UIT DEN OMTREK.
Binnenlandsch Nieuws.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad Donderdag 2 April 1925
Het ontwerp ziekte- en
ongevallenwet.
Het journalistiek jubilé van den
heer G. Bruna.
Wijziging Kieswet, Provinciale
wet en Gemeentewet.
Dividend- en Tantièmebelasting
GEMENGD NIEUWS.
De doodslag te Tilburg.
Een wraakneming te Culemborg
De berooving van f 23.000 te
Rotterdam.
RECHTSZAKEN.
Water met een weinig melk.
ORDE EN ARBEID.
De dreigende Haagsche
schildersstaking.
KUNST EN KENNIS.
WIELRIJDER
De Parijsche Zesdaagsche.
LANDB. EN VISSCHERIJ
Het planten van rozen.
De Centrale Aalsmeersche
veiling.
LEGER EN VLOOT.
Herhalingsoefeningen 1925.
BEVERWIJK.
Dr. Frederik va» Eeden.
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO
■6 0
Historische Processen, g
óoooooooooooooooooooO
Aar de R.K. fractie van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal is het volgende
schrijven verzonden door het Bestuur van
het R.K. Werkliedenverbond te Utrecht;
Bij de Tweede Kamer is nog aanhangig
het ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet, in
gediend bij Koninklijke Boodschap d.d. 5
Februari 1925.
Dat het tot stand komen van een wette
lijke regeling der ziekteverzekering voor de
arbeiders van het hoogste belang is, behoeft
ongetwijfeld voor U. H. E. G. geen betoog.
Evenmin zijn vele woorden noodig om
de urgentie dezer regeling aan te toonen,
nu reeds ongev. 20 jaren pogingen zijn aan
gewend om het tot een wettelijke regeling
te brengen, wat tengevolge van politieke
omstandigheden nog steeds niet is gelukt.
Zijn wij goed ingelicht, dan dreigt deze
Regeeringsperiode weer te eindigen zonder
dat deze dringende aangelegenheid zal zijn
afgedaan.
Dit zou voor de arbeiders een ontzetten
de teleurstelling zijn.
Wij meenen daarom verplicht te zijn de
aandacht uwer fractie op de zaak te ves
tigen en verzoeken met den meest moge
lijken aandrang, al datgene te doen, wat een
spoedige totstandkoming der wettelijke re
ling kan bevorde-en.
Te Utrecht heeft Woensdag, onder vele
blijken van belangstelling de heer G. Bruna
zijn 25-jarige journalistieke werkzaamheid
aan het Centrum herdacht.
Op de receptie verschenen de burgemees
ter, de wethouders Ten Berge en Smulders
(de heer Bruna is gemeenteraadslid) en ver
schillende gemeenteraadsleden, voorts tal
van geestelijken, collega's en particulieren.
Van het personeel van het Centrum, zoo
mede namens een aantal Roomsche instellin
gen ontving de heer Bruna stoffelijke bewij
zen van waardeering.
De Minister van Arbeid en de voorzitter
van de Tweede Kamer hebben hem schrif
telijk geluk gewenscht.
De stemplicht.
Op het wetsontwerp tot wijziging van de
Kieswet, van de Provinciale wet en van
de Gemeentewet hebben de heeren Winter-
mans en Van Sasse van Ysselt eenige
amendementen ingediend. Ter toelichting
merken zij op, dat zij van, oordeel zijn, dat
de evenredige vertegenwoordiging ten
nauwste in verband staat met den stem
plicht, zoodat, wil men die vertegenwoordi
ging zoo volledig mogelijk behouden, de
uitoefening van den stemplicht zoo goed
mogelijk moet verzekerd worden, hetgeen
niet anders voldoende geschieden kan dan
door middel een,er poenale sanctie.
Het komt den voorstellers verder voor,
dat eenvoudige berech^niS van overtreding
der Kieswet ten aanzien van dit punt moge
lijk is naar de bepalingen van art. 252a en
vlg. van het Wetboek van Strafvordering,
wanneer de oproeping daarin bedoeld, di
rect kan uitgaan, van den burgemeester.
Hierdoor wordt aan thans bestaande be
zwaren tegemoet gekomen.
De voorstellers meenen, dat de in art.
150 genoemde berisping* van den nalatigen
kiezer, als zijnde zonder voldoende uit
werking, gevoeglijk kan vervallen.
Naar de Res.bode verneemt, zal de ge
wijzigde dividend- en tantièmebelas ting
1 Mei van kracht worden. Zij zal buiten
toepassing blijven voor de heffing van de
belasting ter zake van uitdeelingen en sala-
1 rissen, betrekking hebbende op een boek
jaar dat vóór dien dag is geëindigd.
Omtrent den Dinsdagavond gepleegden
doodslag te Tilburg vernemen wij nader nog
het volgende;
De dader L. was sedert geruimen tijd ge
huwd en deed zaken, welke hem somtijds
dagen achtereen van huis hielden. De ver-
slagene F., die vroeger bij hem in huis
woonde, viel dc vrouw van L. meermalen
lastig, hoewel deze hem te verstaan had ge
geven, dat zij niets met hem wilde te maken
hebben,
Iu verband met een en ander was F. den
toegang tot de woning ontzegd.
Toch was F. Dinsdagmiddag weer terugge
komen. Hij uitte toen bedreigingen tegen L„
waarvan een scherpe woordenwisseling het
gevolg was.
's-Avonds werd aan de woning van C. ge
beld. L. zat een boterham te eten en liep
met het broodmes in de hand naar de deur
om open te doen. Hij vermoedde reeds, dat
F. zou zijn teruggekomen. Inderdaad stond
deze te wachten. Volgens de verklaring van
L. poogde F. hem te slaan en weerde hij
met de hand, waarin hij het broodmes hield,
den slag af.
