Uit de Pers. Een moord in den wereldoorlog. TE KORT AAN TACT. Wat heeft De Monzie bewogen in het ministerie Herriot plaats te nemen? Ernstig mijnongeluk bij Essen. De Italiaansehe minister van Oorlog afgetreden. Onder de radio-berichten: Dreigend conflict in de Duitsche metaal industrie. De Amerikaansche senator Borah tegenstander van aan sluiting bij het Internationale Hoi. Gem. buitenl. berichten. ACTIE DER ENGELSCHE SLAGERS. De spoorwegen en de Zomertijd. De nieuwe brug aan de overzij van 't IJ. Reis ParijsLcwdes. R. K. Kamer-Centrale, Leiden. Uit de R. K. Staatspartij. Ontevredenheid in de commu nistische partij. FEUILLETON. ^Het Huisgezin" schrijft Wij zijn niet zonder beduchtheid, dat er bij de Michaëiisten een tekort aan tact valt te. bespeuren. Men weef, hoe wij op het politiek advies graag nog een dei voormannen van het Mi- chaëlisme hadden opgenomen gezien. Drie der hunnen op vaste of goede kans biedende plaatsen leek ons een billijk re kening houden met deze strooming onder ons. Billijk vooral hierom, omdat het niet aan gaat, alle overige candidaten van het poli tiek advies als conservatieven te brandmer ken, vermits mannen als Mgr. Nolens en mr. Aalberse wel tot de onverdachte demo craten kunnen worden gerekend. Billijk ook. omdat op het advies mede een zevental aftredende Kamerleden voor komen, die indertijd in de clubs van St. Michaël als aanbevelenswaardige candidaten waren genoemd. Wij begrepen derhalve het wachtwoord niet goed, dat de Michaëlistisclie candidaten zich van het politiek advies hadden te la ten afvoeren en dat over heel de linie de inschuivingsstrijd moest worden onderno men. Indien wij een advies hadden te geven gehad, zouden wij gezegd hebben: wat men ons heeft toebedeeld vinoen wij~te weinig, maar wij aanvaarden het op afrekening en zullen in de overige kieskringen het tekort trachten aan te vullen. Dit ware, dunkt ons, goede tactiek ge weest, en men had daarbij op de hulp kun- ren rekenen van kiezers, die, geen Michaë- 'ist, het tekort mede hadden gevoeld. Nu gaat men, onnoodig, over de heele li nie een strijd ontketenen. Maar dit is niet alles en niet eens het ergste. Het ergste is, dat men, voorloopig nog in het verband blijvende en daarbinnen wer kende, met afscheidsplannen omgaat. We hebben hierbij niet het oog op het initiatief der Nijmeegsche Michaëiisten, om in alle achttien kieskringen, alsof die tot hun rijksgebied behooren, een eigen lijst in te dienen voor de officieele verkiezingen. We hebben het oog op een strijdpenning- manifesl voor de Michaëiisten, waarin het heet, ,,dat het oogenblik dreigt te zijn ge komen," dat men zich heeft af te vragen, of men nog wel in de Staatspartij zal kun nen blijven. En al heet het geruststellend verder, dat „in het huidige stadium der voorbereiding van de verkiezingen dit oogenblik voorals nog niet is gekomen," omdat alle middelen nog niet zijn uitgeput, de goede, of kwa de. intentie om weg te loopen en zich af te scheiden, is er. Dit achten wij ongemeen bedenkelijk. Bedenkelijk voor dc geestesstemming on der, wij zeggen volstrekt niet alle, maar in ieder geval sommige Michaëiisten. De vraag, of men in de Staatspartij zal blijven of er uit zal gaan loopen, moet toch door andere en hoogere overwegingen wor den behcerscht dan het verkrijgen van wat meer of minder Kamerzetels door personen van een bepaalde signatuur: richting of kleur kan men niet eens zeggen. Wij moeten aannemen, dat dc stellers van het manifest, die een beroep op ban en achterban doen, meenen, dat zij daardoor ook buiten den kleineren kring der Michaë iisten sympathie voor hun candidaten zul len wekken. Ieder, die over eenige raenschenkennis en ervaring beschikt, zal hun het tegendeel verzekeren; juist zulk optreden houdt sym pathieën tegen en vervreemdt ze. Tact is niet alles, maar is toch iets, en als St. Michaël op dezen weg voortgaat, duchten wij in plaats van succes een mis lukking, ook daar waar een beleidvol op treden welslagen had kunnen in uitzicht stellen. De kabiAtswijziging in Frankrijk. - Herriot heeft zijn keuze gedaan en de re geering wil nu uitweg zoeken uit de finan- cieele moeilijkheden door een kapitaalshef fing, die eigenlijk alleen bij de socialisten on verdeelde instemming vindt. Van alle plan nen tot' directe en indirecte inflatie zoo wordt in een officieus communique gezegd, zal de regeering. afzien. Deze verklaring moet ze ker wel een eenigszins zonderlingen indruk maken, na de uiteenzettingen van den heer Clémentel, die dan toch aanvankelijk voor zijn plannen tot verhooging der biljettenuit- gifte steun vond bij zijn collega's en die be toogde dat zijn plannen niet tot inflatie zou den voeren. M3ar afgezien hier van is de ver klaring ook zonderling, omdat het niet dui delijk is, hoe