UTIt!*l
Uit de Pers.
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Woensdag 18 Maart 1925
Een onrecht in de Kieswet.
De stap van Prof. Veraart.
t In Fransche kringen heerscht groote voldoening omtrent de diploma
tieke besprekingen. Duitschland's standpunt inzake den Volkenbond.,
Het plan van Coolidge betreffende een nieuwe ontwapeningsconfe
ren tie.
Onder de Radio-berichten: De parlementaire fractie der Engeische Ar
beiderspartij voorstandster van het protocol. President Coolidge legt
z'ch in de quaestie van den te benoemen Attorney-general bij het votuir
van den Senaat neer.
Gem, buïtenl. berichten
Mededingen
van de R. K. Staatspartij.
FEUILLETON.
Wij lezen in „De Nederlander":
In het voorloopig verslag van de Tweede
Kamer omtrent het door de regeering inge
diende ontwerp tot wijziging van de Kies
wet, wordt de aandacht gevestigd op een
•onrechtvaardigheid, welke voortvloeit uit
onze Kieswet, de inderdaad ernstig is, en
op welker wegneming moet worden aange
drongen.
Eén der grieven tegen het vroeger-aan-
vaarde meerderheids-stelsel met district-in
deeling, bij de kamerverkiezing, was deze:
dat een kleine groep, die bijv. over het ge-
heele land 2 pCt. of zelfs 5 pCt. der kiezers
tot zich trok. en dus, naar evenredigheid,
recht had op twee of vijf zetels, toch, als
regel geen zetel verkreeg; want hare kiez»rs,
over het gansche land verspreid, stelden
haar niet in staat in één der 100 districten
de meerderheid te behalen.
Aan deze onrechtvaardigheid is door het
invoeren der evenredige vertegenwoordiging
een einde gemaakt. Al behaalt een partij
over het gansche land slechts juist 1 pCt.
van 't totaal stemmental, dan heeft zij voor
dat 1 pCt. haar vertegenwoordiger in de
Kamer.
Maar wat bepaalt tot heden de wet? Als
een.oartij over het gansche land niet eens
1 pCt. van het aantal stemmen op zich ver
enigt, doch slechts 0.75 pCt. dier stemmen,
dan kan voor die 0.75 pCt. der stemmen een
zetel worden verkregen. Dit is onrechtvaar
dig. Er zijn 100 Kamerleden; dus geeft
1 pCt. van het totaal stemmental recht op
één zetel; maar de partij, die minder dan
I pCt. der stemmen op /ich vereenigt, en
toch een zetel verkrijgt, ontvangt meer dan
haar toekomt. Dit is niet recht en moet ver
dwijnen.
Er is nog een tweede onrechtvaardigheid
Gesteld een partij verkrijgt 1.4 pCt. van het
totaal stemmental. Zij verkrijgt dan 1 zetel.
®aar het geluk kan haar dienen, datzij voor
het overschot van 0.4 pCt. nog een rest
zetel verwerft. Deze partij heeft gemiddeld
®en zetel voor 0.7 pCt. van het totaal-stem-
®ental.
Ook dit is niet toelaatbaar. Rdel moet
z'jn en blijven, dat voor elke 1 oCt. van het
totaal-stemmental 'n zetel verkregen wordt
«n niet voor 0.7 pCt. of 0.75 pCt. van dit
stemmental.
Nu zii erkend, dat absoluut vasthouden
aan 1 pCt. niet mogelijk is, omdat altiid een
aantal stemmen verloren gaat aan allerlei
avontuurlijke ^roepies buiten de geordende
Politieke partijen. Maar de wet moet dan
tenminste zoo dicht mogeliik bij de 1 pCt.
hlijven. Daarom iuichen wij ten zeerste toe
het voorstel, blijkbaar van verschillende zij
den der Kamer gedaan, dat althans zoo
wel bij eerste toekenning der zetels, als bij
toekenning van restzetels voor het ver
krijgen van een zetel noodig zal zün, dat hef
stemciifer der groep in totaal of gemiddeld.
Per toogekenden zetel, niet dale beneden
00 oCt. van het totaal steromental dj Q0
pCt vdn den kiesdoeler. Bij vasts'ell'ng
van zoodanige regeling zou eene onrecht
vaardigheid zijn weggenomen en zou, aan
groote en kleine oartijen, naar gelijken regel
recht worden gedaan.
Naar aanleiding van de mededeeling van
Prof Veraart aan het Ad"iseerend Colle
ge, dat hii alleen een Kamercandidatuur
voor Den Kaag zal aanvaarden, schrijft de
„Residentie' Me":
Dit bericht zal velen teleurgesteld heb
ben, want velen zijn er, die hem. graag in
de Kamer zouden zien. Niet alleen in den
Sngeren kring der Michaëlisten, maar ook
velen daarbuiten, die meenen dat 't na wat
er gebeurde, fair is, dat zeker de hoofdman
van het voormalig Verbond een zetel inde
Kamer krijgt. Trouwens de politiek rekent
wel veelal alleen met zich zelf, maar we
kennen toch ook nog wel politici, breed
genoeg van blik om te beseffén, dat man
nen van de structuur van prof. Veraart
ook al zijn ze het lang niet met hun denk
beelden eens in de Kamer thuis hooren.
Wat ze te veel en verkeerds mochten
hebben, wordt nergens beter dan juist in
de Tweede Kamer afgesneden en recht ge
zet.
Wel, als de zaak zóó staat, dan moet
mr. Veraart maar voor Den Haag naar de
Kamer, zal men misschien zeggen....
Zóó eenVoudig is de kwestie echter niet.
