TOlHD J Verwildering der jeugd. Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Dinsdag 31 Maart 1925 VELE OUDERS ZIJN DE SCHULDIGEN. LEGER EN VLOOT. Militaire Pensioenwet. Nederlandsche Torpedojagers naar Singapore. De verkiezingen voor het Rijkspresidentschap. Heeft de Fransche regeering een nota ontvangen ter toelichting van de Dnitsche voorsteilen? Onder de Radio-berichten: Sluiting der juridische faculteit aan de Universiteit van Parijs. Begrafenis van de slachtoffers bij de mijn ramp te Merkbach. Gem. buitenl. berichten. De druk der belastingen. De uitvoering der Jachtwet. NIEUWE BEPALINGEN AFGEKONDIGD. De overeenkomst met België. Het accoord met België. Minister Ruys in Drente. De Kamerverkiezingen. De Wëst'Friesche Kanaal plannen. St. Michaël. FEUILLETON. Als bijlage van „De Gong" is een mani fest verschenen, dat 2ich richt tot „Vele ouders" en dat tot opschrift draagt „Gij zijt de schuldigen". Men leest in het redactio- neele artikel „Het is een verbazend onaangename ver rassing, waarmede ik bij onze Hollandsche gezinnen moet aankomen, maar ouders, ik kan ze u niet besparen. Er gaat een aanzwel lende stroom van ongemanierdheid, van on wellevendheid, van gebrek aan de eenvoudig ste tucht over onze jeugd, die haar ten lange laatste naar den ondergang zal voeren. Er is een golf van onverschilligheid, gebrek aan gemeenschapszin, eerbied en ontzag over onze kinderen, die hen verzwelgen zal en hen volkomen ongeschikt zal maken voor een ordelijke samenleving op de basis van rech ten en plichten. „Verruwing in woorden en in daden, ver nielzucht en straatschenderij, moedwil en plaagzucht vieren hoogtij en in den nood wen den zich de autoriteiten, de pers, de openbare meening tot de onderwijswereld om hulp, nu het ten slotte niet meer alleen gaat om moreele schade alleen, maar de materieele tastbaar wordt en in conflict komt met de bezuinigings neigingen, die uit de bitterste noodzakelijk heid geboren worden. Zelfs de ergste cynicus gaat zich bekeeren. nu zich de gevolgen van al die jeugd-ondeugden gaan omzetten in gel delijk verlies. „Men keert zich nu tegen de politie, die maar een onvoldoend toezicht zou oefenen men geeft af op» de onderwijzers, die de ge legenheid niet benutten om de kinderen op te voeden tot regelmaat en orde, men schreeuwt om meer verordeningen en voorschriften, die den bestrijders van al deze booze neigingen een ruggesteun zouden moeten geven en men verzuimt de ware oorzaak op te sporen, waaraan al het kwaad te wijten is. „Wie, zooals wij, al de artikelen en ingezon den stukken onder de oogen zou krijgen, die het persbureau voor ons verzamelen kan, zou uit die dagelijksche tientallen'van uitknipsels uit letterlijk alle oorden van ons vaderland, zich een wanhopig tijdsbeeld kunnen vormen, dat iemand de handen van verbazing doet in een slaan. „Daar is nu geen aardigheid hoegenaamd meer aan, geen oubolligheid en geen grappig heid. De misselijks te, naarste en akeligste verfijnde straatschenderijen en vernielingen, diefstallen, brandstichtingen, misdaden en onzedelijkheden doen meer denken aan men tale afwijkingen die aan leuke kwajongens streken en toch tegen hanengekraai en wat hondengeblaf ontstaan bewegingen, tegen het zielenbederf van de kinderen van ons volk helaas in alle standen doen zij, die er verantwoordelijk voor zijn, niets hoegenaamd. „Want het zijn niet de onderwijzers noch de politiebeambten, die hier schuldig zijn „De schuldigen, ouders van Nederland zijt vij. „Gij, ouders, die in uwen huiselijken kring uw gezag hebt doen verloren gaan-en uwe kinderen niet meer weet te regeeren gij die met het ellendige ge-jij en ge-jou den waren toon voor eerbied tot op het laatste snippertje hebt laten te niet gaan die onder uwe oogen uwe kinderen hebt doen ontaarden door hun vrijheden toe te staan, die de vrijheid van anderen aanranden en vernietigen. „Gij, ouders, die door uw slechte voorbeeld van den huiselijken kring een broeinest maakt van ongerechtigheden die met een glimlach oogluikend toestaat, dat uwe kinderen aan uwe onmiddellijke leiding ontsnappen en hun kwade neigingen kunnen botvieren. „Gij, die in hun tegenwoordigheid onbe wimpeld uw afkeuring, ja uwe minachting uitspreekt over staatslieden en ambtenaren, over eerbiedwaardige, vaak oudere menschen van wier karakter en handelingen gij zoo goed als niets weet die te genotzuchtig zijt om um met uwe kinderen bezig te houden, hun lei ding te geven bij hun leeren en hun uitspan ning gij die verzuimt, de oudere vrienden van uwe jongens en meisjes te zijn. „Gij zijt de