door het plan eener kapitaals- heffing zou worden voorzien en de onmidde- lijke behoeften aan betaalmiddelen, welke thans gedekt moeten worden. Hoe ten aanzien hiervan de plannen van den nieuwen minister van financiën zijn, zal nog moeten blijken. Vooreerst gaat de strrijd thans om de kapitaalsheffing en ter rechterzijde heeft men goede verwachtingen dat de radicale regeering van den heer Her riot hierover zal komen te vallen. Zooals ge zegd, zijn alleen de socialisten onverdeeld voorstanders van zulk een heffing, in radicale en radicaal-socialistische kringen echter heerscht verdeeldheid en zoo is het dus nog lang niet onmogelijk, dat zelfs reeds in de Kamer, ondanks de groote meerderheid van het linksche kartel de regeering een neder laag zal lijden. In elk geval echter verwacht men dat de Senaat zijn toestemming tot de voorgenomen heffing van het kapitaal zal weigeren. In verband hiermede wordt van socialistische zijde het denkbeeld van een Kamerontbinding gepropageerd, waarvoor echter de burgerlijke partijen van het linksche kartel niet zoo heel geestdriftig gestemd zijn. Door de aanvaarding van een compromis in de kwestie van het Vaticaan een der voorwaarden van het toetreden van De Mon zie tot het kabinet heeft Herriot zijn po sitie nog eenigszins trachten te verbeteren. Hij heeft er althans den strijd voorloopig tot de financieele kwestie door beperkt. Maar dat hij in dezen strijd dreigt te zullen sneu velen. is meer en meer waarschijnlijk. Het stemmen ook door de oppositie voor het uit stel van de behandeling der ingediende inter pellaties beteekent alleen, dat men de goede kansen om in de kwestie der kapitaalverhef fing aan de regeering den doodelijken slag te kunnen toebrengen, niet door een strijd op ondergeschikte punten wil bederven. Minister De Motwie op volger van Herriot Zooals Vrijdag in de wandelgangen van de Warner en den Senaat wordt Zaterdagoch tend in de pers algemeen de opvatting ge hoord dat de oplapping van het kabinet dit niet van wissen en waarschijnlijk spoedigen dood redden kan. Men is daarvan rechts zóó algemeen overtuigd dat men zich af vraagt wat De Monzie bewogen kan hebben in een zieltogend ministerie nog een plaats aan te nemen en zoekt het antwoord daarop in de vriendelijke onderstelling, door som migetegenstanders geuitdat hij hoopt op deze manier de opvolging van Herriot te be machtigen als deze zal moeten hééngaan.. De ridderlijkheid van De Monzie en zijn voorliefde voor moeilijkheden, waarbij hij al zijn intellect en energie noodig heeft om te overwinnen, verklaren echter zijn aanne ming beter dan deze onwelwillende onder stellingen. Nu door de condities van De Monzie de quaestie van het Vatikaan voorloopig uit de wereld is geholpen en Herriot zich in weer wil van zijn vroegere verklaringen in de Kamer in De Motizie's bemiddelende oplos sing (die ook te Rome aanvaard wordt, waarvan De Monzie zich onlangs is gaan overtuigen) heeft geschikt, blijft als groote moeilijkheid slechts de financieele. Men is er algemeen van overtuigd dat Herriot, zoo hij er al in slaagt zijn kapitaalsheffing erin de Kamer door te krijgen, hetgeen misschien al niet waarschijnlijk is, hij die toch nooit door den Senaat aangenomen zal zien. Houdt hij daaraan dus vast, dan gaat hij ongetwijfeld zijn val tegemoet, hetgeen doet onderstellen dat hij liever vallen wil op deze quaestie dan op de religieuse, aange zien hij dan tot het laatst een goeden demo- cratischen strijd gestreden zal hebben. Het zal er van afhangen of het financieele voor stel al dan niet door de Kamer aangenomen wordt hoe de botsing tusschen de Kamers zich zal ontwikkelen. Mijnongeluk bij Essen. Zaterdagmorgen omstreeks 6 uur heeft in de mijn „Mathias Stinnes" in Karnap nabij Essen een ernstige mijnramp plaats gehad, waarbij vermoedelijk twaalf a veer tien personen om het leven zijn gekomen. Toen vier kooien met mijnwerkers in een nieuwe schacht afdaalden, raakte door onbe kende oorzaak de electrische installatie bui ten werking en stortten de kooien naar be neden. De onderste kooi zakte in het moeras onder in den schacht weg. In deze kooi zaten ongeveer veertien arbeiders. De drie andere kooien bleven op de onder ste kooi steken. De zich daarin bevindende personen konden er reeds worden uitgehaald Van hen zijn twee gedood en 46 gewond, on der wie zestien tot twintig ernstig. Tot nu toe is het niet gelukt de onderste kooi op te trekken. Slechts eeniger der inzit tenden hebben Zich er uit kunnen werken. Zeer waarschijnlijk zijn de overige inzitten den gedood. De politieke situatie in Pruisen. Otto Braam heeft in een brief aaa den pre sident van den Landdag medegedeeld, dat hij de verkiezing als minister-president aan neemt. De financieele toestand van Pruisen. In het