Het Adviseerend College heeft met vele
en velerlei factoren te maken en moet ge
heel vrij blijven in zijn bewegingen. Trou
wens, we zien ook niet goed, welke reden
er speciaal juist voor Den Haag zou zijn
om dezen professor af te vaardigen Hij
heeft hier zijn vrienden maar elders mis
schien nog meer. Hij had hier bij de can-
didaatstelling vele stemmen maar toch be
trekkelijk nog weinige en die stemming
was ook, naar men weet, niets zeggend
omdat ze niet bedoeld is om den voorrang
te bepalen maar alleen om candidaten aan
te wijzen. We meenen de Haagsche menta
liteit vrij goed te kennen en we gelooven
te kunnen beweren, dat als alle katholie
ke kiezers, of alleen maar de leden der
kiesvereeniging, zouden stemmen vóór of
tegen Veraart, deze zeker niet de meer
derheid achter zich zou kriigen. Er is dus
zéker geen reden om vooraf reeds te zeg
gen, dat juist de Haagsche zetel aan Prof.
Veraart moet worden toegewezen.
We meenen dus twee dingen te mogen
vaststellen: 1 Prof. Veraart komt éen Ka
merzetel toe; 2, er zijn geen redenen te
ontdekken, waarom hij speciaal den Haag-
schen Kath, zetel zou moeten hebben.
En een derde volgt daarop onmiddellijk:
we vreezen, dat het Adviseerend College
geen vrijheid kan vinden, zich in deze de
wet te laten voorschrijven? Het Advisee
rend College moet zóóveel plooien en
strijken, dat het mot afzonderlijke wen-
schen van allerlei candidaten in den regel
geen rekening zal kunnen houden.
En zoo zal er wellicht reden zijn het be
sluit van mr. Veraart te betreuren, als
straks blijken mocht, dat het College wel
een anderen, maar juist niet den Haag
schen zetel aan Prof. Veraart zou kunnen
verzekeren.
Welke motieven er aan zijn besluit ten
grondslag liggen? We weten het niet. Ze
ker zal hij er zijn reden wel voor hebben.
En dat zal dan wel een andere zijn dan
het voorbeeld van een ander vooraan
staand politicus, die onlangs ook te kennen
gaf, alleen in een bepaalden kieskring een
cadidatuur te willen. Die politicus had
tenminste nog het argument, dat hij vele
jaren reeds dien kieskring vertegenwoor
digd had, maar ook dan nog meenen wij
voor ons, dat hii geen goed voorbeeld gaf.
Een goed katholiek afgevaardigde gaat,
waar de Partij hem roept. Zóó hebben het
onze groote mannen steeds verstaan en
zoo verstond het b.v. oud-minister Kolk
man, die heel zijn leven een stuk van Gel
derland vertegenwoordigd had, die ook bij
de invoering der nieuwe kfeswijze graag
in Gelderland gebleven was maar dié toch
naar Den Haag kwam, toen ernstige belan
gen hem daar riepen.
Het Haagsche orgaan eindigt zijn be
schouwing met de hoop uit te spreken,
dat de stap door hem gezet, er een is op
den verkeerden weg en dat hij oog zal te-
rugkeeren en in vol vertrouwen op het
Adviseerend College zal afwachten, wat
dat zal beschikken
Dit lijkt inderdaad de eenige methode
om den zoo goed Ingezetten vrede, ten
einde toe te verzekeren.
De indruk der diploma
tieke besprekingen.
In Fransche kringen is men voldaan over
bet onderhoud van Herriot met Chamber
lain. Men acht het van belang, dat nog voor
dat in September de Assemblée bijeenkomt
een grondslag is gevonden voor de verzoe
ning der Ententelanden inzake de kwestie
der veiligheid. De beide ministers \yaren
te dien aanzien volkomen eensgezind en zij
onderzochten in denzelfden geest verschil
lende kwesties, welke met die der veilig
heid in rechtstreeksch verband staan, met
name die der oostgrens van centraal Europa.
Frankrijk is van oordeel, dat, indien ook
tnaar de geringste wijziging der Poolsche
grens zou worden voorgesteld. Polen moet
borden uitgenoodigd zijn styidpunt uiteen
te zetten, voordat de eenigerlei onderhande
ling wordt gehouden.
Frankrijk wenscht de toelating van
Duitschland tot den Volkenbond, op voor
waarde dat het zich verbindt alle verplich
tingen van het pact na te komen De toe
lating vormt een voorwaarde voor het slui
ten van een veiligheidspact. waaraan ook
Duitschland deelneemt.
Ten aanzien van de bezetting van Keulen,
het verband daarvan met de veiligheid en de
ontwapening van Duitschland, blijft Frank
rijk er bij, dat veiligheid en ontwapening
niet kunnen worden gescheiden. De Onder
handelingen die thans worden gevoerd, staan
niet toe dit te preciseeren.
In elk geval van de bijeenroeping eener
ontwapeningsconferentie door Coolidge zal
Frankrijk trouw blijven aan de te Genève
jjprdédigde stelling, dat veiligheid, arbitrage
en ontwapening een drieëenheid vormen.
Frankrijk wenscht vurig de ontwikkeling
van de procedöre der arbitrage, maar een
degelijke regime kan slechts daar worden in
gevoerd, waar de veiligheid verzekerd is.
Herriot en Benesj hadden een onderhoud
over dezelfdekwesties en waren het vol
maakt met elkaar eens
Na het langdurige onderhoud van Maandag
krijgt men niet den indruk, dat Herriot en
Chamberlain sinds het bezoek van laatstge
noemde op zijn heenreis veel verder gekomen
zijn. Dit blijkt wel het sterkste uit de mede
deeling dat de besprekingen langs diploma
tie ken weg zullen worden voortgezet en dat
er vooreerst geen sprake van een conferentie is
De uiting van Chamberlain bij het heen
gaan „de volgende maai zien we elkaar te
Londen", slaat dan ook wellicht op de nieu
we reis door den Franschen premier te onder
nemen om dichter tot elkaar te komen, al
vorens zich met de anderen ter bespreking
te vereenigen.
