UIT DEN OMTREK. Binnenlandsch Nieuws. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde blad Donderdag 2 April 1925 Het ontwerp ziekte- en ongevallenwet. Het journalistiek jubilé van den heer G. Bruna. Wijziging Kieswet, Provinciale wet en Gemeentewet. Dividend- en Tantièmebelasting GEMENGD NIEUWS. De doodslag te Tilburg. Een wraakneming te Culemborg De berooving van f 23.000 te Rotterdam. RECHTSZAKEN. Water met een weinig melk. ORDE EN ARBEID. De dreigende Haagsche schildersstaking. KUNST EN KENNIS. WIELRIJDER De Parijsche Zesdaagsche. LANDB. EN VISSCHERIJ Het planten van rozen. De Centrale Aalsmeersche veiling. LEGER EN VLOOT. Herhalingsoefeningen 1925. BEVERWIJK. Dr. Frederik va» Eeden. OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO ■6 0 Historische Processen, g óoooooooooooooooooooO Aar de R.K. fractie van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal is het volgende schrijven verzonden door het Bestuur van het R.K. Werkliedenverbond te Utrecht; Bij de Tweede Kamer is nog aanhangig het ontwerp Ziekte- en Ongevallenwet, in gediend bij Koninklijke Boodschap d.d. 5 Februari 1925. Dat het tot stand komen van een wette lijke regeling der ziekteverzekering voor de arbeiders van het hoogste belang is, behoeft ongetwijfeld voor U. H. E. G. geen betoog. Evenmin zijn vele woorden noodig om de urgentie dezer regeling aan te toonen, nu reeds ongev. 20 jaren pogingen zijn aan gewend om het tot een wettelijke regeling te brengen, wat tengevolge van politieke omstandigheden nog steeds niet is gelukt. Zijn wij goed ingelicht, dan dreigt deze Regeeringsperiode weer te eindigen zonder dat deze dringende aangelegenheid zal zijn afgedaan. Dit zou voor de arbeiders een ontzetten de teleurstelling zijn. Wij meenen daarom verplicht te zijn de aandacht uwer fractie op de zaak te ves tigen en verzoeken met den meest moge lijken aandrang, al datgene te doen, wat een spoedige totstandkoming der wettelijke re ling kan bevorde-en. Te Utrecht heeft Woensdag, onder vele blijken van belangstelling de heer G. Bruna zijn 25-jarige journalistieke werkzaamheid aan het Centrum herdacht. Op de receptie verschenen de burgemees ter, de wethouders Ten Berge en Smulders (de heer Bruna is gemeenteraadslid) en ver schillende gemeenteraadsleden, voorts tal van geestelijken, collega's en particulieren. Van het personeel van het Centrum, zoo mede namens een aantal Roomsche instellin gen ontving de heer Bruna stoffelijke bewij zen van waardeering. De Minister van Arbeid en de voorzitter van de Tweede Kamer hebben hem schrif telijk geluk gewenscht. De stemplicht. Op het wetsontwerp tot wijziging van de Kieswet, van de Provinciale wet en van de Gemeentewet hebben de heeren Winter- mans en Van Sasse van Ysselt eenige amendementen ingediend. Ter toelichting merken zij op, dat zij van, oordeel zijn, dat de evenredige vertegenwoordiging ten nauwste in verband staat met den stem plicht, zoodat, wil men die vertegenwoordi ging zoo volledig mogelijk behouden, de uitoefening van den stemplicht zoo goed mogelijk moet verzekerd worden, hetgeen niet anders voldoende geschieden kan dan door middel een,er poenale sanctie. Het komt den voorstellers verder voor, dat eenvoudige berech^niS van overtreding der Kieswet ten aanzien van dit punt moge lijk is naar de bepalingen van art. 252a en vlg. van het Wetboek van Strafvordering, wanneer de oproeping daarin bedoeld, di rect kan uitgaan, van den burgemeester. Hierdoor wordt aan thans bestaande be zwaren tegemoet gekomen. De voorstellers meenen, dat de in art. 150 genoemde berisping* van den nalatigen kiezer, als zijnde zonder voldoende uit werking, gevoeglijk kan vervallen. Naar de Res.bode verneemt, zal de ge wijzigde dividend- en tantièmebelas ting 1 Mei van kracht worden. Zij zal buiten toepassing blijven voor de heffing van de belasting ter zake van uitdeelingen en sala- 1 rissen, betrekking hebbende op een boek jaar dat vóór dien dag is geëindigd. Omtrent den Dinsdagavond gepleegden doodslag te Tilburg vernemen wij nader nog het volgende; De dader L. was sedert geruimen tijd ge huwd en deed zaken, welke hem somtijds dagen achtereen van huis hielden. De ver- slagene F., die vroeger bij hem in huis woonde, viel dc vrouw van L. meermalen lastig, hoewel deze hem te verstaan had ge geven, dat zij niets met hem wilde te maken hebben, Iu verband met een en ander was F. den toegang tot de woning ontzegd. Toch was F. Dinsdagmiddag weer terugge komen. Hij uitte toen bedreigingen tegen L„ waarvan een scherpe woordenwisseling het gevolg was. 