UTIt!*l Uit de Pers. Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Woensdag 18 Maart 1925 Een onrecht in de Kieswet. De stap van Prof. Veraart. t In Fransche kringen heerscht groote voldoening omtrent de diploma tieke besprekingen. Duitschland's standpunt inzake den Volkenbond., Het plan van Coolidge betreffende een nieuwe ontwapeningsconfe ren tie. Onder de Radio-berichten: De parlementaire fractie der Engeische Ar beiderspartij voorstandster van het protocol. President Coolidge legt z'ch in de quaestie van den te benoemen Attorney-general bij het votuir van den Senaat neer. Gem, buïtenl. berichten Mededingen van de R. K. Staatspartij. FEUILLETON. Wij lezen in „De Nederlander": In het voorloopig verslag van de Tweede Kamer omtrent het door de regeering inge diende ontwerp tot wijziging van de Kies wet, wordt de aandacht gevestigd op een •onrechtvaardigheid, welke voortvloeit uit onze Kieswet, de inderdaad ernstig is, en op welker wegneming moet worden aange drongen. Eén der grieven tegen het vroeger-aan- vaarde meerderheids-stelsel met district-in deeling, bij de kamerverkiezing, was deze: dat een kleine groep, die bijv. over het ge- heele land 2 pCt. of zelfs 5 pCt. der kiezers tot zich trok. en dus, naar evenredigheid, recht had op twee of vijf zetels, toch, als regel geen zetel verkreeg; want hare kiez»rs, over het gansche land verspreid, stelden haar niet in staat in één der 100 districten de meerderheid te behalen. Aan deze onrechtvaardigheid is door het invoeren der evenredige vertegenwoordiging een einde gemaakt. Al behaalt een partij over het gansche land slechts juist 1 pCt. van 't totaal stemmental, dan heeft zij voor dat 1 pCt. haar vertegenwoordiger in de Kamer. Maar wat bepaalt tot heden de wet? Als een.oartij over het gansche land niet eens 1 pCt. van het aantal stemmen op zich ver enigt, doch slechts 0.75 pCt. dier stemmen, dan kan voor die 0.75 pCt. der stemmen een zetel worden verkregen. Dit is onrechtvaar dig. Er zijn 100 Kamerleden; dus geeft 1 pCt. van het totaal stemmental recht op één zetel; maar de partij, die minder dan I pCt. der stemmen op /ich vereenigt, en toch een zetel verkrijgt, ontvangt meer dan haar toekomt. Dit is niet recht en moet ver dwijnen. Er is nog een tweede onrechtvaardigheid Gesteld een partij verkrijgt 1.4 pCt. van het totaal stemmental. Zij verkrijgt dan 1 zetel. ®aar het geluk kan haar dienen, datzij voor het overschot van 0.4 pCt. nog een rest zetel verwerft. Deze partij heeft gemiddeld ®en zetel voor 0.7 pCt. van het totaal-stem- ®ental. Ook dit is niet toelaatbaar. Rdel moet z'jn en blijven, dat voor elke 1 oCt. van het totaal-stemmental 'n zetel verkregen wordt «n niet voor 0.7 pCt. of 0.75 pCt. van dit stemmental. Nu zii erkend, dat absoluut vasthouden aan 1 pCt. niet mogelijk is, omdat altiid een aantal stemmen verloren gaat aan allerlei avontuurlijke ^roepies buiten de geordende Politieke partijen. Maar de wet moet dan tenminste zoo dicht mogeliik bij de 1 pCt. hlijven. Daarom iuichen wij ten zeerste toe het voorstel, blijkbaar van verschillende zij den der Kamer gedaan, dat althans zoo wel bij eerste toekenning der zetels, als bij toekenning van restzetels voor het ver krijgen van een zetel noodig zal zün, dat hef stemciifer der groep in totaal of gemiddeld. Per toogekenden zetel, niet dale beneden 00 oCt. van het totaal steromental dj Q0 pCt vdn den kiesdoeler. Bij vasts'ell'ng van zoodanige regeling zou eene onrecht vaardigheid zijn weggenomen en zou, aan groote en kleine oartijen, naar gelijken regel recht worden gedaan. Naar aanleiding van de mededeeling van Prof Veraart aan het Ad"iseerend Colle ge, dat hii alleen een Kamercandidatuur voor Den Kaag zal aanvaarden, schrijft de „Residentie' Me": Dit bericht zal velen teleurgesteld heb ben, want velen zijn er, die hem. graag in de Kamer zouden zien. Niet alleen in den Sngeren kring der Michaëlisten, maar ook velen daarbuiten, die meenen dat 't na wat er gebeurde, fair is, dat zeker de hoofdman van het voormalig Verbond een zetel inde Kamer krijgt. Trouwens de politiek rekent wel veelal alleen met zich zelf, maar we kennen toch ook nog wel politici, breed genoeg van blik om te beseffén, dat man nen van de structuur van prof. Veraart ook al zijn ze het lang niet met hun denk beelden eens in de Kamer thuis hooren. Wat ze te veel en verkeerds mochten hebben, wordt nergens beter dan juist in de Tweede Kamer afgesneden en recht ge zet. Wel, als de zaak zóó staat, dan moet mr. Veraart maar voor Den Haag naar de Kamer, zal men misschien zeggen.... Zóó eenVoudig is