DE FAMILIE KRELAQEENDE BLOEMBOLLENCULTUUR. SS5 Hei Tentoonstellingsgebouw. Een hoekje van hel terrein aan den Noordkant. Een kiek van een gedeelte van het terrein, waar de tulpen hun eerste bladen bo ven den grond steken. Het typische molentje bij den entree der tentoonstelling, waaraan vele bezoekers een berinnering aan daace zeldzame bloemen-exposUle zullen behouden. De poort met «le -versiering van de Valkenbur g ers traat* als men naar Het tentoonMTLllngsteiTSlQ gaat. De naam ÏCrelage is nauw eerbonden aan de ontwikkeling van de Bloembollencultuur. Dit dateert al van jaren her. De heer J. H. Krelage, wiens honderdste geboortedag den Isten November 1924 onder zoo vele blijken van belangstelling werd herdacht was de op richter van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. Vanaf 1860 tot op he den is bijna steeds de leiding van deze ver eeniging in handen geweest van H. Krelage of zijn opvolger, den tegenwoordigen voor- aeniging in handen geweest van J. H. Krelage dat er eenige tijd tusschen is geweest, dat' de heer E. H. Krelage niet het voorzitter- schap bekleedde. Wat Jacób Heinrich Krelage voor de jloembollencultuur is geweest, heeft de heer irnst Krelage op 1 November 1924 nog eens n een merkwaardige rede bij de herdenking ran den honderdsten geboortedag van zijn rader, uiteengezet. Op een enkele passage uit die rede, welke 'iel genie van Jacob Krelage zoo juist ken- nerkt, willen wij vandaag nog eens de aan lacht vestigen. Gelijk het meer gaat met sterke karakters, too ging het ook met Jacob Krelage, hij had veinig zin in het vak, dat zijn vader hem »pdrong, te minder, waar hij na een verblijf ■an een paar jaar in Frankfort zijn lust naar vetenschappelijke studies sterk voelde op- even. De heer E. Krelage vertelt dan verder als rolgl: „Maar de zoon had te buigen en was zoo ••erstandig in te zien, dat hij niet beter kon loen dan „to make the best of it''. Hij meen- ie zich op den duur het best in zijn lot te turtnen schikken, door zich zelf een in zijn rak geheel eenige positie te scheppen, die ïem zou kunnen bevredigen en het meest jvereen kwam met zijn natuurlijken aanleg. En zoo is te verklaren, hoe juist de tegen- dn in zijn beroep J. H. Krelage gemaakt leeft tot een voorganger in zijn vak. Hij wilde op zijn zaak een persoonlijken stempel drukken, waardoor hij zich zou on- lerscbeiden, en een eigen repiutatie verwer ven Hij liet zich daarbij leiden door zijn vetenschappelijken zin en zijn methodische .vijz# van werken. Reeds in 1857 gaf hij de buitenwereld hier aan een merkwaardig bewijs. Ten einde de leerslachtigpeid te overwinnen, die de kort opeenvolgende sterfgevallen van zijn vader, ciin schoonmoeder en zijn vrouw in luttele aren tijds hadden achtergelaten, ontwierp hij iet plan voor een wintertuin, een complex ran serren en kassen, op voor die dagen zeer srootschen voet, dat jaren lang landgenoot en vreemdeling in verrukking heeft ge- bracht. Nadat de wintertuin in 1857 geopend was, kwam twee jaar later Koningin Sophie .oor een bezoek aan deze inrichting opzette- ijk uit Den Haag over. Veel later, in 1880, deed Krelage de 18de seuwsche pronkbakken van Hyacinthen her leven. waarin onder een tent een keur van verscheidenheden voor bezoekers werden ter bezichtiging gesteld. De afdeeling Overveen v. r Algemeene Vereeniging voor Bloembol lencultuur deed hetzelfde <»edurende één jiar. Krelage hield het ofschoon niet jaar lijks tot 1894 vol. De kroon op het werk zette toen het bezoek van de jeugdige Ko ningin Wilhelmina en.de Koningin Regentes aan de pronkbakken. die dat jaar aan den Zijiwcg onder Overveen waren geplant. Bijzondere waarde hechtte hij aan volledi- ge verzamelingen van bepaalde plantenge slachten, aan een juiste nomenclatuur. Wan- 1 neer hij zijn liefde aan een bepaald planten- geslacht verpand had, rustt* hij niet, vóór bij alles bijeengegaard en