imm
lAhP j
BRIEVEN UIT FRANKRIJK.
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Dinsdag 3 Maart 1925
Het gouden boek der Fransche geestelijkheid
Verslag van het intergeallieerd militair comité van Versailles. Nadere
bijzonderheden over het Duitsch-Fransche modus vivendi. De nieuwe
Rijkspresident in Duitschland. Fransch-Britsche toenadering.
Onder de Radio-berichten: Nederland heeft kans op een zetel in den
Raad van den Volkenbond. De regeling der begrafenis van president
Fbert.
Gem. buitenl. berichten.
De actie tegen de Amsterd.
winkelsluiting.
Het kamerlid Juten.
De toestand in de Mijnstreek.
Het Adviseerend College.
De Nationale Unie.
Uit de R. K. Staatspartij.
De Boerenleenbanken aangeslo
ten bij de Centrale te Alkmaar.
Van hospitaal tot kanker-
instituut.
De schilders en de Weelde
belasting.
FEUILLETON
Wie nog twijfelen mocht aan den helden
moed der Fransche geestelijkheid in den we
reldoorlog aan den dag gelegd, neme het
„Gouden boek der geest 1 jkheid en der con
gregaties" ter hand, waarvan het eerste der
twe" eelen onlangs is verschenen. De ook
in Ne :rland zoo bekend priester-schrijver,
Pierre 1' Ermite kondigde het plan in 1919
aan als „la Preuve du Sang," het bewijs dat
zoo ontelbaar vele geestelijken hun bloed
voer 1'et Vaderland hebben gestort. En inder
daad getuigt dit boekwerk v n het groote
en eervolle aandeel dat Frankrijks geestelijk
heid in dien wereldstrijd heeft gehad.
•Zij wier levensroeping het was vrede te ver
kondigen, wier priesterkleed hen had moeten
beveiligen tegen een oproep ten strijde hebben
niet geaarzeld hun zoo moeilijken plicht te
vervullen, toen het land hen riep. Zelfs zij
die uit het land onrechtmatig waren verdre
ven, keerden terug om zij aan zij te staan met
de landgenooten die hen hadden verbannen.
'Een drievoudig voorwoord, zouden wij het
kunnen noemen dat geschreven is door den
oudste der kardinalen,Mgr. Lucon, door Mgr.
Tissier, Bisschop van Chalons en tevens van
het front gedurende geheel den oorlog en
door den romancier Henri Bordeaux leidt dit
gouden boek in.
Zij geven daarin een heerlijk beeld van de
rol door de geestelijkheid gespeeld zoowel aan
als achter het front en verzuimen niet daar
uit een les te doen trekken voor de toekomst,
waar het betreft vaderlandsliefde en christelij
ke naastenliefde van hen wier vrijheid thans
opnieuw wordt bedreigd.
Juist op dit oogenblik is het verschijnen van
dit gouden boek meer dan ooit van groot
gewicht. Het is een standaardwerk van apolo
getische maar ook v. documentaire waarde.
Een bron waaruit voor-en tegenstanders der
geestelijke orden moéten puUen om zich een
ïuiver denkbeeld te vormen van de ontzagge
lijke diensten door de geestelijkheid van 1914
1918 aan het land bewezen.
Dit eerste deel alleen bevat 12.000 persoon
lijke aan tee keningen en een korte vermel
ding van de wijze waarop het boek is tot
standgekomen. Het secretariaat voor Katho
lieke documentatie komt de eer toe dezer,
veel omvattenden arbeid te hebben verwe
zenlijkt.
Lag het eerst in de bedoeling, bij den op
zet van het plan, in dit boek alleen te verza
melen de officieele mededeelingen van bur
gerlijke en militaire overheden, waarin zij hul
de hrachten aan de regilieuze en seculiere
geestelijkheid, al spoedig.liet men deze ge
dachte varen. Men moest verder gaan. De
leugenachtige berichten, de valsche geruch
ten die over de houding der geestelijkheid in
den oorlog werden rondgestrooid dwongen
door tekst en door het noemen van feiten op
waardige wijze dezen te weerspreken.
En alleen hij die de waarheid niet wil ken-
aen zal geloof blijven hechten aan die laster
lijke beschuldigingen uitgebracht niet alleen
tegen de lagere geestelijkheid, maar zelfs te
gen Z.H. den Paus en de Bisschoppen, als hij
kennis heeft genomen van enkele cijfers. Het
aantal mannel. en vrouwelij kereligieusen dat
gedurende de oorlogsjaren Frankrijk heeft
gediend, bereikte het cijfer van 45.253. Niet
minder dan 4953 hunner zijn op het veld van
eer gestorven en meer dan 18.000 werden de
hoogste onderscheidingen, eervolle Vermel
dingen en decoraties waardig gekeurd. Geen
enkel feit is in dit boek vermeld, waarvan de
authenticiteit niet vaststaat en zoo is aan iede-
ren tegenstander het wapen van ongeloof
uit de hand geslagen.
Hoeveel tijd en hoeveel moeite dat nauw
keurig onzerdoek heeft gekost, weten alleen
de samenstellers te vertellen. Het is dan ook
begrijpelijk dat jaren daartoe noodig zijn ge
weest. De bescheidenheid van velen, liever
niet vermeld te worden, stond vaak het meest
een grondig onderzoek in den weg. Alleen
de overtuiging ten slotte het aan de goe le
en Katholieke zaak verschuldigd te zijn, open
baarheid te geven aah, al te smalend in twij
fel getrokken feiten, \?eft veler te loven,
persoonlijke wegcijfering overwonnen.