de kwestie echter niet. Het Adviseerend College heeft met vele en velerlei factoren te maken en moet ge heel vrij blijven in zijn bewegingen. Trou wens, we zien ook niet goed, welke reden er speciaal juist voor Den Haag zou zijn om dezen professor af te vaardigen Hij heeft hier zijn vrienden maar elders mis schien nog meer. Hij had hier bij de can- didaatstelling vele stemmen maar toch be trekkelijk nog weinige en die stemming was ook, naar men weet, niets zeggend omdat ze niet bedoeld is om den voorrang te bepalen maar alleen om candidaten aan te wijzen. We meenen de Haagsche menta liteit vrij goed te kennen en we gelooven te kunnen beweren, dat als alle katholie ke kiezers, of alleen maar de leden der kiesvereeniging, zouden stemmen vóór of tegen Veraart, deze zeker niet de meer derheid achter zich zou kriigen. Er is dus zéker geen reden om vooraf reeds te zeg gen, dat juist de Haagsche zetel aan Prof. Veraart moet worden toegewezen. We meenen dus twee dingen te mogen vaststellen: 1 Prof. Veraart komt éen Ka merzetel toe; 2, er zijn geen redenen te ontdekken, waarom hij speciaal den Haag- schen Kath, zetel zou moeten hebben. En een derde volgt daarop onmiddellijk: we vreezen, dat het Adviseerend College geen vrijheid kan vinden, zich in deze de wet te laten voorschrijven? Het Advisee rend College moet zóóveel plooien en strijken, dat het mot afzonderlijke wen- schen van allerlei candidaten in den regel geen rekening zal kunnen houden. En zoo zal er wellicht reden zijn het be sluit van mr. Veraart te betreuren, als straks blijken mocht, dat het College wel een anderen, maar juist niet den Haag schen zetel aan Prof. Veraart zou kunnen verzekeren. Welke motieven er aan zijn besluit ten grondslag liggen? We weten het niet. Ze ker zal hij er zijn reden wel voor hebben. En dat zal dan wel een andere zijn dan het voorbeeld van een ander vooraan staand politicus, die onlangs ook te kennen gaf, alleen in een bepaalden kieskring een cadidatuur te willen. Die politicus had tenminste nog het argument, dat hij vele jaren reeds dien kieskring vertegenwoor digd had, maar ook dan nog meenen wij voor ons, dat hii geen goed voorbeeld gaf. Een goed katholiek afgevaardigde gaat, waar de Partij hem roept. Zóó hebben het onze groote mannen steeds verstaan en zoo verstond het b.v. oud-minister Kolk man, die heel zijn leven een stuk van Gel derland vertegenwoordigd had, die ook bij de invoering der nieuwe kfeswijze graag in Gelderland gebleven was maar dié toch naar Den Haag kwam, toen ernstige belan gen hem daar riepen. Het Haagsche orgaan eindigt zijn be schouwing met de hoop uit te spreken, dat de stap door hem gezet, er een is op den verkeerden weg en dat hij oog zal te- rugkeeren en in vol vertrouwen op het Adviseerend College zal afwachten, wat dat zal beschikken Dit lijkt inderdaad de eenige methode om den zoo goed Ingezetten vrede, ten einde toe te verzekeren. De indruk der diploma tieke besprekingen. In Fransche kringen is men voldaan over bet onderhoud van Herriot met Chamber lain. Men acht het van belang, dat nog voor dat in September de Assemblée bijeenkomt een grondslag is gevonden voor de verzoe ning der Ententelanden inzake de kwestie der veiligheid. De beide ministers \yaren te dien aanzien volkomen eensgezind en zij onderzochten in denzelfden geest verschil lende kwesties, welke met die der veilig heid in rechtstreeksch verband staan, met name die der oostgrens van centraal Europa. Frankrijk is van oordeel, dat, indien ook tnaar de geringste wijziging der Poolsche grens zou worden voorgesteld. Polen moet borden uitgenoodigd zijn styidpunt uiteen te zetten, voordat de eenigerlei onderhande ling wordt gehouden. Frankrijk wenscht de toelating van Duitschland tot den Volkenbond, op voor waarde dat het zich verbindt alle verplich tingen van het pact na te komen De toe lating vormt een voorwaarde voor het slui ten van een veiligheidspact. waaraan ook Duitschland deelneemt. Ten aanzien van de bezetting van Keulen, het verband daarvan met de veiligheid en de ontwapening van Duitschland, blijft Frank rijk er bij, dat veiligheid en ontwapening niet kunnen worden gescheiden. De Onder handelingen die thans worden gevoerd, staan niet toe dit te preciseeren. In elk geval van de bijeenroeping eener ontwapeningsconferentie door Coolidge zal Frankrijk trouw blijven aan de te Genève jjprdédigde stelling, dat veiligheid, arbitrage en ontwapening een drieëenheid vormen. Frankrijk wenscht vurig de ontwikkeling van de procedöre der arbitrage, maar een degelijke regime kan slechts daar worden