ivm ELCK WAT WILS. TREKJES 'NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 'Derde blad Zaterdag 21 Februari 1925 GEMENGD NIEUWS. De bedrogen bruid. Dienstbode gearresteerd. Het smullende stembureau. ORDE EN ARBEID. Uit de Kleedingindustrie. De werkverschaffing te Jipsinghuizen. Loonsverlaging in de Veen- streken. RECHTSZAKEN. Aanvaring tusschen het s.s. „Gaasterland" en het sleep- schip Cornelia Niet-aangegeven diefstallen uit „verkeerde goedigheid." Ongewenschte reclame. Uit de voogdij entzet. No. 387. DE KOSTEN DER SOCIALE VERZE KERING EN NOG WAT. In „de Werkgever" van 1 Febr. komt een artikel voor van Mr. H. W. Groeneveld, Chef van de Afdeeling Arbeidersverzekering van het Departement van Arbeid. Volgens dezen deskundige zullen de kosten van de sociale verzekering, wanneer de ziek tewet ingevoerd wordt, zoo ongeveer 125-130 miilioen guldens bedragen. Hij berekent dit meer uitvoerig als volgt In millioenen guldens uitgedrukt bedroe gen 1. de kosten verbonden aan de onge vallenwet in 1922 18.5 2. de kosten van de Land- en Tuin- bouw-Ongevallenwet zullen over hetzelfde jaar vermoedelijk hebben bedragen 1.25 3. de Zee-Ongevallenwet 0.7 4. de Invaliditeitsverzekering kost rond 53.5 (waarvan 21.5 miilioen guldens door den Staat, het overige van de werk gevers en de verzekerden). 5. de Vrijwillige Ouderdomsverze- kering, alleen door den Staat te dra gen kost ruim 29. 6. de bezoldiging der Voorzitters der Raden van Arbeid 0.3 In totaal dus ruim 103 miilioen gulden waarvan door den Staat wordt gedragen on geveer 51 miilioen gulden. Hierbij is uiteraard geen rekening houden met de kosten eener verplichte zie hengeldverze kering. Die kosten kunnen volgens Mr. Gr. geraamd worden op pl.m 2 5 miilioen guldens, waarvan echter een vb 1 ngiijk deel feeds thans in den. verm v<.u ziekengeld-uitkeeringen ten laste komt .an het bedrijfsleven. Met inbegrip der ziek- everzekering zouden de lasten van de sociale verzekering dus tot pl.m. 125 a 130 miilioen guldens per jaar komen. Deze cijfers zijn inderdaad véélzeggend. En de vraag is gewettigd of wel voldoende begrepen wordt wat er de laatste 25 jaar voor de arbeiders op dat terrein is bereikt. Ven den anderen kant is er ook tegen een r dergelijke voorstelling van de kosten nog \..l tien en ander in te brengen. M.i. volkomen terecht teekent Mr. v. d. B. daarbij dan ook aan (Kath. Soc. Weekbl. van 14 Febr. j.l.) „Wij zouden er echter deze opmerking aan willen toevoegen Bij de ziekteverzekering merkt de com petente schrijver terecht op, dat men van de geraamde kosten van pl.m. 25 miilioen eigen lijk moet aftrekken, wat thans reeds in den vorm van vrijwillige ziekengelduitkeeringen ten laste van het bedrijf komt. Wij zouden wel verder willen gaan. 't Is eigenlijk onjuist, wanneer men hier spreekt van de kosten, die og 't bedrijf en den Staat zullen drukken. Immers het bedrijf zal, althans voor een groot deel, deze kosten die op 't bedrijf en den Staat zullen drukken. Immers het bedrijf zal, althans voor een groot deel, deze kosten weer af wentelen op de verbruikers. 't Is daarom veel juister, wanneer men spreekt van de kosten, die deze verzekerin gen op het Nederlandsche volk leggen. En dan maakt men de rekening alleen zuiver op, wanneer men er van aftrekt, wat het aan het Nederlandsche volk kost, indien deze verzekeringen er niet zijn. Immers 't is duidelijk verzekering of geen verzeke - kering, ongevallen, invaliditeit, ouderdom, ziekte, komen ook dan voor. Men kan zelfs zeggen ongevallen, invaliditeit, en ziekte zelfs veel meer en veel langduriger, omdat er zonder deze verzekeringsinstellingen veel minder voor cie getroffenen wordt gedaan, en ook veel minder ter voorkoming. Welnu, ook al deze door ongeval getrof fenen, invalieden, ouden van dagen, weduwen en weezen, zieken, moeten door 't Neder landsche volk worden onderhouden. 't Is dus volkomen onjuist, dat die totale verzekeringen aan 't Nederlandsche volk 125—130 miilioen kosten. Een groot deel dier millioenen worden ook thans uit gegeven alleen op minder goede en doel treffende wijze, en ook, terwijl die uitgaven thans veelal drukken op de minst-draag- krachtigen. •- Daarom is de rechtsgrond dezer sociale verzekeringen de sociale rechtvaardig heid." Tegen deze redeneering is m.i. weinig in te brengen, want er zouden niet zoo heel veel millioenen overblijven als men eens kon na gaan wat er tóch op een of andere in elk geval een'veel slechtere wijze moest wor den uitgegeven om hen, die thans van onze sociale verzekeringen profiteeren, te onder houden. Wat niet wegneemt, dat het voor de ar beiders een niet spoedig te hoog gewaar deerd goed moet