UTJU^I
Uit de Pers.
Binnenlandsch Nieuws.
BOT
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 9 April 1925
Niet uit de Dr. Nolens'
schoole
V er ontrustend.
Gem. buitenl. berichten.
BEROOVING VAN EEN DIAMANT
HANDELAAR.
De presidentsverkiezing
in Duitschland.
Nadere bijzonderheden over de linancieele plannen van den Franschen
minister De Monzie. Interventie van de Banque de France. Staking dei-
zeelieden in Zweden.
Onder de Radio-berichten: Hindenburg aanvaardt de candidatuur voor
het rijkspresidentschap. Herriot heeft een buitengewonen ministerraad
bijeengeroepen.
De coalitie van het inter
nationaal recht.
Uit den Franschen Senaat.
Een stad in Mexico
vernietigd.
Waarom komt de zomer
tijd zoo laat?
Nog altijd de fabel van den
doortocht van Duitsche
troepen door Nederl.
Limburg in 1914.
De R. K. Arbeiders en de
a.s. Kamerverkiezingen.
Het wetsontwerp tot
wijziging van de
Drankwet.
Nederlandsche pelgrim»
te Rome.
FEUILLETON.
Uit het „Huisgezin":
Toen Dr. Nolens bij de behandeling der
Staatsbegrooting zijn groote programrede
hield, voor de „gegadigden" het program der
katholieke partij voor de komende wetge
vende periode uiteenzette, was men in onze
kringen zeer voldaan.
Teen dr. Nolens op de vergadering van
den Algemeenen Bond dat program toelicht
te en verdedigd, was men opnieuw opgeto
gen.
Het optreden van dr. Nolens' was zakelijk
en nuchter wat nog iets anders is dan
koel en kil vrij van alle dikke woorden
en een iedere onnoodige krenking een
pleonasme feitelijk daar krenking altijd on-
noodig is en grootspraak.
Dr. Nolens zei wel dat het hem „ijskoud"
het, of na de verkiezingen het ministerie-
Kuys de Beerenbrouck zou terugkeeren,
maar hij zei niet, dat wij een kabinet zouden
moeten krijgen onder „Colijnschen invloed."
Hij zei ook niet dat wij niet moesten krij
gen, om de eenvoudige reden, dat wie zijn
program aan „gegadigden" voorlegt daarmee
zijn eigen invloed duidelijk demonstreert en
niet blijk geeft van geneigdheid zich aan een
ander ondergeschikt t« maken.
Wat dr Nolens in de Kamer heeft gedaan
en kon doen, heeft geen andere partijleider
hem nagedaan.
Andere staatslieden dan dr. Nolens zijn
niet zoo voorzichtig, zoo verstandig en di
plomatiek als hij.
Zij vinden het blijkbaar gemakkelijker, de
katholieke kiezer te verontrusten en de par
tijen, waarmee wij vermoedelijk zullen sa
men werken, te ergeren
Zij sprak van een kabinet onder Colijn
schen invloed, alsof wij, met een stuurman
van dr. Nolens' bevarenheid, dat te duch
ten hebben.
Zij gewagen van bevoordeeling der moder
ne Calvinistische beginselen boven de ka
tholieke, alsof een invloedrijke groep on
der ons daaraan in ernst denkt.
Zij zeggen, dat wij de christelijke coalitie
slechts aanvaarden op voorwaarde dat wij
daarin de eerste rol spelen.
Wie dit zeggen zijn stellig niet uit de
school van dr. Nolens, die ongetwijfeld in
de coalitie en in de regeeringsmeerderheid
een niet geheel onbeduidelijke rol speelt,
maar zich wel houden zal zich op die rol
te laten voorstaan of het den coalitie-genoo-
ten onder den neus te duwen.
Het was, meer dan een kwarteeuw gele
ien, bij een algemeene Kamerverkiezing.
De katholieke weerden zich geducht om
de meerderheid weer aan de rechterzijde
te brengen en in die rechterzijde de eerste
plaats« in te nemen.