in gevoerd, waar de veiligheid verzekerd is. Herriot en Benesj hadden een onderhoud over dezelfdekwesties en waren het vol maakt met elkaar eens Na het langdurige onderhoud van Maandag krijgt men niet den indruk, dat Herriot en Chamberlain sinds het bezoek van laatstge noemde op zijn heenreis veel verder gekomen zijn. Dit blijkt wel het sterkste uit de mede deeling dat de besprekingen langs diploma tie ken weg zullen worden voortgezet en dat er vooreerst geen sprake van een conferentie is De uiting van Chamberlain bij het heen gaan „de volgende maai zien we elkaar te Londen", slaat dan ook wellicht op de nieu we reis door den Franschen premier te onder nemen om dichter tot elkaar te komen, al vorens zich met de anderen ter bespreking te vereenigen. Het eenige punt waaromtrent beide regee ringen het eens zijn, is de wensch Duitsch land op normale wijze te zien toetreden tot den Volkenbond, alvorens er van verdere verdragen met het land sprake kan zijn. Dat heeft Chamberlain gisteren uitdrukkelijk bevestigd maar overigens blijft de moeilijk heid even groot tusschen de Fransche re geering, die de tegenwoordige Poolsche gren zen evengoed waarborgen wil als de Fransche en de Belgische en de Engeische regeering, die eerst het Westelijke probleem regelen wil. Teekenend voor een wellicht aanstaande orienteering in Engelschen zin is echter, dat hier thans wordt opgemerkt dat Duitsch land als het eenmaal in den Volkenbond op genomen is, steeds arbitrage kan vragen om trent de grenzen van het Oosten, maar dat daarvoor de goedkeuring van den geheelen Raad van den Volkenbond noodig is. De Fransche kardinalen. Gisteren is in de Kamer de interpellatie- aanvraag aan de orde geweest van den voor zitter der radicaal-socialistische partij, aan gaande het manifest der kardinalen. Men verwacht, dat overeenkomstig den wensch van Herriot het eerst Donderdag in behan deling zal komen. De quaestie blijft veel stof opwerpen vooral na de door de geeste lijkheid uitgevaardigde schoolstaking van gisteren in Elzas-Lotharingen, waaraan in de groote steden weinig, maar op het platte land bijna algemeen gehoor gegeven is. Niettemin kan gezegd worden, dat door de verklaringen van Kardinaal Dubois het de bat veel van zijn scherpte verloren heeft, al oordeelen de linksche bladen deze goed praterij als niet zeer eerlijk zij houden vol, dat de kardinalen toch maar hebben ver klaard, dat de wet niet gehoorzaamd be hoeft te worden. Duitschland en de Volkenbond. De antwoord-nota van den Volkenbonds raad inzake Duitschland's toetreden tot den Bond heeft door haar rustige zakelijkheid in Duitsche politieke kringen een niet onvrien delijke ontvangst gevonden. Geconstateerd wordt, dat de Raad thans voor het eerst in officieelen vorm een verzoek tot Duitschland richt om toe te treden. Men ziet in, dat een en ander het gevolg is van een wijziging van inzichten, die zich voltrokken heeft bij de onderteekenaars van het vredesverdrag. In het geval van sancties van den Bond tegen Rusland* want tenslotte gaat het alleen dddrom zou het geheel ontwapende Duitschland in een moeilijke positie komen, daar Duitschland eenvoudig tot operatie basis zou worden voor het executieleger tegen het Russische front de Duitsche spoorwegen zouden geheel in handen van vreemde, voor het grootste deel vijandelijke mogend heden komen het verzwakte bedrijfsleven van Duitschland zou een nieuwen en tot dusver onbekenden druk ondervinden ge heel Duitschland zou onder de heerschappij van een vreemd leger staan. Houdt men zich aan de nota, dan blijkt daaruit, dat men bij den Volkenbond nog geen voldoende be grip heeft voor de gevaren, die voor Duitsch land's souvereiniteit uit een volkenbonds executie zouden moeten voortvloeien De Volkenbond kan er daarom niet op rekenen, dat Duitschland, conform het verlangen van Frankrijk, onvoorwaardelijk in den Vol kenbond treedt en verder alles maai' zou overlaten aan den gang van zaken. Bij alle waardeering van de zakelijkheid en de formeele tegemoetkomendheid, welke spreken uit de nota van den Raad, zal de rijksregeering zeer ernstig onderzoeken, be sluit de correspondent, in hoever de inhoud- daarvan aan de principieele bezwaren van de regeering kan tegemoet komen. Tevens kan zij het feit, niet zonder pieer onbespro ken laten, dat Frankrijk het toetreden van Duitschland tot den Bond tracht te koppe len aan de quaesties van de veiligheid en de ontruiming van de Keulsche zone, en daar door dreigt nieuwe verwikkelingen en belem- merihgen te doen ontstaan. De presidentsverkiezing in Duitschland. Uit Berlijn wordt