DE FAMILIE KRELAQEENDE
BLOEMBOLLENCULTUUR.
SS5
Hei Tentoonstellingsgebouw.
Een hoekje van hel terrein aan den Noordkant.
Een kiek van een gedeelte van het terrein, waar de tulpen hun eerste bladen bo
ven den grond steken.
Het typische molentje bij den entree der tentoonstelling,
waaraan vele bezoekers een berinnering aan daace
zeldzame bloemen-exposUle zullen behouden.
De poort met «le -versiering van de Valkenbur g ers traat*
als men naar Het tentoonMTLllngsteiTSlQ gaat.
De naam ÏCrelage is nauw eerbonden aan
de ontwikkeling van de Bloembollencultuur.
Dit dateert al van jaren her. De heer J. H.
Krelage, wiens honderdste geboortedag den
Isten November 1924 onder zoo vele blijken
van belangstelling werd herdacht was de op
richter van de Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur. Vanaf 1860 tot op he
den is bijna steeds de leiding van deze ver
eeniging in handen geweest van H. Krelage
of zijn opvolger, den tegenwoordigen voor-
aeniging in handen geweest van J. H. Krelage
dat er eenige tijd tusschen is geweest, dat'
de heer E. H. Krelage niet het voorzitter-
schap bekleedde.
Wat Jacób Heinrich Krelage voor de
jloembollencultuur is geweest, heeft de heer
irnst Krelage op 1 November 1924 nog eens
n een merkwaardige rede bij de herdenking
ran den honderdsten geboortedag van zijn
rader, uiteengezet.
Op een enkele passage uit die rede, welke
'iel genie van Jacob Krelage zoo juist ken-
nerkt, willen wij vandaag nog eens de aan
lacht vestigen.
Gelijk het meer gaat met sterke karakters,
too ging het ook met Jacob Krelage, hij had
veinig zin in het vak, dat zijn vader hem
»pdrong, te minder, waar hij na een verblijf
■an een paar jaar in Frankfort zijn lust naar
vetenschappelijke studies sterk voelde op-
even.
De heer E. Krelage vertelt dan verder als
rolgl:
„Maar de zoon had te buigen en was zoo
••erstandig in te zien, dat hij niet beter kon
loen dan „to make the best of it''. Hij meen-
ie zich op den duur het best in zijn lot te
turtnen schikken, door zich zelf een in zijn
rak geheel eenige positie te scheppen, die
ïem zou kunnen bevredigen en het meest
jvereen kwam met zijn natuurlijken aanleg.
En zoo is te verklaren, hoe juist de tegen-
dn in zijn beroep J. H. Krelage gemaakt
leeft tot een voorganger in zijn vak.
Hij wilde op zijn zaak een persoonlijken
stempel drukken, waardoor hij zich zou on-
lerscbeiden, en een eigen repiutatie verwer
ven Hij liet zich daarbij leiden door zijn
vetenschappelijken zin en zijn methodische
.vijz# van werken.
Reeds in 1857 gaf hij de buitenwereld hier
aan een merkwaardig bewijs. Ten einde de
leerslachtigpeid te overwinnen, die de kort
opeenvolgende sterfgevallen van zijn vader,
ciin schoonmoeder en zijn vrouw in luttele
aren tijds hadden achtergelaten, ontwierp hij
iet plan voor een wintertuin, een complex
ran serren en kassen, op voor die dagen zeer
srootschen voet, dat jaren lang landgenoot
en vreemdeling in verrukking heeft ge-
bracht. Nadat de wintertuin in 1857 geopend
was, kwam twee jaar later Koningin Sophie
.oor een bezoek aan deze inrichting opzette-
ijk uit Den Haag over.
