lAblPJ i Uit de Pers. t Historische Processen. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad Vrijdag 6 Maart 1925 Ter opheldering. 0 Rijkscommissie-werkverruiming. R. K. Textielarbeidersbond St. Lambertus. Droste's Cacao- en Chocoladefabrieken te Haarlem, gezien vanaf de zijde van het Noorder Buiten-Spaarne, welke fabriek een uitbreiding ondergaat. De uitbreiding is opgedragen aan den architect, den heer v. Noppen, alhier. Hierboven het gebouw der fabriek met de uitbreiding. Het beleid van den minister van waterstaat. Nijverheidsonderwijs voor Zuiderzeevisschers. Reorganisatie van den Ned. T uinbouwraad. Eieren van waterwild. De R.-K. Inkoopcentrale de D. I. C. H. ORDE EN ARBEID. De arbeidswet in de zieken- inrichtingen. HANDEL EN NIJVERHEID* Disconto-verhooging. Memel. Concurrentie met het buitenland. Een vischrookerij op Marken. Littauen.' De Limburgsche kolenprijzen. KUNST EN KENNIS. Wc knippen uit „De Tijd": Het liberale „Vaderland" geeft in zijn och tendblad van Dinsdag een opvallende en rui me plaats aan een met allerlei dwaasheden doorspekte anti-katholieke „rede", die in den Haagschen Dierentuin is uitgesproken door „den heer H. v. Sonsbeek, gewezen katholiek priester". De vergadering had tot voorzitter de heer Th. Inden Het kan geen kwaad, datwij hier even vermelden, uit goede bron te hebben ver nomen, dat de bovengenoemde heer H. van Sonsbeek evenmin het priesterlijk karakter als kennis bezit. De man, die bij herhaling, o.a. in het Am- sterdamsch Predikbeurtenblad, als ex-pries ter wordt aangediend, heeft nooit één wij ding ontvangen. Dat genoemde heer geen kennis bezit, kan blijken uit het feit, dat hij in een openbaar debat over de Biecht, dat 1 April 1924 tus- schen hem en een lid van het R.-K. Gilde der Klare Waarheid te Amsterdam gehouden werd, zelfs niet op zeer elementaire vragen van zijn opponent kon antwoorden, maar eenvoudig verviel in zulke grofheden, dat de voorzitter dier vergadering (tevens voorzit- t'er der „Evangelische Maatschappij'' in Am sterdam) Ds. F. Dijkema, den man meermalen tot de orde riep en hem verzocht zakelijk en bij zijn onderwerp te blijven. Deze heer, die van de Katholieke leer geen toeten of blazen weet, maar over me lodramatische stem plus een indrukwekken- den baard beschikt, wordt als een soort pa radepaard rondgeleid door de „Protestant- sche Debatingclub". Deze club, die schijnt opgericht tegen het R.-K. Gilde van de Kla re Waarheid, wordt gevormd door een aan tal protestantsche heeren, die den Statenbij bel kunnen lezen en die blijkens hun be zoeken in de vergaderingen der „Klare Waarheid" over meer drift dan geest be schikken De leider is dezelfde heer Th. Inden, een jongeman, die „door den Geest gedreven" sinds een paar jaar zijn katholieke plichten verwaarloost, waarschijnlijk in verband met het huwelijk, dat hij sloot met een protes tantsche juffrouw. Al deze dingen publiceeren, ware niet noo- dig, wanneer deze heeren niet zoo'n brutalen mond opzetten hebben zij ook niet tegen minister De Visser geprotesteerd? en het voorstellen, alsof zij gepatenteerde verklaar ders der Katholieke leer zijn en wasch-echte Protestanten. Dat scheelt nogal en misschien ziet onze Haagsche collega na deze inlichtingen de mo gelijkheid, om zijn lezers alvast mee te dee- len, dat de verhaler van de anderhalve ko lom zotteklap, waarmee zijn voorpagina werd ontsierd, zelfs geen aankomend, laat staan een „gewezen" katholiek priester is. Het tee kent den stand van een groot deel van ons niet-katholiek volk, dat het zich over de Katholieke leer laat inlichten door dergelij ke voorlichters. DE TIJDVRAAG. Pastoor Sloot, welbekend sterrekundige en die vorige jaren steeds tegen den zomer tijd gekant was, is nu gewonnen voor het bemiddelingsvoorstel, dat de Regeering niet wenscht. Hij zegt van het Regeerings- voorstel in het „Centrum": „Wordt het voorstel aangenomen, dan gaan de zomertijdvrienden op hun achterste pooten staan en blijven aldoor „actie" voe ren. Wordt het verworpen, zoodat de zo mertijd een uur boven den Amsterdamschen tijd terugkomt, dan blijft de bestaande ru zietoestand in volle spanning bestaan en. de heer Braat komt elk jaar terug. In beide gevallen wordt ons bespottelijk tijdverschil net de overige beschaafde wereld besten digd en blijft Nederland in