i v VOOR DE ELCK WAT WILS m DE FAMILIE MAUBERT r NUMMER 49 VIERDE JAARGANG 1925 MimniimimnÉiHitiMHiill»HiutHHUHiHHiitiniinm«itnnim»imnnnHHimitinniiMnmimnnnn»8niimnHH«nnninmiiii»mmit»8ana8iiMuiiia»taa8Hnmaiaa«ii8i^Ei SF s. OOOOOOOOWiHWiXHHHX) vergif, dan sterven de larven af, voor ze met twaalf romances uitgeven. Zou u niet kwaad kunnen doen. De aangestoken 200 goed willen zijn, die voor mij te com- olijven worden zwart en vallen bij den poneeren minsten schok al. Doordat de olijfboom gaarden zoowat geheel Korfoe continu bedekken, was het verschil tusschen de groene vruchten der behandelde en .de zwarte der niet behandelde boomgaarden buitengewoon treffend. In enkele dorpjes vielen meer dan 80% der vruchten worm- Het is van aigen-eene bekendheid, dat stekig op den grond en de bevolking dreig- geen werk. U behoeft enkel maar het allerlei insecten aan ae gezondheid van de den burgemeester aan den lijve te eerste het beste, wat u door 't hoofd str®ffe"wegens 2ijn houding' die ken speelt, op te schrijven, en 't is klaar." DE STRIjU 1EGEN EEN VLILO. „Twaalf romancen, beste vriend," antwoordde Rossini, 't is me ook maar geen kleinigheid. Maar ik werk tegen woordig niet en heb heelemaal geen zin in werken den laatsten tijd." „Werk Maar voor u is dat in 't geheel brengen en notv,ei eikenü moet worden, ruïneerde dat m enkele gevallen (b.v. bij de mug, De kosten der behandeling werden ge- die de geie koorts overbrengt) de stiijd dekt, doordat de reeds bestaande rijksbe- tegen de vijanuen van oe menschelijke ge- lasting op olijfolie met 25% werd verhoogd zondheia met groote kracht en ous ook waardoor het eiland Korfoe in totaal met succes is aangepakt, mag er wel eens op gewezen women, oat dikwijls krachti ger worot opgetreden tegen de insecten, die de matei ïeele. belangen in direct aan toonbare wijze schaoen, dan tegen die, welke slechts (sit venia verbo) den ge- condheidstoestand minder goed maken „We zullen eens zien, we zullen eens zien," was Rossini's antwoord. „Nog iets," ging de uitgever voort. „Zoodra Ik de romances van u heb, be taal il u onmiddellijk twaalfduizend franks 270.000 drachmen meer moest opbren gen, hetgeen dus nog geen 4% is van het voor het twaalftal. verlies, dat anders vermoedelijk geleden „Twaalfduizend franks. Goed, dat is zou zijn. dus afgesproken." Het boven beschreven voorbeeld kan be- Rossini ging heen en kwam niet ver ndheidstoestand minder goed maken. noodzakeHjk "kan0zijrT(erTmisschien meer van den winkel Lablache, den beroemden Een merkwaardig voorbeeld hiervoor dan ooit) om door krachtig optreden van bas, tegen, levert de strijd tegen de „olijfvlieg" (Da- staatswege de plagen van landbouw, vee- „Goeden dag,Maestro, zeide deze. :us olea,) 01e m ae olijfbouwende landen teelt en ook van de industrie (al bestaan waar gaat u heen dikwijls enorme schaae aanricht en die die in anderen vorm) te bestrijden en dat „Dag Lablache, ik ben van plan naar j.v. m Griekenland op speciale wijze is die strijd vooral dan met succes gestreden de Itahaansche opera te gaan. Gaat u iangepakt trouwens men is ook in andere kan worden, wanneer hij aangepakt wordt mee tlijtolieproduceerende landen ermee bezig. na goede organisatie en studie en dat dan jfeei gaarne sen rapport over oen strijd tegen de olijf- een speciale belasting, die feitelijk direct g de vrienden zetten gezamenlijk hun 'lieg op het eiland Korfoe, waar de strijd betaald wordt uit de verkregen besparm- gezamennjK nu.t flink aangepakt is en tot groot succes heeft gen'en die alleen de belanghebbenden wandeling voort. Toen Zij in de kamer van geleid, vermeldt b. v. zeer lakoniek, dat treft, misschien wel het beste middel den beer Severim kwamen, die destijds „op enkele plaatsen de moeraskoorts een is om de kosten, die