zA/ROUWEM- KUBRjEi^ Scheer laar Het Parfumerie Huis - M. BEEMERS - Kruisstraat 43 Beschrijving derPlaat Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Vrijdag 20 Maart 1925 'ïm 4b& Ons nieuw© Voorjaarshoedje Werkt met overleg! De strijd tegen den man. Ketelsteen. Twee japonnen voor kinderen. Batikken. Patronen naar Maat. Practische wenken. Recepten. Potten Scheerzeep 78.98,120 ct. Olie en Water Steenen 68,98,142 ct. Aanzet apparaten prima 128 ct. FEU I L LET O N. UIT DE MOPPENTROMMEL. No. 148 A. Hoe zijn thans nog steeds de ruitstoffen en faveur. Iedereen draagt Ze en hoewel dat, als het een andere stof betrof, voor velen een reden zou zijn om dan juist iets anders te prefereeren, hoeft daar nu geen sprake van te zijn daar men in 't genre zelf genoeg aparts aantreft om niet uniform te zijn aan alle andere vrou wen. Men hoeft bovendien z'n fortuin niet alleen te zoeken in de stof, maar men kan ook, Zooals op dit model, met de richting der streep jongleeren om zoodoende aardige contrasten te vormen. Het betreft hier een grijs mantelpak met dubbele groene streepen die ruiten vormen. Aan de traag, het ondereinde der mouwen en de zijpan den van den rok loopen deze ruiten in schui ne richting. Genoemde zijpanden zijn wat ruimer genomen zoodat ze met een plooi over het rechte voorpand vallen. Men kan den rok apart maken maar hem desge- wenscht ook op een lijfje van een bijpassende effen stof zetten. De sluiting van den mantel heeft plaats op twee grijze beenen knoopen. Van binnen wordt hij met grijze voerzijde ge voerd. Hoed, bijpassend grijs vilt, kousen grijs fil d' écosse, schoenen grijs of zwart peau de suède. Patroon f 1.57%. ruche, welke uit heel fijne plooitjes is samen gesteld, wordt nog voorzien,.^van een Jjour- randje. Om ze op den rok te plaatsen wordt de bovenkant in een plooitje gevat en dan vast genaaid. Van het corsage vindt men op de teeke- ning het verkleind patroon met de maten in centimeters, zooads ze in werkelijkheid zijn moeten. De kraag moet met dezelfde mouseline gevoerd worden en krijgt langs zijn onderkant een ruche gelijk die van den rok. Voor en achterkant van het corsage wor den voorzien van drie groepen fijne plooitjes, van achteren wordt in de middelste groep de sluiting verborgen. Benoodigde stof de hoogste van den rok -f 65 c.M. voor de ruches en den zoom en eindelijk nog 90 voor corsage en mouwen. Een opmerkelijk-groote verandering valt er in de hoeden-mode niet waar te nemen Dit voornamelijk wat den vorm betreft. De „groote" hoed wil er maar niet meer „in." Wij bewegen ons zoo gemakkelijk en het model bevalt ons zoo goed van het kleine, diep-zittende hoedje, dat we geen behoefte gevoelen dit door een grooten, omvangrijken te laten verdringen. Wij wenden en draaien ons hoofd waarheen wij willen, en zeker zouden wij weer moe- Er zijn van die vrouwen ieder onzer kent ze in haar omgeving die het altijd even druk hebben, van den vroegen morgen tot den laten avond doorwerken, maar deson danks toch nooit klaar zijn. En kijkt men bij zulke vrouwen rond, dan treft het je, dat het bijna toch nooit opgeruimd nooit gezellig bij haar is. Door het steeds bezig zijn, het niet over zien van het werk en het daardoor niet aan kunnen, wordt de huisvrouw moe en prikkel baar. Het minste of geringste gaat haar hin deren, om een kleinigheid valt ze uit, tot groote verbazing van haar omgeving, die alleen haar lastig humeur merkt en niets begrijpt van wat daaraan voorafging. Het