Het eenige punt waaromtrent beide regee
ringen het eens zijn, is de wensch Duitsch
land op normale wijze te zien toetreden tot
den Volkenbond, alvorens er van verdere
verdragen met het land sprake kan zijn.
Dat heeft Chamberlain gisteren uitdrukkelijk
bevestigd maar overigens blijft de moeilijk
heid even groot tusschen de Fransche re
geering, die de tegenwoordige Poolsche gren
zen evengoed waarborgen wil als de Fransche
en de Belgische en de Engeische regeering,
die eerst het Westelijke probleem regelen wil.
Teekenend voor een wellicht aanstaande
orienteering in Engelschen zin is echter, dat
hier thans wordt opgemerkt dat Duitsch
land als het eenmaal in den Volkenbond op
genomen is, steeds arbitrage kan vragen om
trent de grenzen van het Oosten, maar dat
daarvoor de goedkeuring van den geheelen
Raad van den Volkenbond noodig is.
De Fransche kardinalen.
Gisteren is in de Kamer de interpellatie-
aanvraag aan de orde geweest van den voor
zitter der radicaal-socialistische partij, aan
gaande het manifest der kardinalen. Men
verwacht, dat overeenkomstig den wensch
van Herriot het eerst Donderdag in behan
deling zal komen. De quaestie blijft veel
stof opwerpen vooral na de door de geeste
lijkheid uitgevaardigde schoolstaking van
gisteren in Elzas-Lotharingen, waaraan in
de groote steden weinig, maar op het platte
land bijna algemeen gehoor gegeven is.
Niettemin kan gezegd worden, dat door de
verklaringen van Kardinaal Dubois het de
bat veel van zijn scherpte verloren heeft,
al oordeelen de linksche bladen deze goed
praterij als niet zeer eerlijk zij houden vol,
dat de kardinalen toch maar hebben ver
klaard, dat de wet niet gehoorzaamd be
hoeft te worden.
Duitschland en de
Volkenbond.
De antwoord-nota van den Volkenbonds
raad inzake Duitschland's toetreden tot den
Bond heeft door haar rustige zakelijkheid in
Duitsche politieke kringen een niet onvrien
delijke ontvangst gevonden. Geconstateerd
wordt, dat de Raad thans voor het eerst in
officieelen vorm een verzoek tot Duitschland
richt om toe te treden. Men ziet in, dat een
en ander het gevolg is van een wijziging van
inzichten, die zich voltrokken heeft bij de
onderteekenaars van het vredesverdrag.
In het geval van sancties van den Bond
tegen Rusland* want tenslotte gaat het
alleen dddrom zou het geheel ontwapende
Duitschland in een moeilijke positie komen,
daar Duitschland eenvoudig tot operatie
basis zou worden voor het executieleger tegen
het Russische front de Duitsche spoorwegen
zouden geheel in handen van vreemde,
voor het grootste deel vijandelijke mogend
heden komen het verzwakte bedrijfsleven
van Duitschland zou een nieuwen en tot
dusver onbekenden druk ondervinden ge
heel Duitschland zou onder de heerschappij
van een vreemd leger staan. Houdt men zich
aan de nota, dan blijkt daaruit, dat men bij
den Volkenbond nog geen voldoende be
grip heeft voor de gevaren, die voor Duitsch
land's souvereiniteit uit een volkenbonds
executie zouden moeten voortvloeien De
Volkenbond kan er daarom niet op rekenen,
dat Duitschland, conform het verlangen
van Frankrijk, onvoorwaardelijk in den Vol
kenbond treedt en verder alles maai' zou
overlaten aan den gang van zaken.
Bij alle waardeering van de zakelijkheid
en de formeele tegemoetkomendheid, welke
spreken uit de nota van den Raad, zal de
rijksregeering zeer ernstig onderzoeken, be
sluit de correspondent, in hoever de inhoud-
daarvan aan de principieele bezwaren van
de regeering kan tegemoet komen. Tevens
kan zij het feit, niet zonder pieer onbespro
ken laten, dat Frankrijk het toetreden van
Duitschland tot den Bond tracht te koppe
len aan de quaesties van de veiligheid en de
ontruiming van de Keulsche zone, en daar
door dreigt nieuwe verwikkelingen en belem-
merihgen te doen ontstaan.
De presidentsverkiezing
in Duitschland.
Uit Berlijn wordt officieus gemeld, dat de
Völkischen de candidatuur van Jarres steu
nen en niet denken aan het stellen van een
eigen candidaat.
Italiaansche staking in de
metaalbedrijven.
Volgens een telegram uit Milaan hebben
de metaalbewerkers het werk bijna overal
hervat.
De moord op den Sirdar.
Van betrouwbare zijde wordt uit Knïro
gemeld, dat eenige verdachten, die aange
houden zijn in verband met den moord op
den Sirdar bekend hebben te hébben deel
genomen aan vroegere misdrijven, waaronder
de moord op Abd el Pasja Zek en Ismael Bey
Zoehei voor het bureau van het blad Siassa in
.November 1922. Ook wordt gemeld, dat er
een document gevonden is hetwelk de deel
neming bewijst van dr. Sjafik Mansoer aan
den moord op den ex-premier Boetros Pasja
Ghali in 1910. Mansoer, die thans in de ge
vangenis zit in verband met den aanslag op
den Sirdar, vertoont teekenen van verstands
verbijstering, doch de politie is van meening
dat hij simuleert.