begrootingsjaar Maart 1924 Maart 1925 bedroegen de ontvangsten van den Pruisischen Staat 1665.1 millioen mark en de uitgaven 1625.8 millioen, zoodat er een batig saldo is van 39.3 millioen. De zomertijd in het bui tenland. Frankrijk en België hebben Zaterdag om twaalf uur den zomertijd ingevoerd. De Italiaansehe minister van oorlog afgetreden. Uit Rome wordt gemeld, dat de Italiaan sehe minister van oorlog is afgetreden naar aanleiding van de verwerping der wet in zake de legerhervorming. Mussolini is wegens het aftreden van gene raal Di Giorgio minister van oorlog ad interim geworden. Massa-ontslag in Oosten rijk. De regeering heeft opnieuw besloten tot afvloeiing van een aantal ambtenaren over te gaan. Voor het einde van het jaar moet het geheele afvloeiingsprogram worden vol tooid, hetgeen beteekent, dat nog 15.000 personen (het totale aantal bedraagt 100.000) zullen worden ontslagen. De Engelsche slagers liggen overhoop, niet met hun personeel, doch met de autoriteiten De minister van gezondheid heeft bepaald dat de slagers alle voorzorgsmaatregelen moe ten treffen,'die redelijkerwijze van hen kun nen worden geëischt om te voorkomen dat het door hen verkochte vleesch wordt besmet door vliegen, stof, enz. De slagers nu ver klaren dat zij er geen bezwaar tegen hebben aan dezen eisch te voldoen, doch wel tegen de voorschriften die de gezondheidsdienst geeft en die hun, beweren de slagers, de uit oefening van hun bedrijf onmogelijk maken. Deze dienst eischt nl. dat de uitstalkasten in den slagerswinkel dicht worden gehouden en het vleesch in deze kasten met gaas wordt afgedekt. De ontstemming onder de slagers is zoo .groot, dat van vele zijden openlijk verzet wordt gepropageerd, om een vervol ging uit te lokken, waarbij kan worden uit gemaakt, of de gezondheidsdienst tot de ge geven voorschriften bevoegd was. De minis ter erkent intusschen, dat het niet zijn be doeling is geweest zoover te gaan gis de ge zondheidsdienst, en heeft toegezegd, den ge zondheidsdienst daarover te schrijven. DE DEENSCHE ARBEIDS CONFLICTEN. De toestand in de Deensche industrieën is nog steeds zeer ingewikkeld. De uitslui ting duurt nog altijd voort, doch is niet uitgebreid sedert zij werd geproclameerd. Verwacht wordt echter dat, daar de arbei ders die een poging hebben gedaan de con flicten in verscheidene andere industrieën te regelen, daarin niet zijn geslaagd, nieuwe strubbelingen zullen ontstaan. Er dreigt een staking van 10.000 stokers en machi nisten, die'een loonsverhooging eischen van tien pCt. DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA. Hertzog, de premier, verklaarde in den Volksraad met betrekking tot den opstand der Rehoboths nader, dat de inlanders in het heele gebied den toestand nauwkeutrig gadeslaan en dat aanvankelijke tegenslag groote gevolgen na zich zou kunnen sleepen Besloten was te wachten met ingrijpen tot dat een troepenmacht zou zijn verzameld, sterk genoeg om met zekerheid op te treden. Hertzog gaf de verzekering aan den Volks raad, dat geen geweld zou plaats hebben wanneer dit niet strikt noodzakelijk zou zijn voor het handhaven van de wet. ONEERLIJKE AMERIKAANSCHE BE LASTINGAMBTENAREN. De justitieele autoriteiten stelden zeven ontvangers der belastingen in staat van be schuldiging, van wie drie wegens afpersen van omkoopingsgelden van belastingschul digen, die waren bedreigd met beboeting of strafvervolging. In verband met dc verwerping van het wetsontwerp tot afschaffing- van den Zo mertijd, verneemt de Tel. van zeer bevoegde zijde, dat deze verwerping van geen in vloed zal zijn op dc invoering van de zo merdienstregeling van de Ned. Spoorwegen op 5 Juni a.s. De Ned. Spoorwegen hadden zich bij dit ontwerp naar twee kanten gewapend, in verhand met de al of niet invoering vaa den zomertijd. Doch nu de beslissiqg gevallen is, zal de nieuwe zomerdienst absoluut klaar zijn op dien datum. Hij wordt dit jaar op 5 Juni ingevoerd, op verzoek van Frankrijk, om dat 1 Juni op Pinksteren valt. Van het grootste belang voor een goede dienstregeling is echter, dat er nu eens een einde komt aan de reeds gedurende vier ja ren in ons land schommelende meeningen, die voor de spoorwegen groote moeilijkhe den hebben veroorzaakt en waarvan de be slissingen voor een goede regeling nauwe lijks konden worden aanvaard. Wat betreft het nieuwe compromis-voor- stel van de sociaal-democratische fractie, daartegen hebben de spoorwegen geen be zwaren, mits het maar niet meer dit jaar zal worden ingevoerd, want daardoor zou een beho l lijke dienstregeling zoo goed als onmogelijk worden. Indien daaromtrent maar vóór 1 Novem ber door de Staten-Generaal een beslissing genomen wordt, zou invoering van dat be sluit op 15 Mei 1926 kunnen plaats hebben. De oplossing voor dit jaar is dat èn zo mertijd èn nieuwe dienstregeling beide in gaan op 5 Juni a.s. Zaterdagmiddag is te Amsterdam, aan dei overzijde van het IJ op plechtige wijze, de opening geschied van de groote ophaalbrug over het N. H Kanaal v.j'r h-,t Kraaicn- pleifi. Deze brug is de grootste ophaalbrug ter wen d Door het R.