wijn had hij gedronken, niet
om twee, maar om tien uur.
Warme discussie volgde. De een sprak
van wijn en van één uur na middernacht, de
ander van zalm, de derde van kleine vischjes,
die, naar de beschrijving, wel forellen ge
weest zullen zijn, de vierde van drie uur en
scheen zich niet meer al te best te kunnen
herinneren, wit hij had geconsumeerd. Had
hij nu aangezeten aan een braspartij of had
hij enkel een belegd boterhammetje veror
berd
Discussie gesloten
Sijmen betaal.
DOOR ZWAVELDAMPEN GEDOOD.
De Mor.tferland van den Kon. Holl. Lloyd
werd dezer dagen uitgezwaveld. Twee dagen
later vond men den kok levenloos en half
gekleed in zijn hut liggen. Blijkbaar is hij
tijdens de zwaveling aan boord gebleven zon
der dat men het wist, en is door de zwavel
dampen om het leven gekomen.
FRAUDULEUS BANKROET.
Op vermoeden van goederen te hebben
onttrokken aan den faillieten boedel en baten
niet verantwoord te hebben, is door de politie
te Harlingen in arrest eenomen de winke
lier M. L.
Hij is naar het parket van den Officier van
Justitie te Leeuwarden overgebracht.
Het antwoord der organisatie.
M
De bond van kleermakerspatroons in Ne
derland bericht het volgende:
Van den R. K. Naaisters- en Kleermakers-
bond „St. Gerardus Majella" ontvingen wij
telegrafisch bericht, dat deze bond de collec
tieve arbeidsovereenkomst aanvaardt met in
begrip der laatste toezeggingen. De Nederl.
Christelijke bond van arbeiders(sters) in de
kleedingindustrie zond een telegram, waarin
deze bond mededeelde zich in principe en on
der voorbehoud bereid te verklaren zijn af dee
lingen te adviseeren tot aanvaarding onzer
voorstellen. Deze bond acht een conferentie
noodig. Namens den Bond van mannelijke en
vrouwelijke arbeiders in de kleedingindustrie,
den Federatieven bond van arbeiders en ar
beidsters in de kleedingindustrie en den Neu
tralen bond ontvingen wij telegrafisch bericht,
dat deze bonden de voorstellen, zooals die
daar liggen, thans niet aanvaarden en zij
vragen eene conferentie aan op a.s. Donder
dag of Vrijdag.
Deze conferentie is door den bond van
kleermakerspatroons toegestaan en zou heden
Donderdagochtend 11 uur te Amsterdam
worden gehouden in het bondsbureau Kei
zersgracht. Tengevolge dezer berichten kun
nen de R. K. en Christelijke werknemers aan
het werk blijven. Op de overige georganiseer
de werknemers zal vanaf Donderdag 19 Fe
bruari de aang: kondigde uitsluiting worden
toegepast.
Men seint ons uit Amsterdam: Ten aan
zien van de modern, en federatief georgani
seerde Werkgevers in de heerenkleeding-
industrie (de groote maatzaken) is Donder
dag de uitsluiting begonnen, daar zij in te
genstelling met de confessioneel georgani-
seerden de nieuwe contractsvoorwaarden
niet aanvaard hebben. Ongeveer 40 pet. van
het totaal aantal der voor de groote maat
zaken werkende kleermakers valt onder de
uitsluiting, te weten plm. 150 man.
Ook te Rotterdam is de uitsluiting in de
kleedingindustrie begonnen. Deze uitsluiting
geldt alleen voor de modern, federatief en
neutraal georganiseerden. Men schat het
aantal op ongeveer honderd.
Uit Delft wordt gemeld:
De georganiseerde patroons hebben een
12-tal kleermakers, leden van den modernen
bond, uitgesloten.
De chr en r.-k. georganiseerde werkne
mers blijven aan den arbeid. Bij de patroons
niet aangesloten bij den bond, wordt door
gewerkt.
Voortaan geen schorsing doch ontslag.
Bij de werkverschaffing te Jispinghuizen
(Gron.) is het al eenige keeren voorgeko
men, dat arbeiders om een of andere reden
eenigen tijd moesten worden geschorst. De
Rijksinspecteur voor «Ie Werkverschaffing
heeft thans in opdracht van den minster
van Binnenlandsche Zaken laten# bekend
maken, dat in hel vervolg als vaste regel
zal gelden, dat zij, die zich zoodanig ge
dragen, dat verwijdering van het werk noo
dig wordt geacht, onder geen beding meer
tot de Centrale Werkverschaffing of andere
gesubsidieerde werkgelegenheid zullen wor
den toegelaten. In het vervolg dus geen
schorsing, doch onherroepelijk ontslag.
