TOlHD J
Verwildering der jeugd.
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Dinsdag 31 Maart 1925
VELE OUDERS ZIJN DE SCHULDIGEN.
LEGER EN VLOOT.
Militaire Pensioenwet.
Nederlandsche Torpedojagers
naar Singapore.
De verkiezingen voor het Rijkspresidentschap. Heeft de Fransche
regeering een nota ontvangen ter toelichting van de Dnitsche voorsteilen?
Onder de Radio-berichten: Sluiting der juridische faculteit aan de
Universiteit van Parijs. Begrafenis van de slachtoffers bij de mijn
ramp te Merkbach.
Gem. buitenl. berichten.
De druk der belastingen.
De uitvoering der Jachtwet.
NIEUWE BEPALINGEN AFGEKONDIGD.
De overeenkomst met België.
Het accoord met België.
Minister Ruys in Drente.
De Kamerverkiezingen.
De Wëst'Friesche Kanaal
plannen.
St. Michaël.
FEUILLETON.
Als bijlage van „De Gong" is een mani
fest verschenen, dat 2ich richt tot „Vele
ouders" en dat tot opschrift draagt „Gij zijt
de schuldigen". Men leest in het redactio-
neele artikel
„Het is een verbazend onaangename ver
rassing, waarmede ik bij onze Hollandsche
gezinnen moet aankomen, maar ouders, ik
kan ze u niet besparen. Er gaat een aanzwel
lende stroom van ongemanierdheid, van on
wellevendheid, van gebrek aan de eenvoudig
ste tucht over onze jeugd, die haar ten lange
laatste naar den ondergang zal voeren. Er is
een golf van onverschilligheid, gebrek aan
gemeenschapszin, eerbied en ontzag over
onze kinderen, die hen verzwelgen zal en hen
volkomen ongeschikt zal maken voor een
ordelijke samenleving op de basis van rech
ten en plichten.
„Verruwing in woorden en in daden, ver
nielzucht en straatschenderij, moedwil en
plaagzucht vieren hoogtij en in den nood wen
den zich de autoriteiten, de pers, de openbare
meening tot de onderwijswereld om hulp, nu
het ten slotte niet meer alleen gaat om moreele
schade alleen, maar de materieele tastbaar
wordt en in conflict komt met de bezuinigings
neigingen, die uit de bitterste noodzakelijk
heid geboren worden. Zelfs de ergste cynicus
gaat zich bekeeren. nu zich de gevolgen van al
die jeugd-ondeugden gaan omzetten in gel
delijk verlies.
„Men keert zich nu tegen de politie, die
maar een onvoldoend toezicht zou oefenen
men geeft af op» de onderwijzers, die de ge
legenheid niet benutten om de kinderen op te
voeden tot regelmaat en orde, men schreeuwt
om meer verordeningen en voorschriften, die
den bestrijders van al deze booze neigingen
een ruggesteun zouden moeten geven en
men verzuimt de ware oorzaak op te sporen,
waaraan al het kwaad te wijten is.
„Wie, zooals wij, al de artikelen en ingezon
den stukken onder de oogen zou krijgen, die
het persbureau voor ons verzamelen kan, zou
uit die dagelijksche tientallen'van uitknipsels
uit letterlijk alle oorden van ons vaderland,
zich een wanhopig tijdsbeeld kunnen vormen,
dat iemand de handen van verbazing doet in
een slaan.
„Daar is nu geen aardigheid hoegenaamd
meer aan, geen oubolligheid en geen grappig
heid. De misselijks te, naarste en akeligste
verfijnde straatschenderijen en vernielingen,
diefstallen, brandstichtingen, misdaden en
onzedelijkheden doen meer denken aan men
tale afwijkingen die aan leuke kwajongens
streken en toch tegen hanengekraai en wat
hondengeblaf ontstaan bewegingen, tegen het
zielenbederf van de kinderen van ons volk
helaas in alle standen doen zij, die er
verantwoordelijk voor zijn, niets hoegenaamd.
„Want het zijn niet de onderwijzers noch de
politiebeambten, die hier schuldig zijn
„De schuldigen, ouders van Nederland
zijt vij.
„Gij, ouders, die in uwen huiselijken kring
uw gezag hebt doen verloren gaan-en uwe
kinderen niet meer weet te regeeren gij die
met het ellendige ge-jij en ge-jou den waren
toon voor eerbied tot op het laatste snippertje
hebt laten te niet gaan die onder uwe oogen
uwe kinderen hebt doen ontaarden door hun
vrijheden toe te staan, die de vrijheid van
anderen aanranden en vernietigen.
„Gij, ouders, die door uw slechte voorbeeld
van den huiselijken kring een broeinest maakt
van ongerechtigheden die met een glimlach
oogluikend toestaat, dat uwe kinderen aan
uwe onmiddellijke leiding ontsnappen en hun
kwade neigingen kunnen botvieren.
„Gij, die in hun tegenwoordigheid onbe
wimpeld uw afkeuring, ja uwe minachting
uitspreekt over staatslieden en ambtenaren,
over eerbiedwaardige, vaak oudere menschen
van wier karakter en handelingen gij zoo goed
als niets weet die te genotzuchtig zijt om um
met uwe kinderen bezig te houden, hun lei
ding te geven bij hun leeren en hun uitspan
ning gij die verzuimt, de oudere vrienden
van uwe jongens en meisjes te zijn.