Vervolgens deed hij de deur weer dicht,
waarop F. zich verwijderde met de mede-
deeling, dat hij zich bij de politie zou laten
verbinden. Ongeveer 80 Meter heeft hij nog
afgelegd. Toen schijnt hij neergevallen te
zijn. Even later vond men hem onder een
heg.
Het mes had hem in den hals getroffen en
de slagader doorgesneden.
L., die gunstig bekend staat, heeft een
volledige bekentenis afgelegd. Hij verklaar
de niet de bedoeling te hebben gehad F. te
vermoorden.
fn den nacht van Dinsdag op Woensdag
om kwart voor éénen hebben onbekend ge
bleven personen in het commissariaat van
politie te Culemborg de ruiten van de werk
kamer van den commissaris stukgeslagen.
Dit is geschied door middel van een zeer
zwaren bazaltsteen, welke plm. 30 a 40
pond bleek te wegen. De steen moet dus
wel van zeer nabij zijn gegooid. Voor dat
de dienstdoende agent buiten kwam, waren
de daders reeds spoorloos verdwenen. De
agent waarschuwde den commissaris en den
burgemeester, waarna alleen de laatste ter
plaatse verscheen.
Het geval verwekte in de stad heel wat
consternatie.
Naar vernomen wordt, heeft dc rechtbank
te Rotterdam thans rechtsingang verleend
met bevel Lot gevangenhouding tegen de 21-
jarige Sara Schnitzler, die, gelijk men weet,
in verband met de berooving van 23.000
in een perceel aan de Prinsenstraat aldaar,
was aangehouden. Er is thans een instructie
tegen haar geopend. Zij zal ter zake van
medeplichtigheid aan diefstal, vervolgd wor
den.
Drie maanden gevangenisstraf.
De politierechter te Amsterdam, Mr. Ser-
vatius, deed Woensdag uitspraak in de zaak
tegen den 60-jarigen veehouder uit Diemen,
die zich te verantwoorden heeft gehad we
gens melkvervalsching.
Hij heeft melk van eigen vee willen ver-
koopen aan verschillende melkslijters en
heeft bekend, dat hij gewoonlijk een kan
water bij elke bus deed. Ook was t wel
mogelijk, dat zijn zoontje er stilletjes meer
bij had gedaan. De directeur van den Keu
ringsdienst had verklaard dat er aan de
melk 54 pet. water was toegevoegd,
Mr. Servatius veroordeelde thans bekl.
tot een gevangenisstraf van drie maanden
Het O M. waargenomen door Mr. Van
Lier, bad vier maanden gevangenisstraf ge-
eischt.
1. SérèsVan Kempen 116 p., 2. Grassin
Sergent, 103 p., 3. AertsDeruy.ter, 101
p. 4. BaronMarcot, 85 p., 5. gebr. Van-
denhove, 70 p., 6. BoogmansFrederickx,
65 p. 7. CutudatTexier, 45 p., 8. Pagnoul
Duray, 43 p., 9. Egg—Louet, 39 p., 10.
DewolffStockelynck, 36 p. 11. Faudet
Choury, 25 p., 12. LouetLe Bihan 9 p., 13,
BroccoMac Namara, 2 p. Op een ronde
14. BeylLatrichy, 48 p. Daar de koppel-
genooten van de beide laatste renners gis
teren zooals gemeld opgaven, hebben Beyl
en Latriche hedenmorgen een nieuw kop
pel gevormd, dat de reglementaire ronde
achterstand kreeg.
1300 Man er bij betrokken.
De R.-K. Christ, en Moderne bouwar
beiders- en schildersgezellenbonden te
's-Hage, hebben heden een ultimatum aan
de patroonsbonden in het schildersbedriji
gezonden waarin gevraagd wordt aanvaar
ding der eischen, door de gezellen gesteld.
Is hierop voor Vrijdag 3 April a.s. geen
bevredigend antwoord ontvangen, dan zul
len de organisaties over geheel Den Haag
de staking proclameei'en. Hierbij zullen min
stens 1300 georganiseerde schilders betrok
ken zijn.
Den 15den Maart hadden de patroons
reeds geantwoord, niet op de voorwaarden
der gezellen te willen ingaan.
KYNOLOGIE.
v. Kempen-Seres nog
aan het hoofd.
Tot op heden is er tijdens de Parijsche
sex days nog weinig spanning geweest.
De renners bleven dicht bijeen en ern
stige pogingen tot uilloopen werden niet
ondernomen.
Bij het vergaren van punten tijdens de
sprints toonde v. Kempen zich weer de pri
mus inter pares.
Men schrijft ons;
Naar aanleiding van een artikel in het
weekblad „Buiten", waarin de schrijfster
deed uitkomen, hoe jammer het is, dat de
aardige Hollandsche smous-hond verdrongen
is door buitenlandsche rassen hebben eeuige
liefhebbers en bezitters van deze honden zich
met elkander in verbinding- gesteld. Doel
was om te trachten dit aardige nationale
ras weer in eere te herstellen. Onder leiding
van eenige bekende kynologen had Dinsdag
31 Maart een bijeenkomst plaats in de
Manege van de Kazernestraat, te 's Graven-
hage, waar ongeveer eer twintigtal eigena
ren van smous-honden aanwezig waren met
hun dieren.
De heer Clarion, uit Hoorn, gaf een opper
vlakkige beoordeeling der honden. Het ma
teriaal viel mee, wat kwaliteit betreft.
Een club werd opgericht, welke dc belan
gen van het ras zal behartigen. In het voor-
ioopig bestuur werden gekozen mej. I. Joh.
