imm lAhP j BRIEVEN UIT FRANKRIJK. Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Dinsdag 3 Maart 1925 Het gouden boek der Fransche geestelijkheid Verslag van het intergeallieerd militair comité van Versailles. Nadere bijzonderheden over het Duitsch-Fransche modus vivendi. De nieuwe Rijkspresident in Duitschland. Fransch-Britsche toenadering. Onder de Radio-berichten: Nederland heeft kans op een zetel in den Raad van den Volkenbond. De regeling der begrafenis van president Fbert. Gem. buitenl. berichten. De actie tegen de Amsterd. winkelsluiting. Het kamerlid Juten. De toestand in de Mijnstreek. Het Adviseerend College. De Nationale Unie. Uit de R. K. Staatspartij. De Boerenleenbanken aangeslo ten bij de Centrale te Alkmaar. Van hospitaal tot kanker- instituut. De schilders en de Weelde belasting. FEUILLETON Wie nog twijfelen mocht aan den helden moed der Fransche geestelijkheid in den we reldoorlog aan den dag gelegd, neme het „Gouden boek der geest 1 jkheid en der con gregaties" ter hand, waarvan het eerste der twe" eelen onlangs is verschenen. De ook in Ne :rland zoo bekend priester-schrijver, Pierre 1' Ermite kondigde het plan in 1919 aan als „la Preuve du Sang," het bewijs dat zoo ontelbaar vele geestelijken hun bloed voer 1'et Vaderland hebben gestort. En inder daad getuigt dit boekwerk v n het groote en eervolle aandeel dat Frankrijks geestelijk heid in dien wereldstrijd heeft gehad. •Zij wier levensroeping het was vrede te ver kondigen, wier priesterkleed hen had moeten beveiligen tegen een oproep ten strijde hebben niet geaarzeld hun zoo moeilijken plicht te vervullen, toen het land hen riep. Zelfs zij die uit het land onrechtmatig waren verdre ven, keerden terug om zij aan zij te staan met de landgenooten die hen hadden verbannen. 'Een drievoudig voorwoord, zouden wij het kunnen noemen dat geschreven is door den oudste der kardinalen,Mgr. Lucon, door Mgr. Tissier, Bisschop van Chalons en tevens van het front gedurende geheel den oorlog en door den romancier Henri Bordeaux leidt dit gouden boek in. Zij geven daarin een heerlijk beeld van de rol door de geestelijkheid gespeeld zoowel aan als achter het front en verzuimen niet daar uit een les te doen trekken voor de toekomst, waar het betreft vaderlandsliefde en christelij ke naastenliefde van hen wier vrijheid thans opnieuw wordt bedreigd. Juist op dit oogenblik is het verschijnen van dit gouden boek meer dan ooit van groot gewicht. Het is een standaardwerk van apolo getische maar ook v. documentaire waarde. Een bron waaruit voor-en tegenstanders der geestelijke orden moéten puUen om zich een ïuiver denkbeeld te vormen van de ontzagge lijke diensten door de geestelijkheid van 1914 1918 aan het land bewezen. Dit eerste deel alleen bevat 12.000 persoon lijke aan tee keningen en een korte vermel ding van de wijze waarop het boek is tot standgekomen. Het secretariaat voor Katho lieke documentatie komt de eer toe dezer, veel omvattenden arbeid te hebben verwe zenlijkt. Lag het eerst in de bedoeling, bij den op zet van het plan, in dit boek alleen te verza melen de officieele mededeelingen van bur gerlijke en militaire overheden, waarin zij hul de hrachten aan de regilieuze en seculiere geestelijkheid, al spoedig.liet men deze ge dachte varen. Men moest verder gaan. De leugenachtige berichten, de valsche geruch ten die over de houding der geestelijkheid in den oorlog werden rondgestrooid dwongen door tekst en door het noemen van feiten op waardige wijze dezen te weerspreken. En alleen hij die de waarheid niet wil ken- aen zal geloof blijven hechten aan die laster lijke beschuldigingen uitgebracht niet alleen tegen de lagere geestelijkheid, maar zelfs te gen Z.H. den Paus en de Bisschoppen, als hij kennis heeft genomen van enkele cijfers. Het aantal mannel. en vrouwelij kereligieusen dat gedurende de oorlogsjaren Frankrijk heeft gediend, bereikte het cijfer van 45.253. Niet minder dan 4953 hunner zijn op het veld van eer gestorven en meer dan 18.000 werden de hoogste onderscheidingen, eervolle Vermel dingen en decoraties waardig gekeurd. Geen enkel feit is in dit boek vermeld, waarvan de authenticiteit niet vaststaat en zoo is aan iede- ren tegenstander het wapen van ongeloof uit de hand geslagen. Hoeveel tijd en hoeveel moeite dat nauw keurig onzerdoek heeft gekost, weten alleen de samenstellers te vertellen. Het is dan ook begrijpelijk dat jaren daartoe noodig zijn ge weest. De bescheidenheid van velen, liever niet vermeld te worden, stond vaak het meest een grondig onderzoek in den weg. Alleen de overtuiging ten slotte het aan de goe le en Katholieke zaak