vergeleken had, wat daarvan, in welken uithoek der wereld ook, te vinden was. Hij bestudeerde niet al leen de n<>g bestaande soorten, maar ver diep zich in de geschiedenis der reeds lang verloren gegane vormenl Om de hiervoor noodige litteratuur te kun- oen raadplegen, legde hij een bibliotheek aan, die weldra een groote vermaardheid verwierf in binnen- en buitenland. Kosten noch moeiten werden gespaard om deze boekerij in bepaalde onderdeelen zoo volle dig mogelijk te doen zijn, en rijk was zij aan zeldzame en kostbare oude werken. Wat de plantenverzamelingen betreft, was daar natuurlijk in de eerste plaats de bloembollen kraam, waarvan de Hyacinthen- verzameling door groote uitgebreidheid uit muntte, Tal van de oude, zwaargevulde soorten, die de, roem waren geweest der 18e eeuw. werden opzettelijk door Krelage aan gehouden,. ofschoon zij voor den handel reeds toen nauwelijks meer van belang wa ren. Maar behalve de uitgebreide eigenlijke bollenkraam, waren er groote collecties Cactaeën, die vóór 1860 evenzeer in de mo de waren als nu wederom in de laatste jaren. Een tijdlang koesterde hij plannen om zijn zaak het karakter te geven van een alge meene tuinbouwinrichting; in dat tijdvak kweekte hij tal van Coniferen. Ook nam hij vele cultuurproeven met aardappelen, waar van hij op een zeker oogenblik stellig het meest volledige soortenmateriaal bezat. Aardbeziën waren eveneens een bijzondere specialiteit van hel huis, gedurende tal van jaren, en uitstekend geredigeerde catalogi gaf Krelage er periodiek van uit. In een latere periode waren het de Lelies, die zijn bijzondere belangstelling trokken, en omstreeks 1876 bezat hij daarvan onge twijfeld een der volledigste verzamelingen. Hij schreef tal van artikelen van botanisch- tuinbouwkundig karakter over dit planten geslacht. waarover hij reeds in zijn jeugd een lezing gehouden had, in zijn Tuinbouw-Iilus- tratie, en gaf ze ook in Jiet Fransch uit. Een ander maal waren het de Gladiolus, waarvan in zijn tuinbouwinrichting zooveel verscheidenheden werden gekweekt, als misschien nergens elders. Dat de Chineesche Pioenrozen zijn voor belde hadden, kan ook het tegenwoordig geslacht nog bekend zijn. omdat de door Krelage aangelegde collectie ook nog vele jaren na zijn dood. aangevuld en vermeer derd, is in stand gebleven. AI de zooeven genoemde culturen, van hoe uiteenloo^aenden aard ook, waren ook bil an deren te vinden, zij het ook niet alle bijeen, en ofschoon zij zeker karakteristiek waren voor Krelage's inzicht, is, de herinnering daaraan, voor zoover het zijne kweekerij betreft, reeds lang verbleekt. Maar ten aan zien van één, nog niet door mij genoemd artikel geldt dit niet, integeddeel, zijn naam zal daaraan lot in een verre toekomst ver bonden zijn. In 1885 werd Krelage van bevriende zijde opmerkzaam gemaakt op den aanstaanden verkoop van de laatste overgeblevene der zoogenaamde liefhebbersverzamelingen van late tulpen, in het Noorden van Frankrijk, waar zij haren bloeitijd hadden gehad in het laatst der 18e en de eerste helft der 19e eeow. Deze verzamelingen bestonden uitsluitend uit late Tulpen van de groepen der Roses" en „Violettes" of Bijbloemeh, met roze of violet gestreepte bloemen op witten grond, terwijl de bruin met geel geteekende „Bizar# den in deze collecties ontbraken. Krelage,'die dat jaar als jurylid op de pe riodieke voorjaarstentoonstelling der Socié- lé nationale d'Horticulture de France te Pa rijs was opgetreden en daar geheel onvoor bereid, bij ontstentenis van den aangewezen voorzitter, het jaariijksche tuinbouwcongres had gepresideerd, maakte van die reis ge bruik om de Tulpencollectie, die een bekend historisch verleden had, te gaan bezichtigen. Als eigenaar van een reeds zeer uitgebrei de collectie Hollandsche fijne tulpen, lachte hem de vermeerdering met de Fransche ver zameling wel toe, maar toch werd hij bij