W. de Vries, te Haarlem en de heeren
jlir. C. J. Heemskerk en L. C. Kloos te
's Gravenhage. Aan eenige bekende kynolo
gen zal worden verzocht mede zitting jn
het bestuur te nemen. Het voorloopig secre
tariaat, dat gevestigd is Lange Laan 1, te
Haarlem, wekt alle eigenaren en liefhebbers
van dit nationale ras op, zich bij de club
aan te sluiten.
Practische wenken voor den amateur.
Begin April is wel de meest geschikte
tijd, om rozen te planten. Wij lezen daar
over het volgende in het weekblad ,,FIo-
ralia" (Assen), dat deze week een uitste
kend verzorgd heesternummer uitgeeft;
Men kan ze nu direct na ontvangst op de
bestemde plaats planten. Van te voren
zorgt men, dat de grond gereed ligt, d. w. z.
flink diep gespit en bemest met goed ver
teerden stalmest. Bij het planten der roze"
laat men deze nooit langen tijd met de
worels boven, den grond. De lucht kan in
Maart scherp en droog zijn, zoodat de
wortels uitdrogen, waardoor de rozen mil
der goed aanslaan. Het beste lijkt ons toe,
de wortels met aarde te bedekken totdat
men plant. De wortels in vochtig spagnum
gepakt, laat men zoolang zitten, tot de
planting. In tegenstelling met de bovenaard-
sche deelen, worden dc wortels der rozen
niet gesnoeid. Is het plantgat te klein, dan
draait men de wortels daar een halven slag
in om, zoodat ze er toch gemakkelijk i"
gaan. Rozen worden steeds diep geplant, in
tegenstelling met andere boomen en strui
ken. De plaats der veredeling, dus daar,
waar bij de struikrozen de takken begin
nen, komt doorgaans een paar c.M. onder
den grond.
Na het planten worden de rozen over het
algemeen flink teruggesnoeid. Bij de een
maal bloeiende soorten, waartoe onze klim-,
treur- en heesterrozen bchooren, gaat dit
ten koste van het blocmhout, bij de door-
bloeiende soorten is dat niet het geval en
kunnen nu een volgenden zomer nog aardig
bloeien Dit insnoeien is noodzakelijk, daar
anders het hout der rozen toch insterft, en
ze alsdan niet zoo goed nieuw hout ontwik
kelen, wat den hergroei zou tegenhouden.
Moeten we soerten opnoemen? Dit kan
men gerust aan den kweeker of tuinman
overlaten, indien u maar bericht, waar de
rozen voor moeten dienen.
Alle rozen prefereeren een zonnige stand
plaats.
Dc eenheid bewaard. Van het groote
bouwplan geheel afgezien,
In een Maandagavond gehouden zeer druk
bezochte buitengewone ledenvergadering
der Coöperatiev. Vereeniging „Centrale
Aalsmeersche Veiling" te Aalsmeer werd
behandeld het schrijven van de oppositie
partij, inhoudende in hoofdzaak;
lo. intrekking van het besluit tot heffing
van 10 pet der te veilen bedragen, met te
rugbetaling der reeds van at 1 Januari 1,1.
ingehouden 5 pet. voor het bouwfonds en
bepaling van dit percentage op althans niet
hooger dan 7 pet.;
2o. intrekking van het besluit tot stich
ting eener veiling van zes ton. waarvoor
een ander voorstel worde ingediend, dat in
houdt, een gebouw te stichten van ten
hoogste 300.000. terwijl aan den gemeen
teraad verzocht worde, de optie van het
groote terrein te behouden, om zoo noodig
dit gebouw te kunnen uitbreiden, en wijzi
ging der statuten in dien zin, dat leden,
geen-zenders, alleen een adviseerende stem
hebben en opzegging van het lidmaatschap
der Coöperatieve Tuinbouw Aankoopveree-
niging.
De voornaamste eisch der tegenstanders;
bouw eener veiling van ten hoogste drie
ton, werd, naar de Tel. verneemt, ingewil
ligd, wat reeds op een vorige vergadering
door het bestuur was toegezegd. Echter
kreeg men nu hierbij de toezegging, dat van
het groote plan geheel wordt afgezien. Het
veilingspercentage zal van 10 pet. in ver
band daarmede op 734 pet. bepaald wor
den, 5 pet. voor exploitatiekosten, 234 pet.
voor het bouwfonds, met ingang van 1
April a.s.
Aan den wensch om het te veel bereken
de percentage van af 1 Januari te restilu-
eeren, meende men om financieele en ad
ministratieve moeilijkheden niet te kunnen
voldoen.
Omtrent de andere eischen der opposan
ten werd besloten, nadere voorstellen van
het bestuur daaromtrent af te wachten. De
eenheid in de zeer sterke organisatie is
hiermede bewaard gebleven, zeer ten ge-
noege van htf bestuur en het overgroote
deel der leden.
Voorts werd op deze vergadering beslo
ten, een bedrag van 300 beschikbaar te
stellen voor de slachtoffers van den Fe-
bruari-storm.
De minister van Oorlog heeft aan de bur
gemeesters een schrijven gezonden met be
trekking tot de herhalingsoefeningen, waar
bij hij in afwachting van de toezending der
beschikking, betreffende de regeling van de
opkomst voor de in 1925 te houden herha
lingsoefeningen, spoedshalve een uittreksel
zendt uit bijlage II van die beschikking in
welke bijlage zijn aangegeven de data van
aanvang der herhalingsoefeningen en van
vertrek met groot verlof voor de verschil
lende korpsonderdeelen en groepen alsmede
de plaats van opkomst.