Men was niet alleen vol goeden moed,
men was overmoedig
Wij zijn het. die het Wilhelmus zullen
blazen! zoo heette het zege-bewust.
Maar wij hebben het Wilhelmus toen niet
geblazen.
Later, veel later, hebben geestdriftelingen
de
onder ons, wier beenen de weelde van
macht niet konden dragen, uitgejubeld en
er op geroemd, dat Rome troef was, een
allerongelukkigst woord in een land, waar
we minderheid zijn.
Thans zegt men, dat wij in de coalitie de
eerste rol moeten spelen.
Speel die rol door uw eendrachtigheid en
aaneengeslotenheid door uw sterk weten
wat ge wilt, doo» uw program van volks
welvaart bevorderende maatregelen maar
zeg in s hemels naam nooit dat gij den
baas wilt spelen.
Uw toehoorders mogen klappen, maar
dr. JNo.ens, wiens taak men aldus verzwaart,
schudt het hoofd en mompelt iets van de
vrienden, waarvoor de hemel hem moge
bewaren
Onder dezen titel schrijft de „Maasbode'
„Er doen zich de laaste dagen sympto-
nen v°_ori die voor een herleving der zoo
gelukkig bezworen St. Michaël-actie doen
vreezen.
Sinds het Politiek advies als onbevredi
gend werd afgewezen naar achteraf be
kend werd, stonden er minstens twee fa
vorieten der Michaëlisten te weinig op
schijnt het wel, alsof sommigen in dien
hoek het oogenblik gekomen achten, op
nieuw verzamelen te blazen.
Wij hebben natuurlijk niet op het oog
voor bepaalde niet-geadviseerde
candidaten; welke immers volkomen en
règle is. Doch wij bedoelen meer den
geest, die uit enkele verschijnselen
spreekt.
*jet ,£e'ukki.é aan allen kant afkeuring
vindend besluit eener Nijmeegsche groep
om met een vrije lijst over heel hei land
uit te komen, wijst op een averechtsch
inzicht in het levensbelang der Katholieke
Staatspartij.
Het geval staat niet alleen.
De voorzitter der Haagsche Michaëlis
ten b.v. deed dezer dagen weten, dat men
in de Residentie den 26en April v. enscht
af te wachten; maar ook daar eventueel
voor een scheuring niet zou terugdeinzen.
Nog pas publiceert de voorzitter der
Zuidelijke^ Michaëlistengroep in ,de Gel
derlander" een schrijven, waaruit de re
dactie van genoemd orgaan terecht de ge
volgtrekking maakt, dat eigenlijk het lan
delijk Verbond ,,St. Michaël" verkapt is
blijven bestaan, althans heimelijk weer is
herrezen.
En wat te zeggen van een mentaliteit,
die ter aanbeveling van de candidatuur-
Moller, diens voorliefde voor de renteloo-
ze leening in het geding brengt? Alsof er
geen door allen te Utrecht aanvaard en
door dr. Moller onderteekend program
ware, op hetwelk voor dezen specifiek
Michaelistischen wensch geen plaats is.
Het blad acht het een en ander verontrus
tende verschijnselen, „die doen twijfelen, of
wel overal de geest van het Utrechtsche
pact voldoende levendig is en werkzaam ter
voorkoming van onheilen, welke noodlottig
moeten zijn voor onze politieke eenheid."
De Belgische verkiezi ngen
Ofschoon de officieele uitslagen der ver
kiezingen nog steeds niet volledig bekend
zijn, weten de bladen mede te deelen, dat
de nieuwe Kamer waarschijnlijk als volgt zal
zijn samengesteld 78 katholieken, 79 socia
listen, 22 liberalen. 6 Fronters en twee com'
munisten.
De „Soir" zegt Wij meenen te mogen
verklaren, zonder vrees te worden tegenge
sproken, dat, wat er ook moge gebeuren en
ondanks de geruchten door bepaalde perso
nen verspreid en de in vele kringen geuite
wenschen, minister-president Theunis vast
besloten is geen nieuw kabinet te zullen sa
menstellen.