worden geacht, dat zij thans ;en wettelijk recht kunnen doen gelden, waar Zij vroeger op liefdadigheid waren aangewe zen. En de vrees, dat er voor de liefdadigheid onvoldoende tèrrein zal overblijven, kunnen we voorloopif nog wel van ons afzetten. A. J. L. INTREKKING VAN DE LANDBOUW- ARBEIDSWET. Deze week is bij de Tweede Kamer inge komen een brief waarbij wordt kenbaar ge maakt, dat het Wetsontwerp houdende bepa lingen tot bescherming van de landarbeiders (Landbouw-Arbeidswet) in verband met gewijzigde inzichten omtrent de grondslagen van zoo'n wettelijke regeling, wordtingetrok ken. Het is mij gebleken, dat deze intrekking door velen verkeerd is begrepen en men ziet daarin een gewijzigd inzicht ten aanzien van de zaak, n.l. de wettelijke bescherming van de landarbeiders, als zoodanig. Ma', geheel ten Onrechte. ITet ingetrokken Wetsontwerp is in 1917 ingediend door Minister Posthuma en het is bekend, dat Minister Aalberse een ander voorontwerp aan den Hoogen Raad van Arbeid heeft ge zonden, teneinde daarover advies uit te bren gen. Dat advies is uitgebracht en daarbij is vooral sterk naar voren gekomen, dat ten aanzien van de regeling van den arbeidstijd, zooveel mogelijk aan de georganiseerde werk gevers en werknemers moest worden overge laten om deze moeilijke zaak per Collectief Contract te regelen. Alleen als geen Collectief Contract wordt afgesloten en op het terrein van den arbeids duur misbruiken bestaan zullen de wettelijke bepalingen van kracht zijn. Dat brengt inderdaad pen geheel ander element in 't geding een dergelijke regeling gaat veel verder dan hetgeen in artikel 28 van de arbeidswet is neergelegd. Daarin wordt de mogelijkheid geopend om door overleg tusschen den werkgever en een organisatie van arbeiders die als een behoorlijke vertegenwoordiging van de ar beiders kan aangemerkt worden, binnen be paalde grenzen van den wettelijk vastgestel- den arbeidsduur af te wijken. Hetzelfde kan ook wanneer Werkgevers- en Werknemersorganisaties het met elkaar over een dergelijke afwijking ééns worden Daardoor kan een belangrijke verschuiving van de arbeidsuren verkregen worden, die een gemakkelijker aanpassing aan de behoef te van het bedrijf mogelijk maakt. Maar het beginsel neergelegd in het ad vies van den Hoogen Raad van Arbeid be treffende den arbeidsduur in den Landbouw gaat vee! verder. Daar wordt als regel aanbe volen, wat artikel 28 van de Arbeidswet als uitzondering aangeeft, er zal dus eer: t moe ten blijken dat er geen overeensten ming tusschen de groepen werkgevers en werkne mers is te verkrijgen voor de wet haar werking kan verrichten en den arbeidsduur kan aan geven. Afgaande daarop moet het wel verwonde ren, dat de R. K. en Chr. werkgeversbonden in het landbouwbedrijf, niet wat meer aan de tot standkoming van deze wet hebben mee gewerkt, want zij hebben niet de minste zekerheid, dat een ander Minister zich op een zelfde standpunt zal plaatsen als Minister Aalberse, waarvan bekend is dat hij met het beginsel zooeven genoemd zich best vereeni gen kan. Hoe dat ook zij dat de Minister kan dus terecht spreken over gewijzigde inzichten omtrent de grondslagen Van een wettelijke regeling tot bescherming van de landarbei ders zal nu wel duidelijk zijn en 't Wetsont werp, door Minister Posthuma ingediend in 1917 is daardoor totaal onbruikbaar geworden De intrekking heeft zakelijk dus niets, maar dan ook niets te beteekenen. Zij staat geheel los van de meerdere of minderè haast die ge maakt zal worden om tot een wettelijke be scherming van de landarbeiders te komen. Tot zoover dus wat den za-kelijken kant betreft. Wat niet weg neemt dat de landarbei ders door deze intrekking nog weer eens opnieuw er aan herinnerd worden dat zij nog steeds van elke wettelijke bescherming ver stoken zijn, zoodat hun onrust, al was deze zakelijk ongemotiveerd, toch wel verklaard kan worden. A. J. L. HIJ LOOPT IN DE GATEN. Reeds meermalen mocht ik er op wijzen dat de Voorzitter van het N.V.V. de heer Stenhuis, het orgaan van die Vakcentrale gebruikt als ransel-machine. Wie niet denkt en voelt zooals deze voor zitter kan zich op de noodige onbehouwen kletsen voorbereiden. Zoolang dat ging tegen de Kerkdijken.en de Communisten tot zoolang ging het nog. Maar iemand wien het trappen en slaan een tweede natuur schijnt te zijn geworden ont ziet ook eigen huisgenooten op den duur niet. De vorige week wees ik reeds er op hoe sommige leiders in de Moderne Vakbe weging al hun misnoegen te kennen gaven en thans heeft het congres van de S.D.A.P. gemeend zich even met' dezen heer te moe ten bezighouden. De heer Schaper heeft dan ook naar aan leiding van hetgeen