begint al 's morgens Bijna altijd is er iets vergeten, altijd komt er iets te kort, dat dan nog gehaald moet worden, of, wat nog vaker voorkomt, even bij buurvrouw ge leend. Terwijl Moeder zich wanhopig rept om het ontbijt klaar te krijgen hét gas wil niet branden, omdat de muntjes op zijn, of het petroleumstel is leeg en er is geen petroleum klinkt het telkens JMoe- der, ik heb een gat in mijn kous, of Moeder, mijn veter is stuk, Moeder ik kan mijn pet niet vinden. En als Moeder antwoordt trek een ander paar kousen aan, dan blijken er geen schoone kousen in de kast te zijn, en in de la leggen geen veters. Als het gezin dan eindelijk gaat ontbijten, is het al heel laat, zoodat alles in vliegenden haast verder moet gaan en er geen zweem van gezelligheid heerscht. En nu is het ergste, dat den heelen dag, juist door dit slechte begin, een onrustige, onprettige stemming in huis blijft heerschen. De kinderen komen uit school, vol plan nen om nog even te wandelen of prettig bu ten te spelen. Maar het gaat niet. Moeder heeft boo., schappen te doen. Een gemopper bij de kin- ren, maar goed zij doen het, haasten zich terug te komen, vol vuur om nu met het afge sproken spelletje te beginnen. Geen vijf minuten later of ze worden weer geroepen om een vergeten boodschap te ha len, wat natuurlijk heftig protest uitlokt, verven, zoo is het raadzaam de stof niet in een te donkeren tint te kiezen. Het marmerachtige, dat zoo mooi staat bij batikwerk, word! verkregen door de met was bedekte stof in mekaar te druk ken. Hierdoor ontstaan zeer fijne adertjes in het was, die bij het verven het ge- wenschte patroon vormen. Men kan er kussens, kleedjes en zelfs meubelover- trekken van maken. Een feministische fanatica heeft aan haar makkers in den strijd tegen of om den man een nieuw wachtwoord uitgege ven: Weg met den glimlach! Blijkbaar ontdekt zij in dat wapen der vrouw een stille perfiditeit en wil zij voor taan in het assuut der sexen uitsluitend van den sabel en niet meer van de graci euze floret gebruik maken. Stellen wij ons een samenleving volgens het ideaal dezer combattive amazone voor. Fronsende wenkbrauwen. toegeknepen monden, toornende blikken, mannen en vrouwen elkander hardheden toebijtend, norsch en onvriendelijk. Of zou 't in haar bedoeling liggen dat de mannen nu eer de rol van Circe gingen spelen en zij dien van Ulys ses. Wat moet zij voelen voor de schilderij van de Joconde voor die van Helène Rembrandt ze zag drie dagen na hun trou wen. 't Is niet te hopen en ook niet te vreezen. dat onze meisjes deze voorvech- sters der vrouwenrechten zullen volgen. De natuur verloochent zich nooit en de glimlach heeft door alle tijden heen aan 't leven kleur en bekoring gegeven. Het aantal „probate' middelen, dat aan de hand wordt gedaan om het aanzetten van ketelsteen te voorkomen of de reeds be staande laag te verwijderen, is legio. Maar het resultaat voldoet niet altijd aan de ver wachtingen der huisvrouw. „Wie een gewone knikker of stuiter in den ketel legt, zal nooit last krijgen van ketelsteen Want de stuiter rolt onder het koken voortdurend heen en weer, zoodat Voo ARANT 0 us F IC, 3 VRAAG fIG 3 FfC.,5 fN% 1^8*) No. 154. Dit model is van onderen, aan den rok, gegarneerd met een reeks van vijftien platte, vaste, plooien van 1 c.M. oreedte. Met een zoom van 15 c.M. breedte heeft men dus 60 c.M. meer stof voor den rok noodig als de uiterlijke lengte Zorg dat de plooien zeer regelmatig zijn. Het