UTJU^I Uit de Pers. Binnenlandsch Nieuws. BOT Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Donderdag 9 April 1925 Niet uit de Dr. Nolens' schoole V er ontrustend. Gem. buitenl. berichten. BEROOVING VAN EEN DIAMANT HANDELAAR. De presidentsverkiezing in Duitschland. Nadere bijzonderheden over de linancieele plannen van den Franschen minister De Monzie. Interventie van de Banque de France. Staking dei- zeelieden in Zweden. Onder de Radio-berichten: Hindenburg aanvaardt de candidatuur voor het rijkspresidentschap. Herriot heeft een buitengewonen ministerraad bijeengeroepen. De coalitie van het inter nationaal recht. Uit den Franschen Senaat. Een stad in Mexico vernietigd. Waarom komt de zomer tijd zoo laat? Nog altijd de fabel van den doortocht van Duitsche troepen door Nederl. Limburg in 1914. De R. K. Arbeiders en de a.s. Kamerverkiezingen. Het wetsontwerp tot wijziging van de Drankwet. Nederlandsche pelgrim» te Rome. FEUILLETON. Uit het „Huisgezin": Toen Dr. Nolens bij de behandeling der Staatsbegrooting zijn groote programrede hield, voor de „gegadigden" het program der katholieke partij voor de komende wetge vende periode uiteenzette, was men in onze kringen zeer voldaan. Teen dr. Nolens op de vergadering van den Algemeenen Bond dat program toelicht te en verdedigd, was men opnieuw opgeto gen. Het optreden van dr. Nolens' was zakelijk en nuchter wat nog iets anders is dan koel en kil vrij van alle dikke woorden en een iedere onnoodige krenking een pleonasme feitelijk daar krenking altijd on- noodig is en grootspraak. Dr. Nolens zei wel dat het hem „ijskoud" het, of na de verkiezingen het ministerie- Kuys de Beerenbrouck zou terugkeeren, maar hij zei niet, dat wij een kabinet zouden moeten krijgen onder „Colijnschen invloed." Hij zei ook niet dat wij niet moesten krij gen, om de eenvoudige reden, dat wie zijn program aan „gegadigden" voorlegt daarmee zijn eigen invloed duidelijk demonstreert en niet blijk geeft van geneigdheid zich aan een ander ondergeschikt t« maken. Wat dr Nolens in de Kamer heeft gedaan en kon doen, heeft geen andere partijleider hem nagedaan. Andere staatslieden dan dr. Nolens zijn niet zoo voorzichtig, zoo verstandig en di plomatiek als hij. Zij vinden het blijkbaar gemakkelijker, de katholieke kiezer te verontrusten en de par tijen, waarmee wij vermoedelijk zullen sa men werken, te ergeren Zij sprak van een kabinet onder Colijn schen invloed, alsof wij, met een stuurman van dr. Nolens' bevarenheid, dat te duch ten hebben. Zij gewagen van bevoordeeling der moder ne Calvinistische beginselen boven de ka tholieke, alsof een invloedrijke groep on der ons daaraan in ernst denkt. Zij zeggen, dat wij de christelijke coalitie slechts aanvaarden op voorwaarde dat wij daarin de eerste rol spelen. Wie dit zeggen zijn stellig niet uit de school van dr. Nolens, die ongetwijfeld in de coalitie en in de regeeringsmeerderheid een niet geheel onbeduidelijke rol speelt, maar zich wel houden zal zich op die rol te laten voorstaan of het den coalitie-genoo- ten onder den neus te duwen. Het was, meer dan een kwarteeuw gele ien, bij een algemeene Kamerverkiezing. De katholieke weerden zich geducht om de meerderheid weer aan de rechterzijde te brengen en in die rechterzijde de eerste plaats« in te nemen. Men was niet alleen vol goeden moed, men was overmoedig Wij zijn het. die het Wilhelmus zullen blazen! zoo heette het zege-bewust. Maar wij hebben het Wilhelmus toen niet geblazen. Later, veel later, hebben geestdriftelingen de onder ons, wier beenen de weelde van macht niet konden dragen, uitgejubeld en er op geroemd, dat Rome troef was, een allerongelukkigst woord in een land, waar we minderheid zijn. Thans zegt men, dat wij in de coalitie de eerste rol moeten spelen. Speel die rol door uw eendrachtigheid en aaneengeslotenheid door uw sterk weten wat ge wilt, doo» uw program van volks welvaart bevorderende maatregelen maar zeg in s hemels naam nooit dat gij den baas wilt spelen. Uw toehoorders mogen klappen, maar dr. JNo.ens, wiens taak men aldus verzwaart, schudt het hoofd en mompelt iets van de vrienden, waarvoor de hemel hem moge bewaren Onder dezen titel schrijft de „Maasbode' „Er doen zich de laaste dagen sympto- nen v°_ori die voor een herleving der zoo gelukkig bezworen St. Michaël-actie doen vreezen. Sinds het Politiek advies als onbevredi gend werd afgewezen naar achteraf be kend werd, stonden er minstens twee fa vorieten der Michaëlisten te weinig op schijnt het wel, alsof sommigen in dien hoek het oogenblik gekomen achten, op nieuw verzamelen te blazen. Wij hebben natuurlijk niet op het oog voor bepaalde niet-geadviseerde candidaten; welke immers volkomen en règle is. Doch wij bedoelen meer den geest, die uit enkele verschijnselen spreekt. *jet ,£e'ukki.