De geheimzinnige treinroof.
De Katholieken en de Olympische
spelen 1928.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Maandag 23 Februari 1925
Van de overige vraagstukken zal vermoe- J de aan de petroleumbronnen aangerichte
Een buitengewone conferentie over het vraagstuk der ontwapening van
Duitschland te wachten? Het grens verschil tusschen Italië en Egypte;
een ultimatum. De toestand van den koning van Engeland. Dawes
over Frankrijk's verarming. De Zeppelin werf te Friedrichshafen; een
poging tot behoud.
Onder de radioberichtenDe kwestie van Frankriik's veiligheid. Een
aanslag op Buigaarsche ministers. De toestand van Branting verergerd.
President Coolidge over de ontwapening.
Alle mannelijke ingezetenen boven de 30
De moord in de Engelenburg
straat.
RECHTSZAKEN
Gem. buitenl. berichten.
RECHTSZAKEN.
FEUILLETON.
Te voorkomend.
Een onwillig wethouder.
KUNST EN KENNIS
I
e (slot.)
Nadat wij hebben nagegaan het alge
meen standpunt van den katholiek tegen
over de Olympische spelen 1928, het stand
punt van het katholieke Nederlandsche
volk en zijn staatkundige vertegenwoordi
gers, in verband met de kwestie van den
geldelijken steun, zoowel uit de overheids
kas als uit het „privaat-bezit", zullen wij
thans in het bijzonder nog iets zeggen over
de houding van dit deel der katholieken,
dat georganiseerd is in en sympathiseert
met de op katholieken grondslag vereenig-
de sporlbeweging.
Hoe moet vooral deze zich sportief en
financieel gedragen tegenover de aanstaan
de Olympische spelen? En hoe moet ver
der haar houding zijn?
Het spreekt vanzelf, dat onder de ka
tholieke sportbeoefenaren, in de Roomsche
organisatie vereenigd, directe belangstel
ling voor dit sportfestijn bestaat.
Het is niet overbodig, daar iets over te
zeggen, want men meent wel eens, dat deze
belangstelling moet worden tegengegaan als
verleidelijk en gevaarlijk. Alweer: enthou
siast hehoeven wij deze belangstelling niet
aan te moedigen. Laat ons in juiste banen
leiden! Voor menigeen van de katholieke
sportorganisatie zal daar straks in het
Olympisch stadion te Amsterdam iets te
leeren en veel te genieten zijn. Wij weten,
dat het vreemd gevonden wordt, zoo iets
thans te beweren. Vergeet men dan, dat
bijv. de R. K. F. altijd voor haar leden
belangstelling voor de interland-wedstrijden
van den N. V. B. officieel aanmoedigde?
Wat was" daar tegen? Niets eenvoudig. Het
had, ook voor het doel der Roomsche or
ganisatie, veel voordeel! Toch moeten wij
in zulke dagen voor tegenwicht zorgen.
Duidelijk bijv. nog eens het katholieke
ptandpunt inzake de algemeene sportkwes-
ties belichten en doen blijken aan de mee-
rendeels jongere enthousiasten voor zulke
Olympische sport, dat trouw aan de Room
sche vaan noodig is, ook al bereikt men
daar niet licht olympische records en in
ternationale prestaties!
Wij hebben al eens de opmerking ge
hoord, dat overheidsgeld zal worden aan
gewend voor steun aan Olympische spelen,
waaraan de katholieke sportbeoefenaren
niet actief zullen deelnemen.
Maar zou men dan leden van katholieke
organisaties mogen uitsluiten? Die vraag
beantwoorden wij ontkennend en het is,
dunkt ons, duidelijk genoeg waarom. Al
leen zal deelneming formeel niet zoo ge
makkelijk te regelen zijn, omdat geen en
kele katholieke organisatie bij het Neder-
landsch Olympisch Comité is aangesloten.
Afgezien van de vraag, of dit practisch
mogelijk is (niet dus, of het principieel ge
weigerd zou worden, want dit achten wij
ongeoorloofd) achten wij dat om allerlei re
denen niet aanbevelenswaardig, tenzij al
leen om eventueele deelneming aan de
Olympiade mogelijk te maken. In het bui
tenland is deze zaak in elk geval geregeld.
.Het is bijv. interessant er aan te herinne
ren hoe op de Antwerpensche Olympiade
1920 de katholieke gymnasten de beste
turners en de fraaiste banieren hadden! En
in de spelen van Parijs 1924 deden aan de
athletiek-kampen verscheidene leden van
de Frrnsche katholieke organisatie (de F.
G. S. P. F.) mede, die werkelijk niet zoo'n
slecht figuur sloegen. Al werd er géén offi
cieel geclasseerd (dit gaat slechts tot de
vierde plaats) uit de officieele Fransche
katholieke gegevens van dien tijd blijkt ons
dat in sommige kampen (100 en 400 meter
bijv.) de zevende plaats werd ingenomen,
alzoo beter bijv. dan menig deelnemer van
ons N- O. C.
Wij waren vroeger en zijn thans nog bij
soortgelijke kwesties van oordeel, dat bui-
tenlandsche voorbeelden voor ons niet be
slissend moeten zijn. Wij nemen er ter be
oordeeling kennis van en bepalen dan ean
eigen standpunt. In België bijv. speelt de
Roomsche Voetbalclub op eersten Pinkster
dag. Hier in Holland denken wij daar niet
aan!