-K. Werkliedenverbond in Nederland zal bij voldoende deelname van 414" September a.s. een' reis worden geor ganiseerd naar Parijs en Lonrdes. Verblijf te Parijs 4 dagen, te Lourdes en omstreken 5 dagen. Ook niet-leden kunnen aan deze reis deelnemen. Voor nadere inlichtingen en prijsopgave wende men zich tot het R.-K. Werklieden verbond. Drift 10—12, Utrecht. J.l. Zaterdag vergaderde in het Bondsge- bouw te Leiden, de R.K. Kamer-Centrale Leiden, onder voorzitterschap van den heer A. J. Oostdam, Leiden. Na opening van de vergadering met den chr. groet, werden de notulen gelezen, die onveranderd werden vastgesteld. Bericht van verhindering was ingekomen Van den heer J. H. Kaale, Bleiswijk. Voorlezing werd gedaan van een schrij ven van Mr. A. Baron van Wijnbergen, Utrecht, luidende als volgt: „Met groot genoegen en met bijzondere voldoening heb ik kennis genomen van den inhoud der motie, die u zoo vriendelijk waart mij toe te zenden. Aangenaam was 't mij daarin te mogen zien, dat bij ons ka tholiek volk nog wel degelijk het besef le vendig is voor de wijze, waarop wij katho lieken, ook in bet openbare leven, niet el- kandejj- behooren om te gaan. Ik twijfelde daaraan niet, maar 't deed me genoegen, dat het tot openbare uiting kwam, want dit laatste komt helaas! maar al te zeld zaam voor- Hulde derhalve aan de R,K. Kamer-Cen trale Leiden. Dc voorzitter deelt vervolgens mede, dat de heer J- B. Bes te Alphen a. d. Rijn, wegens gezondheidsredenen heeft bedankt als bestuurslid. Spr. brengt hulde aan de wijze waarop de heer Bes de functie van penningmeester heeft vervuld. Meerdere malen is ter Bondsvergadring de Kamer- Centrale Leiden aan andere kieskringen ten voorbeeld gesteld, prees men de accu ratesse van den heer Bes. Spr. stelt voor om aan den heer Bes een telegram te zen den van den volgenden inhoud: „Namens Kringvergadering dank voor verrichtten ar beid en beste wenschen voor uw gezond heid." Het voorstel wordt met luid applaus be groet en staande de vergadering wordt het telegram verzonden. De voorzitter heet bet nieuwe bestuurs lid, die automatisch den heerBes opvolgde, den heer J. H. M. Balvers, Hillegom, wel kom en spreekt daarbij den wensch uit tot langdurige samenwerking. Medegedeeld wordt, dat na gehouden functieverdeeling, de heer Th. A. Hótidijk, Boskoop, tot le penningmeester is gekozen, terwijl in diens functie van 2e secretaris, is gekozen de heer A. H. Boekraad, Leiden. Jaarverslagen van secretaris de heer v. Berkel, Gouda, en penningmeester de heer Hotidijk, Boskoop, het laatste sluitende met een batig saldo van 284.75 worden goed gekeurd. De heer P. F. Veelenturf, Hazerswoude, brengt terzake het verslag van den pen ningmeester gunstig rapport uit, waarna aan den heer Bes décharge wordt verleend, nogmaals onder dankzegging voor den ar beid door hem verricht. Als commissie van verificateurs voor het ingetreden boekjaar worden benoémd de heeren C. J. van Vliet, Boskoop, Joh. Vlas man, Alphen a. d. Rijn en M. Heijker, Ha zerswoude, Aangezien er geen voorstellen zijn inge komen voor de a.s. Bondsvergadering ver valt het betreffende punt der agenda. Dr. A. C. A. Hoffman, Gouda, brengt daarna verslag uit van de laatst gehouden Bondsvergadering, relevecrende ae voor naamste aldaar plaats gevonden gebeurte nissen, tevens eigen beschouwingen van een en ander gevend. Spr. eindigde zijn verslag met woorden van generaal de Castelnair, uitsprekend de wonderbare eenheid van bet R-K. Nederlandsche volk. Applaus van de vergadering en een dank- Y°.jrvan den voorzitter, beloonden het duidelijk overzicht en het keurig verslag dat a man had gegeven. Aangezien er geen ingekomen stukken waren die behandeld moesten worden, ver- vlf* °°k dat punt der agenda. Na 10 minuten pauzeering ving de rond vraag aan. De beer Balvers, Hillegom, zegt, dat het politiek advies door het geheele kiezers korps min of meer onbevredigd is ontvan gen, Ook de gansche R.K. pers is van de zelfde meening. Een uitdrukking, dat het zou zijn een uittarting, onderschrijft spr. niet. Terecht schrijft de Leidsche Courant dat vooral het politiek advies voor den kieskring Leiden zeer verwondering wekt, Spr. wil twee vragen stellen en wel le. Mogen de kiezers weten de redenen die tot een dusdanige samenstelling van het p. a. hebben geleid? 