„Gij zijt de allereerste, de ergste, de onver
antwoordelijke schuldigen.
„Is het niet ontstellend, wat een onzer bla
den dezer dagen schreef, dat, toen in het
Soniënbosch bij Brussel het lijk van een jong
meisje ontdekt werd, waarvan gemeld werd,
dat het bruin haar had, daarop 75 brieven
inkwamen van ouders, wier dochters het
huis verlieten om er nooit meer in te komen?
En is het niet nog veel meer ontstellend, wan
neer gij denkt, aan het aantal blonde en zwarte
meisjes die even spoorloos moeten zijn ver
dwenen behalve nog die velen, waarvan de
ouders niet schreven of van de oproeping
geen kennis namen
„Ik weet het, gij werpt de schuld op de
scholen, op het leger, op de politie, op den
geest der tijden, op de degeneratie na den oor
log, op de ontaarding van de jeugd zelve,
maar ik, ik werp die op u terug. Want uw
plicht is het, uw kinderen voor te gaan door
uw voorbeeld, hen te leiden en op te voeden
tot zij rijp zijn om zelfstandig de wereld in te
gaan uw plicht is het u met hen bezig te
houden en hun de kennis van goed en kwaad
bij te brengen.
„Leeft met hen mede Deelt hun vreugd
en hun verdriet. Offert wat minder aan rust
en aan genot; Hebt uwe kinderen lief in den
waren zin. Want de liefde van de ouders to
het kind is de sterkste band. Gij kunt deze
verworden toestanden verbeteren dus moet
gij-
„Want dit alles, waarvan zij en gij en de ge
meenschap in de toekomst de gevolgen en de
lasten zullen hebben te dragen, komt voor
uit de verwaarloozing van uw allereersten
plicht.
„En dus zijt gij de schuldigen aan deze ont
reddering van onze maatschappij, waarin het
een genot kon zijn te leven en die op deze wij
ze een hel dreigt te worden."
Het blad geeft voorts het „Derde rapport
van de commissie ad hoc in zake baldadig
heid en straatschenderij" (Tuchteloosheid
der rijpere jeugd en de vakbeweging.) Als
oorzaken van het kwaad worden genoemd:
a. oorlogsgevolgen b. onvoldoende wo
ningtoestanden c. het ontbreken van de
noodige speelterreinen.
Het rapport ziet de neiging tot bandeloos
heid of tuchteloosheid als op een verkeerd (of
op geen) doel gerichte sterke levensdrang.
„Geef de jeugd iets te doen, waarnaar haar
lust uitgaat en zij ontkomt gemakkelijk aan de
velerlei verleiding, die haar belaagt van uit
de ledigheid en de verveling."
Voorts wordt gesproken over de taak dei
vakbeweging ten aanzien van het vraagstuk
„De vakbeweging heeft sinds geruimen
tijd het groote belang van de opvoeding der
rijpere jeugd ingezien, en derhalve in meer
dan ééne geval het initiatief genomen tevt het
vormen van jeugdorganisaties.
Zoo acht de R.K. Vakbeweging het uiter
mate gewenscht om over vrouwlijk perso
neel ook vrouwelijke chefs te hebben. In
Frankrijk en Engeland functionneert de fa-
fabrieks-opzichtster reeds sinds eenige jaren
tot groote tevredenheid.
„Verder dringe de vakvereeniging er bij
haar leden krachtig op aan, mede over de
jeugd te waken en haar in welvoegelijkheid
voor te gaan immers is het een algemeen er
kend feit, dat de rijpere jeugd, daar haar
levensdrang dikwijls sterker is dan haar zelf-
beheersching, gaarne ruwe manieren over
neemt en liefst op overdreven wijze navolgt.
Hier .ligt een zedelijke taak voor de leden der
vakvereeniging individueel.
Het R.K. Bureau schrijft „Verder zou de
Vakbeweging o.i. in ledenvergaderingen de
oudere leden voortdurend er op kunnen wij
zen, dat zij ten opzichte der jeugdige arbei
ders een taak te vervullen hebben. Dat zij
de jeugdige arbeiders niet saansporen tot
baldadigheid, deze niet goudkeuren of, erger
nog, toejuichen, maar dat ze in schafturen
vooral een waakzaam oog houden op de jeug
dige arbeiders", en verder „Alleen meenen
wij nogmaals de aandacht er op te moeten
vestigen dat in deze aangelegenheid veel af
hangt van het optreden der oudere arbei
ders. Deze moeten zich ervan bewust zijn, dat
hun voorbeeld, hun aanmoediging en ook
reeds hun passieve houding van zeer veel
invloed zijn op de jeugdige arbeiders."
„Bepaaldelijk hebben de oudere arbeiders
of bedienden ten deze een taak tegenover de
'oopjongens, in het bedrijf of in 'n zaak werk
zaam, daar deze in het bijzonder aan veel ge
varen bloot staan.
„Ook is het in het algemeen gewenscht,
dat aan de ouders der jonge arbeiders(sters)
geregeld een opgave wordt verstrekt van de
inkomsten, opdat de ouders mede toezicht
kunnen houden op het besteden der gelden.