Ik heb rust noodig, zeide de premier, en
ik ben thans besloten rust te nemen. Ik wensch
wanneer het nieuwe kabinet is samengesteld,
onverwijld de rust te nemen, waarop ik recht
heb, na tien jaar onafgebroken werken.
Het schijnt zeker te zijn, dat de naam van
Van de Vijvere, oud-minister van financiën,
door de meeste persoonlijkheden, die de ko
ning zal wenschen te raadplegen, zal worden
genoemd.
Links en rechts beschouwt men Van de
Vijvere als de meest bevoegde persoon om
eventueel het nieuwe kabinet te vormen.
Staking van zeelieden in
Zweden.
Daar geen overeenstemming is bereikt tuS'
schen den bond van Zweedsche reeders en de
bonden van stokers en zeelieden, is met in'
gang van gisteren of bij aankomst in de haven
de staking geproclameerd. Deze staking om
vat 7000 man.
De reis van Balfour.
Balfour vertrekt Zondag van Beiroet naar
Alexandrië, waar hij Maandag door de Brit-
sche gemeente vóór zijn terugreis zal worden
ontvangen.
Geen staking bij de Deen-
sche slachthuizen.
Dinsdag is naar uit Kopenhagen wordt
geseind het conflict, hetwelk bij de coö
peratieve en particuliere slachthuizen van
Denemarken dreigde, vermeden, doordat
beide partijen het voorstel van den bemid
delaar hebben aanvaard van een compro
mis inzake de looneischen der arbeiders.
Mussolini minister van
Oorlog.
Mussolini heeft in zijn kwaliteit van mi
nister van Oorlog voor den koning den eed
afgelegd.
De oorlogsschulden aan
de V. S.
De Amerikaansche onderminister Win
ston, die onlangs benoemd is tot secretaris
van de commissie voor de fundeering van
de schulden, vertrekt Zaterdag naar Europa
en zal eenige weken in Londen en Parijs
doorbrengen om den finar.cieelen toestand
van het buitenland te leeren kennen en- in
het bijzonder het betalingsvermogen van
Frankrijk.
EEN DOOR CHINEESCHE BANDIE
TEN ONTVOERDE PRIESTER
VRIJGELATEN.
'De fondsen.in kwestie waren door twee Bel
gische vrouwen te Brussel gestólen. Tot de,
bestolenen behoorde een zekere Ledoux
die in November j.l. vermoord in zijn wo-
nipg werd aangetroffen. Men wist van hem,
dat hij in zijn huis vele geldswaardige papie
ren had, welke echter verdwenen waren
toen zijn lijk werd gevonden. Er is thans or
der gegeven, dat zijn lijk zal worden opge
graven
STRAATONGEVALLEN IN
ENGELAND IN 1924.
Blijkens een statistiek van het ministerie
van binnenlandsche zaken hebben er in 1924
in Groot-Britannië 3631 straatongevallen
met doodelijken afloop plaats gehad tegen
over 2979 in het voorafgaande jaar. Van
deze werden er niet minder dan 3132 te
wijten aan ongevallen, waarbij mechanisch
voortbewogen voertuigen betrokken waren
tegenover 2533 in 1923 258 werden ver
oorzaakt door bespannen voertuigen (237 in
1923) en 241 (209 door rijwielen).
Het aantal ongevallen zonder doodelijken
afloop was 94.584 tegenover 80.122 in 1923.