é aan allen kant afkeuring vindend besluit eener Nijmeegsche groep om met een vrije lijst over heel hei land uit te komen, wijst op een averechtsch inzicht in het levensbelang der Katholieke Staatspartij. Het geval staat niet alleen. De voorzitter der Haagsche Michaëlis ten b.v. deed dezer dagen weten, dat men in de Residentie den 26en April v. enscht af te wachten; maar ook daar eventueel voor een scheuring niet zou terugdeinzen. Nog pas publiceert de voorzitter der Zuidelijke^ Michaëlistengroep in ,de Gel derlander" een schrijven, waaruit de re dactie van genoemd orgaan terecht de ge volgtrekking maakt, dat eigenlijk het lan delijk Verbond ,,St. Michaël" verkapt is blijven bestaan, althans heimelijk weer is herrezen. En wat te zeggen van een mentaliteit, die ter aanbeveling van de candidatuur- Moller, diens voorliefde voor de renteloo- ze leening in het geding brengt? Alsof er geen door allen te Utrecht aanvaard en door dr. Moller onderteekend program ware, op hetwelk voor dezen specifiek Michaelistischen wensch geen plaats is. Het blad acht het een en ander verontrus tende verschijnselen, „die doen twijfelen, of wel overal de geest van het Utrechtsche pact voldoende levendig is en werkzaam ter voorkoming van onheilen, welke noodlottig moeten zijn voor onze politieke eenheid." De Belgische verkiezi ngen Ofschoon de officieele uitslagen der ver kiezingen nog steeds niet volledig bekend zijn, weten de bladen mede te deelen, dat de nieuwe Kamer waarschijnlijk als volgt zal zijn samengesteld 78 katholieken, 79 socia listen, 22 liberalen. 6 Fronters en twee com' munisten. De „Soir" zegt Wij meenen te mogen verklaren, zonder vrees te worden tegenge sproken, dat, wat er ook moge gebeuren en ondanks de geruchten door bepaalde perso nen verspreid en de in vele kringen geuite wenschen, minister-president Theunis vast besloten is geen nieuw kabinet te zullen sa menstellen. Ik heb rust noodig, zeide de premier, en ik ben thans besloten rust te nemen. Ik wensch wanneer het nieuwe kabinet is samengesteld, onverwijld de rust te nemen, waarop ik recht heb, na tien jaar onafgebroken werken. Het schijnt zeker te zijn, dat de naam van Van de Vijvere, oud-minister van financiën, door de meeste persoonlijkheden, die de ko ning zal wenschen te raadplegen, zal worden genoemd. Links en rechts beschouwt men Van de Vijvere als de meest bevoegde persoon om eventueel het nieuwe kabinet te vormen. Staking van zeelieden in Zweden. Daar geen overeenstemming is bereikt tuS' schen den bond van Zweedsche reeders en de bonden van stokers en zeelieden, is met in' gang van gisteren of bij aankomst in de haven de staking geproclameerd. Deze staking om vat 7000 man. De reis van Balfour. Balfour vertrekt Zondag van Beiroet naar Alexandrië, waar hij Maandag door de Brit- sche gemeente vóór zijn terugreis zal worden ontvangen. Geen staking bij de Deen- sche slachthuizen. Dinsdag is naar uit Kopenhagen wordt geseind het conflict, hetwelk bij de coö peratieve en particuliere slachthuizen van Denemarken dreigde, vermeden, doordat beide partijen het voorstel van den bemid delaar hebben aanvaard van een compro mis inzake de looneischen der arbeiders. Mussolini minister van Oorlog. Mussolini heeft in zijn kwaliteit van mi nister van Oorlog voor den koning den eed afgelegd. De oorlogsschulden aan de V. S. De Amerikaansche onderminister Win ston, die onlangs benoemd is tot secretaris van de commissie voor de fundeering van de schulden, vertrekt Zaterdag naar Europa en zal eenige weken in Londen en Parijs doorbrengen om den finar.cieelen toestand van het buitenland te leeren kennen en- in het bijzonder het betalingsvermogen van Frankrijk. EEN DOOR CHINEESCHE BANDIE TEN ONTVOERDE PRIESTER VRIJGELATEN. 