allereerste, de ergste, de onver antwoordelijke schuldigen. „Is het niet ontstellend, wat een onzer bla den dezer dagen schreef, dat, toen in het Soniënbosch bij Brussel het lijk van een jong meisje ontdekt werd, waarvan gemeld werd, dat het bruin haar had, daarop 75 brieven inkwamen van ouders, wier dochters het huis verlieten om er nooit meer in te komen? En is het niet nog veel meer ontstellend, wan neer gij denkt, aan het aantal blonde en zwarte meisjes die even spoorloos moeten zijn ver dwenen behalve nog die velen, waarvan de ouders niet schreven of van de oproeping geen kennis namen „Ik weet het, gij werpt de schuld op de scholen, op het leger, op de politie, op den geest der tijden, op de degeneratie na den oor log, op de ontaarding van de jeugd zelve, maar ik, ik werp die op u terug. Want uw plicht is het, uw kinderen voor te gaan door uw voorbeeld, hen te leiden en op te voeden tot zij rijp zijn om zelfstandig de wereld in te gaan uw plicht is het u met hen bezig te houden en hun de kennis van goed en kwaad bij te brengen. „Leeft met hen mede Deelt hun vreugd en hun verdriet. Offert wat minder aan rust en aan genot; Hebt uwe kinderen lief in den waren zin. Want de liefde van de ouders to het kind is de sterkste band. Gij kunt deze verworden toestanden verbeteren dus moet gij- „Want dit alles, waarvan zij en gij en de ge meenschap in de toekomst de gevolgen en de lasten zullen hebben te dragen, komt voor uit de verwaarloozing van uw allereersten plicht. „En dus zijt gij de schuldigen aan deze ont reddering van onze maatschappij, waarin het een genot kon zijn te leven en die op deze wij ze een hel dreigt te worden." Het blad geeft voorts het „Derde rapport van de commissie ad hoc in zake baldadig heid en straatschenderij" (Tuchteloosheid der rijpere jeugd en de vakbeweging.) Als oorzaken van het kwaad worden genoemd: a. oorlogsgevolgen b. onvoldoende wo ningtoestanden c. het ontbreken van de noodige speelterreinen. Het rapport ziet de neiging tot bandeloos heid of tuchteloosheid als op een verkeerd (of op geen) doel gerichte sterke levensdrang. „Geef de jeugd iets te doen, waarnaar haar lust uitgaat en zij ontkomt gemakkelijk aan de velerlei verleiding, die haar belaagt van uit de ledigheid en de verveling." Voorts wordt gesproken over de taak dei vakbeweging ten aanzien van het vraagstuk „De vakbeweging heeft sinds geruimen tijd het groote belang van de opvoeding der rijpere jeugd ingezien, en derhalve in meer dan ééne geval het initiatief genomen tevt het vormen van jeugdorganisaties. Zoo acht de R.K. Vakbeweging het uiter mate gewenscht om over vrouwlijk perso neel ook vrouwelijke chefs te hebben. In Frankrijk en Engeland functionneert de fa- fabrieks-opzichtster reeds sinds eenige jaren tot groote tevredenheid. „Verder dringe de vakvereeniging er bij haar leden krachtig op aan, mede over de jeugd te waken en haar in welvoegelijkheid voor te gaan immers is het een algemeen er kend feit, dat de rijpere jeugd, daar haar levensdrang dikwijls sterker is dan haar zelf- beheersching, gaarne ruwe manieren over neemt en liefst op overdreven wijze navolgt. Hier .ligt een zedelijke taak voor de leden der vakvereeniging individueel. Het R.K. Bureau schrijft „Verder zou de Vakbeweging o.i. in ledenvergaderingen de oudere leden voortdurend er op kunnen wij zen, dat zij ten opzichte der jeugdige arbei ders een taak te vervullen hebben. Dat zij de jeugdige arbeiders niet saansporen tot baldadigheid, deze niet goudkeuren of, erger nog, toejuichen, maar dat ze in schafturen vooral een waakzaam oog houden op de jeug dige arbeiders", en verder „Alleen meenen wij nogmaals de aandacht er op te moeten vestigen dat in deze aangelegenheid veel af hangt van het optreden der oudere arbei ders. Deze moeten zich ervan bewust zijn, dat hun voorbeeld, hun aanmoediging en ook reeds hun passieve houding van zeer veel invloed zijn op de jeugdige arbeiders." „Bepaaldelijk hebben de oudere arbeiders of bedienden ten deze een taak tegenover de 'oopjongens, in het bedrijf of in 'n zaak werk zaam, daar deze in het bijzonder aan veel ge varen bloot staan. „Ook is het in het algemeen gewenscht, dat aan de ouders der jonge arbeiders(sters) geregeld een opgave wordt verstrekt van de inkomsten, opdat de ouders mede toezicht kunnen houden op het besteden der gelden. „Naar onze meening," schrijft het R.K. Bu reau, „werkt het verderfelijk voor jeugdige arbeiders, wanneer zij over te veel geld be schikken, daar zij hierdoor in de verleiding komen zich verschillende kwade gewoonten aan te wennen, welke