ÜTTEW
imwEti-
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE ZUID-HOLLANDER.
Tweede Blad Donderdag 5 Maart 1925
De oplossing der veiligheids-quaestie. De stemming van Frankrijk en
Engeland ten opzichte van Duitschland. Een rede van Dr. Seipel.
De Vereenigde Staten en het Wereldbol.
Onder de Radio-berichten: De begrafenis van Rijkspresident Ebert.
Ambtsaanvaarding van den Amerikaanschen president Coolidge.
den, voor het meerendeel op veronderstel
lingen.
Gem. buitenl. berichten.
juist genoemd, als zijnde afkomstig van een
INDISCHE SAMENZWEERDERS
VEROORDEELD.
De Ned. regeering en het
protocol.
De Weeldebelasting.
Een enquête onder de R.K. werkgevers.
De toestand in de Venen.
De Regeering en de Rotterd.
Bank.
De nieuwe kruisers.
Een adres van „St. Christoffel."
De Koningin en de Prins naaar
Zwitserland.
UIT ONZE OOST
Een Dessa overvallen.
Afgezien.
De afschaffing van den
Zomertijd.
FEUILLETON.
Het vraagstuk der Veiligheid.
In het vraagstuk van de veiligheid zijn we
in het stadium van het onderlinge polsen en
het is dus wel gewenscht voorzichtigheid te
betrachten bij de lezing van de verschillende
hierop betrekking hebbende berichten.
Veelal immers zullen deze moeten dienen om
het terrein te verkennen. Voorzichtig wordt
dan ook in een officieuse mededeeüng van
het Wolf bur eau gezegd, dat van Duitsche
Zijde nog niet anders is gedaan, dan bereid
willigheid betuigen om aan een oplossing der
veiligheidsquaestie mede te werken. Van de
finitieve Duitsche voorstellen is nog geen
sprake. Men heeft alleen op mogelijkheden
gewezen, die voor de regeling van de quaestie
der veiligheid in aanmerking kunnen komen.
Intusscheu, er zijn dan ook Duitsche
denkbeelden en van Fransch-nationalistische
zijde wordt nu gewaarschuwd tegen de Duit
sche „manoeuvres". Men staat hier op het
standpunt, dat aan de oprechtheid van de
Duitsche denkbeelden twijfel maar al te ge
rechtvaardigd is, nu immers uit het rapport
der militaire controle-commissie zou blijken,
dat van een ontwapening, en zeker van een
moreele ontwapening van Duitschland nog
niets is gekomen. Niet op Duitsche verze
keringen kan men voor de veiligheid bou
wen. Makr het blijkt toch ook wel, dat men
te Parijs, althans in de nog altijd invloedrijke
kringen van het nationale blok, ook nog
geenszins tevreden is met verzekeringen van
de geallieerden.
Een pact van non-agressie, goed. Een
Britsch garantieverdrag, prachtig. Maar aller
eerst toch handhaving van de bezetting van
het Rijnland, zonder welke Frankrijk zich
niet veilig zal kunnen gevoelen. Daarop komt
telkens heel de zaak weer terug. „De eerste
van alle waarborgen", zegt bijv. de „Temps",
is de loyale uitvoering van het Verdrag van
Versailles en de ontwapening van het „Reich".
De oplossing die men aan het probleem van
Keulen zal geven, nous fixera sur la valeur
morale et sur la portee pratique de ce que
feront les allies dans eet ordre d'idées 1"
Voor de „Temps" kan er geen sprake zijn
van een ontruiming der Keulsche zone. De
bezetting er van „moet worden gehandhaafd
koste wat het wil, niet tot dien of dien datum,
maar tot Duitschland alle sporen van mili
taire macht heeft vernietigd, die het heeft be
houden in strijd met het verdrag van Versail
les"..
Men wil zich nu wel in Engeland op het
standpunt stellen, dat de quaestie van de ont
ruiming der Keulsche zone met het veilig
heidsvraagstuk in het algemeen geen ver
band mag houden, in Frankrijk wil men
tusschen beide geen scheiding zien gemaakt.
En er is daarom alle reden om te veronder
stellen dat men van Fransche zijde zal trach
ten nu langs indirecten weg zijn doel te be
reiken.
De bezetting van de Keulsche zone, aldus
het Britsche blad, is alleen afhankelijk van
de beantwoording van de vraag of Duitsch
land de ontwapeningsverplichtingen van
het vredesverdrag is nagekomen. De Fran
sche eisch naar militaire waarborging van
de Fransche grenzen is een afzonderlijke
zaak. Met de bezetting van het Rijnland
heeft deze kwestie niets te maken. En tegen
over dit Britsche stanpunt zal nu van Fran
sche zijde worden gepoogd om voor de de
finitieve vaststelling van Duitschlands uit
voering der ontwapeningsbepalingen zulke
voorwaarden te stellen.. dat de datum der
ontruiming voor onbepaalden tijd kan wor
den uitgesteld. Een booze veronderstelling,
die wel aanleiding geeft om de hoop uit te
spreken hetgeen trouwens het Britsche
blad zelf ook doet dat tot publicatie van
het rapport zal worden overgegaan. Het
verzet hiertegen schijnt van Engelsche zijde
te komen de Fransche regeering zou op
publicatie zooveel prijs stellen, dat ze de
openbaarmaking van een desbetreffend geel-
boek overweegt. Wat de reden van dit ver
zet is, kan men eenigezins opmaken uit de
Dinsdag in het Hoogerhuis door lord Ox
ford (Asquith) geopende discussie. Lord Ox
ford had ook op publicatie van de tegen
Duitschland ingebrachte beschuldigingen
aangedrongen, maar lord Curzon betoogde,
dat men de openbare meening in verwar
ring zou brengen, door een publicatie van
alle, vaak zeer geringe, Duitsche tekortko
mingen, die voor de regeeringen van weinig
beteekenis zijn. Lord Curzon vreesde dus
dat een publicatie eerder een oplossing zou
bemoeilijken dan vergemakkelijken. Heel
sterk lijkt ons deze opvatting van de
Britsche regeering niet. Immers, juist door
de met-publicatie die tot allerlei gekleurde
'«Kwellingen van den inhoud van het rap
port aanleiding moet geven en tot allerlei
indiscreties, van welke misbruik kan wor
den gemaakt om juist op de doof Curzon
bedoelde „geringe tekortkomingen" nadruk
te leggen, zal de openbare meening meer in
verwarring worden gebracht.
