zA/ROUWEM-
KUBRjEi^
Scheer
laar
Het Parfumerie Huis - M. BEEMERS - Kruisstraat 43
Beschrijving derPlaat
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Vrijdag 20 Maart 1925
'ïm 4b&
Ons nieuw© Voorjaarshoedje
Werkt met overleg!
De strijd tegen den man.
Ketelsteen.
Twee japonnen voor
kinderen.
Batikken.
Patronen naar Maat.
Practische wenken.
Recepten.
Potten Scheerzeep 78.98,120 ct. Olie en Water Steenen 68,98,142 ct.
Aanzet apparaten prima 128 ct.
FEU I L LET O N.
UIT DE MOPPENTROMMEL.
No. 148 A. Hoe zijn thans nog steeds
de ruitstoffen en faveur. Iedereen draagt
Ze en hoewel dat, als het een andere stof
betrof, voor velen een reden zou zijn om
dan juist iets anders te prefereeren, hoeft
daar nu geen sprake van te zijn daar men
in 't genre zelf genoeg aparts aantreft om
niet uniform te zijn aan alle andere vrou
wen. Men hoeft bovendien z'n fortuin niet
alleen te zoeken in de stof, maar men kan ook,
Zooals op dit model, met de richting der
streep jongleeren om zoodoende aardige
contrasten te vormen. Het betreft hier
een grijs mantelpak met dubbele groene
streepen die ruiten vormen. Aan de traag,
het ondereinde der mouwen en de zijpan
den van den rok loopen deze ruiten in schui
ne richting. Genoemde zijpanden zijn wat
ruimer genomen zoodat ze met een plooi
over het rechte voorpand vallen. Men kan
den rok apart maken maar hem desge-
wenscht ook op een lijfje van een bijpassende
effen stof zetten. De sluiting van den mantel
heeft plaats op twee grijze beenen knoopen.
Van binnen wordt hij met grijze voerzijde ge
voerd. Hoed, bijpassend grijs vilt, kousen
grijs fil d' écosse, schoenen grijs of zwart
peau de suède. Patroon f 1.57%.
ruche, welke uit heel fijne plooitjes is samen
gesteld, wordt nog voorzien,.^van een Jjour-
randje. Om ze op den rok te plaatsen wordt
de bovenkant in een plooitje gevat en dan vast
genaaid.
Van het corsage vindt men op de teeke-
ning het verkleind patroon met de maten
in centimeters, zooads ze in werkelijkheid
zijn moeten. De kraag moet met dezelfde
mouseline gevoerd worden en krijgt langs
zijn onderkant een ruche gelijk die van den
rok. Voor en achterkant van het corsage wor
den voorzien van drie groepen fijne plooitjes,
van achteren wordt in de middelste groep
de sluiting verborgen. Benoodigde stof de
hoogste van den rok -f 65 c.M. voor de
ruches en den zoom en eindelijk nog 90
voor corsage en mouwen.
Een opmerkelijk-groote verandering valt
er in de hoeden-mode niet waar te nemen
Dit voornamelijk wat den vorm betreft.
De „groote" hoed wil er maar niet meer
„in." Wij bewegen ons zoo gemakkelijk
en het model bevalt ons zoo goed van het
kleine, diep-zittende hoedje, dat we geen
behoefte gevoelen dit door een grooten,
omvangrijken te laten verdringen. Wij
wenden en draaien ons hoofd waarheen
wij willen, en zeker zouden wij weer moe-
Er zijn van die vrouwen ieder onzer kent
ze in haar omgeving die het altijd even
druk hebben, van den vroegen morgen tot
den laten avond doorwerken, maar deson
danks toch nooit klaar zijn.
En kijkt men bij zulke vrouwen rond, dan
treft het je, dat het bijna toch nooit opgeruimd
nooit gezellig bij haar is.
Door het steeds bezig zijn, het niet over
zien van het werk en het daardoor niet aan
kunnen, wordt de huisvrouw moe en prikkel
baar. Het minste of geringste gaat haar hin
deren, om een kleinigheid valt ze uit, tot
groote verbazing van haar omgeving, die
alleen haar lastig humeur merkt en niets
begrijpt van wat daaraan voorafging.
