ÜTTEW imwEti- Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE ZUID-HOLLANDER. Tweede Blad Donderdag 5 Maart 1925 De oplossing der veiligheids-quaestie. De stemming van Frankrijk en Engeland ten opzichte van Duitschland. Een rede van Dr. Seipel. De Vereenigde Staten en het Wereldbol. Onder de Radio-berichten: De begrafenis van Rijkspresident Ebert. Ambtsaanvaarding van den Amerikaanschen president Coolidge. den, voor het meerendeel op veronderstel lingen. Gem. buitenl. berichten. juist genoemd, als zijnde afkomstig van een INDISCHE SAMENZWEERDERS VEROORDEELD. De Ned. regeering en het protocol. De Weeldebelasting. Een enquête onder de R.K. werkgevers. De toestand in de Venen. De Regeering en de Rotterd. Bank. De nieuwe kruisers. Een adres van „St. Christoffel." De Koningin en de Prins naaar Zwitserland. UIT ONZE OOST Een Dessa overvallen. Afgezien. De afschaffing van den Zomertijd. FEUILLETON. Het vraagstuk der Veiligheid. In het vraagstuk van de veiligheid zijn we in het stadium van het onderlinge polsen en het is dus wel gewenscht voorzichtigheid te betrachten bij de lezing van de verschillende hierop betrekking hebbende berichten. Veelal immers zullen deze moeten dienen om het terrein te verkennen. Voorzichtig wordt dan ook in een officieuse mededeeüng van het Wolf bur eau gezegd, dat van Duitsche Zijde nog niet anders is gedaan, dan bereid willigheid betuigen om aan een oplossing der veiligheidsquaestie mede te werken. Van de finitieve Duitsche voorstellen is nog geen sprake. Men heeft alleen op mogelijkheden gewezen, die voor de regeling van de quaestie der veiligheid in aanmerking kunnen komen. Intusscheu, er zijn dan ook Duitsche denkbeelden en van Fransch-nationalistische zijde wordt nu gewaarschuwd tegen de Duit sche „manoeuvres". Men staat hier op het standpunt, dat aan de oprechtheid van de Duitsche denkbeelden twijfel maar al te ge rechtvaardigd is, nu immers uit het rapport der militaire controle-commissie zou blijken, dat van een ontwapening, en zeker van een moreele ontwapening van Duitschland nog niets is gekomen. Niet op Duitsche verze keringen kan men voor de veiligheid bou wen. Makr het blijkt toch ook wel, dat men te Parijs, althans in de nog altijd invloedrijke kringen van het nationale blok, ook nog geenszins tevreden is met verzekeringen van de geallieerden. Een pact van non-agressie, goed. Een Britsch garantieverdrag, prachtig. Maar aller eerst toch handhaving van de bezetting van het Rijnland, zonder welke Frankrijk zich niet veilig zal kunnen gevoelen. Daarop komt telkens heel de zaak weer terug. „De eerste van alle waarborgen", zegt bijv. de „Temps", is de loyale uitvoering van het Verdrag van Versailles en de ontwapening van het „Reich". De oplossing die men aan het probleem van Keulen zal geven, nous fixera sur la valeur morale et sur la portee pratique de ce que feront les allies dans eet ordre d'idées 1" Voor de „Temps" kan er geen sprake zijn van een ontruiming der Keulsche zone. De bezetting er van „moet worden gehandhaafd koste wat het wil, niet tot dien of dien datum, maar tot Duitschland alle sporen van mili taire macht heeft vernietigd, die het heeft be houden in strijd met het verdrag van Versail les".. Men wil zich nu wel in Engeland op het standpunt stellen, dat de quaestie van de ont ruiming der Keulsche zone met het veilig heidsvraagstuk in het algemeen geen ver band mag houden, in Frankrijk wil men tusschen beide geen scheiding zien gemaakt. En er is daarom alle reden om te veronder stellen dat men van Fransche zijde zal trach ten nu langs indirecten weg zijn doel te be reiken. De bezetting van de Keulsche zone, aldus het Britsche blad, is alleen afhankelijk van de beantwoording van de vraag of Duitsch land de ontwapeningsverplichtingen van het vredesverdrag is nagekomen. De Fran sche eisch naar militaire waarborging van de Fransche grenzen is een afzonderlijke zaak. Met de bezetting van het Rijnland heeft deze kwestie niets te maken. En tegen over dit Britsche stanpunt zal nu van Fran sche zijde worden gepoogd om voor de de finitieve vaststelling van Duitschlands uit voering der ontwapeningsbepalingen zulke voorwaarden te stellen.. dat de datum der ontruiming voor onbepaalden tijd kan wor den uitgesteld. Een booze veronderstelling, die wel aanleiding geeft om de hoop uit te spreken hetgeen trouwens het Britsche blad zelf ook doet dat tot publicatie van het rapport zal worden overgegaan. Het verzet hiertegen schijnt van Engelsche zijde te komen de Fransche regeering zou op publicatie zooveel