Veel later, in 1880, deed Krelage de 18de
seuwsche pronkbakken van Hyacinthen her
leven. waarin onder een tent een keur van
verscheidenheden voor bezoekers werden ter
bezichtiging gesteld. De afdeeling Overveen
v. r Algemeene Vereeniging voor Bloembol
lencultuur deed hetzelfde <»edurende één
jiar. Krelage hield het ofschoon niet jaar
lijks tot 1894 vol. De kroon op het werk
zette toen het bezoek van de jeugdige Ko
ningin Wilhelmina en.de Koningin Regentes
aan de pronkbakken. die dat jaar aan den
Zijiwcg onder Overveen waren geplant.
Bijzondere waarde hechtte hij aan volledi-
ge verzamelingen van bepaalde plantenge
slachten, aan een juiste nomenclatuur. Wan-
1 neer hij zijn liefde aan een bepaald planten-
geslacht verpand had, rustt* hij niet, vóór
bij alles bijeengegaard en vergeleken had,
wat daarvan, in welken uithoek der wereld
ook, te vinden was. Hij bestudeerde niet al
leen de n<>g bestaande soorten, maar ver
diep zich in de geschiedenis der reeds lang
verloren gegane vormenl
Om de hiervoor noodige litteratuur te kun-
oen raadplegen, legde hij een bibliotheek
aan, die weldra een groote vermaardheid
verwierf in binnen- en buitenland. Kosten
noch moeiten werden gespaard om deze
boekerij in bepaalde onderdeelen zoo volle
dig mogelijk te doen zijn, en rijk was zij aan
zeldzame en kostbare oude werken.
Wat de plantenverzamelingen betreft, was
daar natuurlijk in de eerste plaats de
bloembollen kraam, waarvan de Hyacinthen-
verzameling door groote uitgebreidheid uit
muntte, Tal van de oude, zwaargevulde
soorten, die de, roem waren geweest der 18e
eeuw. werden opzettelijk door Krelage aan
gehouden,. ofschoon zij voor den handel
reeds toen nauwelijks meer van belang wa
ren. Maar behalve de uitgebreide eigenlijke
bollenkraam, waren er groote collecties
Cactaeën, die vóór 1860 evenzeer in de mo
de waren als nu wederom in de laatste jaren.
Een tijdlang koesterde hij plannen om zijn
zaak het karakter te geven van een alge
meene tuinbouwinrichting; in dat tijdvak
kweekte hij tal van Coniferen. Ook nam hij
vele cultuurproeven met aardappelen, waar
van hij op een zeker oogenblik stellig het
meest volledige soortenmateriaal bezat.
Aardbeziën waren eveneens een bijzondere
specialiteit van hel huis, gedurende tal van
jaren, en uitstekend geredigeerde catalogi gaf
Krelage er periodiek van uit.
In een latere periode waren het de Lelies,
die zijn bijzondere belangstelling trokken,
en omstreeks 1876 bezat hij daarvan onge
twijfeld een der volledigste verzamelingen.
Hij schreef tal van artikelen van botanisch-
tuinbouwkundig karakter over dit planten
geslacht. waarover hij reeds in zijn jeugd een
lezing gehouden had, in zijn Tuinbouw-Iilus-
tratie, en gaf ze ook in Jiet Fransch uit.
Een ander maal waren het de Gladiolus,
waarvan in zijn tuinbouwinrichting zooveel
verscheidenheden werden gekweekt, als
misschien nergens elders.
Dat de Chineesche Pioenrozen zijn voor
belde hadden, kan ook het tegenwoordig
geslacht nog bekend zijn. omdat de door
Krelage aangelegde collectie ook nog vele
jaren na zijn dood. aangevuld en vermeer
derd, is in stand gebleven.
AI de zooeven genoemde culturen, van hoe
uiteenloo^aenden aard ook, waren ook bil an
deren te vinden, zij het ook niet alle bijeen,
en ofschoon zij zeker karakteristiek waren
voor Krelage's inzicht, is, de herinnering
daaraan, voor zoover het zijne kweekerij
betreft, reeds lang verbleekt. Maar ten aan
zien van één, nog niet door mij genoemd
artikel geldt dit niet, integeddeel, zijn naam
zal daaraan lot in een verre toekomst ver
bonden zijn.
