1
UIT ONZE OOST.
LUCHTVERKEER.
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 2 April 1925
De studentenrelletjes te Parijs. Een rumoerige nachtzitting der Kamer.
Opwinding in het Quartier Latin. Het aantal vermisten bij de ramp
van Detmold bedraagt 79. De codificatie van het Internationaal recht.
De Hebreeuwsche Universiteit geopend.
Onder de Radio-berichten: Een belangwekkende rede van Mr. Loder
te Genève. Algemeene staking van studenten aan de Fransche Uni
versiteiten.
Gem. buitenl. berichten.
Uit een politieke rede van
Baron van Wijnbergen.
De schadeloosstelling aan
Zuid erzeevisschers.
De Pensioenwetwijziging
Zomertijd en internationale
verhoudingen.
Nederland en België.
Al weer een bedankje.
Journalistiek.
Bezoek van Min. Ruys aan
Oost-Drente.
De brug over het N.-H. Kanaal.
De Koninklijke Familie naar
Het Loo.
Invordering van belasting.
Behoorlijke rechtspleging.
De moord op den theeplantei
Doorman.
Een Indische Sultansdochter
naar Nederland.
Een amokpartij in Atjeh.
Een gedenkteeken voor de
HollandIndië-vlucht te Meden
Botsing in de lucht.
FEUILLETON.
Herriot over den stand I daten angstig in het midden van het vaar-
der besprekingen betref- tl"S bijeendrongen. Tengevoige van het vol-
fende de veiligheid.
Een delegatie uit de Kamercommissie
voor buitenlandsche zaken, bestaande uit de
heeren Loucheur, Paul Boncour en Albert
Milhaud, is eergisteren door Herriot ontvan
gen. Zij had opdracht den minister-presi
dent te vragen naar het doel en den stand
der thans over het vraagstuk der veiligheid
aan den gang zijnde besprekingen. Tevens
sprak zij den wensch uit wat er niet met
Duitschland zal worden onderhandeld al
vorens het tot den Volkenbond is toegetre
den.
Herriot heeft de delegatie de noodige in
lichtingen verstrekt en haar inzage gegeven
van het Duitsche memorandum over de voor
stellen inzake het veiligheidspact. Voorts
verzekerde hij dat hij geen enkel pact zal
teekenen alvorens Duitschland onvoorwaar
delijk tot den Volkenbond is toegetreden. Hij
is echter met Engeland overeengekomen
vóór Duitschlands toetreding reeds onder
handelingen te openen.
Nieuw spoorwegongeluk
in Frankrijk.
Het vierde spoorwegongeval binnen een
week heeft Dinsdag plaats gehad toen de
acht laatste wagens van den express Bor
deauxParijs bij Monnerville ontspoorden-
en omvielen. Alleen een treinwachter werd
gewond.
De studentenrelletjes te
Parijs.
In de nachtzitting der kamer verklaarde de
minister van onderwijs Francois Albert in
antwoord op de interpellaties nopens de in
cidenten in de faculteit der rechtsgeleerdheid,
dat de opgewondenheid onder de studenten
is veroorzaakt door sommige bladen en groe
pen, die elke gelegenheid om onrust te stoken
aangrijpen.
Hij meent, dat de beweging een politiek
karakter heeft en weigert den studenten het
recht toe te kennen hun professoren te be
noemen.
Spr. is verontwaardigd, dat er agitatie is
veroorzaakt onder een aantal jongelieden,
die niet met de politiek op de hoogte zijn
Dat zal niet voortduren. De orde zal het laat
ste woord hebben. De sabotage van het hoo-
ger onderwijs zal niet gelukken.
De rad.-soc. en de soc. juichen den minis
ter toe, die door Herriot wordt gelukge-
wenscht.
Na de verklaring van Fran cois Albert, den
minister van oorlog, en de uiteenzetting van
Herriot heeft de Kamer met 318 tegen 220
stemmen een motie aangenomen, waarin zij
haar besluit aankondigt geen pogingen tot
wanordelijkheden eener oproerige politieke
partij te dulden en haar vertrouwen in de re
geering uitspreekt.
De opwinding in het Quartier Latin duurt
voort. De hoogleeraren aan de Eccte de Droit
hebben unaniem hun solidariteit met den
doyen uitgesproken in een adres dat heden
aan den minister van onderwijs zal worden
overhandigd en dat zegt dat Barthélémy geen
enkele fout verweten kan worden en dat
zijn daden steeds de goedkeuring van de fa
culteit hebben verworven.
De studenten blijven zeer oproerig en loo-
pen met plannen eener algemeene staking
rond. Zij hielden gisteren opnieuw voor de
woning van Barthélémy een sympathie-
betooging en werden door dezen toegespro
ken, waarbij hij tot kalmte en volgzaamheid
aanspoorde.
Als merkwaardigheid kan vermeld wor
den dat een van de nog vastgehouden nian-
festanten gisteren tusschen twee agenten
naar zijn anatomisch examen werd geleid
(want hij is medicus hetwelk hij met gun-
stigen uitslag aflegde. Daarna werd hij naar
de gevangenis teruggebracht.
Ook de studenten in Nancy hebben zich
reeds solidair verklaard, terwijl het bestuur
van de gematigde groep der Parti Républicain
Démocratique protesteerde tegen de schor
sing van den doyen.
