IVET1
ELCK WAT WILS.
TREKJES
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad. Zaterdag 28 Maart 1925
Art. 123 van het regeerings-
reglement.
Maakt de zomertijd goede kans?
Prof. Veraart over het politiek
advies.
Een protest-getuigenis tegen de
neutrale pers.
Nat. Bond tegen de revolutie.
KERK EN SCHOOL.
R.-K. Universiteit
Pater Joh. ten Winkel c.ss.r. f
Pater Caelestinus.
De H. Congregatie der riten.
KUNST -EN KENNIS.
No. 392.
Wat we inademen.
Te veel studenten.
LEGER EN VLOOT.
GEMENGD NIEUWS
Werkloozenbetooging.
Berooving op klaarlichten dag.
Rooken in autobussen.
Poging tot doodslag.
Het tegenwoordige arbeids
terrein van de Bank van Leening
OF WE NOOIT WIJZER WORDEN.
Niet zonder spanning wachter, we op de
officiëele cijfers over het eerste kwartaal 25
betreffende het ledental van" de Vakbewe
ging. Per 1 Januari 1925 was er in algemee-
nen zin nog van geen toename sprake al
scheen de teruggang vrijwel tot staan ge
bracht,
Sindsdien is er naar aller zijde een geduch
te en stelselmatige propaganda gevoerd en
reien met mij zullen dus wel gaarne kennis
lemen van de resultaten dier actie.
Want het wordt zoo zoetjes aan toch wel
hóóg tijd dat er eens een eind komt aan de
verzwakking van de Vakbeweging. Straffe
loos kan dat niet doorgaan en de gevolgen
zullen dan ook niet uitblijven. Niemand is
gehouden om alles wat de Vakbonden doen
of laten als hoogste wijsheid te beschouwen,
maar men kan toch niet wenschen dat de
arbeidersbeweging zoodanig zou verzwakken,
dat er een tijdperk van mindere in de plaats
van meerdere medezeggenschap zou komen.
Ik laat het gaarne aan de betrokken be
sturen, waarom zij zoo en niet anders han
delen, maar ik geloof niet, dat ik een ver
keerde conclusie trek, wanneer ik het con-
tractlooze tijdperk, hetwelk ook door onzen
R.-K. Bond van Bouwvakarbeiders is aan
vaard, min of meer als een uitvloeisel be
schouw van de verzwakking der organisatie
op verschillende plaatsen.
Met het m. i. onontkoombare gevolg, dat
we op dat terrein inplaats van rust, een gu-
rilla-strijd zullen krijgen, waarbij de com
munisten zullen trachten zooveel mogelijk
als stokebranden op te treden.
Zeker ook bij het afsluiten van een lan
delijk contract doen zich moeilijkheden
voor hetgeen ook dezen keer wel gebleken
is, maar wat daarvan ook de gevolgen mo
gen zijn, zij lijken mij altijd minder erg dan
een contractloos tijdperk, waarbij elke ge
bondenheid aan weerszijden zoek is.
Men versta mij niet verkeerd: ik sta niet cri-
tisch tegenover de houding van de Bouwvak
bonden; Integendeel, ik meen de leiders van
rnzen R.-K. Bouwvakbond wel zoo goed te
mennen, dat zonder eenige reserve van hen
mag worden aangenomen dat zij elke raadge
ving aan hun leden wel zorgvuldig gewikt
en gewogen^ hebben en dat het beste is ge
kozen van wat er in verband met alle om
standigheden te bereiken is.
Ik bedoel dan ook alleen maar te wijzen
op de voor een buitenstaander voor de hand
liggende gevolgtrekking, dat het beter had
kunnen gaan, wanneer zooveel duizenden ar
beiders begrepen wat er op het spel staat
en wat dezulken oproepen door het weg
vluchten uit de organisatie.
Dat is het, wat mij de vraag deed stellen:
of we dan nóóit wijzer zullen worden.
Het voorbeeld dat ik koos betrekking heb
bend op de moeilijkheden in het bouwbe
drijf kunnen met allerhande voorbeelden uit
andere bedrijven worden aangevuld.
Ook op het terrein vap de arbeidswetge
ving zullen op den duur de gevolgen niet uit
blijven en dan kunnen we klagen en mop
peren over reactie, maar als de arbeiders
zélf niet begrijpen, dat dergelijke wetten niet
in stand kunnen blijven wanneer ook zij,
door hun daden toonen, er onverschillig te
genover te staan, zijn iij op aen duur niet
te handhaven.
Dat in een tijd van economischen druk door
overwerk gelegenheid wordt geboden om
moeilijkheden het hoofd te bieden, is niet
zoo erg, kan in veel gevallen ook voor de
arbeiders verre te verkiezen zijn boven een
vasthouden aan den norm der wet waarbij in
zulke gevallen groot gevaar bestaat, dat er
niet kan geproduceerd wordem Maar dat
moeten noodmaatregelen blijven en dat zul
len zij ook blijven wanneer een sterke ar
beidersbeweging klaar staat om zoodra dat
economisch mogelijk is, weer alle rechten
op te eischen.
Men mag echter wel doof en blind zjjn als
men er niets van bemerkt dat de reactie te
gen de Arbeidswet en andere sociale wetten,
die een oogenblik scheen te luwen, weer met
ongekende kracht opsteekt.