„Naar onze meening," schrijft het R.K. Bu
reau, „werkt het verderfelijk voor jeugdige
arbeiders, wanneer zij over te veel geld be
schikken, daar zij hierdoor in de verleiding
komen zich verschillende kwade gewoonten
aan te wennen, welke vaak in hun later le
ven aanleiding geven tot verkwistingen en
dronkenschap. In verband hiermede achten
wij het gewenscht, de spaargelegenheid te
bevorderen en tevens, dat er maatregelen ge
nomen worden, dat de ouders van jeugdige
arbeiders weten, elke week of elke maand
hoeveel loon hun kinderen verdienen." In
overleg met de ouders zou geregeld een deel
van het loon kunnen worden vastgelegd op
een spaarbankboekje als anderszins."
Het rapport is onderteekend door den rap
porteur A. H. van der Hoeve.
„De Gong" geeft verder nog een „onkruid
lezing" uit verschillende bladen, die zien
'aat. dat er wel van verwildering mag worden
gesproken, o.m. het geval van den 15-jari-
gen jongen'te Tiel, die een 50-jarig man tal
van messteken toebracht.
Het wil ons voorkomen, dat er voor de
klachten in „De Gong" geuit, volop grond is.
We willen hieraan nog toevoegen, dat in 't
algemeen de jeugd te veel in weelde en zor
geloosheid wordt opgevoed, dat er van den
kant der ouders en opvoeders te weinig voor
beeld wordt gegeven in het voorgaan in
plicht, te veel wordt voorgegaan in egoïsme
en toegeven aan genotzucht. Tal van ouders
ook, werken voor het algemeen belang of
wat zij daarvoor houden en verwaarloozen
de godsdienstige en zedelijke belangen van
hun eigen kinderen, waardoor ouders en kin
deren van elkaar vervreemden.
Wij achten het nuttig dat de aandacht eens
met klem ot> het voortwoekerend kwaad
de verwildering der jeugd, gevestigd wordt.
Het manifest van de Tucht-unie deed er een
verdienstelijk werk mee.
De ,,Rsb." zegt uit de meest bevoegde
bron te vernemen, dat 1 Juli a.s. de gewij
zigde Pensioenwet voor de landmacht in
werking zal treden.
Volgens een bericht in de „Times" zullen
de torpedojagers „Vos", „Bulhond", „Jak
hals" en „Hermelijn", deel uitmakende van
het Nederlandsch-lndische eskader, dezen
zomer een bezoek brengen aan Singapore.
Genoemde vaartuigen zijn 510 ton groot;
de eerste is te Rotterdam, de drie andere
zijn te Vlissingen gebouwd.
president-
Het Duitsche
schap.
De voorloopige uitslag van de verkiezing
voor een rijkspresident in Duitschland heeft
de voorspelling bevestigd, dat deze eerste
verkiezing nog geen resultaat zou brengen.
Geen der zeven candidaten heeft de volstrek
te meerderheid van het aantal uitgebrachte
stemmen verkregen. Gelijk te verwachten
was heeft dr. Jarres, de candidaat van de
Duitsch—nationalen en van de Duitsche
Volkspartij, die tevens steun had van een deel
van de economische vereeniging en van de
nationaal-socialisten, met uitzondering van
de Beiersche, welke generaal Ludendorff
candideeren) de meeste stemmen verkregen.
Op dr. Jarres werden 10.7 millioen stemmen
uitgebracht. De rechtsche partijen, die hem
steunden, hebben dus hun positie in verge
lijking met de rijksdagverkiezingen van De
cember gehandhaafd. Immers bij deze ver
kiezingen verkregen de Duitsch-nationalen
ruim zes, de Volkspartij ruim drie, de eco
nomische vereeniging ruim één en de Völ-
kischen ongeveer 900.000 stemmen. Met de
210.000 Völkische stemmen van Ludendorff
werden door de rechtsche partijen dus even
als in December ongeveer elf millioen stem
men verkregen.
Maar er zijn bij de verkiezing van giste
ren ongeveer drie millioen stemmen minder
uitgebracht dan bij de jongste Rijksdagver
kiezing. De handhaving van het aantal recht
sche stemmen thans beteekent dus een suc
ces.
Er zal nu in April een nieuwe presidents
verkiezing moeten plaat# hebben, waarbij
dan niet meer de volstrekte meerderheid
maar de relatieve meerderheid voor het suc-
ses van een candidaat noodig zal zijn.
Nadrukkelijk zij hierbij er op gewezeh,
dat deze tweede verkiezing geen hersteyi-
ming is. Het gaat daarbij dus geenszins tus-
schen de beide candidaten Jarres en Braun
die gisferen de meeste stemmen verwier
ven." De verkiezing is weer geheel vrij.
De grootste kans blijft voor dr. Jarres. Maar
in de Duitsche politiek zijn altijd verrassin
gen mogelijk. Wellicht komen nu weer heel
andere namen naar voren.
De onzekerheid blijft of er in Duitschland
ten slotte een oprecht republikein als hoofd
van den staat zal optreden, of slechts een
„Muss-Republikaner", wiens hart nog tot
het oude regime behoort.
Volgens de stemmencijfers van gisteren
zal het antwoord op deze vraag afhangen
van de partijen van Weitnar. Blijven deze
verdeeld, dan is de rechtsche overwinning
verzekerd.
Het voorloopig resultaat van de verkie
zing, die een tweede verkiezing noodig
maakt, is
Braun (soc.) 7.838.000 stemmen.
Held (Beiersche Volksp.) 999.000.
Hellpach (dem.) 1.5 millioen.