Met hel oog op den korten tijd, welke
nog beschibaar is voor de oproeping van
de in dat uittreksel bedoelde groepen van
dienstplichtigen, heeft de minister, naar hij
schrijft, den de-'" "dreffendên commandan
ten verzocht de gebruikelijke nominatieve
opgaven, betreffende de tot die groepen
behoorende dienstplichtigen met den mees
ten spoed te zenden aan de burgemeesters
der gemeenten, waarvoor rij zijn ingelijfd.
Heb hel uitstekendste aan te bieden da*
iemand wenschen kan, boe zal dc wereld
het weten, indien gij niet adverteert.
JOHN. P. ROCKEFELLER
De tweede cursusavond van de K. S. A.,
waarop Dr. Frederik van Eeden zijn diep-
gevoelige lezing hield over „Mijn overgang
naar de Katholieke Kerk" is een geweldig
succes geworden.
Dc groote zaal van het K. S. A.-gcbouw
was stampvol, men kwam zelfs plaatsen te
kort.
Het viel ons op, dat er zoovele niet-kalho-
Leken tegenwoordig waren om Dr, v. Eeden
te hooren spreken over zijn hoogste ideaal
wat hij eerst op hoogen leeftijd bereikte.
De Hoog Eerw. Deken Lucassen en de
Eerw. Heeren kapelaans waren mede aan
wezig.
De Wel Eerw. Heer van Houten
opende de vergadering met den Christelijiten
Groet.
Als adviseur der K. S, A. stelt spr, den
Hoog Eerw. Heer Lucassen als de nieuwe
Deken -an Beverwijk aan de vergadering
voor. Eon man van dezen tijd, een man van
vereenigingsleven. Spr. uit den wensch, dat,
gelijk wij als vereenigingsmenschen blij zijn
met onzen nieuwen Deken, het niet lang zal
duren, dat de nieuwe Deken kan ze'ggen;
ik ben blij met de katholieke vereenigingen
in Beverwijk.
Vervolgens leidde spr. Dr. Frederik van
Eeden met een kort woord in.
Was het den vorigen cursusavond het
jongenskoor dat dezen avond opluisterde,
thans was het groote Kerkkoor mede aan
wezig, dat met de jongens, onder lei
ding van den heer Trompert, zorgde, dat ook
de avond op muzikaal gebied een genot
'erd.
De schitterende lezing van Dr. Frederik
van Eeden, we behoeven daar thans niet
over uit te wijden, daar deze reeds eerder
in onze courant is besproken, had een ge
weldig succes.
Nog nooit hadden wc een spreker voor
een auditorium gezien, dat met zoo volle
aandacht en diepe stilte luisterde, naar de
mooidP'ideale woorden door dezen grijzen
bekeerling gesproken.
Het applaus, dat den Doctor na zijn lezing
ten deel viel was dan ook geweldig, doch
behalve, dat Frederik van Eeden zijn toe-
In rders wilden doen deelen in zijn hoog
ideaal, wilde hij ze laten genieten van zijn
hoog geprezen dichterkunst.
Dr, van Eeden declameerde o.a. „De Dui
nen", „De Engelbewaarder", „De Glimlach
van een kind".
Dat de mooie gedichten inwerkten op het
gemoed van de toehoorders, bleek uit hei
als uit één mond gesproken „graag' als de
Docter vroeg, nog een gedichtje te willen
voordragen.
De Hoog Eerw, Heer Deken Lucassen.
richtte een dankbaar woord tot den spreke
Spr. was bevreesd geweest het eenheids
puntje te worden, waarom een ieder zich
zou concenireeren, waarom spr. tot den
Doctor had gezegd, gelukkig, dat u er bent,
want nu zullen we samen het middelpunt
der algemeene belangstelling zijn,
Spr. is blijde, dat Dr. v, Eeden zoo langen
"tijd alleen het midelpunt dier belangstelling
mocht wezen.
Mij is het heerlijk vergaan Ik heb genoten
van hetgeen Dr. v. Eeden in vollen zin te
genieten heeft gegeven. Wij gebruiken den
docter niet als propagandist en hij vat ook
allerminst zijn taak zoo op. Hij heeft slechts
willen vervullen een liefdeplicht, onder aan
drang van velen, te geven waarvan hij is ver
vuld, om ons allen iets mede te deelen van
den rijkdom der schatten, die hem ten deel
zijn gevallen. Het zwijgend aanhooren ge
tuigt, dat gij allen hebt genoten.
Namens allen zegt spr. den docter harte
lijk dank voor zijn komst en zijn lezing en
uit den wensch dat zijn lippen nog lang
mogen bewegen en zijn handen nog menig
goede streek op het papier zullen zetten,
tot stichting van allen, die het zullen lezen
en tot heil van God en tot eer der Heilige
Kerk,
Vervolgens zegt spr. de vergadering dank
voor de stichting, waarmede zij voor het
woord van Dr. van Eeden beeft willen luis
teren en dankt het bestuur der K, S. A. dat
het dezen avond beeft georganiseerd.
Spr. is verheugd in zijn nieuwe parochie
een K. S. A. aan te treffen. De K. S. A.
moet zijn het centrum, waar alles naar toe
komt, en de electrische centrale, waarvan
alles uitgaat. Van innerlijke en hechte samen
werking gaat alle kracht uit. Spr. spoort aan
een voorbeeld voor andere afdeelingen der
K S. A. te zijn, om onze Roomsche organi
satie tot steeds grooter en hooger bloei te
brengen.
Het kerkkoor deed ons nog van enkele
fraaie liederen genieten. Tot den heer Trom
pert richtte de Deken woorden van clank,
met den wensch, dat hij nog lang op den in
geslagen weg mag blijven voortwerken.
Daarna werd de vergadering gesloten.
Het was een echt Roomsche avond, waar
op Roomsch Beverwijk met voldoening kaa
terugzien.