In een Dinsdag te Emmen-Erfscheiden-
veen gehouden vergadering van verveners in
die omstreken werd met het oog op de malaise
in het veenbedrijf besloten, het loon niet 25%
te verlagen. De organisaties zullen zich hier
over nader uitspreken.
De Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft Woensdag een onderzoek inge
steld naar de oorzaak van de aanvaring, die
den 9en Januari op het IJ heeft plaats gehad
tusschen het s.s. „Gaasterland" van de Kon.
Holl. Lloyd en het sleepschip „Cornelia,"
waarbij de oudste zoon van den schipper
van genoemd sleepschip overboord was ge
slagen en verdronken.
De loods, die de „Gaasterland" door het
Noordzeekanaal naar Amsterdam had ge
bracht, verklaarde, dat hij, komende ter
hoogte van den steiger van de Holland-Ame-
rika-lijn over bakboordsboeg op 200 a 300
M. boven elkander de lichten van een na
derend sleepschip zag. Get. gaf een korten
stoot op de fluit. Het sleepschip liep daarop
over naar de „Gaasterland" in een richting,
die haar koers sneed. Get, had eerst stuur
boordsboeg gegeven, doch toen hij zag, dat
dit een vergeefsche manoeuvre was, gaf hij,
zonder overleg te plegen met den gezag
voerder, die ook op de brug stond, bakboords-
«ryw, Als get. stuurboordswal had gehouden,
zou hij dwars door de sleep zijn gegaan. Hij
dacht nu achter de sleep om te gaan, toen
plotseling twee zwarte schimmen van sche
pen kwamen opdagen. Het waren de „Cor
nelia" gesleejt door de sleepboot „Albatros'
Get. liet toen volle kracht achteruitslaan,
maar de „Gaasterland" gir.g reeds dwars op
het stuurboord van de „Cornelia"aan. Get.
gaf de sleepboot van de „Gaasterland" order
om te vragen of er ook persoonlijke ongeluk
ken waren gebeurd, waarop een ontkennend
antwoord volgde. De „Gaasterland" ver
volgde daarop haar koers. Eerst later ver
nam get., dat er van de „Cornelia", die «- id-
dendoor was gebroken, een man overboord
geslagen en verdronken was. De eerste sleep
boot en de door haar gesleepte lichters, wa
ren van de vereischte lichten voorzien van
de tweede weet get. het niet. De eerste sleep,
de „Tollens", had na de aanvaring haar
koers hervat, zonder zich om de gevolgen
van de aanvaring te bekommeren.
De schipper van de sleepboot „Tollens",
verklaarde, dat hij volle kracht, in schuine
richting het vaarwater overstak en niet op
de „Gaasterland" gelet had. Hij zag dit
schip pas, toen hij halverwege het vaarwater
was. Het fluitsignaal van de „Gaasterland"
heeft get. niet gehoord, 's Avonds, tben hij te
Vreeswijk was aangekomen, hoorde get. pas,
dat er zoo een droevig ongeval gebeurd was.
De schipper van de „Cornelia" verklaarde,
dat hij zich met zijn gezin (man, vrouw en
6 kinderen) aan boord bevond. Hij voerde
de voorgeschreven lichten, evenals het boot
je, dat hem sleepte, de „Albatros", De „Tol
lens" liep toen plotseling met zijn sloep voor
hem over, waardoor de „Albatros" moest
stoppen. Get. riep onmiddellijk zijn oud
sten zoon Jan aan dek. Deze liep naar voren.
Get. hoorde hem nog roepen tegen de be
manning van de „Albatros" „vooruit, voor
uit Daarna beeft hij niets meer van hem
gehoord, of geri -n. De achterste lichter var.
de sleep van de „Tollens" voer de „Cornelia"
aan, waardoor deze dwars in het vaarwater
kwam te liggen. Fluiten van het stoomschip
heeft get. niet gehoord.
De Raad zal later uitspraak doen.
Een waarschuwing van Mr. Servatius.