verschuldigd te zijn, open baarheid te geven aah, al te smalend in twij fel getrokken feiten, \?eft veler te loven, persoonlijke wegcijfering overwonnen. Laten wij eens een oogenblik denken wat het zeggen wil 23.000 persoonlijke aantee- keningen te verzamelen en wij zullen niet karig zijn in onze lof aan de redacteuren die het werk hebben samengesteld. Zij hebben zich niet tot Frankrijk willen beperken. De orde en wereldgeestelijken der gealli eerde landen hebben eveneens hun plaats in dit gouden boek. Het mag derhalve op volledigheid aan spraak maken, al zullen wellicht enkele na men door bijzondere oorlogsomstandigheden onvermeld zijn gebleven of althans hun onder scheidingen aan de aandacht zijn ontsnapt. Het is hier niet de plaats uitvoerige aanha lingen uit dit ook uiterlijk keurig verzorgde boek te doen en u namen te noemen van personen die zich in het bijzonder hebben onderscheiden. Wij willen alleen in breederen kring, ook in Nederland de aandacht vestigen op dit glo rievolle gedenkboek, waarin de Katholieken van geheel de wereld een afglans zullen zien van plichtsgevoel, vaderlandsliefde, zelfver loochening en Christelijke naastenliefde ge- inspireerd door de hooge beginselen van ons H. Geloof. Gaat de smaad die de geestelijkheid wordt aangedaan, in welk land dan ook, niet ons allen ter harte, maar deelen wij niet eveneens allen in de bewondering die zij afdwingt Het allerbeste gevoelen wij dit op het oogenblik in Frankrijk. De bejegening van de tegenwoordige Regeering jegens het Vati- caan, is niet alleen een zaak die Frankrijks I Katholieken betreft. Geheel de Katholieke wereld ss terecht ver ontwaardigd over een gedraging die in strijd is met alk diplomatieke gewoonten en niets anders kan zijn dan een uiting van godsdienst haat, in welk mooi kleedje men de redenen van afschaffing ook wil steken. De vrijheid der geestelijke orden gaat eveneens geheel de Katholieke wereld van zeer nabij aan en een vlammend protest uit alle landen moet opstijgen als deze opnieuw wordt aangetast en vervolging en verbanning zich scherper afteekenen. Het gouden boek zal een sterke steun kunnen zijn in dien gemeenschappelijken strijd tegen priesterhaat en verdachtmaking, omdat het onloochenbaar vast stelt dat de geestelijke leiders ook de leidders zijn ge weest der scharen, waar het gold het vader land te verdedigen. Mgr. Tissier heeft het zoo mooi gezegd De dooden zullen beter dan elders hun eeuwigen slaap slapen in het gouden boek én de overlevenden, er in terugvindend bij alle noodzakelijke gelegenheden, de stralen van hun glorie, zullen zich in hun plaats stel len bij den strijd die hen kan wachten." Parijs, 25 Februari 1925 Mr. P. v. S. /✓A, - Rapport der militaire controle-commissie. De gezantenraad zal heden bijeenkomen om den noodigen tijd te hebben ter bestu deering van het rapport van het interge ïlli- eerd militair comité van Versailles, dat Za terdag is gereed gekomen cn onmiddellijk jan de regeeringen is meegedeeld. Dit rapport, dat vermoedelijk nog door andere gevolgd zal worden, bepaalt zich tot het doen uitkomen van de punten, waarop Duitschland in zijn militaire verplichtingen is te kort geschoten. In strijd met sommige berichten wordt de geconstateerde fraude door de militaire deskundigen als zeer ern stig beschouwd. Vooral wordt nadruk gelegd op de uiterst bedenkelijke geheime reorgani satie van het leger, blijkend uit het groote aan tal stafofficieren (250 voor een leger van in theorie 100.000 man tegen 314 in 1914 voor een leger van over het inillioen), uit de ver andering van het karakter van Reichswehr en schupo, die kweekplaatsen zijn voor officie ren en onderofficieren enz. Dit alles is nog ernstiger dan de geheime vervaardiging van verboden materiaal, aldus oordeelt het mili taire comité en zooals een dezer factoren van fraude bestaat, kan niet gezegd worden dat het Verdrag is nagekomen. Het rapport van Foch bepaalt zich voor het oogenblik tot het doen van algemeene voorstellen. Eerst later zullen op verzoek van den gezantenraad door het militaire comité de technische détails kunnen worden uit gewerkt omtrent de nieuwe voorwaarden, die aan Duitschland zullen moeten worden be- teekend. De vraag is of de gezantenraad dit .terstond zal vragen dan wel of er eerst een bespreking gehouden zal worden tusschen de regeeringen omtrent de algemeene politiek tegenover Duitschland te volgen. Ook zal de gezantenraad zich moeten uitspreken over de publicatie van het rapport-Walch. Waar schijnlijk zullen Foch en de andere leden van het comité van Vers i'les morgen door den gezantenraad woraen gehoord tot het geven van nadere