Allerhande voorvalletjes die zich leenen
om het optreden van de arbeidsinspectie te
laken worden opgeblazen en als inhaerent
aan de wetten voorgesteld. Ook de arbeids
inspectie zal wel eens fouten maken en er
is niets tegen, dat daarop de aandacht wordt
gevestigd maar de conclusie is niet, dat fou
ten voorkomen moeten worden, maar dat de
Wet gewijzigd moet worden.
Zoo verzekerd „De Ned. Nijverheid" het
orgaan van verbond van Ned. Fabrikanten-
vereenigingen, op hartroerende wijze, dat het
geen algeheele vrijheid verlangt, dat het een
open oog heeft voor de hygiënische en mo-
reele betekenis van den verkorten arbeids
dag en het wil zelfs wel erkennen dat niet
in alle bedrijven de tienurendag zonder na
deel voor de werkkracht en werkust der ar
beiders kan worden ingevoerd.
Niettegenstaande dat alles is de eisch, dien
dat dat orgaan meent te mogen stellen
Maar wat wij verlangen is, dat gelijk thans
48-urenweek, in het vervolg de 56-urenweek
de wettelijke grens zal zijn. waarboven in
grijpen van de overheid eerst georloofd en
geboden kan heeten".
Daarbij zitten volstrekt geen slechte be
doelingen voor het blad heeft er zefs vrede
mee, dat de arbeidsduur tot enkele uren per
dag wordt terug gebracht voor zoover dat
met de behoeften van het bedrijf en met de
in zichten en de machtsverhouding van
werkgevers en werknemers is overeen te
brengen.
De inzichten en de machtsverhoudingen,
met den klemtoon op de laatsgenoemde fac
tor, zijn het die van die practisch het be
drijfsleven zullen beheerschen
De machtsverhoudingen. Het blad zou ge
wis zoo brutaal dat woord niet durven neer
schrijven, indien het niet aanvoelde dat de
machtsverhouding thans niet al te zeer in 't
voordeel der arbeiders is, niet alleen door
economische omstandigheden maar ook van
wege de hulptroepen die de slechtgezinde
werkgevers aantreffen in de ongeorganiseer
de arbeiders.
Het kan in dat verband buiten beschou
wing blijven, dat het ook van werkgevers
standpunt nog heel slecht gezien is om voet-
sel te geven a^n de anarchia, want iets an
ders kan het gevolg van een vrije ontplooing
van de macht niet brengen, doch meen ik te
mogen vragen of het niet meer dam tijd
wordt dat vooral de katholieke arbeiders
gaan begrijpen, wat zij bezig zijn te verrich
ten en dat het hoog tijd is om te trachten
door krachtige aaneensluiting het lugubere
slooperswerk te verijdelen.
Of we dan ooit wijzer worden, mag we de
vraag zijn, waarmede we ekaar goeden mor
gen en goeden avond wenschen wat zoo
lang we niet begrijpen wat het zeggen wil
buiten onze R.K. Arbeidersbeweging te staan,
of zonder een kik te geven met ongeorgani
seerden om te gaan, zoolang blijft het gevaar,
dat we pas zullen zien wat we hebben ge
daan, wanneer het te laat is.
IS DAT CULTUUR?
's Menschen geest is vindingrijk. En het is
niet zoo moeilijk, als men op een of andere
wijze zijn hart wil luchten of wat hatelijks
de wereld in wil sturen, om daarvoor een
aanloopje te vinden. Maar vindingrijk is
daarom nog niet altijd beschaving en is het
stellig niet, wanneer zij gebruikt wordt om
feiten te verwringen en verkeerde voorstel
lingen daarvan te geven.
Zoo ongeveer dacht ik, toen mij het hoofd
artikel van „Nieuw Nederland" van 23
Maart j.l. onder de oogen kwam. Bedoeld
weekblad- beoogt de verbreiding van eigen
d. w. z. Roomsche cultuur en dat
hoofdartikel zal dus wel als een stuk be
schavingswerk bedoeld zijn.
Maar hoe dat ook zij: genoemd blad heeft
het van voldoende cultureele beteekenis ge
acht, om Minister Aalberse en gelijktijdig
de arbeidersorganisaties een „mep" toe te
dienen en we kunnen het de eer niet ont
nemen, dat het langs heel ongewonen weg,
toch gekomen is waar het blijkbaar wilde
zijn.
Beginnend met een onderwerp, dat hoofd
zakelijk op politiek terein thuis behoort,
n.l. het afstemmen van de ambtswoning van
den Minister van Buitenlandsche Zaken,
waarmede het blad zeer ingenomen is, weet
het, via de melkbussengeschiedenis uit den
distributietijd, bij Minister Aalberse aan te
landen.
In verband met de melkbussen wordt ver
wezen naar de Commissie voor de Staats
uitgaven, waar deze verklaart, dat „hande
lingen hebben plaats gehad, die in hooge
mate afkeuring verdienen."
En daar bot bovenop:
„Is het niet precies zoo gegaan in de
orde der sociale aangelegenheden, waar
Minister Aalberse, bangelijk onder den
indruk van bepaalde Navember-gebeur-
tenissen, de arbeiders ging overstorten
met maatschappelijke weldaden, die over
het algemeen noch aan hen, noch aan de
samenleving ten voordeel zijn?"
't Zal wel weer aan mij zelf liggen, dat de
cultureele waarde van een dergelijk stukje
geschiedenis maar niet tot mij wil doordrin
gen.
Het wil mij zelfs voorkomen, dat de grof
heid, waarmede hier de meest krasse be
schuldigingen naar het hoofd van een der
meest gewaardeerde sociale werkers wordt
geslingerd, een beletsel is om daartegen op
zakelijke wijze in te gaan.