zijn eigenwijs isolement. Om dit verschil uit den weg te ruimen en tevens om den zomertijd dragelijk te maken heeft de Tijdcommissie voorgesteld den West-Europeeschen tijd in te voeren en dan daarop den zomertijd te baseeren. Het eer ste is dan ook noodzakelijke voorwaarde voor het tweede. Zomertijd op Amsterdamschen tijd laat alles zooals het is, en Amsterdamsche tijd zonder zomertijd brengt en houdt de voor standers van den zomertijd in gespannen actie om het verloren geluk te herwinnen. Alleen het meerderheidsvoorstel van de Tijdcommissie kan vrede brengen. Onze nationale „politiek" eischt beslechting van de zomertijd-antithese, en onze internatio nale positie verlangt meegaan met de tijd- unificatie. V v Het proces tegen Nico!ets Fonquet, 9 Minister van Lodewijk XIV. T ^OOOöOOOO'OOOOÓO'OOO&OÓ De familie Fouquet kwam uit Angers, waar zij reeds in het midden der vijftiende eeuw een bescheiden koophandel dreef. De vader van Nicolaas bezat het vertrouwen van Richelieu, onder wien hij een belang rijke rol speelde in de reorganisatie van de marine. Maar Nicolaas scheen de aangewezen man om het oorspronkelijk uithangbord, het later devies van het familiewapen „Quo non asquendam? waartoe kan ik niet stij gen in vervulling te brengen. Op achttien- iirigen leeftijd is hij raadsheer in het par lement van Metz op 21-jarigen leeftijd wordt hij aangesteld tot intendant bij het leger waar hij door zijn scherp verstand de op merkzaamheid op zich vestigt- Op 35-jarigen leeftijd, in 1650, dankt hij aan den steun van kardinaal dc Mazarin de functie van pro cureur-generaal in het Parlement te Parijs. Drie jaar late: benoemt de kardinaal hem tot super-intendant der Staatsfinanciën, een functie.-die hij aanvankelijk deelde met Abel Sfcrvien, die de uitgaven, terwijl Fouquet le ontvangsten beheerde 1 Intusschen, reeds 'oen liet de toestand der Fransche schatkist alles te wenschen over. Mazarin, bekwaam Politicus, had voor zijn regeerings-systeem veel geld noodig, en hij waardeerde het in Fouquet, dat deze hem het geld ter beschik king stelde, zonder te vragen waar het van daan kwam. De belastingen waren in dien tijd verpacht welke willekeur bij de inning werd begaan, kan elk geschiedenisboek van dien tijd ons vertellen. Leeningen, gelijk er onder Lodewijk XIV en zijn opvolgers zoovele werden gesloten, waren niet open baar als tegenwoordig zij werden meestal in haar geheel bij den een of anderen ban kier opgenomen eu Fouquet dankte het aan het fortuin van zichzelf en zijn vrouw, dat hij menigmaal als bankier voor den koning en den kardinaal kon optreden. Zoo begon de verwisseling van eigen- en staatskas, die uiteraard niet ten nadeele van de eigen kas zal zijn geweest Aan Mazarin's persoonlijken dienst was verbonden zijn intendant Colbert, de man, die later zoo hoog zou stijgen. Dat Mazarin zelf ook voordeel van den heerschenden toe stand wist te trekken, blijkt wel hier uit, dat Aan dit laatste mogen en kunnen we ons op den duur niet onttrekken, We moeten den Wereldtijd of zonnetijd hebben, en om onze eigenaardige ligging, in 't bijzonder met het oog op de invoering van den zomer tijd in overeenstemming met onze (althans westelijke en zuidelijke) buren, is voor ons aangewezen de West-Europeesche tijd in den winter en de Midden-Europeesche in den zomer. Dan zijn wij het geheele jaar door gelijk met Engeland en België en in den zomer ook met Duitschland (dat, meen ik, den zomertijd heeft afgeschaft). Overeenkomst met omgevende landen,wat begin en einde van den zomertijd betreft, is een punt, dat op dc tweede plaats aan de orde komt en dat in elk geval niet van overwegend belang is.' Als dat voorstel der Tijdcommissie Wet zou worden, dan komt er ook vrede tus- schen de vrienden van den Greenwichtijd en die van den Duitschen tijd: zij krijgen elk een half jaar hun zin. Edelmogende Heeren in Den Haag, geeft ons den tijdvrede, en werkt dan maar door aan de Politiek." B' De commissie vergaderde een dezer da gen te 's-Gravenhage onder voorzitterschap van prof. Dr. W. H. Nolens Besloten werd om met het oog op de sa menstelling van de ontwerp-begrooting 1926 aan den Minister van Waterstaat een advies uit te brengen, omtrent dè waterstaatswer ken, welke als objecten voor werkverruiming voor de naasten toekomst wenschelijk wor den