Van deze waren bij 69.933 ongevallen me
chanisch voortbewogen voertuigen betrok
ken (tegenover 58.208) bespannen voertui-
draadloos gemeld wordt, te New York voor i i. de voorgestelde wiizirfingen van art 1
40 i 50t0°0 dollars aan on- sub 2e en 6e° de bedoeling hebben, vergun-
%T'd, Z*nt n bT°9 d°0r H Hingen door B- en W te doen weigeren,
hnn hii't'trap van een 8e resp. te doen intrekken, indien een gegrond
bouw bij Times Square opging. vermoeden
BALFOUR IN PALESTINA.
bestaat, dat de vergunning zal
worden uitgeoefend door zoogenaamde „ver-
n vangers". Hier wordt aan willekeur van ge-
De „Times meldt verder uit Tiberias meentebesturen en van ambtenaren, die ge-
Dmsdagmorgen vertrok Balfour uit Naza- meentebesturen moeten adviseeren, vrij spel
reth, ten einde het laatste gedeelte van zijn gegeven. Het beroep op Gedep. Staten zal
rondreis door Palestina, n.l. Tiberias en de verschillende toepassing der wet in verschil-
Joodsche kolonies in Galilea, af te leggen. lende provinciën kunnen veroorzaken. Bo-
Balfour stopte te Keryat Schlemeil, del vendien hebben de belanghebbenden het
nieuwe voorstad van Tiberias, welke twee recht te verlangen, dat over een zoo hoogst
jaar geleden gebouwd is en genoemd is naar belangrijk vermogensbestanddeel als de ver-
Sir Herbert Samuel. Daarna reed hij door de gunning is, niet door de administratie wordt
stad Tiberias, met de zwarte bazaltmuren, beschikt zonder een voorafgaand rechterlijk
en verder 15 mijlen noordwaarts naar Rosh gewijsde.
Pinah, een van de oudste Joodsche kolonies, 2. Naar aanleiding van de voorgestelde
welke het eerst is opgericht in Galilea. Hier wijziging in art. 2 sub III (welke beoogt de
was Balfour de gast in de synagoge, waar zën- vervangers te beschermen tegen over-
iets ongewoons op deze plaats de Arabi- matige eischen van de zijde der vergunning-
sche Sjeik een rede hield, waarin hij zeide I houders, door hun de mogelijkheid te geven
in volledige harmonie geleefd te hebben met de vergunning op eigen naam te krijgen)
de Joden. Na de lunch hielden Balfour en I wordt in het adres betoogd, dat de voorge-
dr. Weizmann redevoeringen en voordat het stelde wijziging haar doel voorbij schiet: zij
gezelschap vertrok, deelden drie Algerijnen wd den vervanger helpen, dupeert echter in
Balfour mede, dat zij zeer tevreden leefden, Ivee' er£er mate dan in de bedoeling ligt, den
- schouder aan schouder met de kolonisten. ve,T£UIl?'n£houder.
gen dij 6288 (6198) en rijwielen bij 18.363 Daarna reed Balfour naar Tabgha, de Jood- f1- voorgestelde wijziging houdt geen
(15.716).
Het totaal aantal ongevallen was 98.215
(83.101 in 1923), dat is dus 268 per dag.
De diamanthandelaar Jacob Ross, is naar
sche kolonie aan het meer van Galilea. In reKening met hen die vervanger zijn van
het vroegere Magdala bracht hij den nacht verschillende vergunninghouders in verschil-
door, ten einde Woensdagmorgen naar Syrië le"a® ondernemingen.
te kunnen vertrekken. Het ls noodzakelijk, dat de mogelijkheid
van overschrijving der vergunning ook ten
name van andere dan natuurlijke personen,
onder de noodige waarborgen tegen mis
bruik, geopend wordt.
Verzocht wordt, het ontwerp niet aan ta
nemen, tenzij gemendeerd in dien zin dat:
I. de overdracht van vergunningen onder de
noodige algemeene waarborge doch verder
onbeperkt worde mogelijk gemaakt, zonder
dat ten aanzien van andere dan natuurlijke
nersonen een uitzondering wordt getroffen.
Hierbij dient dan de termijn, bedoeld in art.
66 der Drankwet, te worden verlengd tot
b.v. 1940; II, met het oog op het bezwaar,
hierboven genoemd sub 2e, in elk geval de
datum waarop de wet in werking treedt,
minstens worde uitgesteld tot 1 Mei 1926.