zijn bezoek het meest getroffen door de opval lende vurige en in de Hollandsche verzame lingen onbekende tinten der „éénklcuren", waaruit de „fijne" verscheidenheden der col lectie waren verloopen. Deze „éénkleuren'' hadden een van de Hollandsche afwijkende, meer hoekige vorm, en waren door de op eenvolgende eigenaren der collectie uit zaad gewonnen uit met zorg gekozen verscheiden heden. Krelage heeft op dat oogenblik onmiddel lijk beseft, dat deze „éénkleuren", die daar in' Frankrijk uitsluitend moesten diepen om in „fijne" Fransche tulpen te verloopen, een schitterend materiaal voor tuinbeplanting konden zijn, en een nieuw element in» de tul penteelt zouden kunnen worden. Hij kocht de geheele verzameling, die in de daar voor bestemde lokettenkast van den vori- gen eigenaar, met de in den bloeitijd over de bloemen te plaatsen tent, in den herfst van 1885 te Haarlem aankwam. Er waren bonderden verscheidenheden, van elke echter slechts één of enkele weini ge bollen, en dit gold zoowel de eigenlijke collectie „fijne' tulpen, als de daarbij be- hoorende „éénklcuren". Zorgvuldig werd al les in Krelage's tuin uitgepiant en gecon troleerd. Ofschoon de „fijne" verscheiden heden een welkome aanvulling waren van de bestaande Hollandsche soorten-verzameling, werd de gunstige indruk, die Krelage van de „éénkleuren"' ontvangen had, onmiddellijk bevestigd. Al spoedig bleek, dat deze Tulpen zich sneller dan de vroegbloeiende verscheiden heden-vermeerderden, en derhalve binnen af- zienbaren tijd een geschikt handelsartikel zouden vormen. Krelage zag hiervan terstond het belang in en besloot terecht, ze geheel afgezonderd te houden van de bestaande Hollandsche éénkleuren, die over 't alge meen veel doffer en somberder van tint zijn, en ook niet den eenigszins vierkanten vorm der nieuw verworven tulpen hebben. Hij meende daarom aan deze tulpen een alge- meenen ras- of groepsnaam te moeten geven, waardoor zij gemakkelijk van alle bestaande zouden zijn te onderscheiden. Uitgaande van de gedachte, dat deze tul- „If my father had he-en alive, I am sure he would willingly have consented to y„ur proposal, and I think I may sa fely answer for the other members of the family who I am sure will feel plea sed, as 1 do, at the spirit and manner in which your propose to name your new strain." De keuze van den naam Darwintulpen voor een ras, dat zijn weg nog vinden moest in den handel, berustte derhalve op een wel overwogen overtuiging en beginsel, maar bleek in de eerste jaren, om redenen van practischen en commercieelen aard, niet in alle opzichten gelukkig. De leer van Darwin was in 1889 nog eenigermate een strijdvraag, en de onbillijke oordeelvellingen, die ook in die dagen nog over dezen ernstig-religicuzen natuurkundige verspreid waren, belemmer den de algemeene populariteit van een aan hem gewijde bloemsoort. Bovendien werd dc keuze van den naam in Engeland, althans aanvankelijk, slechts matig gewaardeerd. Dc toenmalige redacteur van The Garden, William Robinson, en de bekende hortulanus van Dublin, wijlen de heer F. W. Burbidge, beijverden zich om telkens opnieuw te beweren, dat de Darwins in geen enkel opzicht van de andere reeds lang bekende moeder- of breedertulpen ver schilden en dat er geen enkel motief was om pen sinds ongeveer een eeuw door dezelfde familie waren gekweekt, en het ras door de opeenvolgende geslachten dier familie door middel van zorgvuldige teeltkeuze geleide lijk verbeterd was, zag Krelage in deze ver zameling een toepassing van de theorieën van Darwin door den practischen tuinbouw. Hij verzocht daarom aan Darwin's zoon Francis, professor te Cambridge, toeslemming om den naam zijns vaders aan deze tulpen tc verbinden, en deze antwoordde in zijn brief van 13 April 1889 onder meer: een nieuwen rasnaam in te voeren. Stelsel-' matig werd rn den eersten tijd dc naam „Dar. wilt -tulpen in dat tijdschrift vermeden of geschrapt. Onder onze Nederlandsche bloembollen- firma's die toen nog niet 'de zoete winsten voorzagen, die de Darwintulpen hun later in den schoot ztouden werpen, waren er, die onder dezen naam alle mogelijke minder waardige kleimbloemige moeder- en cottage- tulpen trachten op te ruimen, waardoor zij in den beginne den goeden naam van het ar- tikel ernstig hebben geschaad, Krelage liet zich echter door dit alles niet ontmoedigen. 