Jarres (rechtsche bloc) 10.7 millioen.
Ludendorff (völkisch) 210.000.
Marx (centrum) 3.9 millioen.
Thalmann (comm.) 1.8 millioen.
Het aantal uitgebrachte stemmen, rond
27.3 millioen, is drie millioen minder dan
bij de verkiezingen in December 70 van
het kiezerscorps heeft gestemd.
De soc. het rechtsche blok en het centrum
hebben zich gehandhaafd de Beiersche
volkspartij en de democraten verloren ieder
een 400.000 stemmende nationaal soc.
700.000, de communisten 800.000 stemmen.
De Duitsche vloot bij
Scapa Flow.
Het bericht als zouden de lijken van vijf
Duitsche zeelieden uit de gezonken torpedo
jagers bij Scapa Flow opgehaald zijn, wordt
officieel uit Londen tegengesproken.
De jnailaise in de Engel-
sche schcepsbouwnijver-
heid.
In de scheepsbouwnijverheid aan het ka
naal van Bristol maakt men zich ongerust
over het verlies van verschillende reparatie-
orders, die naar het continent zijn gegaan.
De jongste order, die de reparatie betreft van
een stoomschip van de „Bristol Steam Na
vigation Company" en verscheidene duizen
den ponden sterling beloopt, is aan 'n Neder-
landsche firma gegund.
Een nota opitrent de Duit
sche voorstellen
De „Petit Parisien" publiceert een officieus
lijkend artikel, waarin wordt gezegd dat in
strijd met hetgeen tot dusverre ondersteld
is, de Fransche regeering de eenige is, die van
Duitschland een document heeft ontvangen,
waarin de in verschillende geallieerde hoofd
steden mondeling uitgesproken suggesties
schriftelijk samengevat zijn. In antwoord
daarop wordt thans aan de Quai d'Orsay een
nota voorbereid. Na de gesprekken met
Chamberlain, Skrzynski, den Poolschen mi
nister van buitenlandscjhe zaken, en Benesj
heeft Herriot ook Rome en Brussel willen
raadplegen De ingekomen antwoorden
houden in dat België en Italië het eens
zijn met Frankrijk en Engeland dat men hot
Berlijnsche voorstel niet zoo maar afwijzen
kan, maar de Duitsche regeering moet vra
gen nader te preciseeren opdat een nuttige
discussie mogelijk worde.
Overigens schrijft de „Petit Parisien",
is de Duitsche bedoeling sinds dien wat dui
delijker geworden nu de Margérie, de Fran
sche gezant, met Stresemann een onderhoud
heeft gehad. Hij heeft aan de Fransche re
geering gemeld daarvan een vrij gunstigen
indruk te hebben gekregen. De bevestiging
en de interpretatie van de artikelen 4244
van het Verdrag inzake, de gedemilitariseerde
Rijnzone vormen de basis van het Duitsche
voorstel,
In het Fransche antwoord, na dit overleg
met de bondgenooten opgesteld, zal de wensch
worden uitgesproken de besprekingen voort
te zetten en daarom preciseering worden ge
vraagd. Is de Fransche tekst eenmaal vast
gesteld dan zal die aan de bondgenooten
worden onderworpen, die zich waarschijnlijk
op een of andere wijze met het Fransche ant
woord zullen vereenigen.
Een en ander laat zich vrij bemoedigend
aanzien al legt de „Petit Parisien" er den na
druk op dat dit alles nog slechts zeer voor
loopig is en dat de eigenlijke onderhande
lingen pas beginnen na ontvangst eener na
dere toelichting van Duitschland en wanneer
men eenmaal weet welk deel Engeland wil
nemen in de garantie van Europeesche sta
tus qua.
Een rede van Poincaré.
Poincaré heeft ter gelegenheid van de ont
hulling van een monument te Bar-le-Duc ter
nagedachtenis der dooden aangedrongen op
voorzichtigheid ten opzichte van de onder-
teekening van het garantiepact door Duitsch
land. Een dusdanige handteekening, welke
slechts op een deel van het vredesverdrag
betrekking zou hebben, zou overeenkomen
met de ontkenning der overige vredesvoor
waarden. Indien Duitschland met of zonder
Rusland Polen zou verbrokkelen en Oosten
rijk annexeeren, zou het voldoende zijn om
de derde étappe te overschrijden en zich te
gen Frankrijk te keeren om het Duitsche
keizerrijk te herstellen.
De geallieerden dienen dezen gang van
zaken van meet af aan tot staan te brengen,
indien zij Europa een even tragische toe
komst als verleden willen besparen. Frank
rijk zal met zijn traditioneele edelmoedig
heid medewerken aan de pogingen tot be
houd van den vrede, doch het kan zijn mid
delen om zich te beschermen tegenover een
niet-ontwapend Duitschland niet verminde
ren.
Poincaré besloot met een pleidooi voor
den binnenlandschen vrede, opdat Frank
rijk een gezonde buitenlandsche politiek kan
voeren, zijn crediet kan versterken en zijn
financieele en economische moeilijkheden
kan overwinnen.
De studentenrelletjes te
Parijs.