2e. Wat heeft het Bonds- besluur en het Adviseerend College bewo gen tot de combineering met andere krin gen. al geeft art. 12 dat rcchl. Het spijt spr-, dal prof. Aengenent niet aanwezig is, die op de vorige vergadering met volie overtuiging heeft gezegd, dat we alleen met den kieskring Leiden noodig hadden. Spr. releveert het aldaar uitge brachte verslag en vraagt waarom Mr. Aal berse naar een anderen kieskring is ver huisd. Nog meer frappeert het spr., dat toen genoemde namen voor de tweede plaats, thans op zoodanige plaats zijn gesteld, dat zij weinig of geen kans hebben. Indien er reden is geweest om spr. te verwerpen, wil hij die weten, temeer waar „de Morgen" schrijft, dat er over candidaten is gelasterd. Welk nut kan de combinatie met andere kringen voor de R.K. partij hebben en wat komt er terecht van dc medezeggenschap. De heer Lieverse, Woubrugge, vraagt wie in de namen op het p. a., de praktische be langen van land- en tuinbouw heeft te be hartigen en waar we ons recht moeten zoe ken als het adv. college onorganisatorischc handelingen verricht. De heer Stadhouder, Zoeterwoude, herin nert er aan hoe Balvers in 1922 op oneer lijke manier is verdrongen. Spr. heeft toen gezegd, dat er een tijd zou komen waarop die Oneer hersteld zou worden. Spr. is ge hoord door het Adv. College en is blij uit Utrecht teruggekomen. Toen spr. het advies las, kwam hij tot dc meening, dat cr met prof. Aengenent is gesold. Spr. zal blijven ijveren voor den candidatuur Balvers. De heer Rozema, Sassenheim, acht den Kieskring Leiden volgens dit advies niet vertegenwoordigd en zal ijveren voor een candidaat van de alphabetische lijst. De heer Kortekaas, Alkemade is ook niet bevredigd door het p.a. Waar spr. in die lijst niet ziet de namen van de heeren Loer akker. Gouverneur en Balvers, acht spr. het platteland niet vertegenwoordigd. Spr. be klaagt zich voorts over het afjakkeren van de agenda der laatste Bondsvergadering. De heer Potharst, Gouda, zegt, dat de heer Balvers er niet de personen heeft buiten gelaten, doch hij heeft voor zichzelf gespro ken. De heer Balvers heeft zichzelf ook reeds eerder aanbevolen. Spr. meent, dat het be ter is, niet te antwoorden op de vraag naar dc motieven van het p.a., want dan zouden er soms onaangename dingen moeten worden gezegd. Men heeft altijd om een vertrou wenscommissie gevraagd en nu die er is, moet daaraan vertrouwen worden geschon ken, hetgeen ook in Gouda de personen doen die eerst voor bepaalde candidaturen spraken. Spr. wil onderwerping aan het p. a. en protesteert tégen de handelwijze van per sonen die zichzelf aanbevelen. Dr. Hoffman, Gouda, onderschrijft het be toog van den heer Potharst. Ook spr.'s naam staat bij de alphabetische candidaten en een bewering van laster, zou ook spr. zich kun nen aantrekken. Het Adviescollege is bij zijn arbeid met den hoogsten ernst bezield geweest, Spr. gelooft niet aan laster; daar staan die menschen te hoog voor. Eten der oorzaken waarom wij niet met eigen candi daten kunnen uitkomen, is het Zuiden, dat geen menschen wil uit het Noorden. Men moet de menschen uit het Zuiden er van doordringen, dat V'ij één partij vormen, waar in niet moet worden gedaan aan provincia lisme. De heer Schuijt, Vcur, meent, dat er geen rekening is gehouden met de stemming die tevoren in de ki'esvereenigingen is gehou den. De voorzitter acht zich geen aangename taak toebedeeld. Spr. constateert, dat er nog nooit zoo'n overeenstemming is geweest over het p. a., want ook het bestuur be wondert het p. a. niet. Van Leidsch stand punt bezien is het advies zeer bevreemdend; men had die uitslag niet verwacht. Van combinatie was aanvankelijk geen spraken. In 1918 hadden we combinatie, in 1922 niet, nu wel. De combinatie is op dezelfde gron den tot stand gekomen als in 1918 en wel op initiatief van den heer Bongaerts. Om de zelfde reden is Drente bij Overijsel gevoegd. Bij een en ander heeft dc Leidsche atvaar- diging zich niet onbetuigd gelaten en uit drukkelijk is geïnformeerd of Mr. Aalberse een zekere kans had. Mr. Aalberse wilde niet no. 1 zijn, wij! hij geen zittend Kamerlid wil verdringen. Op de basis van 1918 zou aan Leiden toegeko men zijn de le, 5e en 9e plaats. Helaas, het is anders geloopen. Mr. Kooien is wel no. 1, maar het gaat om de 5e plaats. Het p. a. heeft thans in tegenstelling met vroeger, een geheel andere beteekenis. Afwijking daar van is geoorloofd, elke daad is organisa torisch. Nog veel meer dan vroeger draagt 't het karakter van advies. Het advies voor Leiden is niet zooals de Leidsche afvaardi ging had gewild en wellicht vindt die afwe zigheid van Prof. Aengenent op deze verga dering. haar grond daarin. Op 26 April zal men op volkomen reglementaire wijze gele genheid krijgen het p. a. te corrigeeren. Van laster betreffende candidaten van den Leidschen Kieskring is spr. absoluuf niets bekend. Wat dat betreft kan men veilig „de Morgen" buiten den