corsage is geheel van vaste, genaaide plooien, in staande richting, Bij hals en schouders zet men ze iets dichter op elkaar opdat het corsage niet te plat wordt. De bui tenste plooi op den schouder moet den aan zet van de mouw overdekken. Van boven worcft de mouw lichtelijk gefronsd ingezet en van onderen eindigt ze, iets meergeplooid, in een dubbel strookje. Het corsage wordt van achter onzichtbaar onder een plooi op drukknoopjes gesloten. Men werke verder op de dubbele boord en recht bandje de stof dubbel genomen en van voren afgemaakt met een klein strikje. Voor robe en sluier kieze men een mooie transparante mouseline. Het is van belang voor beide dezelfde mouseline te nemen om niet twee verschillende kleuren wit te krijgen. Onder deze mouseline japon be hoort nog een witte japon, gewoon recht model, van steviger stof percale b.v. Zij is lang en reikt tot ongeveer op de enkels. De rug is geheel vlak en heeft over het midden een sluiting van drukknoopjes. In de zijden maakt men een inknipping dwars over de heu pen» .fronst den rok wat bij elkaar om hem naaifebnderen meerdere wijdte te geven. Ver zorg den onderkant van den rok met een mooie ajour rand, een strookje kant, of wat fij ne broderie. Deze onderrobe behoort min stens een centimeter korter te zijn dan de mouselinen bovenrobe. No. 155. Dit model is geheel van mooie witte mouseline. Het heeft van onderen een zoom van 10 c.M. hoogte. De ruches zijn van dezelfde mouseline zij hebben een breedte van 4 a 5 c.M. De boord van deze ten leeren bedachtzaam en voorzichtig te zijn, wanneer de groote hoed ons hoofd bedekt. De Parisienne vooral is het, die beslist haar voorkeur toont voor den kleinen hoed, vandaar dat de enkele mode-huizen, welke den grooten hoed trachtten ingang te doen vinden, er nog niet in geslaagd zijn. Natuurlijk ziet tnen wel enkele groote modellen deze zijn in den regel van een fijne paardehaarstof, ook wel van een fijn bewerkte zijde-kant. Sommige vrouwen be dragen met meer charme een groote hoed. Voor haar is deze een welkom nouveauté. Voor de diep-in-het-hoofd zittende hoed jes komen in aanmerking als het nieuwste, .het klokmodel en de capeline met bloemen, f Het klokhoedje kan van zijde of stroo zijn en ontleent zijn naam aan de gelijke nis met een klok of bel. De onderkant van den bol loopt wijder uit en gaat in een smallen, naar-omlaag-loopenden rand over. De bol wordt meerendeels met zijden gar nituur versierd ook ziet men wel bloem- garneering, welke hoofdzakelijk boven op den bol wordt aangebracht. Zwart zijden rips met zilvergarneering is in dit voorjaar nouveauté. Ook zullen de pedal-hoedjes veel gezien worden. Deze laatste worden veel opgemaakt met duchesse- garnituur en sluier-arrangement. Erg in mijn schik ben ik met de bloe- men-mode voor de nieuwste hoedjes 1 Hoe vroolijk en jeugdig staat een klein coquet hoedje met toefjes fleurige bloe men 1 Met zoo'n hoedje op voelen wij ons één geheel met de blijde, jonge lente Als van zelf .worden wij in de eerste mooie, zachte voorjaarsdagen getrokken tot lichte, vroolijke kleeding Wij vroolijken onze stemmige japonnen op, met een witte, kanten jabot, die weer zeer in trek zal zijn, een kleurige sjaal van crêpe de chine laten wij om den hals, de plaats van ons bont innemen een luchtig, gloed-nieuw hoedje zet kracht bij aan de feestelijke stemming TiNNIE M. M. en van den weeromstuit standjes van Moeder. Na het eten zit het gezin eindelijk om de tafel. De vrouw is