prijs stellen, dat ze de openbaarmaking van een desbetreffend geel- boek overweegt. Wat de reden van dit ver zet is, kan men eenigezins opmaken uit de Dinsdag in het Hoogerhuis door lord Ox ford (Asquith) geopende discussie. Lord Ox ford had ook op publicatie van de tegen Duitschland ingebrachte beschuldigingen aangedrongen, maar lord Curzon betoogde, dat men de openbare meening in verwar ring zou brengen, door een publicatie van alle, vaak zeer geringe, Duitsche tekortko mingen, die voor de regeeringen van weinig beteekenis zijn. Lord Curzon vreesde dus dat een publicatie eerder een oplossing zou bemoeilijken dan vergemakkelijken. Heel sterk lijkt ons deze opvatting van de Britsche regeering niet. Immers, juist door de met-publicatie die tot allerlei gekleurde '«Kwellingen van den inhoud van het rap port aanleiding moet geven en tot allerlei indiscreties, van welke misbruik kan wor den gemaakt om juist op de doof Curzon bedoelde „geringe tekortkomingen" nadruk te leggen, zal de openbare meening meer in verwarring worden gebracht. Hieromtrent zal nu echter vermoedelijk bij het gistermorgen uit Parijs tegengespro ken, maar gistermiddag toch weer aange kondigde, bezoek van Chamberlain aan Pa rijs, op zijn doorreis naar Genève, wel een beslissing vallen, De onderkoning van Indië naar Eropa. Lord Reading, de onderkoning van Indië, heeft de uitnoodiging aangenomen om in April a.s. voor een niet langer dan vier maan den durend verlof naar Engeland te komen, teneinde de gelegenheid te hebben tot een persoonlijke bespreking met den minister van Indië. Graaf Lytton, de gouverneur van Bengalen, is aangewezen om gedurende Lord Readings afwezigheid op te treden als onderkoning. Gemeld wordt dat de toestand in Indië niet van dien aard is, dat lord Readings aan wezigheid in Engeland vereischt wordt, doch de regeering is er zeer op gesteld, de Indi sche aangelegenheden met hem uit de eerste hand te bespreken. Eerste Engelsche leger- manoeuvres sinds den oorlog. De eerste groote Engelsche legermanoeu- vres sedert den oorlog zullen in September plaats vgiden. De manoeuvres zullen gehou den worden in Hampshire, Wiltshire, Birk- shire en Sussex. Dc Engelsche begrooting. Het tekort op de Engelsche begrooting is verder verminderd tot 11.846.871. Het begrootingsjaar heeft nog vier weken en vóór deze om zijn zal het tekort geheel ver dwenen zijn. Wellicht is er dan zelfs een overschot van 7 millioen. De opbrengst der automobiel-belasting b.v. is thans reeds hooger dan de raming. Ook de inkomstenbe lasting brengt meer op dan was geraamd. Samenkomst van Cham berlain en Herriot. Uit Parijs wordt geseind, dat het voor namelijk overeenkomstig den wensch der Engelsche regeering schijnt te zijn, dat Chamberlain hier toch Zaterdag zal over blijven om met Herriot een inleidende be spreking te houden. Hier wordt verwacht, dat die slechts kort zal zijn; niettemin wordt rekening gehouden met de mogelijkheid, gegeven het aantal en den omvang der quaesties, die beide regeeringen te behan delen hebben, dat het onderhoud wat lan ger duurt, zoodat Chamberlain eerst Zon dagochtend zijn reis vervolgen zou. Langer kan hij in elk geval niet blijven, aangezien hij Maandag te Genève zijn moet. Een rede van dr. Seipel in Keulen. Maandag heeft dr. Seipel, de oud-bonds kanselier van Oostenrijk een rede gehouden over „het nieuwe Europa." Na betoogd te hebben, dat de Volkenbond weinig kansen biedt om de grootste onge rechtigheden van de vredesverdragen weg te werken, gaf dr. Seipel als zijn meening te kennen, dat men daarom naar radicalere mid delen moet streven. Indien de nationale, economische en strategische grenzen niet te vereenigen zijn, moet men de staten, onge- acht hun politieke grenzen, tot economische lichamen samenvoegen. Dr. Seipel verklaar de te weten, dat hij met dezen eisch alleen staat, maar niettemin meent hij hem te moe ten stellen. Met politieke oplossingen als aansluiting enz., komt men niet vooruit. Rouw om president Ebert. Om uiting te geven aan den rouw der rijks ambtenaren over den dood van den rijks president besloot de rijksregeering te bepa len, dat de rijksministers en de leidende ambtenaren der ministeries zich gedurende vier weken na den dood van den rijkspresi- dent zullen onthouden van deelneming aan alle officieele en officieuze feestelijkheden van maatschappelijken aard. De veiligheidskwestie in Duitschland. Volgens berichten in binnen- en buiten- landsche bladen omtrent stappen van Duit sche zijde ten aanzien van de veiligheids kwestie berusten, naar de