De ernstige ongeregeldheden welke Zater
dag opnieuw in de juridische faculteit der
Parijsche hoogeschool zijn voorgevallen toen
de nieuwbenoemde hoogleeraar Scelle er
wederom trachtte zijn college in internatio
naal recht te houden, hebben Zondagavond
laat geleid tot een langdurige conferentie der
betrokken ministers met de universiteits
autoriteiten en den prefect van politie. Gis
teren zou de Conseil Supérieur de l'Enseig-
nement worden geraadpleegd, waarna de
regeering de beslissing zal meedeelen.
HET DEENSCHE ONTWAPENINGS
VOORSTEL.
Uit Kopenhagen wordt geseind, dat het
zeer waarschijnlijk wordt geafchf, dat een
compromis tot stand komt in het partijgeschil,
dat is gerezen over het voorstel van den minis
ter van Defensie tot vermindering van de mi
litaire uitgaven in het volgend begrootings-
jaar met iets meer dan zeven millioen kro
nen. Het Folketing, waar de sociaal-demo
craten en radicalen de meerderheid hebben,
heeft het voorstel aangenomen, terwijl het
Landsting, waar de linkerzijde der liberalen
en de conservatieven de meerderheid heb
ben, heeft besloten tot een vermindering
van 700.000 kronen. Het wetsontwerp zal nu
naar het Folketing teruggaan, waar, naar men
gelooft, de door het landsting aangebrachte
Wijziging zal worden aangenomen
DE FASCISTISCHE OPSTOOTJES.
De „Osservatore Romano meldt uit Rome,
dat het centraal comité voor katholieke actie
bij den minister van binnenlandsche zaken
heeft geprotesteerd tegen de incidenten te
Faenza, waar de fascisten het bureau der
katholieke vereenigingen hebben verwoest,
en heeft verzocht om maatregelen, ten einde
een herhaling te voorkomen.
WEDEROM EEN BISSCHOP VER
BANNEN UIT KONSTANTINOPEL.
Draadloos wordt gemeld, dat de Grieksche
metropoliet, de bisschop van Paramythia
(Macedonië) door de Turksche politie uit
Konstantinopel is verbannen krachtens de
conventie inzake de uitwisseling der bevol
kingen.
Athene beschouwt dit als een inleiding tot
nieuwe verbanningen met schending van de
adviezen van den Volkenbond om tot geen
nieuwe actie over te gaan voor dat de kwestie
betreffende de bevoegdheid tot het uitwisse
len van geestelijken is geregeld.
DE AMERIKAANSCHE PETROLEUM
SCHANDALEN.
De grand jury heeft tegen Senator Whee
ler, van Montana, de onafhankelijke candi
daat voor het vice-presidentschap bij de jon
ste verkiezingen Edwin Booth, vroeger solli-
citor aan het departement van binnenland
sche zaken, en Gordon Campbell, een pe-
troleum-exploifant in Montana rechtsingang
verleend wegens samenzwering tot het ver
krijgen van het onwettig bezit van aan de
regeering toebehoorende olieterreinen. Se
nator Wheelgr verklaart, dat hij volstrekt
onschuldig is, hetgeen naar hij voorspelt bij
het verhoor wel zal blijken.
EEN
DE
DRANKSCHANDAAL IN
VEREENIGDE STATEN.
Draadloos wordt gemeld, dat in Ohio 70
politieagenten achter slot en grendel zijn ge
zet, en nog 200 andere op de nominatie staan,
omdat zij zich zouden hebben laten omkoo-
pen tot het geven van vergunning voor den
verkoop van sterken drank, of op andere wij
ze misbruik hebben gemaakt van hun positie.
Cleveland. Toledo en Youngstown zouden
de contra zijn van de ontdekte schandalen.
DE JAPANSCHE KIESWET.
Na een langdurige discussie keurde de
vereenigde vergadering der beide Huizen
het compromis-amendement op de Kieswet
goed, waardoor alle partijen zijn voldaan.
Vergelijkende cijfers.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft wederom een overzicht van den be
lastingdruk gepubliceerd, thans over het
belastingjaar 1924-1925. Voor alle gemeen
ten wordt hierin de belastingdruk vermeld
voor gehuwden met 2 kinderen en inkomens
van 1000, 2000, 3000, 4000 en
5000; Bovendien bevat het Overzicht voor
de gemeenten boven 5000 inwoners de
overeenkomstige gegevens voor gehuwden
zonder kinderen en inkomens van 1000
200.000 (in 22 rubrieken). Ook is een aan
tal gegevens opgenomen, waaruit de belas
tingdruk op het vermogen kan worden be
rekend.
Reeds het vluchtig doorzien van de in
deze publicatie voorkomende cijfers doet
blijken, dat de belastingdruk in de gemeen
ten onderling belangrijk afwijkt, Voor een
gehuwde met 2 kinderen is de maximum-
druk voor inkomens van 10005000
hieronder vermeld.
Hoogste gemeentelijke
Zuiver inkomen. belastingdruk.
100Ö 40.50
2000 155.6214
3000 315.12
4000 11 559.52
5000 811.72
De laagste belastingdruk wordt uit den
aard der zaak aangetroffne in de 5 gemeen-
ted, waarin over 1925-25 geen enkele ge
meentelijke heffing op het inkomen bestaat.
Telt men bij de cijfers van den gemeente
lijken belastingdruk die van Rijk en Pro
vincie op, welke eveneens in het overzicht
voorkomt, dan kan men den totalen belas
tingdruk op het inkomen voor de verschil
lende gemeenten vergelijken. Hieronder zijn
deze cijfers vermeld voor Amsterdam,
's-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht en
voor de gemeenten met den laagsten en
den hoogsten belastingdruk voor gehuwden
met- 2 kinderen en inkomens van 2000 en
5000.