De nieuwe ontwapenings
conferentie.
De „Daily Chronicle" meldt uit New York,
dat de kabelberichten bewijzen, dat het con
tinent en Londen Coolidge's plannen inzake
een ontwapeningsconferentie verkeerd be
grijpen. Coolidge wil de beperking der bewa
peningen niet tot de landmacht uitstrekken.
De quaestie der bewapening te land is
oorspronkelijk een Europeesche aangelegen
heid, waarmee Coolidge zich bij het samen
roepen eener conferentie niet zal bemoeien.
De laatste conferentie onthield zich er van
het aantal lichte kruisers, destroyers en onder
zeeërs te beperken. Deze leemte wil de nieu
we conferentie aanvullen.
Wanneer op Europeesche conferenties de
bewapening in de lucht eveneens tot voor
werp van beperkingen en regelingen zou
worden gemaakt, zou aan Amerika het be
trekken van de bewapening in de lucht in
de agenda der conferentie van Washington
des te wtlkorner zijn, daar deze Weden ten
dage een belangrijk dee! van de bewapening
terzee uitmaakt.
De „Daiiy Telegraph" r vari meening,
dat de conferentie tot meer mogendheden
zou worden uitgebreid dan in 1921. Vermoe
delijk zouden ook de Zuid-ftmerikaansche
staten worden uitgenoodigd evenals Duitsch
land, welk laatste land voornamelijk niet werd
uitgenoodigd, omdat het geen zeemogendheid
noch een mogendheid van het Verre Oosten
was-
Militair gesproken is het natuurlijk ook
thans nog zonder beteekenis, maar om diplo
matieke en politieke beweegredenen en we
gens de noodzakelijkheid van medewerking
van Duitschland aan iedere Europeesche
overeenkomst zal Duitschland wellicht ook
uitgenoodigd worden.
Er bestaat geen neiging om Rusland uit te
noodigen.
Britsche en Amerikaansche waarnemers
van Duitschland hebben den indruk, dat
geen Duitsche regeering voor de pacificatie
en verzoening van Europa beter geschikt is
dan die van Luther.
Senator King, de vader van de resolutie
waarbij Coolidge werd uitgenoodigd een ont
wapeningsconferentie bijeen te roepen van
alle naties, waarmee Amerika betrekkingen
onderhoudt, doet thans op Coolidge een be
roep om ook Rusland uit te noodigen, on
afhankelijk van de vraag der erkenning van
Rusland.
Washington wil eerst constateeren, of de
conferentie van den Volkenbond wordt op
gegeven. Voor het geval Frankrijk de con
ferentie te Washington wil bijwonen, zou
den de uitnoodigingen niet worden uitge
breid.
Herdenking der Commune.
De 54ste verjaardag van de Parijsche Com
mune is te New York en Chicago onder bloe
dige botsingen gevierd. Te New York had
den zich in de nabijheid van de kathedraal
op Madisch Square Garden 8000 demon
stranten verzameld, waaronder zeer veel jeu-
dige elementen. De Internationale werd ge-
Zongen in het Duitsch en in het Russisch.
Er werd gedemonstreerd tegen minister
Hughes wegens het riiet-erkennen van sov
jet-Rusland, welke onmiddellijke erkenning
in een resolutie werd geëischt.
De benoemingskwestie Warren.
Uit Washington woiat geseind, dat de
Senaat is verdaagd tot morgen, ten einde
Coolidge gelegenheid te geven een ander
voor te dragen voor de benoeming van „at
torney-general"
Een der senatoren verklaarde, dat de Se
naat zijn zitting zou- voortzetten totdat de
president zou hebben toegegeven.
HET BOEK VAN CLEMENCEAU.
Clemenceau heeft zijn boek, waaraan hij
drie en een half jaar geleden is begonnen, be
ëindigd. Het bestaat uit drie deeleri, en za!
eerst tien jaren na zijn dood gepubliceerd
Hogen worden.
Van den inhoud weet men weinig, alleen
dat de groote politieke gebeurtenissen waar
in Clemenceau zelf een rol heeft gespeeld,
daarin niet behandeld zijn. Het is eerder een
philosophisch werk, met het karakter va-.:
een biographie. Elk deel bevat 500 bladzij
den de titel van het boek is niet bekend.
EEN PROCES TEGEN EEN DUITSCH
JOURNALIST.
Blijkens mededeelingen van den Ober-
reïchsanwalt te Heidelberg is de instructie
welke was geopend tegen den journalist
Hans Thoma, die door den krijgsraad te Rij
mel wegens gewelddaden en moord met voor
bedachten rade tot levenslangen dwangar
beid was veroordeeld, gestaakt wegens het
ontbreken van elk aanknoopingspunt.
VERVALLEN GROOTHEID.
-Uit Boedapest wordt gemeld, dat daar tei
stede eenige dagen geleden door de politie
in een asyl een" oude man is ontdekt, die
prins Alexander von Hohenlohe-Oehringen
bleek te zijn. Hij was in 1924 van zijn vrouw
gescheiden en naar Hongarije vertrokken,
waar hij een tijdlang door zijn familie werd
ondersteund. Toen deze steun uitbleef was
hij aa lager wal geraakt, had een poos den
kost verdiend als knecht van een wasch-
vrouw en was ten slotte dakloos geworden.
TAALREGELING IN EUPEN.
Het Algemeen Vlaamsch Verbond heeft
tot de .regeering een schrijven gericht, in
verband met de taalregeling in de kantons
Eupen-Malmedy en St. Vith, Daarin-wordt
er cp gewezen, dat in de memorie van toe
lichting tot het wetsontwerpp betreffende
het statuut van de kantons Eupen-Malmedy
en St.-Vith, uit het oog verloren wordt, dat
het kanton Eupen vroeger deel uitmaakte
van het graafschap Limburg, waar de Neder-
landsche taai, de officieele taal was tot aan
het uitbreken van de Fransche revolutie.