avondbladen mel Weliswaar zijn de laatste weken ia de hoofdsteden der geallieerde landen diplo matieke besprekingen ten aanzien van dc veiligheidskwestie en omtrent andere bran dende politieke vraagstukken gehouden. Daarbij werd van Duitsche zijde, zooals dit ook reeds in de rede van den rijkskanse lier was geschied, uiting gegeven aan de be reidwilligheid der rijksregeering tot het ver kenen van positieve medewerking bij de op lossing der veiligheids kwestie. Verder werden de geallieerde regeeringen in kennis gesteld met de Duitsche opvatting van het kader waarin, en den grondslag waarop zulk een oplossing zou kunnen wor den gevonden. De besprekingen betroffen evenwel geen definitief geformuleerde Duit sche voorstellen, maar mogelijkheden, die voor de regeling der veiligheidskewstie in aanmerking konden komen. Deze besprekin gen bevinden zich nog in een beginstadium en zijn nog niet zoo ver gevordefd, dat van bepaalde plannen omtrent een veiligheids' pact en onderhandelingen daaromtrent kan worden gesproken De nieuwe Rijkspresident. De voorzitter van den Rijksdag Löbe heeft in een brief in de „Volkswacht" (Bres- lau) bedankt voor den hem aangeboden can didatuur voor rijkspresident. De meening in Frankrijk en Engeland omtrent een veiligheidspact. De diplomatieke redacteur van Haves ver klaart in een beschouwing over de oplossin gen, welke onder de oogen gezien worden voor het vraagstuk der veiligheid, dat de Fransche en de Engelsche regeering het er thans over eens schijnen te zijn, dat het in overweging nemen van het aanbod van Lu ther inzake een wederzijdsch veiligheidspact aan Engeland, Frankrijk, België er. eventueel Italië de toekomst van den Volkenbond ern stig in gevaar zou brengen zoolang Duitsch land niet tot den Volkenbond is toegelaten. Volgens den redacteur van Havas bevat ten de denkbeelden van Luther het aanbod tot het sluiten van verdragen van verplichte arbitrage met Polen en Tsjecho-Slowakije. De „Echo de Paris" doet opmerken, dat Duitschland het stilzwijgen bewaart over Oostenrijk, hetgeen wellicht veelzeggend is. Het blad noemt het aanbod van een arbi trageverdrag verontrustend en vraagt waar om Duitschland niet in het Oosten evenals in het Westen een wederzijdschen waarborg voorstelt. De „Petit Parisien" zegt, dat men, om de waarde van het aanbod te kunnen beoordee- len, precies de voornemens van Duitschland moet kennen ten aanzien van de Oostelijke grenzen. De „Matin" komt tot de conclusie, dat men, om zekerheid te krijgen nopens de voor nemens van Duitschland, moet eischen, dat Duitschland ontwapent en zijonder voor be houd tot den Volkenbond toetreedt. Als het weigert vormt het een gevaar tegen hetwelk men niet te vroeg doeltreffende voorzorgen kan nemen. De communistische partij in Tsjecho-Slowakije. In Tsjecho-Slowakije heeft zich een on afhankelijke communistische partij gevormd. Hiermede is de reeds lang dreigende scheu ring in de T.-S. communistische partij, welke begonnen is met de uitbanning van den com- munistischen afgevaardigde Bubnik, een van de rechtsche leiders der communistische beweging in het land, tot feit geworden. Oorzaak was, dat Bubnik zich niet wenschte te onderwerpen aan de dictatuur van Moskou, zooals die op het vijfde congres van de Mos- kousche Internationale was besloten, toen werd uitgemaakt, dat de T. S. communis tische partij zich geheel onder het gezag van de Derde Internationale zou stellen en ten volle het bolsjewistische program zou ten uitvoer leggen, waarmede echter al spoe dig een minderheid in de partij het niet bleek eens te zijn. Naar de Praagsche correspondent van de „Köln. Ztg." meldt, heeft Moskou nog be proefd bemiddelend op te treden en heeft daartoe verschillende afgezanten naar Praag gezonden. De Praagsche politie was op de hoogte van de aanwezigheid van deze onge- wenschte vreemdelingen en heeft ze na een partijconferentie gearresteerd. Behalve een Fransche en een Oostenrijksche communist werden twee Berlijnsche over de grenzen ge zet. Op een van de Duitschers werd een schrijven gevonden aan de leiders van de Tsjechische communisten, waaruit bleek, dat de man op last van Moskou naar Praag was gegaan. De uit de partij gezette aigevaardigde Bubnik en de vrijwillig uitgetreden commu nist Warnbrunn hebben nu de club van de onafhankelijke communisten gesticht, waar bij zich dertien man hebben aangesloten. Toetreding der Vereenig de Staten tot het Wereld hof. Uit Washington wordt geseind, dat het Representantenhuis met 301 tegen 28 stem men een motie aangenomen heeft waarin