In 1885 werd Krelage van bevriende zijde
opmerkzaam gemaakt op den aanstaanden
verkoop van de laatste overgeblevene der
zoogenaamde liefhebbersverzamelingen van
late tulpen, in het Noorden van Frankrijk,
waar zij haren bloeitijd hadden gehad in het
laatst der 18e en de eerste helft der 19e
eeow.
Deze verzamelingen bestonden uitsluitend
uit late Tulpen van de groepen der Roses"
en „Violettes" of Bijbloemeh, met roze of
violet gestreepte bloemen op witten grond,
terwijl de bruin met geel geteekende „Bizar#
den in deze collecties ontbraken.
Krelage,'die dat jaar als jurylid op de pe
riodieke voorjaarstentoonstelling der Socié-
lé nationale d'Horticulture de France te Pa
rijs was opgetreden en daar geheel onvoor
bereid, bij ontstentenis van den aangewezen
voorzitter, het jaariijksche tuinbouwcongres
had gepresideerd, maakte van die reis ge
bruik om de Tulpencollectie, die een bekend
historisch verleden had, te gaan bezichtigen.
Als eigenaar van een reeds zeer uitgebrei
de collectie Hollandsche fijne tulpen, lachte
hem de vermeerdering met de Fransche ver
zameling wel toe, maar toch werd hij bij zijn
bezoek het meest getroffen door de opval
lende vurige en in de Hollandsche verzame
lingen onbekende tinten der „éénklcuren",
waaruit de „fijne" verscheidenheden der col
lectie waren verloopen. Deze „éénkleuren''
hadden een van de Hollandsche afwijkende,
meer hoekige vorm, en waren door de op
eenvolgende eigenaren der collectie uit zaad
gewonnen uit met zorg gekozen verscheiden
heden.
Krelage heeft op dat oogenblik onmiddel
lijk beseft, dat deze „éénkleuren", die daar
in' Frankrijk uitsluitend moesten diepen om
in „fijne" Fransche tulpen te verloopen, een
schitterend materiaal voor tuinbeplanting
konden zijn, en een nieuw element in» de tul
penteelt zouden kunnen worden. Hij kocht
de geheele verzameling, die in de daar
voor bestemde lokettenkast van den vori-
gen eigenaar, met de in den bloeitijd over de
bloemen te plaatsen tent, in den herfst van
1885 te Haarlem aankwam.
Er waren bonderden verscheidenheden,
van elke echter slechts één of enkele weini
ge bollen, en dit gold zoowel de eigenlijke
collectie „fijne' tulpen, als de daarbij be-
hoorende „éénklcuren". Zorgvuldig werd al
les in Krelage's tuin uitgepiant en gecon
troleerd. Ofschoon de „fijne" verscheiden
heden een welkome aanvulling waren van de
bestaande Hollandsche soorten-verzameling,
werd de gunstige indruk, die Krelage van de
„éénkleuren"' ontvangen had, onmiddellijk
bevestigd.
Al spoedig bleek, dat deze Tulpen zich
sneller dan de vroegbloeiende verscheiden
heden-vermeerderden, en derhalve binnen af-
zienbaren tijd een geschikt handelsartikel
zouden vormen. Krelage zag hiervan terstond
het belang in en besloot terecht, ze geheel
afgezonderd te houden van de bestaande
Hollandsche éénkleuren, die over 't alge
meen veel doffer en somberder van tint zijn,
en ook niet den eenigszins vierkanten vorm
der nieuw verworven tulpen hebben. Hij
meende daarom aan deze tulpen een alge-
meenen ras- of groepsnaam te moeten geven,
waardoor zij gemakkelijk van alle bestaande
zouden zijn te onderscheiden.