Laten wij eens een oogenblik denken wat
het zeggen wil 23.000 persoonlijke aantee-
keningen te verzamelen en wij zullen niet
karig zijn in onze lof aan de redacteuren die
het werk hebben samengesteld. Zij hebben
zich niet tot Frankrijk willen beperken.
De orde en wereldgeestelijken der gealli
eerde landen hebben eveneens hun plaats in
dit gouden boek.
Het mag derhalve op volledigheid aan
spraak maken, al zullen wellicht enkele na
men door bijzondere oorlogsomstandigheden
onvermeld zijn gebleven of althans hun onder
scheidingen aan de aandacht zijn ontsnapt.
Het is hier niet de plaats uitvoerige aanha
lingen uit dit ook uiterlijk keurig verzorgde
boek te doen en u namen te noemen van
personen die zich in het bijzonder hebben
onderscheiden.
Wij willen alleen in breederen kring, ook
in Nederland de aandacht vestigen op dit glo
rievolle gedenkboek, waarin de Katholieken
van geheel de wereld een afglans zullen zien
van plichtsgevoel, vaderlandsliefde, zelfver
loochening en Christelijke naastenliefde ge-
inspireerd door de hooge beginselen van ons
H. Geloof.
Gaat de smaad die de geestelijkheid wordt
aangedaan, in welk land dan ook, niet ons
allen ter harte, maar deelen wij niet eveneens
allen in de bewondering die zij afdwingt
Het allerbeste gevoelen wij dit op het
oogenblik in Frankrijk. De bejegening van
de tegenwoordige Regeering jegens het Vati-
caan, is niet alleen een zaak die Frankrijks
I Katholieken betreft.
Geheel de Katholieke wereld ss terecht ver
ontwaardigd over een gedraging die in strijd
is met alk diplomatieke gewoonten en niets
anders kan zijn dan een uiting van godsdienst
haat, in welk mooi kleedje men de redenen
van afschaffing ook wil steken.
De vrijheid der geestelijke orden gaat
eveneens geheel de Katholieke wereld van
zeer nabij aan en een vlammend protest uit
alle landen moet opstijgen als deze opnieuw
wordt aangetast en vervolging en verbanning
zich scherper afteekenen.
Het gouden boek zal een sterke steun
kunnen zijn in dien gemeenschappelijken
strijd tegen priesterhaat en verdachtmaking,
omdat het onloochenbaar vast stelt dat de
geestelijke leiders ook de leidders zijn ge
weest der scharen, waar het gold het vader
land te verdedigen.
Mgr. Tissier heeft het zoo mooi gezegd
De dooden zullen beter dan elders hun
eeuwigen slaap slapen in het gouden boek
én de overlevenden, er in terugvindend bij
alle noodzakelijke gelegenheden, de stralen
van hun glorie, zullen zich in hun plaats stel
len bij den strijd die hen kan wachten."
Parijs, 25 Februari 1925
Mr. P. v. S.
/✓A, -
Rapport der militaire
controle-commissie.
De gezantenraad zal heden bijeenkomen
om den noodigen tijd te hebben ter bestu
deering van het rapport van het interge ïlli-
eerd militair comité van Versailles, dat Za
terdag is gereed gekomen cn onmiddellijk
jan de regeeringen is meegedeeld.
Dit rapport, dat vermoedelijk nog door
andere gevolgd zal worden, bepaalt zich tot
het doen uitkomen van de punten, waarop
Duitschland in zijn militaire verplichtingen
is te kort geschoten. In strijd met sommige
berichten wordt de geconstateerde fraude
door de militaire deskundigen als zeer ern
stig beschouwd. Vooral wordt nadruk gelegd
op de uiterst bedenkelijke geheime reorgani
satie van het leger, blijkend uit het groote aan
tal stafofficieren (250 voor een leger van in
theorie 100.000 man tegen 314 in 1914 voor
een leger van over het inillioen), uit de ver
andering van het karakter van Reichswehr en
schupo, die kweekplaatsen zijn voor officie
ren en onderofficieren enz. Dit alles is nog
ernstiger dan de geheime vervaardiging van
verboden materiaal, aldus oordeelt het mili
taire comité en zooals een dezer factoren van
fraude bestaat, kan niet gezegd worden dat
het Verdrag is nagekomen.
Het rapport van Foch bepaalt zich voor
het oogenblik tot het doen van algemeene
voorstellen. Eerst later zullen op verzoek van
den gezantenraad door het militaire comité
de technische détails kunnen worden uit
gewerkt omtrent de nieuwe voorwaarden, die
aan Duitschland zullen moeten worden be-
teekend. De vraag is of de gezantenraad dit
.terstond zal vragen dan wel of er eerst een
bespreking gehouden zal worden tusschen de
regeeringen omtrent de algemeene politiek
tegenover Duitschland te volgen. Ook zal de
gezantenraad zich moeten uitspreken over de
publicatie van het rapport-Walch. Waar
schijnlijk zullen Foch en de andere leden van
het comité van Vers i'les morgen door den
gezantenraad woraen gehoord tot het geven
van nadere voorlichting.
Briefwisseling Duitsch-
Fransch Modus vivendi.