officieus gemeld, dat de Völkischen de candidatuur van Jarres steu nen en niet denken aan het stellen van een eigen candidaat. Italiaansche staking in de metaalbedrijven. Volgens een telegram uit Milaan hebben de metaalbewerkers het werk bijna overal hervat. De moord op den Sirdar. Van betrouwbare zijde wordt uit Knïro gemeld, dat eenige verdachten, die aange houden zijn in verband met den moord op den Sirdar bekend hebben te hébben deel genomen aan vroegere misdrijven, waaronder de moord op Abd el Pasja Zek en Ismael Bey Zoehei voor het bureau van het blad Siassa in .November 1922. Ook wordt gemeld, dat er een document gevonden is hetwelk de deel neming bewijst van dr. Sjafik Mansoer aan den moord op den ex-premier Boetros Pasja Ghali in 1910. Mansoer, die thans in de ge vangenis zit in verband met den aanslag op den Sirdar, vertoont teekenen van verstands verbijstering, doch de politie is van meening dat hij simuleert. De nieuwe ontwapenings conferentie. De „Daily Chronicle" meldt uit New York, dat de kabelberichten bewijzen, dat het con tinent en Londen Coolidge's plannen inzake een ontwapeningsconferentie verkeerd be grijpen. Coolidge wil de beperking der bewa peningen niet tot de landmacht uitstrekken. De quaestie der bewapening te land is oorspronkelijk een Europeesche aangelegen heid, waarmee Coolidge zich bij het samen roepen eener conferentie niet zal bemoeien. De laatste conferentie onthield zich er van het aantal lichte kruisers, destroyers en onder zeeërs te beperken. Deze leemte wil de nieu we conferentie aanvullen. Wanneer op Europeesche conferenties de bewapening in de lucht eveneens tot voor werp van beperkingen en regelingen zou worden gemaakt, zou aan Amerika het be trekken van de bewapening in de lucht in de agenda der conferentie van Washington des te wtlkorner zijn, daar deze Weden ten dage een belangrijk dee! van de bewapening terzee uitmaakt. De „Daiiy Telegraph" r vari meening, dat de conferentie tot meer mogendheden zou worden uitgebreid dan in 1921. Vermoe delijk zouden ook de Zuid-ftmerikaansche staten worden uitgenoodigd evenals Duitsch land, welk laatste land voornamelijk niet werd uitgenoodigd, omdat het geen zeemogendheid noch een mogendheid van het Verre Oosten was- Militair gesproken is het natuurlijk ook thans nog zonder beteekenis, maar om diplo matieke en politieke beweegredenen en we gens de noodzakelijkheid van medewerking van Duitschland aan iedere Europeesche overeenkomst zal Duitschland wellicht ook uitgenoodigd worden. Er bestaat geen neiging om Rusland uit te noodigen. Britsche en Amerikaansche waarnemers van Duitschland hebben den indruk, dat geen Duitsche regeering voor de pacificatie en verzoening van Europa beter geschikt is dan die van Luther. Senator King, de vader van de resolutie waarbij Coolidge werd uitgenoodigd een ont wapeningsconferentie bijeen te roepen van alle naties, waarmee Amerika betrekkingen onderhoudt, doet thans op Coolidge een be roep om ook Rusland uit te noodigen, on afhankelijk van de vraag der erkenning van Rusland. Washington wil eerst constateeren, of de conferentie van den Volkenbond wordt op gegeven. Voor het geval Frankrijk de con ferentie te Washington wil bijwonen, zou den de uitnoodigingen niet worden uitge breid. Herdenking der Commune. De 54ste verjaardag van de Parijsche Com mune is te New York en Chicago onder bloe dige botsingen gevierd. Te New York had den zich in de nabijheid van de kathedraal op Madisch Square Garden 8000 demon stranten verzameld, waaronder zeer veel jeu- dige elementen. De Internationale werd ge- Zongen in het Duitsch en in het Russisch. Er werd gedemonstreerd tegen minister Hughes wegens het riiet-erkennen van sov jet-Rusland, welke onmiddellijke erkenning in een resolutie werd geëischt. De benoemingskwestie Warren. Uit Washington woiat geseind, dat de Senaat is verdaagd tot morgen, ten einde Coolidge gelegenheid te geven een ander voor te dragen voor de benoeming van „at torney-general" Een der senatoren verklaarde, dat de Se naat zijn zitting zou- voortzetten totdat de president zou hebben toegegeven. HET BOEK VAN CLEMENCEAU. Clemenceau heeft zijn boek, waaraan hij drie en een half jaar geleden is begonnen, be ëindigd. Het bestaat uit drie deeleri, en za! eerst tien jaren na zijn dood gepubliceerd Hogen worden. Van den inhoud weet men weinig, alleen dat de groote politieke gebeurtenissen waar in Clemenceau zelf een rol heeft gespeeld, daarin niet behandeld zijn. Het is eerder een philosophisch werk, met het karakter va-.: een biographie. Elk deel bevat 500 