Stelt men de kwestie of katholieke or
ganisaties principieel afwijzend moeten
staan tegenover de vraag of zij actief aan
de Olympische Spelen 1928 kunnen deelne
men, dan moet ons antwoord, naar wij
meenen, in dit geval ontkennend luiden.
Die actieve deelneming aan de spelers door
katholiek georganiseerde sportsmen is prin
cipieel o.i. niet ongeoorloofd.
Het kan voor de katholieke organisaties
èn voor de Olympsche spelen zijn nut heb
ben, na te gaan of die deelneming practisch
mogelijk is. Want dit zou natuurlijkerwijs
in belangrijke mate van invloed zijn bij de
bepaling van de hoegrootheid der „finan-
cieele belangstelling" voor de Olympisohe
spelen onder katholieke sportslui. Dit is,
dunkt ons, zoo duidelijk, dat wij daar
over wel niets meer zullen behoeven te
zeggen!
Of ar practisch wel ooit iets van actief
deelnemen van een onzer aan de Olym
piade komen zal? Wij leven pas in 1925!
De Olympiade, met betrekking waartoe wij
speciaal deze beschouwingen schreven,
wordt pas gehouden in 1928! Nog ruim drie
jaar den tijd! Intusschen k a n de Roomsche
organisatie nog veel vooruit gaan!
i
Zal zij veel vooruitgaan?
Dit hangt van de katholieken af. In de
eerste plaats van die katholieken, welke
nog steeds door lidmaatschap en steun aan
de neutrale organisaties gebonden blijven!
Toch zei pater Borromaeus nog niet zoo
heel lang geleden te Amsterdam op een
groote vergadering: Ik kan me niet voor
stellen, dat een eerste klasse katholiek in
de neutrale organisatie .blijft!
Het is inderdaad dikwijls niet te begrij
pen! Men weet heel goed, hoe de ongebrei
delde sportopvattingen en neutrale sport-
methodes aan eei\, in dit geval te noemen
uiterste katholieke zijde, felle bestrijding
vinden, meerendeels terecht. Heeft men
niet bedacht, dat men deze, niet altijd even
sympathieke strijdwijze veel van haar grond
ontnemen zou, door de neutrale organisa
tie vaarwel te zeggen en de katholieke te
steunen en te helpen groot maken?
Mocht in deze dagen, nu de algemeene
belangstelling zeker meer gericht wordt
op de sport en de haar omringende
kwesties, nu de voorbereiding gaande is
voor het Olympisch festijn van 1928 waar
voor bij publieke en private beurzen om
geldelijken steun wordt aangeklopt, bij die
talloos vele katholieke sportmenschen in
het neutrale kamp toch eindelijk eens het
besef doordringen, dat er ook in de
soort een antithese bestaat. Een antithese,
die men wel kan trachten weg te redenee
ren van Roomschen kant, maar die nooit
zal verdwijnen door het karakter van efe
overzijde. Dat bij zulke machtsverhoudin
gen de Roomsche kant het onderspit de'ft
en practisch de schade' lijdt, ligt in al zijn
verschrikking en bittere gevolgen voor de
hand! Maar. men gelooft het niet, men ge
lóóft het niet!....
delijk dat van de Schupo (veiligheidspoli- schade. Weliswaar hebben de Engelschen de
tie) tot lange gcdachtenwisselingen leiden,
Haarlem.
H. N. SMITS.
Engeland, Frankrijk en Duitsch-
land's bewapening.
Op het departement van buitenlandsche
faken te Londen werd Zaterdag aan de jour
nalisten medegedeeld, dat Herriot het, met
het oog op den financieelen toestand in
Frankrijk, niet mogelijk acht ook maar voor
den tijd van 48 uur naar Londen te gaan.
Chamberlain zal daarom op weg naar Ge
neve een dag te Parijs blijven om met den
Franschen premier overleg te plegen, en
waarschijnlijk op zijn terugreis nogmaals
een dag te Parijs blijven. De besprekingen
tusschen Herriot en Chamberlain zullen uit
sluitend betrekking hebben op het rapport
van de militaire controle-commissie nopens
de ontwapening van Duitschland. Het vraag
stuk van de oorlogsschulden zal daarbij niet
worden aangeroerd.
In Britsche regeerinjgskringen blijft men
de verwachting koesteren, dat Herriot alsnog
met Chamberlain en Churchill te Londen
de quaestie van de oorlogsschulden zal ko
men bespreken, maar men heeft nog geen
verdere stappen gedaan om deze conferentie
voor te bereiden.
Ook indien Chamberlain twee dagen te
Parijs aan de bespreking van het rapport
nopens Duitschlaild's ontwapening zal kun
nen wijden, zal nog nader overleg tusschen
de geallieerde regeeringen over deze quaes
tie noodzakelijk zijn, alvorens de nota aan
Duitschland kan worden verzonden. Wan
neer dit zal kunnen geschieden, hangt af van
de vorderingen welke de commissie te Ver
sailles maakt, welke het rapport moet be-
studeeren. Op het oogenblik wordt het rap
port bestudeerd door de deskundigen van
het Engelsche departement van oorlog, die
het Woensdag a.s. in handen van het kabi
net zullen stellen.