Het moet toch wel een heel eigenaardige
opvatting van beschaving zijn, als men meent
het volk te moeten opvoeden, zoodanig, dat
het elk vertrouwen in zijn groote mannen
moet verliezen. Want als men bij het volk
Aalberse néérhaalt, hoeveel blijven er dan
nog staan?
Even vindingrijk is het blad om eert an
dere moeilijkheid op te lossen die .zich in
verband met dat stukje geschiedenis voor
doet. Het gevoelt n.l. zeer goed, dat ook de
werkgevers eenge jaren terug een klein
weinigje vriendelijker stonden tegenover de
sociale wetgeving en de arbeiders, dan nu
valt waar te nemen.
Het weet met een sierlijken zwaai ook
•ver deze moeilijkheid heen te kopen en
een aannemelijke verklaring voor dat
verschijnsel aan te nemen.
De werkgevers waren in die dagen van
zeer goeden wil en het blad dat nog niet
bestond heeft toen zelfs werkgevers ge
sproken, die verklaarden: „ja, in ons land
willen we eigenlijk allen ons bedrijf stellen
in dienst van de gemeenschap."
Of ook daarin geen tikje revolutievrees
lag, kunnen we onbesproken laten, maar de
motiveering van de veranderde mentaliteit is
bepaald kostelijk. Immers, er zou uit dat al
les tcch nog wel iets goeds geboren zijn,
wanneer die arbeiders-organisaties maar niet
zoo ongansch waren opgetreden.
„....Daar had iets goeds uit kunnen
groeien, indien de arbeiders-organisaties
rijp waren geweest en net onder in
vloed van de uitersten, prat op hun tijde
lijke macht, den tijd hadden verdaan aan
hooge looneischen en indien de regeering
krachtige leiding had weten te geven, om
de arbeiders te leeren de plaats, waar zij
hebben te staan. Het mocht nog niet"
De arbeiders wisten niet, waar zij staan
moesten, die halzen en vandaar de reactie!
't Is als kristal zoo hélder. Enfin de „mep
pen" zijn uitgedeeld en het praatje over
„zuinigheid en wijsheid" waarbij al dat mooie
werd ondergebracht, kan verder worden
voortgezet.
Men zou alleen twijfel kunnen uitspreken
over de vraag of dat nu als de meest juiste
methode moet worden aangemerkt om ei^en-
cultuur te verbreiden.
Misschien zijn er nog, die met mij van
gevoelen zijn, dat als we niets beters had
den voor ons Roomsche volk, dat het dan
met onze eigen cultuur niet al te schitte-
reiyl gesteld zou zijn.
A. J, L.
BEDRIJFSORGANISATIE IN HET
BUITENLAND.
Nadat reeds geruimen tijd in Frankrijk een
actie is gevoerd om te komen tot instelling
van een Nationalen Economischen Raad, is
de instelling van dit lichaam thans definitief
geregeld. De Raad zal 47 leden tellen, ge
kozen door de belangrijkste organisaties vae.
verbruikers, werknemers in ruimen zin
(hand- en hoofdarbeiders, in'tellectueelen,
enz.), ondernemers en bezitters van onroe
rend goed. Zijn taak zal bestaan uit het be-
studeeren van economische vraagstukken en
voorstellen ter oplos%ng van deze vraag
stukken doen, daarbij rekening houdende
met het algemeen belang. Aan den Raad
zal een zeker recht van initiatief worden
toegekend, zonder dat hierdoor inbreuk zal
mogen gemaakt worden op de autoriteit van
de volksvertegenwoordiging.
Wat betreft de medezeggingschap der
werknemers in het beheer van de onderne
ming kan melding worden gemaakt van het
in December in Denemarken ingediende
wetsvoorstel tot instelling van ondernemings
raden in alle ondernemingen op het gebied
van nijverheid, handel, handwerk, land-,
bosch- en tuinbouw, waarin minstens 10
werknemers van 18 jaar of ouder werkzaam
zijn; bedraagt dit aantal slechts 59, dan
kan een „vertegenwoordiger" gekozen wor
den, die dezelfde bevoegdheden heelt. Doel
van het wetsontwerp is de harmonische ont
wikkeling van de Deensche industrie, enz. te
bevordéren. Dat dit doel bereikt zou wor
den, wordt intusschen door het werkgevers
verbond ontkend; in de praktijk zou het
thans bestaande en op de collectieve con
tracten steunende stelsel van overleg en be
middeling door middel van „vertegenwoor
digers" der arbeiders voldoer.de bevredi
ging schenken en een wettelijke maatregel
als hier bedoeld overbodig en voor de in
dustrie zeer bezwaarlijk zijn. Volgens het
ontwerp zullen de ondernemingsraden het
recht hebben de belangen der arbeiders te
behartigen, en dat in overleg met de be
trokken vakorganisaties: als voorwaarde
voor de instelling van een ondernemings
raad wordt nl. gesteld, dat het perscr.eel ge
organiseerd zij. De raden dienen bij de be
handeling van verschillende punten geraad
pleegd te worden en hebben voorts het recht
vóór de vaststelling van de balans voor
zoover noodig inzage te nemen van de
boeken. Op verlangen van den raad js de
werkgever verplicht zelf of door middel van
een vertegenwoordiger deel te nemen aan
de zittingen van den ondernemingsraad.