's-Avonds werd aan de woning van C. ge beld. L. zat een boterham te eten en liep met het broodmes in de hand naar de deur om open te doen. Hij vermoedde reeds, dat F. zou zijn teruggekomen. Inderdaad stond deze te wachten. Volgens de verklaring van L. poogde F. hem te slaan en weerde hij met de hand, waarin hij het broodmes hield, den slag af. Vervolgens deed hij de deur weer dicht, waarop F. zich verwijderde met de mede- deeling, dat hij zich bij de politie zou laten verbinden. Ongeveer 80 Meter heeft hij nog afgelegd. Toen schijnt hij neergevallen te zijn. Even later vond men hem onder een heg. Het mes had hem in den hals getroffen en de slagader doorgesneden. L., die gunstig bekend staat, heeft een volledige bekentenis afgelegd. Hij verklaar de niet de bedoeling te hebben gehad F. te vermoorden. fn den nacht van Dinsdag op Woensdag om kwart voor éénen hebben onbekend ge bleven personen in het commissariaat van politie te Culemborg de ruiten van de werk kamer van den commissaris stukgeslagen. Dit is geschied door middel van een zeer zwaren bazaltsteen, welke plm. 30 a 40 pond bleek te wegen. De steen moet dus wel van zeer nabij zijn gegooid. Voor dat de dienstdoende agent buiten kwam, waren de daders reeds spoorloos verdwenen. De agent waarschuwde den commissaris en den burgemeester, waarna alleen de laatste ter plaatse verscheen. Het geval verwekte in de stad heel wat consternatie. Naar vernomen wordt, heeft dc rechtbank te Rotterdam thans rechtsingang verleend met bevel Lot gevangenhouding tegen de 21- jarige Sara Schnitzler, die, gelijk men weet, in verband met de berooving van 23.000 in een perceel aan de Prinsenstraat aldaar, was aangehouden. Er is thans een instructie tegen haar geopend. Zij zal ter zake van medeplichtigheid aan diefstal, vervolgd wor den. Drie maanden gevangenisstraf. De politierechter te Amsterdam, Mr. Ser- vatius, deed Woensdag uitspraak in de zaak tegen den 60-jarigen veehouder uit Diemen, die zich te verantwoorden heeft gehad we gens melkvervalsching. Hij heeft melk van eigen vee willen ver- koopen aan verschillende melkslijters en heeft bekend, dat hij gewoonlijk een kan water bij elke bus deed. Ook was t wel mogelijk, dat zijn zoontje er stilletjes meer bij had gedaan. De directeur van den Keu ringsdienst had verklaard dat er aan de melk 54 pet. water was toegevoegd, Mr. Servatius veroordeelde thans bekl. tot een gevangenisstraf van drie maanden Het O M. waargenomen door Mr. Van Lier, bad vier maanden gevangenisstraf ge- eischt. 1. SérèsVan Kempen 116 p., 2. Grassin Sergent, 103 p., 3. AertsDeruy.ter, 101 p. 4. BaronMarcot, 85 p., 5. gebr. Van- denhove, 70 p., 6. BoogmansFrederickx, 65 p. 7. CutudatTexier, 45 p., 8. Pagnoul Duray, 43 p., 9. Egg—Louet, 39 p., 10. DewolffStockelynck, 36 p. 11. Faudet Choury, 25 p., 12. LouetLe Bihan 9 p., 13, BroccoMac Namara, 2 p. Op een ronde 14. BeylLatrichy, 48 p. Daar de koppel- genooten van de beide laatste renners gis teren zooals gemeld opgaven, hebben Beyl en Latriche hedenmorgen een nieuw kop pel gevormd, dat de reglementaire ronde achterstand kreeg. 1300 Man er bij betrokken. De R.-K. Christ, en Moderne bouwar beiders- en schildersgezellenbonden te 's-Hage, hebben heden een ultimatum aan de patroonsbonden in het schildersbedriji gezonden waarin gevraagd wordt aanvaar ding der eischen, door de gezellen gesteld. Is hierop voor Vrijdag 3 April a.s. geen bevredigend antwoord ontvangen, dan zul len de organisaties over geheel Den Haag de staking proclameei'en. Hierbij zullen min stens 1300 georganiseerde schilders betrok ken zijn. Den 15den Maart hadden de patroons reeds geantwoord, niet op de voorwaarden der gezellen te willen ingaan. KYNOLOGIE. v. Kempen-Seres nog aan het hoofd. Tot op heden is er tijdens de Parijsche sex days nog weinig spanning geweest. De renners bleven dicht bijeen en ern stige pogingen tot uilloopen werden niet ondernomen. Bij het vergaren van punten tijdens de sprints toonde v. Kempen zich weer de pri mus inter pares. Men schrijft ons; Naar aanleiding van een artikel in het weekblad „Buiten", waarin de schrijfster deed uitkomen, hoe jammer het is, dat de aardige Hollandsche smous-hond verdrongen is door buitenlandsche rassen hebben eeuige liefhebbers en bezitters van deze honden zich met elkander in verbinding- gesteld. Doel was om te trachten dit aardige nationale ras weer in eere te herstellen. Onder leiding van eenige bekende kynologen had Dinsdag 31 Maart een bijeenkomst plaats in de Manege van de Kazernestraat, te 's Graven- hage, waar ongeveer eer twintigtal eigena ren van smous-honden aanwezig waren met hun dieren. De heer Clarion, uit Hoorn, gaf een opper vlakkige beoordeeling der honden. Het ma teriaal viel mee, wat kwaliteit betreft. Een club werd opgericht, welke dc belan gen van het ras zal behartigen. In het voor- ioopig bestuur werden gekozen mej. I. Joh. W. de Vries, te Haarlem en de heeren jlir. C. J. Heemskerk en L. C. Kloos te 's Gravenhage. Aan eenige bekende kynolo gen zal