Bijzonderheden over het
ongeluk bij Detmold.
Üp de veerpont bevonden zich ruim 150
man van de rijksweer. Vlak voor het ver
trek bleek, dat de pont veel te diep lag, zoo
dat vele soldaten het vaartuig wilden ver
laten. De officieren bevalen echter, dat allen
aan boord moesten blijven. Toen de pont
zich ongeveer in het midden van de 50 M.
breede rivier bevond liepen de twee middel
ste pontons onder water, niet in de laatste
plaats tengevolge van het feit, dat de sol-
loopen der middelste pontons braken de ket
tingen, die ze bijeenhielden, zoodat ze van
een werden gerukt. Een groot aantal man
schappen klemden zich aan de drijvende
stukken vast maar werden toen deze zonken
mee naar de diepte gesleurd.
Het aantal vermisten bedraagt op het
oogenblik 47 man. Tot gisterennacht 12 uur
had men nog geen enkel lijk gevonden.
Aan de beide oevers der rivier stonden
tijdens de catastrophe een groote menigte
toeschouwers, die gekomen waren om den
overtocht bij te wonen.
Er heerscht groote verbittering over het
feit dat, ofschoon onmiddellijk bleek, dat de
pont te zwaar beladen was, nochtans de over
tocht werd gelast.
Vandaag zal een bataljon pioniers met
behulp van een aantal duikers de Wezer af
zoeken. De rijksweerminister heeft den in
specteur van de poniers, gen.-maj. Ludwig
naar Veltheim gezonden om een onderzoek
in te stellen. De Landdag, van Lippe hield
gisteren een korte rouwzittiug naar aanlei
ding van de ramp.
Volgens een later telegram is het aantal
vermisten bij de ramp aan de Wezer tot dus
ver 79. Het aantal verdronken militairen
is nog niet bekend, maar er bestaat weinig
hoop, dat dit minder zal zijn.
Het Deensche Ontwape
ningsvoorstel.
Het Deensche Folketing heeft gisteren zijn
goedkeuring gehecht aan het amendement,
door het Landsting aangenomen ten aanzien
van de begrooting van defensie voor het ko
mende jaar.
Zooals men weet had de minister van de
fensie voorgesteld, de militaire uitgaven te
verminderen met ruim zeven millioen kro
nen, waarmede het Folketing zich vereenigde.
Het Landsting echter bracht de vermin
dering op 700.000 kronen.. Doordat het Fol
keting zich met het amendement van het
Landsting heeft vereenigd, is het parlemen
taire conflict dat dreigde, vermeden.
Conferentie over het in
ternationaal recht te Ge
neve.
Gisteren kwam in het Volkenbondssecre
tariaat de commissie voor de codificatie van
het internationaal recht bijeen, waarin ook dr.
Loder, de oud-president van het Hof van
Int. Justitie, zitting heeft. Namens den Raad
van den Volkenbond sprak Sir Eric Drum
mond waardeering uit over de komst dier
zeventien rechtsgeleerden, die bereid zijn
gevonden zich'geheel belangloos in dienst van
den Volkenbond te stellen.
De voorzitter, Hammerskjold, ging daarna
de ontwikkeling van het internationaal recht
na en wees op de wenschelijkheid tot codifi
catie van het internationaal recht. De codifi
catie is nog des te meer noodzakelijk nu het
Hof van Internationale Justitie bestaat. De
Amerikaan Wickersham deed ecnige mede-
deelingen over de ontwikkeling van het in
ternationaal recht in Amerika. Namens de
Zuid-Amerikaansche staten sprak daarna de
Argentijn Stiarez.
Automobielongelukkcn in
Chicago.
Bij automobielongelukken in of nabij Chi
cago werden Zondag twaalf personen ge
dood, van wie acht werden gedood toen een
trein bij een overweg een automobiel greep.
De Hebreeuwsche Univer
siteit.
Gisteren is de Hebreeuwsche Universiteit
ingewijd. De Heilige Stad is vol met offi-
cieele gasten, waaronder verscheidene aan
zienlijke vertegenwoordigers van de Ettro-
peesche en Amerikaansche Universiteiten.
Aangekomen zijn ook Lord en Lady Allen-
by. De hotels zijn boordevol.
Tot de receptie, die gisteravond op het re-
geeringshuis zou plaats hebben waren alle
buitenlandsche vertegenwoordigers en K gas
ten uitgenoodigd om Balfour te ontmoeten.
Vanavond zal de Raad van Gouverneurs der
Universiteit een diner aanbieden aan de ver
schillende vertegenwoordigers Donderdag
morgen zal professor Fodor dc inaugurale
rede uitspreken voor de Faculteit der bioche
mie en in den namiddag zal de eerste
steen gelegd worden voor het instituut voor
physica en mathematica.
Balfour vertrekt Zondag met een speciale
trein naar Haifa. Hij zal onderweg bij een van
de Joodsche kolonies stoppen. De drie vol
gende dagen zal hij een autotocht maken
door Nazareth en Teberias en de verschil
lende kolonies bezoeken, o.a. Balfouria, wel
ke naar hemzelf genoemd is.
Dc immigratie in Aus
tralië.