vaak in hun later le ven aanleiding geven tot verkwistingen en dronkenschap. In verband hiermede achten wij het gewenscht, de spaargelegenheid te bevorderen en tevens, dat er maatregelen ge nomen worden, dat de ouders van jeugdige arbeiders weten, elke week of elke maand hoeveel loon hun kinderen verdienen." In overleg met de ouders zou geregeld een deel van het loon kunnen worden vastgelegd op een spaarbankboekje als anderszins." Het rapport is onderteekend door den rap porteur A. H. van der Hoeve. „De Gong" geeft verder nog een „onkruid lezing" uit verschillende bladen, die zien 'aat. dat er wel van verwildering mag worden gesproken, o.m. het geval van den 15-jari- gen jongen'te Tiel, die een 50-jarig man tal van messteken toebracht. Het wil ons voorkomen, dat er voor de klachten in „De Gong" geuit, volop grond is. We willen hieraan nog toevoegen, dat in 't algemeen de jeugd te veel in weelde en zor geloosheid wordt opgevoed, dat er van den kant der ouders en opvoeders te weinig voor beeld wordt gegeven in het voorgaan in plicht, te veel wordt voorgegaan in egoïsme en toegeven aan genotzucht. Tal van ouders ook, werken voor het algemeen belang of wat zij daarvoor houden en verwaarloozen de godsdienstige en zedelijke belangen van hun eigen kinderen, waardoor ouders en kin deren van elkaar vervreemden. Wij achten het nuttig dat de aandacht eens met klem ot> het voortwoekerend kwaad de verwildering der jeugd, gevestigd wordt. Het manifest van de Tucht-unie deed er een verdienstelijk werk mee. De ,,Rsb." zegt uit de meest bevoegde bron te vernemen, dat 1 Juli a.s. de gewij zigde Pensioenwet voor de landmacht in werking zal treden. Volgens een bericht in de „Times" zullen de torpedojagers „Vos", „Bulhond", „Jak hals" en „Hermelijn", deel uitmakende van het Nederlandsch-lndische eskader, dezen zomer een bezoek brengen aan Singapore. Genoemde vaartuigen zijn 510 ton groot; de eerste is te Rotterdam, de drie andere zijn te Vlissingen gebouwd. president- Het Duitsche schap. De voorloopige uitslag van de verkiezing voor een rijkspresident in Duitschland heeft de voorspelling bevestigd, dat deze eerste verkiezing nog geen resultaat zou brengen. Geen der zeven candidaten heeft de volstrek te meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen verkregen. Gelijk te verwachten was heeft dr. Jarres, de candidaat van de Duitsch—nationalen en van de Duitsche Volkspartij, die tevens steun had van een deel van de economische vereeniging en van de nationaal-socialisten, met uitzondering van de Beiersche, welke generaal Ludendorff candideeren) de meeste stemmen verkregen. Op dr. Jarres werden 10.7 millioen stemmen uitgebracht. De rechtsche partijen, die hem steunden, hebben dus hun positie in verge lijking met de rijksdagverkiezingen van De cember gehandhaafd. Immers bij deze ver kiezingen verkregen de Duitsch-nationalen ruim zes, de Volkspartij ruim drie, de eco nomische vereeniging ruim één en de Völ- kischen ongeveer 900.000 stemmen. Met de 210.000 Völkische stemmen van Ludendorff werden door de rechtsche partijen dus even als in December ongeveer elf millioen stem men verkregen. Maar er zijn bij de verkiezing van giste ren ongeveer drie millioen stemmen minder uitgebracht dan bij de jongste Rijksdagver kiezing. De handhaving van het aantal recht sche stemmen thans beteekent dus een suc ces. Er zal nu in April een nieuwe presidents verkiezing moeten plaat# hebben, waarbij dan niet meer de volstrekte meerderheid maar de relatieve meerderheid voor het suc- ses van een candidaat noodig zal zijn. Nadrukkelijk zij hierbij er op gewezeh, dat deze tweede verkiezing geen hersteyi- ming is. Het gaat daarbij dus geenszins tus- schen de beide candidaten Jarres en Braun die gisferen de meeste stemmen verwier ven." De verkiezing is weer geheel vrij. De grootste kans blijft voor dr. Jarres. Maar in de Duitsche politiek zijn altijd verrassin gen mogelijk. Wellicht komen nu weer heel andere namen naar voren. De onzekerheid blijft of er in Duitschland ten slotte een oprecht republikein als hoofd van den staat zal optreden, of slechts een „Muss-Republikaner", wiens hart nog tot het oude regime behoort. Volgens de stemmencijfers van gisteren zal het antwoord op deze vraag afhangen van de partijen van Weitnar. Blijven deze verdeeld, dan is de rechtsche overwinning verzekerd. Het voorloopig resultaat van de verkie zing, die een tweede verkiezing noodig maakt, is Braun (soc.) 7.838.000 stemmen. Held (Beiersche Volksp.) 