worden verzocht mede zitting jn het bestuur te nemen. Het voorloopig secre tariaat, dat gevestigd is Lange Laan 1, te Haarlem, wekt alle eigenaren en liefhebbers van dit nationale ras op, zich bij de club aan te sluiten. Practische wenken voor den amateur. Begin April is wel de meest geschikte tijd, om rozen te planten. Wij lezen daar over het volgende in het weekblad ,,FIo- ralia" (Assen), dat deze week een uitste kend verzorgd heesternummer uitgeeft; Men kan ze nu direct na ontvangst op de bestemde plaats planten. Van te voren zorgt men, dat de grond gereed ligt, d. w. z. flink diep gespit en bemest met goed ver teerden stalmest. Bij het planten der roze" laat men deze nooit langen tijd met de worels boven, den grond. De lucht kan in Maart scherp en droog zijn, zoodat de wortels uitdrogen, waardoor de rozen mil der goed aanslaan. Het beste lijkt ons toe, de wortels met aarde te bedekken totdat men plant. De wortels in vochtig spagnum gepakt, laat men zoolang zitten, tot de planting. In tegenstelling met de bovenaard- sche deelen, worden dc wortels der rozen niet gesnoeid. Is het plantgat te klein, dan draait men de wortels daar een halven slag in om, zoodat ze er toch gemakkelijk i" gaan. Rozen worden steeds diep geplant, in tegenstelling met andere boomen en strui ken. De plaats der veredeling, dus daar, waar bij de struikrozen de takken begin nen, komt doorgaans een paar c.M. onder den grond. Na het planten worden de rozen over het algemeen flink teruggesnoeid. Bij de een maal bloeiende soorten, waartoe onze klim-, treur- en heesterrozen bchooren, gaat dit ten koste van het blocmhout, bij de door- bloeiende soorten is dat niet het geval en kunnen nu een volgenden zomer nog aardig bloeien Dit insnoeien is noodzakelijk, daar anders het hout der rozen toch insterft, en ze alsdan niet zoo goed nieuw hout ontwik kelen, wat den hergroei zou tegenhouden. Moeten we soerten opnoemen? Dit kan men gerust aan den kweeker of tuinman overlaten, indien u maar bericht, waar de rozen voor moeten dienen. Alle rozen prefereeren een zonnige stand plaats. Dc eenheid bewaard. Van het groote bouwplan geheel afgezien, In een Maandagavond gehouden zeer druk bezochte buitengewone ledenvergadering der Coöperatiev. Vereeniging „Centrale Aalsmeersche Veiling" te Aalsmeer werd behandeld het schrijven van de oppositie partij, inhoudende in hoofdzaak; lo. intrekking van het besluit tot heffing van 10 pet der te veilen bedragen, met te rugbetaling der reeds van at 1 Januari 1,1. ingehouden 5 pet. voor het bouwfonds en bepaling van dit percentage op althans niet hooger dan 7 pet.; 2o. intrekking van het besluit tot stich ting eener veiling van zes ton. waarvoor een ander voorstel worde ingediend, dat in houdt, een gebouw te stichten van ten hoogste 300.000. terwijl aan den gemeen teraad verzocht worde, de optie van het groote terrein te behouden, om zoo noodig dit gebouw te kunnen uitbreiden, en wijzi ging der statuten in dien zin, dat leden, geen-zenders, alleen een adviseerende stem hebben en opzegging van het lidmaatschap der Coöperatieve Tuinbouw Aankoopveree- niging. De voornaamste eisch der tegenstanders; bouw eener veiling van ten hoogste drie ton, werd, naar de Tel. verneemt, ingewil ligd, wat reeds op een vorige vergadering door het bestuur was toegezegd. Echter kreeg men nu hierbij de toezegging, dat van het groote plan geheel wordt afgezien. Het veilingspercentage zal van 10 pet. in ver band daarmede op 734 pet. bepaald wor den, 5 pet. voor exploitatiekosten, 234 pet. voor het bouwfonds, met ingang van 1 April a.s. Aan den wensch om het te veel bereken de percentage van af 1 Januari te restilu- eeren, meende men om financieele en ad ministratieve moeilijkheden niet te kunnen voldoen. Omtrent de andere eischen der opposan ten werd besloten, nadere voorstellen van het bestuur daaromtrent af te wachten. De eenheid in de zeer sterke organisatie is hiermede bewaard gebleven, zeer ten ge- noege van htf bestuur en het overgroote deel der leden. Voorts werd op deze vergadering beslo ten, een bedrag van 300 beschikbaar te stellen voor de slachtoffers van den Fe- bruari-storm. De minister van Oorlog heeft aan de bur gemeesters een schrijven gezonden met be trekking tot de herhalingsoefeningen, waar bij hij in afwachting van de toezending der beschikking, betreffende de regeling van de opkomst voor de in 1925 te houden herha lingsoefeningen, spoedshalve een uittreksel zendt uit bijlage II van die beschikking in welke bijlage zijn aangegeven de data van aanvang der herhalingsoefeningen en van vertrek met groot verlof voor de verschil lende korpsonderdeelen en groepen alsmede de plaats van opkomst. Met hel oog op den korten tijd, welke nog beschibaar is voor de oproeping van de in dat uittreksel bedoelde groepen van dienstplichtigen, heeft de minister, naar hij schrijft, den de-'" "dreffendên commandan ten verzocht de gebruikelijke nominatieve opgaven, betreffende de tot die groepen behoorende dienstplichtigen met den mees ten spoed te zenden aan de burgemeesters der gemeenten, waarvoor rij zijn ingelijfd. Heb hel uitstekendste aan te bieden da* iemand wenschen kan, boe zal dc wereld het weten, indien gij niet adverteert. JOHN. P. ROCKEFELLER De tweede cursusavond van de K. S. A., waarop Dr. Frederik van Eeden zijn diep- gevoelige lezing hield over „Mijn overgang naar de Katholieke Kerk" is een geweldig succes geworden. Dc groote zaal van het K. S. A.