Hieromtrent zal nu echter vermoedelijk
bij het gistermorgen uit Parijs tegengespro
ken, maar gistermiddag toch weer aange
kondigde, bezoek van Chamberlain aan Pa
rijs, op zijn doorreis naar Genève, wel een
beslissing vallen,
De onderkoning van
Indië naar Eropa.
Lord Reading, de onderkoning van Indië,
heeft de uitnoodiging aangenomen om in
April a.s. voor een niet langer dan vier maan
den durend verlof naar Engeland te komen,
teneinde de gelegenheid te hebben tot een
persoonlijke bespreking met den minister
van Indië. Graaf Lytton, de gouverneur van
Bengalen, is aangewezen om gedurende
Lord Readings afwezigheid op te treden als
onderkoning.
Gemeld wordt dat de toestand in Indië
niet van dien aard is, dat lord Readings aan
wezigheid in Engeland vereischt wordt, doch
de regeering is er zeer op gesteld, de Indi
sche aangelegenheden met hem uit de eerste
hand te bespreken.
Eerste Engelsche leger-
manoeuvres sinds den
oorlog.
De eerste groote Engelsche legermanoeu-
vres sedert den oorlog zullen in September
plaats vgiden. De manoeuvres zullen gehou
den worden in Hampshire, Wiltshire, Birk-
shire en Sussex.
Dc Engelsche begrooting.
Het tekort op de Engelsche begrooting
is verder verminderd tot 11.846.871.
Het begrootingsjaar heeft nog vier weken en
vóór deze om zijn zal het tekort geheel ver
dwenen zijn. Wellicht is er dan zelfs een
overschot van 7 millioen. De opbrengst der
automobiel-belasting b.v. is thans reeds
hooger dan de raming. Ook de inkomstenbe
lasting brengt meer op dan was geraamd.
Samenkomst van Cham
berlain en Herriot.
Uit Parijs wordt geseind, dat het voor
namelijk overeenkomstig den wensch der
Engelsche regeering schijnt te zijn, dat
Chamberlain hier toch Zaterdag zal over
blijven om met Herriot een inleidende be
spreking te houden. Hier wordt verwacht,
dat die slechts kort zal zijn; niettemin wordt
rekening gehouden met de mogelijkheid,
gegeven het aantal en den omvang der
quaesties, die beide regeeringen te behan
delen hebben, dat het onderhoud wat lan
ger duurt, zoodat Chamberlain eerst Zon
dagochtend zijn reis vervolgen zou. Langer
kan hij in elk geval niet blijven, aangezien
hij Maandag te Genève zijn moet.
Een rede van dr. Seipel
in Keulen.
Maandag heeft dr. Seipel, de oud-bonds
kanselier van Oostenrijk een rede gehouden
over „het nieuwe Europa."
Na betoogd te hebben, dat de Volkenbond
weinig kansen biedt om de grootste onge
rechtigheden van de vredesverdragen weg te
werken, gaf dr. Seipel als zijn meening te
kennen, dat men daarom naar radicalere mid
delen moet streven. Indien de nationale,
economische en strategische grenzen niet te
vereenigen zijn, moet men de staten, onge-
acht hun politieke grenzen, tot economische
lichamen samenvoegen. Dr. Seipel verklaar
de te weten, dat hij met dezen eisch alleen
staat, maar niettemin meent hij hem te moe
ten stellen. Met politieke oplossingen als
aansluiting enz., komt men niet vooruit.
Rouw om president Ebert.
Om uiting te geven aan den rouw der rijks
ambtenaren over den dood van den rijks
president besloot de rijksregeering te bepa
len, dat de rijksministers en de leidende
ambtenaren der ministeries zich gedurende
vier weken na den dood van den rijkspresi-
dent zullen onthouden van deelneming aan
alle officieele en officieuze feestelijkheden
van maatschappelijken aard.
De veiligheidskwestie in
Duitschland.
Volgens berichten in binnen- en buiten-
landsche bladen omtrent stappen van Duit
sche zijde ten aanzien van de veiligheids
kwestie berusten, naar de avondbladen mel
Weliswaar zijn de laatste weken ia de
hoofdsteden der geallieerde landen diplo
matieke besprekingen ten aanzien van dc
veiligheidskwestie en omtrent andere bran
dende politieke vraagstukken gehouden.