Het begint al 's morgens Bijna altijd is er
iets vergeten, altijd komt er iets te kort, dat
dan nog gehaald moet worden, of, wat nog
vaker voorkomt, even bij buurvrouw ge
leend. Terwijl Moeder zich wanhopig
rept om het ontbijt klaar te krijgen hét
gas wil niet branden, omdat de muntjes op
zijn, of het petroleumstel is leeg en er is
geen petroleum klinkt het telkens JMoe-
der, ik heb een gat in mijn kous, of Moeder,
mijn veter is stuk, Moeder ik kan mijn pet
niet vinden.
En als Moeder antwoordt trek een ander
paar kousen aan, dan blijken er geen schoone
kousen in de kast te zijn, en in de la leggen
geen veters.
Als het gezin dan eindelijk gaat ontbijten,
is het al heel laat, zoodat alles in vliegenden
haast verder moet gaan en er geen zweem van
gezelligheid heerscht.
En nu is het ergste, dat den heelen dag,
juist door dit slechte begin, een onrustige,
onprettige stemming in huis blijft heerschen.
De kinderen komen uit school, vol plan
nen om nog even te wandelen of prettig bu
ten te spelen.
Maar het gaat niet. Moeder heeft boo.,
schappen te doen. Een gemopper bij de kin-
ren, maar goed zij doen het, haasten zich
terug te komen, vol vuur om nu met het afge
sproken spelletje te beginnen.
Geen vijf minuten later of ze worden weer
geroepen om een vergeten boodschap te ha
len, wat natuurlijk heftig protest uitlokt,
verven, zoo is het raadzaam de stof niet
in een te donkeren tint te kiezen.
Het marmerachtige, dat zoo mooi staat
bij batikwerk, word! verkregen door de
met was bedekte stof in mekaar te druk
ken. Hierdoor ontstaan zeer fijne adertjes
in het was, die bij het verven het ge-
wenschte patroon vormen. Men kan er
kussens, kleedjes en zelfs meubelover-
trekken van maken.
Een feministische fanatica heeft aan
haar makkers in den strijd tegen of om
den man een nieuw wachtwoord uitgege
ven: Weg met den glimlach!
Blijkbaar ontdekt zij in dat wapen der
vrouw een stille perfiditeit en wil zij voor
taan in het assuut der sexen uitsluitend
van den sabel en niet meer van de graci
euze floret gebruik maken. Stellen wij ons
een samenleving volgens het ideaal dezer
combattive amazone voor. Fronsende
wenkbrauwen. toegeknepen monden,
toornende blikken, mannen en vrouwen
elkander hardheden toebijtend, norsch en
onvriendelijk. Of zou 't in haar bedoeling
liggen dat de mannen nu eer de rol van
Circe gingen spelen en zij dien van Ulys
ses. Wat moet zij voelen voor de schilderij
van de Joconde voor die van Helène
Rembrandt ze zag drie dagen na hun trou
wen. 't Is niet te hopen en ook niet te
vreezen. dat onze meisjes deze voorvech-
sters der vrouwenrechten zullen volgen.
De natuur verloochent zich nooit en de
glimlach heeft door alle tijden heen aan 't
leven kleur en bekoring gegeven.
Het aantal „probate' middelen, dat aan de
hand wordt gedaan om het aanzetten van
ketelsteen te voorkomen of de reeds be
staande laag te verwijderen, is legio. Maar
het resultaat voldoet niet altijd aan de ver
wachtingen der huisvrouw.
„Wie een gewone knikker of stuiter in
den ketel legt, zal nooit last krijgen van
ketelsteen Want de stuiter rolt onder het
koken voortdurend heen en weer, zoodat
Voo ARANT
0 us
F IC, 3
VRAAG
fIG 3
FfC.,5
fN% 1^8*)
No. 154. Dit model is van onderen, aan
den rok, gegarneerd met een reeks van
vijftien platte, vaste, plooien van 1 c.M.
oreedte. Met een zoom van 15 c.M. breedte
heeft men dus 60 c.M. meer stof voor den
rok noodig als de uiterlijke lengte Zorg dat
de plooien zeer regelmatig zijn.