geacht Mededeeling werd gedaan van een belang rijk aantal gevallen waarin de bemiddeling der commissie werd gevraagd om te bevor deren, dat aan Ned. fabrieken de voorkeur zal worden gegeeven boven buitenlandsche fabrieken. Meerdere malen had de bemidde ling het gewenschte resultaat. Kon in dit verband worden vastgesteld, dat het bereikte resultaat veelal te danken was aan het door de gemeentebesturen met de commissie gepleegd overleg, uit de rac- dedeelingen bleek echter ook, dat enkele orders zonder noodzaak naar het buitenland waren gegaan, omdat de opdrachtgevers ver zuimden met de commissie overleg te ole- gen. De opdracht van d<= brug over de Konings haven te Rotterdam aan een buitenlandsche firma alsmede het antwoord van den Mi nister van Waterstaat op de naar aanleiding daarvan dror een lid der Tweede Kamer ge stelde vragen maakte een punt van bespre king uit Besloten werd met bet .oog op toekomstige bestellingen aan den Minister van Waterstaat een schrijven te richten waarin de beschouwingen, waarto' de op dracht en het antwoord van den Minister aan de commissie aanleiding hebben gegeven, worden weer gegeve^ Enkele bij de commissie ingekomen be langrijke aanvratfen om bemiddeling konden niet worden afgedaan, omdat de commis-ie nog niet over de noodige gegevens beschik te. HET INGETROKKEN VOORSTEL-VAN DORP Mej. Van Dorp heeft, naar zij aan het Corr. Bur, schrijft, afvoering van de agen da van haar kiesrechtontwerp verzocht, omdat haar gebleken was, dat de kansen op aanneming daarvan buitengewoon ge ring waren, en omdat zij de zekerheid had, dat binnenkort van andere zijde een ont werp, dat meer kans op den bijval der Ka mer heeft, zal worden ingediend en de zaak dus aan de orde gesteld blijft, terwijl in deze. omstandigheden het in openbare behandeling nemen van haar eigen ont werp de kansen op een spoedige behan deling van hef nieuwe ontwerp slechts zou kunnen compromitteeren. Het belang der zaak eischte daarom haars inziens een terugnemen van haar ontwerp. EMIGRATIE NAAJt CANADA. Het emigratiebureau van den heer Veen- stra zat worden opgeheven. Naar het Haagsche Volk verneemt, heeft de heer Veenstra te den Haag, naar aan leiding van wiens emigratie-bureau het Ka merlid, de heere Kleerekoper vragen stelde aan minister Heemskerk, besloten zijn bu reau op te heften Colbert, die het weten kon, in 1658 des kar dinaals particulier vermogen, bijeengebracht aan kunstschatten, op acht millioen livres schatte, wat met een 40 millioen francs ge lijkstaat. Fouquet had het voorbeeld van den meester voor oogen, en hij was niet on kreukbaar. Hij nam, wat de gelegenheid hem bood. Het was hem blijkbaar niet onbekend, dat Colbert hem gadesloeg, jaloersch, wan trouwend. Deze was het, gezien het samen weefsel der knoeierijen, niet moeilijk aan den kardinaal de bewijzen ervan voor te leggen. Colbert probeerde het en zond Mazarin in September 1659, toen deze in St. Jean de Luz vertoefde, een uitvoerig rapport. Maar Fou quet was gewaarschuwd, en Colbert had ver geten, dat de super-intendant der financiën ook directeur van de posterijen was. Het rapport werd onderschept, door Fouquet's handlangers overgeschreven en toen weder verzegeld. Den volgenden dag kwam Fou quet zelf te St. Jean de Luz en men kan zijn glimlacht begrijpen, toen hij den kardinaal bij zijn binnentreden haastig onder andere papieren zag wegschuiven een rapport in folio formaat van Colbert's hand Fouquet, aldus gewaarschuwd, kon het gemakkelijk van Colbert winnen de kardinaal konh em niet missen, en zijn verdediging behoefde slechts kort en krachtig te zijn. Intusschen beging Fouquet de onvoor zichtigheid, die verdediging op schrift achter te laten en in zijn particuliere archieven te bergen zij zou hem later noodlottig worden. Zoolang Mazarin leefde, was Fouquet vei lig en voelde hij zich beschermd. Maar op zijn sterfbed liet Mazarin den jongen Ko ning Lodewijk XIV komen vertelde hem alles wat hij van Fouquet wist, waarschuwde hem tegen dftn super-intendant der finan ciën en beval daartegenen Colbert in zijn bijzondere bescherming aan. Tegelijk prent te hij hem voorzichtigheid in Fouquet vorm de wat wij thans zouden noemen een macht in den Staat.. De tijd van de Fronde was nog niet zoo lang geleden men diende voorzich tig te zijn. Fouquet werd door