Uitgaande van de gedachte, dat deze tul-
„If my father had he-en alive, I am
sure he would willingly have consented
to y„ur proposal, and I think I may sa
fely answer for the other members of
the family who I am sure will feel plea
sed, as 1 do, at the spirit and manner in
which your propose to name your new
strain."
De keuze van den naam Darwintulpen
voor een ras, dat zijn weg nog vinden moest
in den handel, berustte derhalve op een wel
overwogen overtuiging en beginsel, maar
bleek in de eerste jaren, om redenen van
practischen en commercieelen aard, niet in
alle opzichten gelukkig. De leer van Darwin
was in 1889 nog eenigermate een strijdvraag,
en de onbillijke oordeelvellingen, die ook in
die dagen nog over dezen ernstig-religicuzen
natuurkundige verspreid waren, belemmer
den de algemeene populariteit van een aan
hem gewijde bloemsoort.
Bovendien werd dc keuze van den naam
in Engeland, althans aanvankelijk, slechts
matig gewaardeerd. Dc toenmalige redacteur
van The Garden, William Robinson, en de
bekende hortulanus van Dublin, wijlen de
heer F. W. Burbidge, beijverden zich om
telkens opnieuw te beweren, dat de Darwins
in geen enkel opzicht van de andere reeds
lang bekende moeder- of breedertulpen ver
schilden en dat er geen enkel motief was om
pen sinds ongeveer een eeuw door dezelfde
familie waren gekweekt, en het ras door de
opeenvolgende geslachten dier familie door
middel van zorgvuldige teeltkeuze geleide
lijk verbeterd was, zag Krelage in deze ver
zameling een toepassing van de theorieën
van Darwin door den practischen tuinbouw.
Hij verzocht daarom aan Darwin's zoon
Francis, professor te Cambridge, toeslemming
om den naam zijns vaders aan deze tulpen tc
verbinden, en deze antwoordde in zijn brief
van 13 April 1889 onder meer:
een nieuwen rasnaam in te voeren. Stelsel-'
matig werd rn den eersten tijd dc naam „Dar.
wilt -tulpen in dat tijdschrift vermeden of
geschrapt.
Onder onze Nederlandsche bloembollen-
firma's die toen nog niet 'de zoete winsten
voorzagen, die de Darwintulpen hun later in
den schoot ztouden werpen, waren er, die
onder dezen naam alle mogelijke minder
waardige kleimbloemige moeder- en cottage-
tulpen trachten op te ruimen, waardoor zij
in den beginne den goeden naam van het ar-
tikel ernstig hebben geschaad,
Krelage liet zich echter door dit alles niet
ontmoedigen. 'Onvermoeid nam hij alle be
langrijke binnen- en buitenlandsche tentoon
stellingen te baat, om zijn Darwintulpen be
kend le maken. De wereldtentoonstelling te
Parijs in 1889 had er de primeur van gehad,
en langzaam maar zeker begon vandaar een
triomftocht door alle landen, die-Krelage de
aanvankelijk ondervonden teleurstellingen
vergoedde.
Hij is echter niet meer getuige geweest
van den ongeëvenaarden invloed, dien de
Darwintulpen op de geheele tulpenteelt heb
ben geoefend. Hij heeft nimmer geweten, dat
William Copland, vermomd als „Sweet La-
vender de mooiste broeitulp voor Januari
zou worden, en heeft niet meer beleefd, dat
de Darwintulpen niet alleen alle andere late
tujpen meer op den voorgrond zouden doen
komen, maar ook zelfs de vroege tulpen in
menig opzicht zouden verdringen, zoo zelfs,
dat de bekende tuinbouwkundige schrijyer
Rev. Jacob reeds in 1912 meende te -moeten
voorspellen, dat zij d e tulpen zouden zijn
van de 20e eeuw.