'De fondsen.in kwestie waren door twee Bel gische vrouwen te Brussel gestólen. Tot de, bestolenen behoorde een zekere Ledoux die in November j.l. vermoord in zijn wo- nipg werd aangetroffen. Men wist van hem, dat hij in zijn huis vele geldswaardige papie ren had, welke echter verdwenen waren toen zijn lijk werd gevonden. Er is thans or der gegeven, dat zijn lijk zal worden opge graven STRAATONGEVALLEN IN ENGELAND IN 1924. Blijkens een statistiek van het ministerie van binnenlandsche zaken hebben er in 1924 in Groot-Britannië 3631 straatongevallen met doodelijken afloop plaats gehad tegen over 2979 in het voorafgaande jaar. Van deze werden er niet minder dan 3132 te wijten aan ongevallen, waarbij mechanisch voortbewogen voertuigen betrokken waren tegenover 2533 in 1923 258 werden ver oorzaakt door bespannen voertuigen (237 in 1923) en 241 (209 door rijwielen). Het aantal ongevallen zonder doodelijken afloop was 94.584 tegenover 80.122 in 1923. Van deze waren bij 69.933 ongevallen me chanisch voortbewogen voertuigen betrok ken (tegenover 58.208) bespannen voertui- draadloos gemeld wordt, te New York voor i i. de voorgestelde wiizirfingen van art 1 40 i 50t0°0 dollars aan on- sub 2e en 6e° de bedoeling hebben, vergun- %T'd, Z*nt n bT°9 d°0r H Hingen door B- en W te doen weigeren, hnn hii't'trap van een 8e resp. te doen intrekken, indien een gegrond bouw bij Times Square opging. vermoeden BALFOUR IN PALESTINA. bestaat, dat de vergunning zal worden uitgeoefend door zoogenaamde „ver- n vangers". Hier wordt aan willekeur van ge- De „Times meldt verder uit Tiberias meentebesturen en van ambtenaren, die ge- Dmsdagmorgen vertrok Balfour uit Naza- meentebesturen moeten adviseeren, vrij spel reth, ten einde het laatste gedeelte van zijn gegeven. Het beroep op Gedep. Staten zal rondreis door Palestina, n.l. Tiberias en de verschillende toepassing der wet in verschil- Joodsche kolonies in Galilea, af te leggen. lende provinciën kunnen veroorzaken. Bo- Balfour stopte te Keryat Schlemeil, del vendien hebben de belanghebbenden het nieuwe voorstad van Tiberias, welke twee recht te verlangen, dat over een zoo hoogst jaar geleden gebouwd is en genoemd is naar belangrijk vermogensbestanddeel als de ver- Sir Herbert Samuel. Daarna reed hij door de gunning is, niet door de administratie wordt stad Tiberias, met de zwarte bazaltmuren, beschikt zonder een voorafgaand rechterlijk en verder 15 mijlen noordwaarts naar Rosh gewijsde. Pinah, een van de oudste Joodsche kolonies, 2. Naar aanleiding van de voorgestelde welke het eerst is opgericht in Galilea. Hier wijziging in art. 2 sub III (welke beoogt de was Balfour de gast in de synagoge, waar zën- vervangers te beschermen tegen over- iets ongewoons op deze plaats de Arabi- matige eischen van de zijde der vergunning- sche Sjeik een rede hield, waarin hij zeide I houders, door hun de mogelijkheid te geven in volledige harmonie geleefd te hebben met de vergunning op eigen naam te krijgen) de Joden. Na de lunch hielden Balfour en I wordt in het adres betoogd, dat de voorge- dr. Weizmann redevoeringen en voordat het stelde wijziging haar doel voorbij schiet: zij gezelschap vertrok, deelden drie Algerijnen wd den vervanger helpen, dupeert echter in Balfour mede, dat zij zeer tevreden leefden, Ivee' er£er mate dan in de bedoeling ligt, den - schouder aan schouder met de kolonisten. ve,T£UIl?'n£houder. gen dij 6288 (6198) en rijwielen bij 18.363 Daarna reed Balfour naar Tabgha, de Jood- f1- voorgestelde wijziging houdt geen (15.716). Het totaal aantal ongevallen was 98.215 (83.101 in 1923), dat is dus 268 per dag. De diamanthandelaar Jacob Ross, is naar sche kolonie aan het meer van Galilea. In reKening met hen die vervanger zijn van het vroegere Magdala bracht hij den nacht verschillende vergunninghouders in verschil- door, ten einde Woensdagmorgen naar Syrië le"a® ondernemingen. te kunnen vertrekken. Het ls noodzakelijk, dat de mogelijkheid van overschrijving der vergunning ook ten name van andere dan natuurlijke personen, onder de noodige waarborgen tegen mis bruik, geopend wordt. Verzocht wordt, het ontwerp niet aan ta nemen, tenzij gemendeerd in dien zin dat: I. de overdracht van vergunningen onder de noodige algemeene waarborge doch verder onbeperkt worde mogelijk