De regeering van Queensland heeft een
staatscommissie benoemd voor het instellen
van een onderzoek naar de sociale en econo
mische gevolgen der immigratie van vreemde
lingen in Noord-Queensland. Zij dringt er bij
de federale regeering van Australië op aan
den toevloed van buitenlanders tegen te gaan
of te regelen, daar anders in het komende sei
zoen ernstige moeilijkheden in de suikerin
dustrie mogelijk worden geacht.
De Mosoel-kwestie.
De Engeische minister Amery en Hoare
zijn na een conferentie met Koning Feisoel
en andere autoriteiten per vliegmachine naar
Mosoel vertrokken.
ECHTSCHEIDINGEN IN DE
VEREENIGDE STATEN.
Het cijfer der echtscheidingen neemt, blij
kens een statistiek van het bevolkingsregister,
in Amerika snel toe. In 1922 was het cijfer
31 of een derde hooger dan in 1916, ter
wijl het aantal huwelijken in denzelfden tijd
slechts met 5 toenam. In 1916 bedroeg het
aantal echtscheidingen in Amerika 112.000,
in 1922 147.000, in 1916 bedroeg het aantal
huwelijken 1.040.000, in 1922 1.093.000.
Uit de statistiek blijkt dat gedurende een
halve eeuw het percentage der echtscheidin
gen al voortdurend stijgend was, doch in de
laatste jaren is het op bepaald verontrustende
schaal gestegen, hetgeen vooral blijkt wan
neer men ziet, dat terwijl in 1916 één echt
scheiding voorkwam op 356 gehuwden, dit
in 1922 nog maar was een op de 303.
Het percentage der echtscheidingen stijgt
het sterkst onder personen, die minder dan
een jaar gehuwd zijn, hetgeen naar men meent
wijst op het toenemen van „proefhuwelijken."
EEN VALSCHE PROFEET.
In San Salvador en Guatemala heerschte
Zaterdag groote ontsteltenis tengevolge van
de voorspelling van een Italiaanschen „aard
bevingsprofeet", genaamd Raphael Bandandi,
dat in Noord- en Centraal-Amerika heftige
aardbevingen zouden optreden. Veie men-
schen brachten Zaterdag den nacht i;i liet
veld door, doch geen enkele aardschok werd
gevoeld.
DE ST. PAULSKATHEDRAAL.
Gisteren is het grootste deel van de St-
Pauls-kathedraal te Londen, het gedeelte
onder den koepel, het koor, de transept en
de Jezuskapel, voor het publiek gesloten.
Vermoedelijk zal dit deel gedurende zes a
zeven jaren gesloten blijven. Bepaalde deelen
van de kathedraal, zooals de grafkelder, de
fluistergalerij en de steenen galerij, zullen
voor het publiek geopend blijven.
DF. NALATENSCHAP VAN EEN ZON-
DERLING.
Dezer dagen is te Parijs een oude Russi
sche zonderling gestorven, die meer dan veer
tig jaren in afzondering had geleefd. Hij
heette Onegin, of liever, hij had dezen naam,
dien de dichter Poesjkin aan den held uit een
zijner werken had gegeven, aangenomen. Hij
had nl. een haast ziekelijke belangstelling
voor Poesjkin, daar hij tachtig jaar geleden
te vondeling was gelegd aan den voet van het
standbeeld van den dichter in Petersburg
Hij meende daarin een wenk van hooger-
hand te zien om zijn verder leven de nage
dachtenis van Poesjkin te beschermen. Van
daar dat hij alle documenten, manuscripten
en publicaties met betrekking tot den dichter
verzamelde. In werkelijkheid gold hij als een
zoon van den anderen dichter, Joekowski,
een leeraar van Alexander II.
Hij bracht destijds zijn geheele collectie
naar Pafijs over tn besloot haar bij zijn dood
te vermaken aan de Academie voor Weten
schappen te Petersburg. De Tsaar kende
hem uit dankbaarheid een bescheiden pen
sioen toe.
Toen her tsarisme verdween, stelden de
bolsjewisten pogingen in het werk om de col
lectie voor de Academie te behouden. Zij
schonken Onegin een bedrag van 100.000
francs onder voorwaarde dat hij schriftelijk
zou verklaren zijn verzameling aan de Aca
demie voor Wetenschappen in het intusschen
tot Leningrad verdoopte Petersburg te ver
maken.
Onegin, die nooit uitging en alleen met
den portier van het huis, dat hij bewoon
de, sprak, stierf in eenzaamheid. Toen zijn
heengaan bekend was geworden, begaven
zoowel vertegenwoordigers van de Sovjet-
regeering als van het voormalig tsaristisch
regiem naar het sterfhuis om de collectie op
te eischen
B*
Dinsdagavond heeft Baron van Wijnber
gen voor de leden der R.K. Kiesveveeni-
ging te Lichtenvoorde (Geld.) een politieke
rede gehouden We onlieenen er het vol
gende aan: Spr. geeft den beslisten raad,
stemt op 26 April zooveel mogelijk, liefst
allen, op hel politiek advies. Spr. voert
daartoe verschillende gronden aan, o a. dat
het Politiek Advies door de kiezers ge
vraagd is en na ampele bespreking door
het kiescollege is saamgesteld. Het is opge
maakt, zooals het volgens het nieuwe kies
reglement opgemaakt moet worden na ver
schillende vergaderingen en aanwijzing
door de kiezers. Er is de noodige tijd aan
besteed zoo zelfs dat er over vergaderd
werd door het adviescollege van 's avonds
acht uur tot half twee en den volgenden
dag van tien uur tot 's-namiddags zeven
uur. Toen het advies was saamgesteld, is
het met algemeene stemmen op drie na,
aangenomen.