Krachtens artikelen 96 tot 100 van be
doeld wetsontwerp kan het Fransch overal
in deze gebieden, binnen afzienbaren tijd
ie officieele taal worden.
Nergens in het wetsontwerp is er sprake
van de Nederlandsche taal, behalve in het
le lid van artikel 105, waarbij bepaald wordt
dat naast Fransch-Duitsche kennisgevingen,
ook nog een Nederlandsche tekst zullen mo
gen Vaan.
Voor de Vlamingen is het onduldbaar dat
dun taal in een oorspronkelijk Nederlandsch
taalgebied, ten opzichte van het F.ansch en
'iet Duitsch achter gesteld zal worden.
De brief eindigt met het vertrouwen uit te
preken, dat de gewenschte wijzigingen in
het ingediend wetsontwerp zuilen worden
aangebracht, die aan de Nederlandsche taal
het recht zullen laten wedervaren, dat haar
zoowel geschiedkundig als billijkheidshalve
toekomt.
EEN DOODE BIJ VERSTEK VEROOR
DEELD.
Onlangs veroordeelde de krijgsraad van
Srabant den Duitschen kolonel v. Bieber-
tein wegens vergrijpen, welke zijn regiment
in de omgeving van Brussel zou hebben ge
pleegd bij verstek tot 20 jaar tuchthuisstraf.
Van Duitsche zijde wordt opgemerkt, dat
le kolonel reeds in 1918 in Frankrijk is ge
sneuveld en daar is begraven.
BRAND IN ÖET PANTHEON.
Een draadloos bericht uit Rome meldt,
,at er in het Pantheon brand is uitgebroken;
ie sacristie is erg beschadigd de graven
niet.
EEN OPZIENBARENDE BESCHUL
DIGING.
In December overleed te Chicago de jonge
William McClintock, een wees, die millio-
aair was. Dit sterfgeval trok zeer de aan
dacht een anonieme brief bracht de politie
;r toe, het lijk te doen opgraven, doch er
werd niets verdachts ontdekt de autopsie
bevestigde, dat de dood veroorzaakt was
loor typhus. Thans is echter een nieuwe
e iding in de zaak gekomen. De voogd van
Jen overleden wees, William Shepherd, is
tantelij k aangehouden onder beschuldiging
zijn pupil typhusbacillen te hebben ingege
ven. De onmiddellijke aanleiding dezer ar
restatie was een aanklacht wegens het stelen
van drie busjes met typhusbacillen, tegen
den voogd ingediend door dr. Charles Fai-
-nan, eigenaar van de school voor bacterio
logie, bij wien Shepherd een cursus in bac
teriologie had geloopen. Daarbij had, vol
gens deri dokter, Shepherd een verdachte
belangstelling getoond voor de vraag van
het toedienen van typhuskiemen aan een
levend wezen, zonder dat er een spoor
ichterbleef van de wijze waarop het ge
beurd was.
De verloofde van den overleden McClin
tock, een juffrouw Isabelle Pope, speelt in
deze geheimzinnige geschiedenis eveneens
een rol. Zij was n.l. tijdens de ziekte van
haar aanstaande verre gehouden van diens
sponde en was vastbesloten met hem te trou
wen zoodra hij weer bij bewustzijn zou zijn.
Eindelijk dient nog vermeldt dat She
pherd op grond van het testament van Mc
Clintock van dezen een bezit ter waarde van
bijna twee en een half millioen in'Neder-
andsch geld erft.
Wegens het aannemer van eene candida
tuur van het lidmaatschap der Tweede Ka
mer, hebben een achttal leden van het Ad
viseerend College als zoodanig ontslag ge
nomen, en zijn vervangen als volgt:
de vier bondsbestuursledcn mr. Leesberg,
mr. Frans Teulings, prof. dr. Veraart en de
heer J. Vienings door hunne plaatsvervan
gers resp. S. Nijpels te Den Helder, F. G.
Caners, burgemeester te Ravenstein, mr. L.
Niemöller, advocaat te Den Haag en J.
Meijer, hoofd R.-K. school te Hansweert;
de vier afgevaardigden ad hoc L. Groen,
A, v. d. Kallen, A. J Schoemaker en prof
dr. Steger door respectievelijk de volgende
personen, daartoe uit voordrachten der be
trokken kringbesturen door het. Bondsbe-
stuur aangewezen: J. Valkering Thz., bloe
mist te Limmen, W. Hoefnagel, directeur
Handëlsraad A. B. T. 3„ Nijmegen, A. Oos-
termeijer, grossier te Hengelo en mr. Joh.
Hermans, substituut-officier van justitie en
lid van den gemeenteraad te Den Haag.
Van de 195 aangewezen personen hebben
27 geen verklaring ingezonden, 38 zonden
bericht geen candidatuur te' aanvaarden,
130 zonden de gewenschte verklaring in.
In alfabetische volgorde zijn het de vol
gende personen:
1. Mr. P J M Aalberse 's-Gravenhage.
2. G. Adriaansens, Walsoorden.
3. J. J. C. Ament, Roermond
4. A. C. v. Arendonk, Tilburg.
5. mr. J. Bakker, Nijmegen.
6. J. H. M. Balvers, Hillegom
7. Dr. J. T. J. ten Berge, Utrecht.
8. mr. B. Berger, Roermond (pl. v.)
9. Ch. L. v. d. Bilt, den Helder.
10. W. A. Blokker, Sittard.
11. J. C. H. P. Boertee, Leiden.
12. mr. E. Bolsius, Leiden.