Over deelneming der arbeiders in de
winst der onderneming bevat het onlangs in
Roemenië aangenomen wetsontwerp betref
fende de exploitatie van het mijnbedrijf de
bepaling, dat alle ondernemingen in het mijn
bedrijf of welke daarmee annex zijn, uit de
jaarlijksche netto-winst een bedrag dienen
af te zonderen, bestemd voor instelling van
fondsen ten bate der arbeiders óf voor
winstdeeling door de hoofd- zoowel als door
de handarbeiders.
Tot practisc'ne invoering van een stelsel
van bedrijfsraden is in November il. in Ca
nada met instemming zoowel van werk
gevers als werknemers besloten, nl. ten op
zichte van de nationale spoorwegen. Men
verwacht van dit geleidelijk in te voeren
stelsel o. a. een opvoering van de productie,
verbetering van den spoorwegdienst, stabili
satie van de werkgelegenheid en betere
arbeidsvoorwaarden. Opgericht zullen wor
den afzonderlijke plaatselijke commissies van
het personeel, alsmede van de directie,
welke geregeld bijeen zullen komen ter be
handeling van punten van gemeenschappe
lijk belang. Tevens zullen commissies worden
ingesteld per district en per spoorwegnet.
Een gemengde netcommissie zal tweemaal
's jaars vergaderen ten einde de voorstellen
van de districtscommissies te behandelen en
beslissingen te nemen in zaken, welke het
spoorwegbedrijf als geheel raken.
(Maadsch. v. d. Statiestiek.)
VOORLOOPIG OVERZICHT VAN DE IN
1924 UITGEBROKEN WERKSTAKINGEN
EN UITSLUITINGEN.
Het Maandschrift voor de Statistiek geeft
een voorloopig overzicht van de werkstakin
gen en uitsluitingen in 1924 waaraan het on
derstaande is ontleend:
„De omvang der beweging in 1924, voor-
zoover deze uit het aantal verloren arbeids
dagen kan worden afgeleid, kon nog niet
worden vastgesteld, daar dit aantal nog niet
volledig bekend is. Intusschen blijkt uit de
beschikbare gegevens, dat binnen de gren
zen van het kalenderjaar 1924 méér arbeids
dagen verloren gingen, dan in eenig ander
jaar het geval is geweest, Alleen als gevolg
van het conflict in de textielindustrie toch,
gingen in 1924 reeds ruim 2,7 millioen ar
beidsdagen verloren, d.i. meer, dan in eenig
voorgaand jaar voor alle geschillen tezamen
werd geteld. Uit onderstaande voorloopigc
cijfers blijkt, dat het aantal geschillen in ge
noemd jaar kleiner was dan in elk der jaren
19191923 en gemiddeld per jaar in 1914
1918. Ook het aantal stakers en uitgeslo-
tenen, hoewel voorloopig vastgesteld en dus
vermoedelijk te laag, was niet groot, n.l.
kleiner dan in één der jaren na 1916.
Jaren
Aantal stakin
Aantal sta
gen en uitslui
kers en uit-
tingen.
geslo tenen.
1924
237
1108
1923
289
1455
1922
325
3371
1921
299
2430
1920
481
3014
1919
649
4935
1914—1918
317
1379
1901—1913
184
677
Zooals meestal het geval was, kwamen
ook in 1924 in het bouwbedrijf de meeste
geschillen voor, n.l. 94 Voor de overige be-
drijfsklassen waren de aantallen als volgt:
„verkeerswezen" 32, „bereiding van voe-
dings- en genotmiddelen" 24, „hout-, kurk-,
stroobewerking, enz." 14, „metaalbewer
king" 12, „fabricage van airdewerk, glas,
kalk en steenen" en „warenhandel" elk 9,
„boek- en steendrukkerij" 7, „visscherij en
jacht" 6, „vervaardiging van stoom- en
andere werktuigen" en „textiele nijverheid"
elk 5, „scheepsbouw, vervaardiging van rij
tuigen" en „landbouwbedrijven" elk 4,
„kleeding en reiniging" 3, „leder, wasdoek,
caoutchouc", „oer, steenkolen, turf," „pa
pier" en „vrije beroepen" elk 2 en „chemi
sche nijverheid" 1.
Wederom werd het grootste aantal ge
schillen geteld in de provincies Noord-
Holland (80) en Zuid-Holland (79).
Naar de maanden verdeeld, kwamen de
meeste stakingen voor in April (38), Maart
(28) en Januari en Mei (elk 25), terwijl het
geringste aantal voorkwam in Augustus,
November en December (elk 11).
Van de 237 in 1924 begonnen stakingen en
uitsluitingen duurden er ultimo December,
voor zoover bekend, nog 23 voort, 3 stakin
gen vonden haar oorzaak in solidariteit Van
de 211 geëindigde geschillen bleef van 15
de uitslag nog onbekend (d.i, van 7,11 pCt.);
59 geschillen (d.i. 17,96 pCt.) vielen ten gun
ste der werklieden uit; 85 (d.i. 40.28 pCt.)
werden geschikt; 50 (23,70 pCt.) eindigden
ten hunnen nadeele, terwijl van 2 geschil
len de uitslag onbeslist bleef (0.95 pCt.)
WERKLOOSHEID.
Volgens de gegevens van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering waren in de
week van 23 tot en met 28 Februari van de
269766 tegen werkloosheid verzekerde ar
beiders 24615 geheel en 7155 gedeeltelijk
werkloos.
Het percentage is dus 9.1 en 2.7 tegen res
pectievelijk 13 en 3.5 in d overeenkomstige
week van 1924.