Daarbij werd van Duitsche zijde, zooals
dit ook reeds in de rede van den rijkskanse
lier was geschied, uiting gegeven aan de be
reidwilligheid der rijksregeering tot het ver
kenen van positieve medewerking bij de op
lossing der veiligheids kwestie.
Verder werden de geallieerde regeeringen
in kennis gesteld met de Duitsche opvatting
van het kader waarin, en den grondslag
waarop zulk een oplossing zou kunnen wor
den gevonden. De besprekingen betroffen
evenwel geen definitief geformuleerde Duit
sche voorstellen, maar mogelijkheden, die
voor de regeling der veiligheidskewstie in
aanmerking konden komen. Deze besprekin
gen bevinden zich nog in een beginstadium
en zijn nog niet zoo ver gevordefd, dat van
bepaalde plannen omtrent een veiligheids'
pact en onderhandelingen daaromtrent kan
worden gesproken
De nieuwe Rijkspresident.
De voorzitter van den Rijksdag Löbe
heeft in een brief in de „Volkswacht" (Bres-
lau) bedankt voor den hem aangeboden can
didatuur voor rijkspresident.
De meening in Frankrijk
en Engeland omtrent een
veiligheidspact.
De diplomatieke redacteur van Haves ver
klaart in een beschouwing over de oplossin
gen, welke onder de oogen gezien worden
voor het vraagstuk der veiligheid, dat de
Fransche en de Engelsche regeering het er
thans over eens schijnen te zijn, dat het in
overweging nemen van het aanbod van Lu
ther inzake een wederzijdsch veiligheidspact
aan Engeland, Frankrijk, België er. eventueel
Italië de toekomst van den Volkenbond ern
stig in gevaar zou brengen zoolang Duitsch
land niet tot den Volkenbond is toegelaten.
Volgens den redacteur van Havas bevat
ten de denkbeelden van Luther het aanbod
tot het sluiten van verdragen van verplichte
arbitrage met Polen en Tsjecho-Slowakije.
De „Echo de Paris" doet opmerken, dat
Duitschland het stilzwijgen bewaart over
Oostenrijk, hetgeen wellicht veelzeggend is.
Het blad noemt het aanbod van een arbi
trageverdrag verontrustend en vraagt waar
om Duitschland niet in het Oosten evenals
in het Westen een wederzijdschen waarborg
voorstelt.
De „Petit Parisien" zegt, dat men, om de
waarde van het aanbod te kunnen beoordee-
len, precies de voornemens van Duitschland
moet kennen ten aanzien van de Oostelijke
grenzen.
De „Matin" komt tot de conclusie, dat
men, om zekerheid te krijgen nopens de voor
nemens van Duitschland, moet eischen, dat
Duitschland ontwapent en zijonder voor be
houd tot den Volkenbond toetreedt. Als het
weigert vormt het een gevaar tegen hetwelk
men niet te vroeg doeltreffende voorzorgen
kan nemen.
De communistische partij
in Tsjecho-Slowakije.
In Tsjecho-Slowakije heeft zich een on
afhankelijke communistische partij gevormd.
Hiermede is de reeds lang dreigende scheu
ring in de T.-S. communistische partij, welke
begonnen is met de uitbanning van den com-
munistischen afgevaardigde Bubnik, een van
de rechtsche leiders der communistische
beweging in het land, tot feit geworden.
Oorzaak was, dat Bubnik zich niet wenschte
te onderwerpen aan de dictatuur van Moskou,
zooals die op het vijfde congres van de Mos-
kousche Internationale was besloten, toen
werd uitgemaakt, dat de T. S. communis
tische partij zich geheel onder het gezag
van de Derde Internationale zou stellen en
ten volle het bolsjewistische program zou
ten uitvoer leggen, waarmede echter al spoe
dig een minderheid in de partij het niet
bleek eens te zijn.
Naar de Praagsche correspondent van de
„Köln. Ztg." meldt, heeft Moskou nog be
proefd bemiddelend op te treden en heeft
daartoe verschillende afgezanten naar Praag
gezonden. De Praagsche politie was op de
hoogte van de aanwezigheid van deze onge-
wenschte vreemdelingen en heeft ze na een
partijconferentie gearresteerd. Behalve een
Fransche en een Oostenrijksche communist
werden twee Berlijnsche over de grenzen ge
zet. Op een van de Duitschers werd een
schrijven gevonden aan de leiders van de
Tsjechische communisten, waaruit bleek, dat
de man op last van Moskou naar Praag was
gegaan.
De uit de partij gezette aigevaardigde
Bubnik en de vrijwillig uitgetreden commu
nist Warnbrunn hebben nu de club van de
onafhankelijke communisten gesticht, waar
bij zich dertien man hebben aangesloten.
Toetreding der Vereenig
de Staten tot het Wereld
hof.
Uit Washington wordt geseind, dat het
Representantenhuis met 301 tegen 28 stem
men een motie aangenomen heeft waarin
het uiting geeft aan den ernstigen wensch
dat de Vereenigde Staten toetreden tot het
Wereldhof. De resolutie drukt eenvoudig
de neming van het Huis uit, hetgeen niet
een actie van den Senaat, of goedkeuring
door den president, vereischt.
HANDEL IN VROUWEN.