Na dit alles, zegt spr., is het van belang
voor de partij, dat het advies wordt ge
volgd, opdat naar buiten blijke, dat er orde
en discipline heerscht in de Katholieke
partij.
Als men mij vraagt, zegt spr., of het ad
vies er aldus uitgezien zou hebben, indien
ik alleen het had moet vaststellen, zeg ik
ronduit neen, maar toch verdedig ik het
met hart en ziel en leg er mij bij neer. Spr
begrijpt wel, dat het advies niet aller, kan
bevredigen, maar men heeft het nu eenmaal
in zijn geheel te bezien. Hoogst belangrijk
is in deze dan ook de overweging dat, nu
het advies reeds acht dagen oud is, er nie
mand is opgestaan, die in staat is geble
ken een beter te geven. En toch dat rhag
worden verlangd, als men zich met dat ad
vies niet wil vereenigen.
Er is dezer dagen door sommigen ver
klaard, vervolgt spr. hierop, dat er onder
de Katholieken gevonden zullen worden,
die hun stem niet zullen uitbrengen op dc
Katholieke lijst. Voor zoover spr. echter
het Katholieke kiezerscorps kent, moet er
heel wat gebeuren, voordat de Katholieke
kiezer, die trouw ter kerk gaat en zijn
plichten vervult, in het beslissend oogen
blik zijn stem niet uitbrengt op de Katho
lieke lijst.
Vervolgens de verhouding der Katholie
ken tot de andere partijen behandelend,
waarschuwt spr. tegen het dagblad „De
Morgen", waarvan hij het telkenmale weer
betreurt, dat het in een richting stuurt, die
op den duur tot den ondergang der coalitie
moet leiden. Temeer betreurt hij zulks waar
de Bisschop van 't diocees, .waarin „De
Morgen" verschijnt, nog in zijn jongste Vas-
tenmandement opwekt tot gebed voor het
behoud der Coalitie. Spr. noemt eiken stap
misdadig, die gezel wordt in de richting om
ons volk leg de coalitie op te hitsen.
In een slotwoord spoort spr. aan te bid
den voor dc verkiezing en voor de Kamer
leden', opdat zij geleid worden door een
waren Christelijken geest, opdat God Zijn
zegen zende over het werk, dat wij lot Zijn
eer ondernemen en tot voorspoed van het
ons allen dierbaar vaderland.
Bij de hierop volgende gedachtenwisseling
deelde de heer v. Wijnbergen mede, wat
hem geleid heeft bij het bepalen zijner hou
ding omtrent de moeilijke vraag in zake art.
40 van het Bezoldigingsbesluit. Spr. heeft
eerst in de meening verkeerd, dat dit be
sluit niet gewijzigd mocht worden.
Toen heb ik mij aldus spr. gewend
tot Pater Rijken O. P. te Huissen, wiens
autoriteit in deze wel niemand in twijfel zal
trekken. Spr. leest dan een schrijven voor
van Pater Rijken, dato 26 Sept. 1923 dat
na uitvoerige motiveering tot de conclusie
komt: „Om die redenen is dat artikel on
verstandig en onrechtvaardig en had het
nooit gestipuleerd moeten worden en moet
het reeds om het artikel zelf en niet alleen
om de crisis-omstandigheden worden inge
trokken."
Dit advies van een moraal-thcoloog van
den eersten rang is voor mij beslissend ge
weest, al had ik er wel bezwaar tegen dat
een dergelijk besluit moest wórden ingetrok
ken, door dezelfde ministers, die het uit
vaardigden. Toen heeft de intrekking plaats
gehad. Aanvankelijk ontmoette het weinig
bezwaar. Bij het mondeling debat is toen
echter ook in de rechtsche partij een mee-
ningsverschil naar voren gekomen. Mgr.
Nolens heeft toen gezegd dat in deze de
rechter moet beslissen en niet de wetgever.
Voor mij stond echter vast, dat geen rech
ten kunnen ontleend worden, aan iets wat
onverstandig is er. onrechtvaardig en dat
daarop een beroep oo den rechter niet kon
worden toegestaan. Voor het mij gegeven
advies ben ik altijd zeer dankbaar geweest
en wanneer morgen aan den dag nog eens
over dat wetje moest'gestemd worden, dan
zou ik weer tegenstemmen, al zou geheel
het kiezerscorps daar anders over denken.
Ik heb steeds gevoeld dat het voor het
huidig kabinet zeer moeilijk was, want bij
afstemming kon het niet blijven bestaan,
wijl zijn houding daarmede veroordeeld was
maar het advies, zooals het mij gegeven
was aanvaardend, moest ik mij voor terug
neming van die bepaling verklaren. Een
onrechtvaardige bepaling moet verdwijnen
en daaraan kunnen geen rechten worden
ontleend.
Wat het processieverbod en intrekking
van art. 123 R. I. aangaat, is spr, geen
groot bewonderaar van dc hetze, die er
voor gemaakt wordt. Dat heeft voor spr.
een bijsmaak en is eerder een middel om
de coalitie sfchade te doen. De heeren, zegt
spr. die hierover zulk een drukte maken,
hebben aan de zaken, die in een tienjarige
neriode werden .bereikt, niet meegewerkt.