Totale belastingdruk
Laagste druk
t Amsterdam
's-Gravenhage
Rotterdam
Utrecht
Hoogste druk
Tweeduizend
Gulden.
31.51
85.30
70.09
55.97
72.99
185.87'
Vijfduizend
Gulden.
193.37
458.05
358.88
331.29
442.31
1921.60
Bij wet van 23 Maart zijn wijzigingen vast
gesteld in de Jachtwet 1923. waarvan wij
dc voornuamslen hier laten volgen;
Tot hot waterwild zullen voortaan ook
gerekend worden; kemphanen, wulpen,
scholeksters, grutto's, tureluurs, meerkoeten
en waterhoentjes.
Art. 4 der wet krijgt een geheel nieuw 3e
lid,, luidende;
„Het zoeken of rapen van eieren van
kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's
tureluurs, meerkoeten en waterhoentjes op
gronden van derden, is slechts geoorloofd in
gezelschap van den eigenaar of rechthebben
de of met dienst schriftelijke toestemming:
'voor het zoeken of rapen van eieren van
ander waterwild wordt een schriftelijk be
wijs vereischt van dengene, die tot het genot
van de jacht op dat terrein gerechtigd is.
Door een wijziging is de termijn, binnen
welken bezwaren logen de vordering van
jachtrentcn, schriftelijk bij Ged. Staten kun
nen worden ingebracht, gesteld op twee
maanden na dc dagleekening van bet aan
slagbiljet.
Ten slotte is bepaald, dat vóór 1 Maart
1924 gesloten overeenkomsten betreffende
verhuring of verpachting van het uitsluitend
genot van het recht om schadelijk gediert»
te vangen of 'e dooden, vervallen met het in
werking treden dezer wet, hetgeen, blijkens
art. 12 der Wijzigingswet den 26sten Maart
j.l. geschied is.
Uit de Belgische pers.
Dc meeste Belgische bladen spreken, na
mededeeling van de ontwerp-overeenkomst
tusschen Nederland en België, hun tevre
denheid uit over het tot stand komen eener
regeling over de tusschen beide landen
reeds zoo lang hangende quaestiën.
De Independence verheugt zich over het
verdrag, te meer, omdat het onverwacht is
gekomen. Na een herinnering aan de ge
schiedenis der onderhandelingen verklaart
het blad het misverstand en het wantrou
wen, dat tusschen België en Nederland
heerschte, uit het feit, dat de Nederlanders
blijven vasthouden aan de meening, dat
hun toestand uit internationaal oogpunt
geheel en al verschillend is van dien van
België.
Er op wijzende, dal men in Nederland
de toekomst op andere wijze ziet, dan in
België, schrijft de Independance, dat al
wat België kan vragen is te bewijzen, „dat
onze terughouding eri vrees, die door de
feiten maar al te zeer gerechtvaardigd
werden, gewettigd zijn. Al wat zij van ons
kunnen verwachten is, dat wij niet als
vijandigheid zouden beschouwen, hetgeen
wi; achten hun vergissing te zijn. Aldus
zullen wij tot een oplossing kunnen konnen
die weliswaar onvolmaakt is, maar
die tenminste den toestand helpt ophelde
ren. de atmosfeer vreedzamer maakt, en
langs beide zijden het wantrouwen verdrijft.
Twee naburige naties, die trots de tijde
lijke verschillen in hun lot zooveel belangen
gemeen hebben en die, zoonis wij er onzer
zijds van overtuigd zijn, aan dezelfde ge
varen zijn blootgesteld, twee naties, in elk
geval, die door haar geografische ligging
verplicht zijn, voortdurend nauwe betrek-
kingen te onderhouden, kunnen niet in het
oneindige aanvaarden, dat zij niet tot over
eenstemming in staat zouden zijn.
Dat zij er dan in mogen slagen een vast
accoord te sluiten!
Onmiddellijk zal dan wel de atmosfeer
klaarder worden, het vertrouwen herleven,
en misschien zal, wat thans niet kan worden
verwezenlijkt, morgen mogelijk worden
De onderteekening a.s. Vrijdag.
Naar de „Tel." verneemt, zal het Neder -
landsch-Belgische accoord in zake het
Scheldc-regiem Vrijdag a.s. in Den Haag
worden onderleekend. De Belgische minis
ter van Buitenlandsche Zaken, de heer Paul
Hymans. zal met het oog hierop Vrijdag
middag tc 's-Gravenhage aankomen. De on
derteekening zal 's middags geschieden.
Des avonds zal minister Van Karnebeek
een diner geven ter eere van zijn collega.
De Engeische en Fransche rtgeeringen,
die met het verloop der onderhandelingen
op de hoogte waren gehouden, hebben hun
adhaesie met de overeenkomst betuigd.
Zooals men weet moesten beide regeerin
gen haar goedkeuring geven aan de wijzi
ging van het tractaat van 1839, omdat
Frankrijk en Engeland voor een deel partij
waren.
Maandagmiddag bracht dc minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw een
bezoek aan de ontginningswerken in de ge
meente Sleen. De minister bezocht, verge
zeld van den secretaris van de Tuinbouw-
vereeniging de tuinbouwgronden .alhier. De
minister was bij zijn bezoek vergezeld »an
den rijksinspecteur voor werkverschaffing
in Drente, den heer Jongbloed.