Het corsage is geheel van vaste, genaaide
plooien, in staande richting, Bij hals en
schouders zet men ze iets dichter op elkaar
opdat het corsage niet te plat wordt. De bui
tenste plooi op den schouder moet den aan
zet van de mouw overdekken. Van boven
worcft de mouw lichtelijk gefronsd ingezet
en van onderen eindigt ze, iets meergeplooid,
in een dubbel strookje. Het corsage wordt van
achter onzichtbaar onder een plooi op
drukknoopjes gesloten.
Men werke verder op de dubbele boord
en recht bandje de stof dubbel genomen
en van voren afgemaakt met een klein strikje.
Voor robe en sluier kieze men een mooie
transparante mouseline. Het is van belang
voor beide dezelfde mouseline te nemen
om niet twee verschillende kleuren wit te
krijgen. Onder deze mouseline japon be
hoort nog een witte japon, gewoon recht
model, van steviger stof percale b.v.
Zij is lang en reikt tot ongeveer op de enkels.
De rug is geheel vlak en heeft over het midden
een sluiting van drukknoopjes. In de zijden
maakt men een inknipping dwars over de heu
pen» .fronst den rok wat bij elkaar om hem
naaifebnderen meerdere wijdte te geven. Ver
zorg den onderkant van den rok met een
mooie ajour rand, een strookje kant, of wat fij
ne broderie. Deze onderrobe behoort min
stens een centimeter korter te zijn dan de
mouselinen bovenrobe.
No. 155. Dit model is geheel van mooie
witte mouseline. Het heeft van onderen
een zoom van 10 c.M. hoogte. De ruches zijn
van dezelfde mouseline zij hebben een
breedte van 4 a 5 c.M. De boord van deze
ten leeren bedachtzaam en voorzichtig te zijn,
wanneer de groote hoed ons hoofd bedekt.
De Parisienne vooral is het, die beslist
haar voorkeur toont voor den kleinen hoed,
vandaar dat de enkele mode-huizen, welke
den grooten hoed trachtten ingang te doen
vinden, er nog niet in geslaagd zijn.
Natuurlijk ziet tnen wel enkele groote
modellen deze zijn in den regel van een
fijne paardehaarstof, ook wel van een fijn
bewerkte zijde-kant. Sommige vrouwen be
dragen met meer charme een groote hoed.
Voor haar is deze een welkom nouveauté.
Voor de diep-in-het-hoofd zittende hoed
jes komen in aanmerking als het nieuwste,
.het klokmodel en de capeline met bloemen,
f Het klokhoedje kan van zijde of stroo
zijn en ontleent zijn naam aan de gelijke
nis met een klok of bel. De onderkant van
den bol loopt wijder uit en gaat in een
smallen, naar-omlaag-loopenden rand over.
De bol wordt meerendeels met zijden gar
nituur versierd ook ziet men wel bloem-
garneering, welke hoofdzakelijk boven op
den bol wordt aangebracht.
Zwart zijden rips met zilvergarneering
is in dit voorjaar nouveauté. Ook zullen
de pedal-hoedjes veel gezien worden. Deze
laatste worden veel opgemaakt met duchesse-
garnituur en sluier-arrangement.
Erg in mijn schik ben ik met de bloe-
men-mode voor de nieuwste hoedjes 1
Hoe vroolijk en jeugdig staat een klein
coquet hoedje met toefjes fleurige bloe
men 1 Met zoo'n hoedje op voelen wij ons
één geheel met de blijde, jonge lente
Als van zelf .worden wij in de eerste
mooie, zachte voorjaarsdagen getrokken tot
lichte, vroolijke kleeding
Wij vroolijken onze stemmige japonnen
op, met een witte, kanten jabot, die weer
zeer in trek zal zijn, een kleurige sjaal van
crêpe de chine laten wij om den hals, de
plaats van ons bont innemen een luchtig,
gloed-nieuw hoedje zet kracht bij aan de
feestelijke stemming
TiNNIE M. M.
en van den weeromstuit standjes van Moeder.
Na het eten zit het gezin eindelijk om de
tafel. De vrouw is doodmoe, klaagt over het
werk, en moet nog iets doen, noodig iets
opruimen. En als zij eindelijk tot rust komt
en gaat zitten, is zij zoo op, dat zij te suf is, om
nog wat te lezen en in den regel op hpar
stoel in slaap valt.