De tusschen Trendelenburg en Raynaldy
gewisselde brieven, behelzen de punten,
waarop de beide regeeringen tot overeen
stemming zijn gekomen inzake het begin-
si\ van het voorioopig accoord, en in groote
lijnen de grondslagen van het definitieve
handelsverdrag.
In het voorloopige regime verleent
Duitschland aan Frankrijk een behandeling
volgens de clausule der meestbegunstigde
natie, waarbij uitzondering wordt gemaakt,
voor een beperkt aantal artikelen. Het regi
me houdt de opheffing in van het invoervei-
bod, dat voor de Fransche producten be
staat. Voor Elzas-Lotharingen is een voor
loopige regime voorzien. Ten aanzien van
de Duitsche artikelen zal een minimumta
rief en een middentarief worden toegepast.
In het definitieve verdrag komt voor
Frankrijk de clausule der meestbegunstigde
natie voor, terwijl Du'f.chland als compen
satie een minimumtarief verkrijgt.
Hulde van Caillaux aan
Herriot.
Caillaux heeft te Rijsel het woord voe
rend, zijn erkentelijkheid betuigd jegens
Herriot, die in Frankrijk de tradities va
vrede, recht en vooruitgang deed terugkee-
ren en in Europa een politiek van verzoe
ning.
Duitsche voorstellen be
treffende een verdrag
van non-agressie.
De vraag omtrent de houding, die Frank
rijk heeft aan te nemen tegenover het Duit
sche voorstel van een verdrag van non-agres
sie, wordt steeds druk besproken. Tegen
over de stelling van hen, die als gewoonlijk
uitroepen, dat Frankrijk niet in den strik
moet loopen, dat van Duitschland nimmer
oprechte voorstellen te wachten zijn en dat
de Fransche regeering zelfs niet praten kan
over een voorstel, waarin niet gesproken
wordt van de Duitsche oostgrens, verklaart
De Jouvenel in de „Matin", dat dit alles de
vraag niet is. Verwerpt men bij voorbaat
elk Duitsch voorstel, dan speelt men in de
kaart van de Duitsche nationalisten en de
Fransche communisten, Herriot weet waar
lijk ook wel, dat Europa niet bij den Rijn
ophoudt. De vraag is voor het oogenblik, of
men er in slagen kan met Duitschland een
algemeen arbitrageverdrag te sluiten, dat
dan natuurlijk ook Frankrijk's bondge-
nooten zou omvatten. De conclusies van
Balfour omtrent het protocol van Genève
spreken van een Engelsch-Fransche-Bel-
gisch verdrag, dat na 1935 ook tot Oost-
Europa uitgebreid zou kunnen worden op
de uitdrukkelijke voorwaarde, dat ook*
Duitschland daaraan deelneemt en daarna
het karakter van een algemeen protocol zou
kunnen krijgen. De Britsche garantie hangt
dus blijkbaar van de Duitsche deelneming
af en in die derde handteekening zit dan
ook de waarborg, die noodig is, al is ze wel
licht niet afdoende. Daarom oordeelt de
Jouvenel, dat van het Duitsche voorstel
moet worden partij getrokken om te begin
nen een algemeen Europeesch protocol voor
te bereiden.
De nieuwe Duitsche pre
sident.
Volgens de draadlooze dienst zal de ver
kiezing van den nieuwen rijkspresident
waarschijnlijk 26 April plaats hebben.
Als candidaten worden genoemd Cuno,
Maru, Luther en Löbe.
Omtrent de aanstaande presidentsverkie
zing in Duitschland merkt men hier op, dat
tot dusver de Duitsche verkiezingen geen
gelegenheid hebben gegeven om de ware
oriënteering van de Duitsche politiek te lee-
ren kennen, Daarvoor zal het plebiscie tthans
wellicht aanwijzingen geven van groote waar
de. Zelfs de „Quotidien" verklaart, dat nie
mand zich verbazen kan als de bondgenoo-
ten bijzondere maatregelen nemen om geen
dupe te worden, indien de volksuitspraak
een triomf van de reactie worden mocht.
Een Fransch-Britsche en
tente.
Engelscke bladen melden, dat besloten, is,
volkomen nieuwe richtsnoeren in de Engel-,
sche buitenlandsche politiek te volgen. For
meel beraadslagen de militaire deskundigen
nog verder over het protocol van Genève
dit heeft echter geen doel, daar onafhankelijk
van deze besprekingen een negatieve beslis
sing reeds gevallen is. Niettegenstaande het
feit dat het definitieve resultaat van de nieuwe
oriënteering nog niet vaststaat, is het toch
zeer waarschijnlijk, dat een Fransch-Britsche
entente in plaats van het protocol vanGenève
den grondslag zal vormen van de Britsche
politiek. Daar men aanneemt, dat ingeval
ooit weer de toestand van 1914 zou terugko
men, Engeland wederom aan de zijde van
Frankrijk zou staan, is er geen réden, waar
om niet even goed dadelijk een verdrag ge
sloten zou kunnen worden, waarin Engeland
al zijn krachten aan Frankrijk ter beschik
king zou stellen tegen een Duitschen aanval.
Voorioopig zijn slechts principe- en geen dc-
tail-quaesties in Londen besproken.
Voorioopig staat zooveel vast, dat het
principe om een Fransch-Britsch bondge
nootschap tot basis te maken van de toekom
stige Britsche buitenlandsche politiek, in
invloedrijke regeeringskringen wordt voor
gestaan.
Vertegenwoordiging der
groote mogendheden.