Wij hebben te bedenken, dat wij slechts
een derde uitmaken van het land en dat
aan beide hier genoemde zaken heel wat
vast zit, gelijk de heer Kooien terecht ter
bondsvergadering opmerkte. Geleidelijk
moet hier te werk worden gagaan en men
handelt onbillijk en onverstandig door zon
der kennis van zaken te beweren, dat de
Protestanten te dien aanzien afwijzend te
genover ons staan. Spr. wijst op de houding
van de „Standaard" in zake het processie
verbod bij de grondwetsherziening en op
de toezegging, die de niet-Katholieke mi
nister van Koloniën eergisteren nog deed in
zake 123 R. I. De minister zeide, dat art.
123, wanneer men het beziet van missio-
narisstandnunl, niet te verdedigen is, doch
dat men het heeft te bezien van Indisch
standpunt, en dat hij zich zal inspannen om
te komen tot eene voor alle partijen bevre
digende oplossing.
De verhoogde tabaksaccijns.
Een waarschuwing van de belastingen.
In herinnering wordt gebracht, dat ieder
die op 1 April 1925 elders, dan in entrepot
of in een pand, waarin het bedrijf van fa
brikant wordt uitgeoefend, voor zich zelf
of voor een ander, nog tot verbruik bereide
tabak, sigaretten, snuif, rook- en pruimta
bak, ten verkoop in voorraad heeft voor
zien van zegels van den niet verhoogden
accijns, daarvan uiterlijk heden, tegen ge-
dagteckend ontvangbewijs, een schriftelijke
aangifte moet inleveren bij den Ontvanger
der Accijnzen, onder wiens kantoor de
tabak in voorraad is.
Hij, die tot dc bedoelde aangifte gehouden,
zijn verplichting niet of niet volledig na
komt of een onjuiste opgaaf doet, wordt ge
straft met een geldboete van ten minste
honderd en ten hoogste duizend gulden.
Hun, die evenbedoelde aangifte nog niet hez-
ben gedaan zouden wij, teneinde moeilijkhe
den te voorkomen, in overweging willen
geven, zich ten spoedigste met den betrok
ken Ontvanger in verbinding te stellen.
Naar de Tel. verneemt, zal het wetsont
werp, regelende de tegemoetkoming aan de
Zuiderzeevisschersbevolking enz., wegen9 de
schade, welke de afsluiting der Zuiderzee
hun mocht berokkenen, nog vóór dat de
Tweede Kamer op recès gaat, worden be
handeld. Zooals reeds eerder is gemeld, werd
door belanghebbenden en de X ereeniging
van Zuiderzeegemecnten. meermalen aange
drongen op spoedige behandeling.
Het Kamerlid Suring heeft nog dc volgen
de gewijzigde amendementen ingevoerd op
de Pensioenwet 1922,
I.
Na art. LXXIII in te voegen een nieuw
artikel LXXIII a, luidende:
Ambtenaren in dienst op Juli 1925, die na
het tijdstip van het in werking treden van
deze wet in verband met het bepaalde in
artikel 3 onder b der Pensioenwet, zooals
dat ingevolge deze wet zal luiden, de hoe
danigheid van ambtenaren zouden verliezen
blijven ambtenaar in den zin der Pensioen
wet, indien zij binnen zes maanden nadat
zulks zou geschieden, aan den Pensioenraad
het verlangen hiertoe in den vorm eener
schriftelijke verklaring te kennen gegeven.
II.
Na artikel LXXIV in te voeren een nieuw
artikel LXXIV a, luidende:
Ambtenaren in dienst op 1 Juli 1925, die
na het tijdstip van het in werking treden
van deze wet overgegaan in tijdelijk.cn
dienst in een1 betrekking als bedoeld in art.
40 onder c. der Pensioenwet, blijven ambte
naar in den zin dier wet indien zij binnen
zes maanden na bedoelden overgang aan
den Pensioenraad het verlangen hiertoe in
den vorm eener schriftelijke verklaring te
kennen geven.
Het dagel. bestuur van het Centraal In
dustrieel Verbond heeft een adres gericht
aan de Eerste Kamer, waarin gevraagd wordt
het wetsontwerp tot afschaffing van den
Zomertijd niet aan te nemen, zulks vooral
in verband met de internationale verhoudin
gen.
Juridisch verdrag met België.
Hel ministerie van Buitenlandsche Zaken
deelt mede, dat op Zaterdag 28 Maart j.l.
te Brussel de onderteekening heeft plaats
gehad van een verdrag tusschen Nederland
en België, betreffende de territoriale rech
terlijke bevoegdheid, betreffende het fail
lissement en betreffende het gezag en de
ten uitvoerlegging van rechterlijke beslis
singen van scheidsrechterlijke uitspraken en
van authentieke akten.
Aan het ministerie van Buitenlandsche
Zaken te Brussel was men vandaag optimis
tisch ten aanzien van dc mogelijkheid, dat
de overeenkomst tusschen Nederland en
België betreffende het verdrag van 1839
Vrijdag in den Haag zal kunnen worden
gelcekend. Uit Parijs werd vandaag be
richt, dat de besprekingen aldaar doen ver
wachten, dat ze tijdig zullen afloopen.