niet te vermijden zijn, directeur van de Italiaansche opera was, ware geesel voor de bevolking is," terwijl te dekken zag Rossini een album op de tafel liggen, waarin hij eens een romance had geschre- ROSSINI'» GEHEUGEN. ven. In het jaar 1833 wandelde Rossini eens „Maestro, vroeg Lablache, waarom verder nog gesproken wordt over „enkele vijvertjes en moerassige gronden, haarden san de moeraskoorts." Of er iets tegen oien geesel geoaan wordt, verzwijgt het ripport, dat echter over den strijd tegen op de Parijsche boulevards, en ontmoette hebt gij deze romance nooit uitgegeven?" genoemde vlieg uitvoerige inlichtingen daar een landman, Fabiani geheeten, die „Ik heb ze aan Hdalibran geschonken, geeft. 3 er bijzonder armoedig uitzag. Rossini Het album behoort haar en ik heb nooit Griekeniana kan m goede jaren onge- had den ongelukkige in Napels gekend, meer aan dat lied gedacht. Maar ge brengt veer 20% van de totale wereldproductie toen deze daar een gevierd tenor was. me daar op een gedachte. Mijn uitgever aan olijfolie opleveren, in matige ongeveer „Goede vriend, zoo sprak Fabiani hem verlangt twaalf romances van mij. Wat 16% en in slechte, als de olijfvlieg een goed aan ontferm u over mjj jfc heb geen cent zoudt ge denken als ik hem eens de ro- ',aar gehad, ongeveer 8 /0. Boven- meer en han onmogelijk naar Italië te- mances bracht, die ik zoo af en toe in dien njdt ue qualiteit van den oogst bij- e Jn K3n onmoge"'K naa „ik,,™ h,K zonder sterk als gevolg van die vlieg, ru& reizen. zoodat in sommige jaren van een werke- „Hoeveel hebt ge noodig, om naar huis lijke ramp voor de bevolking gesproken te gaan kan worden. Dat van staatswege de strijd „Drie honderd francs." flink wordt aangepakt, volgt uit het on- „Nu, wel zullen eens zien," zeide Ros- derstaande, dat ontleend is aan een ver- s{nj bom morgen vroeg bij mij thuis." slag over Korfoe. De voormalige zanger verwijderde zich gr£>t (dtfhefhde g^tte^an"ee^vitr- verheugd terwijl Rossini, in gedachten lie, in alle deelen van de wereld zitten Snt stuk land, dat iets grooter zijde verdiept, verder liep, naar den winkel vrienden, die romances van u in manus- heeft dan de afstand Amsterdam-Haar- vafl zijn uitgever. cnpt hebben, lem.) Op dit eilandje worden meer dan „Mijnheer Rossini," zeide deze, „ik Lachend antwoordde Rossini 3.200.000 olijfboomeu aangetroffen, waar- heb u wat te vragen Ik wou een bundeltje „Dat is heelemaal geen bezwaar. Ik van enkele tot waren reuzen zijn uitge- albums van vrienden heb geschreven?" „Prachtig, uitstekend, maar het zal niet te doen zijn. De manuscripten zijn al te veel verstrooid." „Verstrooid Hoe bedoelt u dat vroeg Rossini. „Wel, in Duitschland, Engeland, Ita- groeid. De olijfboom is te vergelijken met onzen wilg, maar kan tot 25 meter hoog worden. De bevolking leeft dan ook vrijwel al leen van en door de olijfolie, die een be langrijk exportartikel is en bekend is wegens de goede qualiteit. In goede jaren is de totale productie van Korfoe meer dan 20.000.000 kg. In slechte jaren doet de .olijfvlieg soms een schade van 40% aan de opbrengst (soms wel locaal van 80%) en bovendien kan men rekenen, dat dan de olie meer dan 20 minder waard is dan de normale soort. Zoo wordt ver meld, dat in 1913/14 de olijfvlieg een scha de deed van 7.200.000 drachmen aan de be volking en van 900.000 drachmen aan den staat (wegens mindere opbrengst van de belasting op de olie). Als strijdmiddel werd toegepast een op lossing van 10% melasse in water, waar bij 0.3% natriumarseniet gevoegd was. Met deze oplossing werden door een spe ciaal verstuivingstoestel de boomgaarden bestoven, zoodat men kan rekenen, dat een werkman per dag 500 boomen kan be spuiten (op andere eüanden, waar de situa tie gunstiger was, ging men tot 1000.) Het