999.000. Hellpach (dem.) 1.5 millioen. Jarres (rechtsche bloc) 10.7 millioen. Ludendorff (völkisch) 210.000. Marx (centrum) 3.9 millioen. Thalmann (comm.) 1.8 millioen. Het aantal uitgebrachte stemmen, rond 27.3 millioen, is drie millioen minder dan bij de verkiezingen in December 70 van het kiezerscorps heeft gestemd. De soc. het rechtsche blok en het centrum hebben zich gehandhaafd de Beiersche volkspartij en de democraten verloren ieder een 400.000 stemmende nationaal soc. 700.000, de communisten 800.000 stemmen. De Duitsche vloot bij Scapa Flow. Het bericht als zouden de lijken van vijf Duitsche zeelieden uit de gezonken torpedo jagers bij Scapa Flow opgehaald zijn, wordt officieel uit Londen tegengesproken. De jnailaise in de Engel- sche schcepsbouwnijver- heid. In de scheepsbouwnijverheid aan het ka naal van Bristol maakt men zich ongerust over het verlies van verschillende reparatie- orders, die naar het continent zijn gegaan. De jongste order, die de reparatie betreft van een stoomschip van de „Bristol Steam Na vigation Company" en verscheidene duizen den ponden sterling beloopt, is aan 'n Neder- landsche firma gegund. Een nota opitrent de Duit sche voorstellen De „Petit Parisien" publiceert een officieus lijkend artikel, waarin wordt gezegd dat in strijd met hetgeen tot dusverre ondersteld is, de Fransche regeering de eenige is, die van Duitschland een document heeft ontvangen, waarin de in verschillende geallieerde hoofd steden mondeling uitgesproken suggesties schriftelijk samengevat zijn. In antwoord daarop wordt thans aan de Quai d'Orsay een nota voorbereid. Na de gesprekken met Chamberlain, Skrzynski, den Poolschen mi nister van buitenlandscjhe zaken, en Benesj heeft Herriot ook Rome en Brussel willen raadplegen De ingekomen antwoorden houden in dat België en Italië het eens zijn met Frankrijk en Engeland dat men hot Berlijnsche voorstel niet zoo maar afwijzen kan, maar de Duitsche regeering moet vra gen nader te preciseeren opdat een nuttige discussie mogelijk worde. Overigens schrijft de „Petit Parisien", is de Duitsche bedoeling sinds dien wat dui delijker geworden nu de Margérie, de Fran sche gezant, met Stresemann een onderhoud heeft gehad. Hij heeft aan de Fransche re geering gemeld daarvan een vrij gunstigen indruk te hebben gekregen. De bevestiging en de interpretatie van de artikelen 4244 van het Verdrag inzake, de gedemilitariseerde Rijnzone vormen de basis van het Duitsche voorstel, In het Fransche antwoord, na dit overleg met de bondgenooten opgesteld, zal de wensch worden uitgesproken de besprekingen voort te zetten en daarom preciseering worden ge vraagd. Is de Fransche tekst eenmaal vast gesteld dan zal die aan de bondgenooten worden onderworpen, die zich waarschijnlijk op een of andere wijze met het Fransche ant woord zullen vereenigen. Een en ander laat zich vrij bemoedigend aanzien al legt de „Petit Parisien" er den na druk op dat dit alles nog slechts zeer voor loopig is en dat de eigenlijke onderhande lingen pas beginnen na ontvangst eener na dere toelichting van Duitschland en wanneer men eenmaal weet welk deel Engeland wil nemen in de garantie van Europeesche sta tus qua. Een rede van Poincaré. Poincaré heeft ter gelegenheid van de ont hulling van een monument te Bar-le-Duc ter nagedachtenis der dooden aangedrongen op voorzichtigheid ten opzichte van de onder- teekening van het garantiepact door Duitsch land. Een dusdanige handteekening, welke slechts op een deel van het vredesverdrag betrekking zou hebben, zou overeenkomen met de ontkenning der overige vredesvoor waarden. Indien Duitschland met of zonder Rusland Polen zou verbrokkelen en Oosten rijk annexeeren, zou het voldoende zijn om de derde étappe te overschrijden en zich te gen Frankrijk te keeren om het Duitsche keizerrijk te herstellen. De geallieerden dienen dezen gang van zaken van meet af aan tot staan te brengen, indien zij Europa een even tragische toe komst als verleden willen besparen. Frank rijk zal met zijn traditioneele edelmoedig heid medewerken aan de pogingen tot be houd van den vrede, doch het kan zijn mid delen om zich te beschermen tegenover een niet-ontwapend Duitschland niet verminde ren. Poincaré besloot met een pleidooi voor den binnenlandschen vrede, opdat Frank rijk een gezonde buitenlandsche politiek kan voeren, zijn crediet kan versterken en zijn financieele en economische moeilijkheden kan overwinnen. De studentenrelletjes te Parijs. De ernstige ongeregeldheden welke Zater dag opnieuw in de juridische faculteit der Parijsche hoogeschool zijn voorgevallen toen de nieuwbenoemde hoogleeraar Scelle er