het uiting geeft aan den ernstigen wensch dat de Vereenigde Staten toetreden tot het Wereldhof. De resolutie drukt eenvoudig de neming van het Huis uit, hetgeen niet een actie van den Senaat, of goedkeuring door den president, vereischt. HANDEL IN VROUWEN. Onlangs werden in een Duitsch blad iuzake den handel in vrouwen en meisjes opzienbare onthullingen gedaan over dit misdadig be drijf. Sindsdien heeft de „Franf. Ztg." van verschillende zijden inlichtingen ontvan gen, waaruit het de conclusie trekt, dat de schrijfster wel wat overdreven heeft. Zoo wordt o.a. door het Duitsche nationale co mité tot bestrijding van den handel in vrou wen haar mededeeling omtrent het verdwij nen van 3700 vrouwen in een half jaar on foutief courantenbericht, waarvan ook de regeeringspresident van Sleeswijk de dupe is geworden. Natuurlijk ontkent het comité niet, dat er gevallen van internationalen han del in vrouwen voorkomen niettegenstaan de alle voorzorgsmaatregelen. Behalve de internationale handel bestaat ook een uitge' breide handel tusschen de verschillende Duitsche landen. De Hamburgsche corres pondent van de „Frankf. Ztg." verzekert ten slotte, dat de politie aldaar onafgebro ken ijverig waakt tegen den internationalen handel. In de jaren '23 en '24 is zij er dan ook in geslaagd vrijwel alle toesn verdwenen vrouwen op te sporen. Van een„Madchen- börse" is dan ook geen sprake. ONTPLOFFING IN EEN DYNAMIET FABRIEK. In de „Westf. Anhaltischen Sprengstoff- werken" te Reinsdorf heeft gistermorgen een ontploffing plaats gehad. Het reddings werk is in vollen gang. Een later telegram meldt, dat bij de ont ploffing in de dynamietfabriek vijf personen gedood, zeven zwaar en 31 licht gewond zijn De oorzaak is onbekend- De materieele scha de is zeer groot HOTELSPECIALISTEN. Sinds ongeveer een jaar werden in een reeks Berlijnsche hotels geheimzinnige dief stallen gepleegd, waarvan de daders niet tegenstaande alle pogingen van de politie, niet konden worden ontdekt. De dieven gin gen zoo handig te werk, dat, wanneer de hotelgasten soms zelfs maar voor een kort oogenblik hun kamer verlieten, zij bij hun terugkeer juweelen, portefeuilles en contant geld misten. De omstandigheden, waaronder de diefstallen werden gepleegd, deden telkens weer vermoeden, dat de daders tot het hotel personeel behoorden of althans daarmede in verbinding stonden. Thans is het de recherché gelukt den dief te arresteeren het is een zekere Bemhard Kiederowitsj, sinds lang door de politie we gens oplichting gezocht. Kiederowitsj werkte als een soort gentleman-dief. Hij was steeds uiterst elegant gekleed en nam zijn intrek in de eerste hotels. Na zijn slag te hebben ge slagen vtrdween hij. In den loop der tijden is hij in Berlijnsche hotels onder dertig ver schillende namen opgetreden. Kiederowitsj was in het bezit van een groote menigte soor ten sleutels om koffers enz. te openen. Hij Hij werkte zoo handig, dat verschillende door hem beroofde gasten heelemaal niet aan dief stal dachten, maar geloofden hun eigendom verloren te hebben. De man heeft reeds 27 diefstallen bekend. Terwijl deze „specialist" uitsluitend in hotels arbeidde, bewerkten andere inbrekers Berlijnsche pensions. Twee van deze heeren zijn thans ook geknipt. DE FILMSTAD LOS ANGELOS. De ongelooflijke snelle groei van Los An geles, de bekende filmstad in Californië, die echter ook als petroleumhaven, als centrum van de fruitteelt etc. een groote rol speelt en bovendien door de nabijheid van het Pana ma-kanaal geweldig in haar groei wordt ge stimuleerd, houdt nog altijd onverzwakt aan In 1924 is de bevolking met niet minder dan 250.000 zielen gestegen. Het aantal inwo ners is hierdoor voor het eerst boven het millioen gekomen. Het bedraagt volgens de jongste cijfers 1.150.000, en met inbegrip der voorsteden niet minder dan 1.750.000. De nieuwe bouwvergunningen in Los Ange les gedurende 1924 hebben een cijfer bereikt van 156 millioen, dat is meër dan in ge heel Canada in hetzelfde jaar. In vergelij king met 1923 vertoont het cijfer nochtans een teruggang met 20%. De rechter te Lahore heeft vonnis gewezen in het proces, waarin 88 Akali-Sikhs te rechtstonden, beschuldigd van samenzwering tegen het Indische rijk en het plegen van minstens elf moorden en van pogingen tot het vermoorden van politiebeambten. Oor spronkelijk was het aantal beklaagden 91, doch in den loop van het proces, dat niet minder dan achttien maanden duurde, stier ven er drie. Uit het getuigenverhoor kwam vast te staan, dat het doel van de samen- Zwering, die in 