doodmoe, klaagt over het werk, en moet nog iets doen, noodig iets opruimen. En als zij eindelijk tot rust komt en gaat zitten, is zij zoo op, dat zij te suf is, om nog wat te lezen en in den regel op hpar stoel in slaap valt. Gemopper bij den man, over te hard wer ken, over gebrek aan gezelligheid. In dezelfde geprikkelde stemming als de dag begonnen is, wordt hij beëindigd. Het batikken, de huiskunst der Javaan- sche vrouwen, is den laatsten tijd zeer_ in de mode. Het zal onzen lezeressen zeker welkom zijn, te vernemen hoe zij zonder veel moeite haar woning met deze kunst werken kunnen versieren. De grondstof bestaat uit kort geschoren fluweel, doffe zijde of katoen. Men spant ze strak op een tafelblad of strijkplank. De patronen moeten eenvoudig maar de coratief zijn in stijlvolle lijnen, die elkan der kruisen. Ook bloemmotieven, die men gemakkelijk op borduurpatronen vindt, als men ze zelf nietUian ontwerpen, zijn bruik baar. De feekening wordt op karton overge bracht en met een scherp mes uitgesne den. Men bevestigt het met punaises op de stof, waarna het werk begint. Alle open gebleven plaatsen worden met een in een wasmassa gedoopt (de wasmassa wordt verkregen door schoone. witte was in een waterbad te smelten) borstelpenseel bestre ken. Is de geheele stof met het patroon bedekt, zoo wordt zij in de kleur, die men verkiest geverfd. Een mooi effect maakt zwart bij aardbe- zierood, lila bij lichtgeel, rood en wit, gee! en bruin. Na het verven wordt het was door een benzinebad verwijderd, zoo dat het patroon zich in de grondtint van de stof vertoont. Daar men, zooals bekend is, wel donkerder maar niet lichter kan geen korst van ketelsteen zich op den bo dem of aan de wanden kan vastzetten....", luidt een der nuttige wenken. Het middel is al oud, onze moeders en grootmoeders reeds pasten het toe en.... na verloop van kor ter of langer tijd zat binnenin den ketel een respectabele binnenwand van ketelsteen, zoodat het water veel te veel tijd noodig had om aan de kook te komen en dat, als men niet oplette, soms afgebrokkelde stuk jes van die harde steenlaag belandde in thee- Pot en etenspan Die knikker en stuiter zijn oudcrwetscb; daar voor in de plaats gebruiken wij en het moderne middel is vrijwel afdoende een opgerolde magnesiumdraad, die eenvou dig weg in den ketel wordt gelegd en waar naar men verder niet behoeft om te kijken. Dit magnesiumdraad is te verkrijgen bij som mige drogisten en wordt per meter verkocht. Wie de waterketels geregeld flink uit- boent en met soda uitkookt, zal van het aanzetten van ketelsteen maar wciing last hebben. Om een eenmaal aanwezige ketelsteenlaag te verwijderen, giet men verdund zoutzuur (wat een vergif is!) in den ketel, laat het een poosje staan, schudt het af en toe heen en weer, roert erin met een glazen of hou ten stokje (niet met een metalen voorwerp, want dit wordt aangetast door het scherpe zuur) en spoelt den ketel, als het zoutzuur Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten or te geven volgens onderstaande teekening. eruit verwijderd is rijkelijk na met schoon water. Voorzichtigheid zij met nadruk aan bevolen! Een andere methode is deze'*, men zet den ketel een poosje leeg te vuur; het ketelzuur barst door ^e hitte en Iaat los. Er bestaat echter kans^dat tegelijk met het ketelsteen ook de email barst of dat, als b.v. een ko peren keteltje heeft, de tuit loslaat door de groote hitte. In dit geval is natuurlijk het iniddel erger