-gcbouw was stampvol, men kwam zelfs plaatsen te kort. Het viel ons op, dat er zoovele niet-kalho- Leken tegenwoordig waren om Dr, v. Eeden te hooren spreken over zijn hoogste ideaal wat hij eerst op hoogen leeftijd bereikte. De Hoog Eerw. Deken Lucassen en de Eerw. Heeren kapelaans waren mede aan wezig. De Wel Eerw. Heer van Houten opende de vergadering met den Christelijiten Groet. Als adviseur der K. S, A. stelt spr, den Hoog Eerw. Heer Lucassen als de nieuwe Deken -an Beverwijk aan de vergadering voor. Eon man van dezen tijd, een man van vereenigingsleven. Spr. uit den wensch, dat, gelijk wij als vereenigingsmenschen blij zijn met onzen nieuwen Deken, het niet lang zal duren, dat de nieuwe Deken kan ze'ggen; ik ben blij met de katholieke vereenigingen in Beverwijk. Vervolgens leidde spr. Dr. Frederik van Eeden met een kort woord in. Was het den vorigen cursusavond het jongenskoor dat dezen avond opluisterde, thans was het groote Kerkkoor mede aan wezig, dat met de jongens, onder lei ding van den heer Trompert, zorgde, dat ook de avond op muzikaal gebied een genot 'erd. De schitterende lezing van Dr. Frederik van Eeden, we behoeven daar thans niet over uit te wijden, daar deze reeds eerder in onze courant is besproken, had een ge weldig succes. Nog nooit hadden wc een spreker voor een auditorium gezien, dat met zoo volle aandacht en diepe stilte luisterde, naar de mooidP'ideale woorden door dezen grijzen bekeerling gesproken. Het applaus, dat den Doctor na zijn lezing ten deel viel was dan ook geweldig, doch behalve, dat Frederik van Eeden zijn toe- In rders wilden doen deelen in zijn hoog ideaal, wilde hij ze laten genieten van zijn hoog geprezen dichterkunst. Dr, van Eeden declameerde o.a. „De Dui nen", „De Engelbewaarder", „De Glimlach van een kind". Dat de mooie gedichten inwerkten op het gemoed van de toehoorders, bleek uit hei als uit één mond gesproken „graag' als de Docter vroeg, nog een gedichtje te willen voordragen. De Hoog Eerw, Heer Deken Lucassen. richtte een dankbaar woord tot den spreke Spr. was bevreesd geweest het eenheids puntje te worden, waarom een ieder zich zou concenireeren, waarom spr. tot den Doctor had gezegd, gelukkig, dat u er bent, want nu zullen we samen het middelpunt der algemeene belangstelling zijn, Spr. is blijde, dat Dr. v, Eeden zoo langen "tijd alleen het midelpunt dier belangstelling mocht wezen. Mij is het heerlijk vergaan Ik heb genoten van hetgeen Dr. v. Eeden in vollen zin te genieten heeft gegeven. Wij gebruiken den docter niet als propagandist en hij vat ook allerminst zijn taak zoo op. Hij heeft slechts willen vervullen een liefdeplicht, onder aan drang van velen, te geven waarvan hij is ver vuld, om ons allen iets mede te deelen van den rijkdom der schatten, die hem ten deel zijn gevallen. Het zwijgend aanhooren ge tuigt, dat gij allen hebt genoten. Namens allen zegt spr. den docter harte lijk dank voor zijn komst en zijn lezing en uit den wensch dat zijn lippen nog lang mogen bewegen en zijn handen nog menig goede streek op het papier zullen zetten, tot stichting van allen, die het zullen lezen en tot heil van God en tot eer der Heilige Kerk, Vervolgens zegt spr. de vergadering dank voor de stichting, waarmede zij voor het woord van Dr. van Eeden beeft willen luis teren en dankt het bestuur der K, S. A. dat het dezen avond beeft georganiseerd. Spr. is verheugd in zijn nieuwe parochie een K. S. A. aan te treffen. De K. S. A. moet zijn het centrum, waar alles naar toe komt, en de electrische centrale, waarvan alles uitgaat. Van innerlijke en hechte samen werking gaat alle kracht uit. Spr. spoort aan een voorbeeld voor andere afdeelingen der K S. A. te zijn, om onze Roomsche organi satie tot steeds grooter en hooger bloei te brengen. Het kerkkoor deed ons nog van enkele fraaie liederen genieten. Tot den heer Trom pert richtte de Deken woorden van clank, met den wensch, dat hij nog lang op den in geslagen weg mag blijven voortwerken. Daarna werd de vergadering gesloten. Het was een echt Roomsche avond, waar op Roomsch Beverwijk met voldoening kaa terugzien. Huisvredebreuk, Door