voorlichting. Briefwisseling Duitsch- Fransch Modus vivendi. De tusschen Trendelenburg en Raynaldy gewisselde brieven, behelzen de punten, waarop de beide regeeringen tot overeen stemming zijn gekomen inzake het begin- si\ van het voorioopig accoord, en in groote lijnen de grondslagen van het definitieve handelsverdrag. In het voorloopige regime verleent Duitschland aan Frankrijk een behandeling volgens de clausule der meestbegunstigde natie, waarbij uitzondering wordt gemaakt, voor een beperkt aantal artikelen. Het regi me houdt de opheffing in van het invoervei- bod, dat voor de Fransche producten be staat. Voor Elzas-Lotharingen is een voor loopige regime voorzien. Ten aanzien van de Duitsche artikelen zal een minimumta rief en een middentarief worden toegepast. In het definitieve verdrag komt voor Frankrijk de clausule der meestbegunstigde natie voor, terwijl Du'f.chland als compen satie een minimumtarief verkrijgt. Hulde van Caillaux aan Herriot. Caillaux heeft te Rijsel het woord voe rend, zijn erkentelijkheid betuigd jegens Herriot, die in Frankrijk de tradities va vrede, recht en vooruitgang deed terugkee- ren en in Europa een politiek van verzoe ning. Duitsche voorstellen be treffende een verdrag van non-agressie. De vraag omtrent de houding, die Frank rijk heeft aan te nemen tegenover het Duit sche voorstel van een verdrag van non-agres sie, wordt steeds druk besproken. Tegen over de stelling van hen, die als gewoonlijk uitroepen, dat Frankrijk niet in den strik moet loopen, dat van Duitschland nimmer oprechte voorstellen te wachten zijn en dat de Fransche regeering zelfs niet praten kan over een voorstel, waarin niet gesproken wordt van de Duitsche oostgrens, verklaart De Jouvenel in de „Matin", dat dit alles de vraag niet is. Verwerpt men bij voorbaat elk Duitsch voorstel, dan speelt men in de kaart van de Duitsche nationalisten en de Fransche communisten, Herriot weet waar lijk ook wel, dat Europa niet bij den Rijn ophoudt. De vraag is voor het oogenblik, of men er in slagen kan met Duitschland een algemeen arbitrageverdrag te sluiten, dat dan natuurlijk ook Frankrijk's bondge- nooten zou omvatten. De conclusies van Balfour omtrent het protocol van Genève spreken van een Engelsch-Fransche-Bel- gisch verdrag, dat na 1935 ook tot Oost- Europa uitgebreid zou kunnen worden op de uitdrukkelijke voorwaarde, dat ook* Duitschland daaraan deelneemt en daarna het karakter van een algemeen protocol zou kunnen krijgen. De Britsche garantie hangt dus blijkbaar van de Duitsche deelneming af en in die derde handteekening zit dan ook de waarborg, die noodig is, al is ze wel licht niet afdoende. Daarom oordeelt de Jouvenel, dat van het Duitsche voorstel moet worden partij getrokken om te begin nen een algemeen Europeesch protocol voor te bereiden. De nieuwe Duitsche pre sident. Volgens de draadlooze dienst zal de ver kiezing van den nieuwen rijkspresident waarschijnlijk 26 April plaats hebben. Als candidaten worden genoemd Cuno, Maru, Luther en Löbe. Omtrent de aanstaande presidentsverkie zing in Duitschland merkt men hier op, dat tot dusver de Duitsche verkiezingen geen gelegenheid hebben gegeven om de ware oriënteering van de Duitsche politiek te lee- ren kennen, Daarvoor zal het plebiscie tthans wellicht aanwijzingen geven van groote waar de. Zelfs de „Quotidien" verklaart, dat nie mand zich verbazen kan als de bondgenoo- ten bijzondere maatregelen nemen om geen dupe te worden, indien de volksuitspraak een triomf van de reactie worden mocht. Een Fransch-Britsche en tente. Engelscke bladen melden, dat besloten, is, volkomen nieuwe richtsnoeren in de Engel-, sche buitenlandsche politiek te volgen. For meel beraadslagen de militaire deskundigen nog verder over het protocol van Genève dit heeft echter geen doel, daar onafhankelijk van deze besprekingen een negatieve beslis sing reeds gevallen is. Niettegenstaande het feit dat het definitieve resultaat van de nieuwe oriënteering nog niet vaststaat, is het toch zeer waarschijnlijk, dat een Fransch-Britsche entente in plaats van het protocol vanGenève den grondslag zal vormen van de Britsche politiek. Daar men aanneemt, dat ingeval ooit weer de toestand van 1914 zou terugko men, Engeland wederom aan de zijde van Frankrijk zou staan, is er geen réden, waar om niet even goed dadelijk een verdrag ge sloten zou kunnen worden, waarin Engeland al zijn krachten aan Frankrijk ter beschik king zou stellen tegen een Duitschen aanval. Voorioopig zijn slechts principe- en geen dc- tail-quaesties in Londen besproken. Voorioopig staat zooveel vast, dat het principe om een Fransch-Britsch