gemaakt, zonder dat ten aanzien van andere dan natuurlijke nersonen een uitzondering wordt getroffen. Hierbij dient dan de termijn, bedoeld in art. 66 der Drankwet, te worden verlengd tot b.v. 1940; II, met het oog op het bezwaar, hierboven genoemd sub 2e, in elk geval de datum waarop de wet in werking treedt, minstens worde uitgesteld tot 1 Mei 1926. «O Het kabinet Herriot. De regeering van Herriot heeft thans te lijden onder de financieele politiek van vo rige regeeringen tijdens en na den oorlog. De oorlog werd in Frankrijk, in tegenstel ling met hetgeen in Engeland geschiedde, voornamelijk met geleend geld gevoerd. En na den oorlog maakten de Fransche regee ringen zich schuldig aan de fout, dat ze bij de samenstelling der begrooting rekenden op zeer fantastische inkomsten uit de oor logsschatting. Toen deze berekeningen valsch bleken, kwamen de moeilijkheden, Men herinnert zich hoe reeds het vorige Ijaar, onder Poincaré, een paniek ontstond. Mét krachtige maatregelen, maar vooral met behulp van een Amerikaansche leening, 'wist Poincaré de ramp te bezweren. Sedert echter is de toestand er innerlijk niets op verbeterd. En thans staat men weer voor zeer ernstige moeilijkheden, waaraan Herriot's minister van financiën Clémentel reeds ten offer is gevallen. De heer De Monzie wil nu den feitelijken toestand consolideeren. Hij stelt daarom voor, en doet dus wat ook Clémentel wil de om het maximum van de biljettencir- zulatie van 41 tot 45 milliard te verhoogen, waarbij hij dan tevens het maximum van de voorschotten aan den Staat met vier milliard (van 22 op 26) wil verhoogen. Men heeft dan nog eenige speelruimte. De Monzie wil dan verder een blijvende verbetering van den financieelen toestand verkrijgen door een heffing van het kapitaal, in den vorm van een „vrijwillige" leening te gen een lage rente wegens het verzet der socialisten, die een gedwongen rentelooze kapitaalheffing willen, heeft men besloten de rente op slechts drie procent te bepalen in de hoop hiermee de socialisten te kunnen i winnen. De commissie van financiën, die het on derzoek van de regeeringsontwerpen nog niet heeft kunnen beëindigen, vereenigde zich weder gistermiddag. Het lijkt dus on waarschijnlijk, dat de Kamer, zooals Dins dag besloten was, reeds gisteren met de be handeling zal kunnen beginnen. Vermoede lijk kan dit eerst heden gebeuren. Volgens de memorie van toelichting heeft de Banque de France, om de regeering uit den dringenden nood te helpen, bijstand verleend op een wijze, die in de bestaande overeenkomsten niet voorzien werd, maar die reeds precedenten heeft, o.a. Januari 1924. Hieruit blijkt, dat reeds de regeerings- Poincaré zich aan dergelijke overschrij dingen schuldig heeft gemaakt, die zich later wel moesten herhalen. Vandaar, dat de „Action Francaise" met dikke letters drukt, dat de regeering valsche munt maakt sinds Januari 1924 en dat daarbij zoowel het nationale blok als het cartel gecompromit teerd zijn. De algemeene opvatting blijft, dat de Kamer, zij het ook waarschijnlijk met eenige moeite en een geringe meerderheid, de ont werpen zal aannemen, tnaar dat de Senaat dit weigeren zal. Men is daar overtuigd, dat een vrijwillige afstand van kapitaal niet ge noeg zal opbrengen, zoodat de dwangmaat regelen, door de regeering voorzien, wel in werking zouden moeten treden en men wil daar van dezen dwang niets weten. De Fransch-Duitsche on derhandelingen. De Fransch-Duitsche economische on derhandelingen zijn met het oog op Paschen acht dagen geschorst. Gehoopt wordt dat spoedig na hervatting der onderhandelingen alle hangende kwesties zullen worden op gelost. Naar het rechtsche bloc gisterenmiddag officiëel mededeelt, heeft het Hindenburg candidaat gesteld voor het Rijkspresident schap. Hindenburg heeft de candidatuur aan genomen. Veldmaarschalk Von Hindenburg is in zijn 77ste levensjaar. Zijn candidaatstelling heeft groote geestdrift onder de rechtsche kiezers gewekt, hetgeen blijkt uit een manifest, dat het rechtsche blok verspreidde en waarin het o.m. heet: Wij beschouwen het als den natuurlijken plicht van alle Duitschërs in stad en land, zonder onderscheid van stand en geloof, met kracht en trouw voor onzen Hindenburg op te komen. Hindenburg was uw leider in een grooten en