1922 werd op touw gezet, was de regeering omver te werpen, waartoe de samenzweerders de bekende tragedie van de heilige plaatsen van Nankhana in Februari 1922 benutten, toen 200 Akalis, die poog den de heilige plaats in bezit te nemen, wer den gedood: De assessors, die zeven weken geleden uit spraak deden, bevonden zestig man schul dig. De rechter heeft zich thans met deze uitspraak vereetiigd en het volgende vonnis uitgesproken vijf beklaagden worden ter dood veroordeeld, elf worden levenslang ver bannen, vijftien tot levenslange gevangenis straf veroordeeld, zestien tot vijf jaar ge vangenisstraf, vijf tot vier jaar gevangenis straf. De overigen werden vrij gesproken. Verklaring van Minister Ruys. In de Woensdag gehouden vergadering van de Eerste Kamer heeft de Minister van Bui- tenlandsche Zaken, jhr. Ruys de Beeren- brouck, in zijn antwoord op de algemeene beschouwingen van de staatsbegrooting 1925 naar aanleiding van den aandrang door het lid, den heer Rink uitgeoefend op de regee ring, om het protocol van Genève te be krachtigen, verklaard, dat het streven, het welk in het protocol tot uiting komt, de vol le instemming en waardeering der regeering heeft. ïn hooge mate is men afhankelijk, zei- de de minister, van de houding van het Brit sche Rijk. Het is daarom een eisch van be leid, evenals sommige andere mogendheden die in dezelfde positie verkeeren als ons land, een afwachtende houding aan te ne men Naar aanleiding van de indiening bij de Tweede Kamer van het wetsontwerp .Aan vulling der Zegelwet 1914", heeft de Alg. R.KK Werkgeversvereniging onder haar leden, ten einde het oordeel van de industri- eelen daaromtrent te kunnen vernemen, een referendum gehouden. De vragenlijst aan de leden toegezonden, bevat de volgende drie vragen: Acht gij een „Weeldebelasting," zooals deze in het wetsontwerp is uitgewerkt, een juist middel om te komen tot het doel, dat de minister zich voorstelt, o.a. met dit ontwerp te zullen bereiken, n.l. verlaging der directe belastingen en in het bijzonder, verlaging van het successie recht, de inkomstenbelasting en de verde digingsbelasting? Zijl gij van meening, dal dit ontwerp, door de daarin voorgestelde heffingen van 10 of 15 pCt. op sommige artikelen, het verbruik dier artikelen belangrijk zal doen afnemen, en zoo ja, dat daardoor de nij verheid en handel in het algemeen en uw industrie of handel in het bijzonder zullen worden getroffen, zoodat dit ontwerp, hoe loffelijk van bedoeling ook, wet geworden, een kwaad op zichzelf zal beteekenen, dat het voordeel der bovenvermelde belas tingverlagingen, geheel of gedeeltelijk zal neutraliseeren? Acht u, tengevolge dezer Weeldebelas ting, een herziening der accijnswetgeving noodzakelijk, daar de mogelijkheid van dubbele belasting (in het bijzonder bij den suiker- en gedistiMeerdaccijns) niet denk beeldig is? De ingediende moties verworpen. In de Woensdag gehouden zitting van de Tweede Kamer kwamen de bij het debat over den toestand in de Overijselsche en Drentsche venen ingediende moties van de Kamerleden Hiemstra en Bierema in stem ming. De motie-Hiemstra luidde: „De Kamer, van oordeel, dat naast de hulpverleening door tijdelijke werkverrui ming, maatregelen noodig zijn, die den toestand der Drentsche bevolking blijvend kunnen verbeteren noodigt de regeering uit, onmiddellijk te onderzoeken, welke maatregelen daarvoor kunnen worden getroffen en deze zooveel mogelijk te steunen Deze werd verworpen met 22 tegen 47 stemmen. Vóór stemden de sociaal- en vrij zinnig-democraten, alsmede de Vrijheidsbon- ders mej. Westerman, Ter Hall en Bierema, de communist Van Ravesteijn en dc Plat telander Braat. De motie-Bierema kwam daarop in stem ming. Deze luidde: „De Kamer, van oordeel, dat de finan- cieele toestand van verschillende gemeen- ten in de nabijheid der venen van dien aard is, dat niet kan worden gewacht tot de definitieve regeling van de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten tot stand is gekomen. noodigt de Regeering uit, maatregelen te nemen tot verlichting van den financieelen toestand van die gemeenten Deze motie werd verworpen met 28 tegen 42 stemmen. Vóór stemden de sociaal- en vrijzinnig-democraten, de Vrijheidsbonders, de beide Plattelanders, de communist Van Ravesteijn. Tegen stemde de geheele rech terzijde en mcj. Van Dorp Mededeeling van Minister Colijn. In de Woensdag gehouden zitting van de Eerste Kamer, heeft minister Colijn, in ant woord op de Algemeene beschouwingen der Staatsbegrooting 1925, naar aanleiding van de vragen van den