De Britsche, de Fransche en de Italiaan-
sche regeering willen ambassadeurs vestigen
te Konstantinopel, die dan zoo noodig naar
Angora zouden gaan, benevens permanente
verbindingsofficieren voor Angora.
Een Amerikaansch oor
deel over het oorlogsschip
Admiraal Sims heeft voor de luchtvaart
commissie uit het Representantenhuis
verklaard, dat de oorlogsschepen niet meer
de zee beheerschten en dat de verdediging
van elk land thans in werkelijkheid op vl e
machines en duikbooten berustte, weshalve
het departement van Marine diende over te
gaan tot den bouw van moederschepen voor
vliegmachines.
Onderhandelingen tus
schen Griekenland en
Turkije.
De onderhandelingen te Athene tusschen
de Grieksche en de Turksche gedelegeer
den zijn zonder resultaat beëindigd, daar de
Turksche regeering verklaarde, dat een
vriendschappelijke regeling mogelijk was,
zoodra Griekenland zijn beroep op de Vol
kenbond intrekt. De Grieksche vertegen
woordiger weigerde in verdere onderhan
deling n 'e t eien vóór de Volkenbond
bijeenkomt.
De opstand in Koerdistan
Uit Konstantinopel wordt gemeldt, dat
de nationale vergadering een crediet van
265.000 Turksche ponden heeft goedge-
tot dekking der uitgaven voor de gedeelte
lijke mobilisatie van het leger in verband
met den opstand der Koerden. Er komt wei
nig nieuws van het tooneel van den opstand
de troepenconcentratie wordt methodisch
voortgezet maar, er is nog geen voeling ver
kregen met de opstandelingen.
Volgens de Fransch-Turksche conventie
van 20 October 1921 heeft Turkije het recht
militaire transporten per spoor over het ge
bied van Syrië te doen plaats hebben. Frank
rijk heeft dezelfde bevoegdheid ten aanzie
van het gebied van Turkije. Daar nu voo
het vervoeren van troepen naar het gebied
van den opstand de spoorweg, die gedeelte
lijk over Syrich gebied loopt, een korter
en gemakkelijker weg vormt dan die over
over Trebizonde en Erzeroem, heeft de re
geering machtiging gevraagd voor den door
tocht harer troepen. Overwegende, dat het
hier binnenlandsche onlusten betreft, heeft
de Fransche regeering deze machtiging ver
leend.
De admiraalsconferentie
te Singapore.
De vlootconferentie, die hier wordt gehou
den, wordt bijgewoond door de admiraals,
die het bevel voeren over vlootafdeelingen
in Oost-Indië Australië, Nieuw-Zeeland en
China, Het doel der conferentie is de vloot-
verdediging in het verre Oosten te coördi-
neeren in verband met den bouw van een
nieuwe vlootbasis te Singapore.
TERDOODVEROORDEELING VAN
TWEE JONGENS.
Wij hebben melding gemaakt van de ter-
doodveroordeeling van twee jongens, den
zeventienjarigen Edward Heggarty en den
negentienjarigen William Crossley, die in
Januari te Wolverhampton een politieagent
doodschoten. Zooals men zich herinnert wa
ren de twee jongens weggeloopen van een
ambachtsschool te Harpenden en gewapend
met een revolver op strooptocht uitgetrok
ken, waarbij zij zich als handlanger een jon
getje van veertien jaar assumeerden. Toen zij
door een politieagent werden opgemerkt,
'die hen achtervolgde, ontstond er 's morgens
vroeg, een gevecht, waarbij de jeugdige zwer
vers die blijkens de foto's in de Engelsche
bladen gepubliceerd, een zeer ongunstig uiter
lijk hebben den politieagent doodschoten.
Het merkwaardige in dit proces is, dat de
beide terdoodveroordeelden bij het verhoor
elkaar beschuldigden. Crossley verklaarde,
dat hij niet wist dat Heggarty een revolver
had, totdat deze den politieman doodschoot,
terwijl Heggarty verklaarde en volhield dat
Crossley de noodlottige schoten had gelost.
Heggarty had het eerste schot gelost om den
politieagent schrik aan te jagen en daarna
de revolver in den jaszak van Crossley ge
stopt, die vervolgens den politieagent dood
schoot.
Het openbaar ministerie verklaarde dat
het bij de uitspraak van de jury er niet toe
deed, wie de revolver had afgeschoten, om
dat het wapen was gebruikt voor een gemeen
schappelijk doel.
De beide jongens hoorden het over hen
gevelde vonnis onbewogen aan.
MOORDAANSLAG OP EEN ARME-
NlëR TE LONDEN.
Vrijdag is in de city van Londen een
moordaanslag gepleegd op den rijken Ar-
meenschen koopman die in zijn bureau
zwaar gewond werd gevonden. De naam van
den gewonde is F.kisler. Hij was van geboor
te Armeniër, doch woonde al sedert lange
jaren in Engeland, waar hij burgerrecht had
verkregen en in de beste kringen verkeerde.
De man, die den aanslag pleegde, had van te
voren het terrein blijkbaar goed verkend en
gebruik gemaakt van de omstandigheid dat
Èkislers typiste, volgens gewoonte, koffie
was gaan drinken. Toen de typiste teruhg-
kwam, vond zij Èkislers kantoor gesloten en
hoorde gekreun. Zij ging den portier van het
kantoorgebouw halen, die het kantoor open
de.. Ekisler lag bewusteloos op den rug. Bij
een nader ingesteld onderzoek bleek de
draad van de telefoon doorgesneden. Tee
kenen wijzende op roof waren niet te be
speuren Ekisler gouden horloge en ketting
waren op zijn overjas gelegd. Er had wel een
heftige strijd slants gehad, waarbij Ekisler
verscheidene slagen op het hoofd had gekre
gen, dat kneuzingen vertoonde.