B
TO-j
Bij de behandeling van de Indische be
grooting in de Eerste Kamer, verklaarde de
Minister van Koloniën inzake Artikel 123
van het Regeerings-reglement een oplossing
te zullen zoeken, die alle partijen bevredigt.
De „Tel." zegt uit vertrouwbare bron te
vernemen dat 28 a 29 Eerste-Kamerleden
zich zullen verklaren tegen' het wetsvoorstel
tot afschaffing van den Zomertijd. Mochten
van hen bij de s.temming geen, of slechts
zeer enkele leden ontbreken, dan zou dus de
handhaving van den zomertijd verzekerd
zijn.
- -V
De „Msb." publiceert een oordeel van
prof. Veraart den oud-voorzitter van het
verbond „St. Michaël" over den uitslag van
het politiek advies.'
Prof. Veraart herinnerde er aan, dat het
streven van „St. Michaël" is geweest de de
mocratische gedachte in het program der
Katholieke Staatspartij door te voeren en
voorts het stellen van candidaten te bevor
deren, die aan deze gedachte beantwoorden.
Prof. Veraart meende in het politiek ad
vies een anti-democratische strekking te ont
dekken. Hij erkende wel, dat het advies
goede kwaliteiten bezit maar het gaat niet
zoo ver, als met recht had mogen worden
verwacht. Op de eene plaats is getracht
recht te doen, op de andere is aan het recht
te kort gedaan.
Gefrappeerd had het den oud-voorzitter
van „St. Michaël" vooral, dat aan den heer
Van Poll geen plaats was toebedeeld en
aan mevrouw Bronsveld een zoo ongunstige
plaats. En dat terwijl pievrouw Bronsveld
op 192 plaatsen candidaat is gesteld.
Deze anti-democratische strekking vervul
de hem met groote bezorgdheid voor de
naaste toekomst. Als de definitieve candi-
datenlijst er niet anders uitziet, vreesde hij
dat er duizenden Katholieke stemmen op dc
S. D. A, P. en op de Kath. Volkspartij
zouden worden uitgebracht.
Het Vakbureau, dat niets gedaan heeft tot
steun van „St. Michaël" krijgt een ernstige
klap ten aanzien van den heer Loerakker.
Met enkele wijzigingen zou het advies er
veel beter hebben uitgezien. Wat zou het
bijvoorbeeld geschaad hebben, als dr. Mol-
Ier no. 4 was geworden in Brabant?
Uit heel wat telefoongesprekken, telegram
men en brieven was prof. Veraart gebleken,
dat in de St. Michaëlclubs groote ontevre
denheid heerscht. Waarom Van Poll niet in
West-Brabant gesteld? Dat had de Volks
partij den wind uit de zeilen genomen. Wan
neer mevr. Bronsveld als no. 2 in Helder
Haarlem was gesteld had dit veel bevredi
ging gegeven.
Officieel weet prof. Veraart niet, wat er
door de Michaëlisten zal gedaan worden.
Wel heeft hij berichten ontvangen, dat de
kiescomité's der Michaëlisten binnen enkele
dagen zullen 'bijeenkomen om een krachtige
actie voor bepaalde candidaten te gaan
voeren.
In de Kerkeraadsvergadering van Vorden
(Geld.) werd bij de rondvraag ter sprake
gebracht de verderfelijke invloed, die er uit
gaat van de z.g.n. neutrale bladen.
Na bespreking wordt met algemeene stem
men besloten, dat een protest-getuigenis zal
opgesteld en dat getuigenis van den kansel
der gemeente zal worden voorgelezen.
Het is van den volgen inhoud:
„De Kerkeraad, het betreurend, dat nog
steeds in sommige huisgezinnen onzer ge
meente z.g.n. neutrale dagbladlectuur wordt
aangetroffen:
bij vernieuwing voor eenige dagen gele
den kennis genomen hebbende, van den,
voor onze Christelijke beginselen zeer ver
derfelijke strekking, die uitgaat van hetgeen
telkens te lezen staat in de Courant, die den
naam van onze burgerlijke gemeente draagt.
In welk blad ook Advertentiën voorkomen,
te schandelijk om van deze plaats te noe
men, ten aanzien van de zonde tegen het
7e gebod;
heeft in zijn vergadering van 6 Maart j.l.
met algemeene stemmen besloten, de leden
der gemeente ten ernstigste op het hart en
op 't geweten te binden de noodzakelijkheid
om dergelijke, de goede leer en de goede ze
den ondermijnende lectuur volstrekt uit de
huizen te weren en geweerd te houden.
„Binnenkort verschijnt ,De Strijd legen
het Bolsjewisme", uitgave van den Nationa
len Bond tegen revolutie, bewerkt naar de
Fransche uitgave van het „Bureau Perma
nent de l'Ententc Internationale Contre le
IIIc Internationale.
Deze brochure zét in korte trekken uit
een de communistische propaganda en geeft
tevens aan op welke wijze de voorstanders
van orde en rust in ons vaderland deze pro
paganda en de doorwerking der revolution-
naire vergiftiging trachten te neutralisecen.
De Zecreerw. Pater Prof. Dr. Aurelius
Pompen O. F. M. die benoemd is tot bui
tengewoon hoogleeraar in dc Engelsche
taal- en letterkunde aan de R.-K. Universi
teit, zal op Donderdag 2 April a.s., des
middags om twee uur, zijn ambt aanvaarden
met liet uitspreken van een rede in de
kleine Concertzaal van de Vereeniging.