J. F, werd aan gifte gedaan van huisvredebreuk, vermoede lijk gepleegd door zekeren F. A, De politie stelt een onderzoek in. Proces-verbaal zal worden opgemaakt. Modem. Ons politiebureau is voorzien van een radio-toestel. Wij komen hierop nader terug. Stille Omgang Alkmaar. Het genoot schap van den Stillen Omgang naar Alkmaar vergaderde in de St. Josephzaal. De bestu ren der aftieelingen Wijkeroog en Wijk aan Zee waren mede aanwezig. De voorzitter opende de vergadering met gebed, waarna een korte toespraak volgde van den geestelijken adviseur, den Weleerw. heer Oudendijk. Na goedkeuring der notulen besprak de voorzitter de bedevaart van verleden jaar en dankte daarbij allen, die tot het welslagen hiervan hebben medegewerkt. Besloten werd, in samenwesking met bo vengenoemde afdeelingen op Zondag 3 Mei te voet en per fiets ten bedevaart naar Alk maar te trekken. De voorzitter deelde nog mede, dat op 19 April a.s. te Alkmaar een vergadering wordt gehouden, waar als spreker zal optreden de Weleerw, pater Van Dijk. Voor het nieuwe vaandel, waarvoor reeds 60.bijeen is, werd weder een collecte gehouden. Daarna sluiting met gebed. Tuinbouwwintercursus. Vrijdagavond 27 Maart, werd door de heeren Haanen en Myen de laatste les gegeven aan den win- tertuinbouwcursus. Deze lessen werden ook bijgewoond door den Rijkstuinbouwconsulent den heer Hazeloop en den heer L, J. Piro- vano als vertegenwoordiger van den Land en Tuinbouwbond, Van de 17 leerlingen die zich aanvanke lijk hadden opgegeven, hadden 9 de lessen trouw bijgewoond. Toen de lessen waren afgeloopen werden door den heer Haanen de cursisten toege sproken. Hij prees deze jongens om hun ijver en lust, waarmede zij de lessen had den gevolgd. Spr. memoreerde echter ook het begin der lessen, toen deze door meer dere leerlingen werden gevolgd 't Bleek n.I. dat aanvankelijk onder de leerlingen jonge lui aanwezig waren, 4'e daar n'ei 'n thuis behoorden, maar ook een minder goeden invloed op de anderen uitoefenden, waar door de lessen niet met vrucht konden wor den gegeven. Na verwijdering echter van bedoelde leerlingen was een betere geest gaan heerschen in de klasse en kon hij dan ook niet anders dan zijn volle tevredenheid betuigen over het gedrag, den ijver en den lust die bij de leerlingen had voorgezeten. Waar uit de verschillende beantwoordingen der vragen dan ook zeker dezen avond ge bleken was dat allen hun tijd goed hadden besteed, meende hij te kunnen adviseeren tot uitreiking der diploma's. Hierna werd door den heer Hazeloop het woord genomen, die er op wees, hoe vooral tegenwoordig een meer uitgebreide kennis op tuinbouwgebied noodig was. Men ziet hoe de glascultuur den laatsten tijd zich meer en meer uitbreid, ook in deze streek. Het is daarom noodig dat men goed op de hoogte moet zijn van de bewerkingen bemesting der bodem en van alles wat de groei der pro ducten kan bevorderen of benadeelen enz. Hij sprak den wensch uit, dat de leerlin gen hun voordeel zouden doen met "hetgeen zij hadden geleerd. Hij hoopte echter, dat zij het in de toekomst hierbij niet zouden laten, maar hun theoretische kennis meer zouden uitbreiden vooral door het lezen van vakkundige boeken. Met nadruk beval spre ker dan ook het aanschaffen van derge lijke boekjes, die zoo goedkoop en veelvul dig fe verkrijgen zijn, b.v. behandeling over kunstmest, zaaizaden, groenten, fruit enz. Zulke boeken zijn zeer nuttig en zullen zeker bijdragen de kennis in het tuinbouw- vak meer uit te breiden en door het lezen van dergelijke werken zal niet zoo spoedig verloren gaan hetgeen hier thans geleerd is. Spr. was zeer voldaan over hetgeen hij dezen avond van de leerlingen had mogen hooren en gaf dan ook volgaarne zijn foe- stemming het uitreiken 'der diploma's Hiervoor kwamen in aanmerking: Piot Aafjes, Assendelft; Cornells Bak, Assen delft; Joh. Corn. Duin, Wijk aan Duin; Wil lem Corn. Hartog, Wijk aan Duin; Marius v Keulen, Wijk aan Duin; Jan Hendrik Nij- man, Wijk aan Duin, Wilh. Jac. de Ruiter, Heemskerk. Veilingoverzicht. Konden wij de vorige week over een groote aanvoer van witlof spreken, de afgeloopen week werd de aan voer nog met ruim 1000 K.G. overtroffen. Het proces van Cinq-Mars, die samenspande legen Richelieu. Wie sta, ziet toe, dat hij niet VE.lle." Hij, die de mooie streek, nabij Tours gelegen, bezoekt en er ziet de bouwvallen van het kasteel van Cinq-Mars, die zich een eind buiten Tours verheffen, wordt aan dit woord wel herinnerd. Want die bouwvallen staan niet, wijl dit kasteel is afgebrokkeld in den loop der tijden, of omdat bij bele gering of bestorming het is verwoest: neen zij staan daar op bevel van Richelieu, die, teneinde zijn voor Frankrijk zoo noodzake lijk gezag te bevestigen, het noodig vond om zelfr het kasteel