13. mr. J. B. Bomans, Haarlem.
14. G. P. Bon, 's-Gravenhage.
15. ir. M. C. E. Bongaerts, 's-Gravenhage.
16. H. D. v. d. Borg, Uroningen.
17. H. Borghols, 's-Gravenhage (pl. v.)
18. S. C. C. Brons veld-Vitringa, Hoorn.*
19. W. A. Brouns-v. Besouw, 's-Hertogen
bosch.
20. H. E. v. d. Brule, Rotterdam.
21. J. Burger, Harencarspel (pl. v.)
22. G. Bulten, Voorhout.
23. A. C. F. Conijn, Doetinchem.
24. P. L. H. Cremers, Nuih.
25. dr. L. N. Deckers, 's-Gravenhage.
26. H. L. F. J. Deelen, Amsterdam.
27. B. M. Domsdorf, Nieuwkoop.
28. D. C. J. v. Dijk, Alkmaar (pl. v.)
29. J. B. van Dijk, Amsterdam.
30. A. J. G. Ellerbeck, Groenlo (pl. v.)
31. A. H. J. Engels, Leiden.
32. H. E. Everard, Heemstede,
33 ir. L. J. M. Feber, 's-Gravenhage.
34 mr. W. A. J. M Fick, Breda.
35 A. N. Fleskens, Geldrop.
36 ir. L. A. Fruijtier, Scheveningen.
3' J. H. A. L. von Frijtag Drabbe, Am
sterdam.
31 H. J. Ganzeboom, Schoten.
39 J. P. Gouverneur, Sassenheim.
40 J. H. M. v. d. Grinten. V'elp (Gld.)
41 J. Groen Az., Zuid-Scharwoude.
42 L. F. Guit, 's-Gravenhage.
43. P. J. J. Haazevoet, Amsterdam.
44. H. G M Hermans, 's-Gravjnhage.
45 J. D. E. v. d. Heuvel, Loon-op-Zand.
46 ir. A. C. A. Hoffman, Gouda
47 Chr. M. Jansen, Amsterdam.
4f ,nr, H. W. J. M. de Jong, Scheve
ringen.
4'. J. A. Jongerius, Maartensdijk.
5t r. A. J. L. Juten, Bergen-op-Zoom.
51 Alb. v. d. Kallen, Nijmegen (pl. v.)
51: j. W. Kampschoër, Monster.
53 d. Kemperink, Enter.
54 J. J. Klaarenbeek, Blaricum.
5t C. Knigge, Wilnis.
5: nr. G M. J. Kolfschoten, 's-Herto-
'cnbosch.
5. nr. dr. D. A. P. N. Kooien, Utrecht
5! Ir. L. G. Kortenhorst, Heemslede.
59 nr. G. C. J. D. Kropman, A'dam.
6C M. Krijgsman, 's-Hertogenbosch (pl. v.)
61 C. J. Kuiper, Utrecht.
62 J. M. J. H. Lambooij, 's-Gravenhage.
63 A. L. Laudy, Hilversum.
64 nr. A. J. M. Leesberg, Alkmaar.
65 A. M. Le Maire, Dordrecht.
66 nr. H. J. M. Loeff, Drunen (pl. v.)
67 A. J. Loerakker, Schoten.
68 1. H. Meertens, Margraten.
69 3. F. M. Mensing,, de Steeg (pl. v.)
70 I. P. F. Mentink, Vlissingen.
71 J. M. J. A. Meijer, Rotterdam.
72 J. W. H. M. Meijer, Arnhem.
73 A. B. Michielsen, Haarlem.
74 B. M. Minke, Avereerst (pl v.)
75 H. J. Moll, Breda.
76 ir. H. W. E. Moller, Tilburg.
77 W. Mooijman, 's-Gravenhage.
7f M. J. Mulders, Zutphen (pl. v.)
7' hr. mr. C. M. O. v. Nispen tot Se-
,'enaer, 's-Hertogenbosch (pl. v.)
hr mr. F J. M. van Nispen tot Se-
enaer, Delft.
I fr. H W. Nolens, 's-Gravenhage.
8. J. A. J. Nolet, Schiedam (pl v.)
86 ir. W. J. F. Nuyens, Boxmeer.
84 fh. M. Overmaat, Aardenburg.
85 F. J. Perquin, Rijswijk, Z.-H. (pl. v.)
8£ M. J. M. van Poll, Helmond.
87 C. M. Po#t, Delft.
88 P. J. A. v. d. Putt, Eindhoven.
89 R. B. A. N. de Quay, Ulvenhout.
9C -. H. vap Rooijen, Amsterdam.
91 nr. G. M. J. H. Russel, Amsterdam.
9.' J. Rutten, Wanssum, (L.)
9 ihr. mr. Ch. J. M. Ruijs de Beeren-
'irauck, 's-Gravenhage.
L Ruijter, Arnhem.
9 nr. dr. A. B. G. M. va» Rijckevorsel
s-Hertogenbosch.
9 I. van Rijzewijk, Tilburg.
9' VI. J. I. van de Sand, Arnhem.
91 hr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt,
;-Hertogenbosch.
9' Th. F. M. Schaepman, Rotterdam.
10 nr. J. R. H. van Schaik, 's-Graven-
:age.
10 nr. dr. J. W. Schneider, Hengelo.
IK A. J. Schoemaker, Deventer (pl. v.)
101 M. H. Schoonbrood, Maastricht.
10 V. C. Snel, Medemblik.
10.' H. J. 'Steenhoff, Baarn.
10 irof. dr. A. M. A. A. Steger, 's-Gra-
enhage.