bladzij den de titel van het boek is niet bekend. EEN PROCES TEGEN EEN DUITSCH JOURNALIST. Blijkens mededeelingen van den Ober- reïchsanwalt te Heidelberg is de instructie welke was geopend tegen den journalist Hans Thoma, die door den krijgsraad te Rij mel wegens gewelddaden en moord met voor bedachten rade tot levenslangen dwangar beid was veroordeeld, gestaakt wegens het ontbreken van elk aanknoopingspunt. VERVALLEN GROOTHEID. -Uit Boedapest wordt gemeld, dat daar tei stede eenige dagen geleden door de politie in een asyl een" oude man is ontdekt, die prins Alexander von Hohenlohe-Oehringen bleek te zijn. Hij was in 1924 van zijn vrouw gescheiden en naar Hongarije vertrokken, waar hij een tijdlang door zijn familie werd ondersteund. Toen deze steun uitbleef was hij aa lager wal geraakt, had een poos den kost verdiend als knecht van een wasch- vrouw en was ten slotte dakloos geworden. TAALREGELING IN EUPEN. Het Algemeen Vlaamsch Verbond heeft tot de .regeering een schrijven gericht, in verband met de taalregeling in de kantons Eupen-Malmedy en St. Vith, Daarin-wordt er cp gewezen, dat in de memorie van toe lichting tot het wetsontwerpp betreffende het statuut van de kantons Eupen-Malmedy en St.-Vith, uit het oog verloren wordt, dat het kanton Eupen vroeger deel uitmaakte van het graafschap Limburg, waar de Neder- landsche taai, de officieele taal was tot aan het uitbreken van de Fransche revolutie. Krachtens artikelen 96 tot 100 van be doeld wetsontwerp kan het Fransch overal in deze gebieden, binnen afzienbaren tijd ie officieele taal worden. Nergens in het wetsontwerp is er sprake van de Nederlandsche taal, behalve in het le lid van artikel 105, waarbij bepaald wordt dat naast Fransch-Duitsche kennisgevingen, ook nog een Nederlandsche tekst zullen mo gen Vaan. Voor de Vlamingen is het onduldbaar dat dun taal in een oorspronkelijk Nederlandsch taalgebied, ten opzichte van het F.ansch en 'iet Duitsch achter gesteld zal worden. De brief eindigt met het vertrouwen uit te preken, dat de gewenschte wijzigingen in het ingediend wetsontwerp zuilen worden aangebracht, die aan de Nederlandsche taal het recht zullen laten wedervaren, dat haar zoowel geschiedkundig als billijkheidshalve toekomt. EEN DOODE BIJ VERSTEK VEROOR DEELD. Onlangs veroordeelde de krijgsraad van Srabant den Duitschen kolonel v. Bieber- tein wegens vergrijpen, welke zijn regiment in de omgeving van Brussel zou hebben ge pleegd bij verstek tot 20 jaar tuchthuisstraf. Van Duitsche zijde wordt opgemerkt, dat le kolonel reeds in 1918 in Frankrijk is ge sneuveld en daar is begraven. BRAND IN ÖET PANTHEON. Een draadloos bericht uit Rome meldt, ,at er in het Pantheon brand is uitgebroken; ie sacristie is erg beschadigd de graven niet. EEN OPZIENBARENDE BESCHUL DIGING. In December overleed te Chicago de jonge William McClintock, een wees, die millio- aair was. Dit sterfgeval trok zeer de aan dacht een anonieme brief bracht de politie ;r toe, het lijk te doen opgraven, doch er werd niets verdachts ontdekt de autopsie bevestigde, dat de dood veroorzaakt was loor typhus. Thans is echter een nieuwe e iding in de zaak gekomen. De voogd van Jen overleden wees, William Shepherd, is tantelij k aangehouden onder beschuldiging zijn pupil typhusbacillen te hebben ingege ven. De onmiddellijke aanleiding dezer ar restatie was een aanklacht wegens het stelen van drie busjes met typhusbacillen, tegen den voogd ingediend door dr. Charles Fai- -nan, eigenaar van de school voor bacterio logie, bij wien Shepherd een cursus in bac teriologie had geloopen. Daarbij had, vol gens deri dokter, Shepherd een verdachte belangstelling getoond voor de vraag van het toedienen van typhuskiemen aan een levend wezen, zonder dat er een spoor ichterbleef van de wijze waarop het ge beurd was. De verloofde van den overleden McClin tock, een juffrouw Isabelle Pope, speelt in deze geheimzinnige geschiedenis eveneens een rol. Zij was n.l. tijdens de ziekte van haar aanstaande verre gehouden van diens sponde en was vastbesloten met hem te trou wen zoodra hij weer bij bewustzijn zou zijn. Eindelijk dient nog vermeldt dat She pherd op grond van het testament van Mc Clintock van dezen een bezit ter waarde van bijna twee en een half millioen in'Neder- andsch geld erft. Wegens het aannemer van eene candida tuur van het lidmaatschap der Tweede Ka mer, hebben een achttal leden van het Ad viseerend College als zoodanig ontslag ge nomen, en zijn vervangen als volgt: de vier bondsbestuursledcn mr. Leesberg, mr. Frans Teulings, prof. dr. Veraart en de heer J. Vienings door hunne plaatsvervan gers resp. S. Nijpels te Den Helder, F. G. Caners, burgemeester te Ravenstein, mr. L. Niemöller, advocaat te Den Haag en J. Meijer, hoofd R.