den koning met vertrouwelijke opdrachten belast, naar Polen, naar Holland, naar Engeland, en hij kweet zich goed van deze taak. Toch gevoelde hij het gevaar en dit bracht hem tot bekente nissen zijner knoeierijen aan Lodewijk XIV, die zijn redding zouden zijn geweest, indien hij de belofte, toen','op zich genomen, had ge houden. Maar hij deed het niethet wan beheer ging voort, en Colbert schenk de koning daarvan de overtuigende bewijzen. Bijna eiken dag legde Fouquet den staat van ontvangsten en uitgaven over, en Colbert B of bij de wisseling van dienst wellicht ver-' keerd worden overgebracht, afgezien nog van het feit, dat een zieke door zoo weinig mogelijk veplegenden verzorgd wenscht te worden. De in genoemde bijeenkomst benoemde Commissie om de actie tegen het vooront werp te leiden en te voeren, heeft reeds 't groot aantal directeuren van kleine zieken- inrichtingen in den lande, bereid gevonder om aan bedoelde actie deel te nemen. Vrijdag 6 Maart viert deze bond het 15- jarig bestaan. Ofschoon er alle aanleiding zou bestaan, om dit feit luisterrijk te ge denken, is er met het oog op de moeilijke tijden die de bond pas achter den rug heeft en die veel geld en opoffering gekost hebben,] besloten, het feit alleen kerkelijk te herden-' ken. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer in zake zijn begrooting voor 1925, verdedigt de minister van Waterstaat zich uitvoerig tegen de in het voorloopig ver slag geleverde critieken op zijn beleid. Die critiek betreft in de eerste plaats de be handeling van de uitbreiding van de haven te Vlissingen. In deze betoogt de minister, dat de critiek met betrekking tot dit punt getuigt van het leggen van een onjuist verband tus- schen verschillende uitingen, die door hem ter zake op verschillende tijdstippen zijn ge daan. De minister verwijst voorts naar vorige verklaringen, waardoor het aan hem gerióhte verwijt van zichzelf niet gelijk gebleven te zijn, tot zijn juiste beteekenis wordt terugge bracht. Een tweede grief betrof het beweerde niet- nakomen van den minister van zijn toezeg ging, de Tw. Kamer te zullen hooren alvo rens tot heropening van den Postcheque- en Girodienst over te gaan. De minister wijst er op, dat hij einde Juni een brief richtte tot de Tweede Kamer, waarin hij deze in kennis stelde met de resultaten van een in verband met de Postchèque-en Giro-affaire ingesteld onderzoek, terwijl hij in een onderhoud met den voorzitter op 26 Juni de noodzakelijk heid van een spoedige oplossing betoogde, en den wensch uitsprak om, mocht de Ka mer harerzijds dat verlangen, nog voor het reces van de Kamer met haar in overleg te tre den. De Kamer is echter, zonder verder op de kwaestie in te gaan, op reces gegaan. Met betrekking tot de weergegeven afkeu ring over een oordeel, dat de minister over zijn ambtsvoorganger in diens functie van directeur-generaal zou hebben uitgesproken, zet de minister uiteen, dat hij in het minst niet kan inzien, dat zijn geciteerde uitlating, mits opgevat in den zin, die enkel en alleen daaraan ten grondslag lag, van eenige betee kenis is voor de bezwaren, die men tegen zijn beleid meent te moeten aanvoeren. Het was geenszins des ministers oogmerk, een waarde schatting van een bepaald persoon te geven hij wilde alleen de aandacht vestigen op de belemmeringen der Staatsambtenaren, ver geleken met die van vooraanstaande functies in de particuliere bedrijven. Ten aanzien van de feiten in verband met de houding van den minister tegenover de be- zuinigings-commissie, kan hij, volledig er kennende, dat in het verloop van hetgeen in. verband met het onderzoek ten hoofdbesture is voorgevallen, er menig punt is dat voor een verschil van opvatting, voor verdediging ee- nerzijds voor ontstemming anderzijds, vat baar iS, toch moeilijk toegeven, dat hetgeen in het voorloopig verslag in herinnering wordt gebracht, voor hem aanleiding tot het aan vaarden eener afkeuring zou kunnen zijn. Resumeerende meent de minister, dat de voor de bezwaren tegen zijn beleid als bewijs aangevoerde feiten geen bewijzen kunnen zijn, omdat óf hun toedracht in werkelijkheid een andere was dan de leden, hier aan het woord, onderstelden, óf wel omdat hun wer kelijk karakter van geen beteekenis was voor hetgeen zij moesten staven reconstrueerdeu dezen nog