bondge nootschap tot basis te maken van de toekom stige Britsche buitenlandsche politiek, in invloedrijke regeeringskringen wordt voor gestaan. Vertegenwoordiging der groote mogendheden. De Britsche, de Fransche en de Italiaan- sche regeering willen ambassadeurs vestigen te Konstantinopel, die dan zoo noodig naar Angora zouden gaan, benevens permanente verbindingsofficieren voor Angora. Een Amerikaansch oor deel over het oorlogsschip Admiraal Sims heeft voor de luchtvaart commissie uit het Representantenhuis verklaard, dat de oorlogsschepen niet meer de zee beheerschten en dat de verdediging van elk land thans in werkelijkheid op vl e machines en duikbooten berustte, weshalve het departement van Marine diende over te gaan tot den bouw van moederschepen voor vliegmachines. Onderhandelingen tus schen Griekenland en Turkije. De onderhandelingen te Athene tusschen de Grieksche en de Turksche gedelegeer den zijn zonder resultaat beëindigd, daar de Turksche regeering verklaarde, dat een vriendschappelijke regeling mogelijk was, zoodra Griekenland zijn beroep op de Vol kenbond intrekt. De Grieksche vertegen woordiger weigerde in verdere onderhan deling n 'e t eien vóór de Volkenbond bijeenkomt. De opstand in Koerdistan Uit Konstantinopel wordt gemeldt, dat de nationale vergadering een crediet van 265.000 Turksche ponden heeft goedge- tot dekking der uitgaven voor de gedeelte lijke mobilisatie van het leger in verband met den opstand der Koerden. Er komt wei nig nieuws van het tooneel van den opstand de troepenconcentratie wordt methodisch voortgezet maar, er is nog geen voeling ver kregen met de opstandelingen. Volgens de Fransch-Turksche conventie van 20 October 1921 heeft Turkije het recht militaire transporten per spoor over het ge bied van Syrië te doen plaats hebben. Frank rijk heeft dezelfde bevoegdheid ten aanzie van het gebied van Turkije. Daar nu voo het vervoeren van troepen naar het gebied van den opstand de spoorweg, die gedeelte lijk over Syrich gebied loopt, een korter en gemakkelijker weg vormt dan die over over Trebizonde en Erzeroem, heeft de re geering machtiging gevraagd voor den door tocht harer troepen. Overwegende, dat het hier binnenlandsche onlusten betreft, heeft de Fransche regeering deze machtiging ver leend. De admiraalsconferentie te Singapore. De vlootconferentie, die hier wordt gehou den, wordt bijgewoond door de admiraals, die het bevel voeren over vlootafdeelingen in Oost-Indië Australië, Nieuw-Zeeland en China, Het doel der conferentie is de vloot- verdediging in het verre Oosten te coördi- neeren in verband met den bouw van een nieuwe vlootbasis te Singapore. TERDOODVEROORDEELING VAN TWEE JONGENS. Wij hebben melding gemaakt van de ter- doodveroordeeling van twee jongens, den zeventienjarigen Edward Heggarty en den negentienjarigen William Crossley, die in Januari te Wolverhampton een politieagent doodschoten. Zooals men zich herinnert wa ren de twee jongens weggeloopen van een ambachtsschool te Harpenden en gewapend met een revolver op strooptocht uitgetrok ken, waarbij zij zich als handlanger een jon getje van veertien jaar assumeerden. Toen zij door een politieagent werden opgemerkt, 'die hen achtervolgde, ontstond er 's morgens vroeg, een gevecht, waarbij de jeugdige zwer vers die blijkens de foto's in de Engelsche bladen gepubliceerd, een zeer ongunstig uiter lijk hebben den politieagent doodschoten. Het merkwaardige in dit proces is, dat de beide terdoodveroordeelden bij het verhoor elkaar beschuldigden. Crossley verklaarde, dat hij niet wist dat Heggarty een revolver had, totdat deze den politieman doodschoot, terwijl Heggarty verklaarde en volhield dat Crossley de noodlottige schoten had gelost. Heggarty had het eerste schot gelost om den politieagent schrik aan te jagen en daarna de revolver in den jaszak van Crossley ge stopt, die vervolgens den politieagent dood schoot. Het openbaar ministerie verklaarde dat het bij de uitspraak van de jury er niet toe deed, wie de revolver had afgeschoten, om dat het wapen was gebruikt voor een gemeen schappelijk doel. De beide jongens hoorden het over hen gevelde vonnis onbewogen aan. MOORDAANSLAG OP EEN ARME- NlëR TE LONDEN. Vrijdag is in de city van Londen een moordaanslag gepleegd op den rijken Ar- meenschen koopman die in zijn bureau zwaar gewond werd gevonden. De naam van den gewonde is F.kisler. Hij was van geboor te Armeniër, doch woonde al sedert lange jaren in Engeland, waar hij burgerrecht had verkregen en in de beste kringen verkeerde. De man, die den aanslag pleegde, had van te voren het terrein blijkbaar goed verkend en gebruik gemaakt