van Cinq-Mars aan te tasten. Wie was Cinq-Mars, en wat misdreef hij? Dejongeling, die onder den naam van Cinq- Mars in de Fransche geschiedenis bekend is, was de tweede zoon van Antoine Coef- fier, markies van Effiat, maarschalk van Frankrijk, gouverneur van de provinciën van Auvcrgne en Bourbonnais, die in 1632 in Duitschland stierf, waar 'hij de legers van den Franschen Koning aanvoerde. Uit het bovenstaande blijkt wel, dat hij groote diensten aan vaderiand en vorst bewees, en vooral ter herinnering can deze diens ten, waren zoowel Lodewijk XIII als Kar dinaal Richelieu er op uit, om aan den bevalligen, geestiger, en talentvollen tweeden zoon, Henri, markies van Cinq- Mars, bijzondere gunsten te bewijzen. Op zestienjarigen leeftijd werd Cinq-Mars, door toedoen van Richelieu, tot kapitein bij de koninklijke garde benoemd; op achttienjari- ien leeftijd reeds was hij grootmeester van fe garderobe; na verloop van een jaar was jij toegelaten tot de intieme omgeving van ^odewijk XIII en nauwelijks 22 jaren oud, werd hij belast met het hoogste hofambt, dat van opperstalmeester Als Grand-Ecu- yer van Frankrijk in welk ambt hij ook door den Koning, als Monsieur le Grand werd betiteid is hij gestorven; op weg naar het schavot bewezen de gardes hem de eer, die hem toekwam Lodewijk XIII, die onder de goede eigenschappen, welke de geschiedenis van hem vermeldt, zeker deze had, dat *bij ten volle inzag hoe on misbaar de ijzeren hand van Richelieu voor den Franschen staat wai gevoelde zich tot den jongen man zeer aangetrokken. Tot 's avonds laat en van 's morgens vroeg moest Cinq-Mars bij hem zijn. Meer dan eens ver toonde de jongeling een weinig vriendelijk humeur, en talrijk waren dan ook de on- eenigheden met den koning, die echter weer even spoedig tot het verleden behoorden. Richelieu zelf trad meer dan eens als vrede stichter op, want deze man met zijn scher pen blik in de toekomst èn in het heden, veronachtzaamde ook de kleinigheden niet, en begreep hoe noodig het was, den koning afleiding te bezorgen. Maar al spoedig bleek, dat Cinq-Mars niet de sterke beenen had, die de weelde van deze spoedige verheffing konden verdragen. Integendeel, zelfs tegenover zijn vorst ver oorloofde hij zich dingen, waarvoor veel hoo ger geborenen dan hij zich wel wachtten. Een bepaald conflict met Richelieu deed zich voor, toen Cinq-Mars de bedoeling bleek te hebben om met prinses Marie Gonzague, eender drie dochters van den Hertog van Mantua te trouwen. Marie de Gonzague was een zeer voorname partij; er was sprake geweest van haar huwelijk met Gaston van Orléans, den eigen broeder des konings. Geen wonder, dat zij de tegemoetkoming van Cinq-Mars wel beantwoordde, maar hem tegelijk duidelijk te verstaan^ gaf dat er van een huwelijk met hem geen sprake kon zijn, voordat de koning hem hertog of pair en Connétable van Frankrijk had gemaakt. Cinq-Mars in den hofkring zoo spoedig hoog geklommen, verloor de werkelijke verhou dingen uil het oog, en wendde zich tot Ri chelieu met de vraag om te bevorderen, dat hij tot deze buitengewone waardigheden zóu worden verbeven. Maar Richelieu, die zich even kort als voorzichtig kon uiten, gaf hem onmiddellijk te verstaan, dat er van dit huwelijk niets kon komen, en dat minstens genomen Marie de Gonzague even dwaas was als hij zelf. Hij liet in het hart van Cinq-Mars een verbeten woede na, die spoedig gelegenheid zou vinden om zich te voeden. De koning toch, wien Cinq-Mars onontbeerlijk was, verlangde op een keer, dat deze de vergaderingen van den Staats raad zou bijwonen; Richelieu verzette er zich in de tegenwoordigheid van Cinq-Mars niet tegen, maar zorgde, dat slechts onbe langrijke zaken behandeld werden, totdat hij zijn verwijdering weer verkregen had. Cinq- Mars bovendien leefde in kringen, die een afkeer hadden van Richelieu. De hofkring toch bestond uit Frankrijk's hoogere en la gere edelen en het was juist het breken van hun macht, die Rochelieu ter wille van de eenheid van Frankrijk, zich had voorge nomen Wat vond de geniale staatsman, toen hij op jeugdigen leeftijd in den Staatsraad van den kening zitting nam? Een zwak en in zichzelf verdeeld koninkrijk. Wat liet hij na, toen hij bijna dertig jaren aan één stuk met vaste en strenge hand Frankrijk's lot had be stuurd? Een machtig en naar buiten geëer biedigd land, dat niet elleen één was in naam, maar in werkelijkheid. Echter, om dit resultaat te verkrijgen, is Richelieu niet teruggedeinsd voor menige gewelddaad De woorden, die hij op zijn sterfbed sprak; „Ik heb geen andere vijanden gehad dan de vijanden van Frankrijk", zijn teekenend voor de opvatting, die geheel zijn politiek leven beïnvloedde. Inderdaad, Richelieu had zich een verheven doel tot taak gesteld, en hij bracht deze ten uitoer zonder te