dan de kwaal! ROESTENDE PANNEN. IJzeren pannen zullen, als ze niet dagelijks gebruikt worden, spoedig roesten. Men kan dit roesten echter gemakkelijk verwijdefen door in de pannen aardappelschillen te koken en dan een flinke hoeveelheid sodo bij te voegen. Voor tinnen pannen die geroest zijn is ko kend water met een weinig borax voldoende. GEKNEUSDE EIEREN. Wanneer de eieren gebarsten zijn kan men ze niet goed koken. Ze koken dan gewoonlijk „uit." Een lepeltje zout bij het water moet daartegen een probaat middel zijn. 't Is te beproeven. BRUINE BOONENSOEP VOOR VASTENDAG. 3 d.L. bruine boonen, 2% L. water, 2 uien, 1 klein laurierblaadje, 1 theelepel kerry, 1 klein stukje spaansche peper, 30 gr. plan tenboter, 25 gr. bloem, 4 kruidnagelen, eetlepel soya. De boonen wasschen, weeken en na het gaar worden nog eenige uien laten koken. Den ui fijnhakken en gaar smoren in planten boter vervolgens de kruiden toevoegen en, onder voortdurend roeren, fruiten tot bloem en ui mooi donkerbruin zijn. De boonen door een fijne metalen zeef wrijven, boonen water en puree bij de plantenboter en bloem voegen, de massa al roerende aan de kook brengen en zachtjes laten koken tot de soep gebonden en rood-bruin van kleur is. Dan kan men er de soya en zoo noodig, zout en peper naar smaak aan toevoegen. De soep nogmaals zeeven om de uien achter te hou den. Er worden dobbelsteentjes gebakken brood bij gepresenteerd. OSSENSTAARTSOEP. Trek van 300 gr. schenltenvleesch 1 L bouillon, bewaar het vleesch voor haché of jachtschotel. Neem nu ossenstaart in stuk jes en laat deze stukjes in boter bruin bra den, voeg ze dan bij den bouillon, waarin ook 1 stukje spaansche peper is gedaan en laat ze daarin ongeveer 2 uur zachtjes koken. Fruit nu een gesnippert uitje met wat bloem mooi bruin en voeg dit bij de-kokende soep. I Zeef nu de soep en bind ze met 20 gr I Maizena of °ns gemalen rijst en laat een gedeelte van het ossenstaartvleesch in nette blokjes gesneden er in warm worden. Maak ten slotte de soep naar verkiezing af met wat soya en wat cayenne peper. mesjes 5, 8, 10 ct. apparaten 28, 69 ct. messen 119, 195 ct. kwasten 19, 38 42 ct. riem 36, 45 49 ct. zeepen 8, 14, 19 ct. borstels 19, 28, 36 ei. kammen 16, 27, 29 ct pommade 18, 28 ct. snijmachine 265, 390 ct. brillantine 19, 27 ct. waters 69, 95, 119 ct. „Was dat uw indruk? Nu, ik wil u wel zeggen, dat het ook de mijne was," zei de inspecteur. „En toch men kan nooit we ten." voegde hij er geheimzinnig bij. „Me dunkt, dat gij hier toch wel voldoen de zekerheid hebt," zeide Max op een toon van vertrouwen. „Hij gewaagde van het jaargeld op de meest natuurlijke wijze, en hij herhaalde zijn verklaring ten minste woorden, die daar mee gelijk stonden bij het onderzoek." „Ik ben benieuwd welke verklaring hij er au aan geven zal, dat zij al d#ie dingen be zat." „Gaat u hem weer opzoeken?" „Zeer zeker: ik moet wel." „En als hij u zegt, dat hij u geen verkla ring weet te geven?" „O, ik geloof zeker, dat hij dat zeggen ral; ik zou niet weten wat hij anders zeggen moest. U wel?" „Het zal hem misschien prikkelen om na ie denken over een andere mogelijke bron van haar inkomsten." „Ik ga morgen naar hem toe," sprak John- °Hij zeide tot zich zelf, dat hij kapitein Chase vooral niet uit het odg moest verlie zen, en moest trachten van hem te weten tc komen, boe hij van het jaargeld had ge hoord. Hij herinnerde zich tamelijk goed wat Villiers hem gezegd had, maar kon zich niet precies