INTERN. POSTZEGELTENTOON
STELLING.
Te Parijs zal van 2 tot 12 Mei in het Pa
vilion de Marsan een internationale Postze-
g l :entoonstelling worden gehouden.
De burgemeester van Den Haag heeft zich
bereid verklaard ook deel van het eere-co-
mité uit te maken in de jury hebben voor
Nederland zitting de heeren Costerus en
Van der Schooren in het „comité de pa
tronage vindt men de namen van negentien
Nederlanders.
De Fransche regeering heeft allerlei faci-
hteiten toegestaan voor de verzending van
v :rzamelingen volledige inlichtingen zijn te
krijgen bij den secretaris-generaal te Villc-
momble (Seine) 2. Allié des Chalets.
Tijdens de tentoonstelling zal een congres
vm postzegelhandelaren en een congres van
postzegelvereenigingen worden gehouden.
EEN WITTE POLÏTIEHELM.
Te Brussel wordt bij de politie een proef-
genomen, om de kepi te vervangen door een
witten helm.
Het is nog te vroeg om te weten of die maat
regel voldoet en of hij over het geheele po
litiecorps van Brussel zal uitgebreid worden.
Echter zijn volgens „Het Laatste Nieuws"
de politieagenten er tot dusver niet zeer over
te spreken. Aan de verkeersagenten kan die
nieuwe dracht allicht diensten bewijzen de
andere agenten blijken de gewone donkere
kepi te verkiezen, daar hun aanwezigheid
minder in het oog valt, wat vaak wensche
lijk is.
PLAATSEN IN DUITSCHE TREINEN.
Orn een einde te maken aan de herhaaldelijk
voorkomende twisten tusschen reizigers in een
coupé over het in beslag nemen van zitplaat
sen, wordt er volgens berichten uit Duitsch
land, op gewezen, dat door het leggen van
een courant of boek, door het plaatsen van
handbagage in het net boven een zitplaats
geen recht op die plaats wordt verworven.
Als bezet geldt een plaats slechts, wanneer
handbagage, kleedingstukken enz', op die
plaats zijn neergelegd. Een en ander natuur
lijk alleen voor het geval, dat het geen trein
betreft, waarin men een plaats van te voren
kan bespreken.
DE SPAANSCHE SCHATGRAVER(S).
De Spaansche politie heeft eind lijde ha id
gelegd op den Spaanschen schatgraver. Het
betreft een talrijke bende, met vertakkingen
door geheel Spanje en het buitenland, die zeer
modern georganiseerd was en waarvan ver
schillende leden een eervolle positie in de
maatschappij schenen in te nemen en blijk
baar over een groot fortuin beschikten.
MERKWAARDIGE LAATSTE WILS
BESCHIKKING.
Een journalist te Boston, een zekere Ray
mond Bridgeman, die de vorige week over
leed, heeft in zijn testament een bedrag ter
waarde van 2400 gulden bestemd voor de be
taling van Frankrijk's schuld aan de Vereeni-
de Staten. Hij verklaart dat deze beschikking
bedoelde te zijn een „erkenning van den plicht
der Vereenigde Staten om alle schulden der
geallieerden te annuleeren op grond van de
waarde, genoten tengevolge van de ellende
en de verliezen der geallieerden ten behoet e
van de wereldbeschaving, ellende en verlie
Z rn, 'ie ons voor een groot deel bespaard zijn.
Niet meer open na 8 uur.
Zooals bekend is. werd in de laatste ver
gadering van Amsterda msche winkeliers,
die actie voeren tegen de winkelsluiting,
besloten, de gemeenteraadsleden te „be
werken", ten einde verandering te krijgen
in de betreffende verordening. Naar thans
gemeld wordt, is 't bestuur van de Vereen,
van Amst. Winkeliers alleszins optimis
tisch gestemd omtrent het resultaat, dat
deze actie zal opleveren.
Het heeft thans aan zijn leden geadvi
seerd, geen winkels meer na acht uur open
te houden, in afwachting van hetgeen van
hoogerhand beslist zal worden.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Ju
ten, burgemeester van Wouw, deelt mede,
dat het niet in zijn bedoeling ligt thans
reeds voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer te bedanken Wel stelt hij zich, ge
lijk men weet bij de a.s, verkiezingen niet
meer beschikbaar voor een zetel.
Burgemeester Wazsink van Heerlen en
dr. Poels, hebben langdurig geconfereerd in
den Haag met twee Limburgsche autoritei
ten, die met de toestanden der mijnstreek
buitengewoon op de hoogte zijn. De confe
rentie liep over de malaise en de crisis,
die de mijnindustrie doormaakt.
Samenstellng van het Politiek Advies.
Het Adviseerend College komt 20 en 21
Maart a.s. bijeen ter samenstelling van het
Politiek Advies. De publicatie van het Po
litiek Advies zal waarschijnlijk einde van
de daarop volgende week plaats hebben.
Een verklaring van het Kamerlid
Van der Voort van Zijp.