Huisvredebreuk, Door J. F, werd aan
gifte gedaan van huisvredebreuk, vermoede
lijk gepleegd door zekeren F. A, De politie
stelt een onderzoek in. Proces-verbaal zal
worden opgemaakt.
Modem. Ons politiebureau is voorzien
van een radio-toestel. Wij komen hierop
nader terug.
Stille Omgang Alkmaar. Het genoot
schap van den Stillen Omgang naar Alkmaar
vergaderde in de St. Josephzaal. De bestu
ren der aftieelingen Wijkeroog en Wijk aan
Zee waren mede aanwezig.
De voorzitter opende de vergadering met
gebed, waarna een korte toespraak volgde
van den geestelijken adviseur, den Weleerw.
heer Oudendijk.
Na goedkeuring der notulen besprak de
voorzitter de bedevaart van verleden jaar en
dankte daarbij allen, die tot het welslagen
hiervan hebben medegewerkt.
Besloten werd, in samenwesking met bo
vengenoemde afdeelingen op Zondag 3 Mei
te voet en per fiets ten bedevaart naar Alk
maar te trekken.
De voorzitter deelde nog mede, dat op 19
April a.s. te Alkmaar een vergadering wordt
gehouden, waar als spreker zal optreden de
Weleerw, pater Van Dijk.
Voor het nieuwe vaandel, waarvoor reeds
60.bijeen is, werd weder een collecte
gehouden. Daarna sluiting met gebed.
Tuinbouwwintercursus. Vrijdagavond
27 Maart, werd door de heeren Haanen en
Myen de laatste les gegeven aan den win-
tertuinbouwcursus. Deze lessen werden ook
bijgewoond door den Rijkstuinbouwconsulent
den heer Hazeloop en den heer L, J. Piro-
vano als vertegenwoordiger van den Land
en Tuinbouwbond,
Van de 17 leerlingen die zich aanvanke
lijk hadden opgegeven, hadden 9 de lessen
trouw bijgewoond.
Toen de lessen waren afgeloopen werden
door den heer Haanen de cursisten toege
sproken. Hij prees deze jongens om hun
ijver en lust, waarmede zij de lessen had
den gevolgd. Spr. memoreerde echter ook
het begin der lessen, toen deze door meer
dere leerlingen werden gevolgd 't Bleek n.I.
dat aanvankelijk onder de leerlingen jonge
lui aanwezig waren, 4'e daar n'ei 'n thuis
behoorden, maar ook een minder goeden
invloed op de anderen uitoefenden, waar
door de lessen niet met vrucht konden wor
den gegeven. Na verwijdering echter van
bedoelde leerlingen was een betere geest
gaan heerschen in de klasse en kon hij dan
ook niet anders dan zijn volle tevredenheid
betuigen over het gedrag, den ijver en den
lust die bij de leerlingen had voorgezeten.
Waar uit de verschillende beantwoordingen
der vragen dan ook zeker dezen avond ge
bleken was dat allen hun tijd goed hadden
besteed, meende hij te kunnen adviseeren
tot uitreiking der diploma's.
Hierna werd door den heer Hazeloop het
woord genomen, die er op wees, hoe vooral
tegenwoordig een meer uitgebreide kennis
op tuinbouwgebied noodig was. Men ziet hoe
de glascultuur den laatsten tijd zich meer en
meer uitbreid, ook in deze streek. Het is
daarom noodig dat men goed op de hoogte
moet zijn van de bewerkingen bemesting der
bodem en van alles wat de groei der pro
ducten kan bevorderen of benadeelen enz.
Hij sprak den wensch uit, dat de leerlin
gen hun voordeel zouden doen met "hetgeen
zij hadden geleerd. Hij hoopte echter, dat zij
het in de toekomst hierbij niet zouden
laten, maar hun theoretische kennis meer
zouden uitbreiden vooral door het lezen van
vakkundige boeken. Met nadruk beval spre
ker dan ook het aanschaffen van derge
lijke boekjes, die zoo goedkoop en veelvul
dig fe verkrijgen zijn, b.v. behandeling over
kunstmest, zaaizaden, groenten, fruit enz.
Zulke boeken zijn zeer nuttig en zullen
zeker bijdragen de kennis in het tuinbouw-
vak meer uit te breiden en door het lezen
van dergelijke werken zal niet zoo spoedig
verloren gaan hetgeen hier thans geleerd is.
Spr. was zeer voldaan over hetgeen hij
dezen avond van de leerlingen had mogen
hooren en gaf dan ook volgaarne zijn foe-
stemming het uitreiken 'der diploma's
Hiervoor kwamen in aanmerking: Piot
Aafjes, Assendelft; Cornells Bak, Assen
delft; Joh. Corn. Duin, Wijk aan Duin; Wil
lem Corn. Hartog, Wijk aan Duin; Marius
v Keulen, Wijk aan Duin; Jan Hendrik Nij-
man, Wijk aan Duin, Wilh. Jac. de Ruiter,
Heemskerk.
Veilingoverzicht. Konden wij de vorige
week over een groote aanvoer van witlof
spreken, de afgeloopen week werd de aan
voer nog met ruim 1000 K.G. overtroffen.
Het proces van Cinq-Mars, die samenspande
legen Richelieu.
Wie sta, ziet toe, dat hij niet VE.lle." Hij,
die de mooie streek, nabij Tours gelegen,
bezoekt en er ziet de bouwvallen van het
kasteel van Cinq-Mars, die zich een eind
buiten Tours verheffen, wordt aan dit
woord wel herinnerd. Want die bouwvallen
staan niet, wijl dit kasteel is afgebrokkeld
in den loop der tijden, of omdat bij bele
gering of bestorming het is verwoest: neen
zij staan daar op bevel van Richelieu, die,
teneinde zijn voor Frankrijk zoo noodzake
lijk gezag te bevestigen, het noodig vond
om zelfr het kasteel van Cinq-Mars aan te
tasten.