-K. school te Hansweert; de vier afgevaardigden ad hoc L. Groen, A, v. d. Kallen, A. J Schoemaker en prof dr. Steger door respectievelijk de volgende personen, daartoe uit voordrachten der be trokken kringbesturen door het. Bondsbe- stuur aangewezen: J. Valkering Thz., bloe mist te Limmen, W. Hoefnagel, directeur Handëlsraad A. B. T. 3„ Nijmegen, A. Oos- termeijer, grossier te Hengelo en mr. Joh. Hermans, substituut-officier van justitie en lid van den gemeenteraad te Den Haag. Van de 195 aangewezen personen hebben 27 geen verklaring ingezonden, 38 zonden bericht geen candidatuur te' aanvaarden, 130 zonden de gewenschte verklaring in. In alfabetische volgorde zijn het de vol gende personen: 1. Mr. P J M Aalberse 's-Gravenhage. 2. G. Adriaansens, Walsoorden. 3. J. J. C. Ament, Roermond 4. A. C. v. Arendonk, Tilburg. 5. mr. J. Bakker, Nijmegen. 6. J. H. M. Balvers, Hillegom 7. Dr. J. T. J. ten Berge, Utrecht. 8. mr. B. Berger, Roermond (pl. v.) 9. Ch. L. v. d. Bilt, den Helder. 10. W. A. Blokker, Sittard. 11. J. C. H. P. Boertee, Leiden. 12. mr. E. Bolsius, Leiden. 13. mr. J. B. Bomans, Haarlem. 14. G. P. Bon, 's-Gravenhage. 15. ir. M. C. E. Bongaerts, 's-Gravenhage. 16. H. D. v. d. Borg, Uroningen. 17. H. Borghols, 's-Gravenhage (pl. v.) 18. S. C. C. Brons veld-Vitringa, Hoorn.* 19. W. A. Brouns-v. Besouw, 's-Hertogen bosch. 20. H. E. v. d. Brule, Rotterdam. 21. J. Burger, Harencarspel (pl. v.) 22. G. Bulten, Voorhout. 23. A. C. F. Conijn, Doetinchem. 24. P. L. H. Cremers, Nuih. 25. dr. L. N. Deckers, 's-Gravenhage. 26. H. L. F. J. Deelen, Amsterdam. 27. B. M. Domsdorf, Nieuwkoop. 28. D. C. J. v. Dijk, Alkmaar (pl. v.) 29. J. B. van Dijk, Amsterdam. 30. A. J. G. Ellerbeck, Groenlo (pl. v.) 31. A. H. J. Engels, Leiden. 32. H. E. Everard, Heemstede, 33 ir. L. J. M. Feber, 's-Gravenhage. 34 mr. W. A. J. M Fick, Breda. 35 A. N. Fleskens, Geldrop. 36 ir. L. A. Fruijtier, Scheveningen. 3' J. H. A. L. von Frijtag Drabbe, Am sterdam. 31 H. J. Ganzeboom, Schoten. 39 J. P. Gouverneur, Sassenheim. 40 J. H. M. v. d. Grinten. V'elp (Gld.) 41 J. Groen Az., Zuid-Scharwoude. 42 L. F. Guit, 's-Gravenhage. 43. P. J. J. Haazevoet, Amsterdam. 44. H. G M Hermans, 's-Gravjnhage. 45 J. D. E. v. d. Heuvel, Loon-op-Zand. 46 ir. A. C. A. Hoffman, Gouda 47 Chr. M. Jansen, Amsterdam. 4f ,nr, H. W. J. M. de Jong, Scheve ringen. 4'. J. A. Jongerius, Maartensdijk. 5t r. A. J. L. Juten, Bergen-op-Zoom. 51 Alb. v. d. Kallen, Nijmegen (pl. v.) 51: j. W. Kampschoër, Monster. 53 d. Kemperink, Enter. 54 J. J. Klaarenbeek, Blaricum. 5t C. Knigge, Wilnis. 5: nr. G M. J. Kolfschoten, 's-Herto- 'cnbosch. 5. nr. dr. D. A. P. N. Kooien, Utrecht 5! Ir. L. G. Kortenhorst, Heemslede. 59 nr. G. C. J. D. Kropman, A'dam. 6C M. Krijgsman, 's-Hertogenbosch (pl. v.) 61 C. J. Kuiper, Utrecht. 62 J. M. J. H. Lambooij, 's-Gravenhage. 63 A. L. Laudy, Hilversum. 64 nr. A. J. M. Leesberg, Alkmaar. 65 A. M. Le Maire, Dordrecht. 66 nr. H. J. M. Loeff, Drunen (pl. v.) 67 A. J. Loerakker, Schoten. 68 1. H. Meertens, Margraten. 69 3. F. M. Mensing,, de Steeg (pl. v.) 70 I. P. F. Mentink, Vlissingen. 71 J. M. J. A. Meijer, Rotterdam. 72 J. W. H. M. Meijer, Arnhem. 73 A. B. Michielsen, Haarlem. 74 B. M. Minke, Avereerst (pl v.) 75 H. J. Moll, Breda. 76 ir. H. W. E. Moller, Tilburg. 77 W. Mooijman, 's-Gravenhage. 7f M. J. Mulders, Zutphen (pl. v.) 7' hr. mr. C. M. O. v. Nispen tot Se- ,'enaer, 's-Hertogenbosch (pl. v.) hr mr. F J. M. van Nispen tot Se- enaer, Delft. I fr. H W. Nolens, 's-Gravenhage. 8. J. A. J. Nolet, Schiedam (pl v.) 86 ir. W. J. F. Nuyens, Boxmeer. 84 fh. M. Overmaat, Aardenburg. 85 F. J. Perquin, Rijswijk, Z.-H. (pl. v.) 8£ M. J. M. van Poll, Helmond. 87 C. M. Po#t, Delft. 88 P. J. A. v. d. Putt, Eindhoven. 89 R. B. A. N. de Quay, Ulvenhout. 9C -. H. vap Rooijen, Amsterdam. 91 nr. G. M. J. H. Russel, Amsterdam. 9.' J. Rutten, Wanssum, (L.) 9 ihr. mr. Ch. J. M. Ruijs de Beeren- 'irauck, 's-Gravenhage. L Ruijter, Arnhem. 9 nr. dr. A. B. G. M. va» Rijckevorsel s-Hertogenbosch. 9 I. van Rijzewijk, Tilburg. 9' VI. J. I. van de Sand, Arnhem. 91 hr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, ;-Hertogenbosch. 9' Th. F. M. Schaepman, Rotterdam. 10 nr. J. R. H. van Schaik, 's-Graven- :age. 10 nr. dr. J. W. Schneider, Hengelo. IK A. J. Schoemaker, Deventer (pl. v.) 101 M. H. Schoonbrood, Maastricht. 10 V. C. Snel, Medemblik. 10.' H. J. 'Steenhoff, Baarn. 