Het aantal diefstallen dat niet vervolgd
wordt, omdat er geen aangifte wordt gedaan,
is in een stad als Amsterdam, zeer groot
Meestal uit „goedigheid," dikwijls ook omdat
men tegen de juridische „sousah" opziet,
ontslaat men diefachtig personeel zonder
meer. Bedienden op kantoren, dienstmeisjes
en personeel in allerlei andere bedrijven
krijgen op staanden voet ontslag en vervolging
blijft achterwege.
Ofschoon het gelukkig is te achten dat
betrekkelijk zoo weinig menschen wraak
gevoelens koesteren ten opzichte van de
genen, die hen dupeeren en van hun vertrou
wen misbruik maakten, toch treedt soms heel
scherp aan het licht van hoe noodlottigen
invloed dit misplaatst medelijden kan zijn
voor de „zwakke broeders," èn zusters
zélf als ze al te gemakkelijk ontkomen aan
de „wrekende gerechtigheid."
"Voor den politierechter te Amsterdam, mr.
Servatius, verscheen Donderdagmiddag een
jongmensch, dat een betrekkelijk geringe
verduistering had gepleegd. Hij had het geld
van geïnde kwitanties onder zich gehouden
en met allerlei slinksche streken zijn misdrijf
verborgen. Niettemin bedroeg het totaal
verduisterde bedrag slecht pl.m. f 125 en de
jongeman zou ongetwijfeld in de termen val
len voor een voorwaardelijke veroordeeling
indien over hem niet het rapport was uitge
bracht dat mr. Servatius het slechtste noemde
dat in zijn loopbaan onder de oogen was ge
komen.
Het was één aaneenschakeling van diefstal
len, één serie oplichtingen op allerlei.wijze.
En het eigenaardige was dat dit alles pas
is uitgekomen, lang nadat de feiten gepleegd
waren toen men in verband met het laatste
misdrijf een onderzoek ging instellen bij de
vroegere patroons van den delinquent.
De beklaagde bekende de feiten en mr.
R e i 1 i n g h eischte drie maanden gevange-
nistraf, waarop de verdediger voorwaardelijke
veroordeeling vroeg op grond van het.feit,
„dat de beklaagde nog nooit een ernstige
waarschuwing had gehad."
Mr. Servatius deed onmiddellijk uitspraak
Hij deelde de meening van het O. M., dat een
voorwaardelijke veroordeling niet kan wor
den gegeven aan een beklaagde, die vobr den
rechter verschijnt met zulk een verzwarend
rapport als deze jongeman.
„Was een der allereerste patroons," zei mr.
Servatius, „verstandig genoeg geweest, om
aangifte van diefstal te doen, dan zou onge
twijfeld een voorwaardelijke veroordeeling
mogelijk zijn geweest en dan zou deze beklaag
de wellicht nooit in de gevangenis zijn ge
komen.
Maar al de opeenvolgende werkgevers bij
wie hij verduisteringen of diefstal pleegde,
ontsloegen hem alleen, deden geen vervol
ging instellen uit „goedigheid." Ik aarzel
niet het een buitengewoon afkeurenswaardig
verschijnsel te noemen dat zooveel patroons
verzuimen aangifte van diefstal te doen.
Dezen beklaagde en zoo zijn er zeer
velen is het zoo gemakkelijk gemaakt, dat
hij veel te licht over het misdrijf is gaan
denken. Eindelijk, nu het te laat is, volgt
aangifte."
Mr. Servatius veroordeelde den beklaagde
tot drie maanden onvoorwaardelijke gevange
nisstraf, overeenkomstig den eisch, met de
ernstige waarschuwing in het algemeen aan
werkgevers, niet door misplaatste goedigheid
personeel, dat op „het hellend vlak" is, nog
dieper omlaag te brengen.
Zaterdagmorgen 17 Januari 1.1. trok het in
de Fannius Scholtenstraat te Amsterdam de
aandacht van twee politieagenten, dat in een
luxe-auto vleesch werd vervoerd. Zij vonden
dat verdacht en hielden de auto, toen deze
voor een slagerswinkel stil stond,-aan. Ter
wijl de een bij de auto de wacht bleef hou
den, ging de ander naar een politieposthuis
om met het abbattoir te telephoneeren. Hij
kon echter geen aansluiting krijgen en keerde
bij de auto terug. Inmiddels was er veel pu---
bliek toegestroomd en de slager, die deze be
langstelling voor zijn zaak zeer schadelijk
vond, verzocht den agenten de auto een eind
verderop te laten rijden en daar het onder
zoek te doen plaats hebben. De agenten wei
gerden dat en volgens de eigen verklaring van
een der agenten voegde hij den bekl. toen
deze op de ongewenschte reclame wees, die
voor zijn zaak gemaakt werd, toe „Die re
clame is zeer goed voor je. Ais 't blijkt, dat 't
vleesch werkelijk goed is, dan is het reclame
vooqje zaak als het publiek ziet.dat l'e: vleeseh
weer naar binnen gaat. Dan is dat dubbele
reclame voor je."