Bij informatie op het departement van
Buitenlandsche Zaken werd medegedeeld
dat Hymans Vrijdag naar den Haag zal ver
trekken, in verband met de onderteeke
ning, indien de besprekingen met Frankrijk
en Engeland tot een goed einde zulien zijn
gebracht.
Reuter verneemt uit Londen inzake het
vergelijk tusschen Nederland en België be
treffende de bevaring der Schelde, dat
wordt gehoopt, dat een bepaalde regeling
in de naaste toekomst zal worden bereikt.
De kwestie van de erkenning van bedoeid
vergelijk door Engeland en Frankrijk als
mede-ondertcekenaars van het verdrag van
1839, vormt nog. een punt van bespreking
tusschen de kabinetten van Londen en
Parijs. Het wordt nauwelijks waarschijnlijk
geacht, dat Nederland en België eenige
overeenkomst zullen teekenen, zoolang geen
toestemming is ontvangen.
De heer G. W. Kampschoër, burgemeester
van Monster (Z.-H.) heeft bedankt voor ac
10c plaats, welke hem op de Z.-Holland-
sche lijst van het Politiek Advies is toege
wezen.
Men meldt uit Tilburg aan de „Msb.":
Met ingang van Woensdag is de Tilburg-
sche Courant, uitgave Luijten, overgegaan in
handen der Helmondschc Drukkerij. Het
blad zal voortaan ook tc Helmond gedrukt
worden.
)e Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, bracht Dinsdag een bezoek aan
Oostelijk Drente, in verband speciaal met de
toestanden op het gebied der werkloosheid
en de werkverschaffing in de veenstreken. In
het gouvernementsgebouw is een bespreking
met den Commissaris der Koningin in de
provincie Drente gehouden, waaraan ook
werd deelgenomen door Mr. Hudders, ad
ministrateur aan het departement en den
heer Jongbloed, Rijksinspecteur voor de
werkverschaffing in Drente, burgemeester
van Sleen.
Feestelijke opening.
Zaterdag a.s. te half drie wordt de brug
over het N.-H. Kanaal voor het Kraaien-
plein tc Amsterdam door Wethouder Ter
Haar Jr. voor het publiek opengesteld.
Deze gebeurtenis zal een eenigszins feeste
lijk karakter krijgen. Het fanfarecorps van
personeel der pontveren zal zich o.a. doen
hooren.
Het vertrek uit de residentie.
De Koninklijke Familie is Woensdagmor
gen naar Het Loo vertrokken. Aan het sta
tion Staatsspoor waren de gouverneur vat
de Residentie, generaal-majoor J. M. Ben-
teyn, en de burgemeester mr. Patijn, aan
wezig om uitgeleide te doen.
Eerst arriveerde de Prins per auto, later
de Koningin en Prinses Juliana. De Konin
gin zag cr vrij goed uit en schijnt de gevol
gen van haar gevatte koude te boven.
Met den trein van 10.24, waar het Konink
lijk salonrijtuig was aangehaakt, vertrokken
het Koninklijk echtpaar en de Prinses, be
nevens verschillende leden van dc hofhou
ding, naar Het Loo.
Een talrijk publiek, dat op het perron en
voor liet station had postgevat, groette de
Koninklijke familie eerbiedig.
De gemeenteraad van Westdoageradee.
heeft besloten, aan de Kroon te verzoeken,
dat de gemeente zelf weer de heffing en in
vordering van dc gemeentelijke inkomsten
belasting zal mogen doen.
Sedert deze door het rijk plaats hadden,
heeft dc gemeente, naar 's raads meening,
belangrijk financieel nadeel geleden door de
late inning en storting van de aanslagen,
terwijl vele welgestelde personen niet of
niet noemenswaard in dc belasting werden
getroffen.
Het Kamerlid, de heer Staalman, heeft aan
den Minister van Justitie gevraagd, of het
juist is, dat nog door het Openbaar Ministe
rie in beroep is gekomen tegen een op 4
December 1923 door de arrondissements-
Rechtbank te Amsterdam gewezen vrijspre
kend vonnis, dat pas op 11 Maart 1925 is
beteekend aan een sigarenwinkelier te Am
sterdam, die terecht had gestaan wegens hel
ten toon stellen in zijn winkelkast van een
kistje sigaren, ontdaan van de banderollen?
Acht de Minister dit in overeenstemming
met een behoorlijke rechtspleging? Zoo niet,
is hij dan bereid tc bevorderen, dat deze
zJak geen verdere voortgang hebbe? vraagt
dc heer Staalman.
De inlandsche vrouw van den vwmoorden
theeplanter Doorman heeft thans ook een
bekentenis afgelegd, waarbij zij den jongsten
zoon, Willem Doorman, als den hoofdaanleg
ger der plannen aanwees.
De Soesoehoenan van Soerakarta heeft zijn
oudste dochter, Ratoe AHt. de echtgenoote
van Pangeran Hario Mataram, opgedragen
naar Nederland te gaan. teneinde zijne ge-
lukwenschen aan H.M. de Koningin over ie
brengen voor haar zilveren huwelijksfeest.
Vier dooden, twee gewonden.