10 irof. dr. A. M. A. A. Steger, 's-Gra- enhage. 10 I. A. A. Straman, Ouderamstel. 10 I. Stulemeijer, Bergen-op-Zoom. 10 G. Suring, Maarssen. TB Ir. H. W. Takkenberg. Groningen. 11 nr. F. G. C. J. M. Teulings, 's-Herto- jenbosch. (pl. v.) 11 I. W, Ch. C. Tucker, Diesen. 11; C. A. Valkenburg, Roosendaal. 11' F. Veelenturf, Hazerswoude. 11.' 3. Veltman, Alkmaar. 11' V. L. A. v. d. Ven, Teteringen. 11' irof. dr. J. A. Veraart, 's-Graven hage. 11 J. W. Vienings, Goes (pl. v.) 11' M. Visser, Leeuwarden. 129 mr. A. E. baron van Voorst lot Voorst Berg en Dal (Groesbeek). 12 L. F. J. M. baron van Voorst tot Voorst, Twello (Voorst). 12 J. Vos Azn., "Roosendaal. 12 A. C. A. van Vuuren, 's-Graven- kage. 12 F. J. L. M. van Waesberghe, Hulst (pl- v.) 12.r mr. M. A. M. Waszink, Heerlen (pl. v.) 126 J. H. Waterborg, 's-Hertogenbosch. 127 H. F J. Weijers, Tilburg. 128 J. J. Wintermans, Eindhoven. 129. B. Th. de Wolf, Amsterdam. 130. mr._A. I. M. J. baron van Wijnbergen, Utrecht. (pl. v.) alleen als plaatsvervanger zich beschikbaar gesteld Het Adviseerend College vergadert Vrij dag 20 Maart a.s. des avonds om 8 uur en op Zaterdag 21 Maart a.s. Het Bondsbestuur is ter bespreking van eenige verkiezingszaken ter vergadering opgeroepen op Vrijdag 20 Maart a.s., des namiddags om 4 uur. n- 19. Toen Peggy de kamer verlaten had, klópte haar hart onstui, ig, doch zij gevoelde over hetgeen zij gedaan had geen spijt; zij had gehandeld in en oogenblikkelijke opwei- 'Ing- Intusschen zag zij wel in, dat zij zich schuldig had gemaakt aan iets zeer onge woons, dat onder elk^ andere omstandigheid ook als ongepast kon worden beschouwd. -O vroe„ zich af. wat Max er van denken z°u Zij vermoedde, dat haar moeder er over ontstemd zou zijn, doch wel een of andere ^erontschuldigende verklaring zou weten te mden; zij was er zeker van, dat haar vader o® het geval zou lachen als om een grap, s 'ets zonder eenirte ernstide bedoeling van en kant van zijn Pet^^v W' t Hallander er jn-n dachl. kon haa, bitter weinig schelen vraag was wat zou Max er van denken? Zou hij haar begrijpen? hoe zou hii haar begrijpen? Hoe zou geval opnemen? rirv!'j begaf zich naar de kamer en sloot -O" daar op Zij stelde zich zelve de vraag: ^at wenschte zij, dat Max zou denken? wenschte zij, dat hij begrijpen zou, dat zij hem beminde? Dit laatste wist zij voor zich zelf met zekerheid. Maar zou Max het be grijpen? Half hoopte, half vreesde zij het. Zij was er over in de war. Misschien was zij in haar verontwaardiging te ver gegaan en on vrouwelijk opgetreden! Zou Max er mis schien zóó over denken? Neen, wellicht, dat de anderen er zóó over oordeelden, maar Max zeker niet Hij kon haar niet zóó ver keerd begrijpen! Maar wat zou hij dari wè! denken? Na teen opgewonden discussie met zich zelff kwam zij tot het besluit, dat zij niet wenschte, dat Max haar handelwijze beschouwde als een uiting van genegenheid jegen/5 hem Indien hij het toch deed enfin, dan kon zij er niets aan doen En Peggy bloosde opnieuw, doch glimlachte De storm, welke deze hartsaangelegenheid in haar verwekte, deed Peggy bijna verge ten welke een zonderlinge vraag zij aan Max gesteld had, welk een buitengewone taak zij aan hem had willen opdragen Als zij er nu een oogenblik aan dacht, begon zij zich er over bezwaard te gevoelen Haar vader had haar er aan herinnerd, dat Max zijn eiffen werk te doen had om zijn brood te verdienen „Maar" vroeg zii zich ze ve af „kan hij dit niet er bij doen? Dat zal hij zeker kunnen! Ik verlang van hem niet het onmogelijke Hij heeft natuurlijk zijn eigen bezigheden!" En zij fluisterde zich zelf in wendig toe dat zij zelf ook wel graag jour nalist zou willen zijn, net als Max Intusschen meende zij, dat het 't best zou wezen Max duidelijk te maken, wat zij van hem ver wachtte. Na een afwezigheid van ongeveer twintig minuten keerde zij in den salon te rug als een jonge dame, die volkomen mees ter is van zich zelve. Haar vader en haa' moeder, Max en Hollander waren nog in de kamer; de jongelui hadden - de een met meer en de ander met minder geduld ge wacht om te zien of zij terug zou komen; alle vier de aanwezigen hadden gepraa' over verschillende énderwerpen, maar met heel weinig belangstelling, want alle vier hadden gedacht over Peggy. „Ik vrees, dat ik daarstraks vrij dwaas geweest ben, Max," zeide Peggy met een innemend glimlachje. „Ge kunt moeilijk van me verwachten, dat ik er ook zóó-over denk, Peggy," ant woordde Max, eveneens glimlachende. „Het was" hij aarzelde, want hij zicht naar het juiste woord „Dwaas" zeide zij, tersluiks haar moeder