vragen wie en wat daarvoor moest vallen. Meer dan eens hebben de machtigste edeten tegen hem samengespannen; telkens heeft hij ze overwonnen, maar ook telkens noodig acht een afschrikwekkend voorbeeld te stel len. Koningin Maria de Medicis, de moe der van Lodewijk XIII, die hem met haar haat en naijver vervolgde; die ver geefs. trachtte haar koninklijken zoon van hem te vervreemden, bande hij zelfs uit het land! In dit licht moet men zijn houding tegen Cinq-Mars en diens medeplichtigen beschouwen, om hem recht te doen wederva ren. Het schijnt meer dan eens in deze veel bewogen jaren van Frankrijk's geschiedenis, dat hij onnoodig wreed is geweest; dat hij ais overwinnaar de door hem overwonnenen niet spaarde; men kan gereedelijk aannemen dat hij telkens opnieuw heeft geoordeeld zoover te moeten gaan, allermeest om een afschrikwekkend voorbeeld te stellen tegen over de samenspanningen, waarvan hij dag aan dag ten doel stond. Cinq-Mars vond, eenmaal tegen Richelieu ingenomen, spoedig aanhangers Daar was Gaston van Orléans, des konings broeder, die niets liever wenschte dan dezen van den troon te verdringen. Daar was de mach tige hertog van Bouillon bijna onaantastbaar in het hem toebehoorend Sédan, die reeds één keer vergiffenis had moeten vragen. Daar waren kleineren en grooterén; daar waren er, tegen Richelieu ingenomen uit persoonlijke overwegingen; daar waren Cr ook en onder hen behoort ongetwijfeld dc latere geschiedschrijver Dc Thou, Cinq- Mars' beste vriend die veel in Richelieu s bestuur slecht voor Frankrijk oordeelden. De oorlog tusschen Frankrijk en Spanje woed de intusschen en de nieuwe samenzweerders zetten nu een poging op touw, waarin tot hun ongeluk Spanje werd betrokken. Het ontwerp voor een verdrag werd opge steld. krachtens hetwelk de Spaansche ko ning 12.000 manschappen en 400.000 goud stukken zou verschaffen; krachtens hetwelk ook aan Cinq-Mars en den Hertog van Bcuillon groote jaargelden werden verze kerd. Daartegenover zou echter aan dc Span jaarden toegang tot Frankrijk worden ver leend en zulks d_oor Sédan voor hen open te stellen. Niet zonder moeite slaagde de stoutmoedige markiesFrontrailles er in om, terzelfder tijd dat de strijd tusschen de Spanjaarden en de Franschen woedde, het ontwerp van dit verdrag naar Spanje, en onderteekend, terug te brengen. De bekende Fransche schrijver Alfred de Vigny, die aan Cinq-Mars een mooien, maar historisch niet geheel vertrouwbaren roman heeft gewijd, omgeeft zijn tocht over de Pyreneeën met romantische bijzonderheden, die meer in zijn verbeelding dan in de werkelijkheid be staan hebben. Integendeel zonder incidenten kwam hij met hef tractaat terug, geteekend door den toenmaligen Spaanscnen eersten minister Olivarês, ter zelfder tijd dat de koning van Frankrijk in eigen persoon het beleg leidde voor de sterke vesting Perplgnan, dat door de Spanjaarden bezet was. Te Carcassonne, ook thans nog gele gen in de ongenaakbaarheid harer Pyre- neesche vestingmuren, vond bij Cinq-Mars en De Thou terug en vertrok met hen naar Perpignan, waar de koning zich bevond. Het mag verwondering wekken, dat deze samenzwering zoo spoedig aan Richelieu is bekend geworden. Ongetwijfeld, zijn spion nen waren vele, en zij dienden hem op een wijze, die menigeen in zijn omgeving of daarbuiten onaangename verrassingen heeft bezorgd. Aan den anderen kant kan het niet te zeer verwonderen, dat deze samen zwering uitlekte, wanneer men bedenkt, dat de samenzweerders zeiven het geheim al heel weinig stil hielden. Integendeel, Marié de Gonzague schreef aan Cinq-Mars, dat te Parijs zijn bedoelingen evenzeer bekend wa- rpn ais men wist, dat de Seine onder den Pont Neuf doorloopt. Cinq-Mars echter achtte het waarschijnlijk niet noodig al te groote voorzichtigheid in acht te nemen. Tegen den koning was hij onverdragelijker dan ooit, en meer dan eens werd hij uit diens omgeving verwijderd, soms zelfs da gen achtereen. Hij verdroeg het geduldig, ervan overtuigd, dat Richelieu, destijds ziek te Narbonne achtergebleven, spoedig in on genade zou vallen. Misschien zou dit ge schied zijn, had Cinq-Mars zich mei meer voorzichtigheid gedragen. Maar deze ver wijderde zichzelf van den Koning; intrigeer de ook in het openbaar tegen Richelieu zijn vroegeren weldoener, en maakte hot dezen maar al te gemakkelijk, op het spoor van zijn samenzwering te komen vanaf het oogenblik, dat hij vernam, dat een vreem deling te Madrid met Olivarês had onder handeld. Hoe Richelieu'er vervolgens in ge slaagd is, een copie van het gesloten trac- taat te verkrijgen, is niet opgehelderd, maar hij verkreeg het en bracht het den Koning als bewijsstuk. Deze kon bij het lezen ervan nauwelijks aan de juistheid gelooven en zoozeer vreesde hij, dat Richelieu slachtof fer van een