De Bruin (Schiedam) aan het adres van Stenhuis opmerkte, zich wel is waar niet geleend om met geweld te gen hem op te trekken, maar deelde toch de niet weinig zeggende terechtwijzing uit (verslag „Het Volk"): „Hij maakt den indruk van iemand die ruzie zoeken wil. Maar wat geeft het nu, met geweld daartegen in te gaan Men ziet toch dat in de vakbeweging zelf door eminente mannen als Brautigam, Hiem- stra, Eichelshelm e.a. daartegen reeds wordt opgekomen. „Er zijn geregeld samenkomsten tus schen P. B. en N. V. V., maar toen spr. on langs weer een' convocatie kreeg had hij veel lust om weg te blijven, of om het N. V. V. te zeggen, dat het niet aangaat vriend schappelijk aan één tafel te gaan zitten, om daarna te ervaren, dat dan de partij in het orgaan van de vakbeweging een hak wordt gezet. Dat is voor onze eer onmoge lijk te dragen. (Luid applaus.)." ge kunt lid worden van onze Internationale. Al weer een stukje Vakvereenigingstaktiek waarvan men gewoon versteld moet staan. De Tribune heeft het al niet onduidelijk te verstaan gegeven dat als „Moskou" op de voor stellen ingaat en lid van de Amsterdamsche roode Internationale wordt, dat het daft niet is om samen te werken maar om de boel aan puin te slaan. Wat eigenlijk niet behoeft te worden ge zegd, want ieder die de mentaliteit van die menschen kent, weet het toch wel. Alleen Stenhuis, die toch leider is van een groote vakcentrale weet het blijkbaar niet. En we zullen moeten afwachte» of het N. V. V. en S. D. A. P. beiden ook op dit terrein den man niet in de gaten krijgen. Waar nog méér reden is, omdat wel vast staat dat zij bij een overwinning van Moskou evenmin on.zien zullen worden als wij en evengoed als wij aan den lantaarnpaal zullen bengelen wanneer het de communisten geluk ken zou on^ hun invloed naar het Westen d^i- doende uit te breiden. Te dien aanzien behoeven zij zich m. i. niet de minste illusies te maken. Maar nog erger is dat ook veel R. K. ar beiders of liever R. K. personen want, het zijn niet alleen arbeiders nog niet zien wat een zoo'n man of althans slechts weinigen kunnen klaarmaken. Alleen door aaneensluiting van allen die orde boven wanorde en kommer en ellende stellen, is te voorkomen dat we niet ter kwa der ure worden getracteerd op het Russisch regime> A. J. L Aan duidelijkheid laat dit citaat werkelijk niets te wenschen over en er blijkt zonneklaar uit dat Stenhuis ook in de S. D. A. P. goed in de gaten gaat loopen. J4u, een beetje matiging zou voor hem zelf nóch voor de arbeidersbeweging in het alge meen schade zijp. Evenmin als het schade zou zijn, wanneer het N. V. V. een andere houding aannam tegenover zijn doodsvijanden te Moskou want ook Stenhuis behoort, ondanks al zijn grofheid-ook tegenover de communisten tot diegenen, die tot Moskou willen zeggen Te Doetinchem zou Woensd; g de heer M. met mej. H. in 't huwelijk treden. Door ver broken en weer gesloten engagement was de „voorgeschiedenis" reeds een vallen en opstaan. Doch nu was 't heusch ernst. Alle toebereidselen waren genomen. De ouder lijke villa werd gerestaureerd. Diners, auto's bloemen, alles was in de puntjes geregeld, ook het bruidje was present maar.brui degom was er des nachts van door gegaan. (■„Stand.") Als verdacht van den diefstal van f 800 bij den landbouwer C;te Raan-Meerssen (Limb.) is aangehouden de dienstbode, genaamd M uit Ulestraten, deze bekende den diefstal te hebben gepleegd. Ze had het geld, dat in een zware kist was verborgen weggenomen. De kist werd later ongeschonden met den inhoud in de schuur achter het huis terug gevonden. Een twee-tal personen schijnt het meisje behulpzaam te zijn geweest. Ze kon echter niet verklaren wie deze personen zijn geweest. De gearresteerde dienstbode is opgesloten. Het is ergens gebeurd in een stil, afgelegen plaatsje, dat nooit van zich heeft doen spre ken op gemeentelijk politiek terrein, vertelt het Hbld. Alles liep zijn gangetje. Er werd vergaderd door de vroede vaderen, er werden verkiezingen uitgeschreven naar wettelijk voorschrift, en in die tijden waren de verga deringen niet van de lucht. En op het Stem bureau, tijdens de verkiezingen, werd hard gewerkt en.... behoorlijk geconsumeerd. Niemand zal da ér aanstoot aan nemen. Niemand ook, die de zon wel een sprankje in het water kan zien schijnen, zal het vreemd vinden, dat in het meerbedoelde plaatsje, sappig gelegen tusschen en aan breede, Hol- landsche stroomen, dat aan dien verkiezings- digch werd genoten van het vette der aarde. De leden van het stembureau smulden, smulden, toen de groote, rose mooten zalm werden opgediend. Die Tranen und die Seufzer, die kamen hinternachGooit daar