De slager was het met die opvatting heele
maal niet eens en beklaagde zich voor den po
litierechter voor wien hij terechtstond, om
dat hij een der agenten een paar scheldwoor
den toegevoegd had hevig over de schade,
die de agenten hem door hun z.i. ongemoti
veerd optreden hadden toegebracht. De om
zet in zijn zaak was sedert wel met f 500
verminderd.
Voor den Politierechter bleek, dat bekl.
vroeger wél eens wegens frauduleus vleesch-
vervoer was geverbaliseerd, maar dat het
vleesch, dat de agenten op 17 Januari aange
houden hadden, deugdelijk en van de ver
eischte Keuringsmerken voorzien was
Het O. M. mr. Reiling, zeide zich te
kunnen voorstellen, dat bekl. door den op
loop, die voor zijn winkel ontstond, opge
wonden en driftig werd, eischte zijn veroor
deeling tot f 10 boete of vijf dagen hechtenis.
Vonnis wijzende, merkte inr. Servatius
op, dat de eenvoudige beleediging van een
ambtenaar in de rechtmatige oefening zijner
bediening bewezen is. Men kan, zei hij, deze
zaak van twee kanten beschouwen. Van den
eenen kant had de politie alle aanleiding om
een onderzoek in te stellen, maar anderzijds
moet er rekening mee gehouden worden, dat
bij het onderzoek niet geblekeiT is, dat hier
overtreding heeft plaats gehad. Dit maakt dat
de zaak ook wat gunstiger voor bekl. uitvalt-
Mr. S. m'eende dat de officier met die verschil
lende omstandigheden in zijn requisitoir re.
kening heeft gehouden en hij vei oordeelde
den beklaagde dienovereenkomstig tot f 10
boete of vijf dagen hechtenis.
Een 46-jarig kleermaker, die onlangs door
den politierechter veroordeeld werd tot twee
maanden gevangenisstraf, omdat hij in de
Leidschestraat te Amsterdam een. kostbare
spiegelruit had vernield, stond Woensdag
andermaal voor den politierechter, mr.
Servatius, terecht terzake van een
vroegere vernieling van een aantal ruitjes
in het Stadsbestedelingenhuis.
Beklaagde: Ik verlang naar mijn kind
Ik beschouw 't als een rechtsverkrachting,
dat ik niet tot mijn kind toegelaten word.
Mr. Servatius: Ik beschouw 't als
een rechtsverkrachting, dat ouders hun kin
deren in een dergelijken toestand brengen,
dat de Kinderpolitie en de Voogdijraad
moeten ingrijpen.
Bekl.: Als 't moedwil was, maar kan
ik 't helpen, dat ik geen werk kan krijgen?
M r. S. Maar u kan 't wel helpen, dat u
drinkt, 't Is niet de eerste maal, dat ik u hier
gezien heb. Was u nuchter toen u het feit
pleegde
Bekl.: Nou, ik had wel een paar borrels
op.
Uit de behandeling van deze zaak bleek,
dat een kind van bekl. op 17 December 1.1.
door tusschen komst van de Kinderpolitie in
het Stadsbestedelingenhuis was opgenomen,
omdat het door den vader aan zijn lot over
gelaten werd. Vervolgens had de Voogdijraad
den vader uit de voogdij ontzet. Van „Stads-
j.estedeling" was het kind toen geworden
,,v o o g d ij r a a d k i n d" en van dat oogen-
Mik af zoo wilde het voorschrift 't nu een
maal mocht niemand meer zonder toe
gangsbewijs van den Voogdijraad tot het
hind worden toegelaten. Ook de vader niet.
Toen deze nu toch in den namiddag vat?
Dinsdag 27 Januari zonder voorzien te zijn
van een toegangskaart, zich aan het gesticht
vervoegde om zijn kind te zien, liet de waar
nemende portier hem niet verder toe dan de
vestibule. De portier deelde hem mede, dat
hem opgedragen was, hem geen toegang te
verleenen. De man, die onder den invloed van
drank verkeerde, tengevolge waarvan hij,
blijkens zijn bemodderde kleeren, reeds op
de straat gelegen had, begon dadelijk een
hoogen toon aan te slaan. De portier zwichtte
hiervoor echter niet en wist den vader naar
buiten te loodsen.