Een R. C.-bericht uit Londen meldt, dat
de Daily Telegraph gelooft, dat het verslag
van de militaire missie der geallieerden over
Duitschland'» ontwapening geenszins zoo
ernstig is als men veelal aanneemt. Dit heeft
vooral betrekking op die gedeelten, welke
over het oorlogsmaterieel handelen. De te
kortkomingen en ontduikingen op dit stuk
zouden op korten termijn terzijgesteld kun
nen worden.
hoewel vroegere Duitsche regeeringen zich
reeds bereid hadden verklaard, de Schupo op
de basis van een burgerlijke politie te reor-
ganiseeren.
De definitieve beteekening van de tekort
komingen aan Duitschland zal vermoedelijk
niet eerder dan half Maart geschieden, om
dat het verslag vóór Chamberlains vertrek
naar Genève de verschillende phasen van
onderzoek nog niet doorloopen kan hebben
en Chamberlain op weg naar Genève en te
rug waarschijnlijk met Herriot een ontmoe
ting zal hebben.
De „Times" verwacht, dat Duitschland's
ontwapening op een bijzondere conferentie
der geallieerde ministers behandeld zal wor-
zat worden. Luther en Stresemann hebben
herhaaldelijk verklaard, dat de kwestie door
mondelinge onderhandelingen opgelost zou
kunnen worden en dat een algemeene over
eenstemming te bereiken zou zijn, met uit
zondering van het punt, dat betrekking heeft
op het kazerneeren van de groene veiligheids
politie. Vandaar zal het noodig zijn te over-
I wegen, wanneer en hoe de Duitschers ge-
raadpleegd kunnen worden. Dat dit natuur-
lijk pas nadat Engeland, Frankrijk en België
het eens zijn geworden over de kiesche kwes
tie van de wijze van handelen.
Dawes over Frankrijk's
verarming.
Uit Chicago wordt gemeld, dat Dawes in
een afscheidstoespraak in de bankiersclub
alvorens zijn ambt van vice-president van
de Vereenigde Staten te aanvaarden gezegd
heeft, dat maar weinig menschen er zich re
kenschap van geven hoezeer Frankrijk ver
armd is door den oorlog. Hij voegde er aan
toe dat zijn persoonlijke meening was en
niet die van de Vereenigde Staten dat als po
litiek heeft, dat Frankrijk betalen moet naar
zijn betalingscapaciteit. Dawes sprak de hoop
uit dat er vroeg of laat een „Dawes-commis-
sie" zou komen om te onderzoeken hoeveel
Frankrijk betalen kan of dat het niet verstan
diger zou zijn Frankrijk's schuld te annulee-
ren.
De Spanjaarden in Mar-
rokko.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
hebben de Spaansche troepen het vuur ge
opend op Djeballa, waar zich in de interna
tionale zóne lieden bevonden, die juist van
de markt te Tandsjer teruggekeerd waren.
Een vrouw moet door de beschieting gedocd
zijn en drie mannen gewond. De overheid
heeft bij den Spaanschen commandant ge
protesteerd. Men meldt samenkomsten van
opstandelingen in de Spaansche zóne..
De nieuwe Pruisische crisis.
De Berlijnsche bladen bespreken de nieu
we regeeringscrisis in Pruisen al naar hun
partijkleur. De rechtsche pers en ook de
Rothe Fahne juicht en ziet in Landdagont
binding en nieuwe verkiezingen de eenige
oplossing, terwijl de linksche organen de
coalitie van Weimar aanmanen hecht te blij
ven en bij de nieuwe'verkiezing van een eer-
ste-minister op 4 Maart weer Marx te kie
zen en af te wachten of de oppositie van
uiterst rechtsch en uitst linksch eensgezind
blijft.
Sommige bladen schijnen te verwachten
dat de communisten lang met de Duitsch-
nationalen en volkschen kunnen samen
gaan, doch de Frankf. Ztg. komt deze illusie
verstoren met de opmerking dat juist de
communisten hun draai hebben in een per
manente crisis, omdat zij een regeeringz-
chaos wenschen.
De rechtsche partijen zullen al evenmin
geneigd zijn hun oppositie op te geven. Zij
hopen ook in Pruisen het centrum naar
rechts te trekken, gelijk hun dat in het rijk
reeds is gelukt. Bij die speculatie loopen zij
wel het gevaar dat het centrum hun in het
rijk de dwarsdrijverij in Pruisen vergeldt,
maar die kwade kans schijnt hen niet af te
schrikken.
De Berlijnsche bladen vermoeden, dat
de beide leden van de centrumspartij in den
Pruisischen Landdag, die niet aan de stem
ming over de motie van vertrouwen in het
kabinet-Marx hebben deelgenomen, hoewel
zij in het gebouw waren, niet aan den wensch
van hun partij om hun mandaat neer te leg
gen gevolg zullen geven, doch over zullen
loopen naar de rechterzijde.
Het geschil met Roemenië.
De Duitsche bladen deelen uitvoerige bij
zonderheden mee over het geschil met Roe
menië dat tot ernstige verwikkelingen dreigt
te leiden.