Gemopper bij den man, over te hard wer
ken, over gebrek aan gezelligheid.
In dezelfde geprikkelde stemming als de
dag begonnen is, wordt hij beëindigd.
Het batikken, de huiskunst der Javaan-
sche vrouwen, is den laatsten tijd zeer_ in
de mode. Het zal onzen lezeressen zeker
welkom zijn, te vernemen hoe zij zonder
veel moeite haar woning met deze kunst
werken kunnen versieren.
De grondstof bestaat uit kort geschoren
fluweel, doffe zijde of katoen. Men spant
ze strak op een tafelblad of strijkplank.
De patronen moeten eenvoudig maar de
coratief zijn in stijlvolle lijnen, die elkan
der kruisen. Ook bloemmotieven, die men
gemakkelijk op borduurpatronen vindt, als
men ze zelf nietUian ontwerpen, zijn bruik
baar.
De feekening wordt op karton overge
bracht en met een scherp mes uitgesne
den. Men bevestigt het met punaises op de
stof, waarna het werk begint. Alle open
gebleven plaatsen worden met een in een
wasmassa gedoopt (de wasmassa wordt
verkregen door schoone. witte was in een
waterbad te smelten) borstelpenseel bestre
ken. Is de geheele stof met het patroon
bedekt, zoo wordt zij in de kleur, die men
verkiest geverfd.
Een mooi effect maakt zwart bij aardbe-
zierood, lila bij lichtgeel, rood en wit,
gee! en bruin. Na het verven wordt het
was door een benzinebad verwijderd, zoo
dat het patroon zich in de grondtint van
de stof vertoont. Daar men, zooals bekend
is, wel donkerder maar niet lichter kan
geen korst van ketelsteen zich op den bo
dem of aan de wanden kan vastzetten....",
luidt een der nuttige wenken. Het middel is
al oud, onze moeders en grootmoeders reeds
pasten het toe en.... na verloop van kor
ter of langer tijd zat binnenin den ketel een
respectabele binnenwand van ketelsteen,
zoodat het water veel te veel tijd noodig
had om aan de kook te komen en dat, als
men niet oplette, soms afgebrokkelde stuk
jes van die harde steenlaag belandde in thee-
Pot en etenspan
Die knikker en stuiter zijn oudcrwetscb;
daar voor in de plaats gebruiken wij en
het moderne middel is vrijwel afdoende
een opgerolde magnesiumdraad, die eenvou
dig weg in den ketel wordt gelegd en waar
naar men verder niet behoeft om te kijken.
Dit magnesiumdraad is te verkrijgen bij som
mige drogisten en wordt per meter verkocht.
Wie de waterketels geregeld flink uit-
boent en met soda uitkookt, zal van het
aanzetten van ketelsteen maar wciing last
hebben.
Om een eenmaal aanwezige ketelsteenlaag
te verwijderen, giet men verdund zoutzuur
(wat een vergif is!) in den ketel, laat het
een poosje staan, schudt het af en toe heen
en weer, roert erin met een glazen of hou
ten stokje (niet met een metalen voorwerp,
want dit wordt aangetast door het scherpe
zuur) en spoelt den ketel, als het zoutzuur
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus
15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons
Molenstraat 48 B, Den Haag. De maten or
te geven volgens onderstaande teekening.
eruit verwijderd is rijkelijk na met schoon
water. Voorzichtigheid zij met nadruk aan
bevolen!
Een andere methode is deze'*, men zet den
ketel een poosje leeg te vuur; het ketelzuur
barst door ^e hitte en Iaat los. Er bestaat
echter kans^dat tegelijk met het ketelsteen
ook de email barst of dat, als b.v. een ko
peren keteltje heeft, de tuit loslaat door de
groote hitte. In dit geval is natuurlijk het
iniddel erger dan de kwaal!
ROESTENDE PANNEN.
IJzeren pannen zullen, als ze niet dagelijks
gebruikt worden, spoedig roesten. Men kan
dit roesten echter gemakkelijk verwijdefen
door in de pannen aardappelschillen te koken
en dan een flinke hoeveelheid sodo bij te
voegen.
Voor tinnen pannen die geroest zijn is ko
kend water met een weinig borax voldoende.
GEKNEUSDE EIEREN.