Onlangs werden in een Duitsch blad iuzake
den handel in vrouwen en meisjes opzienbare
onthullingen gedaan over dit misdadig be
drijf. Sindsdien heeft de „Franf. Ztg." van
verschillende zijden inlichtingen ontvan
gen, waaruit het de conclusie trekt, dat de
schrijfster wel wat overdreven heeft. Zoo
wordt o.a. door het Duitsche nationale co
mité tot bestrijding van den handel in vrou
wen haar mededeeling omtrent het verdwij
nen van 3700 vrouwen in een half jaar on
foutief courantenbericht, waarvan ook de
regeeringspresident van Sleeswijk de dupe
is geworden. Natuurlijk ontkent het comité
niet, dat er gevallen van internationalen han
del in vrouwen voorkomen niettegenstaan
de alle voorzorgsmaatregelen. Behalve de
internationale handel bestaat ook een uitge'
breide handel tusschen de verschillende
Duitsche landen. De Hamburgsche corres
pondent van de „Frankf. Ztg." verzekert
ten slotte, dat de politie aldaar onafgebro
ken ijverig waakt tegen den internationalen
handel. In de jaren '23 en '24 is zij er dan
ook in geslaagd vrijwel alle toesn verdwenen
vrouwen op te sporen. Van een„Madchen-
börse" is dan ook geen sprake.
ONTPLOFFING IN EEN DYNAMIET
FABRIEK.
In de „Westf. Anhaltischen Sprengstoff-
werken" te Reinsdorf heeft gistermorgen
een ontploffing plaats gehad. Het reddings
werk is in vollen gang.
Een later telegram meldt, dat bij de ont
ploffing in de dynamietfabriek vijf personen
gedood, zeven zwaar en 31 licht gewond zijn
De oorzaak is onbekend- De materieele scha
de is zeer groot
HOTELSPECIALISTEN.
Sinds ongeveer een jaar werden in een
reeks Berlijnsche hotels geheimzinnige dief
stallen gepleegd, waarvan de daders niet
tegenstaande alle pogingen van de politie,
niet konden worden ontdekt. De dieven gin
gen zoo handig te werk, dat, wanneer de
hotelgasten soms zelfs maar voor een kort
oogenblik hun kamer verlieten, zij bij hun
terugkeer juweelen, portefeuilles en contant
geld misten. De omstandigheden, waaronder
de diefstallen werden gepleegd, deden telkens
weer vermoeden, dat de daders tot het hotel
personeel behoorden of althans daarmede in
verbinding stonden.
Thans is het de recherché gelukt den dief
te arresteeren het is een zekere Bemhard
Kiederowitsj, sinds lang door de politie we
gens oplichting gezocht. Kiederowitsj werkte
als een soort gentleman-dief. Hij was steeds
uiterst elegant gekleed en nam zijn intrek in
de eerste hotels. Na zijn slag te hebben ge
slagen vtrdween hij. In den loop der tijden
is hij in Berlijnsche hotels onder dertig ver
schillende namen opgetreden. Kiederowitsj
was in het bezit van een groote menigte soor
ten sleutels om koffers enz. te openen. Hij
Hij werkte zoo handig, dat verschillende door
hem beroofde gasten heelemaal niet aan dief
stal dachten, maar geloofden hun eigendom
verloren te hebben. De man heeft reeds 27
diefstallen bekend.
Terwijl deze „specialist" uitsluitend in
hotels arbeidde, bewerkten andere inbrekers
Berlijnsche pensions. Twee van deze heeren
zijn thans ook geknipt.
DE FILMSTAD LOS ANGELOS.
De ongelooflijke snelle groei van Los An
geles, de bekende filmstad in Californië, die
echter ook als petroleumhaven, als centrum
van de fruitteelt etc. een groote rol speelt en
bovendien door de nabijheid van het Pana
ma-kanaal geweldig in haar groei wordt ge
stimuleerd, houdt nog altijd onverzwakt aan
In 1924 is de bevolking met niet minder dan
250.000 zielen gestegen. Het aantal inwo
ners is hierdoor voor het eerst boven het
millioen gekomen. Het bedraagt volgens de
jongste cijfers 1.150.000, en met inbegrip
der voorsteden niet minder dan 1.750.000.
De nieuwe bouwvergunningen in Los Ange
les gedurende 1924 hebben een cijfer bereikt
van 156 millioen, dat is meër dan in ge
heel Canada in hetzelfde jaar. In vergelij
king met 1923 vertoont het cijfer nochtans
een teruggang met 20%.
De rechter te Lahore heeft vonnis gewezen
in het proces, waarin 88 Akali-Sikhs te
rechtstonden, beschuldigd van samenzwering
tegen het Indische rijk en het plegen van
minstens elf moorden en van pogingen tot
het vermoorden van politiebeambten. Oor
spronkelijk was het aantal beklaagden 91,
doch in den loop van het proces, dat niet
minder dan achttien maanden duurde, stier
ven er drie. Uit het getuigenverhoor kwam
vast te staan, dat het doel van de samen-
Zwering, die in 1922 werd op touw gezet, was
de regeering omver te werpen, waartoe de
samenzweerders de bekende tragedie van de
heilige plaatsen van Nankhana in Februari
1922 benutten, toen 200 Akalis, die poog
den de heilige plaats in bezit te nemen, wer
den gedood:
De assessors, die zeven weken geleden uit
spraak deden, bevonden zestig man schul
dig. De rechter heeft zich thans met deze
uitspraak vereetiigd en het volgende vonnis
uitgesproken vijf beklaagden worden ter
dood veroordeeld, elf worden levenslang ver
bannen, vijftien tot levenslange gevangenis
straf veroordeeld, zestien tot vijf jaar ge
vangenisstraf, vijf tot vier jaar gevangenis
straf. De overigen werden vrij gesproken.