De eischen van Roemenië, gegrond op
art. 259 van het Verdrag van Versailles, be
treffen in hoofdzaak de bankbiljetten ten
bedrage van 1% milliard lei, die de Banca
General te Boekarest tijdens den grooten
oorlog op bevel van de bezetters heeft uitge
geven. Later heeft de Roemeensche Natio
nale Bank deze biljetten ingewisseld (welke
transactie van ongunstigen invloed op den
koers van de lei is geweest) en thans wil Roe-
mepië de daarbij geleden schade op Duitsch
land verhalen.
Ter conferentie te Londen heeft de Roe
meensche regeering getracht haar eischen
opgenomen te krijgen in het plan-Dawes,
doch dat is toen afgewezen.
De Duitsche bladen beroepen zich thans
op de te Londen getroffen regelingen, waar
mee Duitschland, wat de schadevergoeding
betreft, kij kaf is. Dit geldt niet alleen voor
de bankbiljetten-zaak, doch ook voor de ver
dere eischen, die o.a. betrekking hebben op
boortorens en putten beschadigd, doch Roe
menië beschouwt dit als een gevolg van den
Duitschen inval.
Ofschoon de Duitsche regeering bijgevolg
geen gevolg wil geven aan de Roemeensche
eischen, is zij wel tot een schikking bereid.
Dit blijkt uit haar nota van 28 Januari, waar
in zij Roemenië een som van 50 millioen
goudmark heeft aangeboden, op welk voor
stel nog geen antwoord uit Boekarest is inge
komen. Ook heeft zij zich bereid verklaard
deel te nemen aan de in deze maand te Wee-
nen te houden onderhandelingen tusschen
Oostenrijk en Roemenië.
Inzake het Duitsch-Roemeensch geschil
heeft de Roemeensche minister van Buiten
landsche Zaken verklaard te hopen, dat
Duitschland nog op het laatste oogenblik
jaar worden verkiesbaar voor het parlement
met dezelfde uitzonderingen.
MISLUKTE IMMIGRATIE IN
AUSTRALIË.
Honderden Grieksche en Servische land
verhuizers die geen werk hebben kunflen
vinden, hebben zich gisteren ingescheept om
naar Europa terug te keeren.
DE ZAAK DEM AN.
Zondag ving voor het hof van beroep de
behandeling aan, in appèl van de zaak De-
man eenige Men weet, dat de Vlaamsche
ambtenaar Remi Deman eenige weken ge
leden door de boetstraffelijke rechtbank te
Brussel werd veroordeeld tot 3 jaar opslui
ting en het betalen van 50.000 franks ver
goeding aan de ouders van den door hem tij-
Roemenië's gewettigde aanspraken zal vervul- dens een relletje neergeschoten secretaris der
len. Er wordt een ministerraad gehouden fascistische partij, Maquet. Zoowel Deman
die waarschijnlijk den datum zal vaststellen als het Openbaar Ministerie teekenden
de represaillemaatregelen tegen hoewel om redenen van verschillenden aard
appèl aan tegen dit vonnis. De Vlaamsche
pers opende een solidariteitsinschrijving ten
bate van het gezin Deman en bracht aldus
circa 150.000 frs. bijeen, hoewel slechts om
50.000 fres. was verzocht.
Met de voorlezing van het verslag der be
handeling van de zaak-Deman door de boet
straffelijke rechtbank ging de heele ochtend
voorbij. Na den middag kwamen het Open
baar Ministerie eri een der verdedigers van
Deman, mr. H. JJorginon, aan het woord.
Na pleidooien van mrs. Borginon en De-
waarop
Duitschland zullen worden toegepast.
Verklaringen van den Tnrkschen
Minister van Buitenlandsche Za
ken.
In de Turksche Kamer heeft de minis
ter van Buitenlandsche Zaken verklaard, dat
Turkije niet zal antwoorden op de laatste
Grieksche nota in de kwestie van den pa
triarch en dat zij ook niet voor den Volken
bond verschijnen zal, daar deze slechts ge
roepen is tot het bewaren van den vrede tus
schen staten en het in dezen om een interne
binnenlandsche aangelegenheid gaat, waar
bij de Volkenbond niet tusschenbeide ko
men kan.
De „Times" verneemt uit Konstantino-
pel, dat de Turksche minister van Buiten
landsche Zaken verklaard heeft, dat* in zake
de Mosoel-kwestie zijn hoop gegrond was
op de onzijdigheid van de commissie van on
derzoek en op den geest van onafhankelijk
heid van de bewoners, tegen welke misschien
bedreiging uitgeoefend zou worden met
vliegtuigen, machinegeweren en kanonnen.
De minister heeft voorts verklaard, dat alle
uitwisselbare Grieken officieel aanzegging
gekregen hebben hunne aangelegenheden te
regelen en hun paspoorten aan te vragen bij
de uitwisselingscommissie. Anders zullen
zij in hechtenis genomen en uitgezet worden.
swarte en repliek van de burgerlijke partij
en het Openbaar Ministerie heeft het hof
van beroep Remi Deman vrijgesproken.
DE ZIEKTE VAN DEN KONING VAN
ENGELAND.
De drie geneesheeren, die den koning van
Engeland behandelen, zijn Zaterdagavond
opnieuw ten paleize geroepen, waar zij drie
kwartier vertoefd hebben. Reuter verneemt
van gezaghebbende zijde, dat de genezing
van den koning langzaam te werk gaat,
maar dat er niettemirT verbetering in den
toestand te bespeuren valt. Men verwacht
dat de symptomen van de bronchitis onder
de behandeling op bevredigende wijze zullen
verdwijnen, doch een snelle genezing is
nauwelijks te verwachten.
recht wegens overdreven belangstelling in
de aangelegenheden van anderen en wegens
verzet tegen de politie.