'Onvermoeid nam hij alle be langrijke binnen- en buitenlandsche tentoon stellingen te baat, om zijn Darwintulpen be kend le maken. De wereldtentoonstelling te Parijs in 1889 had er de primeur van gehad, en langzaam maar zeker begon vandaar een triomftocht door alle landen, die-Krelage de aanvankelijk ondervonden teleurstellingen vergoedde. Hij is echter niet meer getuige geweest van den ongeëvenaarden invloed, dien de Darwintulpen op de geheele tulpenteelt heb ben geoefend. Hij heeft nimmer geweten, dat William Copland, vermomd als „Sweet La- vender de mooiste broeitulp voor Januari zou worden, en heeft niet meer beleefd, dat de Darwintulpen niet alleen alle andere late tujpen meer op den voorgrond zouden doen komen, maar ook zelfs de vroege tulpen in menig opzicht zouden verdringen, zoo zelfs, dat de bekende tuinbouwkundige schrijyer Rev. Jacob reeds in 1912 meende te -moeten voorspellen, dat zij d e tulpen zouden zijn van de 20e eeuw. Evenmin heeft Krelage kunnen vermoeden, dat de kruising van de Darwintulpen met andere late tulpen tot zulke schitteende uit komsten zou leiden als Albino, Themis, Car rara, D'^0' Argo, Alcmenc, Leda, en dat uil dc kruising met dc Due van Tol-verscheiden- heden de veelbelovende Mendcltulpcn zquden ontstaan. Ziedaar een herinnering aan den grooten stichter v an. Bloembollencultuur. Wij willen vandaag ook nog anderén over de verdiensten van de familie Krelage over de Bloembollencultuur laten getuigen en vonden daarvoor een alleszins bevoegd man bereid in den persoon van den heer W. v. d. Laan, te Voorhout, lid van het hoofd bestuur van Hollandsch Bloembollenkwee kers Genootschap, die ons de volgende bij drage zond: Het bloembollenvak heelt groote verplich tingen aan de familie Krelage,. Een groot aantal vakgenooten realiseert niet welke bëteékenis het rusteloos werken en denken van Krelage voor hen beteekent. Honderden nieuwe 'soorten bolgewassen zijn door doel bewuste kruisingen door Krelage gewonnen en in den handel gebracht. Honderden gul dens zijn er voor betaald, maar duizenden zijn er door de kweekers aan verdiend. Het is een onmogelijke taak onder cijfers tc brengen hoeveel duizenden guldens er jaar lijks ons land binnenloodsen door den, ver koop van de bloembollen, die door Krelage zijn gewonnen of in den handel gebracht. Het is niet het énkele feit, dat er zooveel geld verdiepd is en wordt, heden'ten dage nog aan deze soorten, en dan hebben wij bijzonder op het oog de Darwin tulpen, die de laatste jaren 'zoó'n opgang maken, maar dan hebben wij vooral op he.t oog de econo mische beteekenis van het feit, dat juist de door Krelage gewonnen soorten zoo gewaar deerd worden over geheel de wereld. Geen Hollandsche bollcnreiziger-gaat thans op reis of in z'n catalogus staan vermeld en aanbevolen de Darwintulpen, die een be langrijk onderdeel vormen, voor velen een hoofdzaak zijn vaq hun handel. Hoeveel ge-f zinnen heeft het kweeken van deze soorten brood gebracht? Hoeveel kweekers een zoete winst bezorgd? Koevele zullen in dc toekomst nog met dankbaarheid herdenken den man, die deze rijke vruchtdragenden bron van inkomsten aan deze streek gaf? Niet alleen de Darwintulpen zijn het, die door Krelage's zorgen de bollenstreek in staat stelden om telkens door wat nieuws aan te bieden het aantal koopers en ver bruikers deden toenemen. De Mendeltulpen staan aan den vooravond van het tijdperk, dat ook