In het Redemptoristenklooster te Amster
dam is Donderdag in den ouderdom van 70
jaar aan een slepende kwaal, waaraan hij
reeds geruimen tijd leed, overleden de wel-
eerw. pater Johannes ten Winkel C. s.s. R.
De heer Van Vorst, ex-pater Caelestinus,
is weer in de órde der Capucijnen opgeno
men en verblijft in het klooster der paters
Trappisten te Zundert. (lijd-)
De a.s. Canonisaties.
De H. Congregatie der Riten vergaderde
Woensdag, in tegenwoordigheid van Z. H.
den Paus. voor een beraadslaging en de
stemming le. over de wonderen en het
„tuto" voor de a.s. canonisatie van den ge
lukzaligen Petrus Canisius, 2e. over 't „tuto"
voor de heiligverklaring der zalige Theresia
van het Kind Jesus, 3e. over het „tuto"
voor de zaligverklaring van den eerbied-
waardigen Vincentius Strambi, bisschop van
Macarata en Tolentino. (Msb.)
EEN ONJUIST BERICHT.
Uit de beste bron verneemt het „Hsgezin
dat het bericht, dat de heer Van Vorst, de
vroegere pater Coelestinus. weer in de Orde
der Capucijnen is opgenomen, geheel en al
onjuist is.
LOURDES, LÏSIEUX, PARIJS.
De 6e Bedevaart van „Roomsch Neder
land" gaat dit jaar van 2129 Juli naar
Lourdes.
Om de lange reis te onderbreken blijft
men een dag en een nacht te Parijs. De dag in
Parijs wordt besteed met een be zoelte bren
gen aan Versailles en in den namiddag aan
de beroemde basiliek van het H. Hart van
Jezus op den Montmartre. Zij, die zulks ver
langen, kunnen dien dag onder geleide een
bezoek brengen aan het graf van de zalige
Theresia van het Kind Jezus te Lisieux.
Inlichtingen worden gaarne verstrekt door
den ZeerEerw, Heer Chr. Verbunt, pastoor
te Zeeuwsch Clinge, geestelijke leider en
bisschoppelijke gedelegeerde van deze bede
vaart.
Twee schoolkameraads.
Ik hoor het onze hoofdonderwijzer nóg
zeggen:
„Joop Konings, als jij zóó doorgaat, dan
komt er niks van jou terecht.... je bent 'n
luiaard, en 'n brutale kwajongen, 'n verwen
de lastpost.... En dat mag je gerust tegen
je vader en moeder zeggen, dat kan me niet
schelen."
Als Joop Konings zoo'n schrobbeering
kreeg schokte hij onverschillig met z'n
schouders.en dan werd onze hoofdonder
wijzer oprecht kwaad.kon zich niet meer
kalm houden en gaf Joop 'n aframmeling.
Dan kwam de andere dag op hooge pooten
loop's vader aan de school en ging heftig
tegen de onderwijzer uitvaren over dc
„mishandeling" van z'n kind.... dreigde
met de politie en zei nog veel meer domme
dingen. De verblinde vader luisterde nauwe
lijks als hem dan rustig, doch ernstig werd
gezegd, dat ie z'n jongen totaal bedierf en
aog veel verdriet van hem zou krijgen.
„Dat zijn allemaal mijn zaken!'' stoo
de onverstandige vent dan op „U blijft
met je handen van mijn jongen af, en als u
geen kans ziet 'm wat te leeren, dan zijn d'r
nod genoeg andere scholen!"
En of het schoolhoofd dan al zei, dat hij
zich mede verantwoordelijk achtte voor de
opvoeding der aan zijn zorg toevertrouwde
jeugd, 't gaf allemaal niksde vader wil
de van z'n jongen niets kwaads hooren, bleef
koppig er tegenin razen en verliet de school
met 'n gezicht, gloeiend van opwinding?
Joop wist zich door z'n ouders beschermd
en werd vanzelf met de dag meer onwillig
en onhandelbaar.
'n Jaar zoowal heb 'k Joop meegemaakt
op onze school. Toen nam z'n vader hem er
afwant Joop's rapport was buitenge
woon beroerd, waaruit de vader concludeer
de, dat het onderwijs daar óók al niet
deugde.
Tot z'n twaalfde jaar heeft Joop vier a vijf
scholen bezocht. Bij de laatste werd ie weg
getrapt met de boodschap, dat ie 't niet
moest wagen terug te komen.
Bij elk vertrek kreeg Joop ,,'t neilig
kruis na", want ook buiten de school was
't 'n mispunt. Vechten deed ie alleen met
kleinere jongens. En als 'n grootere het voor
zoo n kleine opnam, en Joop 'n afrossing gaf,
liet ie zich de volgende dag door z'n vader
van school halen.
Joop was eenigst kind.
Daar is eigenlijk al veel mee gezegd.
Z'n ongeluk was, dat z'n ouders bemiddel
de lui waren. Waar ie over kikte, dat kreeg
ie.... en als 't niet gauw lukte bij vader,
dan lukte 't wel bij moeder, met 'n zoodje
tranen en gesimuleerde zenuwaandoeningen.
Joop werd volontair hier en volontair
j daarhij werd volont air zus en volontair
zooMaar nergens bracht ie 't tot ver
dienste, eenvoudig omdat ie nergens ver
stand van had en te lui was om er ver
stand van te probeeren te krijgen.