denzelfden nacht, en toonde den koning de „vergissingen", die waren begaan. Er was materiaal genoeg te gen Fouquet, maar men moest voorzichtig wezen. Hij was procureur-generaal van het Parijsche Parlementhij bezat een soort on schendbaarheid slechts dit parlement kon hem veroordeelen. Dat zou nooit geschieden, want Fouquet's invloed reikte ver zijn vrien den waren vele 1 Dies zon men op een list* Hooger dan functie van procureur-generaal was die van kanselier. Het gerucht werd verspreid, dat de fungeerende kanselier zou aftreden en dat het in 's konings bedoeling lag, om Fouquet in zijn plaats te benoemen. Deze liep erin, bedankte als procureur-generaal en was niet meer onschendbaar. Toen waagde men den slag. Lodewijk XIV had het vroeger reeds willen doen op den dag zeiven, dat Fou quet in het door hem schitterend ingerichte kasteel van Vaux een feest gaf, nog wel ter eere van den koning.De fabeldichter La- fontaine, die een der door Fouquet bescherm den was, heeft er ons van verhaald het was een pracht, die ons thans sprookjesachtig in de ooren klinkt. In de tuinen van dat kas teel van Vaux is Le Nótre zijn groote loop baan begonnen. De Koningin-Moeder Anna van Oostenrijk heeft het weinig kiesche vsn zulk een handelwijze gevdeld en er Lodewijk XIV van teruggehouden. Maar korten n)d daarna ,'toen het hof te Nantes zou zetelen, werd van de omgeving gebruik gemaakt om daar Fouquet te arresteeren. Het gebeurde bijna zonder opzien alles was goed voor bereid Fouquet. werd door den koning m zijn kabinet teruggehouden, en kapitein d'Artagnan van de musketiers voerde dear- restatie uit. Hij werd over Angers naar Pa- rijs gebracht en diezelfde bevolking, die hein den vorigen dag nog had toegejuicht, en eer- betoon bewezen, kon nu niet genoeg op hem spuwen, in den letterlijken en den figuurlij- kenzin. Nicolaas Fouquet had, wat men noemt een slechte pers. Op hetzelfde oogenblik, dat men hem arresteerde, had men Zijn ver schillende verblijven verzegeld en zijn pa pieren in. beslag genomen. Men had er com- promitteerende dingen van allerlei aard ge vonden. De verdediging, door hem opge steld tegen het rapport van Colbert, ditmaal ontdekt, zou hem vernietigen men zager een soort aanslag op de veiligheid van den Staat in, en na zijn val waren zijn vijanden talrijk genoeg om hem van 3lles toe t. dich ten. Maar men vond ook een' kist met brie ven. Hij had de onkieschheid begaan er bm- MR. M. W. F. TREUB, Prof. mr. M. W. F. Treub, die voor her stel van gezondheid eenige weken in het Zuiden van Frankrijk doorbracht zal Don derdag a.s. terugkeeren om zijn bezigheden te hervatten. De heer Duymaer van Twist heeft den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld: Is de Minister bereid, mededeelingea te doen over de werking van de aanschrijving, gericht aan dc burgemeesters van de 58 ge meenten, aan en om de Zuiderzee gelegen, betreffende het verkrijgen van nijverheids onderwijs door belanghebbenden, die zich voor een anderen werkkring willen bekwa men? Hoe groot is het aantal verzoeken van belanghebbenden, dat bij het Departement binnenkwam? Hoeveel verzoeken zijn ingewilligd gewor den en hoeveel verzoeken werden afge wezen? Zoo afwijzing plaats vond, op welke gron den geschiedde deze dan? Is de Minister bereid, voortaan den be langhebbenden, die een afwijzende beschik king op hun verzoek ontvangen, de redenen der afwijzing mede te deelen? De reorganisatie van den Nederlandschen Tuinbouwraad, die reeds een paar jaar een punt van bespreking uitmaakte in na genoeg elke vergadering van het Centraal Bestuur, is thans een voldongen feit gewor den. De algemeene vergadering, deze week naar wij vernemen in Den Haag ge houden, heeft hierover beslist. Het Cen traal Bestuur had een wijziging der statu ten ontworpen en deze voorgelegd aan de aangesloten vereenigingen. Gelegenheid tot bespreking daarvan werd op genoem de vergadering gegeven en daarvan is door die vereenigingen ruimschoots gebruik ge maakt De voorzitter mr. H. C. Dresselhuijs wees er op, dat de Tuinbouwraad na de reorganisatie niet meer zal zijn een vereeni- ging van vereenigingen, doch een federa tie van groepen van vereenigingen. Deze groepen zullen rechtspersoonlijkheid bezit ten, zullen meer zelfstandig zijn in haar op treden dan de groepen tot dusver waren, zullen