van de omstandigheid dat Èkislers typiste, volgens gewoonte, koffie was gaan drinken. Toen de typiste teruhg- kwam, vond zij Èkislers kantoor gesloten en hoorde gekreun. Zij ging den portier van het kantoorgebouw halen, die het kantoor open de.. Ekisler lag bewusteloos op den rug. Bij een nader ingesteld onderzoek bleek de draad van de telefoon doorgesneden. Tee kenen wijzende op roof waren niet te be speuren Ekisler gouden horloge en ketting waren op zijn overjas gelegd. Er had wel een heftige strijd slants gehad, waarbij Ekisler verscheidene slagen op het hoofd had gekre gen, dat kneuzingen vertoonde. INTERN. POSTZEGELTENTOON STELLING. Te Parijs zal van 2 tot 12 Mei in het Pa vilion de Marsan een internationale Postze- g l :entoonstelling worden gehouden. De burgemeester van Den Haag heeft zich bereid verklaard ook deel van het eere-co- mité uit te maken in de jury hebben voor Nederland zitting de heeren Costerus en Van der Schooren in het „comité de pa tronage vindt men de namen van negentien Nederlanders. De Fransche regeering heeft allerlei faci- hteiten toegestaan voor de verzending van v :rzamelingen volledige inlichtingen zijn te krijgen bij den secretaris-generaal te Villc- momble (Seine) 2. Allié des Chalets. Tijdens de tentoonstelling zal een congres vm postzegelhandelaren en een congres van postzegelvereenigingen worden gehouden. EEN WITTE POLÏTIEHELM. Te Brussel wordt bij de politie een proef- genomen, om de kepi te vervangen door een witten helm. Het is nog te vroeg om te weten of die maat regel voldoet en of hij over het geheele po litiecorps van Brussel zal uitgebreid worden. Echter zijn volgens „Het Laatste Nieuws" de politieagenten er tot dusver niet zeer over te spreken. Aan de verkeersagenten kan die nieuwe dracht allicht diensten bewijzen de andere agenten blijken de gewone donkere kepi te verkiezen, daar hun aanwezigheid minder in het oog valt, wat vaak wensche lijk is. PLAATSEN IN DUITSCHE TREINEN. Orn een einde te maken aan de herhaaldelijk voorkomende twisten tusschen reizigers in een coupé over het in beslag nemen van zitplaat sen, wordt er volgens berichten uit Duitsch land, op gewezen, dat door het leggen van een courant of boek, door het plaatsen van handbagage in het net boven een zitplaats geen recht op die plaats wordt verworven. Als bezet geldt een plaats slechts, wanneer handbagage, kleedingstukken enz', op die plaats zijn neergelegd. Een en ander natuur lijk alleen voor het geval, dat het geen trein betreft, waarin men een plaats van te voren kan bespreken. DE SPAANSCHE SCHATGRAVER(S). De Spaansche politie heeft eind lijde ha id gelegd op den Spaanschen schatgraver. Het betreft een talrijke bende, met vertakkingen door geheel Spanje en het buitenland, die zeer modern georganiseerd was en waarvan ver schillende leden een eervolle positie in de maatschappij schenen in te nemen en blijk baar over een groot fortuin beschikten. MERKWAARDIGE LAATSTE WILS BESCHIKKING. Een journalist te Boston, een zekere Ray mond Bridgeman, die de vorige week over leed, heeft in zijn testament een bedrag ter waarde van 2400 gulden bestemd voor de be taling van Frankrijk's schuld aan de Vereeni- de Staten. Hij verklaart dat deze beschikking bedoelde te zijn een „erkenning van den plicht der Vereenigde Staten om alle schulden der geallieerden te annuleeren op grond van de waarde, genoten tengevolge van de ellende en de verliezen der geallieerden ten behoet e van de wereldbeschaving, ellende en verlie Z rn, 'ie ons voor een groot deel bespaard zijn. Niet meer open na 8 uur. Zooals bekend is. werd in de laatste ver gadering van Amsterda msche winkeliers, die actie voeren tegen de winkelsluiting, besloten, de gemeenteraadsleden te „be werken", ten einde verandering te krijgen in de betreffende verordening. Naar thans gemeld wordt, is 't bestuur van de Vereen, van Amst. Winkeliers alleszins optimis tisch gestemd omtrent het resultaat, dat deze actie zal opleveren. Het heeft thans aan zijn leden geadvi seerd, geen winkels meer na acht uur open te houden, in afwachting van hetgeen van hoogerhand beslist zal worden. Het lid der Tweede Kamer, de heer Ju ten, burgemeester van Wouw, deelt mede, dat het niet in zijn bedoeling ligt thans reeds voor het lidmaatschap der Tweede Kamer te bedanken Wel stelt hij zich, ge lijk men weet bij de a.s, verkiezingen niet meer beschikbaar voor een zetel. Burgemeester Wazsink van Heerlen en dr. Poels, hebben langdurig geconfereerd in den Haag met twee Limburgsche autoritei ten, die met de toestanden der mijnstreek buitengewoon op de hoogte zijn. De confe rentie liep over de malaise en