Hij had eenigen tijd geleden 's nachts om
halftwee in de buurt van de Ferdinand Bol
straat gemeend, dat een heer en een dame
ruzie maakten en hij had de dame toen be
leefd aangeboden den heer „af te tuigen".
Een vechtpartij ontstond en twee rijwiel
agenten arresteerden het al te voorkomende
jongmensch. Eenige oogenblikken ging hij
gewillig mee toen begon hij volgens de getui
gen te rukken en te trekken en het gevolg
was dat ze alle drie over de straat rolden
en beklaagde de handboeien aankreeg.
Hij zelf trachtte zijn gedrag te verklaren
door te zeggen dat de agenten hem pijn de
den aan een arm, die hij na een motoronge
luk nog niet goed kon gebruiken en dat ze
een Yiu-Yitsu greep toepasten.
De politie-rechter, Mr. Servatius vond het
noodig beklaagde een scherpe terechtwijzing
te geven voor zijn gedrag op de zitting, waar
hij het voorstelde alsof de polite blaam trof.
Beklaagde meende dat dit op een misver
stand berustte.
Mr. Van Lier eischte acht dagen gevange
nisstraf tegen den jongeman. De politierech
ter, aannemende dat bekl. zich niet meer
aan dergelijke feiten zal schuldig maken,;
veroordeelde hem tot 80 boete.
Donderdag 12 Maart hooger berop.
Naar verluidt zal de strafkamer van hef
gerechtshof te 's-Hage Donderdag 12 Maart
I a.s. in hooger beroep behandelen de zaak
tegen den 25-jarigen stoker-machinist, Jacob
v. d. G., uit Den Haag, die door de Haag-
sche rechtbank wegens doodslag onder be-
zwarende omstandigheden, gepleegd op zijn
zuster, wonende in de Engelenburgstraat, is
veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
Vanwege het O. M. is thans nog een 25-tal
getuigen opgeroepen. Ook door den verde
diger. mr. W. H. G. Bekker, zullen waar
schijnlijk nog verschillende getuigen en des
kundigen worden gedagvaard.
SNEEUW IN HET KANAAL.
rr^„„<o Draadlooze berichten melden, dat de
a le,.e h scheepvaart in het Kanaal ernstig wordt
Ondanks de jongste logenstraffingen v bemoeilijkt door dichten sneeuwval, die het
den Italiaanschen gezant en de Egyptische uitzicht onmogelijk maakt. De sneeuw valt
regeering nopens de militaire bedrijvigheid zwaaT> dat zij met schoppen van de dek-
der Italianen aan het Westelijke front van most WOrden verwijderd.
Egypte is het, naar luid van een R. C.-be
richt, toch waar dat Italië ten slotte aan de
Egyptische regeering een op een ultimatum
gelijkende nota heeft gestuurd^ waarin de
regeering te Rome erkenning van zijn aan
spraken op de oasis van Jerabub eischt. Je-
rabub is door een keten van oases midden in
de woestijn van de Nijllanden gescheiden.
Het is strategisch een belangrijk punt, een
soort van bruggehoofd van de Westelijke
woestijn.
De Egyptische eerste-minister heeft ge
antwoord, dat deze eisch niet ingewilligd
kan worden. Het kabinet is echter bereid,
voorstellen te doen betreffende een voorloo-
pige overeenkomst over de grenslijn.....
(Volgens een bericht van Belga uit Parijs,
zou de Egyptische premier zijn verbazing
geuit hebben over den Italiaansche stap en
verklaard hebben, dat Egypte te Rome aan
Mussolini het Egyptische standpunt ken
baar zou maken).
Later -werd gemeld
Als een aanwijzing voor een verbetering
in den toestand in Egypte beschouwt men
Te Londen is het weer koud maar zonnig.
DE
IN
INKOMSTENBELASTING
FRANKRIJK.
Bij de behandeling van de middelenwet
heeft de Fransche Kamer een bepaling aan
genomen, waarbij de contróle op de aangif
ten over de inkomstenbelasting verscherpt
wordt, waarbij als grondslag aangenomen
wordt de uitgaven der belastingplichtigen
en de uiterlijke teekenen van rijkdom
Uit Reikjavik wordt gemeld, dat de
Yslandsche visschersvloot in de haven is
teruggekeerd na bijna 18000 mijlen vergeefs
te hebben afgezocht naar twee Yslandsche
treilers, die sedert de stormen van de vorige
week niet zijn weergezien. De beide schepen
worden thans als verloren beschouwd. Het
zijn de „Leifur" met 32 .Yslanders en de
„Robert" met 29 Yslanders en 6 Engelschen
aan boord.
De Times meldt, dat de Engelsche be-
hêt officieele b.,ich,. di «£g«
hoorende tot het garnizoen van Gibraltar,
dat in December naar Egypte is gezonden,
over een maand daarvandaan terug zal keeren.
DE VER. STATEN EN DE ZEPPELIN-
WERF TE FRIEDRICHSHAFEN.