«O
Het kabinet Herriot.
De regeering van Herriot heeft thans te
lijden onder de financieele politiek van vo
rige regeeringen tijdens en na den oorlog.
De oorlog werd in Frankrijk, in tegenstel
ling met hetgeen in Engeland geschiedde,
voornamelijk met geleend geld gevoerd. En
na den oorlog maakten de Fransche regee
ringen zich schuldig aan de fout, dat ze bij
de samenstelling der begrooting rekenden
op zeer fantastische inkomsten uit de oor
logsschatting. Toen deze berekeningen
valsch bleken, kwamen de moeilijkheden,
Men herinnert zich hoe reeds het vorige
Ijaar, onder Poincaré, een paniek ontstond.
Mét krachtige maatregelen, maar vooral
met behulp van een Amerikaansche leening,
'wist Poincaré de ramp te bezweren. Sedert
echter is de toestand er innerlijk niets op
verbeterd. En thans staat men weer voor zeer
ernstige moeilijkheden, waaraan Herriot's
minister van financiën Clémentel reeds ten
offer is gevallen.
De heer De Monzie wil nu den feitelijken
toestand consolideeren. Hij stelt daarom
voor, en doet dus wat ook Clémentel wil
de om het maximum van de biljettencir-
zulatie van 41 tot 45 milliard te verhoogen,
waarbij hij dan tevens het maximum van de
voorschotten aan den Staat met vier milliard
(van 22 op 26) wil verhoogen. Men heeft dan
nog eenige speelruimte.
De Monzie wil dan verder een blijvende
verbetering van den financieelen toestand
verkrijgen door een heffing van het kapitaal,
in den vorm van een „vrijwillige" leening te
gen een lage rente wegens het verzet der
socialisten, die een gedwongen rentelooze
kapitaalheffing willen, heeft men besloten
de rente op slechts drie procent te bepalen
in de hoop hiermee de socialisten te kunnen
i winnen.
De commissie van financiën, die het on
derzoek van de regeeringsontwerpen nog
niet heeft kunnen beëindigen, vereenigde
zich weder gistermiddag. Het lijkt dus on
waarschijnlijk, dat de Kamer, zooals Dins
dag besloten was, reeds gisteren met de be
handeling zal kunnen beginnen. Vermoede
lijk kan dit eerst heden gebeuren.
Volgens de memorie van toelichting heeft
de Banque de France, om de regeering uit
den dringenden nood te helpen, bijstand
verleend op een wijze, die in de bestaande
overeenkomsten niet voorzien werd, maar
die reeds precedenten heeft, o.a. Januari
1924. Hieruit blijkt, dat reeds de regeerings-
Poincaré zich aan dergelijke overschrij
dingen schuldig heeft gemaakt, die zich
later wel moesten herhalen. Vandaar, dat
de „Action Francaise" met dikke letters
drukt, dat de regeering valsche munt maakt
sinds Januari 1924 en dat daarbij zoowel het
nationale blok als het cartel gecompromit
teerd zijn.
De algemeene opvatting blijft, dat de
Kamer, zij het ook waarschijnlijk met eenige
moeite en een geringe meerderheid, de ont
werpen zal aannemen, tnaar dat de Senaat
dit weigeren zal. Men is daar overtuigd, dat
een vrijwillige afstand van kapitaal niet ge
noeg zal opbrengen, zoodat de dwangmaat
regelen, door de regeering voorzien, wel in
werking zouden moeten treden en men wil
daar van dezen dwang niets weten.
De Fransch-Duitsche on
derhandelingen.
De Fransch-Duitsche economische on
derhandelingen zijn met het oog op Paschen
acht dagen geschorst. Gehoopt wordt dat
spoedig na hervatting der onderhandelingen
alle hangende kwesties zullen worden op
gelost.