geheele eiland was verdeeld in drie deelen, die elk weer verdeeld waren in vier sec ties, die elk onder een specialen deskundi ge gesteld waren, die het plan de campag ne opmaakte, zorgde voor de uitbetaling der loonen, het klaarmaken van het mid del, de boekhouding, de contr 61e en ver der ook de meteorologische waarnemin gen deed. Merkwaardig was het, dat men te kam pen had met een tekort aan water en daarom er toe overging zeewater te gaan probeeren. In totaal behandelde men de boomen drie malen en wel begin Juni, eerste week van Augustus en op het laatst van September, terwijl men de meest kwetsbare boomgaarden (die in de lage streken) het eerst behandelde. In enkele dorpjes, waar de gemeenteraad blijkbaar niets voor de zaak voelde, liet men de boo men onbehandeld, hetgeen naderhand een der beste propagandamiddelen bleek te zijn, omdat er een treffend onder scheid te constateeren viel. Het vlugje deponeert de eitjes op da vruchten zijn deze bespoten raat het DE WAARDE VAN OPGEVANGEN GESPREKKEN. Ik veroordeel j door vuur 1 Ter dood! Ma«e fcsm ter dood t zwaardbijtend «net ee$ Dadelijk een agent l er wordt een misdaad voorbereid scheermes 't is om I eren maar verdwij nen zal hü heb de manuscripten niet neodig. Wat ik geschreven heb, heb ik alles nog wel in het hoofd. Dat zult ge eens zien." Hij nam een muziekpapier, en begon, in tegenwoordigheid van den verbaasden Zanger, de twaalf romances achter elkaar op te schrijven, die onder den titel „Soi rees musicales" nog thans algemeen be kend zijn. Nog dienzelfden avond betaalde de overgelukkige uitgever den componist de overeengekomen twaalfduizend franks en den anderen dag reeds vertelde de zanger Fabiani in den postwagen naar Marseille dat een zijner landslieden hem een aanzienlijke som voor zijne reis naar huis had verschaft. Toen een der mede reizigers hem den haam van zijn weldoe ner vroeg antwoordde de voormalige te nor heel naief „Dat mag ik niet zeggen, Rossini heeft 't mij verboden." Een ander staaltje van Rossini's buiten gewoon geheugen is het volgende Op een muziekavondje wilde men het Trio uit „Escule de Roma" van Donizetti zingen, maar zocht tevergeefs naar de par tituur. Reeds was men voornemens dit nummer van het programma te schrap pen, toen Rossini te hulp kwam. „Ik heb dat trio eens een keer gehoord. Wacht maar een oogenblik." Hij nam een pen en schreef het geheele trio op. En toen men later het manuscript vergeleek met Donizetti's partituur, bleek, dat beide stukken volkomen aan elkaar gelijk waren. oen misdaad! Hoe is *t mogelijk? Wij spraken over hel doen verdvwijnan ven den rni»- (tadiger ia mijn eers'.ralgando tilm VERSCHIL. Welbekend millionnair (tot een bede laar) „Kom stap op en hinder me niet." Bedelaar„Kom, kom, beste man, maak maar zooveel drukte niet 1 't Eenige verschil tusschen ons is, dat jij bezig bent aan je tweede millioen en ik aan mijn eerste." HET GULLE ANTWOORD VAN EEN ZEEMAN. Een aanzienlijk deel van de achting, die de Fransche marine onder Lodewijk XIV genoot, had zij aan Jean Bart te danken, die door zijn moedige daden geheel Europa van zich het spreken. Toen de koning in Versailles was, waar de hooggeschatte zeeheld zich be vond, liet hij hem voor zich komen en sprak hem als volgt aan „Jean Bart, ik heb u tot bevelhebber van een escader benoemd." „Sire, daaraan hebt u welgedaan," antwoordde de rondborstige zeeman. DAT WARE BETER GEWEEST. Leerling „Mag ik thuis blijven, mees ter De neef van mijn tante is gestorven." Onderwijzer „De neef van uw tante. Ja, voor dezen keer wel, maar ik had liever gezien, dat er een nader bloedverwant van u overleden ware." EEN BESPIJKERDE DOODKIST. Dokter „Maar wat is dat nu Alweer aan het bier bezig Ge weet toch, dat ik u nog geen acht dagen geleden heb