Een amokmaker viel een dekkingsbrigade
in, het Meulabohsóhe aan. Drie marcchaus-
see's werden gedood, twee gewond. De
amokmaker werd neergelegd.
Te Medan is een prijsvraag uitgeschreven
voor een gedenkteeken ter herinnering aan
de HollandIndië-vlucht.
De prijs voor het beste ontwerp kreeg de
heer W. J. Fröger ie Medan, onder het
motto „Fokker". Den prijs voor het. beste
opschrift kreeg de heer P. W. Modderman
te Medan, die onder het motto „Voorwaar
geen kleinigheid" het volgende rijmt:
„Den één en twintigsten November '24
kwam tot stand
De eerst luchtvcrbinding tusschen Indië
cn het Moederland.
Toen Van derHoop, Van Weerden Poel
man, Van den Broeke, samen,
Met 't Fokkertoestel d' F. VII in Deli
neder kwamen.
„Dc „HoHand-lndië"-vlucht, zoo meester
lijk volbracht,
Blijv' door dit Monument bewaard voor
het nageslacht."
Twee slachtoffers.
Sergeant Niox, de kleinzoon van generaal
Niox, maakte Dinsdag een proefvlucht te
Bc.urges. Hij bemerkte niet, dat een ander
vliegtuig eveneens werd ingevlogen, botste
er tegen aan en stortte met zijn toestel
er aarde. Sergeant Niox en een passagier
werden op slag gedood.
32.
„Het is hopeloos werk," zeide hij ten
slotte, en hij keerde terug naar dc hoofd
straat en naar zijn hotel, beheersebt door
een gevoel van groot ontevredenheid want
hij had dc vaste overtuiging, dat hij zich iets
had laten ontgaan van buitengewoon groot
belang, en dat dit niet had mogen gebeuren,
„Ik ben heel, heel dom geweest, dacht
hij met ergernis. Doch kalmer over het ge
val nadenkende, begon hij toch weer te twij
felen aan het gegronde zijner verdenking als
zou Bertha Schmidt iets van Sylvia's geheim
en van den moord afweten. Want welk ver
band kon cr bestaan tusschen dit laatste en
de waarschuwing dezer vrouw? Wat had hij
uit te staan met Sylvia Chase en haar ver-
«chrikkelijken dood, behalve dan op de
meest indirecte en toevallige manier?
Hij gebruikte de lunch in zijn hotel aan de
table d'hote: daar waren ook tal van Duit
sche officieren aan tafel, die onder het eten
met elkaar op de bekende Duitsch-jovlale
manier converseerden; Max kon bun ge
sprekken gedeeltelijk zeer goed verstaan en
kwam weldra tot de conclusie, dal, indien
er eenige kans op oorlog stond, deze heeren
zich er weinig van schenen aan te trekken,
ofwel dit onderwerp in hun gesprekken met
opzet vermeden. Zij gaven onder gc*n enkel
opzicht blijk van eenige opgewondenheiu.
Eu indien er oorlogsgevaar gedreigd ^had,
zouden ze hier zeker niet zoo rustig hebben
zitten lunchen, 'n Paar van hen keken Max
ietwat nieuwsgierig aan, doch zonder een
zweem van vijandige gezindheid.
Terwijl hij nog aan de lunch zal, werd hem
ee.i telegram gebracht. Max opende het
hij had vermoed, dat het een telegram van
zijn bureau zou zijn, doch bemerkte tot zijn
voldoening, dat het van Peggy Willoughby
was. Hij had haar den vorigen dag een
draadloos telegram gezonden uit Luxemburg
met het bericht van zijn aankomst aldaar, en
dien ochtend een ander uit Trier, waarin riij
berichtte waar hij nu was.
„Brief en telegram ontvangen. Alles wel
hier," luidde Peggy's antwoord. Het was
kort cn droog genoeg, doch voor Max reeds
een reden om zich te verheugen.
Hij was het met zich zelf niet eens oi nij
haar zou schrijven over zijn ontmoeting met
Bertha Schmidt, doch daar hij zulks moeilijk
kon doen zonder te gewagen van de waar
schuwing, die de vrouw tot hem gericht had
iets dat Peggy moest verontrusten en
zelfs beangstigen kwam hij tot de conclu
sie, dat het beter zou zijn haar omtrent dit
raadselachtig vrouwspersoon geen woord te
schrijven. Wat betreft de redding van het
kind daarover wilde hij maar liever niets
zeggen.
Peggy was dus onvoorbereid op den. schoL
van hel ontstellende nieuws, dat haar be
reiken zou twee dagen later.
NEGENTIENDE HOOFDSTUK,
'n Lichtstraaltje!
In den namiddag ging.Max, schijnbaar voor
zijn plezier, doch inderdaad met al den ge-
scherpten speurzin van zijn vakmansoplet-
terjdheid, een wandeling maken door een
groot deel van Trier, slak dc Moezel over
en kwam terecht in een aan de overzijde ge
legen voorstad. Het duister was reeds geval
len, toen hij naar zijn hotel terugkeerde zon
der iets bijzonders te hebben beleefd, doch
met dezelfde overtuiging, welke hij den vo
rigen middag hier en ook die hij in Luxem
burg had opgedaan dc overtuiging n»l„
dat Beaumont, zijn directeur, op een dwaal
spoor was gebracht wat betreit DuiUch-
Icnd's plannen voor de allernaaste toekomst
Den volgenden ochtend reisde hij met den
trein door het Moezeldal tot Coblenz cn
keerde des avonds langs denzelfden weg te
rug. Nergens had hij ook maar het geringste
spoor van oorlogstoebereidselen ontdekt en
ztjn overtuiging was zekerheid geworden.