Verklaring van Minister Ruys.
In de Woensdag gehouden vergadering van
de Eerste Kamer heeft de Minister van Bui-
tenlandsche Zaken, jhr. Ruys de Beeren-
brouck, in zijn antwoord op de algemeene
beschouwingen van de staatsbegrooting 1925
naar aanleiding van den aandrang door het
lid, den heer Rink uitgeoefend op de regee
ring, om het protocol van Genève te be
krachtigen, verklaard, dat het streven, het
welk in het protocol tot uiting komt, de vol
le instemming en waardeering der regeering
heeft. ïn hooge mate is men afhankelijk, zei-
de de minister, van de houding van het Brit
sche Rijk. Het is daarom een eisch van be
leid, evenals sommige andere mogendheden
die in dezelfde positie verkeeren als ons
land, een afwachtende houding aan te ne
men
Naar aanleiding van de indiening bij de
Tweede Kamer van het wetsontwerp .Aan
vulling der Zegelwet 1914", heeft de Alg.
R.KK Werkgeversvereniging onder haar
leden, ten einde het oordeel van de industri-
eelen daaromtrent te kunnen vernemen, een
referendum gehouden.
De vragenlijst aan de leden toegezonden,
bevat de volgende drie vragen:
Acht gij een „Weeldebelasting," zooals
deze in het wetsontwerp is uitgewerkt,
een juist middel om te komen tot het
doel, dat de minister zich voorstelt, o.a.
met dit ontwerp te zullen bereiken, n.l.
verlaging der directe belastingen en in het
bijzonder, verlaging van het successie
recht, de inkomstenbelasting en de verde
digingsbelasting?
Zijl gij van meening, dal dit ontwerp,
door de daarin voorgestelde heffingen van
10 of 15 pCt. op sommige artikelen, het
verbruik dier artikelen belangrijk zal doen
afnemen, en zoo ja, dat daardoor de nij
verheid en handel in het algemeen en uw
industrie of handel in het bijzonder zullen
worden getroffen, zoodat dit ontwerp, hoe
loffelijk van bedoeling ook, wet geworden,
een kwaad op zichzelf zal beteekenen, dat
het voordeel der bovenvermelde belas
tingverlagingen, geheel of gedeeltelijk zal
neutraliseeren?
Acht u, tengevolge dezer Weeldebelas
ting, een herziening der accijnswetgeving
noodzakelijk, daar de mogelijkheid van
dubbele belasting (in het bijzonder bij den
suiker- en gedistiMeerdaccijns) niet denk
beeldig is?
De ingediende moties verworpen.
In de Woensdag gehouden zitting van de
Tweede Kamer kwamen de bij het debat
over den toestand in de Overijselsche en
Drentsche venen ingediende moties van de
Kamerleden Hiemstra en Bierema in stem
ming.
De motie-Hiemstra luidde:
„De Kamer, van oordeel, dat naast de
hulpverleening door tijdelijke werkverrui
ming, maatregelen noodig zijn, die den
toestand der Drentsche bevolking blijvend
kunnen verbeteren
noodigt de regeering uit, onmiddellijk te
onderzoeken, welke maatregelen daarvoor
kunnen worden getroffen en deze zooveel
mogelijk te steunen
Deze werd verworpen met 22 tegen 47
stemmen. Vóór stemden de sociaal- en vrij
zinnig-democraten, alsmede de Vrijheidsbon-
ders mej. Westerman, Ter Hall en Bierema,
de communist Van Ravesteijn en dc Plat
telander Braat.
De motie-Bierema kwam daarop in stem
ming. Deze luidde:
„De Kamer, van oordeel, dat de finan-
cieele toestand van verschillende gemeen-
ten in de nabijheid der venen van dien
aard is, dat niet kan worden gewacht tot
de definitieve regeling van de financieele
verhouding tusschen rijk en gemeenten tot
stand is gekomen.
noodigt de Regeering uit, maatregelen te
nemen tot verlichting van den financieelen
toestand van die gemeenten
Deze motie werd verworpen met 28 tegen
42 stemmen. Vóór stemden de sociaal- en
vrijzinnig-democraten, de Vrijheidsbonders,
de beide Plattelanders, de communist Van
Ravesteijn. Tegen stemde de geheele rech
terzijde en mcj. Van Dorp
Mededeeling van Minister Colijn.
In de Woensdag gehouden zitting van de
Eerste Kamer, heeft minister Colijn, in ant
woord op de Algemeene beschouwingen der
Staatsbegrooting 1925, naar aanleiding van
de vragen van den heer Wibaut omtrent de
steunactic door de regeering aan de Rotter-
damsche Bank verleend, medegedeeld, dat
het in het algemeen belang was. om in de
mededeelingen betreffende deze actie spaar
zaam te zijn
De vraag of de steun voor de aandeelen
der Rotierdamschc Bank ook in het alge
meen belang was. beantwoordde de minister
bevestigend, daar z.i. vrees voor een debacle
niet ongemotiveerd was, gezien de overwel
digend groote hoeveelheden aandeelen, die
op de markt werden gegooid. Daarom heeft
de regeering den koers gesteund. Anders zou
wellicht een opvragen van alle deposito's
zijn gevolgd, zooals ook bij -en gerucht in
zake een andere bank het gevolg is geweest.