de crisis, die de mijnindustrie doormaakt. Samenstellng van het Politiek Advies. Het Adviseerend College komt 20 en 21 Maart a.s. bijeen ter samenstelling van het Politiek Advies. De publicatie van het Po litiek Advies zal waarschijnlijk einde van de daarop volgende week plaats hebben. Een verklaring van het Kamerlid Van der Voort van Zijp. Het anti-rev. lid van de Tweede Kamer, C. van der Voort van Zijp heeft in verband met de onderteekening van het Staatkundig Advies een schrijven gericht tot de voorzit ter van de anti-revolutionnaire kiesveree- niging Tietjerkstcradeel en daarmede tevens tot de anti-revolutionnaire kiezers in het oude district Tietjerksteradeel, die het in 1908 afvaardigden naar de Tweede Kamer. De heer Van der Voort van Zijp wijst er op, dat hij tijdens zijn Kamerlidmaatschap steeds gepoogd heeft, meer te letten op het anti-revolutionnaire beginsel dan op het anti-rev. belang; de macht der partij was voor hem altijd middel, geen doel. En wan neer hij thans zijn vertegenwoordiging der anti-revolutionnaire partij afsluit, dun is dat niet om den dienst van het anti-rev. begin sel te verlaten. In den loop der laatste 17 jaren is echter veel veranderd. De antithese in geestelijken zin, bestaat natuurlijk nog,, en het ligt buiten het menschelijk vermogen die weg te werken; maar in politieken zin heeft zij sedert de onderwijs-pacificatie zeer veel van haar vroeger noodzakelijke scherp te verloren. En nu in breede kringen van ons volk wordt uitgezien naar verzoening en samenwerking op velerlei gebied, is de in de laatste jaren steeds scherpere vervolging van den antithesischen partijstrijd in de Ka mer daarmede in zonderlinge tegenstelling. Het is om deze reden, dat een aantal voor aanstaande mannen, niet beginselloozen, maar mannen van rechts en van links met beginsel, zou bijeenkomen tot een opzette lijk onderzoek in hoeverre samenwerking nor dig en mogelijk is, en tct beraad, op hoe- danige wijze deze volkswenschen in de practische politiek ware te verwezenlijken. Tot dat onderzoek en dat beraad heeft spre ker zich van ganscher harte bereid verklaart en zulks met het volledig behoud van zijn anti-revolutionnaire beginselen. (Ccrr.Bur.) Rijkskieskring Utrecht. In den Rijkskieskring Utrecht namen aan de voorloopige aanwijzingen van candidaten deel 40 van de 49 plaatselijke kiesvereeni- gingen. Aangewezen werden: J. G. Suring in 32; Dr. J. F. J. ten Berge in 27; L. Baron van Voorst tot Voorst en C. Knigge, ieder in 17; C. J. Kuiper, in 14; Prof. Dr. J. Veraart, in 9; G. van Koeverden, in 8; Mevr. S. C. C. Bronsveld-Vitringa, Mr. A. I. M. Baron van Wijnbergen en A. J. Loerakker, ieder in 6; P. H. J._ Steenhoff, in 5; Mr. J. R. H. van Scbaik, in 4; H. Brouwer, G. P. Bon en Chr. Jansen, ieder in 3; Von Frijtag Drabbe, A. J de Goey, A. H. Smulders en Jhr. Mr. K. de Wijkerslooth de Weerdesteyn, ieder in 2 vertenigingen; Mr. P. J. M. Aalberse, Mr. J. B Bomans, Mevr. W. A. Brouns-van Be- souw, A. Conijn, Mr. Dr. D. A. P. N. Kooien. J. A. Jongerius, G. .H. Jvan Spanje, Mevr. F. Steenberghe-Engeringh en Jos. Veltman ieder in 1 vereeniging. Bovendien werden ingeleverd: 1 lijst uit de stad Utrecht voor Mevr. W. A. Brouns- Var. Besouw en de heeren W. Mooijman en L. F. Guit; 2 lijsten uit Baarn en Utrecht voor de heer Chr. Jansen en 3 lijsten uit Wilnis en Mijdrecht voor den heer C. Knigge Naar aanleiding van bet ook door ons in ons No. van 26 Febr. j.l. uit de Tel overgenomen bericht, dat alle Boerenleen banken, aangesloten bij de Centrale te Alkmaar, waren overgegaan naar de Cen trale te Eindhoven, deelt men ons van zeer bevoegde zijde mede, dat van de ongeveer 40 lokale banken, de beste zijn overgegaan naar Utrecht en enkele zelfs; cog geen besluit schijnen te hebben genomen. De schulden voor iedere aangesloten bank van Alkmaar, zijn per 1 Febr. verrekend. Geen enkel lid of spaarder heeft er schade van gehad. Het militair hospitaal aan de Sarphati- straat te Amsterdam zou, meldt het Hbld. worden ingericht tot kleedingmagazijn voor het leger, toen het Dep. van Financiën vroeg of het niet ter beschikking zou kunnen wor den gesteld van Het Kankerinstituut. Eenige jaren geleden was voor deze ver eeniging een susidie' van een millioen op de begrooting gebracht, dat echter nog steeds niet was uitgekeerd, in verband met den slechten fnanceelen toestand des lands. De gratis beschikbaarstelling van het ge bouw zou een belangrijke besparing betee- kenen. Een beslissing is nog wel niet genomen, maar het s toch zoo goed als zeker, dat het oude militaire hospitaal aan de Sarphati- straat aan het „Kankerinslituut" zal worden