Wanneer de eieren gebarsten zijn kan men
ze niet goed koken. Ze koken dan gewoonlijk
„uit." Een lepeltje zout bij het water moet
daartegen een probaat middel zijn. 't Is te
beproeven.
BRUINE BOONENSOEP VOOR
VASTENDAG.
3 d.L. bruine boonen, 2% L. water, 2
uien, 1 klein laurierblaadje, 1 theelepel kerry,
1 klein stukje spaansche peper, 30 gr. plan
tenboter, 25 gr. bloem, 4 kruidnagelen,
eetlepel soya.
De boonen wasschen, weeken en na het
gaar worden nog eenige uien laten koken.
Den ui fijnhakken en gaar smoren in planten
boter vervolgens de kruiden toevoegen en,
onder voortdurend roeren, fruiten tot bloem
en ui mooi donkerbruin zijn. De boonen
door een fijne metalen zeef wrijven, boonen
water en puree bij de plantenboter en bloem
voegen, de massa al roerende aan de kook
brengen en zachtjes laten koken tot de soep
gebonden en rood-bruin van kleur is. Dan
kan men er de soya en zoo noodig, zout en
peper naar smaak aan toevoegen. De soep
nogmaals zeeven om de uien achter te hou
den. Er worden dobbelsteentjes gebakken
brood bij gepresenteerd.
OSSENSTAARTSOEP.
Trek van 300 gr. schenltenvleesch 1 L
bouillon, bewaar het vleesch voor haché of
jachtschotel. Neem nu ossenstaart in stuk
jes en laat deze stukjes in boter bruin bra
den, voeg ze dan bij den bouillon, waarin ook
1 stukje spaansche peper is gedaan en laat ze
daarin ongeveer 2 uur zachtjes koken.
Fruit nu een gesnippert uitje met wat
bloem mooi bruin en voeg dit bij de-kokende
soep.
I Zeef nu de soep en bind ze met 20 gr
I Maizena of °ns gemalen rijst en laat een
gedeelte van het ossenstaartvleesch in nette
blokjes gesneden er in warm worden.
Maak ten slotte de soep naar verkiezing
af met wat soya en wat cayenne peper.
mesjes 5, 8, 10 ct.
apparaten 28, 69 ct.
messen 119, 195 ct.
kwasten 19, 38 42 ct.
riem 36, 45 49 ct.
zeepen 8, 14, 19 ct.
borstels 19, 28, 36 ei.
kammen 16, 27, 29 ct
pommade 18, 28 ct.
snijmachine 265, 390 ct.
brillantine 19, 27 ct.
waters 69, 95, 119 ct.
„Was dat uw indruk? Nu, ik wil u wel
zeggen, dat het ook de mijne was," zei de
inspecteur. „En toch men kan nooit we
ten." voegde hij er geheimzinnig bij.
„Me dunkt, dat gij hier toch wel voldoen
de zekerheid hebt," zeide Max op een toon
van vertrouwen.
„Hij gewaagde van het jaargeld op de
meest natuurlijke wijze, en hij herhaalde zijn
verklaring ten minste woorden, die daar
mee gelijk stonden bij het onderzoek."
„Ik ben benieuwd welke verklaring hij er
au aan geven zal, dat zij al d#ie dingen be
zat."
„Gaat u hem weer opzoeken?"
„Zeer zeker: ik moet wel."
„En als hij u zegt, dat hij u geen verkla
ring weet te geven?"
„O, ik geloof zeker, dat hij dat zeggen
ral; ik zou niet weten wat hij anders zeggen
moest. U wel?"
„Het zal hem misschien prikkelen om na
ie denken over een andere mogelijke bron
van haar inkomsten."
„Ik ga morgen naar hem toe," sprak John-
°Hij zeide tot zich zelf, dat hij kapitein
Chase vooral niet uit het odg moest verlie
zen, en moest trachten van hem te weten tc
komen, boe hij van het jaargeld had ge
hoord. Hij herinnerde zich tamelijk goed
wat Villiers hem gezegd had, maar kon zich
niet precies herinneren of Sylvia s broeder
verklaard bad uit haar mond van dat jaar
geld tc hebben vernomen.