Daar koelde hij zijn woede aan de ruiten.
Niet minder dan één-en-dertig sloeg hij er
in, gedeeltelijk met een stok, gedeeltelijk
met de hand. Toen kwam de politie, die hem
inrekende.
De directeur van het gesticht, de heer
W. F. van Voorst, verklaarde dat hij de ver
oorzaakte schade heeft laten opnemen. Zij
bedroeg f 26.60. Voorts .getuigde hij, dat
volgens een rapport bekl. een onverschillige
dronkaard is, die zich het lot van zijn kin
deren niet aantrekt. „Op 6 Januari, toen bekl.
ook aangeschoten in het gesticht kwam
en met de vuist op tafel stond te slaan, heb
ik hem," dus zei de heer Van Voorst, „reeds
meegedeeld, dat hij zonder kaart van den
Voogdijraad geen toegang tot zijn kind kon
krijgen. Drie weken later kwam hij terug
en sloeg de ruiten stuk. Ik hoor dat bekL
Maandag weer aan het gesticht geweest is
en toen dreigend tot den huisknecht sprak
„zou ik maar weer eens
Bekl.: Omdat er gelogen wordt van
me. Ik geloof, dat ze zelf bezopen zijn.
Der is mij niet gezegd, dat mijn kind een
voogdijkind was en dat ik verlof van den
Voogdijraad moest hebben om het te zien.
M r. S. Ja, als u altijd onder den in
vloed van drank is, dringt dat niet tot u door.
B e k 1Ik was opgewonden. Ik wil mijn
kind weer terug hebben
Het O. M., mr. R e i 1 i n g h, eischte
veroordeeling van den bekl., die een nieuwe
waarschuwing moet hebben, tot zes weken
gevangenisstraf.
Mr. Servatius: Het feit is gepleegd
vóór de vorige tegen den bekl. uitgesproken
veroordeeling tot twee maanden, en de Wet
schrijft voor om daarmee rekening te hou
den. Waar ik anders een zwaardere straf
zou opleggen, veroordeel ik den bekl. thans
eveneens tot twee maanden gevangenisstraf-
'n Afscheid.
Velen zullen hem reeds hebben vergeten.
Zoo gaat 't in ons d.ukke, snelh hven, waar
in elke em tie, elke gedachte, elke gebeurte
nis weer zoo gauw door 'n volgende wordt
opzij geduwd.
Maar hij vergat ons niet, de dankbare
Pater van Emmerik, die al weer tusschen z'n
parochianen zit en reeds voorbereidingen
treft tot het bouwen van z'n nieuwe kerkje.
En hij verzocht me, voo 'n enkele keer
mijn plaats aan hem af te st tot het spreken
Van 'n woord van dank e 'scheid.
Z'n brief is haastig, m telegramstijl ge
schreven, en de Pater verzoekt me, zijn
woorden „wat passender voor de krant" aan
een te vlechten.
Oceaan. Januari 1925.
Zoo is dan het afscheid genomen en de
tijd van rusten voorbij. In Amsterdam gin
gen we zonder veel formaliteiten aan boord.
Vele familieleden vergezelden mij en de an
dere missionarissen tot IJmuiden.
Juist om twaalf uur zette de boot zich lang
zaam in bewegingen we waren allemaal
stil.
Het is niet te beschrijven welk gevoel je be
kruipt, als je zoo langzaam wegtrekt over het
water, en je Vaderlandschen bodem gaat
verlaten.... misschien voor altijd.
Eenige familieleden en vrienden blijven
aan walwe wuiven en zien eikaars gestal
ten kleiner worden, vervagen tot stippen
de groote wereldstad trekt van ons weg en we
zitten in het Kanaal.
Dan wordt er geluncht.
Er wordt gepraat en gelachen, maar de vroo
rijkheid is niet onvervalschtwe voelen,
dat straks de laatsten van ons weg zullen gaan
en de lach van velen, die zullen achter
blijven, is slechts het masker, dat de tranen
bedekken moet.
Na de lunch wordt de boot bezichtigd en
we staan weer eens verbaasd over de pracht-
inrichting van deze oceaan-stoomers..