Beaumont moest verkeerd ingelicht zijn
geweest en hij zelf Max deed dienten
gevolge vergeefsch werk. Het heele sensa-
tioneele bericht uit „The Day" moest uit de
lucht zijn gegrepen. Doch daartegenover
stond toch ook weer het onbetwistbare
feit van den vijandigen naijver tusschen
Groot-Britannië en Duitschland, die elk
oogenblik kon leiden tot een breuk.
Max herinnerde zich zeer goed wal dc oi-
recteur hem gezegd had, toen hij hem de op
dracht had gegeven oin naar Luxemburg tc
gaan dat n.I verscheidene legerkorpsen
gereed stonden om van Trier en Metz uit,
het groothertogdom binnen tc rukken, en hij
meende nu dat hetgeen volgens zijn eigen
waarneming onjuist was voorzoover net
Trier betrof, misschien waar kon zijn wat
Metz aanging en dus het eerste wat hem te
doen stond, was, naar die stad te gaan, dc
groote vesting, welke Duitschland in den
oorlog van 1870—'71 aan Frankrijk ontno
men had.
Gedurende zijn reis van Londen naar Lu*
xemburg had Max, hel vóór cn het tegen
van Beaumont's vermoeden overwegende,
het ietwat vreemd gevonden, dat Duitsch
land er zich aan gelegen zou laten liggen
het groothertogdom te bezetten, hetwelk
praclisch toch al reeds onder meer dan één
opzicht een Duitsch gewest was, terwijl het
Frankrijk'rechtstreeks kon treffen van dc
Elzas-Lotharingschc grens uit. En indien
Duitschland van dien kant uit den slag wilde
toebrengen, zou de aanval komen van Metz.
Daarom moest, indien het gerucht eenigen
grond had, deze te Metz gezocht worden. En
misschien was de directeur wel met opzet
op een dwaalspoor gebracht, met de bedoe
ling om bem te verleiden tot een voorbarige
publicatie van hetgeen hij had gehoord, zoo
dat het Britsche publiek zand in de oogen
zou worden gestrooid cn het blind zou wor
den naar dien kant, van welken inderdaad
het Duitsche gevaar dreigde.
Beaumont moest op dit oogenblik den
brief ontvangen hebben, dien hij hem uit
Luxemburg geschreven had en waarin hij
mededeelde, hoe weinig men daar aan het
gevaar eener inlijving door Duitschland
dacht. Die wetenschap moest den directeur
wel doen twijfelen aan dc juistheid van zijn
bericht, zelfs indien het kwam uit hetgeen
hij over het algemeen beschouwde als een
betrouwbare bron.
Max verwachtte dan ook een telegram van
hem cn stelde daarom het verzenden van
een brief, bevattende zijn persoonlijke in
drukken van den toestand van Trier, uit.
Nog tegen tien uur zat hij in de rookz;,al
van het hotel „Porta Nigra" te wachten,
doch daar er geen telegram van Beaumont
kwam, meende hij, dat, als hij zelf er dien
avond nog een wilde verzenden, het daar
voor tijd begon te worden. Hij overdacht bij
zichzelf, hoe hij hetgeen hij te melden had,
het kortst en het zakelijkst zou samenvallen
toen een peleton soldaten, onder commando
van een officier, een jongeman, met veel ge-
druisch de kamer kwam binnenstappen. Tot
groote verbazing van Max trad de officier
op hem toe en zag hij zich in een oogwenk j
door de soldaten omsingeld; op datzelfde I
oogenblik herinnerde hij zich de waarschu-1
wing van Bertha Schmidt,
„Het zou voor u veel beter zijn, indien gij
hier in 't geheel niet gekomen waart," had
zij hem gezegd.
De waarschuwing was wel geheimzinnig
geweest, doch zij had deze gegeven op zeer
besliste wijze. Zou hij thans de reden 'ee-
ren kennen, waarom zij aldus gesproken had.
Voordat de soldaten binnenkwamen, was
Max in de rookzaal niet alleen geweest,
daar waren verscheidene personen bijeen, op
wien hij nauwelijks acht had geslagen; hij
zag nu dat zij hem en de soldaten stonden
aan te gapen met oogen vol verbazing en
nieuwsgierige verwachting. Toen de com-
mandeerende officier Max naderde, groette
hij dezen correct, zooals de eene officier den
anderen salueert, doch Max bemerkte zeer
goed dc ontsteltenis van de andere in de
zaal aanwezige personen.
Hij stond op van zijn stoel en beantwoord
de den groet van den officier met diepen
ernst. Niemand had hem op dit oogenblik
behoeven te zeggen, dat de toestand gevaar
lijk voor hem was de correcte buiging van
dien geüniformeerden Duitscher voor hem,
„een burger," deed hem dit ten volle begrij
pen
„ls u Max Hamilton, uit Londen?" vroeg
dc Duitscher in 't Engelsch, dat hij duidelijk
en volkomen verstaanbaar sprak, al was he'
ook niet zoader accent.
(Wordt vervolgd.)