De Amerikaansche Senator Copeland
heeft een motie ingediend om het departe
ment van den Staat te verzoeken aan den ge-
Zantenraad mee te deelen, dat de regeering
zich verzet legen de vernieling van de Duit
sche Zeppelinwerf. Copeland zeide, dat er-
bericht was ontvangen, dat de gezantenraad
Zich had uitgesproken voor de verwoes
ting, wat een ramp zou zijn voor de heele
wereld.
HET AMERIKAANSCHE SCHIP TE
ITSJANG LOSGELATEN.
Ten gevolge van de krachtige protesten
zijn het Amerikaansche stoomschip Chi-
chuen en de kapitein van het schip losgela
ten. Het schijnt, dat het schip door de mi
litaire overheid van Kweitsjou was in beslag
genomen, wegens het veroorzaken van den
dood van een Chineeschen majoor en twee
soldaten. (Naar men weet, had het schip een
sampan overvaren.)
HET ALGEMEEN MANNENKIES-
RECHT IN JAPAN.
Het Japansche regeeringsontwerp inza
ke het algemeen kiesrecht, dat bij het parle
ment is ingediend, zal 10 millioen mannen
het kiesrecht schenken. Het stelt voor het
kiesrecht te verleenen aan alle mannelijke in
gezetenen boven de 25 jaar, met uitzonde
ring van de hoofden van adellijke familie's,
officiet en van 1 -ger en vloot in actieven dienst
regeeringsambtenaren, onnoozelen, gefail-
leerden, bedeelden en lieden, die meer dan
zes jaar gevangenisstraf hebben ondergaan.
gaven als van de manschappen. De uitgaven
zullen verlaagd worden met een half millioen
pond, het effectief met 900 man.
De Ashington-mijn in Northumberland
heeft aan 1700 ongehuwde mijnwerkers het
werk opgezegd. Vier schachten worden ge
sloten, anderen moeten met korter uren wer
ken.
Volgens een nader bericht over de nood
lottige ontploffing in een mijn op het eiland
Sullivan (Burma) schat men het aantal doo-
den thans op 51. Het mijngas belemmert de
reddingsploeg nog, maar zestien lijken en
talrijke houwers met brandwonden zijn bo
ven gebracht.
Uit New York wordt gemeld dat twee
transatlantische booten, de Tustasia en de
Rochambeau bij een dichten mist, in de na
bijheid van het quarantaine-eiland met elkaar
in aanvaring zijn gekomen. De Tustasia,
die met 200 passagiers aan boord van een
pleizierreis naar West Indië terugkeerde,
werd aan den achtersteven beschadigd. Van
de Rochambeau werd een deel van de ree
ling weggerukt. De averij is niet ernstig.
Volgens een bericht uit Moskou heeft er
aan de kust van de Zwarte Zee, in de buurt
van Sebastopol, een geweldige aardverzakking
plaats gehad. Ongeveer 130.000 ton aarde zijn
in zee gegleden Er werd een schiereiland
van 150 meter lengte door gevormd, bene
vens verscheidene eilandjes.
Vrij naar het Engolsch.
31
„Dat was de Cheddar-kaasman. Hij was
nog in de tunnel, doch wilde er juist uitko
men, om eens een kijkje te nemen en eerst
struikelde ik over hem. Ik greep zijn geweer
en hield hem de keel dicht, vóór hij kon
schieten of om hulp roepen. Het duurde niet
lang hij was te dik."
„En die anderen?"
,,Üat ging gemakkelijk. Zij waren achter
het ingevallen dak en die kleinste was reeds
gewond. Die met de zwarte bakkebaarden
schoot zijn geweer op mij af, doch hij was
zenuwachtig en kon niet goed richten. Hij
dacht,* dat er tien of twaalf mannen waren
in plaats van één. Hij sloeg mij één keer,
alvorens ik hem neer kon leggen. Kan je hun
auto hier naar toe rijden?"
„Ik ben zoo zenuwachtig als een b-bange
kat, maar ik zal het probieren," zei zij en
ging dan heen, om te doen, wat hij gevraagd
had.
Nadat de groote reisauto naar voren ge
reden was, was de volgende moeilijkheid,
hoe men de drie bewustelooze gevangenen
«r in zou krijgen. Barrett loste het raadsel
op, door wat nog van het bed in de hut
was overgebleven, in stukken te breken en
de planken als een soort helling te gebruiken
en zoo rolden zij de menschelijke lading in
de auto. De dikke man gaf hun de meeste
moeite, doch na eenigen tijd kregen zij ook
hem in de auto.
„Ziezoo!" zei Barrett, terwijl hij met een
harden slag het portier van de auto, waarin
de drie mannen in niet al te gemakkelijke
houding 'lagen, dichtwierp. „Nu zullen we
eens zien, of zij nog eens de koffie van
iemand zullen vergiftigen!" Dan wendde ."ij
zich tot de bruid van een dag: „Zie mij eens
recht in mijn oogen, Delia en vertel mij nu
eens, of ik rood bloed genoeg heb, om, ook
volgens de meening van je vader, de man te
zijn, zooals 'hij tot zijn schoonzoon wenschte."
„Je je hebt mij werkelijk verbaasd en
ge-geheel in de war gebracht, lieve Jimmie,"
stamelde zij. „Je je bent zoo geheel an
ders! Hoe komt dat?"