Maar de inspecteur had hoop om een an
dere reden. De verslagen van het voorloopig
onderzoek zouden overal gelezen worden
zij waren reeds verschenen in de avondbla
den, en 's morgens was er in heel Engeland
geen krant van eenige beteekenis, die niet
een uitvoerig verhaal zou bevatten van -alles
wat in verband stond met de sensationeetc
gebeurtenis. Zóó zou dus iedereen lezen en
hooren spreken over den man met de pels
jas. Verder zouden biljetten worden aange
plakt, waaróp honderd pond belooning wcra
toegezegd aan ieder, die op dien Zaterdag
avond „den man met de pelsjas" gezien had
in of nabij Hampstead Heathstation en om
trent zijn persoon inlichtingen kon geven.
„Dat," zeide Johnson tot Max, doelende
op de belooning, „zal waarschijnlijk wel er
toe bijdragen om het geheugen van dezen
of genen op te frisschen."
„Of zijn verbeelding aan het werken te
brengen," merkte Max op.
„Ja, dat is óók wel mogelijk," zei de in
specteur. „Het gebeurt zelfs wel eens, dat
volstrekt onschuldige personen, maar die 'n
beetje abnonnaal zijn, zich zelve als doder
komen aangeven.
„Het gebeurt bijna geregeld, als er een of
andere afschuwelijke moord heeft plaats ge
had, dat deze of gene het hoofdcommissa
riaat binnenstapt, en zich zelf aanklaagt.
Tot dusver heeft, wat dit geval betreft, nog
niemand het gedaan.
Johnson liep even door de kamer op en
neer dacht na, „Ik zal," begon hij weer,
„vanavond een wagen sturen naar de wo
ning van wijlen Miss C-hase en al haar klee-
ren. bont en juweelen hier laten brengen,
zoodat we zoo gauw mogelijk kunnen begin
nen met een lijst er van op te maken; met
die dingen moet nooit lang gewacht worden.
Zcoals de toestand thans is, heeft de moor
denaar, of laten we zeggen; de man met de
pelsjas, drie dagen tijd gehad om zich uit
de voeten te maken, het land te verlaten ot
misschien zich ergens te verschuilen hier m
Londen, volgens sommigen, de beste plaats
van de geheele wereld om zich verborgen
te houden. Maar vóór morgenavond zullen
we, hoop ik, ten minste weten waar van
daan althans 'n gedeelte van Miss Chases
inventaris kwam waar hij gekocht werd
cn hoe en door wien hij werd betaald.
De inspecteur liep opnieuw de kamer op
en neer,
„Daar is nog iets," zeide hij. „Miss Chasa
had vermoedelijk geld op de bank staan
wij moeten onderzoeken of zij geld a depo
sito had gegeven aan een van de Londcnsche
banken."
„Heeft men in haar woning een deposito-
bewijs gevonden?"
„Neen maar ik acht dit geen bewijs er
voor, dat zij geen geld a deposito had staan;
het chèque-boekje ligt mischicn in dc bank.
„Is er in haar handtaschje, hetwelk u dien
nacht in haar coupé in beslag nam, geenno-
titieboekje of iets dergelijks gevonden?"
„Ja, zeker. Ik heb het zorgvuldig nagele
zen," zeide Johnson, „maar er staat vol
strekt niets in over financiëele aangelegen
heden. Dc aanteekeningen betreffen, voor
zooverre ik kan nagaan, alleen dagblad- of
tijdschriftartikelen; het lijkt wel alsof zij het
speciaal daarvoor gebruikte.
,Ik vraag mezelven af of zij dien avond
dat boekje toevallig of met opzet bij zich
had," zeide Max in gedachten.
„Dat is juist hetgeen we niet weten," zei
de Johnson. „Indien het met opzet was,
zouden we tot de conclusie moeten komen,
dat de man, wien zij had ontmoet, met haar
werk iets uitstaande had. Maar ook die zaak
zullen we wel ophelderen. Morgen zal door
iedereen naar den man met de pelsjas wor
den gezocht. Als u tegen vijf uur in den
middag eens komt aanloopen, heb ik mis
schien een of andere belangrijke mededee-
ling voor u."