heer Wibaut omtrent de steunactic door de regeering aan de Rotter- damsche Bank verleend, medegedeeld, dat het in het algemeen belang was. om in de mededeelingen betreffende deze actie spaar zaam te zijn De vraag of de steun voor de aandeelen der Rotierdamschc Bank ook in het alge meen belang was. beantwoordde de minister bevestigend, daar z.i. vrees voor een debacle niet ongemotiveerd was, gezien de overwel digend groote hoeveelheden aandeelen, die op de markt werden gegooid. Daarom heeft de regeering den koers gesteund. Anders zou wellicht een opvragen van alle deposito's zijn gevolgd, zooals ook bij -en gerucht in zake een andere bank het gevolg is geweest. De regeering zou dan voor een toestand ge schaffing van deo Zomertijd en het wets voorstel-Staalman tot invoeging van den midzomertijd a s Dinsdag ki behandeling te nemen. De „Java" begin Mei in dienst. Naar „de Tel." verneemt zal de nieuw», kruiser „Java" in begin Mei a.s. in dienst worden gesteld en de „Sumatra" in het be gin van het volgend jaar. In een adres door het bestuur der Ned. R.K. Vereen, van Handelsreizigers St. Chris toffel aan den Minister van Financiën ge richt, wordt medegedeeld, dat de instelling - van een Weeldebelasting van harte wordt I toegejuicht doch dat zeer ernstige bezwaren moeten worden gemaakt tegen het bepaalde, bij art. 81a der Zegelwet, weshalve wordt verzocht het voorstel zoodanig te wijzigen, dat het karakter der wet als belasting op weelde-uitgaven niet in wezen wordt aan getast. Ofschoon dc Koninklijke famile geheel incognito in Zwitserland ko-mt, heeft de Zwitsersche regeering met het oog op de groote sympathie, die Zwitserland voor ons volk en ons Koninklijk Huis gevoelt, er toch prijs op gesteld de Koningin bij het betreden van het Zwitsersche grondgebied te begroeten. Bij haar aankomst te Bazel zullen de Zwitsersche Bondspresident, Musy, de vice-president der Zwitsersche regeering, Haberlin, en de minister van Buitenlandsche Zaken, Motta, aan den trein zijn om da Koninklijke familie te ontvangen. In de dessa Tangoelangin te Pasoeroean hebben zes bandieten in den nacht op uiterst brutale wijze een roofpartij in scène gezet, waarbij een Inlander, de beroofde, le vensgevaarlijk door een revolverschot werd verwond en twee anderen, die hem ter hulp snelden, door revolverkogels verwond raakten. Uit het gehouden voorloopig politioneel onderzoek is, volgens het „S. Hbl." het vol gende gebleken. Op een Vrijdagavoind verscheen voor deo ingang van de dessa Tangoelangin auto L. 156, waarin, behalve de Inl. chauffeur, ge naamd Ardi en afkomstig uit de dessa Ketel, Pasoeroean, zes Inlanders zaten van wie er drie uit Pasoeroean en drie uit Sidoardjo af komstig waren. Vlak voor den ingang gekomen, reed de auto bij het keeren in een met water ge- vulden greppel. Slechts met veel moeite was bet mogelijk hem met behulp van het dessa- hoofd en het toegeschoten dessa-volk op het droge te brengen. Daarna begaven de zes inzittenden zich in de kampong, doorzochten hier en daar, tot groote verbazing en schrik der bewoners, een woning en sioegén ten slotte in een der mooiste woningen hun slag. Den huiseigenaar werd gelast, de (verborgen) bewaarplaats van zijn geld en sieraden zonder verwijl aan te wijzen. Toen hieraan niet voldaan werd, wellicht ook, omdat de man er geen had, dreigde de hoofdman der roovers met een revolver. Daarop riep de bedreigde om hulp hetgeen beantwoord werd met een schot. De ongelukkige sloeg, in de hartstreek ge troffen, bewusteloos achterover. Inmiddels hadden het hulpgeschreeuw en het revolver schot de dessa-bewoners gealarmeerd. Velen snelden toe om hulp te verleenen, doch zij werden door de met revolvers en slagwa pens gewapende roovers op een eerbiedigen alstand gehouden. Twee personen, die op drongen, om de roovers te verjagen, kregen ieder een kogel in de borst en werden ern stig verwond. Dit was het behoud der roovers, die, na dat de dessa-lieden waren teruggedeinsd, konden aftrekken, op een afstand door een joelende, van knuppels en krissen voorziene menigte gevolgd. Het rumoer en de verwarring bereikten hur. hoogtepunt toen ook de tong-tongs in dessa werden geslagen. Beladen met hun buit 300 aan contanten grootendeels zilver- en kopergeld, een een aantal kleedingstukken, gelukte het den rampokkers onverlet bij hun auto te komen en te vluchten. Een bijzonderheid, welke leidde tot de ont dekking en arrestatie der roovers was, dat het dessa-hoofd, bij het uit den greppel ha len van den auto, tevens het nummer had gelezen en onthouden. Met