gezegd, dat elk glas bier een nagel aan ie dood kist is." Patiënt„Ja dokter, dat heb tk wel onthouden. Maar ik heb zoo eens bij mij zelf gedacht wat komt het er op aan, of er een spijker meer of minder in mijn doodkist zit." IN VERTROUWEN. Schoonzoon in spe „Mag ik de hand van uw dochter verzoeken „Ja maar van welige „Welke zoudt u me, onder ons gezegd, het meest kunnen aanbevelen GEVOLGTREKKING. Onderwijzer „Kinderen, houdt je stil en leert mij te gehoorzamen, ik moet im mers ook gehoorzaam zijn. Wie kan mij zeggen aan wien ik gehoorzaamheid ver schuldigd ben Piet„Aan uw vrouw, meester." Onderwijzer „Hoe weet jij dat rekel" Piet„Bij ons thuis is 't net zoo." VOOR DE RECHTBANK. Rechter„Lieg nu niet, beklaagde, men vond immers in den tuin precies de afdrukken van uw in 't oog loopend klei ne voeten Vrouwelijke beklaagde „Och edel achtbare, denk maar niet, dat u mij met vleierij kunt verschalken 1" i' (NAAR HET FRANSCH) niet aan de wanden, maar dat alles komt zon scheen helder aan den onbewolkten wel in orde. Het was te wenschen, dat hemel de brug, die ik bezig ben te bouwen, De vaart was met lang, maar met van even gemakkelijk in orde kwam." gevaar ontbloot. Er werd van den boots- Toen stond hij op, en verliet de kamer, man een groote kennis vereischt van de Zoodra hij de deur achter zich gesloten onderzeesche rotsen, die hij alle bij den had, liet mevrouw Maubert zich achter- naam kende. over in haar leuningstoel vallen. „Kapitein, wanneer de zee hoog staat, „Dat kind zal mij nog den dood aan- is die groote platte rots aan onze rechter- „Zoudt ge mij kunnen verklaren, Cé- ter de eenige is, die in alies haar eigen wil doen," zei ze tot mevrouw Riclos. „Maar hand dan onder water vroeg Roger rile, waarom wijgisteravond roomtaart- volgt, en zich aan geen regels stoort, ter- vertel dat aan niemand." de Vautrait jes in plaats van ijs bij het dessert hebben wijl ze geen het minste besef van haar „Die rots staat nooit onder water," gehad vroeg mevrouw Maubert den plichten schijnt te hebben." Een van de meest geliefde uitstapjes luidde het antwoord. „Bij gelegenheid volgenden morgen aan hare dochter. Isabella kwam binnen. in de weinig bekende omstreken van van een schipbreuk is het eens gebeurd „Het komt omdat Isabelle, die zich Ze zag er ontevredener uit dan ooit. Cherbourg is de kust van Jabourg. dat vijf menschen op die rots een toe met de bestelling belast had, het heeft „Isabelle, je hebt gisteren weer de helft Op een afstand van de zee bevindt zich vlucht hebben gevonden. Men heeft hen vergeten, mama," antwoordde Cécile van de boodschappen, die je waren opge- een herberg, maar de weg daarheen is van daar kunnen afhalen En toch was de verlegen. dragen, vergeten. Ik heb dat van verschil- moeilijk berijdbaar. zee toen zeer woest." „Ja, dat begrijp ik wel," zei mevrouw lende zijden gehoord," zoo begon haar Men doet het verstandigst, al zijn pro- „Maar hoe (g het mogelijk, dat zij op Maubert met berusting. vader. „En je hebt dingen gedaan, die je viand mee te nemen, maar als men eenmaal die rots hebben kunnen klimmen Men kon duidelijk zien, dat de ver- niet waren opgedragen. Je hebt een ander de zee bereikt heeft, dan wordt de moeite „Aan de andere zijde is het gemakke- geetachtigheid van hare jonge dochter paard laten inspannen dan ik bevolen had. ruimschoots beloond. lijk," zei de kapitein. „Men zou zeggen voor haar niets ongewoons was. Is dat alles waar of niet Toch zijn er ook gevaren aan dit uit- dat daar treden -in de rots zijn uitgehou- „Maar er was toch nog ander gebak in Ze bewaarde het stilzwijgen. stapje verbonden, en menige onvoorzich- wen." „Je hebt gisteren gebak bij de thee laten tige heett net De Klimmen der rotsen langs Toen gat hij den matroos last, het zeil gebruiken. Wie