De regeering zou dan voor een toestand ge
schaffing van deo Zomertijd en het wets
voorstel-Staalman tot invoeging van den
midzomertijd a s Dinsdag ki behandeling te
nemen.
De „Java" begin Mei in dienst.
Naar „de Tel." verneemt zal de nieuw»,
kruiser „Java" in begin Mei a.s. in dienst
worden gesteld en de „Sumatra" in het be
gin van het volgend jaar.
In een adres door het bestuur der Ned.
R.K. Vereen, van Handelsreizigers St. Chris
toffel aan den Minister van Financiën ge
richt, wordt medegedeeld, dat de instelling -
van een Weeldebelasting van harte wordt I
toegejuicht doch dat zeer ernstige bezwaren
moeten worden gemaakt tegen het bepaalde,
bij art. 81a der Zegelwet, weshalve wordt
verzocht het voorstel zoodanig te wijzigen,
dat het karakter der wet als belasting op
weelde-uitgaven niet in wezen wordt aan
getast.
Ofschoon dc Koninklijke famile geheel
incognito in Zwitserland ko-mt, heeft de
Zwitsersche regeering met het oog op de
groote sympathie, die Zwitserland voor ons
volk en ons Koninklijk Huis gevoelt, er
toch prijs op gesteld de Koningin bij het
betreden van het Zwitsersche grondgebied
te begroeten. Bij haar aankomst te Bazel
zullen de Zwitsersche Bondspresident, Musy,
de vice-president der Zwitsersche regeering,
Haberlin, en de minister van Buitenlandsche
Zaken, Motta, aan den trein zijn om da
Koninklijke familie te ontvangen.
In de dessa Tangoelangin te Pasoeroean
hebben zes bandieten in den nacht op
uiterst brutale wijze een roofpartij in scène
gezet, waarbij een Inlander, de beroofde, le
vensgevaarlijk door een revolverschot werd
verwond en twee anderen, die hem ter hulp
snelden, door revolverkogels verwond
raakten.
Uit het gehouden voorloopig politioneel
onderzoek is, volgens het „S. Hbl." het vol
gende gebleken.
Op een Vrijdagavoind verscheen voor deo
ingang van de dessa Tangoelangin auto L.
156, waarin, behalve de Inl. chauffeur, ge
naamd Ardi en afkomstig uit de dessa Ketel,
Pasoeroean, zes Inlanders zaten van wie er
drie uit Pasoeroean en drie uit Sidoardjo af
komstig waren.
Vlak voor den ingang gekomen, reed de
auto bij het keeren in een met water ge-
vulden greppel. Slechts met veel moeite was
bet mogelijk hem met behulp van het dessa-
hoofd en het toegeschoten dessa-volk op het
droge te brengen.
Daarna begaven de zes inzittenden zich in
de kampong, doorzochten hier en daar, tot
groote verbazing en schrik der bewoners,
een woning en sioegén ten slotte in een der
mooiste woningen hun slag. Den huiseigenaar
werd gelast, de (verborgen) bewaarplaats
van zijn geld en sieraden zonder verwijl aan
te wijzen. Toen hieraan niet voldaan werd,
wellicht ook, omdat de man er geen had,
dreigde de hoofdman der roovers met een
revolver. Daarop riep de bedreigde om hulp
hetgeen beantwoord werd met een schot.
De ongelukkige sloeg, in de hartstreek ge
troffen, bewusteloos achterover. Inmiddels
hadden het hulpgeschreeuw en het revolver
schot de dessa-bewoners gealarmeerd. Velen
snelden toe om hulp te verleenen, doch zij
werden door de met revolvers en slagwa
pens gewapende roovers op een eerbiedigen
alstand gehouden. Twee personen, die op
drongen, om de roovers te verjagen, kregen
ieder een kogel in de borst en werden ern
stig verwond.
Dit was het behoud der roovers, die, na
dat de dessa-lieden waren teruggedeinsd,
konden aftrekken, op een afstand door een
joelende, van knuppels en krissen voorziene
menigte gevolgd.
Het rumoer en de verwarring bereikten
hur. hoogtepunt toen ook de tong-tongs in
dessa werden geslagen.
Beladen met hun buit 300 aan contanten
grootendeels zilver- en kopergeld, een een
aantal kleedingstukken, gelukte het den
rampokkers onverlet bij hun auto te komen
en te vluchten.
Een bijzonderheid, welke leidde tot de ont
dekking en arrestatie der roovers was, dat
het dessa-hoofd, bij het uit den greppel ha
len van den auto, tevens het nummer had
gelezen en onthouden.
Met dc mogelijkheid hiervan zullen de roo
vers wel geen rekening hebben gehouden,
anders zouden zij de nummerplaat, er voor
die gelegenheid zeker hebben afgenomen.