Leidschen Kieskring laten. Op grond van het kiesreglement hebben we wel medezeggenschap. Het bestuur als bestuur en ook de Kring, kunnen niet ijve ren voor een alphabetischen candidaat. Per soonlijk is ieder vrij. Uit algemeen standpunt het advies be schouwend en vragend of er een R, K. Ka merclub zal zijn, die de gansche Katholieke samenleving vertegenwoordigt, kunnen we niet ontkennend antwoorden. Het komt er niet op aan waar vandaan de vertegenwoor digers komen van land- en iuinbouw, Mi chaëiisten, groot-werkgevers, enz., als ze er maar zijn. Aldus, uit algemeen belang be schouwd, is het p. a. nog zoo kwaad niet en tot heden heeft niemand een betere lijst ge geven. Spr. vindt hier gelegenheid de aandacht te vestigen op de twee R. K. dagbladen in den Leidschen Kieskring, de „Leidsche Courant" en de „Nieuwe Zuid-Hollander." beiden staande onder redactie van zeer bezadigde redacteuren, wien spr. hulde brengt voor hun arbeid. (Applaus.) De heer Balvers. Hillegom, zal na het pro test van den heer Potharst met meer aan de discussie deelnemen. Spr. noemde zijn eigen naam in verband met den laster. Nu de voorzitter zegt, dat zulks niet het geval is geweest, hecht hij daaraan meer waarde dan aan het artikel van den heer Max van Poll. Spr zal den lieer Potharst schriftelijk van antwoord dienen. De combinatie is alleen opgezet om het recht der kiezers tot nihil te brengen, want we moeten nu tegen 3 kieskringen vechten. Dc heer Warmerdam, Lisse, waarschuwt de diverse groepen voor versnippering. Men zal zich met elkaar moeten verstaan, wil he doel niet voorbij gestreefd worden. Dr. Hoffman, Gouda, onderschreef het be toog van den heer Potharst alleen inzake, dat de laster zoo erg niet was en betreffen de het ijveren voor den candidatuur Loerak ker. Hier en in Utrecht heeft spr. aangedron gen op een medicus in dc Kamer, Spr. be klaagt zich over de houding van Baron van Wijnbergen ten aanzien van zijn persoon. Daardoor ook had spr. in Utrecht geen ge legenheid te zeggen, dat het eelt eere zou zijn voor den medischen stand, een medicus in de Kamer te hebben. De moeilijkheid van het advies, zit in eigen moeilijkheid, in het streven namelijk naar standsvertegenwoor digers. Een sterke organisatie is meer in vloedrijk clan vertegenwoordiging in de Ka mer. Als Veraart en Kortenhorst zich geven zooals ze zijn, wordt het groote ruzie en kon daar dan niet beter iemand zitten die ver zoeningsgezind is. We gaan ten gronde in politieken zin, in dien iedere klasse moet worden vertegen woordigd. Slechts personen met eigenschap pen als een Mgr. Nolens, een Baron van Wijnbergen, een Mr. Kooien, vormen een parlement. Men struikelt in de Kamer over advocaten, onderwijzers en journalisten. Op het advies komen weinig menschen voor met eigen staatkundige begrippen. Er is geen parlement in de wereld, waarin niet een arts is en herhaaldelijk is gebleken, dat genees kundigen, Staatslieden waren. Spr. heeft in het door den heer Balvers gesprokene niets persoonlijks gezien en wil dat ook niet zién in het door hem gesprokene. De heer Potharst, Gouda, sluit zich aan bij Dr. Hoffman, waar hij verdedigt de alge- meene richting in de politiek. Spr. bepleit opnieuw het volgen van het p. a. De heer Balvers is begonnen zichzelf naar voren te brengen en de vraag die hij stelde is absurd. Daartegen protesteerde spr. De heer Wilmcr, Leiden, vindt in art. 12 een gedeeltelijke verklaring van de motie ven die tot combinatie hebben geleid. Spr. vraagt de propaganda voor alphabetische candidaten toch vooral waardig te voeren, wars van allen schijn van klassestrijd. De heeren Stadhouder, Zoeterwoude en Togni, Ter Aar, repliceeren. De heer Kasbergen, Oudewater, vraagt den voorzitter voortaan niet meer toe te staan, dat herinnerd wordt aan wat in 1922 is geschied. De voorzitter zegt, dat cr in het regle ment staat en voor de derde maal wordt goed gevonden, dat er een politiek advies is, om leiding te geven aan de massa. Het Adv. College heeft zich niet afgevraagd wat willen de kiezers, doch had ten taak naar eer en geweten en beste inzien een zooda nige lijst saam te stellen, dat er een Kamer- club kwam als goede vertegenwoordiging van het Katholieke volk in het algemeen. Ook de combinatie is gemaakt, uitgaande van de vraag, welke combinatie is de beste voor de gansche partij. Land- en tuinbouw zijn niet over het hoofd gezien, ook al ko men de vertegenwoordigers niet uit den Leidschen Kieskring. Spr. herhaalt, dat van algemeen standpunt bezien het advies zoo kwaad niet is en dat men het op 26 April kan corrigeeren. Als kiaskringbestuur accep- teeren wij het advies. Alles bijeen is het wel mogelijk dat niet alle wenschen zijn bevre digd, doch wanneer na 26 April dc lijst zal vaststaan, zal er algemeene bevrediging