wederom trachtte zijn college in internatio naal recht te houden, hebben Zondagavond laat geleid tot een langdurige conferentie der betrokken ministers met de universiteits autoriteiten en den prefect van politie. Gis teren zou de Conseil Supérieur de l'Enseig- nement worden geraadpleegd, waarna de regeering de beslissing zal meedeelen. HET DEENSCHE ONTWAPENINGS VOORSTEL. Uit Kopenhagen wordt geseind, dat het zeer waarschijnlijk wordt geafchf, dat een compromis tot stand komt in het partijgeschil, dat is gerezen over het voorstel van den minis ter van Defensie tot vermindering van de mi litaire uitgaven in het volgend begrootings- jaar met iets meer dan zeven millioen kro nen. Het Folketing, waar de sociaal-demo craten en radicalen de meerderheid hebben, heeft het voorstel aangenomen, terwijl het Landsting, waar de linkerzijde der liberalen en de conservatieven de meerderheid heb ben, heeft besloten tot een vermindering van 700.000 kronen. Het wetsontwerp zal nu naar het Folketing teruggaan, waar, naar men gelooft, de door het landsting aangebrachte Wijziging zal worden aangenomen DE FASCISTISCHE OPSTOOTJES. De „Osservatore Romano meldt uit Rome, dat het centraal comité voor katholieke actie bij den minister van binnenlandsche zaken heeft geprotesteerd tegen de incidenten te Faenza, waar de fascisten het bureau der katholieke vereenigingen hebben verwoest, en heeft verzocht om maatregelen, ten einde een herhaling te voorkomen. WEDEROM EEN BISSCHOP VER BANNEN UIT KONSTANTINOPEL. Draadloos wordt gemeld, dat de Grieksche metropoliet, de bisschop van Paramythia (Macedonië) door de Turksche politie uit Konstantinopel is verbannen krachtens de conventie inzake de uitwisseling der bevol kingen. Athene beschouwt dit als een inleiding tot nieuwe verbanningen met schending van de adviezen van den Volkenbond om tot geen nieuwe actie over te gaan voor dat de kwestie betreffende de bevoegdheid tot het uitwisse len van geestelijken is geregeld. DE AMERIKAANSCHE PETROLEUM SCHANDALEN. De grand jury heeft tegen Senator Whee ler, van Montana, de onafhankelijke candi daat voor het vice-presidentschap bij de jon ste verkiezingen Edwin Booth, vroeger solli- citor aan het departement van binnenland sche zaken, en Gordon Campbell, een pe- troleum-exploifant in Montana rechtsingang verleend wegens samenzwering tot het ver krijgen van het onwettig bezit van aan de regeering toebehoorende olieterreinen. Se nator Wheelgr verklaart, dat hij volstrekt onschuldig is, hetgeen naar hij voorspelt bij het verhoor wel zal blijken. EEN DE DRANKSCHANDAAL IN VEREENIGDE STATEN. Draadloos wordt gemeld, dat in Ohio 70 politieagenten achter slot en grendel zijn ge zet, en nog 200 andere op de nominatie staan, omdat zij zich zouden hebben laten omkoo- pen tot het geven van vergunning voor den verkoop van sterken drank, of op andere wij ze misbruik hebben gemaakt van hun positie. Cleveland. Toledo en Youngstown zouden de contra zijn van de ontdekte schandalen. DE JAPANSCHE KIESWET. Na een langdurige discussie keurde de vereenigde vergadering der beide Huizen het compromis-amendement op de Kieswet goed, waardoor alle partijen zijn voldaan. Vergelijkende cijfers. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft wederom een overzicht van den be lastingdruk gepubliceerd, thans over het belastingjaar 1924-1925. Voor alle gemeen ten wordt hierin de belastingdruk vermeld voor gehuwden met 2 kinderen en inkomens van 1000, 2000, 3000, 4000 en 5000; Bovendien bevat het Overzicht voor de gemeenten boven 5000 inwoners de overeenkomstige gegevens voor gehuwden zonder kinderen en inkomens van 1000 200.000 (in 22 rubrieken). Ook is een aan tal gegevens opgenomen, waaruit de belas tingdruk op het vermogen kan worden be rekend. Reeds het vluchtig doorzien van de in deze publicatie voorkomende cijfers doet blijken, dat de belastingdruk in de gemeen ten onderling belangrijk afwijkt, Voor een gehuwde met 2 kinderen is de maximum- druk voor inkomens van 10005000 hieronder vermeld. Hoogste gemeentelijke Zuiver inkomen. belastingdruk. 100Ö 40.50 2000 155.6214 3000 315.12 4000 11 559.52 5000 811.72 De laagste belastingdruk wordt uit den aard der zaak aangetroffne in de 5 gemeen- ted, waarin over 1925-25 geen enkele ge meentelijke heffing op het inkomen bestaat. Telt men bij de cijfers van den gemeente lijken belastingdruk die van Rijk en Pro vincie op, welke eveneens in het overzicht voorkomt, dan kan men den totalen belas tingdruk op het inkomen voor de verschil lende gemeenten vergelijken. Hieronder zijn deze cijfers vermeld voor Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht en voor de gemeenten met den laagsten en den hoogsten belastingdruk voor gehuwden met- 2 kinderen en inkomens van 2000 en 5000. Totale belastingdruk Laagste druk t Amsterdam 's-Gravenhage Rotterdam Utrecht Hoogste druk Tweeduizend Gulden. 