moeilijken tijd. Ge hebt hem ge volgd, hem liefgehad. Hij verliet u niet. Strijdt voor hem ook thans, nu de oude lei der zich weer aan uw hoofd wil stellen om zijn vaderland in den vrede en bij den we deropbouw te dienen, Onze leus is daarom: Met Hindenburg naar den zege! Voor de eenheid van alle Duitschërs, voor den christelijken aard en de sociale vorderingen. Voor de grootheid en vrijheid des vaderlands. Hindenburg red der uit de tweedracht. De eerste zitting van de commissie voor de codificatie van het internationaal recht is gisteren geëindigd. De volgende tien on derwérpen zullen in de komende maanden door kleine studiecommissies, uit de leden van de commissie gevormd, of door enkele leden afzonderlijk, nader worden bestudeerd en onderwerp vormen van rapporten, die in de Decemberzitting zullen worden uitge bracht; nationaliteit; territoriale wateren; diplomatieke immuniteit en privileges; juridisch statuut voor staatskoopvaardij- schepen; uitlevering door en crimineele bevoegdhe den van de statuten met betrekking tot de licten, buiten hun rechtsgebied gepleegd; verantwoordelijkheid van de staten voor schade, op hun grondgebied aan vreemde personen of eigendommen toegebracht; de procedure van internationale conferen ties en de redactie van verdragen; onderdrukking van den zeeroof; het begrio „verjaring" in het internatio naal publiekrecht; de exploitatie van de rijkdommen der zee. Intusschen zullen ook particuliere orga nisaties voor de bestudeering van het inter nationaal recht hierover worden geraad pleegd. De Senaat besprak de begrooting van on derwijs. Herriot stelde de quastie van ver trouwen en eischte verhooging van enkele posten, die de commissie van financiën had verminderd. De regeering kreeg bij de voor- loopige telling een meerderheid van twee stemmen. De Senaat nam met 142 tegen 140 stem men een motie van vertrouwen in de regee ring aan. 'Toen Herriot vernam, dat twee Senatoren de door hen uitgebrachte stem in den Se naat hadden gerectificeerd, ofschoon het re- I sultaat in de zitting reeds was bekend ge maakt, n.l. 142 stemmen tegen 140, riep hij tegen half tien een buitengewonen minister raad bijeen. Het Eerste Kamerlid Polak heeft aan den minister van Waterstaat betreffende de nieu we dienstregeling vn de Nederlandsche spoor wegen de volgende vragen gesteld: Indien het bericht juist is, dat de Neder landsche spoorwegen niet vóór 5 Juni a.s. de nieuwe dienstregeling gereed kunnen heb ben en dus de zomertijd niet vóór dien da tum ingevoerd kan worden, is de minister dan in staat en bereid mede te deelen: I. Waarom de directie der Nederlandsche spoorwegen geen rekening heeft gehouden met de mogelijkheid van verwrping van het ewtsontwerp tot afschaffing van den zomer tijd en geen maatregelen genomen heeft, om bij verwerping onverwijld met haar dienst regelingen gereed te zijn? II. Waarom hier twee maanden noodig zijn voor het treffen der voorbereidingen voor de invoering van den zomertijd, terwijl men in het Bitscbe Rijk, dat niet één, doch vele spoorwegmaatschappijen en een veel uitge breider en ingewikkelder spoorwegnet bezit, op 2 April kon besluiten, op 19 April d.a.v. den zomertijd in te voeren? Uit New-York wordt aan hpt Exchange- agentschap gemeld, dat de stad Sombrerete in Mexico door een aardbeving nagenoeg geheel is vernietigd. De aardbeving, die met vulkanische uitbarstingen gepaard ging, ver wekte pp tal van plaatsen in de staten Du- rango én Zacatecas een paniek. President Calles heeft zich naar Chalchihuites bege- De Belgische priester de Clippele, die op 21 Januari door bandieten werd ontvoerd, is naar een telegram uit Peking meldt, vrijge laten. EEN INTERNATIONALE DIEVEN- BENDE GEPAKT. Een Parijsche detective zag dezer dagen op de Place de la Bourse een heer en dame drentelen, wier gedragingen hem eenige ach terdocht inboezemde. Hij hield ze in het oog en zag dat de heer een pak, dat hij onder zijn jas verborgen hield, aan de dame gaf, die er mede naar een naburige bank ging. Hij volgde en won in de bank inlichtingen in, waaruit bleek, dat de vrouw een aantal bons der Nationale Defensie van 1000 francs en 10.000 francs had ingewisseld. Twee dagen later werden de man, Joseph Hostenbock, en zijn vriendin Julia Wreek, in hun woning gearresteerd. Het