Van z'n dertiende tot z'n achttiende jaar
i. ie in zes winkels en op zeven kantoren
geweest-... 't /laatste bij 'n boterfabriek,
waar ie na drie dagen wegliep, omdat ie niet
tegen de stank kon. wat z'n moeder dan
ook best begreep.
De vader was langzamerhand iets anders
gaan begrijpen.
Dat de hoofdonderwijzer, met wie hij 't
meest ruzie had gehad, het toch wel goed
had gezien.
De vader ging Joop nu anders aanpakken,
maar daar was 't natuurlijk al veel te laat
voor. Wat ze aan hun lieveling hadden
bedorven was er niet meer uit te ranselen.
't Werden complete vechtpartijen tusschen
vader en zoon.... een keer moest zelfs de
politie er bij te pas komen en dc familie
Konings was voor de halve stad geblameerd.
Er ging 'n onhoudbare toestand heerschen
in 't gezin van drie menschenVader en
zoon zoowat in voortdurende vijandschap,
om 't niksnuttige leven van de slungel----
en de moeder ging sukkelen van de narig
heden, en van de grauwen en snauwen, die
zé van zoonlief kreeg, als ze niet genoea
zakgeld gaf, stiekem, of z'n zin niet deed.
Joop Konings was een en twintig tóen z'n
moeder stierf. Terwijl 't mensch d'r laatste
adem uitblies zat 'r zoon met vrienden in 'n
J cabaret.
Met z'n moeders versterf in z'n zak ging ie
't huis uit,
aar ie heen trok wist niemand. ook
z'n vacter niet. Z'n vrienden beweerden 'n
poosje later, dat ie in Canada zat.
Eenmaal kwam ie in Holland terug, om bij
'n notaris de nalatenschap van z'n vader op
te strijken.
Toen bleef ie weer jaren „onzichtbaar
„Bonjour.... of ken- jij me soms óók al
niet meer?"
„Wat? Zie ik goed?"
„Ja. waarschijnlijk wel. tenminste
als je denkt, dat je Joop Konings voor je
ziet.''
„Waarachtig.... Joop...."
'n Maand of wat geleden hield ie me zoo
aan.
Hij zag zwart van magerte en leek wel vijf
tig. toch kon ie niet ouder dan vijf-zes en
dertig zijn.
Hij droeg 'n hoed, die geen kleur meer had,
'n gebarsten gummi-boord'met vuil-gele ran
den, en 'n vet sliederdayje. Z'n gore jas hing
aan één knoop, die telkens losschoot uit 't
touwig verrafelde knoopsgat, 'n Broek met
zak-knieën begroef z'n modderschoenen, die
elk nog 'n hoekje hak bezaten.
Er kwam 'n zuur grijnsje op z'n borstel
gezicht, en z'n tandelooze mond met rotsige
kiesbrokken trok open in 'n.weeë gaap.
„Hoe maak je 't, Joop?
Ik voelde direct die vraag als een bespot
ting. -.en hij zelf ook. want hij lachte schor
en grof
„Nou ja. dat is zoo de gewone vraag'
liet ie er excuseerend op volgen
„Neem 'k je niet kwalijk, hoor.... As je
mekaar in geen goeie twintig jaar. ja
zoo lang zal 't wel geleje zijn. niet? Toch
leuk, da'k je nog effe spreek 'k heb bij
jou an huis nog wel es gespeeld, as jongen.
en toen jij m'n zin niet dee, toen zei 'k n
vloek of zoo iets.... en toen keek je vader
me allcén maar an. hij zei niks, geen
woord. maar alleen om dat ankijken wou
'k nooit meer terug komme bij jullie....
weet je zeker niet meer?
,,'k Herinner 't me niet, hoor...- Waar
heb je al die tijd gezeten?"
„En wat doe je?"
„Overal gezworven en van alles gedaan.
„Niks.... 't Is voor alle zaken en voor
iedereen 'n gesjochte boel.... waarom zou
ik 'r dus vrij van zijn?
„Wat is je vak?"
„Vak? Vak?" ontweek ie .Wal is
'n vak? Welk vak is nog wal waard? Je
pakt fin wal je kan grijpen.... fnaar dr is
niks.... Is mc dat 'n wereld tegenwoordig.,
één stuk mest.... de hecle wereld en de
heele maatschappij.... das mijn opinie
daaromtrent. We zalle wel zien. van
daag of morgen.... afijn, als je s wat voor
me weet't Hindert niet wat 't is..
steenen sjouwen is ook goed....'
Hij liep nog een eindje mee op. en ging
toen alleen verder. wrakkerig.
'n Paar weken later zag 'k 'm weer.
Niet alleen.
Hij liep tusschen twee rechercheurs.
In het negende rapport van de Engelsche
commissie tot onderzoek naar de verontrei
niging van de atmosfeer lezen we, dat de
lucht boven de Golf van Biscaye ongeveer
15 stofdeeljes per m.M.3 bevat, op een zon-
nigen dag te Kensington 4C00 en op een
mistigen dag te Westminster 53000 stofdeel
tjes per m.M.3.
De lengte van de gemiddelde stofdeeltjes
bedraagt ongeveer 1/10 van de middellijn
van spinnewebdraad. Tijdens een zwaren
mist ademt een man in 24 uur ongeveer
500.000.000.000 van die zwevende deeltjes in.
Indien deze deultjes pp een rij aan elkaar
zouden worden geplaatst, zouden zij een
draad van 400 K.M. vormen. Dit geeft er
eenig idee vasi, wat door de hulpmiddelen
van de ademhalingsorganen moet worden
gedaan om de- ingeademde lucht te zuiveren.