aanziende, die óók al vriendelijkjes glim lachte als Om 'n stukje comedie „Charmant." zeide hij, met 'n zacht lachje. Er was irt de wijze, waarop hij dit woord uitsprak en in zijn geheele manier yan doen iets luchtigs, dat haar geruststelde; hij kon, meende zij, nooit ddus gesproken hebben op een toon, die zóó louter hoffelijkheid deed veronderstellen indien zij hem had doen gelooven, dat zij hem beminde En on- middelliik daarop speet het haar weer dat zij gerustgesteld was geworden vreemd spel der gemoedsbewegingen! Zij keek hem aan, hetgeen zij tot dusverre vermeden had, en gevoelde nu weer niet langer, spijt. Want rij bemerkte zeer goed, dat dit luchtige lachje een diep gevoel had moeten verber gen. „Hij weet het nog niet," dacht zij bij zich zelve; „maar ik weet het nu wel." Zij keek echter snel weer een anderen kant uit, vreezende zich door de uitdruk king harer gelaatstrekken te verraden. „Ik hen dwaas geweest," zeide zij luide, „Ik heb aari Max gezegd," merkte me vrouw Willoughby, tusschenbeide komende "p „dat je geheel van streek waart tenge volge van opwinding.'" „Juist, dat is ook zoo," riep Peggy vroo- 'ijk „Dat was het eigenlijk. Ik wist wel, dat Max dat zou begrijpen ik was inderdaad geheel van streek.' „Precies Peg," zei de kolonel, „en ik durf wel zeggen," ging hij voort met den jovfalen lach, dien hij altijd gereed had, ,dat Max er nie! erg veel notitie van heeft genomen!" „Zult ge doen, wat ge gezegd hebt, Max?" vroeg Peggy .Zult ge inderdaad een poging doen om de waarheid te ontdekken in deze verschrikkelijke mobrdzaak?" ,Dat zal ik," zeide Max op een toon van beslistheid, „Je moet er natuurlijk ie werk niet ernstig onder laten lijden dat begrijp je. nietwaar Max?" ,,ïk zal er al mijn krachten aan wijden, Peggy," antwoordde Max aanstonds „En ik behoef er mijn werk in het geheel niet onder te laten leiden, want het ligt feitelijk geheel in mijn lijn, zooals onze Amerikaansche vrienden zeggen, daar ik door mijn hoofdre dacteur juist met de behandeling van deze zaak belast ben." „Dan is het goed," zeide Peggy, „en ge zult ons alles laten weten', wat ge komt te hooren of wat ge zelf ontdekt? ik stel er zoo erg veel belang in!" „Zeker zeker," zeide Max. Het was laat in den avond geworden. Hol lander stond op om afscheid te nemen; hij was diep gekrenkt en ontsti md door het geen was voorgevallen, doch hij bleef zich zelf volkomen meester. Hij was niet van plan zich gewonnen te geven, en onderdruk te de ergernis en de woede, die in hem brandden. Indien echter de haat hier onge straft een doodslag had kunnen begaan, zou Max Hamilton's leven slechts aan een zijden draadje hebben gehangen. Nu wenschte Hol lander Max eenvoudig wel te rusten met de gewone burgerlijke beleefdheid, maar tege lijkertijd peinsde hij reed's op een of ander midel om doodelijke wraak te nemen. Het was Peggy's gewoonte om mee le gaan naar de vestibule, ten einde een ver- trckk r.den bezoeker uit te laten, maar zij deed dit nu niet met Hollander, een veron achtzaming, die hii diep gevoelen nnoest. Hij verkeerde dan ook in een sombere en bit tere gemoedsstemming, toen hij het huis verliet. Niet lang nadat Hollander was vertrokken, nam Max afscheid van kolonel en van me vrouw Willoughby; Peggy scheen hem adieu te willen zeggen in den salon, doch toen hij op haar toetrad, terwijl zij daar nog steeds bleef zitten, alsof zij niet van plan was hem, volgens haar gewoonte, naar de vestibule te vergezellen, teekende zich' op zijn gelaat zulk een verbazing af, dat zij 1 an haar stoel opstond en met hem den salon verliet. „Me dunkt, dat Max de b' voorrechte is," zei de kolonel lachend tot zijn vrouw. „Van avomj, ja," antwoordde mevrouw Willoughby,. „maar morgen is de mdere bet misschien. Ik voor mij hecht niet veel aan het gebeuren van daarstraks." „Dat is misschien ook juist gezien," zeide haar echtgenoot. Peggy gevoelde een zekere verlegenheid, toen zij de bezoeker naar de vestibule had geleid, doch liet er niets van blijken, en deze verlegenheid verdween spoedig, toen Max vlug en resoluut zijn halsdoek omsloeg, in zijn overjas schoot en zijn handschoenen aantrok. „Je waart van avond gewoonweg schitte rend, Peggy," zeide hij intusschen en zij bloosde even Wat zou hij nog meer zeg gen? Maar Max gaf haar eenvoudig de hand en wenschte haar goeden nacht, na haar eerst nogmaals te hebben verzekerd, dat hij haar omtrent al zijn pogingen en de resultaten ei van in deze moordzaak trouw op de hoogte zou houden. Zoo ging de gulden gelegenheid voorbij. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5