10 I. A. A. Straman, Ouderamstel.
10 I. Stulemeijer, Bergen-op-Zoom.
10 G. Suring, Maarssen.
TB Ir. H. W. Takkenberg. Groningen.
11 nr. F. G. C. J. M. Teulings, 's-Herto-
jenbosch. (pl. v.)
11 I. W, Ch. C. Tucker, Diesen.
11; C. A. Valkenburg, Roosendaal.
11' F. Veelenturf, Hazerswoude.
11.' 3. Veltman, Alkmaar.
11' V. L. A. v. d. Ven, Teteringen.
11' irof. dr. J. A. Veraart, 's-Graven
hage.
11 J. W. Vienings, Goes (pl. v.)
11' M. Visser, Leeuwarden.
129 mr. A. E. baron van Voorst lot Voorst
Berg en Dal (Groesbeek).
12 L. F. J. M. baron van Voorst tot
Voorst, Twello (Voorst).
12 J. Vos Azn., "Roosendaal.
12 A. C. A. van Vuuren, 's-Graven-
kage.
12 F. J. L. M. van Waesberghe, Hulst
(pl- v.)
12.r mr. M. A. M. Waszink, Heerlen (pl. v.)
126 J. H. Waterborg, 's-Hertogenbosch.
127 H. F J. Weijers, Tilburg.
128 J. J. Wintermans, Eindhoven.
129. B. Th. de Wolf, Amsterdam.
130. mr._A. I. M. J. baron van Wijnbergen,
Utrecht.
(pl. v.) alleen als plaatsvervanger zich
beschikbaar gesteld
Het Adviseerend College vergadert Vrij
dag 20 Maart a.s. des avonds om 8 uur en
op Zaterdag 21 Maart a.s.
Het Bondsbestuur is ter bespreking van
eenige verkiezingszaken ter vergadering
opgeroepen op Vrijdag 20 Maart a.s., des
namiddags om 4 uur.
n-
19.
Toen Peggy de kamer verlaten had, klópte
haar hart onstui, ig, doch zij gevoelde over
hetgeen zij gedaan had geen spijt; zij had
gehandeld in en oogenblikkelijke opwei-
'Ing- Intusschen zag zij wel in, dat zij zich
schuldig had gemaakt aan iets zeer onge
woons, dat onder elk^ andere omstandigheid
ook als ongepast kon worden beschouwd.
-O vroe„ zich af. wat Max er van denken
z°u Zij vermoedde, dat haar moeder er over
ontstemd zou zijn, doch wel een of andere
^erontschuldigende verklaring zou weten te
mden; zij was er zeker van, dat haar vader
o® het geval zou lachen als om een grap,
s 'ets zonder eenirte ernstide bedoeling van
en kant van zijn Pet^^v W' t Hallander er
jn-n dachl. kon haa, bitter weinig schelen
vraag was wat zou Max er van denken?
Zou hij haar begrijpen?
hoe zou hii haar begrijpen? Hoe zou
geval opnemen?
rirv!'j begaf zich naar de kamer en sloot
-O" daar op Zij stelde zich zelve de vraag:
^at wenschte zij, dat Max zou denken?
wenschte zij, dat hij begrijpen zou, dat zij
hem beminde? Dit laatste wist zij voor zich
zelf met zekerheid. Maar zou Max het be
grijpen? Half hoopte, half vreesde zij het. Zij
was er over in de war. Misschien was zij in
haar verontwaardiging te ver gegaan en on
vrouwelijk opgetreden! Zou Max er mis
schien zóó over denken? Neen, wellicht, dat
de anderen er zóó over oordeelden, maar
Max zeker niet Hij kon haar niet zóó ver
keerd begrijpen! Maar wat zou hij dari wè!
denken? Na teen opgewonden discussie met
zich zelff kwam zij tot het besluit, dat zij
niet wenschte, dat Max haar handelwijze
beschouwde als een uiting van genegenheid
jegen/5 hem Indien hij het toch deed
enfin, dan kon zij er niets aan doen En
Peggy bloosde opnieuw, doch glimlachte
De storm, welke deze hartsaangelegenheid
in haar verwekte, deed Peggy bijna verge
ten welke een zonderlinge vraag zij aan
Max gesteld had, welk een buitengewone
taak zij aan hem had willen opdragen Als
zij er nu een oogenblik aan dacht, begon zij
zich er over bezwaard te gevoelen Haar
vader had haar er aan herinnerd, dat Max
zijn eiffen werk te doen had om zijn brood
te verdienen „Maar" vroeg zii zich ze ve
af „kan hij dit niet er bij doen? Dat zal hij
zeker kunnen! Ik verlang van hem niet het
onmogelijke Hij heeft natuurlijk zijn eigen
bezigheden!" En zij fluisterde zich zelf in
wendig toe dat zij zelf ook wel graag jour
nalist zou willen zijn, net als Max Intusschen
meende zij, dat het 't best zou wezen Max
duidelijk te maken, wat zij van hem ver
wachtte. Na een afwezigheid van ongeveer
twintig minuten keerde zij in den salon te
rug als een jonge dame, die volkomen mees
ter is van zich zelve. Haar vader en haa'
moeder, Max en Hollander waren nog in de
kamer; de jongelui hadden - de een met
meer en de ander met minder geduld ge
wacht om te zien of zij terug zou komen;
alle vier de aanwezigen hadden gepraa'
over verschillende énderwerpen, maar met
heel weinig belangstelling, want alle vier
hadden gedacht over Peggy.
„Ik vrees, dat ik daarstraks vrij dwaas
geweest ben, Max," zeide Peggy met een
innemend glimlachje.