31.51 85.30 70.09 55.97 72.99 185.87' Vijfduizend Gulden. 193.37 458.05 358.88 331.29 442.31 1921.60 Bij wet van 23 Maart zijn wijzigingen vast gesteld in de Jachtwet 1923. waarvan wij dc voornuamslen hier laten volgen; Tot hot waterwild zullen voortaan ook gerekend worden; kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's, tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes. Art. 4 der wet krijgt een geheel nieuw 3e lid,, luidende; „Het zoeken of rapen van eieren van kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes op gronden van derden, is slechts geoorloofd in gezelschap van den eigenaar of rechthebben de of met dienst schriftelijke toestemming: 'voor het zoeken of rapen van eieren van ander waterwild wordt een schriftelijk be wijs vereischt van dengene, die tot het genot van de jacht op dat terrein gerechtigd is. Door een wijziging is de termijn, binnen welken bezwaren logen de vordering van jachtrentcn, schriftelijk bij Ged. Staten kun nen worden ingebracht, gesteld op twee maanden na dc dagleekening van bet aan slagbiljet. Ten slotte is bepaald, dat vóór 1 Maart 1924 gesloten overeenkomsten betreffende verhuring of verpachting van het uitsluitend genot van het recht om schadelijk gediert» te vangen of 'e dooden, vervallen met het in werking treden dezer wet, hetgeen, blijkens art. 12 der Wijzigingswet den 26sten Maart j.l. geschied is. Uit de Belgische pers. Dc meeste Belgische bladen spreken, na mededeeling van de ontwerp-overeenkomst tusschen Nederland en België, hun tevre denheid uit over het tot stand komen eener regeling over de tusschen beide landen reeds zoo lang hangende quaestiën. De Independence verheugt zich over het verdrag, te meer, omdat het onverwacht is gekomen. Na een herinnering aan de ge schiedenis der onderhandelingen verklaart het blad het misverstand en het wantrou wen, dat tusschen België en Nederland heerschte, uit het feit, dat de Nederlanders blijven vasthouden aan de meening, dat hun toestand uit internationaal oogpunt geheel en al verschillend is van dien van België. Er op wijzende, dal men in Nederland de toekomst op andere wijze ziet, dan in België, schrijft de Independance, dat al wat België kan vragen is te bewijzen, „dat onze terughouding eri vrees, die door de feiten maar al te zeer gerechtvaardigd werden, gewettigd zijn. Al wat zij van ons kunnen verwachten is, dat wij niet als vijandigheid zouden beschouwen, hetgeen wi; achten hun vergissing te zijn. Aldus zullen wij tot een oplossing kunnen konnen die weliswaar onvolmaakt is, maar die tenminste den toestand helpt ophelde ren. de atmosfeer vreedzamer maakt, en langs beide zijden het wantrouwen verdrijft. Twee naburige naties, die trots de tijde lijke verschillen in hun lot zooveel belangen gemeen hebben en die, zoonis wij er onzer zijds van overtuigd zijn, aan dezelfde ge varen zijn blootgesteld, twee naties, in elk geval, die door haar geografische ligging verplicht zijn, voortdurend nauwe betrek- kingen te onderhouden, kunnen niet in het oneindige aanvaarden, dat zij niet tot over eenstemming in staat zouden zijn. Dat zij er dan in mogen slagen een vast accoord te sluiten! Onmiddellijk zal dan wel de atmosfeer klaarder worden, het vertrouwen herleven, en misschien zal, wat thans niet kan worden verwezenlijkt, morgen mogelijk worden De onderteekening a.s. Vrijdag. Naar de „Tel." verneemt, zal het Neder - landsch-Belgische accoord in zake het Scheldc-regiem Vrijdag a.s. in Den Haag worden onderleekend. De Belgische minis ter van Buitenlandsche Zaken, de heer Paul Hymans. zal met het oog hierop Vrijdag middag tc 's-Gravenhage aankomen. De on derteekening zal 's middags geschieden. Des avonds zal minister Van Karnebeek een diner geven ter eere van zijn collega. De Engeische en Fransche rtgeeringen, die met het verloop der onderhandelingen op de hoogte waren gehouden, hebben hun adhaesie met de overeenkomst betuigd. Zooals men weet moesten beide regeerin gen haar goedkeuring geven aan de wijzi ging van het tractaat van 1839, omdat Frankrijk en Engeland voor een deel partij waren. Maandagmiddag bracht dc minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw een bezoek aan de ontginningswerken in de ge meente Sleen. De minister bezocht, verge