tweetal had reeds voor meer dan 50.000 francs aan fondsen ingewisseld, welke het door een vriend, Lavallard, ter hand waren gesteld. Lavallard werd gearresteerd, hij verklaarde de fondsen voor een zekeren Paul Vacher verhandeld te hebben, die met de opbrengst naar Brussel was vertrokken. Vacher werd op zijn beurt gepakt en zijn woning doorzocht. Een belangrijke corres pondentie werd gevonden, betrekking heb bende op de groote transactie met interna tionale oplichters en zakkenrollers, van wie er zich eenigen in Amerika bevinden. Een door Vacher's vader gehouden café bleek de Prof. Veraart vreemdeling in Jeruzalem? Prof. Veraart had in zijn interview met de Msb.-redacteur, het Vakbureau bedoeld is waarschijnlijk het R.-K. Werkliedenver bond in gebreke gesteld met betrekking tot de voorbereiding van de a.s. Kamerver kiezing. Naar aanleiding daarvan schrijft „De R.- K. Vakbeweging": Zooiets is toch eigenlijk alleen te ver wachten van een vreemdeling in Jeruzalem; een positie, waarin de heer Veraart ten aan zien onzer arbeidersbeweging allerminst ver keert. Ook al nemen we een oogenblik aan, dat naar de opvatting van heetgebakerde politici de voorbereiding eener Kamerver kiezing van alles-overheerschende beteeke- nis zou zijn, waaraan letterlijk alles moet worden ondergeschikt gemaakt, dan nog kan het bekend zijn, dat de leiding onzer ar beidersbeweging er nog altijd de voorkeur aan geeft, zich zooveel mogelijk buiten den politieken strijd te houden. Niet alleen, omdat er bisschoppelijke voorschriften zijn, waaraan onze arbeiders beweging zich welke afwijkingen men zich in andere kringen ook moge veroorlo ven wil houden, maar óók, omdat wij voor ons de politieke ruzie buiten de deur willen houden. Dat wil zeggen buiten de deur onzer ar- De „Gazette de Hollande" bevat een ar-' takel van kapitein baron J. J. G. v. Voorsf tot Voorst, van den Generalen Staf (kapi tein Ronduit), waarin deze de aandacht vestigt op de verschijning van het eerste deel van het groote werk, dat de Generale Staf van het Fransche leger aan de ge schiedenis van den oorlog heeft gewijd. Dit deel bevat meer in het bijzonder het relaas van den strijd aan de grenzen tot 24 Au- ven, waarheen hulp voor de vluchtelingen I §ust"? J914- Daarin staat o.m. als no. 46 werd gezonden, de tekst van het telegram, dat de Fransche gezant te Brussel, Klobukowski, den 4er Augustus .1914 om 11.49 's avonds aan he, ministerie van buitenlandsche zaken te Pa rijs heeft gericht. En hierin heette het; ....Duitsche troepen dringen in het ge bied van Luik voort, voornamelijk naar het Zuiden, Aan de hoofdzijde hebben de Duitschërs door de vernieling der brug gen, in hun voortgang belemmerd, hun artillerie de Maas bij Eysden doen over schrijden, en aldus Nederlandscb gebied geschonden. Men verwacht morgen den aanval op Luik. De indruk is dat de Duitschërs ten zuiden van de Maas ver der trekken.... keeringen onder onze menschen, óók onder de leidende menschen in onze arbeidersbe weging, zijn aan te treffen. Om nog maar te zwijgen van de kiescomi- té's, die thans op het tooneel van den strijd verschijnen. Ook zonder dat onze arbeidersbeweging zich met den politieken strijd inlaat, is de differentie al rijkelijk voldoende en zou een deelname van onzen kant wellicht^ aanleiding kunnen worden, dat ook anderen zich meer openlijk gaan weren en aldus een chaos ge forceerd wordt. Dat wenschen wij niet te bevorderen, al leen al niet, omdat onze arbeidersbeweging uitsluitend een sociale beweging is, die van politieke ewesties alleen maar schade kan verwachten. Een adres van „Horecal" aan de Tweede Kamer. De Nederlandsche bond van werkgevers in hotel-, restaurant- en aanverwante be drijven „Horecai" heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, waarin de bond te kennen geeft, met groote bezorgdheid ken nis te hebben genomen van het ontwerp van wet tot wijziging der Drankwet, welke be zorgdheid speciaal geldt de voorgestelde wijzigingen, bedoeld in art. 1 van het Ont werp van Wet, sub 2e en 6e, en die, bedoeld Met geen woord wordt in het boekwerk op de gebleken onjuistheid van Klobukows- ki's bewering gewezen. Integendeel, op blz. 91 wordt er nog eens melding1 van gemaakt: „Men verneemt dat strijdkrachten, die op vier legerkorpsen