Naar het rechtsche bloc gisterenmiddag
officiëel mededeelt, heeft het Hindenburg
candidaat gesteld voor het Rijkspresident
schap. Hindenburg heeft de candidatuur aan
genomen.
Veldmaarschalk Von Hindenburg is in zijn
77ste levensjaar. Zijn candidaatstelling heeft
groote geestdrift onder de rechtsche kiezers
gewekt, hetgeen blijkt uit een manifest, dat
het rechtsche blok verspreidde en waarin
het o.m. heet:
Wij beschouwen het als den natuurlijken
plicht van alle Duitschërs in stad en land,
zonder onderscheid van stand en geloof, met
kracht en trouw voor onzen Hindenburg op
te komen. Hindenburg was uw leider in een
grooten en moeilijken tijd. Ge hebt hem ge
volgd, hem liefgehad. Hij verliet u niet.
Strijdt voor hem ook thans, nu de oude lei
der zich weer aan uw hoofd wil stellen om
zijn vaderland in den vrede en bij den we
deropbouw te dienen,
Onze leus is daarom: Met Hindenburg
naar den zege! Voor de eenheid van alle
Duitschërs, voor den christelijken aard en
de sociale vorderingen. Voor de grootheid
en vrijheid des vaderlands. Hindenburg red
der uit de tweedracht.
De eerste zitting van de commissie voor
de codificatie van het internationaal recht
is gisteren geëindigd. De volgende tien on
derwérpen zullen in de komende maanden
door kleine studiecommissies, uit de leden
van de commissie gevormd, of door enkele
leden afzonderlijk, nader worden bestudeerd
en onderwerp vormen van rapporten, die in
de Decemberzitting zullen worden uitge
bracht;
nationaliteit;
territoriale wateren;
diplomatieke immuniteit en privileges;
juridisch statuut voor staatskoopvaardij-
schepen;
uitlevering door en crimineele bevoegdhe
den van de statuten met betrekking tot de
licten, buiten hun rechtsgebied gepleegd;
verantwoordelijkheid van de staten voor
schade, op hun grondgebied aan vreemde
personen of eigendommen toegebracht;
de procedure van internationale conferen
ties en de redactie van verdragen;
onderdrukking van den zeeroof;
het begrio „verjaring" in het internatio
naal publiekrecht;
de exploitatie van de rijkdommen der zee.
Intusschen zullen ook particuliere orga
nisaties voor de bestudeering van het inter
nationaal recht hierover worden geraad
pleegd.
De Senaat besprak de begrooting van on
derwijs. Herriot stelde de quastie van ver
trouwen en eischte verhooging van enkele
posten, die de commissie van financiën had
verminderd. De regeering kreeg bij de voor-
loopige telling een meerderheid van twee
stemmen.
De Senaat nam met 142 tegen 140 stem
men een motie van vertrouwen in de regee
ring aan.
'Toen Herriot vernam, dat twee Senatoren
de door hen uitgebrachte stem in den Se
naat hadden gerectificeerd, ofschoon het re-
I sultaat in de zitting reeds was bekend ge
maakt, n.l. 142 stemmen tegen 140, riep hij
tegen half tien een buitengewonen minister
raad bijeen.
Het Eerste Kamerlid Polak heeft aan den
minister van Waterstaat betreffende de nieu
we dienstregeling vn de Nederlandsche spoor
wegen de volgende vragen gesteld:
Indien het bericht juist is, dat de Neder
landsche spoorwegen niet vóór 5 Juni a.s.
de nieuwe dienstregeling gereed kunnen heb
ben en dus de zomertijd niet vóór dien da
tum ingevoerd kan worden, is de minister
dan in staat en bereid mede te deelen:
I. Waarom de directie der Nederlandsche
spoorwegen geen rekening heeft gehouden
met de mogelijkheid van verwrping van het
ewtsontwerp tot afschaffing van den zomer
tijd en geen maatregelen genomen heeft, om
bij verwerping onverwijld met haar dienst
regelingen gereed te zijn?