Evenmin heeft Krelage kunnen vermoeden,
dat de kruising van de Darwintulpen met
andere late tulpen tot zulke schitteende uit
komsten zou leiden als Albino, Themis, Car
rara, D'^0' Argo, Alcmenc, Leda, en dat uil
dc kruising met dc Due van Tol-verscheiden-
heden de veelbelovende Mendcltulpcn
zquden ontstaan.
Ziedaar een herinnering aan den grooten
stichter v an. Bloembollencultuur.
Wij willen vandaag ook nog anderén over
de verdiensten van de familie Krelage over
de Bloembollencultuur laten getuigen en
vonden daarvoor een alleszins bevoegd man
bereid in den persoon van den heer W. v. d.
Laan, te Voorhout, lid van het hoofd
bestuur van Hollandsch Bloembollenkwee
kers Genootschap, die ons de volgende bij
drage zond:
Het bloembollenvak heelt groote verplich
tingen aan de familie Krelage,. Een groot
aantal vakgenooten realiseert niet welke
bëteékenis het rusteloos werken en denken
van Krelage voor hen beteekent. Honderden
nieuwe 'soorten bolgewassen zijn door doel
bewuste kruisingen door Krelage gewonnen
en in den handel gebracht. Honderden gul
dens zijn er voor betaald, maar duizenden
zijn er door de kweekers aan verdiend. Het
is een onmogelijke taak onder cijfers tc
brengen hoeveel duizenden guldens er jaar
lijks ons land binnenloodsen door den, ver
koop van de bloembollen, die door Krelage
zijn gewonnen of in den handel gebracht.
Het is niet het énkele feit, dat er zooveel
geld verdiepd is en wordt, heden'ten dage
nog aan deze soorten, en dan hebben wij
bijzonder op het oog de Darwin tulpen, die
de laatste jaren 'zoó'n opgang maken, maar
dan hebben wij vooral op he.t oog de econo
mische beteekenis van het feit, dat juist de
door Krelage gewonnen soorten zoo gewaar
deerd worden over geheel de wereld. Geen
Hollandsche bollcnreiziger-gaat thans op
reis of in z'n catalogus staan vermeld en
aanbevolen de Darwintulpen, die een be
langrijk onderdeel vormen, voor velen een
hoofdzaak zijn vaq hun handel. Hoeveel ge-f
zinnen heeft het kweeken van deze soorten
brood gebracht? Hoeveel kweekers een
zoete winst bezorgd? Koevele zullen in dc
toekomst nog met dankbaarheid herdenken
den man, die deze rijke vruchtdragenden
bron van inkomsten aan deze streek gaf?
Niet alleen de Darwintulpen zijn het, die
door Krelage's zorgen de bollenstreek in
staat stelden om telkens door wat nieuws
aan te bieden het aantal koopers en ver
bruikers deden toenemen. De Mendeltulpen
staan aan den vooravond van het tijdperk,
dat ook zij hun opgang gaan ritaken. De le-
liebloemige tulpen, ook zij zullen gpiuigenis
afleggen van de doelbewuste kruising van
de verschillende rassen. De veie soorten
nieuwe Narcissen, die door Krelage zijn ge
wonnen zullen na verloop van jaren, als de 1
partijen grooter zijn, getuigenis afleggen van
de welgeslaagde kruisingen verricht in de
kweekerijeri van Krelage.
Het noemen van enkele gewassen en soor
ten zou aanleiding zijn tot het onnauwkeurig
worden. De honderden getuigschriften aan
nieuwigheden toegekend en bekroningen
toegekend op tentoonstellingen en keuringen
mogen als aanvullend bewijs strekken van
hetgeen hierboven is gezegd.
Als een unicum mag hier wel gememo
reerd worden, dat de verzameling medailles
van de firma Krelage zoo groot was, dat in
brekers deze, om meer dan de waarde aan
goud en zilver kostbare verzameling, mach
tig zagen le worden en daardoor de firma
ontstalen de symbolen van het onvermoeide
werken en ijveren voor het verbeteren van
plantenrassen.