Te gauw zijn we in IJmuiden en de familie
leden en vrienden moeten er af.
Er wordt nu voorgoed afscheid genomen
De een moet scheiden van zijn ouden
vader, de ander van zijn ouders, broers en
zusters
Van de weinige oogen blikken, dat de
boot nog stil ligt, wordt geprofiteerd tot het
voeren van 'n paar haastige gesprekken van
wal tot schip.
Dan schuift de kolos de sluis uit. Er
wordt geschreeuwd, geschreid „Dag, dag 1
Vaarwel, vaarwel 1"
Nog vijf minuutjes zien we elkaar....
dan is 't uit.
We zitten in zee, om over drie weken weer
aan 't werk te gaan voor God's glorie en het
heil der zielen.
Al dobberend op den Oceaan wil ik nog
eens allen een hartelijk „vaartwel" toeroe
pen en mijn overgrooten dank betuigen aan
allen, die mij door hun giften geholpen
hebben, om aanstonds in mijn parochie een
lief kerkje te gaan bouwen ter eere van den H.
Antonius.
Een kerkje van louter „Hollandsch geld,
't grootste deel uit Haarlem, mijn geboorte
stad I
Ik behoef dus wel niet te verklaren, dat
ik, telkens als ik met trots en vreugde dit
„Hollandsche monument" mag aanschouwen
met groote erkentelijkheid de milde gevers
zal gedachtig zijn.
O, hoe gaarne zou ik U allen afzonderlijk
en persoonlijk hebben willen bedanken,
maar het is mij niet mogelijk geweest. Graag
zou ik de voornaamste medewerkers van af
de boot een schrijven zenden, ieder afzonder
lijk, maar het gaat niethet ontbreekt
mij aan voldoende adressen en het voor
naamste bezwaar is, dat ik dan weer veel
van mijn centjes zou kwijtraken, want het is
hier duur correspondeeren 1
Daarom, beste vrienden en weldoeners,
doe ik het door middel van dé krant, bij voor
baat vertrouwend, dat vriend N. voor een
keer z'n plaats zal willen inruimen.
Vanaf den Oceaan dank ik U allen uit
ganscher harte, allen, die met woord of daad
hebben bijgedragen tot het verkrijgen van
dat mooie resultaat, tot heil van mijn Missie...
En, dit schrijvende, zend ik de smeekbede
ten Hemel, dat God het U moge vergelden;
dat Hij U zal zegenen in Uw gezinnen en in
Uw zaken.
Wanneer U dit leest ben ik reeds op mijn
bestemming. Dan zal ik mijn parochianen
reeds hebben verteld van de brave, milde Hol
landers, van mijn goede stadgenooten, die
hebben gemaakt, dat ik kon bereiken, wat 'k
bij mijn eigen omgeving niet tot stand kon
brengen.- Wellicht zullen de rijke planters,
die zoo veel kunnen, maar zoo weinig wilden
missen voor mijn bouwvallige kapel, reeds
beschaamd staan en hun harten alsnog openen
voor mijn te lang uitgestelde plannen.
Goede vrienden, ik moet eindigen. Er
wacht mij weer zoo veel ander werk van voor
bereiding.
God, ons aller Vader, zal U loonen voor wat
Ge aan mij, dus aan Hem hebt gedaan. Weest
er van overtuigd, dat ik de weldoeners in de
H. Mis zal gedenken.
Vaartwel
Tot hiernamaals
God weet het.
Bonifacius
v. EMMERIK.
O. F. M.
Zoo is Pater van Emmerik van ons heen
gegaan.... met een hart vol dankbaarheid
jegens ons.
Het zal allen, die hem in staat stelden
zijn vurigste wensch in vervulling te doen
gaan, zeker genoegen doen nóg een afscheids
groet van hem te hebben vernomen.
Morgen is Pater van Emmerik weer ver
geten.
Zoo is ons leven, dat gonst en zoemt en
vliegt in de jacht-golf van electriciteit, avia
tiek en radiowaarin de eene gebeurtenis
de andere verdringt en verplet, waarin hon
derd anderen tot ons komen en weer gaan,
om haastig hun plaatsen in te ruimen.
Maar hij vergeet ons niet
En zonder dat wij het vermoeden zullen
leest hij straks in zijn nieuwe kapel, die Jwij
hem hielpen bouwen, de eerste H. Mis tot
intentie van allen, die een of meer steenen
hebben aangedragen voor wat zijn liefste be
zit zal worden.