Hij lachte. „Dat is de reactie van het
aapje-op-een-stokje-spelcn, dat je mij in het
hotel liet doen. Dacht je iemend getrouwd
te hebben, die geen man was. Maar laat ons
gaan! Het is nog een lange weg terug naar
Copah!"
Hij borg nu ook den zak met geld weg,
zette zich aan het stuur, DeHa naast hem,
en de afdaling van den berg begon. Toen zij
bij de bocht van den weg kwamen, waar de
„Stephenson" stond, stopte Barrett en keek
naar buiten.
„Je hebt van nacht hard genoeg gewerkt,"
zei hij tot Delia, „en ik hen niet van.plan,
i ja "die auto naar de stad te laten sturen. Ik
zal de rem loszetten en de auto achteruit
in den greppel laten rijden. Morgan zendon
wij wal iemand hier naar toe. Neem je re
volver en rieht haar op die kerels, als zij
ontwaken, terwijl ik weg bon. Deze auto is
nu een ambulance, maar als zij ons er toe
dwingen, vind ik het ook niet erg, er een
lijkwagen van te maken.
Dan voegde hij de daad bij het woord,
klom pvor in de stoomauto en liet haar te-
rugloopen, zoodat de andere auto kon pas-
seeren. Dan hernam hij zijn plaats achter het
stuur der groote reisauto en gaf zijn laatste
bevel.
„Nu stop je je warm toe, vlij je rustig
neer en tracht te gaan slapen. Ik kan den
weg naar de stad wel vinden en er is geen
enkele reden voor je, om wakker te blijven.
Dit is nu juist niet mijn gedachte voor een
huwelijksreisje,' maar dat houden we te goed!
Kus mij nu, lieveling, en
Terwijl zij rechtop ging zitten, zag hij bil
het licht van de autolamp, dat zij haar lip
afveegde.
„Wat was dat bloed?" vroeg hij, terwijl
de auto met groote snelheid voortreed
„Neen, blanketsel," lachte zij en dan vlijde
zij zich naast hem neer en sloot haar oogen.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Cheddar-kaas.
In de nog grijze schemering van een heer
lijken Juni-morgen zagen vroege wandelaars een politie-agent
in de kleine mijnstad Copah een automobiel terde.
voor zeven personen, van den radiator tot
de tank rood van het woestijnzand, vanaf de
spoorlijn dë heuvelstraat oprijden.
Aan het stuur zat een jonge man, zonder
hoed en met holle oogen, zijn haren vol rnet
rood stof en naast hem sliep een jonge
vrouw met haar hoofd leunende op een
schouder van den chauffeur. Haar gelaat cn
haar natte sportpak waren eveneens bedekt
met rood stof en haar cowboy-hoed hing op
één oor.
In den ruimen wagen was een lading ge
borgen, welke de vroege ochtendwandelaars
vol verbazing er naar deed staren. Op den
vloer van de auto lagen drie mannen, ter
wijl de zitbanken hun tot ruggesteun dien
den: een dikke man met een blonde snor;
een man met donker uiterlijk en baard, het
gelaat met bloed besmeurd en met angstig
rondziende oogen; ten slotte nog een derde
man, kleiner aan de beide anderen, wiens
gelaat een smartvolle uitdrukking Had.
De stoffige auto reed tot vóór den hoofd
ingang van het Intermountain Hotel. De
bléekc chauffeur wekte zeer voorzichtig zijn
metgezellin, terwijl enkele voetgangers zich
rondom de itüto schaarden, om het bijzon
dere tooneel, dat de auto e^ zijn vreemde
bezitters bood, te beschouwen. Door de dub
bele deuren van het hotel kwam op hun
teenen een aantal tclcgramjongens, in dienst
van het telegraafkantoor in het hotel, nader,
terwijl op het gezicht van zooveel drukte
Een jongeman uit Laren stond Vrijdag
voor den politierechter te Amsterdam te-
langzaam naderbij slen-
NASLEEP VAN DE ZAAK TE GOOR.
Voor het gerechtshof te Arnhem, werd
Vrijdag in hooger beroep behandeld de saak
in verband met de opsporing van den ver
dwenen nachtwaker te Goor.
De 37-jarige koopman A. L. uit Goor, wet-
houder dier gemeente, was door den kanton
rechter vrijgesproken van het feit, dat hij op
26 Mei 1924 des namiddags half drie, het
tijdstip waarop het lijk van den verdwenen
nachtwaker te Goor gevonden is, had geloo-
pen te Voorst op de spoorlijn Goor-Delden.
De eerste getuige, de wachtmeester der
marechaussée A. v. d. M. uit Goor, deelde
mede, dat er op den bewusten dag invroor
oogravingen werden gedaan naar het lijk van
den te Goor vermoorden nachtwaker. Get.
die toen had gezien, dat bekl. op de spoorlijn
i;p, had hem den volgenden dag hierover
gehoord. Bekl. had toen gezegd, dat hij wet
houder was. Ook was het aan getuige bekend,
dat bekl. waarnemend burgemeester was.
De president „Hoe groot was^ de afstand
tusschen het lijk en de spoorlijn
Getuige „Het lijk lag ongeveer acht me
ter van de spoorlijn verwijderd."