zij hun opgang gaan ritaken. De le- liebloemige tulpen, ook zij zullen gpiuigenis afleggen van de doelbewuste kruising van de verschillende rassen. De veie soorten nieuwe Narcissen, die door Krelage zijn ge wonnen zullen na verloop van jaren, als de 1 partijen grooter zijn, getuigenis afleggen van de welgeslaagde kruisingen verricht in de kweekerijeri van Krelage. Het noemen van enkele gewassen en soor ten zou aanleiding zijn tot het onnauwkeurig worden. De honderden getuigschriften aan nieuwigheden toegekend en bekroningen toegekend op tentoonstellingen en keuringen mogen als aanvullend bewijs strekken van hetgeen hierboven is gezegd. Als een unicum mag hier wel gememo reerd worden, dat de verzameling medailles van de firma Krelage zoo groot was, dat in brekers deze, om meer dan de waarde aan goud en zilver kostbare verzameling, mach tig zagen le worden en daardoor de firma ontstalen de symbolen van het onvermoeide werken en ijveren voor het verbeteren van plantenrassen. Totdat de wereldoorlog in 1914 kwam had de firma een uitgebreide clientèle over hee! de wereld. De naam Krelage, bekend in de bollenstreek zoowel als in de tuin- bouwkringen in Nederland en ver daar buiten, h.ad een vermaardheid, vooral onder de bezitters van kostbare verzamelingen, omdat zij wisten, daar hunne collecties te kunnen aangevuld zien met zeldzame spe cies. I De wereldoorlog, die zoovele connecties deed verloren gaan, was fataal voor dezen handel. De verschepingsmogelijkheid werd hoe langer hoe minder, terwijl uiteraard de winst op de kleinere zendingen niet even redig was aan de grootere moeite die er aan besteed moest worden. Jaren van zorg traden in, zorg voor de belangen van deze eertijds welvarende streek. De jaren van 1914, die de clientèle vervreemde van den handel, die de bezitters van kleine tuintjes bewogen meer zorg te besteden aan' een roode koolplant dan aan een kostbare orchidee, die de bloementuinen herschiep in groententuinen, die jaren van tegenspoed waren fataal voor den particulieren handel zoowel voor die van Krelage als van ieder ander. De bollenstreek werd bedreigd met een ramp, die fataal kon zijn. Zwartkijkers voorspelden voorheen, dat er een tijd zou komen, dat bollen-land, knollen-land zou worden. Toen het gestremde verkeer, de invoerverboden in verschillende landen, de overal ingevoerde beperking van luxe, funest dreigde te worden, toen wierp zich de bollenstreek op de teejt van de fijnere groenten en hield zich staande, zij het met groote offers. Toen in die dagen was het Krelage, die als bemiddelaar optrad, die ge steund dóór andere voormannen het be drijf inspireerde, dat bedoelde de zoozeer geteisterde bollenstreek vooruit te helpen. Dankbaar moeten herdacht worden de gun stige bepalingen, toen onder «leiding van Krelage voor de bollenkweekers ingevoerd. Een bittere ontgoocheling moet hei ten slotte geweest zijn voor den leider, dat het werk niet bekroond mocht worden met een goed einde door het niet nakomen van de verplichtingen door de sterkste partij, die te eener tijd geen consent voor uitvoer v ilde geven en ten anderen tijd de consequenties daarvan niet aanvaardde.... Krelage de oprichter van de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur was een hélder denker, hij begreep zijn tijd, hij begreep de merischen waarmede hij omging Met eerbied, mej achting, met liefde spraken de vroegere vakgenooten over den ouden heer Krelage. Hij is van dc streek heen gegaan, maar zijn werk leeft voort, zijn geest spreekt tot de jongeren door zijn zoon, nu ook reeds in de middelste periode van een menschenleef- tijd gekomen. Al dreigde wel eens een scheuring, al heeft zich na de oprichting van de. Alge meene Vereeniging voltrokken een sepera-- tie van exporteurs en kweekers, toch staat het werk van Krelage nog fier en frank, want het plan uitgestippeld door dcn'vader, werd