Het anti-rev. lid van de Tweede Kamer,
C. van der Voort van Zijp heeft in verband
met de onderteekening van het Staatkundig
Advies een schrijven gericht tot de voorzit
ter van de anti-revolutionnaire kiesveree-
niging Tietjerkstcradeel en daarmede tevens
tot de anti-revolutionnaire kiezers in het
oude district Tietjerksteradeel, die het in
1908 afvaardigden naar de Tweede Kamer.
De heer Van der Voort van Zijp wijst er
op, dat hij tijdens zijn Kamerlidmaatschap
steeds gepoogd heeft, meer te letten op het
anti-revolutionnaire beginsel dan op het
anti-rev. belang; de macht der partij was
voor hem altijd middel, geen doel. En wan
neer hij thans zijn vertegenwoordiging der
anti-revolutionnaire partij afsluit, dun is dat
niet om den dienst van het anti-rev. begin
sel te verlaten. In den loop der laatste 17
jaren is echter veel veranderd. De antithese
in geestelijken zin, bestaat natuurlijk nog,,
en het ligt buiten het menschelijk vermogen
die weg te werken; maar in politieken zin
heeft zij sedert de onderwijs-pacificatie zeer
veel van haar vroeger noodzakelijke scherp
te verloren. En nu in breede kringen van
ons volk wordt uitgezien naar verzoening en
samenwerking op velerlei gebied, is de in
de laatste jaren steeds scherpere vervolging
van den antithesischen partijstrijd in de Ka
mer daarmede in zonderlinge tegenstelling.
Het is om deze reden, dat een aantal voor
aanstaande mannen, niet beginselloozen,
maar mannen van rechts en van links met
beginsel, zou bijeenkomen tot een opzette
lijk onderzoek in hoeverre samenwerking
nor dig en mogelijk is, en tct beraad, op hoe-
danige wijze deze volkswenschen in de
practische politiek ware te verwezenlijken.
Tot dat onderzoek en dat beraad heeft spre
ker zich van ganscher harte bereid verklaart
en zulks met het volledig behoud van zijn
anti-revolutionnaire beginselen. (Ccrr.Bur.)
Rijkskieskring Utrecht.
In den Rijkskieskring Utrecht namen aan
de voorloopige aanwijzingen van candidaten
deel 40 van de 49 plaatselijke kiesvereeni-
gingen.
Aangewezen werden: J. G. Suring in 32;
Dr. J. F. J. ten Berge in 27; L. Baron van
Voorst tot Voorst en C. Knigge, ieder in 17;
C. J. Kuiper, in 14; Prof. Dr. J. Veraart, in
9; G. van Koeverden, in 8; Mevr. S. C. C.
Bronsveld-Vitringa, Mr. A. I. M. Baron van
Wijnbergen en A. J. Loerakker, ieder in 6;
P. H. J._ Steenhoff, in 5; Mr. J. R. H. van
Scbaik, in 4; H. Brouwer, G. P. Bon en Chr.
Jansen, ieder in 3; Von Frijtag Drabbe, A. J
de Goey, A. H. Smulders en Jhr. Mr. K. de
Wijkerslooth de Weerdesteyn, ieder in 2
vertenigingen; Mr. P. J. M. Aalberse, Mr.
J. B Bomans, Mevr. W. A. Brouns-van Be-
souw, A. Conijn, Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien.
J. A. Jongerius, G. .H. Jvan Spanje, Mevr.
F. Steenberghe-Engeringh en Jos. Veltman
ieder in 1 vereeniging.
Bovendien werden ingeleverd: 1 lijst uit
de stad Utrecht voor Mevr. W. A. Brouns-
Var. Besouw en de heeren W. Mooijman en
L. F. Guit; 2 lijsten uit Baarn en Utrecht
voor de heer Chr. Jansen en 3 lijsten uit
Wilnis en Mijdrecht voor den heer C. Knigge
Naar aanleiding van bet ook door ons
in ons No. van 26 Febr. j.l. uit de Tel
overgenomen bericht, dat alle Boerenleen
banken, aangesloten bij de Centrale te
Alkmaar, waren overgegaan naar de Cen
trale te Eindhoven, deelt men ons van zeer
bevoegde zijde mede, dat van de ongeveer
40 lokale banken, de beste zijn overgegaan
naar Utrecht en enkele zelfs; cog geen
besluit schijnen te hebben genomen. De
schulden voor iedere aangesloten bank van
Alkmaar, zijn per 1 Febr. verrekend. Geen
enkel lid of spaarder heeft er schade van
gehad.
Het militair hospitaal aan de Sarphati-
straat te Amsterdam zou, meldt het Hbld.
worden ingericht tot kleedingmagazijn voor
het leger, toen het Dep. van Financiën vroeg
of het niet ter beschikking zou kunnen wor
den gesteld van Het Kankerinstituut.
Eenige jaren geleden was voor deze ver
eeniging een susidie' van een millioen op
de begrooting gebracht, dat echter nog
steeds niet was uitgekeerd, in verband met
den slechten fnanceelen toestand des lands.
De gratis beschikbaarstelling van het ge
bouw zou een belangrijke besparing betee-
kenen.
Een beslissing is nog wel niet genomen,
maar het s toch zoo goed als zeker, dat het
oude militaire hospitaal aan de Sarphati-
straat aan het „Kankerinslituut" zal worden
gegeven, terwijl alsdan de Oranje Nassau-
kazeme tot kleedingmagazijn zal worden
verbouwd.