zeld van den secretaris van de Tuinbouw- vereeniging de tuinbouwgronden .alhier. De minister was bij zijn bezoek vergezeld »an den rijksinspecteur voor werkverschaffing in Drente, den heer Jongbloed. Dc Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dal de stemming over dc lijsten van candidaten en de daarop voorkomende candidaten voor de Tweede Kamer zal plaats hebben op Woensdag I Juli. Sterk verzet in de Streek. Men meldt uit Amsterdam: In de Streek rijst steeds meer verzet te gen dc ontworpen Frieschc kanaalplannen. Reèds hebben nu de raden der gemeente* Bovenkarspel, Grootebroek, Hoogkarspel, Westwoud en Venhuizen zich tot Ged. Sta ten van Noord-Holland gewend, met het ver zoek, de plannen niet uit te voeren. Eener- zijds heeft men bezwaar tegen de hooge kos ten en de schadesnijding, die aan de lande rijen zal worden veroorzaakt, anderzijds voelt men aan het kanaal langs de Streek geèn behoefte en wordt aan snelvervoer van de groenten en aardappelen per spoor de vootkeur gegeven. Nieuwe vergadering in Den Haag. Zooals wij mededeelden hebben Zaterdag middag hoofden uit de St. Michaël-beweging een vergadering gehouden in hotel „Termi nus'', te Utrecht. Naar het „Centr." ver neemt, is Zondag een tweede zoodanige sa menkomst gehouden te 's-Gravenhage. Tot deze vergadering waren telegrafisch ook en kele zittende Kamerleden, die door het Po litiek Advies geen behoorlijke plaats hadden gekregen, uitgenoodigd. 30. Hij deed in dien brief een omstandig verhaal van zijn reis en van zijn indrukken in het vreedzame Luxemburg; hij meldde de ont vangst van het telegram met de opdracht om het „te Trier te probeeren", en deelde ten slotte mede, dat hij den volgenden dag daar zou zijn. Van Luxemburg naar Trier is 'n paar uur sporen, en Max arriveerde in laatstgenoem de stad in de vroege ochtenduren. Hij kende beide steden over goed, want de streek, waarin zij liggen, het schoone Moezeldal en zijn omgeving, was een van zijn geliefkoosde vacantie-uitstapjes. Hij betrok een kamer in het hotel, dat gelegen is tegenover de Porta Nigra, een der meest belangrijke overblijf selen uit de dagen van de bezetting der Ro meinen, en waarnaar het hotel genoemd is. Na ontbeten te hebben, ging Max de stad in ï>m te zien, wat er te zien viel. Het was echt winterweer en op de straten lag versche sneeuw; hij was den vorigen winter hier niet geweest en in hun eigenaardige versieringen van smetteloos wit maakten allerlei plaatsen en monumenten on hem een verrassenden indruk. Hij was nog niet vergegaan, toen een groote troep soldaten kwam aangemarcheerd, gepakt en gezakt eu met dien eigenaardigen strammen pas, die de Duitsche infanterie kenmerkt. Het waren honderden en honderden manschappen heele regimenten, in volledig veldtenue. Hier was dan, meende Max, eindelijk eens iets van belang voor hem te zien, doch toen dc laatste rijen soldalen gepasseerd waren, bedacht hij, dat Trier een militair centrum was. en dat het in 't geheel niet vreemd kon geacht worden in eenige Duitsche stad van de beteekenis van Trier een zoo sterk mili tair vertoon te zien. Hij ging een winkel bin nen, kocht wat sigaretten en vroeg aan den- gene, die hem bediende, waar die soldaten heengingen? Men zeide.hem, dat zij eigenlijk nergens heengingen, doch slechts een mili taire wandeling maakten. Het was hem dui delijk, dat de winkelier daaraan geen bijzon der gewicht hechtte. De man zeidc eenvou dig, dat er .overal soldaten op dc been wa ren Max bedankte hem, ging den winkel uit eu wandelde verder. Trier is een veel grootere stad dan Luxemburg en, dit in aanmerking genomen, scheen Trier hem even rustig en kalm toe als Luxemburg. Hij zag geen troepeii soldaten meer cn dacht niet verder aan die, welke hij gezien ljad. Weer kwam bij hem het vermoeden op, dat Beaumont verkeerd ingelicht moest zijn geworden en hem een volkomen nuttelopze reis bad laten maken, toen Hit olotseling iets zag, dat hem van ontzetting schier den adem benam. Eer. groote automobiel met eenige Duitsche officieren er in kwam in volle vaart door de straat aanvliegen; op nog slechts korten afstand er van stond een kind, een jongetje, dat ófwel roerloos van schrik óf wel onbewust van het hem dreigende gevaar, geen poging deed om uit den weg te gaan. Een vrouwenstem riep hem, doch hij hoorde die blijkbaar niet. En de auto kwam steeds naderbij. De vrouw riep opnieuw ditmaal met een doordringenden angstkreet. Daar bleef voor Max maar één ding te doen over en hij had nauwelijks een seconde om het te dqen maar hij deed het. Met één sprong was hij van het