had je dat opgedragen den oever met zijn leven moeten boeten, om te wenden. Hij wilde van richting Weer volgde geen antwoord. Ook dit jaar had de heer Maubert zijne veranderen, en om de rots heen varen. „Heb ik je niet verboden, om orders te gasten tot een uitstapje daarheen uitge- Opeens hoorde men een plof in het geven buiten onze voorkennis noodigd, maar op het laatste oogenblik water, en een angstkreet. Geen antwoord. had hij zich verontschuldigd, er zelf niet Het was Gérard. die overboord was „Luister nu eens goed, Isabelle," zei de aan te kunnen deelnemen. geslagen. En zoo begaven de gasten zich dan op „Beweeg u metnep de kapitein. voorraad," zei mevrouw - Maubert, na even te hebben nagedacht. „Dat was al om vier uur bij de thee ge bruikt, mama. Er was niets meer van overgebleven." „Alweer een vergissing van Isabelle," Zei mevrouw Maubert ontevreden. Ze bedacht, van hoeveel pensionaten heer Maubert met moeilijk ingehouden 0D_r men hare jongste dochter wegens haar toorn „al die dingen zijn, op zichzelf be- weg in een grooten wagen, door drie „Wij zullen hem dadelijk opvisschen.' onhandelbaar karakter al had- wegge- schotiwd, wel niet van groot belang, maar flinke paarden getrokken. Lucien met „Kan hij zwemmen?" vroeg Roger, zonden. de gedurige herhaling daarvan brengt den zijne vrouw, Roger de Vautrait met zijn „Hij kan wel een weinig zwemmen, Het toeval wilde, dat de heer Maubert vrede van ons huisgezin in gevaar. En vrouw, mevrouw Riclos, die in alles maar niet gekleed, en met schoenen aan,' juist op dat oogenblik de kamer binnen- dat kan zoo niet blijven. Er zijn maar twee vermaak vond, mevrouw de Livérac, zei Cécile, die er doodsbleek uitzag, trad. personen, die de baas zijn hier in huis, je die in niets vermaak vond, de vervelende Roger de Vautrait had zijn schoenen „Wat is er nu weer aan de hand?" moeder en ik. En als het weer voorkomt, Ernest de Livérac, Cécile en Isabelle al uitgetrokken. Ook zijn jas en vest trok vroeg hij, terwijl hij zijne vrouw aanzag, dat je orders geeft buiten onze voorken- en eindelijk Gerard. hij uit, wierp die m de boot, en toen „O, het heeft niets te beduiden," zei nis, of dingen doet, waar voor wij geen De rit was tamelijk eentonig. sprong hij in het water, mevrouw Maubert verontschuldigend, toestemming hebben gegeven, dan zal ik Roger de Vautroit zat met Lucien en Op een paar meter afstand kwam het „Een kleine vergissing van Isabelle, maar je tot je meerderjarigheid in een pensio- Gerard op den bok, terwijl de dames hoofd van Gérard boven de golven te dat komt immers zoo dikwijls voor." naat laten opsluiten. Dat is nu de laatste zich in het groote rijtuig verveelden. voorschijn. Ze wist maar al te goed, hoe groot de maal dat ik je daarmee bedreig. Voortaan Men dejeuneerde in de herberg, met Toen hij om hulp nep, drong het zee- verbittering was, die het onhandelbaar zal ik niet meer spreken, maar handelen, beter maar ook niet slechter dan ge- water zijn mond binnen, karakter van Isabelle bij -haar vader op- Hebt ge mij goed begrepen En nu ga woonlijk, want men had den noodigen Roger de Vautrait zwom naar hem toe wekte. heen 1" proviand meegenomen. vatte hem met de eene hand onder de „Ik kan met toegeven, dat dit alles niets Zonder een woord te zeggen, en zonder Tegen den middag begaf men zich op kin en wilde hem naar de boot duwen, te beduiden heeft," zei de heer Maubert, een enkel gebaar ging ze de kamer uit, weg naar de kust, waar een boot met een maar Gérard klampte zich in zijn angst na eenige bijzonderheden te hebben ge- alsof er niets gebeurd was. bekwaam bootsman op de gasten wachtte, met beide handen aan hem vast. vraagd. „Heeft ze dan niet nog maar kort „Jean," zei mevrouw Maubert met Met lichte schreden stapte Cécile in de „Beiden