verder uitgewerkt door den zoon. Geen commerciële of religieusc stroomingen waren in staat de grondvesten van de-Alge meene Vereeniging te ondermijnen. Het vereischte'veel tact en doorzicht' om, waar zoo velerlei richtingen in dc vereeniging vertegenwoordigd zijn, en waar vroeger macht tegenover recht streden in den bol- lenhandel steeds de meeningen zóó te kun nen vertolken, dat toch de Algemeene Ver eeniging het gastvrije huis was voor elkeen. Het Scheidsgerecht voor den Bloembollen- handel. een instituut, dat door geen enkel weldenkend handelaar of kweeker meer ge mist kan worden, is onder de leiding van Krelage geworden wat het is. Een toevlucht voor onrechtvaardig behandelden een af schrik voor den onrechtvaardige, een leer school voor de jongeren een stuk be schavingswerk, dat' siert geheel de streek. De' bollenhandel onderling is gepolijst doof het Scheidsgerecht. De hoekige kanten, die dezen handel vroeger aankleefden, zijn afge slepen. Oppositie is er geweest tegen het instituut, dat burgerrecht heeft gekregen in de streek. Het was Krelage, die wist te vin den den weg die allen konden betreden. Laat het zijn, dat zij schoorvoetend kwamen; zij alien, die in oppositie waren, toch kwamen zij! Men moet kennen die bollen streek eq weten hoe vooral' in vroegere dagen een gevoeligheid heerschte tusschen exporteur en kweeker, die oorzaak werd dat nauwlettend werd toegezien - dat de econo misch sterkere exporteurs nooit meer dan de helft vertegenwoordigden in het Hoofdbe stuur van de Algemeene Vereeniging. Hef was Krelage die er steeds voor zorgde, dat de goede toon bewaard bleef. Het is niet alles gegaan zonder strijd of hinder. De men geling van personen van zoo velerlei rich tingen, de belangenstrijd, die zich zoo spoe dig overplant op de vakvereeniging, veroor zaakte nu en dan een wonde, die. echter genas, slechts een spoor van een lidteeken overlatend. Door al de jaren heen was bet Krelage die leiding gaf aan dc vereeniging en zorgde dat boven en behalve het behoud van den samenhang der vereeniging in zich zelve er ook krachtige actie ontplooide naar buiten. Naar buiten is opgetreden door deelname aan tentoonstellingen in het buitenland in samenwerking met andere corporaties of zelfstandig, naar buiten is opgetreden door het uitloven van prijzen en het beschikbaar stellen van medailles op buitenlandsche keuringen, daardoor als het ware de buiten landers dwingend om aan het buitenlandsche artikel bijzondere aandacht te schenken. Er is noodig diplomatie om de tegenstrijdige belangen, die'de kweekers van andere con- curreerende'artikelen hebben, tóch op hun keuringen toe te laten, neen uit te noodigen de bolgewassen, die de bollenstreek in die landen',wil laten zien. Er is tactvol optreden noodig geweest om de bollenstreek een standing te geven in de maatschappij, in rc- geeringskringen. Krelage was een bemidde laar, Mie doelbewust optrad voor de bollen streek in het bijzonder. Krelage is nóg de bemiddelaar, die de aan- dacht van geheel de beschaafde wereld weet t'c concentreeren op de kleine vlek op de landkaart aangeduid als Haarlem met zijn bloembollen. Haarlem, het wordt weer het middelpunt van de belangstelling door de groote ten toonstelling, waarvan de voorbereiding adèmt het genie van den man, waaraan de bollenstreek zooveel verschuldigd is. Als straks de bladenzullen rondbazuinen, den roem van deze tentoonstelling, als duizenden bezoekers zich zulien verdringen om het schoons te zien te Heemstede en de geheele tentoonstelling zal blijken te zijn, grootsch opgezette reclame voor het gebruik van deze Hollandsche Flora's kinderen, dan zal dit voor een niet gering deel te danken zijn aan het organisatietalent van E. H. Krelage, die waardig het voetspoor volgde van zijn hoogeëerden vader J. H. Krelage. Voorhout. W. v, d. LAAN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 12