trottoir, midden op de straa>t, greep bet kind en rukte het v/eg, vlak voor de automobiel, bijna onder de wielen er van, zoodat hij niet wist of hij het doodelijk verminkt ofwel ongedeerd in zijn hand vastgegrepen hield. Het ventje begon tc schreien. hebt hem van den dood gered," zeide een vrouw, die nu kwam aanloopen -- het was de vrouw, die tevergeefs had staan roe pen; en terwijl zij sprak, snikte zij. Max trachtte het schreiend kind tot beda ren te brengen, en keek dus niet aanstonds de vrouw aan; toen hij dit echter deed, slaakte hij een kreet van verbazing. Want de vrouw was Bertha Schmidt, de voorma lige dienstbode van Sylvia Chase; hij had haar voor de laatste maal gezien, toen zij in de moordzaak getuigenis aflegde voor de Lcndensche politie. Zij herkende hem dadelijk en deed, met een kreet van ontsteltenis, een paar stappen achteruit. ACHTTIENDE HOOFDSTUK. Een geheimzinnige waarschuwing. Met het schreiende knaapje nog in zijn armen, %iek Max de vrouw aan, die op haar beurt hem aanzag met een uitdrukking van ontstelde verbazing. „Gij hier!" zeide hij, na een kort zwijgen, gedurende hetwelk hij het kind op den grond zette. „Behoort dit kind bij u? Zonder iets op die vraag te antwoorden en zonder te letten op de sneeuw op den grond, zonk zij voor hem op de knieën en kuste onder tranen zenuwachtig zijn handen; vervolgens gaf zij aan haar dankbaarheid uiting in een stroom van Duitsche woorden, dien hij vergeefs trachtte te stuiten. „Hij is mijn zoon, mijn eenige zoon,zeide zij, toen zij kalmer was geworden en op stond, „hij is mijn leven, mijn wereld, mijn alles. U hebt hem gered van een \vreeden en gewelddadigen dood. Ik vreesde hem voor mijn oogen vermorzeld te zien worden, doch gij hebt hem aan het gevaar ontrukt. O, als ik iets wat ook maar voor u doen kan, zegt het mij, beveel het mij te doen en ik zal het doen!" Max, eenigszins verlegen met zijn positie, .verklaarde niets anders en niets meer te hebben gedaan', dan wat iedereen onder de zelfde omstandigheden voor het kind zou ge daan hebben; hij had enkel gedaan, wat zijn plicht was. „Gij moet uw daad niet verkleinen, zei de vrouw, „het was de daad van een held. Gij zelf verkeerdet in groot gevaar. Ik heb alles gezien, en ik vreesde, dat gij en Fritz, mijn kind, beiden overreden zoudt zijn ge worden." Zij begon opnieuw te snikken, en het ventje, dat pas opgehouden had met schreien, begon nu weer van voren af aan. De groote automobiel was doorgereden zonder tc stoppen; misschien dat de inzit tenden hadden omgekeken, en bemerkt hadden, dat er geen ongeluk gebeurd was; het voertuig was in elk géval uit het gezicht verdwenen. Twee of drie menschen, die van 't voorval getuige waren geweest, stonden midden op straat naar hel groepje Max, Bertha Schmidt er het kind te kijken. Max sprak r.u de vrouw bemoedigend toe cn verzocht haar beur traneij te drogen en nu verder alle aandacht tc wijden aan het kind. „Ik zal mijzefve goed trachten te hou den," antwoordde de vrouw. „U moet we ten, dat ik pas twee dagen geleden mijn Fritz heb weergezien, nadat ik gedurende een heel langen tijd van hem weg geweest was. En nu had ik hem nadat wij pas weer bij elkaar waren bijna voor altijd ver loren!" riep zij met schokkende stem uit. De kleine Fritz Schmidt was ongeveer zes jaar en onder geen enkel opzicht een buitengewoon kind, doch het was duidelijk te zien, dat hij zijn moeders oogappel was en dat zij hem beschouwde ais 'n soort wonderkind. „Laat me wat lekkers voor hem koopen, zeide Max vriendelijk, en zij liepen het dichtstbij gelegen trottoir op en hadden spoedig een winkel gevonden. „Hoe komt gij zoo in Trier en sinds wan neer zijt gij h er in de stad?' vroeg Max aan Bertha Schmidt. „Ik dacht, dat ge nog te Londen waart." „Ik heb hier gewoond," antwoordde de vrouw. „Mijn overleden man en ik woon den al sinds jaren in Trier en Fritz is^hier geboren. Ik heb hier nog een broer; hij is zij aarzelde even met het volgende woord uit te spreken „in regeeringsdienst. Hij en zijn vrouw hebben Fritz bij zich geno men voor den tijd, dat ik met Aliss Chase in Engeland was." „Zijt gij twee dagen geleden hier aange komen?" „Ja. Na het onderzoek inzake den dood mijner meesteres vroeg ik aan dc politie ot ik nog langer le Londen moest blijven, en vier dagen later gaven ze mij verlof om te vertrekken." Ondertusschen had het ventje een zak snoepgoed gekregen, zoodat hij zich weer geheel met het leven verzoend had en te gen Max opzag als tegen 'n soort Sinters (Wordt vervolgd.J I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5