zullen no£ verdrinken," zei gelden voor zichzelve dingen besteld, zwakke stem. „Wij moeten medelijden boot, door hare zuster gevolgd. de kapitein tot den matroos, die zich ge- waarvan ik niets wist, voordat ons de re- met haar hebben. Ze is nu eenmaal Toen de beurt aan mevrouw de Livé- reedmaakte, beide zwemmers te hulp te kening werd aangeboden? En eergiste- zoo." - rac kwam, bood Lucien haar de hand, komen. ren heeft ze het paard laten inspannen, „Neen, beste vrouw," zei de heer Mau- om haar bij het instappen behulpzaam „Een touw Een touw riep Roger de dat ik voor mijzelven bestemd had, om bert terwijl hij zich hoog oprichtte, „dat te zijn. Vautrait. Maar de matroos was al te wa- eenige boodschappen te gaan doen. Wan- is de redeneering van de jury's, die moor- „Neen, nooit zou ik mij in die boot wil- ter gesprongen, en zwom met het touw neer wij op dat alles geen orde stellen, dan denaars en andere misdadigers in de len wagen," zoo zei ze angstig. naar beide zwemmers, die het vastgre- zullen wij binnen twee jaar geen heer en maatschappij vrijlaten, omdat zij zooge- Lucien deed al het mogelijke, om haar pen. meester meer zijn in ons eigen huis. De naamd ontoerekenbaar zijn, en op die ma- over te halen. Hij trachtte al hare bezwa- Met groote inspanning werden zij weer toestand komt mij zeer ernstig voor, te- nier wordt het hun mogelijk gemaakt, ren weg te redeneeren, en stelde het aan- binnen boord geheschen. meer daar de kans grooter is, dat Isabella nieuwe misdaden te bedrijven. Wanneer gename van dit uitstapje in het helderste „Kapitein", zei Roger de Vautrait, met haar onuitstaanbaar karakter tot Isabelle weigert, haar plicht te doen, licht, terwijl hij ook de verdiensten van „zoudt u ons op de rots willen afzetten, onzen last zal blijven, dan dat ze een man en zich niet wil onderwerpen aan de re- den bootsman deed uitkomen. om onze kleeren te drogen zal vinden, en dan zal ze ons het leven ver- gels, die wij allen in acht nemen, dan zul- „Weet u dan niet, mevrouw, dat onze „Ja, dat is geloof ik het beste wat gij bitteren. Laten wij daarom ingrijpen, len wij haar ergens opsluiten, waar ze bootsman tevens kapitein is van de red- kunt doen", zei de kapitein, die de boot vóórdat het te laat is." rustig kan nadenken over het aangename dingsboot Alle jaren redt hij een buiten- daarheen richtte. „Wees nu niet al te streng voor haar," van de vrijheid." gewoon groot aantal schipbreukejingen. Het was wel niet gemakkelijk, door dea Zei mevrouw Maubert kalmeerend. Toen boog hij zich liefdevol over zijne Hij draagt verschillende eere-medailles sterken stroom van het water maar het Mevrouw Riclos, die bij dit onderhoud vrouw heen, die afgemat achterover in op de borst." gelukte toch, en eenige minuten later lag tegenwoordig was, wilde zich uit beschei- naar stoel leunde. „Dat is wel een groote eer voor hem," de boot tegen de rots. denheid verwijderen. „Hoe gevoelt ge u, beste?" vroeg hij zei mevrouw de Livérac, „en dat is na- Door Roger geholpen, klom Gérard Maar de heer Maubert hield haar met vol belangstelling. tuurlijk ook een groot geluk voor de- langs de scherpe kanten naar boven, een wenk terug. „Tamelijk wel," antwoordde ze, daar genen, die hij gered heeft, maar ik zou „Laat hem een glas brandewijn drin- „Zoudt u zoo goed willen zijn, te blij- ze vreesde, zijne verbittering tegen Isa- toch liever niet tot het getal van die ge- ken", zei de kapitein tot Roger, terwijl ven, mevrouw," zei hij. „Isabella, be- belle nog grooter te maken, wanneer ze redden willen behooren." hij hem zijn flesch toewierp, wust of onbewust, zegt zoo zelden de bekende dat ze zich minder goed gevoelde. „Dring er nu niet verder op aan," „Geef mij nu mijn kleeren, en vervolg waarheid, dat ik gaarne een getuige