Max verliet Scotland Yard met een gevoel
alsof nu al de geheimen, die den moord op
de arme Sylvia Chase omhulden, wel spoe
dig zouden zijn opgehelderd. Zóózeer was
hij onder den indruk geraakt van het opti
misme, aan den dag gelegd door inspecteur
Johnson! Maar toen hij zich den volgenden
dag op den bepaalden tijd aan Scotland Yard
vervoegde, vond hij nog meex geheimen, in
plaats van geen enkel.
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Toenemende geheimzinnigheid.
Max bemerkiC aanstonds aan Johnson's
gelaat, dal deze kundige en doortastende
politie-officier met zijn pogingen échec ge
leden had, en Max zelf gevoelde op zijn
beurt daardoor de grootste teleurstelling,
want hij had op iets geheel anders gerekend.
Hij had het niet enkel mogelijk, maar ook
waarschijnlijk geacht, dat de inspecteur in
den loop van den dag zóódanige inlichtingen
zou hebben ontvangen, dat het geheim van
Sylvia Chase, van haar leven en haar dood
wat het dan ook mocht zijn zou wor
den opgehelderd. Hij had deze verwachting
gedeeltelijk gebouwd op de kranten. Deze
hadden dien ochtend aan het voorloopig
onderzoek de grootst mogelijke publiciteit
gegeven, en verscheidene ervan bevatten,
op bet voorbeeld van „The Day berichten
van hun Berlijnsche correspondenten, waar
in ontkend werd, dat de graaf Von Nordheim
aan Sylvia het jaargeld had betaald, waar
van haar broeder had gesproken. Geen enkel
van de bladen waagde zich daar de zaak
immers in onderzoek was aan een be-
KERRY-SOEP.
Deze goedkoope soep kan men manen van
overgebleven jus en melk. Bij 1 d.L. dtis on
geveer een kopje jus, voegt m 4 d.L. water,
dus samen heeft men nu L. vocht, hierbij
voegt men nu evenveel dus L. melk. 't Is
misschien vreemd doch eenmaal gepro
beerd, zal men een combinatit van jus en
melk, meer voor soep gebruiken. Smelt nu
20 gr. bloem en 20 gr. boter en fruit, hierin
een weinig kerry (wanneer kinderen van de
ze soep mee eten neemt men heel weinig
kerry) en voegt er 'n fijn gesnipperd uitje bij.
Wanneer het uitje en de bloem mooi licht
bruin zijn, voegt men onder gestadig roeren,
langzaam het vocht bij deze massa, en laat
de soep onder voortdurend rowen aan den
kook komen. De sbep is nu mooi gebonden
en heeft een smakelijke kleur. Een weinig
gekookte rijst of gemalen rijst maakt de soep
nog lekkerder en voedzamer.
ZIJN „ZUSTER."
Een recruut liep met zijn „meissie", toen
hij een bevrienden sergeant tegenkwam.
„Mijn zuster, sergeant", zei de soldaat,
het meisje voorstellend.
„In orde hoor, jongen", zei de sergeant
„De vorige maand was zij de mijne."
ZE WAS HEM VOOR.
„Vertelde je haar, dat je haar niet waard
was, toen je je aanzoek deed Dat maakt
altijd nogal een goeden indruk.
De man die een blauwtje geloopen had
„Ik wou het doen maar zij was mij voor."
ZIJ VOND VAN NIET.
Mevrouw A. ,,'t Is verschrikkelijk
Wat de jongelui tegenwoordig zien, willen
ze hebben."
Mevrouw B. (Moeder van verscheidene
dochters) „Dat kan ik toch werkelijk niet
vinden
O ZOO.
,,'t Spijt me, dat je vrouw mijn brief het
eerst geopend heeft. Zij verzekerde mij toch,
dat zij dat nooit deed."
„Ja. Je had er niet „persoonlijk" op moe
ten zetten."
DE GOEDE KLANT.
„Mag ik voor mijn lieveling och och,
het is toch zoo'n snoes, maar niet sterk,
weet u voor 5 cent levertraan hebben."
„Zeklr dame, gaat u zitten."
„Ze is immers versch 1"
„Versch 1 Voor 5 cent zegt u Als u een
oogenblik geduld heeft, zal ik een nieuwen
walvisch aansnijden."
VOOR DEN RECHTER.