Het dessa-hoofd toog onmiddellijk na
het gebeurde naar Pasoeroean en gaf daar
plaatst zijn, verklaarde de minister, dien zij het geval bij den wedono aan, die er direct
niet meer had kunnen bcheerschen. In het 1 verder werk van maakte
publiek belang meent zij dus gehandeld te j De hulp der politie-recherchc te Soera
hebben, door een crisis in het bankwezen te baia werd ingeroepen; de auto werd gezocht
voorkomen. Aan dezen steun is nog geen en gevonden en de chauffeur ook; beiden
enkele cent van het Staatsgeld besteed. Ook werden naar Soerabaia gebracht. In den
de N.U.M. is er niet bij betrokken of betrok
ken geweest, aldus deelde de minister mede.
Door B. en W. van Utrecht is afgezien
van het denkbeeld tot invoering van een
plaatselijken zomertijd.
Dinsdag a.s. behandeling,
In de Woensdag gehouden Tweede Kamer
zitting is besloten het wetsontwerp tot af-
auto werden twee revolvers gevonden.
De chauffeur, die halstarrig volhield, van
niets af te weten en eerst op het tong-tong-
signaal argwaan te hebben gekregen, lichtte
8e politie zoo volkomen over de herkomst
der zes roovers in, dat nog denzelfden dag
drie hunner te Pasoeroean en de 3 overigen
te Sidoardjo in arrest konden worden ge
steld.
Vermelding verdient nog, dat één der te
Sidoardjo gearresteerden, iemand bleek te
zijn, die eenigen tijd geleden door de politie
te Soerabaia wegens inbraak werd gearres
teerd en van wien vingerafdrukken werden
genomen. Bij het onderzoek werd de bandiet
door die vingerafdrukken als een oude be
kende der politie herkend. Ontkennen hielp
niet.
t -i
8.
„Gelukkig ja," antwoordde Peggy, die het
gewicht van de vraag onmiddellijk begreep.
..Juist toen meneer de deur uitging, heb ik
op mijn horloge gekeken ik droeg het op
dat oogenblik in een armbandje aan mijn
pols en zag, dat hij precies zeven minuten
")c had; het was dus zeventien minuten
over elven."-
„Dank u, miss Willoughby," zei de inspec
teur. „Kunt u deze verklaring met ©en eed
bevestigen?"
„Ja."
„Mag ik den armband, of liever het hor-
Icge, eens zien?"
„Ik zal het halen," zeide Peggy.
Toen zij er mee terugkwam, vergeleek
Johnson den tijd er van met dien van zijn
eigen horloge.
„Volkomen in orde," zeide hij. Vervolgens
maakte hij eenige aanteekeningen in een
zakboekje, en na de familie Willoughby be
dankt te hebben en zijn verontschuldiging te
hebben aangeboden voor den last, dien hij
hun veroorzaakt had, zeide hij tot Max: „We
moeten gaan."
„Waarheen?" vroeg de kolonel vriende
lijk.
„Naar het telegraafkantoor in Cnaring
Cross het is den geheelen nacht open,"
antwoordde Johnson,
„O ja' Dat telegram!" riep Willoughby.
Terwijl Max afscheid nam van Peggy, zag
hij haar aan, zooals hij dit eenige uren te
voren gedaan had en bemerkte, dat haar
blik omsluierd was, zonder dat hij gissen
kon, wat onder dien sluier verborgen lag.
Eenige oogenblikken later vond hij het
vreemd, dat haar blik niet zoo vrij en opeil
was geweest als gewoonlijk, doch hij schreef
dit toe aan hare vermoeidheid. Nog later
peinsde hij er over na of zij aan hem zou
denken en wat zij van hem denken zou
Peggy was zich zelf nog niet volkomen
bewust van hetgeen er in haar was omge
gaan, maar wèl wist zij, dat, hoeveel leed
haar ook het verschrikkelijk uiteinde van
Sylvia Chase veroorzaakte, en hoezeer zij
zich ook verdiepte in gissingen omtrent den
man, die het telegram verzonden had, hare
gedachten zich voornamelijk bewogen rond
om den persoon van Max Hamilton.
Zij herinnerde zich, hoe hij gedurende zijn
verbaal haar meermalen had aangezien, en
hoe zijn stem en zijn woorden in haar ge
moed hadden nagetrild „Beste goeie Max,"
zeide zij bij zich zelf. en bemerkte opeens.
VIJFDE HOOFDSTUK.
Een fier en schrander meisje.
Van St. Anton's Park tuiten Max en de
inspecteur naar het telegraafkantoor van
Charing Cross om er den kommies te
spreken, die het noodlottige telegram in ont
vangst had genomen. Hij was echter naar
huis gegaan om acht uur 's avonds. Zij kre
gen intusschen het origineel te zien, doch
ofschoon zij beiden het nauwkeurig bekeken
en onderzochten, viel er niets uit op te ma
ken. Het was geschreven in rond en vloeiend
schrift, zóó volstrekt zonder karakter, dat
niemand met zekerheid zou hebben kunnen
zeggen of het schoonschrift van een man of
van eèn vrouw was.
Vernemende dat de kommies, die het tele
gram aan het loketje had aangenomen, in
Kentish Town woonde, reden beiden daar
heen, en kregen den beambte, dien zij uit
zijn slaap moesten opbellen, te spreken.
Maar hij kon heel weinig mededeelen; het
was op een druk uur van den dag geweest,
en ofschoon hij verklaarde er „nagenoeg
zeker" van te zijn, dat het telegram was
afgegeven door een man. kon hij dezen niet
beschrijven.