Dc Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft bepaald, dal de stemming
over dc lijsten van candidaten en de daarop
voorkomende candidaten voor de Tweede
Kamer zal plaats hebben op Woensdag I
Juli.
Sterk verzet in de Streek.
Men meldt uit Amsterdam:
In de Streek rijst steeds meer verzet te
gen dc ontworpen Frieschc kanaalplannen.
Reèds hebben nu de raden der gemeente*
Bovenkarspel, Grootebroek, Hoogkarspel,
Westwoud en Venhuizen zich tot Ged. Sta
ten van Noord-Holland gewend, met het ver
zoek, de plannen niet uit te voeren. Eener-
zijds heeft men bezwaar tegen de hooge kos
ten en de schadesnijding, die aan de lande
rijen zal worden veroorzaakt, anderzijds
voelt men aan het kanaal langs de Streek
geèn behoefte en wordt aan snelvervoer van
de groenten en aardappelen per spoor de
vootkeur gegeven.
Nieuwe vergadering in Den Haag.
Zooals wij mededeelden hebben Zaterdag
middag hoofden uit de St. Michaël-beweging
een vergadering gehouden in hotel „Termi
nus'', te Utrecht. Naar het „Centr." ver
neemt, is Zondag een tweede zoodanige sa
menkomst gehouden te 's-Gravenhage. Tot
deze vergadering waren telegrafisch ook en
kele zittende Kamerleden, die door het Po
litiek Advies geen behoorlijke plaats hadden
gekregen, uitgenoodigd.
30.
Hij deed in dien brief een omstandig verhaal
van zijn reis en van zijn indrukken in het
vreedzame Luxemburg; hij meldde de ont
vangst van het telegram met de opdracht
om het „te Trier te probeeren", en deelde
ten slotte mede, dat hij den volgenden dag
daar zou zijn.
Van Luxemburg naar Trier is 'n paar uur
sporen, en Max arriveerde in laatstgenoem
de stad in de vroege ochtenduren. Hij kende
beide steden over goed, want de streek,
waarin zij liggen, het schoone Moezeldal en
zijn omgeving, was een van zijn geliefkoosde
vacantie-uitstapjes. Hij betrok een kamer in
het hotel, dat gelegen is tegenover de Porta
Nigra, een der meest belangrijke overblijf
selen uit de dagen van de bezetting der Ro
meinen, en waarnaar het hotel genoemd is.
Na ontbeten te hebben, ging Max de stad
in ï>m te zien, wat er te zien viel. Het
was echt winterweer en op de straten lag
versche sneeuw; hij was den vorigen winter
hier niet geweest en in hun eigenaardige
versieringen van smetteloos wit maakten
allerlei plaatsen en monumenten on hem
een verrassenden indruk. Hij was nog niet
vergegaan, toen een groote troep soldaten
kwam aangemarcheerd, gepakt en gezakt eu
met dien eigenaardigen strammen pas, die
de Duitsche infanterie kenmerkt. Het waren
honderden en honderden manschappen
heele regimenten, in volledig veldtenue.
Hier was dan, meende Max, eindelijk eens
iets van belang voor hem te zien, doch toen
dc laatste rijen soldalen gepasseerd waren,
bedacht hij, dat Trier een militair centrum
was. en dat het in 't geheel niet vreemd kon
geacht worden in eenige Duitsche stad van
de beteekenis van Trier een zoo sterk mili
tair vertoon te zien. Hij ging een winkel bin
nen, kocht wat sigaretten en vroeg aan den-
gene, die hem bediende, waar die soldaten
heengingen? Men zeide.hem, dat zij eigenlijk
nergens heengingen, doch slechts een mili
taire wandeling maakten. Het was hem dui
delijk, dat de winkelier daaraan geen bijzon
der gewicht hechtte. De man zeidc eenvou
dig, dat er .overal soldaten op dc been wa
ren
Max bedankte hem, ging den winkel uit eu
wandelde verder. Trier is een veel grootere
stad dan Luxemburg en, dit in aanmerking
genomen, scheen Trier hem even rustig en
kalm toe als Luxemburg.
Hij zag geen troepeii soldaten meer cn
dacht niet verder aan die, welke hij gezien
ljad. Weer kwam bij hem het vermoeden op,
dat Beaumont verkeerd ingelicht moest zijn
geworden en hem een volkomen nuttelopze
reis bad laten maken, toen Hit olotseling iets
zag, dat hem van ontzetting schier den adem
benam. Eer. groote automobiel met eenige
Duitsche officieren er in kwam in volle vaart
door de straat aanvliegen; op nog slechts
korten afstand er van stond een kind, een
jongetje, dat ófwel roerloos van schrik óf
wel onbewust van het hem dreigende gevaar,
geen poging deed om uit den weg te gaan.
Een vrouwenstem riep hem, doch hij hoorde
die blijkbaar niet. En de auto kwam steeds
naderbij. De vrouw riep opnieuw ditmaal
met een doordringenden angstkreet.
Daar bleef voor Max maar één ding te
doen over en hij had nauwelijks een seconde
om het te dqen maar hij deed het. Met
één sprong was hij van het trottoir, midden
op de straa>t, greep bet kind en rukte het
v/eg, vlak voor de automobiel, bijna onder
de wielen er van, zoodat hij niet wist of hij
het doodelijk verminkt ofwel ongedeerd in
zijn hand vastgegrepen hield.