gegeven, terwijl alsdan de Oranje Nassau- kazeme tot kleedingmagazijn zal worden verbouwd. De maatschappij „Arti et Amicitiae" heeft een adres aan de Tweede Kamer gezonden, waarin zij zegt, tot haar leedwezen te heb ben gezien, dat mede belast zullen worden schilderijen. Adressante acht het haar onafwijsbaren plicht met klem op te komen tegen elk be grip, waarbij schilderijen worden beschouwd als artikelen van weelde en tegen het, van regeeringswegc doen ingang vinden van dit denkbeeld. Naar haar onwrikbare overtuiging zijn ge noemde uitingen van kunst onontbeerlijk voor een land. dat op beschaving wil aan spraak maken. Adressante vindt, dat van de regeenng mag worden verwacht, dat zij de kunst zoo veel mogelijk bevordere en geenszins, dat met het heffen van een belasting, op den verkoop van kunstwerken haar door' den Staat hinderpalen worden in den weg ge legd, welke hare vrije ontwikkeling ernstig belemmeren. Sedert de crisisjaren is de verkoop van schilderijen zeer gering, bij den voorge stelden maatregel zal de kooplust van h«t publiek nog verder afnemen. Dientengevolge zal het voor de kunste naars waarvan velen noodlijdend zijn nog bezwaarlijker worden in hun levens onderhoud te voorzien. Adressante verzoekt de Tweede Kamer aan de bepaling in dit wetsontwerp, waar bij schilderijen belastbaar worden gesteld, haar goedkeuring te onthouden. Ook de vereeniging St. Lucas heeft eer adres gezonden aan den minister van Finan ciën, waarin wordt gezegd, dat het recht streeks gevolg van de belasting op het koo- pen van schilderijen een groot nadeel z°u zijn. zoowel voor kunsteaars als kunstlief hebbers en een tegenhouden1 van waardee ring dér beeldende kunst, waarvan de mo gelijkheid tot genieten, van staatswege eer der hoe langer hoe meer behoorde te wor den bevorderd. 6. „Goed, kom maar mee," was het ant woord. „Het mag misschien niet precies vol gens den regel zijn, maar in de gegeven om standigheden zie ik er geen bezwaar in." Alvorens echter het station te verlaten, ging Johnson met den politiedokter en met dekter Wagstaff de kamer binnen, waar het lijk geplaatst was; toen hij terugkeerde, ver toonde zijn gelaat een uitdrukking van ont steltenis. „Wat ook de reden voor den moord moge geweest zijn," zeide hij tot Max, „het was :cker geen roofzucht; zij heeft drie of vier zeer kostbare ringen aan haar vingers, en om haar hal^_ een snoer van echte paarien, indien ik mij tenminste niet vergis Er is ook geen sprake van zeden-misdrijf Ik ge loof, dat wij ons voorbereid moeten houden op iets zeer ongewoons, iets, dat geheel ligt buiten de sfeer der gewone misdaden." „Ja, dat heb ik ook gedacht," zeide Max. „Daar moet een vreemde, mischien wel een «ensationeele geschiedenis achter zitten, iwaar ik beken, dat ik er tfeen flauw begrip van heb, wat het kan zijn behalve" Max wachtte even en keek den inspecteur aan. „Behalve wat. meneer Hamilton?" „Ik duri het bijna niet zeggen, maar de groote wereldgebeurtenissen hebben altijd de elementaire oorzaken achter zich lief de, hartstocht, naijver, haat, wraakzucht," antwoordde Max in gedachten. „En gij wilt zeggen, dat de geschiedenis van Miss Chase, die op voor haar zoo nood lottige wijze geëindigd is, tot deze klasse van oorzaken behoort?" „Dat komt me zoo voor." Johnson knikte ten teeken van instem ming. „Het is best mogelijk, dat zij ver moord is geworden door een halven gek, door een lijder aan een of andere zielsziek te." Eii hij somde een reeks moorden op, waarvan de daders nooit gepakt waren. „Maar, als de misdadiger niet krankzinnig is en dit komt mij niet waarschijnlijk voor dan ben ik het met u eens. Laten we nu eens gaan kijken, of de coupé, waarin het lichaam gevonden is uw coupé ons iets naders kan zeggen." Johnson, vergezeld van Max en den re chercheur, begaf zich onmiddellijk naar Earl's Court-station; de stationschef wachtte op hen 'en vroeg aanstonds aan den recher cheur: „Is er wat nieuws?" Hij scheen er op te rekenen, dat hij iets te hooren zou krij gen. „Nog niet," zeide Johnso» lakoniek. Het verkeer op de lijn stond nu, geduren de den nacht, stil, en de geheele trein, waarin Max en de vermoord^ dame van St. Anton's Park gekomen waren, werd voor het perron voorgereden. Het zegel van de coupé werd verbroken en Johnson stelde een nauwkeurig onderzoek in, doch met uit zondering van het reeds vermelde dames- handtaschje, vond men niets, dat in de zaak eenig licht had kunnen brengen Echter had het taschje zelf een inhoud, die meer dan voldoende was, om zijn onder zoek te beloonen. Want het bevatte een te legram, dat van het grootste gewicht bleek; het was den vorigen middag