Wie was Cinq-Mars, en wat misdreef hij?
Dejongeling, die onder den naam van Cinq-
Mars in de Fransche geschiedenis bekend
is, was de tweede zoon van Antoine Coef-
fier, markies van Effiat, maarschalk van
Frankrijk, gouverneur van de provinciën
van Auvcrgne en Bourbonnais, die in 1632
in Duitschland stierf, waar 'hij de legers van
den Franschen Koning aanvoerde. Uit het
bovenstaande blijkt wel, dat hij groote
diensten aan vaderiand en vorst bewees,
en vooral ter herinnering can deze diens
ten, waren zoowel Lodewijk XIII als Kar
dinaal Richelieu er op uit, om aan
den bevalligen, geestiger, en talentvollen
tweeden zoon, Henri, markies van Cinq-
Mars, bijzondere gunsten te bewijzen. Op
zestienjarigen leeftijd werd Cinq-Mars, door
toedoen van Richelieu, tot kapitein bij de
koninklijke garde benoemd; op achttienjari-
ien leeftijd reeds was hij grootmeester van
fe garderobe; na verloop van een jaar was
jij toegelaten tot de intieme omgeving van
^odewijk XIII en nauwelijks 22 jaren oud,
werd hij belast met het hoogste hofambt,
dat van opperstalmeester Als Grand-Ecu-
yer van Frankrijk in welk ambt hij ook
door den Koning, als Monsieur le Grand
werd betiteid is hij gestorven; op weg
naar het schavot bewezen de gardes hem
de eer, die hem toekwam Lodewijk XIII,
die onder de goede eigenschappen, welke
de geschiedenis van hem vermeldt, zeker
deze had, dat *bij ten volle inzag hoe on
misbaar de ijzeren hand van Richelieu voor
den Franschen staat wai gevoelde zich tot
den jongen man zeer aangetrokken. Tot
's avonds laat en van 's morgens vroeg moest
Cinq-Mars bij hem zijn. Meer dan eens ver
toonde de jongeling een weinig vriendelijk
humeur, en talrijk waren dan ook de on-
eenigheden met den koning, die echter weer
even spoedig tot het verleden behoorden.
Richelieu zelf trad meer dan eens als vrede
stichter op, want deze man met zijn scher
pen blik in de toekomst èn in het heden,
veronachtzaamde ook de kleinigheden niet,
en begreep hoe noodig het was, den koning
afleiding te bezorgen.
Maar al spoedig bleek, dat Cinq-Mars niet
de sterke beenen had, die de weelde van
deze spoedige verheffing konden verdragen.
Integendeel, zelfs tegenover zijn vorst ver
oorloofde hij zich dingen, waarvoor veel hoo
ger geborenen dan hij zich wel wachtten. Een
bepaald conflict met Richelieu deed zich
voor, toen Cinq-Mars de bedoeling bleek te
hebben om met prinses Marie Gonzague,
eender drie dochters van den Hertog van
Mantua te trouwen. Marie de Gonzague was
een zeer voorname partij; er was sprake
geweest van haar huwelijk met Gaston van
Orléans, den eigen broeder des konings.
Geen wonder, dat zij de tegemoetkoming
van Cinq-Mars wel beantwoordde, maar hem
tegelijk duidelijk te verstaan^ gaf dat er van
een huwelijk met hem geen sprake kon zijn,
voordat de koning hem hertog of pair en
Connétable van Frankrijk had gemaakt.
Cinq-Mars in den hofkring zoo spoedig hoog
geklommen, verloor de werkelijke verhou
dingen uil het oog, en wendde zich tot Ri
chelieu met de vraag om te bevorderen,
dat hij tot deze buitengewone waardigheden
zóu worden verbeven. Maar Richelieu, die
zich even kort als voorzichtig kon uiten,
gaf hem onmiddellijk te verstaan, dat er
van dit huwelijk niets kon komen, en dat
minstens genomen Marie de Gonzague even
dwaas was als hij zelf. Hij liet in het hart
van Cinq-Mars een verbeten woede na, die
spoedig gelegenheid zou vinden om zich te
voeden. De koning toch, wien Cinq-Mars
onontbeerlijk was, verlangde op een keer,
dat deze de vergaderingen van den Staats
raad zou bijwonen; Richelieu verzette er
zich in de tegenwoordigheid van Cinq-Mars
niet tegen, maar zorgde, dat slechts onbe
langrijke zaken behandeld werden, totdat hij
zijn verwijdering weer verkregen had. Cinq-
Mars bovendien leefde in kringen, die een
afkeer hadden van Richelieu. De hofkring
toch bestond uit Frankrijk's hoogere en la
gere edelen en het was juist het breken
van hun macht, die Rochelieu ter wille van
de eenheid van Frankrijk, zich had voorge
nomen
Wat vond de geniale staatsman, toen hij op
jeugdigen leeftijd in den Staatsraad van den
kening zitting nam? Een zwak en in zichzelf
verdeeld koninkrijk. Wat liet hij na, toen
hij bijna dertig jaren aan één stuk met vaste
en strenge hand Frankrijk's lot had be
stuurd? Een machtig en naar buiten geëer
biedigd land, dat niet elleen één was in
naam, maar in werkelijkheid. Echter, om dit
resultaat te verkrijgen, is Richelieu niet
teruggedeinsd voor menige gewelddaad De
woorden, die hij op zijn sterfbed sprak; „Ik
heb geen andere vijanden gehad dan de
vijanden van Frankrijk", zijn teekenend voor
de opvatting, die geheel zijn politiek leven
beïnvloedde. Inderdaad, Richelieu had zich
een verheven doel tot taak gesteld, en hij
bracht deze ten uitoer zonder te vragen
wie en wat daarvoor moest vallen. Meer
dan eens hebben de machtigste edeten tegen
hem samengespannen; telkens heeft hij ze
overwonnen, maar ook telkens noodig
acht een afschrikwekkend voorbeeld te stel
len. Koningin Maria de Medicis, de moe
der van Lodewijk XIII, die hem met haar
haat en naijver vervolgde; die ver
geefs. trachtte haar koninklijken zoon van
hem te vervreemden, bande hij zelfs uit het
land! In dit licht moet men zijn houding
tegen Cinq-Mars en diens medeplichtigen
beschouwen, om hem recht te doen wederva
ren. Het schijnt meer dan eens in deze veel
bewogen jaren van Frankrijk's geschiedenis,
dat hij onnoodig wreed is geweest; dat hij
ais overwinnaar de door hem overwonnenen
niet spaarde; men kan gereedelijk aannemen
dat hij telkens opnieuw heeft geoordeeld
zoover te moeten gaan, allermeest om een
afschrikwekkend voorbeeld te stellen tegen
over de samenspanningen, waarvan hij dag
aan dag ten doel stond.