mystificatie was geworden, dat aan Cinq-Mars tijd gelaten werd om te vluchten. Hij deed dit, evenals de Hertog van Bouil lon, op de meest onwaardige wijze; hij werd den volgenden dag gevonden, verbor gen onder een bed in een arm huis in een der voorsteden, terwijl men den Hertog van Bouillon in een hooiberg, dien men aanvan kelijk vergeefs doorsnuffelde aantrof. Slechts De Thou bewaarde een waardige houding en werd te zijnen huize gearre steerd. Wat Gaston van Orléans betreft, hij bekende onmiddellijk toen Richelieu hem bijzich liet komen, enhij bezorgde dezen de bewijzen, die hij behoefde. Want Richelieu was'slechts in het bezit van een copie van bet tractaat en daarop zou geen rechter Cinq-Mars en zijn vrienden hebben veroor deeld. Maar Gaston var. Orléans verlaagde zich tot een uitvoerige schriftelijke beken tenis, .waarin hij het tractaat woord voor woord herhaalde en de rol aanwees, die ieder der samenzweerders gespeeld had. Bouillon werd begenadigd toen hij - bereid bleek Sédan af te staan, maar tegen Cinq- Mars en De Thou werd de uiterste gestreng heid toegepast. Reeds dadelijk besloot Ri chelieu niet te aarzelen en de zaken niet te laten loopen. Te Lyon dezelfde plaats, waar Cinq-Mars aanvankelijk Richelieu had willen vermoorden werden zijn rechters bijeengeroepen en Richelieu zelf geleidde hem gedeeltelijk over water, gedeeltelijk over land, naar deze plaats. Op 3 September 1642 kwam men er aan, maar al spoedig bleek bij dc voorafgaande behandeling, dat de beide beklaagden niets zouden loslaten. Toen heeft men hun een valstrik gelegd. De Staatsraad Laubardemont, een van die nienschen, waarvan mannen als Richelieu zich bedienden, werd bereid gevonden om bij Cinq-Mars dc voorstelling te wekken als zou De Thou hem hebben beschuldigd, zoodat er geen enkele reden meer voor Cinq-Mars kon bestaan om De Thou te sparen. Cinq-Mars, jong en onervaren, ge troffen door wat hij begrijpelijkerwijze het verraad van zijn vriend achtte, vloog in den hem gespannen strik; bekende tot in onder deden het door hem in de samenzwering ge nomen aandeel, maar bracht tegelijk De Thou aan de galg.; Na zijn bekentenis, schriftelijk bevestigd, liet men De Thou ko men, en vroeg hem uitdrukkelijk of eenig persoonlijke veete tusschen hem en Cinq- Mars bestond. Op bet ontkennend antwoord liet men hem de bekentenis van Cinq-Mars lezen en eerst toen, maar te laat, kwam de ze tot de erkenning dat men hem een strik had gespannen en dat hij daaraan niet was ontkomen Maar niettegenstaande deze be kentenissen, aangevuld door een openharti ge verklaring van De Thou, aarzelde een deel der rechters nog om op dezen laatsten de doodstraf toe te passen. Het geschiedde slechts met meerderheid van stemmen en reeds op 12 September, den dag van de ver oordeeling, werden de beide samenzweer ders onthoofd Wat men van Cinq-Mars moge zeggen en denken; wat men den overigens slechts 22-jarigen jongeling ten laste moge leggen, in het aangezicht van den dood 'hield hij zich moedig. Hij en De Thou, beiden erken den zoowel in de door hen aan hun naaste betrekkingen geschreven brieven als in hun gesprekken, het misdadige isn hun voorne men. Samen reden zij, Cinq-Mars gekleed in het schitterend costuum zijner waardig heid. De Thou eenvoudi in het zwart, naar het schavot, met diepe stilte begroet door de groote menigte, die op de been was. Het lot wilde, dat Cinq-Mars het eerst geroepen werd om het schavot te bestijgen; dc kreet van afschutv die uit het volk opging, toen zijn hoofd onder het zwaard van den beul viel, overtuigde De Thou die in 't rijtuig was geble ven, dal zijn beurt gekomen was.'n Toeschou wer van deze executie wel een der meest merkwaardigen, die in de geschiedenis valt aan te wijzen, verheelt niet den diepen in- dtuk dien het gebeurde op de omstanders maakte. Zeker zullen er onder hen velen zijn geweest, die Richelieu beschuldigden van onnoodige hardheid; die wellicht nog op bet laatste oogenblik van hem een woord van genade hadden verwacht. Maar die dan ook niet begrepen, dat nog altijd wankel waren de grondvesten, waarop Frankrijk's eenheid was gebouwd; niet begrepen, dat een minder forsch einde van deze samen zwering, die even onbegrijpelijk als misdadig was. voedsel zou hebben gegeven aan nieu we, wellicht nog gevaarlijker samenzwerin gen. Zoo niet van deze beide edellieden, dan van anderen, die maar al te gaarne hun plaats wilden innemen. Nauweliiks drie maanden waren na de terechtstelling van Cinq-Mars en De Thou ver- loopen. of Richelieu werd door den Heer van Leven en Dood ten oordeel opgeroepen. Het was op zijn sterfbed, dat hij de merk waardige woorden sprak, reeds hierboven weergegeven die als motto voor geheel zijn leven zouden kunnen strekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9