opkomen voor de belangen van den spccialen bedrijfstak dien zij vertegen woordigen, doch zullen voor de algemeene belangen voeling met elkaar houden, waar toe de vergaderingen, die op geregelde tij den zullen gehouden worden gelegenheid geven. Vertegenwoordigd waren 11 ver eenigingen, samen uitbrengende 60 stem men. Van „De Vereeniging tot behartiging van de belangen van Land- en Tuinbou wers in de Schermer", te Stompetoren, was een voorstel ingekomen om elk jaar een congres te'houden ter behandeling van onderwerpen van actueel belang. Tot dit congres zouden toegang hebben alle tot een aangesloten groep behoorende vereeni gingen. Dit voorstel werd door het Cen traal Bstuur ovrgenomen en verwierf, ook hii de artikelsgewijze behandeling de goed- ven tusschen te doen van een vrouw als Mad. de Sévigné, van wie bleek, dat zij hem slechts een hartelijke vriendschap toedroeg. Boven dien werden Fouquet's geheime aanteeke- ningen gevonden over de personen, wier diensten hij door mooie baantjes had ge kocht en gewonnen veelal waren zijn aan- teekeningen meer scherpzinnig dan vleiend deze aanteekemngen, gaarne en in ruimen kring gepubliceerd, bezorgden hem nieuwe vijanden. Totdat plotseling de stemming zich scheen te keeren zijn secretaris, de dichter Pélisson, liet vanuit de Bastille, waar hij gevangen was gezet, dichterlijke ontboe zemingen te zijn gunste hooren Lafontaine vergat niet wat hij hem verschuldigd was. En aan het hoofd van de afzonderlijke Ka mer, ingesteld om hem te berechten en op wensch des Konings te vonnissen, stond een onkreukbaar magistraat, de moedige presi dent Lamoignon, die te veel magistraat was om zich eenigen dwang te doen opleggen. Het baatte hem weinig, want korten tijd daarna werd hij vervangen 1 Misschien zou Nicolaas Fouquet nu ver geten zijn, vergeten als een der velen, die in die dagen hun hoog ambt misbruikten voor knoeierijen en wat niet al, ware niet eenlzoo eigenaardig proces tegen hem gevoerd. Men strekte de ondervraging, waaraan hij werd onderworpen, zeer ver uit, tot in de gering- ste zijner particuliere omstandigheden. Ver- geefs vroeg hij aanvankelijk teekent het niet den geest der tijden 1 om een advo caat men weigerde hem rechterlijken bij stand. Maar ondanks de in beslag genomen papieren viel er weinig tegen hem in te bren gen. Zijn financiën en die van den Staat waren dusdanig dooreengeloopen en ver ward, dat wel viel te vermoeden, maar niet vast te stellen, dat hij van deze verwarring had geprofiteerd. Toen men hem onder hield over de pensioenen, door hem toege kend op allerlei onwettige enwillekeurige gronden, dreigde hij met de nagedachtenis van Mazarin, die men zou onteeren. Maar, zoo vroeg hem een der ondervragers, hebt gij dan geen bewijzen betreffende deze pen sioenen f Mazarin, antwoordde Fouquet, gaf nooit orders en nog minder rey.u's voor zulk soort zaken IZoo ging de zaak voort, totdat het den Koning, die brandde van on geduld, begon te vervelen, en men Fouquet plotseling, zijn vroeger op schrift gestelde verdediging voor oogen brachteen ver dediging, waarvan hij zich het bestaan nau welijks meer herinnerde 1 Buiten de gevan genis was men wonderwel op de hoogte van 'den e««a van zak«n en wel verre hem keuring der algemeene vergadering. Na be spreking der artikelen en behandeling van traal Bestuur overgenomen en verwierf ook werp-statuten met algemeene stemmen aangenomen en werd machtiging verleend de Kon. goedkeuring aan te vragen als mede die veranderingen aan te brengen, die de minister van Justitie noodig zou oordeelen om de Kon. goedkeuring te krij gen. Alsnu werd de financieele toestand van den N. T. behandeld. Uit de cijfers bleek, dat er over 1924 een tekort is van 25.000. De minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat het zoeken, rapen, ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren of vervoeren van eieren van waterwild in 1925 in Nederland niet zal zijn toegestaan. Naar wij vernemen, zal de R.-K, Inkoop- Centrale de D. I. C. H. haar jaarvergadering houden op Zaterdag 7 Maart, des namiddags te 5 uur, in het gebouw van den R.