„Kunt ge u volstrekt niet herinneren, hoe
hii er uit zag?" vroeg Johnson.
Neen," antwoordde de man. „Ik wou,
dat woorden niet voldoende waren om hare dat ik het kon, „maar er was omstreeks dien
gevoelens uit te drukken. Zij gevoelde zich
zonderling-gelukkig te moede en sliep dien
verderen nacht in droomen.
tijd een stroom van telegrammen."
„Hebt gij hem zijn naam en zijn adres niet
gevraagd?"
„Neen, wij doen dat tegenwoordig zelden.
Ik neem het telegram aan, tel dc woorden
om te zien, hoeveel het kost, ontvang het
geld en stuur het dan door naar de sein
kamer. Het is altijd betzelfde of ongeveer
hetzelfde."
„Behalve, dunkt me, wanneer er icts_ is,
dat u bijzonder opvalt? En was er niet iets
van dien aard?"
„Niets, heelemaal niets bijzonders," zei de
kommies. „Ware dit wel het geval geweest,
dan had ik dit zeker moeten bemerken."
„Ik ben er wel bang voor geweest, dat
we aan dit telegram niet veel zouden heb
ben/' zei de inspecteur tot Max, die zich
herinnerde, dat Johnson tegenover kolonel
Willoughby had opgemerkt, dat het nog niet
zoo gemakkelijk zou zijn iets te weien te
komen door dit telegram.
„Al, wat we hebben kunnen achterhalen,
is, dat het telegram aangeboden is geworden
door een man vermoedelijk."
„Waaruit, op zijn minst, volgens mijne
meening, blijkt, dat de moord is gepleegd
door een man," zeide Max. „Wat denkt ge
nu te doen?" vroeg hij aan Johnson, toen
zij de kamer van den kommies verlieten
„Ik ben van plan zoo gauw mogelijk den
stationsklerk van Hampstead Heath te on
dervragen, maar het is niet goed vroeger
daarheen te gaan dan over een paar uren.
Ik denk, dat ik voorloopig terugkeer naar
High Street."
„En hoe moet er gedaan worden tegen
over den broer van Miss Chase? Mag ik
voorstellen, hem te gaan opzoeken en hem
het geval mede te deelen!" vroeg Max. „Mis
schien kan hij cenig licht in de treurige zaak
brengen. Ik weet, waar hij woont."
„Zeker, hij moet het zoo gauw mogelijk
weten. Ik zal dadelijk naar hem toegaan,'
zei dc inspecteur. „Gaat u mee?"
„Heel graag, want ik ken hem; dat zal
hem den schok misschien een weinig beter
doen doorstaan, ofschoon het toch altijd nog
erg genoeg voor hem zal zijn."
„Hij is aan het departement van oorlog,
niet?"
„Hij heeft daar een gewichtige betrek
king," zeide Max. „Hij is particulier secre
taris van generaal Robinson, inspecteur van
de kanonnen."
„Aan de afdeeling artillerie dus?"
„Ja, en hij moét daar van alles op de
hoogte zijn; hij is reeds sinds jaren secreta
ris van generaal Robinson,"
„Is hij ouder dan zijn zuster?"
„Ik zou zoo zeggen vier- of vijf-en-dertig
of daaromtrent; zij was vrij wat jonger Ik
schat haar leeftijd op zes-en-twintig of zoo."
„Zes-en-twintig of zevcn-en-twintig, dat
heb ik ook gedacht," zei Johnson. „Maar,
kapitein Chase zal ons vermoedelijk wel
juist kunnen inlichten."
Zij waren nu op weg naar Villiers Chase,
die zijn appartementen bad in een van de
straten, die op Berkeley Square uitloopen.
Toen zij daar aankwamen, maakte de dienst
doende nachtportier van het huis eenig be
zwaar om hen toe te laten, alvorens hij ver
nomen had, wie Johnson was. Het kostte
hun niet veel moeite den kapitein wakker
te krijgen..Onnoodig te zeggen, dat deze bij
het zien van Max ten hoogste verbaasd was
den rechercheur kende hij niet.
„Hamilton!" riep hij. „Wat is er?" Ver
volgens ging hij op kalmeren toon voort:
„Is er iets gebeurd?" Eenige uren te voren
had hij gezien, dat Max de familie Willough
by verliet, en hij dacht, terwijl hij deze vraag
deed, aan Peggy.
„Ja, iets verschrikkelijks, kapitein Chase;
het doet mij meer leed dan ik zeggen kan,
maar ik ben de overbrenger van slecht
nieuws," sprak Max op een toon van innig
medelijden.
„Ik was er wel bang voor, dat dit het ge
val zou zijn," zeide Chase. Hij keek Johnson
aan, en Max stelde den inspecteur voor.
Kort en zoo voorzichtig mogelijk ver
haald-: Max hem, wat er gebeurd was; in
het eerste oogenblik kon hij Chase nauwe
lijks aan het verstand brengen, wat hij be
doelde het gebeurde was zóó ontzettend
en kwam zóó onverwacht; toen Chase ten
slotte tot het bewustzijn der werkelijkheid
kwam, was zijn smart hartverscheurend om
aan te zien. Hij zakte in elkaar en snikte
als een kind.
(Wordt vervolgd.)