De maatschappij „Arti et Amicitiae" heeft
een adres aan de Tweede Kamer gezonden,
waarin zij zegt, tot haar leedwezen te heb
ben gezien, dat mede belast zullen worden
schilderijen.
Adressante acht het haar onafwijsbaren
plicht met klem op te komen tegen elk be
grip, waarbij schilderijen worden beschouwd
als artikelen van weelde en tegen het, van
regeeringswegc doen ingang vinden van dit
denkbeeld.
Naar haar onwrikbare overtuiging zijn ge
noemde uitingen van kunst onontbeerlijk
voor een land. dat op beschaving wil aan
spraak maken.
Adressante vindt, dat van de regeenng
mag worden verwacht, dat zij de kunst zoo
veel mogelijk bevordere en geenszins, dat
met het heffen van een belasting, op den
verkoop van kunstwerken haar door' den
Staat hinderpalen worden in den weg ge
legd, welke hare vrije ontwikkeling ernstig
belemmeren.
Sedert de crisisjaren is de verkoop van
schilderijen zeer gering, bij den voorge
stelden maatregel zal de kooplust van h«t
publiek nog verder afnemen.
Dientengevolge zal het voor de kunste
naars waarvan velen noodlijdend zijn
nog bezwaarlijker worden in hun levens
onderhoud te voorzien.
Adressante verzoekt de Tweede Kamer
aan de bepaling in dit wetsontwerp, waar
bij schilderijen belastbaar worden gesteld,
haar goedkeuring te onthouden.
Ook de vereeniging St. Lucas heeft eer
adres gezonden aan den minister van Finan
ciën, waarin wordt gezegd, dat het recht
streeks gevolg van de belasting op het koo-
pen van schilderijen een groot nadeel z°u
zijn. zoowel voor kunsteaars als kunstlief
hebbers en een tegenhouden1 van waardee
ring dér beeldende kunst, waarvan de mo
gelijkheid tot genieten, van staatswege eer
der hoe langer hoe meer behoorde te wor
den bevorderd.
6.
„Goed, kom maar mee," was het ant
woord. „Het mag misschien niet precies vol
gens den regel zijn, maar in de gegeven om
standigheden zie ik er geen bezwaar in."
Alvorens echter het station te verlaten,
ging Johnson met den politiedokter en met
dekter Wagstaff de kamer binnen, waar het
lijk geplaatst was; toen hij terugkeerde, ver
toonde zijn gelaat een uitdrukking van ont
steltenis.
„Wat ook de reden voor den moord moge
geweest zijn," zeide hij tot Max, „het was
:cker geen roofzucht; zij heeft drie of vier
zeer kostbare ringen aan haar vingers, en
om haar hal^_ een snoer van echte paarien,
indien ik mij tenminste niet vergis Er is
ook geen sprake van zeden-misdrijf Ik ge
loof, dat wij ons voorbereid moeten houden
op iets zeer ongewoons, iets, dat geheel ligt
buiten de sfeer der gewone misdaden."
„Ja, dat heb ik ook gedacht," zeide Max.
„Daar moet een vreemde, mischien wel een
«ensationeele geschiedenis achter zitten,
iwaar ik beken, dat ik er tfeen flauw begrip
van heb, wat het kan zijn behalve"
Max wachtte even en keek den inspecteur
aan.
„Behalve wat. meneer Hamilton?"
„Ik duri het bijna niet zeggen, maar de
groote wereldgebeurtenissen hebben altijd
de elementaire oorzaken achter zich lief
de, hartstocht, naijver, haat, wraakzucht,"
antwoordde Max in gedachten.
„En gij wilt zeggen, dat de geschiedenis
van Miss Chase, die op voor haar zoo nood
lottige wijze geëindigd is, tot deze klasse
van oorzaken behoort?"
„Dat komt me zoo voor."
Johnson knikte ten teeken van instem
ming. „Het is best mogelijk, dat zij ver
moord is geworden door een halven gek,
door een lijder aan een of andere zielsziek
te." Eii hij somde een reeks moorden op,
waarvan de daders nooit gepakt waren.
„Maar, als de misdadiger niet krankzinnig
is en dit komt mij niet waarschijnlijk
voor dan ben ik het met u eens. Laten
we nu eens gaan kijken, of de coupé, waarin
het lichaam gevonden is uw coupé ons
iets naders kan zeggen."
Johnson, vergezeld van Max en den re
chercheur, begaf zich onmiddellijk naar
Earl's Court-station; de stationschef wachtte
op hen 'en vroeg aanstonds aan den recher
cheur: „Is er wat nieuws?" Hij scheen er op
te rekenen, dat hij iets te hooren zou krij
gen.
„Nog niet," zeide Johnso» lakoniek.
Het verkeer op de lijn stond nu, geduren
de den nacht, stil, en de geheele trein,
waarin Max en de vermoord^ dame van St.
Anton's Park gekomen waren, werd voor
het perron voorgereden. Het zegel van de
coupé werd verbroken en Johnson stelde
een nauwkeurig onderzoek in, doch met uit
zondering van het reeds vermelde dames-
handtaschje, vond men niets, dat in de zaak
eenig licht had kunnen brengen
Echter had het taschje zelf een inhoud,
die meer dan voldoende was, om zijn onder
zoek te beloonen. Want het bevatte een te
legram, dat van het grootste gewicht bleek;
het was den vorigen middag omstreeks vijf
uur verzonden van het telegraafkantoor te
Charing Cross, dat is dus Zaterdag, want het
was nu tusschen twee en drie uur Zondags
morgens.