Rechter „Waarom hebt u in een heel
jaar niet tegen uw vrouw gesproken
Beklaagde „Ik wilde haar niet in de red»
vallen, Edelachtbare."
GELIJK.
A.„Ik ben een man van weinig woor
den."
B. „Dan staan wij gelijk Ik ben óók
getrouwd 1" m
HIJ WERD BEGREPEN.
Hij zou haar vader toestemming tot w*
huwelijk vragen. Hij voelde zich heelemaal
niet zenuwachtig. Terwijl hij zorgvuldig
zijn scheiding trok, hertaalde hij bij zichzelf,
wat hij zeggen zou
„Meneer Luit, ik wil u zeggen, in volle
vrijmoedigheid, dat uw dochter Edith en ik
elkaar liefhebben en u vragen uw toestemming
te geven tot ons huwelijk. Ik ben niet rijk,
dat weet u, maar we zijn beiden jong en sterk
en bereid den strijd des levens te strijden,"
enz.
De rest zou vanzelf komen. Als hij maar
een keer aan 't spreken was.
Een half uur later zat hij tegenover haar
vader en stak van wal
„Meneer Luit, ik eh ehem ik
eh kom vrijmoedig eh omme u
ahem vrijmoedig te zeggen, dat wij
eh dat wil zeggen dat ik eh eh
uw dochter liefheb. Ahem 1 Ik ben zoo
vrij eh u te vragen eh om eh
om mijn vrouw te worden. Pardon eh
zij wij eh ik neen. We zijn jong
en eh we wilien vechten. Ik hoop, dat
u mij begrijpt 1"
En het merkwaardige van het geval is,
dat de vader het inderdaad begreep.
EEN VOORSTEL.
Boer van Riel, Kviens vrouw pas gestoken
is, heeft, ten einde weer een boerin op zijn
hoeve te hebben, voor zijn zoon Teun een
bruid gekozen, en daartoe zijn keuze geves
tigd op de zeer rijke, doch niet minder af
schuwelijk leelijke Triene van Gameren.
Vandaag stelt hij de uitverkorene aan zijn
Teun voor, Deze kijkt haar 'n poos verbluft
aan daarop wendt hij zich tot zijn vader met
de woorden
„Zeg, vader, zou-de 'r maor nie veur oe
zeivers holde V'
BIJ DEN SLAGER.
Dienstbode (bij den slager) „Hebt u een
kalfskop
Slager (eerst driftig willende worden, doch
zich bedenkend) „Neen, beste meid, wél 'a
menschenhoofd."
Meisje „Nee, da£ mot ik niet hebben, ex
motte hersens in zitten."
MOEDERTAAL.
Onderwijzer „Wat beteekent het woord
moedertaal 1?"
Bertha „Dat pa niets te zeggen heeft."
schouwing'omtrent deze bijzonderheid, doch
zij drukten de mededeeling af met vette let.
Iers, als zijnde van het grootste belang. Al
de bladen meldden, dat een premie van hon,
derd pond was uitgeloofd voor het aanbren
gen van betrouwbaar gebleken inlichtingen
omtrent „den man met de pelsjas", die Za
terdagnacht aan Hampstead Heath-station
was geweest. Kortom; de pers deed wat zij
kon om dc ontdekking van eenig spoor te
helpen vergemakkelijken.
Maar ofschoon hij wel degelijk geloofde,
da' de kranten konden en zouden helpen,
hadi Max zijn verwachtingen in hoofdzaak
gebouwd op den inspecteur of liever op de
resultaten van het onderzoek, dat Johnson,
ófwel op eigen gelegenheid ofwel met be
hulp van andere rechercheurs zou hebben
gedaan betreffende de kleeren, het bont
werk, de juweelen en het chèque-boekje
als er ten minste een bestond van de
vermoorde vrouw.
Max had inderdaad zóó vast erop gere
kend, dal de waarheid zou ontdekt wordea
dat bij reeds aanstonds diepe teleurstelling
gevoelde vooral in verband met zijn hoop,
dat de ontdekking der feiten hem herhaal
delijk met Peggy Willoughby in aanraking
zou brengen. Johnson's gelaat zeide hem
duidelijk, dat, wat er ook ontdekt moch!
zijn. de sluier van het geheim niet was op
gelicht geworden
(Wordt vervolgd.)