omstreeks vijf uur verzonden van het telegraafkantoor te Charing Cross, dat is dus Zaterdag, want het was nu tusschen twee en drie uur Zondags morgens. Het telegram luidde: „Kom elf uur Hamp- stead Heath." De inspecteur liet het telegram aan Max zien met de opmerking: „Het zou mij niet yerwonderen of dit is haar doodvonnis ge weest." Max wendde zich tot den stationschef. „Waar moest, volgens u, de trein ook weer geweest zijn bij Hampstead Heath-station of bij Finchley-Road op het tijdstip van Miss Chase's overlijden?" vroeg hij. „Dr Wagstaff zeide ons," antwoordde de beambte, „dat zij overleden is even na elf uur, en ik heb toen de opmerking gemaakt, dat de trein omstreeks dien tijd bij een van de beide stations moet zijn geweest „Ja," zeide Johnson op ernstigen toon, „dit telegram heeft haar den dood gebracht." VIERDE HOOFDSTUK. Ontwakende genegenheid. „Zij is in den dood gelokt, het arme schep sel!" riep de stationschef met een gevoel van medelijden. „Over „lokken" kan men nog niet met zekerheid spreken," merkte inspecteur John son op, terwijl hij bezig was den inhoud van het handtaschje te inspecteeren; een kost baar kettingbeursje met goud- en zilvergeld, een sleutelbosje en een zakboekje met eenige aanteekeningen. Johnson telde het geld zorgvuldig. „Bijna zes pond," zeide hij tot Max. „Hier hebben we een nieuw bewijs cr voor, dat het motief voor de misdaad geen roof is ge weest." Max knikte bevestigend. Johnson keek in het notitieboekje, en gaf vervolgens het taschje met den overigen in houd, behalve het telegram en de sleutels, aan den rechercheur om het mede te nemen naar het politiebureau. Hij zeide eenige woorden tot den stationschef en hij en Max stapten in de taxi, om naar St. Anton's Park te rijden. Tijdens den rit, die misschien een kwartier duurde, was hij stil. Ook Max zeide bijna geen woord. Zijn geest was geheel vervuld van het geheim zinnige drama van den moord, gepleegd op deze jonge en schoone vrouw, met wie het blinde noodlot, zooals sommige dwazen het noemen, hem in aanraking had gebracht Hij had het telegram gezien, en opgemerkt, dat het niet ondertcekend was, uit welke bij zonderheid bleek, dat Sylvia moest geweten hebben, wie het had afgezonden. Want zou zij anders zóó laat, op een bitterkouden winteravond naar Heampstead Heath-station zijn gegaan? Het telegram wees op een vrij sterke vertrouwelijkheid tusschen haar en den persoon, die hel had afgezonden dat was zeker. Wie was die persoon? 'n Man of 'n vrouw? Johnson twijfelde er niet aan of het was een man, want zou 'n vrouw zulk een afspraak hebben gemaakt op zulk een plaats en tegen zulk een tijd? Dat was vol strekt onwaarschijnlijk Wie kon die man zijn? Hij zag in zijn verbeelding, hoe Sylvia dien man aan het station ontmoette; hoe zij sa men dc eerste-klasse-coupé binnengingen; hoe in de eerstvolgende vijf minuten de vreeselijke daad plaats bad; hoe de moor denaar haar bontwerk en misschien ook haar voile zoodanig schikte, dat niemand kon zien, wie zij was; hoe hij kalm, alsof er niets gebeurd ware, uitstapte aan het station vóór St. Anton's Park', waar het hem het best gelegen kwam misschien wel bij Willesden. Hij bedacht, hoe de ruiten van de coupé's vol witte ijsbloemen stonden van het vriezen, en hoe onwaarschijnlijk het dus was, dat de vreeseliike daad door iemand kon zijn opgemerkt; hij herinnerde zich ten slotte, hoe leeg de trein was. Alles wees op een misdaad, gepleegd met voorbedachten rade. Weer kwam hij terug, op den man, die het gedaan had; wie kon hij zijn, die Sylvia Chase zóó goed kende en zulk een macht over haar had, om haar te bewegen tot een ontmoeting als die, welke had plaats gehad, en wat ter wereld kon het motief zijn ge weest van den moord? Verloren in deze overpeinzingen, was Max van oordeel, dat de taxi de woning van ko lonel Willoughby in St. Anton's Avenue be reikte in verbazend korten tijd. Hij vond hef hoogst onaangenaam, zijn vrienden uit hun nachtrust te moeten opbellen, doch er wal niets aan te doen. Men moest meermalen aan de bel trek ken; ten slotte kwam hel hoofd van den ko lonel door een venster van de tweede ver dieping naar builen steken. „Wie is daar? Wat is er?" vroeg Wil loughby op slaperigen, kriebeligen toon, als of hij wilde zeggen: „Hoe durft gij mij mid den in den nacht wakker bellen?" „Ik ben het, Max Hamilton, meneer,' klonk het antwoord. „Het spijt mij erg, daf ik u op deze manier cn op dit uur moet las tig vallen, maar het betreft een hoogst em« stig geval. Zoudt u zoo vriendelijk willen zijn naar beneden te komen en ons binnen tc laten?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5