Cinq-Mars vond, eenmaal tegen Richelieu
ingenomen, spoedig aanhangers Daar was
Gaston van Orléans, des konings broeder,
die niets liever wenschte dan dezen van
den troon te verdringen. Daar was de mach
tige hertog van Bouillon bijna onaantastbaar
in het hem toebehoorend Sédan, die reeds
één keer vergiffenis had moeten vragen.
Daar waren kleineren en grooterén; daar
waren er, tegen Richelieu ingenomen uit
persoonlijke overwegingen; daar waren Cr
ook en onder hen behoort ongetwijfeld
dc latere geschiedschrijver Dc Thou, Cinq-
Mars' beste vriend die veel in Richelieu s
bestuur slecht voor Frankrijk oordeelden. De
oorlog tusschen Frankrijk en Spanje woed
de intusschen en de nieuwe samenzweerders
zetten nu een poging op touw, waarin
tot hun ongeluk Spanje werd betrokken.
Het ontwerp voor een verdrag werd opge
steld. krachtens hetwelk de Spaansche ko
ning 12.000 manschappen en 400.000 goud
stukken zou verschaffen; krachtens hetwelk
ook aan Cinq-Mars en den Hertog van
Bcuillon groote jaargelden werden verze
kerd. Daartegenover zou echter aan dc Span
jaarden toegang tot Frankrijk worden ver
leend en zulks d_oor Sédan voor hen open
te stellen. Niet zonder moeite slaagde de
stoutmoedige markiesFrontrailles er in om,
terzelfder tijd dat de strijd tusschen de
Spanjaarden en de Franschen woedde, het
ontwerp van dit verdrag naar Spanje, en
onderteekend, terug te brengen. De bekende
Fransche schrijver Alfred de Vigny, die aan
Cinq-Mars een mooien, maar historisch niet
geheel vertrouwbaren roman heeft gewijd,
omgeeft zijn tocht over de Pyreneeën
met romantische bijzonderheden, die meer in
zijn verbeelding dan in de werkelijkheid be
staan hebben. Integendeel zonder
incidenten kwam hij met hef tractaat terug,
geteekend door den toenmaligen Spaanscnen
eersten minister Olivarês, ter zelfder tijd dat
de koning van Frankrijk in eigen persoon
het beleg leidde voor de sterke vesting
Perplgnan, dat door de Spanjaarden bezet
was. Te Carcassonne, ook thans nog gele
gen in de ongenaakbaarheid harer Pyre-
neesche vestingmuren, vond bij Cinq-Mars
en De Thou terug en vertrok met hen naar
Perpignan, waar de koning zich bevond.
Het mag verwondering wekken, dat deze
samenzwering zoo spoedig aan Richelieu is
bekend geworden. Ongetwijfeld, zijn spion
nen waren vele, en zij dienden hem op een
wijze, die menigeen in zijn omgeving of
daarbuiten onaangename verrassingen heeft
bezorgd. Aan den anderen kant kan het
niet te zeer verwonderen, dat deze samen
zwering uitlekte, wanneer men bedenkt, dat
de samenzweerders zeiven het geheim al
heel weinig stil hielden. Integendeel, Marié
de Gonzague schreef aan Cinq-Mars, dat te
Parijs zijn bedoelingen evenzeer bekend wa-
rpn ais men wist, dat de Seine onder den
Pont Neuf doorloopt. Cinq-Mars echter
achtte het waarschijnlijk niet noodig al te
groote voorzichtigheid in acht te nemen.
Tegen den koning was hij onverdragelijker
dan ooit, en meer dan eens werd hij uit
diens omgeving verwijderd, soms zelfs da
gen achtereen. Hij verdroeg het geduldig,
ervan overtuigd, dat Richelieu, destijds ziek
te Narbonne achtergebleven, spoedig in on
genade zou vallen. Misschien zou dit ge
schied zijn, had Cinq-Mars zich mei meer
voorzichtigheid gedragen. Maar deze ver
wijderde zichzelf van den Koning; intrigeer
de ook in het openbaar tegen Richelieu
zijn vroegeren weldoener, en maakte hot
dezen maar al te gemakkelijk, op het spoor
van zijn samenzwering te komen vanaf het
oogenblik, dat hij vernam, dat een vreem
deling te Madrid met Olivarês had onder
handeld. Hoe Richelieu'er vervolgens in ge
slaagd is, een copie van het gesloten trac-
taat te verkrijgen, is niet opgehelderd, maar
hij verkreeg het en bracht het den Koning
als bewijsstuk. Deze kon bij het lezen ervan
nauwelijks aan de juistheid gelooven en
zoozeer vreesde hij, dat Richelieu slachtof
fer van een mystificatie was geworden, dat
aan Cinq-Mars tijd gelaten werd om te
vluchten.