worden geschat, tusschen Aken en Recht Belgisch grond gebied zouden zijn binnengedrongen. Ar tillerie-elementen zouden bij Eysden de Maas hebben overschreden en aldus Ne- derlandsch grondgebied hebben geschon den." beidersbeweging, Wij hebben thans in ons katholieke kamp plaats van samenkomst te zijn van een ben- Staatspartijers, Michaëlisten en Volkspar- in art. 2 sub III. de misdadigers, o.a. de moeder van Vacher, j tijers en de veronderstelling is zeker niet Wat de bezwaren van den bond betreft, die reeds wegens zakkenrollerij was gestraft. gewaagd, dat alle drie deze politieke scha-1 wordt er o.m. op gewezen dat: Moet zoo iets nu maar onweersproken in een werk worden opgenomen, dat straks als eerste klas historisch bronnenmateriaal zal worden aangezien? (Limb. Koerier^ Een Hollandsche pelgrimage van het Ne- derlandsch reisbureau van Roomsch Katho lieken met de Weleerw. heeren C. Boek horst en J. van den Wiel professoren van het Klein Seminarie Hageveld en A. J. Oudejans, pastoor van Warmond is dagmorgen na een goede reis te Rome aan gekomen. '38 Het kwam hem ongeloofelijk voor. Het scheen eemdroom. Maar er was geen sprake van een droombeeld; de donkere figuur der voor hem uitgaande vrouw, de bittere koude en de sneeuwjacht hadden niets met een droom uit te staan; hij was zelfs wakker heerlijk wakker, want hij was immers vrij! Na eenige minuten stevig te hebben door- geloopen, hield Bertha Schmidt stil voor een huis, deed de deur er van open en verzocht Max binnen te gaan. „Gij zijt hier voor vannacht veilig, zeide zij tot hem, „dat wil zeggen; indien gij ge daan hebt, zooals ik u heb geschreven en Herman zóó geraakt hebt, dat hij bewuste loos is geworden dit vormde het voor naamste gedeelte van mijn plan voor uw ontvluchting „Ik ben bang," hervatte Max, op een toon van bezorgdheid, „dat ik nog al hard gesla gen heb; hij was totaal bewusteloos en zou, dacht me, wel geruimen tijd in dien toestand blijven." Hij vertelde haar, dat Herman hem had bevolen den stoel te gebruiken als wa pen en hoe hij had geaarzeld, doch ten slot te had toegeslagen, toen hij hoorde dat het de eenige manier was. „Het was ook de eenige manier," zeide zij. „Ze zullen Herman nu zeker nooit ver denken van medeplichtigheid aar, uw ont snapping." „Ik weet niet, hoe ik u en hem-bedanken moet," zeide Max diep ontroerd: „Ik kan mijne gevoelens niet onder woorden bren gen." „Het was een schuld die betaald moest worden, maar ik heb die nog -niet ten volle betaald," zeide zij. Kom mee, ik zal u eens iets laten zien." Zij nam hem mee naar een kamertje en daar lag in een bedje kleine Fritz, als n slapende roos, 'n heerlijk schilderijtje vor mende, dat het hart van iedere moeder ver vuld zou hebben van vreugde. „Hij zou daar niet gelegen hebben zooals hij er nu ligt, indien gij er niet ge weest waart," zeide Bertha Schmidt tot Max en er waren tranen in haar stem en in hare oogen; de moederlijke liefde veran derde haar geheele wezen! Deze vrouw, zoo dacht Max, toen hij haaf aankeek, mocht misschien slecht geweest zijn, zij was zeker niet door en door slecht. Zij bracht Max vervolgens naar een slaap kamer. „Hier kunt ge vannacht slapen," zeide zij. „Morgen zullen we verder zien. Indien Her man tóch nog verdacht wordt, zullen ze hier zeker huiszoeking komen doen, maar met het oog daarop heb ik maatregelen genomen. Zie eens!" Zij opende een kleerkast, die vol hing met vrouwénkleeren werkte deze laatste met eenige moeite op zijde en toonde hem een schuifdeur, die toegang gaf tot een ka binetje, dat bijna groot genoeg was om door te gaan voor kamer. „Indien zij morgen misschien naar u ko men zoeken, moet ge u hier verbergen," zeide zij, hem alleen latende. Max was veel te veel opgewonden om dien nacht goed te kunnen slapen, en toen Bertha hem den volgenden morgen een klein ontbijt bracht, was hij reeds op en gekleed in de uniform van haar broeder. „Ge moet hier nog 'n beetje blijven," zeide zij tot hem; „het sneeuwt nog altijd, en de wegen zullen moeilijk begaanbaar zijn." Even later bracht zij hem een krant, doch daar stond niets in van bijzonder belang; hij snakte er naar Trier te verlaten en de tijd kroop voorbij. Doch omstreeks het middag uur kwam daarin plotseling verandering. Men hoorde in het huis een