zijn. Spr. eindigt met de hoop uit te spreken, dat er een Kamerclub zal komen, die een waar dig beeld zal vormen van de R. K: partij. De heer Bader, Sassenheim, dankt den voorzitter voor diens leiding. Spr. deelt mede, dat het hem bekend is, dat de Leid sche afgvaardigden in het Adviseerend Col lege, op de bres hebben gestaan voor dc Leidsche candidaten, Spr. hoopt, dat dc heer Oostdam nog vele jaren voorzitter zal zijn van den Leidschen kieskring. fLuid applaus.) Na eenige inlichtingen over de contributie betaling, wordt de vergadering met den Chr. groet gesloten. Het Politiek Advies. „De Tijd" meldt: Nu aan generaal R. B. A. N. de Quay een verkiesbare plaats is ingeruimd in den kies kring Tilburg op het Politiek Advies, terwijl de plaats van majoor Lambooy zoodanig is, dat zijn verkiezing tot lid der Tweede Kamer practisch is uitgesloten, vermeent het Cen traal Comité ter bevordering van de Kamer- candidatuur-Lambooy, gevestigd tc Maastricht, zijn actie te moeten staken, on der aansporing tol allen om bij de a.s. stem ming voor de definitieve candidatenli|st uit sluitend te stemmen op het Politiek Advies. Naar „Het Volk" mededeelt, is een sinds langen tijd bestaande ontevredenheid in de Communistische Partij met de gedragingen der Kamerfractie op de laatste huishoudelijke vergadering van de afdeeling Amsterdam zeer krachtig tot uiting gekomen. De oppo sitie, die de groote meerderheid achter zich heeft, oefende scherpe critiek, zoowel op Wijnkoop als op dr. Van Ravesteyn. Vrij al gemeen blijkt in dc Communistische Partij de overtuiging te zijn, zegt het blad, dat een „Communistische Politiek" ook in de toekomst van de tegenwoordige Kamerfrac tie niet te verwachten is. Als aanvoerder van de C.P.-lijst komt in de eerste plaats in aanmerking de heer Lou de Visser. 35 Beaumont had particuliere boodschappers uitgestuurd èn naar het ministerie van Bui- tenlandsche Zaken ên naar den onder-staats secretaris met het bericht van hetgeen er gebeurd was, en met het verzoek al hun best te doen om de vrijstelling van Max te be werken, of, als zij daarin niet mochten sla gen, een opgave te verkrijgen van de re denen, die tot de arrestatie geleid hadden. Aan dit Verzoek was onmiddellijk voldaan cn bijna op 't zelfde oogenblik, waarop Wil- loughby een onderhoud had met den onder staatssecretaris, sprak te Berlijn de Britsche ambassadeur met den Duitschen rijkskanse lier Practisch met geen resultaat. Hij kreeg te hooren, dat de redenen voor Max' arres tatie alleszins afdoende waren om dit te rechtvaardigen, maar welke die redenen wa ren, vernam hij niet; Hamilton zou, verze kerde men, loyaal worden behandeld. In den loop van den dag ontving het Mi nisterie van Buitenlandsche Zaken een me- dedeeling van dién ambassadeur, waarin het gesprek met- den kanselier in hoofdzaak werd weergegeven; daarvan werd onmiddel lijk een copy gemaakt en naar „The Dav" gezonden, die ze, met eenige kleine wijzi gingen, in zijn eerstvolgend nummer publi ceerde. Op die wijze vernam Peggy, dat haar verloofde vermoedelijk eenigen tijd gevan- v gen zou blijven. Ofschoon zij dit wel ver- j moed had, maakte de onzekerheid haar diep ongelukkig en neerslachtig. In de avondbladen van den vorigen dag waren over de arrestatie berichten gepubli ceerd, doch dit waren louter variaties op hetgeen er over geschreven was in Max' eigen blad. Den volgenden morgen echter besprak de geheele Londensche en Provin ciale pers het geval; sommige bladen hadden er van hun Duitsche correspondenten uit voerige telegrammen over ontvangen, doch in geen enkele daarvan stond iets nieuws. Bij den opgewonden geestestoestand van het publiek tegenover Duitschland, werkte de arrestatie van Max Hamilton als olie in het vuur. Van alle kanten van het rijk kwa men er tot de regeering dringende aanspo ringen om krachtig op tc treden; als ant woord daarop werden niet-officieele, doch blijkbaar gezaghebbende verklaringen gege ven, volgens welke het ministerie van Bui tenlandsche Zaken alles deed, wat in zijn vermogen was. De beweging kwam voor eenigen tijd toi rust. 1 Tal van dagen verliepen en Peggy was vervallen in een voortdurende droefgeestig heid. Nog slechts korten tijd geleden was zij Zoo gelukkig geweest; allee wit hemel rond haar heen. Thans was alles veranderd. Zij I vroeg zichzelf honderdmaal per dag af, of zij iels voor Max doen kon, doch moest haar machteloosheid erkennen. Pas had het ge- lukwenschen rondom haar geregend. Nu moest zij betuigingen aanhooren van deelne ming en al waren de meesten daarvan op recht en sympathiek, zij vermochten haar niet te troosten. Kon zij voor Max niets doen? Die vraag liet haar niet los. Tot degenen, die in deze dagen aan de woning in St. Anton's Avenue een bezoek brachten, bfehoorde ook