een der Stem- bureau-lèden finaalweg roet in het eten. Figuurlijk gesproken, natuurlijk. En ettelijke weken na dato. Gaat daar dat lid een brief schrijven naar Gedeputeerden, en meent in dien brief, dat er een 'specifieke nota over gelegd moest zijn van de geconsumeerde waren. In een Raadszitting voerde de voor zitter aan, dat hij die nota was kwijt geraakt, maar dat de maaltijd negen en negentig gulden had gekost. De rekening was nogal wat opgeloopende zalm kostte zes gulden per pond.... en het leelijke van het heele geval was, dat het lid, dat dien klachtenbrief had gestuurd over die, te hooge, „onkqsten- rekening", even hard mee gesmuld had aan den zalm van zes gulden per pondenne ennede schrijver van dien brief des nachts om twee uur nog gestuurd had om wijn asjeblieft. Nietwaar, zei dat lid, da's jökkes. En er was heelemaal geen zalm geweest. Zalm is rood, dat wist dat lid maar wit goed De vischjes, die hij gegeten had, hadden slanke lijven en smalle koppen. Hij had géén rooden visch gezien en wijn had hij gedronken, niet om twee, maar om tien uur. Warme discussie volgde. De een sprak van wijn en van één uur na middernacht, de ander van zalm, de derde van kleine vischjes, die, naar de beschrijving, wel forellen ge weest zullen zijn, de vierde van drie uur en scheen zich niet meer al te best te kunnen herinneren, wit hij had geconsumeerd. Had hij nu aangezeten aan een braspartij of had hij enkel een belegd boterhammetje veror berd Discussie gesloten Sijmen betaal. DOOR ZWAVELDAMPEN GEDOOD. De Mor.tferland van den Kon. Holl. Lloyd werd dezer dagen uitgezwaveld. Twee dagen later vond men den kok levenloos en half gekleed in zijn hut liggen. Blijkbaar is hij tijdens de zwaveling aan boord gebleven zon der dat men het wist, en is door de zwavel dampen om het leven gekomen. FRAUDULEUS BANKROET. Op vermoeden van goederen te hebben onttrokken aan den faillieten boedel en baten niet verantwoord te hebben, is door de politie te Harlingen in arrest eenomen de winke lier M. L. Hij is naar het parket van den Officier van Justitie te Leeuwarden overgebracht. Het antwoord der organisatie. M De bond van kleermakerspatroons in Ne derland bericht het volgende: Van den R. K. Naaisters- en Kleermakers- bond „St. Gerardus Majella" ontvingen wij telegrafisch bericht, dat deze bond de collec tieve arbeidsovereenkomst aanvaardt met in begrip der laatste toezeggingen. De Nederl. Christelijke bond van arbeiders(sters) in de kleedingindustrie zond een telegram, waarin deze bond mededeelde zich in principe en on der voorbehoud bereid te verklaren zijn af dee lingen te adviseeren tot aanvaarding onzer voorstellen. Deze bond acht een conferentie noodig. Namens den Bond van mannelijke en vrouwelijke arbeiders in de kleedingindustrie, den Federatieven bond van arbeiders en ar beidsters in de kleedingindustrie en den Neu tralen bond ontvingen wij telegrafisch bericht, dat deze bonden de voorstellen, zooals die daar liggen, thans niet aanvaarden en zij vragen eene conferentie aan op a.s. Donder dag of Vrijdag. Deze conferentie is door den bond van kleermakerspatroons toegestaan en zou heden Donderdagochtend 11 uur te Amsterdam worden gehouden in het bondsbureau Kei zersgracht. Tengevolge dezer berichten kun nen de R. K. en Christelijke werknemers aan het werk blijven. Op de overige georganiseer de werknemers zal vanaf Donderdag 19 Fe bruari de aang: kondigde uitsluiting worden toegepast. Men seint ons uit Amsterdam: Ten aan zien van de modern, en federatief georgani seerde Werkgevers in de heerenkleeding- industrie (de groote maatzaken) is Donder dag de uitsluiting begonnen, daar zij in te genstelling met de confessioneel georgani- seerden de nieuwe contractsvoorwaarden niet aanvaard hebben. Ongeveer 40 pet. van het totaal aantal der voor de groote maat zaken werkende kleermakers valt onder de uitsluiting, te weten plm. 150 man. Ook te Rotterdam is de uitsluiting in de kleedingindustrie begonnen. Deze uitsluiting geldt alleen voor de modern, federatief en neutraal georganiseerden. Men schat het aantal op ongeveer honderd. Uit Delft wordt gemeld: De georganiseerde patroons hebben een 12-tal kleermakers, leden van den modernen bond, uitgesloten. De chr en r.