-K.Volks- bond, Derde Hugo de Grootstraat No. 7, te Amsterdam. Te bereiken vanaf Centraal station met lijn 13, Weesperpoort lijn 10 en Willemspark met lijn 23. Inkoopcommissies, bezoekt allen deze voor u zoo belangrijke vergadering. Toen in 1919 de Arbeidswet werd inge voerd, was men in den lande algemeen van meening, dat het juist was de ziekeninrich- tingen daarvan uit te sluiten. Het onlangs verschenen vooruitwerp be treflende deze aangelegenheid heeft, naar men ons schrijft, bij besturen der kleine zie kenhuizen en verplegingsiurichtingen bezwa ren doen rijzen. De directies van verschil lende in Amsterdam gevestigde kleinere in richtingen zijn dan ook in vergadering bijeen gekomen om bedoeld voorontwerp te be spreken. Men kwam daarbij tot de con clusie, dat door de invoering van de 55-urige arbeidsweek de bestaansmogelijkheid van kleine ziekenhuizen en verplegings-inriclr- tingen ernstig bedreigd wordt. Dit ontwerp is bovendien zoowel voor verplëgenden als voor verpleegden in hooge mate onwensche- lijk. Immers, niet' alleen wordt voor'de eer sten het verantwoordelijkheidsgevoel door de onophoudelijke wisseling der verplegen- den bij een en dezelfde patient ondermijnd, maar ook gaat daardoor de bij de opleiding der verplegenden zoo noodzakeleijke ontwik keling van het tactgevoel onvermijdelijk te loor voor de laaisten, de lijders zelf bestaat alle mogelijke kans, dat de voorschriften, door den geneesheer noodzakelijk geacht, niet met de noodige zorg worden opgevolgd, te schaden, droeg de langzaamheid der justi tie ertoe bij om hem iets van zijn vroegere populariteit te doen herwinnen. Toen La moignon eenmaal was weggegaan, scheen het sneller te zullen gaan, maar het ging ook be denkelijker. Telkenmale kon Fouquet, van wien men vergeten scheen, dat hij jaren ach tereen procureur-generaal bij het Parlement van Parijs was geweest, kleine formeele fou ten ontdekken, maar fouten, die het om der wille van het recht noodzakelijk maakten, dat men alles en alles weer overdeed. Ein delijk, na maanden ondervragen, kon men tot het verifieeren der antwoorden overgaan door het hooren van de getuigen die con frontatie met die getuigen duurde meer dan twee maanden. Toen kreeg Fouquet ook zijn advocaten het waren waarlijk niet de eersten de besten het waren de meest beroem de van Parijs, die voelden hier eer te kunnen behalen. Op hun raad trachtte Fouquet bij na geheel de over hem gestelde rechter- schare te wraken, wat hem natuurlijk mis lukte, maar hem opnieuw tijd deed winnen. En hoe voerde Fouquet zijn verdediging Zeker, in den aanvang was hij verrast hij had na zoo'n langen tijd van vertrouwen, de arrestatie niet meer verwacht. De koninklij ke ongenade trof hem te plotseling 1 Maar spoedig herstelde hij zich zijn vernuft en scherpzinnigheid lieten hem niet in den steek. Als de kanselier Seguier, nog altijd verbolgen, dat hij dezen had willen opvol gen, hem de vraag stelt hoe hij had gedacht zijn plan van verdediging ten uitvoer te brengen en hem beschuldigt van een mis daad tegen den Staat, vraagt hij dezen iro nisch, of hij wel weet, wat een misdaad tegen den Staat is En als Seguier min of meer verbaasd kijkt, gaat hij voort te bekennen, dat zijn zelfverdediging een soort buiten sporigheid inhield, maar geen staatsmis daad. Een staatsmisdaad, zoo zette hij uit een, wordt begaan, wanneer men het ver trouwen van den vorst geniet en zich eens klaps aan de zijde zijner vijanden stelt en dan een brug door zijn schoonzoon doet overgeven aan een vijandelijk leger, opdat dit het land kan binnenkomen. De Fronde was, gelijk gezegd, nog niet lang geleden overwonnen en het was de schoonzoon van Seguier zelf, de hertog van Sully, die met medeweten van zijn schoonvader, de brug van Nantes aan de Spanjaarden had over geleverd I Seguier, getroffen door dezen bliksemstraal uit helderen hemel, had daarop geen antwoordzijn koelbloedig» haid ging verloren en onder de nauwelijks 'verholen lachjes dar omstanders moest hij Zooals verwacht werd heeft Donderdag de Bank van Engeland haar disconto-koers tot 5 pCt. verhoogd. Sedert 5 Juli 1-23 kon het disconto van 4 pCt. gehandhaafd blijven en men verwacht dat de deposito-rente der banken van 2 tot 3 pCt. verhoogd za? worden. Gegevens omtrent de havenbeweging van) Memel, zijn op het bureau voor Handelsin-J lichtingen, Amsterdam, voor belanghebben-J den ter inzage. Men meldt ons uit Rotterdam, dat del N. V. Brandspuitenfabriek voorbeen A.