herinneren of Sylvia s broeder verklaard bad uit haar mond van dat jaar geld tc hebben vernomen. Maar de inspecteur had hoop om een an dere reden. De verslagen van het voorloopig onderzoek zouden overal gelezen worden zij waren reeds verschenen in de avondbla den, en 's morgens was er in heel Engeland geen krant van eenige beteekenis, die niet een uitvoerig verhaal zou bevatten van -alles wat in verband stond met de sensationeetc gebeurtenis. Zóó zou dus iedereen lezen en hooren spreken over den man met de pels jas. Verder zouden biljetten worden aange plakt, waaróp honderd pond belooning wcra toegezegd aan ieder, die op dien Zaterdag avond „den man met de pelsjas" gezien had in of nabij Hampstead Heathstation en om trent zijn persoon inlichtingen kon geven. „Dat," zeide Johnson tot Max, doelende op de belooning, „zal waarschijnlijk wel er toe bijdragen om het geheugen van dezen of genen op te frisschen." „Of zijn verbeelding aan het werken te brengen," merkte Max op. „Ja, dat is óók wel mogelijk," zei de in specteur. „Het gebeurt zelfs wel eens, dat volstrekt onschuldige personen, maar die 'n beetje abnonnaal zijn, zich zelve als doder komen aangeven. „Het gebeurt bijna geregeld, als er een of andere afschuwelijke moord heeft plaats ge had, dat deze of gene het hoofdcommissa riaat binnenstapt, en zich zelf aanklaagt. Tot dusver heeft, wat dit geval betreft, nog niemand het gedaan. Johnson liep even door de kamer op en neer dacht na, „Ik zal," begon hij weer, „vanavond een wagen sturen naar de wo ning van wijlen Miss C-hase en al haar klee- ren. bont en juweelen hier laten brengen, zoodat we zoo gauw mogelijk kunnen begin nen met een lijst er van op te maken; met die dingen moet nooit lang gewacht worden. Zcoals de toestand thans is, heeft de moor denaar, of laten we zeggen; de man met de pelsjas, drie dagen tijd gehad om zich uit de voeten te maken, het land te verlaten ot misschien zich ergens te verschuilen hier m Londen, volgens sommigen, de beste plaats van de geheele wereld om zich verborgen te houden. Maar vóór morgenavond zullen we, hoop ik, ten minste weten waar van daan althans 'n gedeelte van Miss Chases inventaris kwam waar hij gekocht werd cn hoe en door wien hij werd betaald. De inspecteur liep opnieuw de kamer op en neer, „Daar is nog iets," zeide hij. „Miss Chasa had vermoedelijk geld op de bank staan wij moeten onderzoeken of zij geld a depo sito had gegeven aan een van de Londcnsche banken." „Heeft men in haar woning een deposito- bewijs gevonden?" „Neen maar ik acht dit geen bewijs er voor, dat zij geen geld a deposito had staan; het chèque-boekje ligt mischicn in dc bank. „Is er in haar handtaschje, hetwelk u dien nacht in haar coupé in beslag nam, geenno- titieboekje of iets dergelijks gevonden?" „Ja, zeker. Ik heb het zorgvuldig nagele zen," zeide Johnson, „maar er staat vol strekt niets in over financiëele aangelegen heden. Dc aanteekeningen betreffen, voor zooverre ik kan nagaan, alleen dagblad- of tijdschriftartikelen; het lijkt wel alsof zij het speciaal daarvoor gebruikte. ,Ik vraag mezelven af of zij dien avond dat boekje toevallig of met opzet bij zich had," zeide Max in gedachten. „Dat is juist hetgeen we niet weten," zei de Johnson. „Indien het met opzet was, zouden we tot de conclusie moeten komen, dat de man, wien zij had ontmoet, met haar werk iets uitstaande had. Maar ook die zaak zullen we wel ophelderen. Morgen zal door iedereen naar den man met de