-k. georganiseerde werkne mers blijven aan den arbeid. Bij de patroons niet aangesloten bij den bond, wordt door gewerkt. Voortaan geen schorsing doch ontslag. Bij de werkverschaffing te Jispinghuizen (Gron.) is het al eenige keeren voorgeko men, dat arbeiders om een of andere reden eenigen tijd moesten worden geschorst. De Rijksinspecteur voor «Ie Werkverschaffing heeft thans in opdracht van den minster van Binnenlandsche Zaken laten# bekend maken, dat in hel vervolg als vaste regel zal gelden, dat zij, die zich zoodanig ge dragen, dat verwijdering van het werk noo dig wordt geacht, onder geen beding meer tot de Centrale Werkverschaffing of andere gesubsidieerde werkgelegenheid zullen wor den toegelaten. In het vervolg dus geen schorsing, doch onherroepelijk ontslag. In een Dinsdag te Emmen-Erfscheiden- veen gehouden vergadering van verveners in die omstreken werd met het oog op de malaise in het veenbedrijf besloten, het loon niet 25% te verlagen. De organisaties zullen zich hier over nader uitspreken. De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft Woensdag een onderzoek inge steld naar de oorzaak van de aanvaring, die den 9en Januari op het IJ heeft plaats gehad tusschen het s.s. „Gaasterland" van de Kon. Holl. Lloyd en het sleepschip „Cornelia," waarbij de oudste zoon van den schipper van genoemd sleepschip overboord was ge slagen en verdronken. De loods, die de „Gaasterland" door het Noordzeekanaal naar Amsterdam had ge bracht, verklaarde, dat hij, komende ter hoogte van den steiger van de Holland-Ame- rika-lijn over bakboordsboeg op 200 a 300 M. boven elkander de lichten van een na derend sleepschip zag. Get. gaf een korten stoot op de fluit. Het sleepschip liep daarop over naar de „Gaasterland" in een richting, die haar koers sneed. Get, had eerst stuur boordsboeg gegeven, doch toen hij zag, dat dit een vergeefsche manoeuvre was, gaf hij, zonder overleg te plegen met den gezag voerder, die ook op de brug stond, bakboords- «ryw, Als get. stuurboordswal had gehouden, zou hij dwars door de sleep zijn gegaan. Hij dacht nu achter de sleep om te gaan, toen plotseling twee zwarte schimmen van sche pen kwamen opdagen. Het waren de „Cor nelia" gesleejt door de sleepboot „Albatros' Get. liet toen volle kracht achteruitslaan, maar de „Gaasterland" gir.g reeds dwars op het stuurboord van de „Cornelia"aan. Get. gaf de sleepboot van de „Gaasterland" order om te vragen of er ook persoonlijke ongeluk ken waren gebeurd, waarop een ontkennend antwoord volgde. De „Gaasterland" ver volgde daarop haar koers. Eerst later ver nam get., dat er van de „Cornelia", die «- id- dendoor was gebroken, een man overboord geslagen en verdronken was. De eerste sleep boot en de door haar gesleepte lichters, wa ren van de vereischte lichten voorzien van de tweede weet get. het niet. De eerste sleep, de „Tollens", had na de aanvaring haar koers hervat, zonder zich om de gevolgen van de aanvaring te bekommeren. De schipper van de sleepboot „Tollens", verklaarde, dat hij volle kracht, in schuine richting het vaarwater overstak en niet op de „Gaasterland" gelet had. Hij zag dit schip pas, toen hij halverwege het vaarwater was. Het fluitsignaal van de „Gaasterland" heeft get. niet gehoord, 's Avonds, tben hij te Vreeswijk was aangekomen, hoorde get. pas, dat er zoo een droevig ongeval gebeurd was. De schipper van de „Cornelia" verklaarde, dat hij zich met zijn gezin (man, vrouw en 6 kinderen) aan boord bevond. Hij voerde de voorgeschreven lichten, evenals het boot je, dat hem sleepte, de „Albatros", De „Tol lens" liep toen plotseling met zijn sloep voor hem over, waardoor de „Albatros" moest stoppen. Get. riep onmiddellijk zijn oud sten zoon Jan aan dek. Deze liep naar voren. Get. hoorde hem nog roepen tegen de be manning van de „Albatros" „vooruit, voor uit Daarna beeft hij niets meer van hem gehoord, of geri -n. De achterste lichter var. de sleep van de „Tollens" voer de „Cornelia" aan, waardoor deze dwars in het vaarwater kwam te liggen. Fluiten van het stoomschip heeft get. niet gehoord. De Raad zal later uitspraak doen. Een waarschuwing van Mr. Servatius. Het aantal diefstallen dat niet vervolgd wordt, omdat er geen aangifte wordt gedaan, is in een stad als Amsterdam, zeer groot Meestal uit „goedigheid," dikwijls ook omdat men tegen de juridische „sousah" opziet, ontslaat men diefachtig personeel zonder meer. Bedienden op kantoren, dienstmeisjes en personeel in allerlei andere bedrijven krijgen op staanden voet ontslag en vervolging blijft achterwege. Ofschoon het gelukkig is te achten dat betrekkelijk zoo weinig menschen wraak gevoelens koesteren ten opzichte van de genen, die hen dupeeren en van hun vertrou wen misbruik maakten, toch treedt soms heel scherp aan het licht van hoe noodlottigen invloed dit misplaatst medelijden kan zijn voor de „zwakke broeders," èn zusters zélf als ze al te gemakkelijk ontkomen aan de „wrekende gerechtigheid." "Voor den politierechter te Amsterdam, mr. Servatius, verscheen Donderdagmiddag een jongmensch, dat een betrekkelijk geringe