kapitein Hollander. Wetende dat hij genegenheid voor haar ge veelde, verwachtte zij van hem eenigen troost doch kreeg er geen; zij had vergeten dat zij, door zich met Max te verloven, Hollander onaangenaam was geweest; doch in haar edel gemoed kwam in de verste verte het vermoeden niet op, dat laatstgenoemde zich heimelijk met duivelsche voldoening ver heugde over hetgeen zijn mededinger was overkomen, dat hij er in groeide! Op den middag, dat hij kwam, was Peggy alleen, en zij begon aanstonds te spreken over datgene, waarvan haar hart vol was Max te Trier in de gevangenis, zonder dat er een datum bepaald was, en nog veel min der, zonder dat zij wist, wanneer hij vrij zou komen. In het eerst prevelde Hollander eeni ge woorden van sympathie, doch zij- waren als fluweel voor ijzer, want de eerstvolgen ds wondden haar. „Het zou toch wel erg zijn," zeide hij met een vertoon van groote meewarigheid, „in dien bleek, dat Max schuldig is." „Maar hij is niet schuldig," riep Peggy on middellijk. „Ik wil niet beweren, dat hij inderdaad schuldig is, maar alleen, dat er misschien te gen hem bewijzen kunnen worden aange voerd, die het zóó doen schijnen! En dat zou verschrikkellijk voor hem zijn!" voegde bij er met gedempte stem bij. „Welke bewijzen zou men kunnen aanvoe ren?" vroeg Peggy verontwaardigd, „Het schijnt toch, dat de Duitschers meer nen ze te hebben, anders zouden ze hem niet hebben gearresteerd; dat dunkt me ten minste zoo," merkte hij bedaard op. ,|Dat is onmogelijk!" riep Peggy opgewon den; de zachte blos op haar wangen werd donkerrood, haar oogen geleken op schitte rende starren. Hollander beschouwde haar met bewondering, met geestdrift want 'hij beminde haar. „Zou er iets aan tc doen zijn?" vroeg zij, nadat er een oogenblik diep stilzwijgen bad geheerscht. „O, ik zou zoo graag iets voor heip doen! Kunt gij niets voor hem doen gij, die in Duitschland zoo goed bekend zijt?" riep zij. „Men zegt, dat gij in Duitsch land zulke machtige vrienden hebt. Kunt gij niets doen om hem te redden?" „Om hem te helpen ontvluchten bedoelt ge dal?" vroeg hij. „Ja, ja," zei Peggy gejaagd. „Men heeft wel eens van dergelijke ontvluchtingen gele zen en sommige ervan zijn gelukt.' „Iemand te helpen ontsnanrieo tri* Duitsche gevangenis is, dunkt me, wel het moeilijkste, dat er in de wereld bestaat," antwoordde hij. Peggy .-wrong haar handen. „Zou er zelfs geen poging toe gedaan kun nen worden?" vroeg zij op smeekenden toon. „Door mij niet," zeide hij, brutaal het mas ker afwerpende. „Ik dacht, dat ge iets voor mij gevoeldet, Peggy, maar ge hebt aan hem de voorkeur gegeven. Hoe kunt ge verwach ten, dat ik mijn fortuinlijken mededinger zal helpen om naar Engeland en naar u terug te keeren? Zóó grootmoedig ben ik niet! Ik ben geen onmogelijke roman-held, Peggy." Hij deed een stap achteruit en stond recht tegenover haar. „Toch geloof ik, dat ik zijn vrijheid kan bewerken," zeide hij, zijn oogen op haar vestigende^, terwijl zij voor hem achteruit week. „Gij zeidet zooeven, dat gij wenschtet iets voor hem te kunnen doen; welnu, dat kunt ge. als gij wilt." „Kan ik dat? Zeg mij, wat het is; wijs mij den weg er toe," zeide Peggy, brandend van ongeduld hem aanziende. „Belooft gij mij te zullen trouwen, Peggy, als ik hem vrij krijg?" vroeg hij. „Nog niet zoo lang geleden mocht ge me wel lijden!" „Maar ik bemin Max," riep Peggy, op een toon van verbazing. „Uw liefde zal hem laten verkwijnen en sterven in een Duitsche vesting! is dat uw bedoeling? Denk goed na, Peggy! Ik ge- 'rt Lvro ait Trier als hij daar nog is weg kan krijgen, over dc grenzen van Luxemburg; als ik hem vrij krijg, Peggy, wilt ge me dan trouwen?" „Ik bemin u niet maar gij maakt, dat >k u haat, Zoudt gij mei mij willen trouwen, terwijl gij weet, dat ik u haat, kapitein Hol lander?" „Ik zou haat in liefde weten te verande ren, Peggy! Want ik bemin u ik bemin uü" Er sprak hartstocht uit zijn woorden. En hij herhaalde de vraag: „Zult ge mij trouwen, als ik hem vrij krijg?" Pcggy keek hem wanhopig aan. Was dit de eenige manier, waarop zij Max kon hel pen? Zij had van dezen man, dezen Hollan der, een afkeer, zij was op hein verbitterd. Doch de veiligheid van Max, zijn bevrijding, kwam op de eerste plaats, „Maak hem vrij," zeide zij langzaam. „En zult ge me dan trouwen?" ■Als ge hem vrij maakt," zeide zij. „En ga nu heen, kapitein Hollander. Laat mij al leen," voegde zij er op doffen, matten toon bi; „Ik kan dezen middag niets meer zeggen. Intusschen moet hetgeen er tusschen ons is voorgevallen, geheim blijven belooft gi? dat?" „Ja," zeide hij. „Ik kom u nog opzoeken^ vóórdat ik naar Duitschland vertrek, Peggy.' „Neen, doe dat niet," zeide zij heftig. ,,G» heen, ga heen!" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 10