pelsjas wor den gezocht. Als u tegen vijf uur in den middag eens komt aanloopen, heb ik mis schien een of andere belangrijke mededee- ling voor u." Max verliet Scotland Yard met een gevoel alsof nu al de geheimen, die den moord op de arme Sylvia Chase omhulden, wel spoe dig zouden zijn opgehelderd. Zóózeer was hij onder den indruk geraakt van het opti misme, aan den dag gelegd door inspecteur Johnson! Maar toen hij zich den volgenden dag op den bepaalden tijd aan Scotland Yard vervoegde, vond hij nog meex geheimen, in plaats van geen enkel. DERTIENDE HOOFDSTUK. Toenemende geheimzinnigheid. Max bemerkiC aanstonds aan Johnson's gelaat, dal deze kundige en doortastende politie-officier met zijn pogingen échec ge leden had, en Max zelf gevoelde op zijn beurt daardoor de grootste teleurstelling, want hij had op iets geheel anders gerekend. Hij had het niet enkel mogelijk, maar ook waarschijnlijk geacht, dat de inspecteur in den loop van den dag zóódanige inlichtingen zou hebben ontvangen, dat het geheim van Sylvia Chase, van haar leven en haar dood wat het dan ook mocht zijn zou wor den opgehelderd. Hij had deze verwachting gedeeltelijk gebouwd op de kranten. Deze hadden dien ochtend aan het voorloopig onderzoek de grootst mogelijke publiciteit gegeven, en verscheidene ervan bevatten, op bet voorbeeld van „The Day berichten van hun Berlijnsche correspondenten, waar in ontkend werd, dat de graaf Von Nordheim aan Sylvia het jaargeld had betaald, waar van haar broeder had gesproken. Geen enkel van de bladen waagde zich daar de zaak immers in onderzoek was aan een be- KERRY-SOEP. Deze goedkoope soep kan men manen van overgebleven jus en melk. Bij 1 d.L. dtis on geveer een kopje jus, voegt m 4 d.L. water, dus samen heeft men nu L. vocht, hierbij voegt men nu evenveel dus L. melk. 't Is misschien vreemd doch eenmaal gepro beerd, zal men een combinatit van jus en melk, meer voor soep gebruiken. Smelt nu 20 gr. bloem en 20 gr. boter en fruit, hierin een weinig kerry (wanneer kinderen van de ze soep mee eten neemt men heel weinig kerry) en voegt er 'n fijn gesnipperd uitje bij. Wanneer het uitje en de bloem mooi licht bruin zijn, voegt men onder gestadig roeren, langzaam het vocht bij deze massa, en laat de soep onder voortdurend rowen aan den kook komen. De sbep is nu mooi gebonden en heeft een smakelijke kleur. Een weinig gekookte rijst of gemalen rijst maakt de soep nog lekkerder en voedzamer. ZIJN „ZUSTER." Een recruut liep met zijn „meissie", toen hij een bevrienden sergeant tegenkwam. „Mijn zuster, sergeant", zei de soldaat, het meisje voorstellend. „In orde hoor, jongen", zei de sergeant „De vorige maand was zij de mijne." ZE WAS HEM VOOR. „Vertelde je haar, dat je haar niet waard was, toen je je aanzoek deed Dat maakt altijd nogal een goeden indruk. De man die een blauwtje geloopen had „Ik wou het doen maar zij was mij voor." ZIJ VOND VAN NIET. Mevrouw A. ,,'t Is verschrikkelijk Wat de jongelui tegenwoordig zien, willen ze hebben." Mevrouw B. (Moeder van verscheidene dochters) „Dat kan ik toch werkelijk niet vinden O ZOO. ,,'t Spijt me, dat je vrouw mijn brief het eerst geopend heeft. Zij verzekerde mij toch, dat zij dat nooit deed." „Ja. Je had er niet „persoonlijk" op moe ten zetten." DE GOEDE KLANT. „Mag ik voor mijn lieveling och och, het is toch zoo'n snoes, maar niet sterk, weet u voor 5 cent levertraan hebben." „Zeklr dame, gaat u zitten." „Ze is immers versch 1" „Versch 1 Voor 5 cent zegt u Als u een oogenblik geduld heeft, zal ik een nieuwen walvisch aansnijden." VOOR DEN RECHTER. Rechter „Waarom hebt u in een heel jaar niet tegen uw vrouw gesproken Beklaagde „Ik wilde haar niet in de red» vallen, Edelachtbare." GELIJK. A.