bij „Het wordt nu hoog tijd, dat je gezond- fluisterde Ernest de Livérac Lucien in dan de reis", zei Roger, ons gesprek zou hebben. Men kan nooit heid verbetert," zei hij met een zucht, het oor. „De gezondheid van mama is De boot gleed weer op de golven voort weten, of wij later geen bewijs tegen haar „Is het niet den negenden van deze maand, tegen het varen niet bestand." en allen waren onder den indruk van noodig zullen hebben. Cécile, laat je zus- dat de prefect bij ons komt dineeren Ook Rocher de Vautrait gaf Lucien dit kleine ongeval, ter hier komen," Den tienden moet ik naar het Zuiden ver- een wenk. Colette de Vautrait had geen woord „Moet het daarheen vroeg mevrouw trekken." En toen zweeg hij. gesproken. Cécile, die haar met aandacht Maubert, toen Cécile de kamer had ver- „Hebt ge onaangenaamheden?" vroeg „Maar moet mevrouw de Livérac dan had gadegeslagen had haar beurtelings laten om Isabelle te gaan roepen. zijn vrouw belangstellend. alleen achterblijven vroeg Cécile, ter- zien blozen en verbleeken. „Ja, daar moet het been," antwoordde „Er is iets niet in orde, beste vrouw, en wijl zij van hare plaats opstond, gereed Maar dat was immers geen wonder de heer Maubert op beslisten toon. dat is de eerste maal in mijn leven, dat mij om het bootje te verlaten, wat voor haar Gérard was toch de broeder van beiden, „Vanaf haar vroegste jeugd is ze zoo on- dat overkomt. Men heeft mij bedrogen, een groote opoffering was. en beider angst was dus begrijpelijk, handelbaar geweest. Nooit hebben wij wat de kwaliteit van het ijzer betreft, en „Ik blijf mevrouw de Livérac gezel- Toen de boot op eenigen afstand van haar liefde, haar vertrouwen kunnen win- ge kunt u niet voorstellen, hoe onaange- schap houden," zei Isabelle opeens tot de rots was gekomen, konden zij zien, nen. Nooit waren hare antwoorden ge- naam mij dat is. Het is niet om geldelijke hare zuster. „Gij kunt blijven." dat Roger de Vautrait zich over Gérard heel overeenstemmig de waarheid. En nu schade," voegde hij er bij met minachtend „En ik blijf ook bij mama," zei Ernest heenboog, en hem behulpzaam was, zijn de liefde uiets vermocht, zal gestreng- gebaar, „maar het is om mijne eer, die de Livérac. natte kleeren uit te trekken, heid misschien een betere uitwerking daarbij op het spel staat. Ik moet er „Dat had hij wel vroeger kunnen zeg- FJet verdere gedeelte van de boottocht hebben." noodzakelijk zelf heen. En als het weer gen," zei Lucien, slecht gehumeurd, had een kalm verloop. Hij stond op, en ging met groote schre- zoo blijft, kunnen wij niet hier blijven. Kom aan, Gérard, spring nu dadelijk in Men bracht een bezoek aan den'vuur den in het vertrek op en neer. En onze woning te Parijs moet toch eerst de boot toren, waar men van de wachters kleeren „Pas op, dat ge uw vrouw geen leed be- in gereedheid worden gebracht." Gérard was wat al te wild bij het in- leende voor de schipbreukelingen, die op re id t," zei mevrouw Riclos op zacht waar- De regen kletterde tegen de ramen. stappen. Hij struikelde, en viel voorover de rots den terugkeer van hunne reisgenoo- schuwenden toon. „Is alies dan nog niet klaar vroeg op een hoop touwen, wat den algemee- ten afwachtten. „Wat mijn goede vrouw leed berok- mevrouw Riclos. nen lachlust opwekte. En twee uur later zetten allen weer den kent, is juist, dat ze het moet aanzien, „Niets is nog gereed in onze woning," De bootsman, en een matroos, zijn voet aan wal. dat in dit huisgezin, waar iedereen haar zei de heer Maubert. „De meubelen staan helper, heschen het zeil, en vooruit gleed bemint en eerbiedigt, mijne jongste doch- overhoop, de schilderijen hangen nog de boot over de glinsterende golven. De Mevrouw de Livérac en haar gezel-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 15