Het telegram luidde: „Kom elf uur Hamp-
stead Heath."
De inspecteur liet het telegram aan Max
zien met de opmerking: „Het zou mij niet
yerwonderen of dit is haar doodvonnis ge
weest."
Max wendde zich tot den stationschef.
„Waar moest, volgens u, de trein ook weer
geweest zijn bij Hampstead Heath-station
of bij Finchley-Road op het tijdstip van
Miss Chase's overlijden?" vroeg hij.
„Dr Wagstaff zeide ons," antwoordde de
beambte, „dat zij overleden is even na elf
uur, en ik heb toen de opmerking gemaakt,
dat de trein omstreeks dien tijd bij een van
de beide stations moet zijn geweest
„Ja," zeide Johnson op ernstigen toon,
„dit telegram heeft haar den dood gebracht."
VIERDE HOOFDSTUK.
Ontwakende genegenheid.
„Zij is in den dood gelokt, het arme schep
sel!" riep de stationschef met een gevoel
van medelijden.
„Over „lokken" kan men nog niet met
zekerheid spreken," merkte inspecteur John
son op, terwijl hij bezig was den inhoud van
het handtaschje te inspecteeren; een kost
baar kettingbeursje met goud- en zilvergeld,
een sleutelbosje en een zakboekje met
eenige aanteekeningen.
Johnson telde het geld zorgvuldig.
„Bijna zes pond," zeide hij tot Max. „Hier
hebben we een nieuw bewijs cr voor, dat
het motief voor de misdaad geen roof is ge
weest."
Max knikte bevestigend.
Johnson keek in het notitieboekje, en gaf
vervolgens het taschje met den overigen in
houd, behalve het telegram en de sleutels,
aan den rechercheur om het mede te nemen
naar het politiebureau. Hij zeide eenige
woorden tot den stationschef en hij en Max
stapten in de taxi, om naar St. Anton's Park
te rijden.
Tijdens den rit, die misschien een kwartier
duurde, was hij stil.
Ook Max zeide bijna geen woord. Zijn
geest was geheel vervuld van het geheim
zinnige drama van den moord, gepleegd op
deze jonge en schoone vrouw, met wie het
blinde noodlot, zooals sommige dwazen het
noemen, hem in aanraking had gebracht Hij
had het telegram gezien, en opgemerkt, dat
het niet ondertcekend was, uit welke bij
zonderheid bleek, dat Sylvia moest geweten
hebben, wie het had afgezonden. Want zou
zij anders zóó laat, op een bitterkouden
winteravond naar Heampstead Heath-station
zijn gegaan? Het telegram wees op een vrij
sterke vertrouwelijkheid tusschen haar en
den persoon, die hel had afgezonden dat
was zeker. Wie was die persoon? 'n Man
of 'n vrouw? Johnson twijfelde er niet aan
of het was een man, want zou 'n vrouw zulk
een afspraak hebben gemaakt op zulk een
plaats en tegen zulk een tijd? Dat was vol
strekt onwaarschijnlijk Wie kon die man
zijn?
Hij zag in zijn verbeelding, hoe Sylvia dien
man aan het station ontmoette; hoe zij sa
men dc eerste-klasse-coupé binnengingen;
hoe in de eerstvolgende vijf minuten de
vreeselijke daad plaats bad; hoe de moor
denaar haar bontwerk en misschien ook haar
voile zoodanig schikte, dat niemand kon
zien, wie zij was; hoe hij kalm, alsof er niets
gebeurd ware, uitstapte aan het station
vóór St. Anton's Park', waar het hem het
best gelegen kwam misschien wel bij
Willesden. Hij bedacht, hoe de ruiten van
de coupé's vol witte ijsbloemen stonden van
het vriezen, en hoe onwaarschijnlijk het dus
was, dat de vreeseliike daad door iemand
kon zijn opgemerkt; hij herinnerde zich ten
slotte, hoe leeg de trein was. Alles wees op
een misdaad, gepleegd met voorbedachten
rade. Weer kwam hij terug, op den man, die
het gedaan had; wie kon hij zijn, die Sylvia
Chase zóó goed kende en zulk een macht
over haar had, om haar te bewegen tot een
ontmoeting als die, welke had plaats gehad,
en wat ter wereld kon het motief zijn ge
weest van den moord?
Verloren in deze overpeinzingen, was Max
van oordeel, dat de taxi de woning van ko
lonel Willoughby in St. Anton's Avenue be
reikte in verbazend korten tijd. Hij vond hef
hoogst onaangenaam, zijn vrienden uit hun
nachtrust te moeten opbellen, doch er wal
niets aan te doen.
Men moest meermalen aan de bel trek
ken; ten slotte kwam hel hoofd van den ko
lonel door een venster van de tweede ver
dieping naar builen steken.
„Wie is daar? Wat is er?" vroeg Wil
loughby op slaperigen, kriebeligen toon, als
of hij wilde zeggen: „Hoe durft gij mij mid
den in den nacht wakker bellen?"
„Ik ben het, Max Hamilton, meneer,'
klonk het antwoord. „Het spijt mij erg, daf
ik u op deze manier cn op dit uur moet las
tig vallen, maar het betreft een hoogst em«
stig geval. Zoudt u zoo vriendelijk willen
zijn naar beneden te komen en ons binnen
tc laten?"
(Wordt vervolgd.)