„Ik ben een man van weinig woor den." B. „Dan staan wij gelijk Ik ben óók getrouwd 1" m HIJ WERD BEGREPEN. Hij zou haar vader toestemming tot w* huwelijk vragen. Hij voelde zich heelemaal niet zenuwachtig. Terwijl hij zorgvuldig zijn scheiding trok, hertaalde hij bij zichzelf, wat hij zeggen zou „Meneer Luit, ik wil u zeggen, in volle vrijmoedigheid, dat uw dochter Edith en ik elkaar liefhebben en u vragen uw toestemming te geven tot ons huwelijk. Ik ben niet rijk, dat weet u, maar we zijn beiden jong en sterk en bereid den strijd des levens te strijden," enz. De rest zou vanzelf komen. Als hij maar een keer aan 't spreken was. Een half uur later zat hij tegenover haar vader en stak van wal „Meneer Luit, ik eh ehem ik eh kom vrijmoedig eh omme u ahem vrijmoedig te zeggen, dat wij eh dat wil zeggen dat ik eh eh uw dochter liefheb. Ahem 1 Ik ben zoo vrij eh u te vragen eh om eh om mijn vrouw te worden. Pardon eh zij wij eh ik neen. We zijn jong en eh we wilien vechten. Ik hoop, dat u mij begrijpt 1" En het merkwaardige van het geval is, dat de vader het inderdaad begreep. EEN VOORSTEL. Boer van Riel, Kviens vrouw pas gestoken is, heeft, ten einde weer een boerin op zijn hoeve te hebben, voor zijn zoon Teun een bruid gekozen, en daartoe zijn keuze geves tigd op de zeer rijke, doch niet minder af schuwelijk leelijke Triene van Gameren. Vandaag stelt hij de uitverkorene aan zijn Teun voor, Deze kijkt haar 'n poos verbluft aan daarop wendt hij zich tot zijn vader met de woorden „Zeg, vader, zou-de 'r maor nie veur oe zeivers holde V' BIJ DEN SLAGER. Dienstbode (bij den slager) „Hebt u een kalfskop Slager (eerst driftig willende worden, doch zich bedenkend) „Neen, beste meid, wél 'a menschenhoofd." Meisje „Nee, da£ mot ik niet hebben, ex motte hersens in zitten." MOEDERTAAL. Onderwijzer „Wat beteekent het woord moedertaal 1?" Bertha „Dat pa niets te zeggen heeft." schouwing'omtrent deze bijzonderheid, doch zij drukten de mededeeling af met vette let. Iers, als zijnde van het grootste belang. Al de bladen meldden, dat een premie van hon, derd pond was uitgeloofd voor het aanbren gen van betrouwbaar gebleken inlichtingen omtrent „den man met de pelsjas", die Za terdagnacht aan Hampstead Heath-station was geweest. Kortom; de pers deed wat zij kon om dc ontdekking van eenig spoor te helpen vergemakkelijken. Maar ofschoon hij wel degelijk geloofde, da' de kranten konden en zouden helpen, hadi Max zijn verwachtingen in hoofdzaak gebouwd op den inspecteur of liever op de resultaten van het onderzoek, dat Johnson, ófwel op eigen gelegenheid ofwel met be hulp van andere rechercheurs zou hebben gedaan betreffende de kleeren, het bont werk, de juweelen en het chèque-boekje als er ten minste een bestond van de vermoorde vrouw. Max had inderdaad zóó vast erop gere kend, dal de waarheid zou ontdekt wordea dat bij reeds aanstonds diepe teleurstelling gevoelde vooral in verband met zijn hoop, dat de ontdekking der feiten hem herhaal delijk met Peggy Willoughby in aanraking zou brengen. Johnson's gelaat zeide hem duidelijk, dat, wat er ook ontdekt moch! zijn. de sluier van het geheim niet was op gelicht geworden (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5