verduistering had gepleegd. Hij had het geld van geïnde kwitanties onder zich gehouden en met allerlei slinksche streken zijn misdrijf verborgen. Niettemin bedroeg het totaal verduisterde bedrag slecht pl.m. f 125 en de jongeman zou ongetwijfeld in de termen val len voor een voorwaardelijke veroordeeling indien over hem niet het rapport was uitge bracht dat mr. Servatius het slechtste noemde dat in zijn loopbaan onder de oogen was ge komen. Het was één aaneenschakeling van diefstal len, één serie oplichtingen op allerlei.wijze. En het eigenaardige was dat dit alles pas is uitgekomen, lang nadat de feiten gepleegd waren toen men in verband met het laatste misdrijf een onderzoek ging instellen bij de vroegere patroons van den delinquent. De beklaagde bekende de feiten en mr. R e i 1 i n g h eischte drie maanden gevange- nistraf, waarop de verdediger voorwaardelijke veroordeeling vroeg op grond van het.feit, „dat de beklaagde nog nooit een ernstige waarschuwing had gehad." Mr. Servatius deed onmiddellijk uitspraak Hij deelde de meening van het O. M., dat een voorwaardelijke veroordeling niet kan wor den gegeven aan een beklaagde, die vobr den rechter verschijnt met zulk een verzwarend rapport als deze jongeman. „Was een der allereerste patroons," zei mr. Servatius, „verstandig genoeg geweest, om aangifte van diefstal te doen, dan zou onge twijfeld een voorwaardelijke veroordeeling mogelijk zijn geweest en dan zou deze beklaag de wellicht nooit in de gevangenis zijn ge komen. Maar al de opeenvolgende werkgevers bij wie hij verduisteringen of diefstal pleegde, ontsloegen hem alleen, deden geen vervol ging instellen uit „goedigheid." Ik aarzel niet het een buitengewoon afkeurenswaardig verschijnsel te noemen dat zooveel patroons verzuimen aangifte van diefstal te doen. Dezen beklaagde en zoo zijn er zeer velen is het zoo gemakkelijk gemaakt, dat hij veel te licht over het misdrijf is gaan denken. Eindelijk, nu het te laat is, volgt aangifte." Mr. Servatius veroordeelde den beklaagde tot drie maanden onvoorwaardelijke gevange nisstraf, overeenkomstig den eisch, met de ernstige waarschuwing in het algemeen aan werkgevers, niet door misplaatste goedigheid personeel, dat op „het hellend vlak" is, nog dieper omlaag te brengen. Zaterdagmorgen 17 Januari 1.1. trok het in de Fannius Scholtenstraat te Amsterdam de aandacht van twee politieagenten, dat in een luxe-auto vleesch werd vervoerd. Zij vonden dat verdacht en hielden de auto, toen deze voor een slagerswinkel stil stond,-aan. Ter wijl de een bij de auto de wacht bleef hou den, ging de ander naar een politieposthuis om met het abbattoir te telephoneeren. Hij kon echter geen aansluiting krijgen en keerde bij de auto terug. Inmiddels was er veel pu--- bliek toegestroomd en de slager, die deze be langstelling voor zijn zaak zeer schadelijk vond, verzocht den agenten de auto een eind verderop te laten rijden en daar het onder zoek te doen plaats hebben. De agenten wei gerden dat en volgens de eigen verklaring van een der agenten voegde hij den bekl. toen deze op de ongewenschte reclame wees, die voor zijn zaak gemaakt werd, toe „Die re clame is zeer goed voor je. Ais 't blijkt, dat 't vleesch werkelijk goed is, dan is het reclame vooqje zaak als het publiek ziet.dat l'e: vleeseh weer naar binnen gaat. Dan is dat dubbele reclame voor je." De slager was het met die opvatting heele maal niet eens en beklaagde zich voor den po litierechter voor wien hij terechtstond, om dat hij een der agenten een paar scheldwoor den toegevoegd had hevig over de schade, die de agenten hem door hun z.i. ongemoti veerd optreden hadden toegebracht. De om zet in zijn zaak was sedert wel met f 500 verminderd. Voor den Politierechter bleek, dat bekl. vroeger wél eens wegens frauduleus vleesch- vervoer was geverbaliseerd, maar dat het vleesch, dat de agenten op 17 Januari aange houden hadden, deugdelijk en van de ver eischte Keuringsmerken voorzien was Het O. M. mr. Reiling, zeide zich te kunnen voorstellen, dat bekl. door den op loop, die voor zijn winkel ontstond, opge wonden en driftig werd, eischte zijn veroor deeling tot f 10 boete of vijf dagen hechtenis. Vonnis wijzende, merkte inr. Servatius op, dat de eenvoudige beleediging van een ambtenaar in de rechtmatige oefening zijner bediening bewezen is. Men kan, zei hij, deze zaak van twee kanten beschouwen. Van den eenen kant had de politie alle aanleiding om een onderzoek in te stellen, maar anderzijds moet er rekening mee gehouden worden, dat bij het onderzoek niet geblekeiT is, dat hier overtreding heeft plaats gehad. Dit maakt dat de zaak ook wat gunstiger voor