Totdat de wereldoorlog in 1914 kwam
had de firma een uitgebreide clientèle over
hee! de wereld. De naam Krelage, bekend
in de bollenstreek zoowel als in de tuin-
bouwkringen in Nederland en ver daar
buiten, h.ad een vermaardheid, vooral onder
de bezitters van kostbare verzamelingen,
omdat zij wisten, daar hunne collecties te
kunnen aangevuld zien met zeldzame spe
cies. I
De wereldoorlog, die zoovele connecties
deed verloren gaan, was fataal voor dezen
handel. De verschepingsmogelijkheid werd
hoe langer hoe minder, terwijl uiteraard de
winst op de kleinere zendingen niet even
redig was aan de grootere moeite die er aan
besteed moest worden. Jaren van zorg
traden in, zorg voor de belangen van deze
eertijds welvarende streek. De jaren van
1914, die de clientèle vervreemde van den
handel, die de bezitters van kleine tuintjes
bewogen meer zorg te besteden aan' een
roode koolplant dan aan een kostbare
orchidee, die de bloementuinen herschiep in
groententuinen, die jaren van tegenspoed
waren fataal voor den particulieren handel
zoowel voor die van Krelage als van ieder
ander. De bollenstreek werd bedreigd met
een ramp, die fataal kon zijn. Zwartkijkers
voorspelden voorheen, dat er een tijd zou
komen, dat bollen-land, knollen-land zou
worden. Toen het gestremde verkeer, de
invoerverboden in verschillende landen, de
overal ingevoerde beperking van luxe,
funest dreigde te worden, toen wierp zich de
bollenstreek op de teejt van de fijnere
groenten en hield zich staande, zij het met
groote offers. Toen in die dagen was het
Krelage, die als bemiddelaar optrad, die ge
steund dóór andere voormannen het be
drijf inspireerde, dat bedoelde de zoozeer
geteisterde bollenstreek vooruit te helpen.
Dankbaar moeten herdacht worden de gun
stige bepalingen, toen onder «leiding van
Krelage voor de bollenkweekers ingevoerd.
Een bittere ontgoocheling moet hei ten
slotte geweest zijn voor den leider, dat het
werk niet bekroond mocht worden met een
goed einde door het niet nakomen van de
verplichtingen door de sterkste partij, die
te eener tijd geen consent voor uitvoer v ilde
geven en ten anderen tijd de consequenties
daarvan niet aanvaardde....
Krelage de oprichter van de Algemeene
Vereeniging voor Bloembollencultuur was
een hélder denker, hij begreep zijn tijd, hij
begreep de merischen waarmede hij omging
Met eerbied, mej achting, met liefde spraken
de vroegere vakgenooten over den ouden
heer Krelage.
Hij is van dc streek heen gegaan, maar
zijn werk leeft voort, zijn geest spreekt tot
de jongeren door zijn zoon, nu ook reeds in
de middelste periode van een menschenleef-
tijd gekomen.
Al dreigde wel eens een scheuring, al
heeft zich na de oprichting van de. Alge
meene Vereeniging voltrokken een sepera--
tie van exporteurs en kweekers, toch staat
het werk van Krelage nog fier en frank,
want het plan uitgestippeld door dcn'vader,
werd verder uitgewerkt door den zoon. Geen
commerciële of religieusc stroomingen
waren in staat de grondvesten van de-Alge
meene Vereeniging te ondermijnen. Het
vereischte'veel tact en doorzicht' om, waar
zoo velerlei richtingen in dc vereeniging
vertegenwoordigd zijn, en waar vroeger
macht tegenover recht streden in den bol-
lenhandel steeds de meeningen zóó te kun
nen vertolken, dat toch de Algemeene Ver
eeniging het gastvrije huis was voor elkeen.