| Bikkers en Zn. aldaar in concurrentie met/ pl.m. 40 groote Engelsche, Duitsche, Ame- rikaansche en anSere fabrieken op brand-j weergebied er in geslaagd is een opdracht te bekomen van de Bangkoksche politie autoriteiten voor de levering van een groo te metorbrandveerboot met een capaciteit van 6000 liter per minuut. Deze order werd niet verkregen, omdat de prijzen de aller laagste waren, doch doordat aan het ont werp van de firma Bikkers en Zn. door d# autoriteiten meer voorkeur werd gegeven Er bestaan op Marken plannen tot bef oprichten van een vischrookersbedrijf. Nu het eiland een directe bootverbindinf met Amsterdam heeft, doet zich de behoef te gevoelen aan een rookerij bier ter plaat se, waardoor de vischventers niet langeij genoodzaakt zijn hun visch uit Monniken-I dam te betrekken. Bovendien verwacht men, dat wanneet hier een vischrookerij wordt gevestigd^ de aanvoer van viscb aan den gemeentelijken afslag belangrijk zal toenemen, omdat bete-) re prijzen zullen worden besteed. Thans lossen de Marker botters meestal in Vo, lendam of Monnikendam. Gegevens omtrent den buitenlandscben handel, uitvoerrecht op beenderen, oogst, belastingen, enz., zijn op het bureau voor Handelsinlichtingen, Óudebrugsteeg Amste» dam voor belanghebbenden ter inzage. Opnieuw een aanzienlijke verlaging. De Staats- en Particuliere mijnen hebben! met ingang van 1 Maart 1.1. hun prijzen! voor 'industrie- en huisbrandkolen weerj aanzienlijk verlaagd. OSCAR LENZ. f Zeven en zeventig jaar oud overleed te Baden bij We enen de Duitsche ontdekkingt reiziger Heinrich Oscar Lenz. Nadat hij is zijn geboorteplaats Leipzig had gestudeerd, kreeg hij een plaats aan het geologisch in stituut te Weenen. In opdracht van de Duitsch-Afrikaar.sche „Gesellschaft deel nemend aan een expeditie naar West-Afri ka, onderzocht hij van 18741877 den O- gowe tot aan de monding van de Sebe. Op een tweede reis, trok hij in 1880 van Marokko naar Timboektoe, vanwaar h8 over St. Louis naar den Senegal terug keerde. In 1885 nam hij de leiding op zicb van de Oostenrijksche Kongo-expeditie, waarbij bij van den mond van dc Kongo uitgaande over het Tanganyika- en het Nyassameer de Oostkust bij Kilimane be reikte. Na zijn terugkeer was hij van 1888 tot 1909 als kcogleeraar te Praag werk zaam. Hij schreef verschillende werken over zijn reizen de zitting sluiten. Dienzelfden avond zong men in de Parijsche straten ter eere van Fouquet! De Koning wenschte, dat Fouquet tet dood veroordeeld zou worden. Maar, al had hij Lamoignon laten verwijderen, andere magistraten van schitterende reputatie na men diens plaats in. Zoo de rapporteur d'Or- messon, die in een conclusie, welker voor dracht drie dagen duurde, tot de straf van verbanning kwam. Na hem spraken er vijf ten gunste van het doodvonnis men waan de Fouquet reeds verloren, maar toen sloeg de schaal om. Met een voldoende meerder heid werd de verbanning uitgesproken, maar de Koning, woedend, dat het speciaal ingestelde hof Fouquet zoo goedertieren behandelde, veranderde deze straf in levens-j lange gevangenisstraf. Naar de zeden van dien tijd was dat geen verzwaring en er was wellicht een staatsbelang bij betrokken, dat Fouquet, die veel van de binnenlandsch» aangelegenheden van Frankrijk wist, niet fn de gelegenheid werd gesteld om zijn gehei men in het buitenland te verkoopen. Zoo werd hij in de versterkte vesting Pignerol ondergebracht en daar heeft hij jaren ach tereen gezeten. Hij is er hard behandeld, tot-i dat hij in 1680 stierf. Zeker, Fouquet was een schurk hij be stal den Staat en des Konings onderdanen ten bate van zichzelf. Maar was Mazarin dan zoo onkrenkbaar Kon de Koning een an deren beheerder der financiën verwachten in de omgeving, die hij zelf olschiep Cbert trad op willekeurige wijze tegenover de; pachters op alleen de winsten, die hij ver wierf, besteedde hij niet voor zich zelf, doch voor den Koning, wiens goede luim hij van groote beteekenis voor den Staat rekende. Lodewijk XIV heeft zich tegenover Fouquet »»*j - ---i quet zich toeëigende, hij ook wel nuttige din gen gedaan ha eft. Al zouden wij alleen maai aan hem danken, dat hij Lafontaine de rus tige omgeving heeft geschonken, die hern hebben in staat gesteld zijn onsterfelijke fa bels, die juweeltjes van blijvende waarde, voort te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9