dc mogelijkheid hiervan zullen de roo vers wel geen rekening hebben gehouden, anders zouden zij de nummerplaat, er voor die gelegenheid zeker hebben afgenomen. Het dessa-hoofd toog onmiddellijk na het gebeurde naar Pasoeroean en gaf daar plaatst zijn, verklaarde de minister, dien zij het geval bij den wedono aan, die er direct niet meer had kunnen bcheerschen. In het 1 verder werk van maakte publiek belang meent zij dus gehandeld te j De hulp der politie-recherchc te Soera hebben, door een crisis in het bankwezen te baia werd ingeroepen; de auto werd gezocht voorkomen. Aan dezen steun is nog geen en gevonden en de chauffeur ook; beiden enkele cent van het Staatsgeld besteed. Ook werden naar Soerabaia gebracht. In den de N.U.M. is er niet bij betrokken of betrok ken geweest, aldus deelde de minister mede. Door B. en W. van Utrecht is afgezien van het denkbeeld tot invoering van een plaatselijken zomertijd. Dinsdag a.s. behandeling, In de Woensdag gehouden Tweede Kamer zitting is besloten het wetsontwerp tot af- auto werden twee revolvers gevonden. De chauffeur, die halstarrig volhield, van niets af te weten en eerst op het tong-tong- signaal argwaan te hebben gekregen, lichtte 8e politie zoo volkomen over de herkomst der zes roovers in, dat nog denzelfden dag drie hunner te Pasoeroean en de 3 overigen te Sidoardjo in arrest konden worden ge steld. Vermelding verdient nog, dat één der te Sidoardjo gearresteerden, iemand bleek te zijn, die eenigen tijd geleden door de politie te Soerabaia wegens inbraak werd gearres teerd en van wien vingerafdrukken werden genomen. Bij het onderzoek werd de bandiet door die vingerafdrukken als een oude be kende der politie herkend. Ontkennen hielp niet. t -i 8. „Gelukkig ja," antwoordde Peggy, die het gewicht van de vraag onmiddellijk begreep. ..Juist toen meneer de deur uitging, heb ik op mijn horloge gekeken ik droeg het op dat oogenblik in een armbandje aan mijn pols en zag, dat hij precies zeven minuten ")c had; het was dus zeventien minuten over elven."- „Dank u, miss Willoughby," zei de inspec teur. „Kunt u deze verklaring met ©en eed bevestigen?" „Ja." „Mag ik den armband, of liever het hor- Icge, eens zien?" „Ik zal het halen," zeide Peggy. Toen zij er mee terugkwam, vergeleek Johnson den tijd er van met dien van zijn eigen horloge. „Volkomen in orde," zeide hij. Vervolgens maakte hij eenige aanteekeningen in een zakboekje, en na de familie Willoughby be dankt te hebben en zijn verontschuldiging te hebben aangeboden voor den last, dien hij hun veroorzaakt had, zeide hij tot Max: „We moeten gaan." „Waarheen?" vroeg de kolonel vriende lijk. „Naar het telegraafkantoor in Cnaring Cross het is den geheelen nacht open," antwoordde Johnson, „O ja' Dat telegram!" riep Willoughby. Terwijl Max afscheid nam van Peggy, zag hij haar aan, zooals hij dit eenige uren te voren gedaan had en bemerkte, dat haar blik omsluierd was, zonder dat hij gissen kon, wat onder dien sluier verborgen lag. Eenige oogenblikken later vond hij het vreemd, dat haar blik niet zoo vrij en opeil was geweest als gewoonlijk, doch hij schreef dit toe aan hare vermoeidheid. Nog later peinsde hij er over na of zij aan hem zou denken en wat zij van hem denken zou Peggy was zich zelf nog niet volkomen bewust van hetgeen er in haar was omge gaan, maar wèl wist zij, dat, hoeveel leed haar ook het verschrikkelijk uiteinde van Sylvia Chase veroorzaakte, en hoezeer zij zich ook verdiepte in gissingen omtrent den man, die het telegram verzonden had, hare gedachten zich voornamelijk bewogen rond om den persoon van Max Hamilton. Zij herinnerde zich, hoe hij gedurende zijn verbaal haar meermalen had aangezien, en hoe zijn stem en zijn woorden in haar ge moed hadden nagetrild „Beste goeie Max," zeide zij bij zich zelf. en bemerkte opeens. VIJFDE HOOFDSTUK. Een fier en schrander meisje. Van St. Anton's Park tuiten Max en de inspecteur naar het telegraafkantoor van Charing Cross om er den kommies te spreken, die het noodlottige telegram in ont vangst had genomen. Hij was echter naar huis gegaan om acht uur 's avonds. Zij kre gen intusschen het origineel te zien, doch ofschoon zij beiden het nauwkeurig bekeken en onderzochten, viel er niets uit op te ma ken. Het was geschreven in rond en vloeiend schrift, zóó volstrekt zonder karakter, dat niemand met zekerheid zou hebben kunnen zeggen of het schoonschrift van een man of van eèn vrouw was. Vernemende dat de kommies, die het tele gram aan het loketje had aangenomen, in Kentish Town woonde, reden beiden daar