Het Scheidsgerecht voor den Bloembollen-
handel. een instituut, dat door geen enkel
weldenkend handelaar of kweeker meer ge
mist kan worden, is onder de leiding van
Krelage geworden wat het is. Een toevlucht
voor onrechtvaardig behandelden een af
schrik voor den onrechtvaardige, een leer
school voor de jongeren een stuk be
schavingswerk, dat' siert geheel de streek.
De' bollenhandel onderling is gepolijst doof
het Scheidsgerecht. De hoekige kanten, die
dezen handel vroeger aankleefden, zijn afge
slepen. Oppositie is er geweest tegen het
instituut, dat burgerrecht heeft gekregen in
de streek. Het was Krelage, die wist te vin
den den weg die allen konden betreden.
Laat het zijn, dat zij schoorvoetend kwamen;
zij alien, die in oppositie waren, toch
kwamen zij! Men moet kennen die bollen
streek eq weten hoe vooral' in vroegere
dagen een gevoeligheid heerschte tusschen
exporteur en kweeker, die oorzaak werd dat
nauwlettend werd toegezien - dat de econo
misch sterkere exporteurs nooit meer dan
de helft vertegenwoordigden in het Hoofdbe
stuur van de Algemeene Vereeniging. Hef
was Krelage die er steeds voor zorgde, dat
de goede toon bewaard bleef. Het is niet
alles gegaan zonder strijd of hinder. De men
geling van personen van zoo velerlei rich
tingen, de belangenstrijd, die zich zoo spoe
dig overplant op de vakvereeniging, veroor
zaakte nu en dan een wonde, die. echter
genas, slechts een spoor van een lidteeken
overlatend.
Door al de jaren heen was bet Krelage
die leiding gaf aan dc vereeniging en zorgde
dat boven en behalve het behoud van den
samenhang der vereeniging in zich zelve er
ook krachtige actie ontplooide naar buiten.
Naar buiten is opgetreden door deelname
aan tentoonstellingen in het buitenland in
samenwerking met andere corporaties of
zelfstandig, naar buiten is opgetreden door
het uitloven van prijzen en het beschikbaar
stellen van medailles op buitenlandsche
keuringen, daardoor als het ware de buiten
landers dwingend om aan het buitenlandsche
artikel bijzondere aandacht te schenken. Er
is noodig diplomatie om de tegenstrijdige
belangen, die'de kweekers van andere con-
curreerende'artikelen hebben, tóch op hun
keuringen toe te laten, neen uit te noodigen
de bolgewassen, die de bollenstreek in die
landen',wil laten zien. Er is tactvol optreden
noodig geweest om de bollenstreek een
standing te geven in de maatschappij, in rc-
geeringskringen. Krelage was een bemidde
laar, Mie doelbewust optrad voor de bollen
streek in het bijzonder.
Krelage is nóg de bemiddelaar, die de aan-
dacht van geheel de beschaafde wereld weet
t'c concentreeren op de kleine vlek op de
landkaart aangeduid als Haarlem met zijn
bloembollen.
Haarlem, het wordt weer het middelpunt
van de belangstelling door de groote ten
toonstelling, waarvan de voorbereiding
adèmt het genie van den man, waaraan de
bollenstreek zooveel verschuldigd is. Als
straks de bladenzullen rondbazuinen, den
roem van deze tentoonstelling, als duizenden
bezoekers zich zulien verdringen om het
schoons te zien te Heemstede en de geheele
tentoonstelling zal blijken te zijn, grootsch
opgezette reclame voor het gebruik van deze
Hollandsche Flora's kinderen, dan zal dit
voor een niet gering deel te danken zijn aan
het organisatietalent van E. H. Krelage, die
waardig het voetspoor volgde van zijn
hoogeëerden vader J. H. Krelage.
Voorhout.
W. v, d. LAAN.