Doch daarvoor is noodig: door den neus J
ademhalen!
(Uit Zonnebloemen^,
De Minister van Onderwijs heeft aan cu
ratoren en senaten der Rijksuniversiteiten
advies gevraagd nopens de vraag, op welke
wijze het aantal studenten der Rijksuniver
siteiten zou kunnen worden beperkt.
(VadJ
PENSIOEN-AANVRAGEN.
Naar „De Residentiebode" verneemt, heb
ben verschillende militairen beneden den
rang van officier, in verband met de voorge
stelde inwerkingtreding van de nieuwe
Pensioenwet voor de Landmacht, pensioen
aangevraagd op grond van de thans geldende
wet.
De aanvraag is, naar het blad meldt, ver
bazend groot.
Ongeveer 500 stakers, die het werk heb
ben neergelegd aan het Oranjekanaal, trok
ken gisteren door het dorp Beilen om de
arbeiders aan het kanaal BeilenNieuwer-
cord te bewegen evenens het werk neer te
leggen. De afsluitboom van den spoorweg
werd neergelaten. De burgemeester sprak
de arbeiders toe, die vervolgens kalm te
rugkeerden. Er is een sterke politiebew»
king aanwezig.
Een aannemer heeft aangifte gedaan dat
hij Woensdagmorgen in de Marnixstraat bij
de Rozengracht te Amsterdam van een hem
onbekend persoon een vuistslag heeft ge
kregen, waardoor hij op straat viel. Eenige
oogenblikken later miste hij zijn portefeuille
inhoudende 2200 aan bankpapier.
Ged. Staten van Gelderland maken be
zwaar tegen de door den gemeenteraad van
Rossum aangevulde politieverordening,
waarbij verboden werd om in autobussen te
rocken. Gedep. Staten merken op, dat een
derglijk verbod niet toelaatbaar is, omdat
de gemeenteraad treedt in hetgeen rijksbe
lang is. Een dergelijk verbod is wel toe
laatbaar als het alleen betreft openbare
middelen voor vervoer binnen dc gemeente.
Als verdacht van poging tot doodslag op
zijn vrouw is gevankelijk naar het Huis van
Bewaring te Roermond overgebracht zekere
V., uit Weert. Reeds geruimen tijd was de
verstandhouding in het huisgezin zeer slecht.
Woensdag en Donderdag is in het ver
kooplokaal van de Gemeentebank van Lee-
ning in de K. Lombardstraat te 's-Hage, ver-
kooping gehouden van gouden en zilveren er.
met juweelen bezette sieraden. Onder de
voorwerpen was een zeer kostbaar diadeem
met brillanten bezet, alsmede een ongezette
briliant van ongeveer 18 karaat. Beide voor
werpen illustreeren, hoe het arbeidsterrein
van de Bank verplaatst is. Vroeger was zij
de Bank voor de paupers, thans is zij een
instelling geworden waar de beter gesitu
eerde geld opneemt op onderpand, zooals
een zakenman dikwijls geld opneemt op efr
fecten.
De beleenlermijn van beide kostbare sie
raden was verstreken en daarom werden ze
publiek v'ferkocht. De ongezette briliant ver
tegenwoordigde een waarde van 300600
gulden per karaat. De juiste waarde moet
geheim blijven, omdat de beide voorwerpen
niet verkocht zijn aan de kooplieden.
l'oen de sieraden werden ingezet, zwegen
de koopers. Geen bod werd gedaan. Blijk
baar hadden de kooplieden afgesproken den
prijs te drukken door niet te bieden, hopen
de dat de Bank de kostbare voorwerpen
voor een zacht prijsje zou laten gaan. Maar
zij hadden buiten den directeur gerekend.
Deze kocht de sieraden namens de Bank. De
Bank is nu zelf eigenares en kan de sieradeh
onderhands verkoopen.
Het buitenkansje is den neus der kooplie
den voorbijgegaan.
Had 'n fiets gestolen.
Buitengewoon toevallig toch.
Dezelfde dag zag ik 'n andere oud-school
kameraadIn al die jaren niets van
elkaar gezien of gehoord.
Dal was 'n jongen uit 'n gezin van twaalf.
Hij was vader van vijf kinderen.
Hoe ie 't maakte?
„O, best. hoor! Veel zorgen, man, veel
zorgen.... salarisverlaging, hooge huur en
belasting en alles Maar we zijn tevre
den, kerel. Ik heb werken geleerd in m'n
jonge tijd.... en aanpakkenen hoe je
je d'r doorheen moet slaan als 't es tegen
loopt. Dat. is me later allemaal best te pas
gekomen.... En als je maar met 'n vroolijk
gezicht, met 'n gezonde lach door 't leven
gaat, niewaar? O-zoo! 'k Heb nou weer net
zoo lang gezocht tot 'k 'r 'n paar avond
kantoren bij had gekregeu... t Is wel hard
werken, maar dat geeft niks. 'k Ben gezond,
en niks te lui.... Nou, we zien mekaar rog
wel es Kom es fin.... altijd welkom,
hoor! Adie!"
En als 'k nou denk aan Joop Konings met
z'n hongerig uiterlijk en z'n giftigheid tegen
alles wat mensch en samenleving is en
aan z'n laatste daad, z'n diefstal.... dan
moet ik toch óók direct weer denken aan die
tweede.... en herinner me nog, dat ie altijd
beste cijfers had op school en dikwijls door
diezelfde hoofdonderwijzer als voorbeeld
werd gesteld. G. N.