„Ge kunt moeilijk van me verwachten,
dat ik er ook zóó-over denk, Peggy," ant
woordde Max, eveneens glimlachende. „Het
was" hij aarzelde, want hij zicht naar het
juiste woord
„Dwaas" zeide zij, tersluiks haar moeder
aanziende, die óók al vriendelijkjes glim
lachte als Om 'n stukje comedie
„Charmant." zeide hij, met 'n zacht lachje.
Er was irt de wijze, waarop hij dit woord
uitsprak en in zijn geheele manier yan doen
iets luchtigs, dat haar geruststelde; hij kon,
meende zij, nooit ddus gesproken hebben
op een toon, die zóó louter hoffelijkheid
deed veronderstellen indien zij hem had
doen gelooven, dat zij hem beminde En on-
middelliik daarop speet het haar weer dat
zij gerustgesteld was geworden vreemd
spel der gemoedsbewegingen! Zij keek hem
aan, hetgeen zij tot dusverre vermeden had,
en gevoelde nu weer niet langer, spijt. Want
rij bemerkte zeer goed, dat dit luchtige
lachje een diep gevoel had moeten verber
gen.
„Hij weet het nog niet," dacht zij bij zich
zelve; „maar ik weet het nu wel."
Zij keek echter snel weer een anderen
kant uit, vreezende zich door de uitdruk
king harer gelaatstrekken te verraden.
„Ik hen dwaas geweest," zeide zij luide,
„Ik heb aari Max gezegd," merkte me
vrouw Willoughby, tusschenbeide komende
"p „dat je geheel van streek waart tenge
volge van opwinding.'"
„Juist, dat is ook zoo," riep Peggy vroo-
'ijk „Dat was het eigenlijk. Ik wist wel, dat
Max dat zou begrijpen ik was inderdaad
geheel van streek.'
„Precies Peg," zei de kolonel, „en ik durf
wel zeggen," ging hij voort met den jovfalen
lach, dien hij altijd gereed had, ,dat Max er
nie! erg veel notitie van heeft genomen!"
„Zult ge doen, wat ge gezegd hebt, Max?"
vroeg Peggy .Zult ge inderdaad een poging
doen om de waarheid te ontdekken in deze
verschrikkelijke mobrdzaak?"
,Dat zal ik," zeide Max op een toon van
beslistheid,
„Je moet er natuurlijk ie werk niet ernstig
onder laten lijden dat begrijp je. nietwaar
Max?"
,,ïk zal er al mijn krachten aan wijden,
Peggy," antwoordde Max aanstonds „En ik
behoef er mijn werk in het geheel niet onder
te laten leiden, want het ligt feitelijk geheel
in mijn lijn, zooals onze Amerikaansche
vrienden zeggen, daar ik door mijn hoofdre
dacteur juist met de behandeling van deze
zaak belast ben."
„Dan is het goed," zeide Peggy, „en ge
zult ons alles laten weten', wat ge komt te
hooren of wat ge zelf ontdekt? ik stel
er zoo erg veel belang in!"
„Zeker zeker," zeide Max.
Het was laat in den avond geworden. Hol
lander stond op om afscheid te nemen; hij
was diep gekrenkt en ontsti md door het
geen was voorgevallen, doch hij bleef zich
zelf volkomen meester. Hij was niet van
plan zich gewonnen te geven, en onderdruk
te de ergernis en de woede, die in hem
brandden. Indien echter de haat hier onge
straft een doodslag had kunnen begaan, zou
Max Hamilton's leven slechts aan een zijden
draadje hebben gehangen. Nu wenschte Hol
lander Max eenvoudig wel te rusten met de
gewone burgerlijke beleefdheid, maar tege
lijkertijd peinsde hij reed's op een of ander
midel om doodelijke wraak te nemen.
Het was Peggy's gewoonte om mee le
gaan naar de vestibule, ten einde een ver-
trckk r.den bezoeker uit te laten, maar zij
deed dit nu niet met Hollander, een veron
achtzaming, die hii diep gevoelen nnoest. Hij
verkeerde dan ook in een sombere en bit
tere gemoedsstemming, toen hij het huis
verliet.
Niet lang nadat Hollander was vertrokken,
nam Max afscheid van kolonel en van me
vrouw Willoughby; Peggy scheen hem adieu
te willen zeggen in den salon, doch toen hij
op haar toetrad, terwijl zij daar nog steeds
bleef zitten, alsof zij niet van plan was hem,
volgens haar gewoonte, naar de vestibule
te vergezellen, teekende zich' op zijn gelaat
zulk een verbazing af, dat zij 1 an haar stoel
opstond en met hem den salon verliet.
„Me dunkt, dat Max de b' voorrechte is,"
zei de kolonel lachend tot zijn vrouw.
„Van avomj, ja," antwoordde mevrouw
Willoughby,. „maar morgen is de mdere bet
misschien. Ik voor mij hecht niet veel aan
het gebeuren van daarstraks."
„Dat is misschien ook juist gezien," zeide
haar echtgenoot.
Peggy gevoelde een zekere verlegenheid,
toen zij de bezoeker naar de vestibule had
geleid, doch liet er niets van blijken, en deze
verlegenheid verdween spoedig, toen Max
vlug en resoluut zijn halsdoek omsloeg, in
zijn overjas schoot en zijn handschoenen
aantrok.
„Je waart van avond gewoonweg schitte
rend, Peggy," zeide hij intusschen en zij
bloosde even Wat zou hij nog meer zeg
gen?
Maar Max gaf haar eenvoudig de hand en
wenschte haar goeden nacht, na haar eerst
nogmaals te hebben verzekerd, dat hij haar
omtrent al zijn pogingen en de resultaten ei
van in deze moordzaak trouw op de hoogte
zou houden.
Zoo ging de gulden gelegenheid voorbij.
(Wordt vervolgd.)