heen, en kregen den beambte, dien zij uit zijn slaap moesten opbellen, te spreken. Maar hij kon heel weinig mededeelen; het was op een druk uur van den dag geweest, en ofschoon hij verklaarde er „nagenoeg zeker" van te zijn, dat het telegram was afgegeven door een man. kon hij dezen niet beschrijven. „Kunt ge u volstrekt niet herinneren, hoe hii er uit zag?" vroeg Johnson. Neen," antwoordde de man. „Ik wou, dat woorden niet voldoende waren om hare dat ik het kon, „maar er was omstreeks dien gevoelens uit te drukken. Zij gevoelde zich zonderling-gelukkig te moede en sliep dien verderen nacht in droomen. tijd een stroom van telegrammen." „Hebt gij hem zijn naam en zijn adres niet gevraagd?" „Neen, wij doen dat tegenwoordig zelden. Ik neem het telegram aan, tel dc woorden om te zien, hoeveel het kost, ontvang het geld en stuur het dan door naar de sein kamer. Het is altijd betzelfde of ongeveer hetzelfde." „Behalve, dunkt me, wanneer er icts_ is, dat u bijzonder opvalt? En was er niet iets van dien aard?" „Niets, heelemaal niets bijzonders," zei de kommies. „Ware dit wel het geval geweest, dan had ik dit zeker moeten bemerken." „Ik ben er wel bang voor geweest, dat we aan dit telegram niet veel zouden heb ben/' zei de inspecteur tot Max, die zich herinnerde, dat Johnson tegenover kolonel Willoughby had opgemerkt, dat het nog niet zoo gemakkelijk zou zijn iets te weien te komen door dit telegram. „Al, wat we hebben kunnen achterhalen, is, dat het telegram aangeboden is geworden door een man vermoedelijk." „Waaruit, op zijn minst, volgens mijne meening, blijkt, dat de moord is gepleegd door een man," zeide Max. „Wat denkt ge nu te doen?" vroeg hij aan Johnson, toen zij de kamer van den kommies verlieten „Ik ben van plan zoo gauw mogelijk den stationsklerk van Hampstead Heath te on dervragen, maar het is niet goed vroeger daarheen te gaan dan over een paar uren. Ik denk, dat ik voorloopig terugkeer naar High Street." „En hoe moet er gedaan worden tegen over den broer van Miss Chase? Mag ik voorstellen, hem te gaan opzoeken en hem het geval mede te deelen!" vroeg Max. „Mis schien kan hij cenig licht in de treurige zaak brengen. Ik weet, waar hij woont." „Zeker, hij moet het zoo gauw mogelijk weten. Ik zal dadelijk naar hem toegaan,' zei dc inspecteur. „Gaat u mee?" „Heel graag, want ik ken hem; dat zal hem den schok misschien een weinig beter doen doorstaan, ofschoon het toch altijd nog erg genoeg voor hem zal zijn." „Hij is aan het departement van oorlog, niet?" „Hij heeft daar een gewichtige betrek king," zeide Max. „Hij is particulier secre taris van generaal Robinson, inspecteur van de kanonnen." „Aan de afdeeling artillerie dus?" „Ja, en hij moét daar van alles op de hoogte zijn; hij is reeds sinds jaren secreta ris van generaal Robinson," „Is hij ouder dan zijn zuster?" „Ik zou zoo zeggen vier- of vijf-en-dertig of daaromtrent; zij was vrij wat jonger Ik schat haar leeftijd op zes-en-twintig of zoo." „Zes-en-twintig of zevcn-en-twintig, dat heb ik ook gedacht," zei Johnson. „Maar, kapitein Chase zal ons vermoedelijk wel juist kunnen inlichten." Zij waren nu op weg naar Villiers Chase, die zijn appartementen bad in een van de straten, die op Berkeley Square uitloopen. Toen zij daar aankwamen, maakte de dienst doende nachtportier van het huis eenig be zwaar om hen toe te laten, alvorens hij ver nomen had, wie Johnson was. Het kostte hun niet veel moeite den kapitein wakker te krijgen..Onnoodig te zeggen, dat deze bij het zien van Max ten hoogste verbaasd was den rechercheur kende hij niet. „Hamilton!" riep hij. „Wat is er?" Ver volgens ging hij op kalmeren toon voort: „Is er iets gebeurd?" Eenige uren te voren had hij gezien, dat Max de familie Willough by verliet, en hij dacht, terwijl hij deze vraag deed, aan Peggy. „Ja, iets verschrikkelijks, kapitein Chase; het doet mij meer leed dan ik zeggen kan, maar ik ben de overbrenger van slecht nieuws," sprak Max op een toon van innig medelijden. „Ik was er wel bang voor, dat dit het ge val zou zijn," zeide Chase. Hij keek Johnson aan, en Max stelde den inspecteur voor. Kort en zoo voorzichtig mogelijk ver haald-: Max hem, wat er gebeurd was; in het eerste oogenblik kon hij Chase nauwe lijks aan het verstand brengen, wat hij be doelde het gebeurde was zóó ontzettend en kwam zóó onverwacht; toen Chase ten slotte tot het bewustzijn der werkelijkheid kwam, was zijn smart hartverscheurend om aan te zien. Hij zakte in elkaar en snikte als een kind. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5