bekl. uitvalt- Mr. S. m'eende dat de officier met die verschil lende omstandigheden in zijn requisitoir re. kening heeft gehouden en hij vei oordeelde den beklaagde dienovereenkomstig tot f 10 boete of vijf dagen hechtenis. Een 46-jarig kleermaker, die onlangs door den politierechter veroordeeld werd tot twee maanden gevangenisstraf, omdat hij in de Leidschestraat te Amsterdam een. kostbare spiegelruit had vernield, stond Woensdag andermaal voor den politierechter, mr. Servatius, terecht terzake van een vroegere vernieling van een aantal ruitjes in het Stadsbestedelingenhuis. Beklaagde: Ik verlang naar mijn kind Ik beschouw 't als een rechtsverkrachting, dat ik niet tot mijn kind toegelaten word. Mr. Servatius: Ik beschouw 't als een rechtsverkrachting, dat ouders hun kin deren in een dergelijken toestand brengen, dat de Kinderpolitie en de Voogdijraad moeten ingrijpen. Bekl.: Als 't moedwil was, maar kan ik 't helpen, dat ik geen werk kan krijgen? M r. S. Maar u kan 't wel helpen, dat u drinkt, 't Is niet de eerste maal, dat ik u hier gezien heb. Was u nuchter toen u het feit pleegde Bekl.: Nou, ik had wel een paar borrels op. Uit de behandeling van deze zaak bleek, dat een kind van bekl. op 17 December 1.1. door tusschen komst van de Kinderpolitie in het Stadsbestedelingenhuis was opgenomen, omdat het door den vader aan zijn lot over gelaten werd. Vervolgens had de Voogdijraad den vader uit de voogdij ontzet. Van „Stads- j.estedeling" was het kind toen geworden ,,v o o g d ij r a a d k i n d" en van dat oogen- Mik af zoo wilde het voorschrift 't nu een maal mocht niemand meer zonder toe gangsbewijs van den Voogdijraad tot het hind worden toegelaten. Ook de vader niet. Toen deze nu toch in den namiddag vat? Dinsdag 27 Januari zonder voorzien te zijn van een toegangskaart, zich aan het gesticht vervoegde om zijn kind te zien, liet de waar nemende portier hem niet verder toe dan de vestibule. De portier deelde hem mede, dat hem opgedragen was, hem geen toegang te verleenen. De man, die onder den invloed van drank verkeerde, tengevolge waarvan hij, blijkens zijn bemodderde kleeren, reeds op de straat gelegen had, begon dadelijk een hoogen toon aan te slaan. De portier zwichtte hiervoor echter niet en wist den vader naar buiten te loodsen. Daar koelde hij zijn woede aan de ruiten. Niet minder dan één-en-dertig sloeg hij er in, gedeeltelijk met een stok, gedeeltelijk met de hand. Toen kwam de politie, die hem inrekende. De directeur van het gesticht, de heer W. F. van Voorst, verklaarde dat hij de ver oorzaakte schade heeft laten opnemen. Zij bedroeg f 26.60. Voorts .getuigde hij, dat volgens een rapport bekl. een onverschillige dronkaard is, die zich het lot van zijn kin deren niet aantrekt. „Op 6 Januari, toen bekl. ook aangeschoten in het gesticht kwam en met de vuist op tafel stond te slaan, heb ik hem," dus zei de heer Van Voorst, „reeds meegedeeld, dat hij zonder kaart van den Voogdijraad geen toegang tot zijn kind kon krijgen. Drie weken later kwam hij terug en sloeg de ruiten stuk. Ik hoor dat bekL Maandag weer aan het gesticht geweest is en toen dreigend tot den huisknecht sprak „zou ik maar weer eens Bekl.: Omdat er gelogen wordt van me. Ik geloof, dat ze zelf bezopen zijn. Der is mij niet gezegd, dat mijn kind een voogdijkind was en dat ik verlof van den Voogdijraad moest hebben om het te zien. M r. S. Ja, als u altijd onder den in vloed van drank is, dringt dat niet tot u door. B e k 1Ik was opgewonden. Ik wil mijn kind weer terug hebben Het O. M., mr. R e i 1 i n g h, eischte veroordeeling van den bekl., die een nieuwe waarschuwing moet hebben, tot zes weken gevangenisstraf. Mr. Servatius: Het feit is gepleegd vóór de vorige tegen den bekl. uitgesproken veroordeeling tot twee maanden, en de Wet schrijft voor om daarmee rekening te hou den. Waar ik anders een zwaardere straf zou opleggen, veroordeel ik den bekl. thans eveneens tot twee maanden gevangenisstraf- 'n Afscheid. Velen zullen hem reeds hebben vergeten. Zoo gaat 't in ons d.ukke, snelh hven, waar in elke em tie, elke gedachte, elke gebeurte nis weer zoo gauw door 'n volgende wordt opzij geduwd. Maar hij vergat ons niet, de dankbare Pater van Emmerik, die al weer tusschen z'n parochianen zit en reeds voorbereidingen treft tot het bouwen van z'n nieuwe kerkje. En hij verzocht me, voo 'n enkele keer mijn plaats aan hem af te st tot het spreken Van 'n woord van dank e 'scheid. Z'n brief is haastig, m telegramstijl ge schreven, en de Pater verzoekt me, zijn woorden „wat passender voor de krant" aan een te vlechten. Oceaan. Januari 1925. Zoo is dan het afscheid genomen en de tijd