Hij deed dit, evenals de Hertog van Bouil
lon, op de meest onwaardige wijze; hij
werd den volgenden dag gevonden, verbor
gen onder een bed in een arm huis in een
der voorsteden, terwijl men den Hertog van
Bouillon in een hooiberg, dien men aanvan
kelijk vergeefs doorsnuffelde aantrof.
Slechts De Thou bewaarde een waardige
houding en werd te zijnen huize gearre
steerd. Wat Gaston van Orléans betreft, hij
bekende onmiddellijk toen Richelieu hem
bijzich liet komen, enhij bezorgde dezen de
bewijzen, die hij behoefde. Want Richelieu
was'slechts in het bezit van een copie van
bet tractaat en daarop zou geen rechter
Cinq-Mars en zijn vrienden hebben veroor
deeld. Maar Gaston var. Orléans verlaagde
zich tot een uitvoerige schriftelijke beken
tenis, .waarin hij het tractaat woord voor
woord herhaalde en de rol aanwees, die
ieder der samenzweerders gespeeld had.
Bouillon werd begenadigd toen hij - bereid
bleek Sédan af te staan, maar tegen Cinq-
Mars en De Thou werd de uiterste gestreng
heid toegepast. Reeds dadelijk besloot Ri
chelieu niet te aarzelen en de zaken niet
te laten loopen. Te Lyon dezelfde plaats,
waar Cinq-Mars aanvankelijk Richelieu had
willen vermoorden werden zijn rechters
bijeengeroepen en Richelieu zelf geleidde
hem gedeeltelijk over water, gedeeltelijk
over land, naar deze plaats. Op 3 September
1642 kwam men er aan, maar al spoedig
bleek bij dc voorafgaande behandeling, dat
de beide beklaagden niets zouden loslaten.
Toen heeft men hun een valstrik gelegd.
De Staatsraad Laubardemont, een van die
nienschen, waarvan mannen als Richelieu
zich bedienden, werd bereid gevonden om
bij Cinq-Mars dc voorstelling te wekken
als zou De Thou hem hebben beschuldigd,
zoodat er geen enkele reden meer voor
Cinq-Mars kon bestaan om De Thou te
sparen. Cinq-Mars, jong en onervaren, ge
troffen door wat hij begrijpelijkerwijze het
verraad van zijn vriend achtte, vloog in den
hem gespannen strik; bekende tot in onder
deden het door hem in de samenzwering ge
nomen aandeel, maar bracht tegelijk De
Thou aan de galg.; Na zijn bekentenis,
schriftelijk bevestigd, liet men De Thou ko
men, en vroeg hem uitdrukkelijk of eenig
persoonlijke veete tusschen hem en Cinq-
Mars bestond. Op bet ontkennend antwoord
liet men hem de bekentenis van Cinq-Mars
lezen en eerst toen, maar te laat, kwam de
ze tot de erkenning dat men hem een strik
had gespannen en dat hij daaraan niet was
ontkomen Maar niettegenstaande deze be
kentenissen, aangevuld door een openharti
ge verklaring van De Thou, aarzelde een
deel der rechters nog om op dezen laatsten
de doodstraf toe te passen. Het geschiedde
slechts met meerderheid van stemmen en
reeds op 12 September, den dag van de ver
oordeeling, werden de beide samenzweer
ders onthoofd
Wat men van Cinq-Mars moge zeggen en
denken; wat men den overigens slechts
22-jarigen jongeling ten laste moge leggen,
in het aangezicht van den dood 'hield hij
zich moedig. Hij en De Thou, beiden erken
den zoowel in de door hen aan hun naaste
betrekkingen geschreven brieven als in hun
gesprekken, het misdadige isn hun voorne
men. Samen reden zij, Cinq-Mars gekleed
in het schitterend costuum zijner waardig
heid. De Thou eenvoudi in het zwart, naar
het schavot, met diepe stilte begroet door
de groote menigte, die op de been was. Het
lot wilde, dat Cinq-Mars het eerst geroepen
werd om het schavot te bestijgen; dc kreet
van afschutv die uit het volk opging, toen
zijn hoofd onder het zwaard van den beul viel,
overtuigde De Thou die in 't rijtuig was geble
ven, dal zijn beurt gekomen was.'n Toeschou
wer van deze executie wel een der meest
merkwaardigen, die in de geschiedenis valt
aan te wijzen, verheelt niet den diepen in-
dtuk dien het gebeurde op de omstanders
maakte. Zeker zullen er onder hen velen
zijn geweest, die Richelieu beschuldigden
van onnoodige hardheid; die wellicht nog op
bet laatste oogenblik van hem een woord
van genade hadden verwacht. Maar die dan
ook niet begrepen, dat nog altijd wankel
waren de grondvesten, waarop Frankrijk's
eenheid was gebouwd; niet begrepen, dat
een minder forsch einde van deze samen
zwering, die even onbegrijpelijk als misdadig
was. voedsel zou hebben gegeven aan nieu
we, wellicht nog gevaarlijker samenzwerin
gen. Zoo niet van deze beide edellieden,
dan van anderen, die maar al te gaarne hun
plaats wilden innemen.
Nauweliiks drie maanden waren na de
terechtstelling van Cinq-Mars en De Thou ver-
loopen. of Richelieu werd door den Heer
van Leven en Dood ten oordeel opgeroepen.
Het was op zijn sterfbed, dat hij de merk
waardige woorden sprak, reeds hierboven
weergegeven die als motto voor geheel zijn
leven zouden kunnen strekken.