geluid van stemmen, dat steeds harder klonk; hij kon de stemmen en ook wat er gezegd werd, duidelijk onderscheiden het was de stem van Bertha Schmidt en die van eei^ man; het was daarenboven de stem van een man, die Max gemakkelijk herkende, omdat hij haar dikwijls gehoord had in den ontvantf- salon van de Willoughby's in St. Anton's Avenue. Op het eerste oogenblik kon hij zijn ooren nauweliiks gelooven, doch toen hij scherp toeluisterde, wist hij zeker, dat hij zich niet vergiste. De stem van den man was de stem van kapitein Hollander! Zij klonk woest en woe dend. „Ja!" riep Hollander; „de Engelschman, zooals jij hem noemt, is ontsnapt. Te oor- deelen naar hetgeen je gisteren over hem zeide, Bertha, zal het je, geloof ik, wel ple zier doen. Wanneer ik het niet als iets on mogelijks moest beschouwen, dat jij de hand had gehad in zijn ontsnapping, zou ik waar achtig denken, dat dit het geval was "ge weest. En het is in elk geval vreemd, dat de man, dien hij aangevallen en overrompeld heeft, je broer Herman is." „Maar ge hebt me verteld, dat Herman er erg aan toe is," sprak Bertha op dringenden toon en alsof zij dit reeds meermalen aan Hollander gezegd had. „Ja, daar is geen twijfel aan hij zal verscheidene dagen in bed moeten blijven; de Engelschman heeft hem tegen den grond geslagen met een stoel. Neen, het is niet waarschijnlijk, dat Herman in 'n kompiot heeft gezeten. Maar 'n vreemde historie blijft het in elk geval." „Wanneer heeft men ontdekt, dat de En gelschman ontsnapt is?" „Te middernacht, toen de schildwachten werden afgelost. Men heeft Herman op den vloer bewusteloos gevonden en de gevange ne was verdwenen. Aanstonds werd alarm geslagen; men ging overal aan 't zoeken, doch de kerel was nergens te vinden." 1 „Dat doet me plezier," zei Bertha eenvou dig. „Doet je dal plezier, gekkin, die je bent!'' riep Hollander. „Ter wille van het kind," zeide Bertha op warmen toon. „Wat kan mij dat kind schelen!" riep Hol lander. „De vlucht van dien man slaat al mijn plannen in duigen dat is liet eenige, waaraan ik denk en dat me razend maakt!" „Slaat zij al uw plannen in duigen?" vro.eg Bertha. „Wat waren uw plannen?" „Hoe durf je me op die manier toespre ken?" viel Hollander tegen haar uit. „Was u van plan hem voor goed uit den weg te ruimen?" vroeg zij. „Bertha Schmidt! Ben je krankzinnig? Heb je je hersens verloren?" snauwde hij de vrouw toe, doch deze was even geprikkeld en driftig als hij. „Neen," antwoordde zij op scherpen, har den toon. „Maar gij zijt niet langer mijn meester!" Toen Max Hamilton deze woorden hoor de en hij hoorde ze duidelijk was het of er opnieuw een tipje werd opgelicht van den sluier, die over het drama van Sylvia Chase hing, en hij vroeg zich af: „Wat is kapitein Hollander?" Hij had gehoord, dat Hollander een spion was, een geheim agent van het Duitsche leger, maar wat was daar van waar?" „Ik ben je meester niet meer, daar heb je gelijk in," zei Hollander, „maar je moet me niet tergen door me aldus toepte spreken, Bertha!" „Denk aan hetgeen ik gezegd heb; ik ben blij, dat de Engelschman heeft weten te ont snappen, doch alleen omdat hij kleinen Fritz gered heeft," herhaalde zij. „Hoe dikwijls moet je me dat vertellen? Wat kan mij dat kind schelen!" Bertha keek hem toornig aan. 1 „Zeg dat niet!" riep zij uit. „Ik ben dolblij dat de Engelschman ontsnapt is. Wat hadt ge tegen hem? Waarom hebt ge hem in een valstrik gelokt en hem naar Trier laten ko men? Wou je hem vermoorden evenals je mijn meesteres vermoord hebt, maar op een andere manier?" „Schreeuw niet zoo ze kunnen je op straat hooren. Blijf bedaard," zei Hollander, zelf kalmer sprekende dan hij tot dusverre gedaan had. „Ge weet, dat Sylvia Cbase dood moest; dat wist zij zelf ook; er be stond alle reden voor." De vrouw zweeg. „Ik heb haar vermoord, dat is zoo," ging Hollander op nóg zachteren toon voort, zoo dat Max, die huiverde van ontzetting, hem ternauwernood verstaan kon. „Er was geen andere keus en er was geen ander middel dat weet ge evengoed als zij het wist; hef moest gebeuren. En wat jou betreft, Bertha, waarom beklaag je jezelve? Is niet alle» voor je gedaan, wat je beloofd is geworden? En nu ben je blij, omdat mijn vijand ont- snaptl" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5