van rusten voorbij. In Amsterdam gin gen we zonder veel formaliteiten aan boord. Vele familieleden vergezelden mij en de an dere missionarissen tot IJmuiden. Juist om twaalf uur zette de boot zich lang zaam in bewegingen we waren allemaal stil. Het is niet te beschrijven welk gevoel je be kruipt, als je zoo langzaam wegtrekt over het water, en je Vaderlandschen bodem gaat verlaten.... misschien voor altijd. Eenige familieleden en vrienden blijven aan walwe wuiven en zien eikaars gestal ten kleiner worden, vervagen tot stippen de groote wereldstad trekt van ons weg en we zitten in het Kanaal. Dan wordt er geluncht. Er wordt gepraat en gelachen, maar de vroo rijkheid is niet onvervalschtwe voelen, dat straks de laatsten van ons weg zullen gaan en de lach van velen, die zullen achter blijven, is slechts het masker, dat de tranen bedekken moet. Na de lunch wordt de boot bezichtigd en we staan weer eens verbaasd over de pracht- inrichting van deze oceaan-stoomers.. Te gauw zijn we in IJmuiden en de familie leden en vrienden moeten er af. Er wordt nu voorgoed afscheid genomen De een moet scheiden van zijn ouden vader, de ander van zijn ouders, broers en zusters Van de weinige oogen blikken, dat de boot nog stil ligt, wordt geprofiteerd tot het voeren van 'n paar haastige gesprekken van wal tot schip. Dan schuift de kolos de sluis uit. Er wordt geschreeuwd, geschreid „Dag, dag 1 Vaarwel, vaarwel 1" Nog vijf minuutjes zien we elkaar.... dan is 't uit. We zitten in zee, om over drie weken weer aan 't werk te gaan voor God's glorie en het heil der zielen. Al dobberend op den Oceaan wil ik nog eens allen een hartelijk „vaartwel" toeroe pen en mijn overgrooten dank betuigen aan allen, die mij door hun giften geholpen hebben, om aanstonds in mijn parochie een lief kerkje te gaan bouwen ter eere van den H. Antonius. Een kerkje van louter „Hollandsch geld, 't grootste deel uit Haarlem, mijn geboorte stad I Ik behoef dus wel niet te verklaren, dat ik, telkens als ik met trots en vreugde dit „Hollandsche monument" mag aanschouwen met groote erkentelijkheid de milde gevers zal gedachtig zijn. O, hoe gaarne zou ik U allen afzonderlijk en persoonlijk hebben willen bedanken, maar het is mij niet mogelijk geweest. Graag zou ik de voornaamste medewerkers van af de boot een schrijven zenden, ieder afzonder lijk, maar het gaat niethet ontbreekt mij aan voldoende adressen en het voor naamste bezwaar is, dat ik dan weer veel van mijn centjes zou kwijtraken, want het is hier duur correspondeeren 1 Daarom, beste vrienden en weldoeners, doe ik het door middel van dé krant, bij voor baat vertrouwend, dat vriend N. voor een keer z'n plaats zal willen inruimen. Vanaf den Oceaan dank ik U allen uit ganscher harte, allen, die met woord of daad hebben bijgedragen tot het verkrijgen van dat mooie resultaat, tot heil van mijn Missie... En, dit schrijvende, zend ik de smeekbede ten Hemel, dat God het U moge vergelden; dat Hij U zal zegenen in Uw gezinnen en in Uw zaken. Wanneer U dit leest ben ik reeds op mijn bestemming. Dan zal ik mijn parochianen reeds hebben verteld van de brave, milde Hol landers, van mijn goede stadgenooten, die hebben gemaakt, dat ik kon bereiken, wat 'k bij mijn eigen omgeving niet tot stand kon brengen.- Wellicht zullen de rijke planters, die zoo veel kunnen, maar zoo weinig wilden missen voor mijn bouwvallige kapel, reeds beschaamd staan en hun harten alsnog openen voor mijn te lang uitgestelde plannen. Goede vrienden, ik moet eindigen. Er wacht mij weer zoo veel ander werk van voor bereiding. God, ons aller Vader, zal U loonen voor wat Ge aan mij, dus aan Hem hebt gedaan. Weest er van overtuigd, dat ik de weldoeners in de H. Mis zal gedenken. Vaartwel Tot hiernamaals God weet het. Bonifacius v. EMMERIK. O. F. M. Zoo is Pater van Emmerik van ons heen gegaan.... met een hart vol dankbaarheid jegens ons. Het zal allen, die hem in staat stelden zijn vurigste wensch in vervulling te doen gaan, zeker genoegen doen nóg een afscheids groet van hem te hebben vernomen. Morgen is Pater van Emmerik weer ver geten. Zoo is ons leven, dat gonst en zoemt en vliegt in de jacht-golf van electriciteit, avia tiek en radiowaarin de eene gebeurtenis de andere verdringt en verplet, waarin hon derd anderen tot ons komen en weer gaan, om haastig hun plaatsen in te ruimen. Maar hij vergeet ons niet En zonder dat wij het vermoeden zullen leest hij straks in zijn nieuwe kapel, die Jwij hem hielpen bouwen, de eerste H. Mis tot intentie van allen, die een of meer steenen hebben aangedragen voor wat zijn liefste be zit zal worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9