Het ventje begon tc schreien.
hebt hem van den dood gered," zeide
een vrouw, die nu kwam aanloopen -- het
was de vrouw, die tevergeefs had staan roe
pen; en terwijl zij sprak, snikte zij.
Max trachtte het schreiend kind tot beda
ren te brengen, en keek dus niet aanstonds
de vrouw aan; toen hij dit echter deed,
slaakte hij een kreet van verbazing. Want
de vrouw was Bertha Schmidt, de voorma
lige dienstbode van Sylvia Chase; hij had
haar voor de laatste maal gezien, toen zij
in de moordzaak getuigenis aflegde voor de
Lcndensche politie.
Zij herkende hem dadelijk en deed, met
een kreet van ontsteltenis, een paar stappen
achteruit.
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Een geheimzinnige waarschuwing.
Met het schreiende knaapje nog in zijn
armen, %iek Max de vrouw aan, die op haar
beurt hem aanzag met een uitdrukking van
ontstelde verbazing.
„Gij hier!" zeide hij, na een kort zwijgen,
gedurende hetwelk hij het kind op den grond
zette.
„Behoort dit kind bij u?
Zonder iets op die vraag te antwoorden
en zonder te letten op de sneeuw op den
grond, zonk zij voor hem op de knieën en
kuste onder tranen zenuwachtig zijn handen;
vervolgens gaf zij aan haar dankbaarheid
uiting in een stroom van Duitsche woorden,
dien hij vergeefs trachtte te stuiten.
„Hij is mijn zoon, mijn eenige zoon,zeide
zij, toen zij kalmer was geworden en op
stond, „hij is mijn leven, mijn wereld, mijn
alles. U hebt hem gered van een \vreeden
en gewelddadigen dood. Ik vreesde hem
voor mijn oogen vermorzeld te zien worden,
doch gij hebt hem aan het gevaar ontrukt.
O, als ik iets wat ook maar voor u
doen kan, zegt het mij, beveel het mij te
doen en ik zal het doen!"
Max, eenigszins verlegen met zijn positie,
.verklaarde niets anders en niets meer te
hebben gedaan', dan wat iedereen onder de
zelfde omstandigheden voor het kind zou ge
daan hebben; hij had enkel gedaan, wat zijn
plicht was.
„Gij moet uw daad niet verkleinen, zei
de vrouw, „het was de daad van een held.
Gij zelf verkeerdet in groot gevaar. Ik heb
alles gezien, en ik vreesde, dat gij en Fritz,
mijn kind, beiden overreden zoudt zijn ge
worden."
Zij begon opnieuw te snikken, en het
ventje, dat pas opgehouden had met schreien,
begon nu weer van voren af aan.
De groote automobiel was doorgereden
zonder tc stoppen; misschien dat de inzit
tenden hadden omgekeken, en bemerkt
hadden, dat er geen ongeluk gebeurd was;
het voertuig was in elk géval uit het gezicht
verdwenen. Twee of drie menschen, die van
't voorval getuige waren geweest, stonden
midden op straat naar hel groepje Max,
Bertha Schmidt er het kind te kijken.
Max sprak r.u de vrouw bemoedigend toe
cn verzocht haar beur traneij te drogen en
nu verder alle aandacht tc wijden aan het
kind.
„Ik zal mijzefve goed trachten te hou
den," antwoordde de vrouw. „U moet we
ten, dat ik pas twee dagen geleden mijn
Fritz heb weergezien, nadat ik gedurende
een heel langen tijd van hem weg geweest
was. En nu had ik hem nadat wij pas
weer bij elkaar waren bijna voor altijd ver
loren!" riep zij met schokkende stem uit.
De kleine Fritz Schmidt was ongeveer
zes jaar en onder geen enkel opzicht een
buitengewoon kind, doch het was duidelijk
te zien, dat hij zijn moeders oogappel was
en dat zij hem beschouwde ais 'n soort
wonderkind.
„Laat me wat lekkers voor hem koopen,
zeide Max vriendelijk, en zij liepen het
dichtstbij gelegen trottoir op en hadden
spoedig een winkel gevonden.
„Hoe komt gij zoo in Trier en sinds wan
neer zijt gij h er in de stad?' vroeg Max
aan Bertha Schmidt. „Ik dacht, dat ge nog
te Londen waart."
„Ik heb hier gewoond," antwoordde de
vrouw. „Mijn overleden man en ik woon
den al sinds jaren in Trier en Fritz is^hier
geboren. Ik heb hier nog een broer; hij is
zij aarzelde even met het volgende woord
uit te spreken „in regeeringsdienst. Hij
en zijn vrouw hebben Fritz bij zich geno
men voor den tijd, dat ik met Aliss Chase
in Engeland was."
„Zijt gij twee dagen geleden hier aange
komen?"
„Ja. Na het onderzoek inzake den dood
mijner meesteres vroeg ik aan dc politie ot
ik nog langer le Londen moest blijven, en
vier dagen later gaven ze mij verlof om te
vertrekken."
Ondertusschen had het ventje een zak
snoepgoed gekregen, zoodat hij zich weer
geheel met het leven verzoend had en te
gen Max opzag als tegen 'n soort Sinters
(Wordt vervolgd.J
I