De president „Kon men bij die plek mei
komen zonder de spoorlijn te pass-eren
Getuige „Jawel, men behoefde de spo°r*
lijn met over. Alle toegangswegen, behalve
de spoorlijn, waren afgezet."
Get. had op last van den subst. off. van
Justitie tegen bekl. gezegd, dat hij zich moest
verwijderen.
Bekl. voorgeroepen, verklaarde bij de op
gravingen aanwezig te zijn geweest mzijn
kwaliteit van waarnemend burgemeester.
De president „Hidt u vermoeden, dat
de burgemeester weg was." .ui
Beklaagde „De burgemeester is herhaal
delijk weg, zonder mij kennis te geven.
De adv.-gen. „Dacht u dat d?ze burge
meester, wanneer hij 's morgens bij een der
gelijke belangrijke zaak aanwezig is, des mid
dags weg zal blijven
Beklaagde „Die vraag wensch ik met te
beantwoorden."
De burgemeester van Goor ver Klaarde
altijd, kennis te geven wanneer hij afwezig
is. Dit geschiedde zeer zelden. Dien middag
is hij ook aanwezig geweest.
De adv.generaal requisitoir nemend, achtte
het een onbelangrijke zaak, die evenwel door
bekl. is opgeblazen.
Spr. eischte f 1 boete, subs. 1 dag hechtenis,
terwijl spr. zich ook zou kunnen vereemgen
met een oordeel zonder straf.
Beklaagde, die zichzelf verdedigde, be
toogde in een langdurig pleidooi, dat hij reent
had zich als waarnemend burgemeester, dus
als ambtenaar belast met het opsporen varr
strafbare feiten, over de spoorlijn te loopen..
Bekl. vroeg vrijspraak met terugbetaling
der door hem gemaakte kosten.
Het Hof bepaalde de uitspraak op 5 Maart)
aanstaande.
PROF. MOELLGAARD.
Naar het Utr. Dag'ol. verneemt, komt prof.
Moellgaard uit Kopenhagen niet in ons land
om lezingen te houden, maar met een ander
doel. Hij zal alleen te Utrecht een spreek
beurt vervullen.
EEN NIEUW WERK VAN
J. P. J. WIERTS. j
Van den Haagschen componist J. P. J.
Wierts verschijnt binnenkort een nieuw werk
voor mannenkoor a capelle „Dies Irae", op
Latijnschen tekst, dat hij schreef ter nage
dachtenis van zijn broeder pastoor Willem
Wierts z.g.
„Wat duivel moet dit beteekenen?" in
formeerde een spoorwegman, die op weg
naar zijn werk was, bij den eerste den beste.
Bioscoop-ondernemers, denk ik; zij zullen
in de woestijn geweest zijn voor een film
opname," was bet antwoord.
„Je kunt het blanketsel op het gezicht
van den bestuurder zien en het roode stof
doet het voorkomen, alsof zij bebloed rijn.
Zij hebben zich geen tijd gegund, om het af
te wasschen."
De bestuurder van de auto klom er
eenigszins stijf uil, terwijl hij een half-ge-
vulden linnen zak droeg.
Een der omstanders fluisterde tot een an
der: „Tc duivel! Als dat geen echt bloed op
zijn gezicth is, eet ik mijn eigen hoed op! Wel,
kijk! Je kunt de wonde en de opzwelling
zien! Bioscoop-ondernemers stoppen niet
spoedig, nietwaar?"
De chauffeur was thans bezig, de jonge
vrouw uit de auto te helpen en terwijl hij
dit deed, bemerkte men, dat hij met één
voet op den half-gevulden linnen zak stond.
Toen de slenterende politie-agent, die de
verklaring van „bioscoopondernemers" gaar
ne voor juist wilde aannemen, weer heen
wilde gaan,'wendde de jonge man, die eerst
eenigszins had geaarzeld, zich tot hem.
„Agent, kan je een auto besturen?" vroeg
hij als terloops.
„En als ik dat kan, wat dan nog?" ant
woordde de handhaver der wet
„Nu, dan wilde ik je zeggen, dat je dez*
auto met de drie gevangen genomen vogels
naar het hoofdbureau van politie kunt rij
den en hen voor alle veiligheid achter slot
en grendel kunt zetten."
„Wat? Is u allen dan geen filmopera
teurs?"
De jonge man schudde het hoofd. „Slechts
in den zin, dat wij den geheelen nacht in
touw zijn geweest heen en terug naar de
Roode Woestijn."
De dikke politie-agent drong nu door het
volk, dat zich steeds dichter om de auto
geschaard had, heen en keek naar de
vreemdsoortige lading. „Hallo!" zei hij. „Dat
is de reden, waarom zij niet op de zitplaat
sen zitten. „Wie heeft die mannen zoo ge
bonden?"
„Dat deed ik," antwoordde Barrett een
voudig. „Het is niet zoo'n bijzonder moeilijk
werk. Ik had echter geen handboeien en
moest dus van den nood een deugd maken.
Als je deze mannen naar het hoofdbureau
gebracht en gekerkerd hebt, zal ik even
later komen en een aanklacht tegen hen in
dienen."
Terwijl hij nog spjak, drong de kleine
man, die in het hotelregister stond inge
schreven als Mr. Simmons, door het volk
heen en legde zijn hand op den hoofdper
soon.
(Slot volgt.)