II. Waarom hier twee maanden noodig zijn
voor het treffen der voorbereidingen voor
de invoering van den zomertijd, terwijl men
in het Bitscbe Rijk, dat niet één, doch vele
spoorwegmaatschappijen en een veel uitge
breider en ingewikkelder spoorwegnet bezit,
op 2 April kon besluiten, op 19 April d.a.v.
den zomertijd in te voeren?
Uit New-York wordt aan hpt Exchange-
agentschap gemeld, dat de stad Sombrerete
in Mexico door een aardbeving nagenoeg
geheel is vernietigd. De aardbeving, die met
vulkanische uitbarstingen gepaard ging, ver
wekte pp tal van plaatsen in de staten Du-
rango én Zacatecas een paniek. President
Calles heeft zich naar Chalchihuites bege-
De Belgische priester de Clippele, die op 21
Januari door bandieten werd ontvoerd, is
naar een telegram uit Peking meldt, vrijge
laten.
EEN INTERNATIONALE DIEVEN-
BENDE GEPAKT.
Een Parijsche detective zag dezer dagen
op de Place de la Bourse een heer en dame
drentelen, wier gedragingen hem eenige ach
terdocht inboezemde. Hij hield ze in het oog
en zag dat de heer een pak, dat hij onder
zijn jas verborgen hield, aan de dame gaf,
die er mede naar een naburige bank ging.
Hij volgde en won in de bank inlichtingen
in, waaruit bleek, dat de vrouw een aantal
bons der Nationale Defensie van 1000 francs
en 10.000 francs had ingewisseld.
Twee dagen later werden de man, Joseph
Hostenbock, en zijn vriendin Julia Wreek,
in hun woning gearresteerd.
Het tweetal had reeds voor meer dan
50.000 francs aan fondsen ingewisseld, welke
het door een vriend, Lavallard, ter hand
waren gesteld. Lavallard werd gearresteerd,
hij verklaarde de fondsen voor een zekeren
Paul Vacher verhandeld te hebben, die met
de opbrengst naar Brussel was vertrokken.
Vacher werd op zijn beurt gepakt en zijn
woning doorzocht. Een belangrijke corres
pondentie werd gevonden, betrekking heb
bende op de groote transactie met interna
tionale oplichters en zakkenrollers, van wie
er zich eenigen in Amerika bevinden. Een
door Vacher's vader gehouden café bleek de
Prof. Veraart vreemdeling in Jeruzalem?
Prof. Veraart had in zijn interview met de
Msb.-redacteur, het Vakbureau bedoeld
is waarschijnlijk het R.-K. Werkliedenver
bond in gebreke gesteld met betrekking
tot de voorbereiding van de a.s. Kamerver
kiezing.
Naar aanleiding daarvan schrijft „De R.-
K. Vakbeweging":
Zooiets is toch eigenlijk alleen te ver
wachten van een vreemdeling in Jeruzalem;
een positie, waarin de heer Veraart ten aan
zien onzer arbeidersbeweging allerminst ver
keert. Ook al nemen we een oogenblik aan,
dat naar de opvatting van heetgebakerde
politici de voorbereiding eener Kamerver
kiezing van alles-overheerschende beteeke-
nis zou zijn, waaraan letterlijk alles moet
worden ondergeschikt gemaakt, dan nog kan
het bekend zijn, dat de leiding onzer ar
beidersbeweging er nog altijd de voorkeur
aan geeft, zich zooveel mogelijk buiten den
politieken strijd te houden.
Niet alleen, omdat er bisschoppelijke
voorschriften zijn, waaraan onze arbeiders
beweging zich welke afwijkingen men
zich in andere kringen ook moge veroorlo
ven wil houden, maar óók, omdat wij
voor ons de politieke ruzie buiten de deur
willen houden.
Dat wil zeggen buiten de deur onzer ar-
De „Gazette de Hollande" bevat een ar-'
takel van kapitein baron J. J. G. v. Voorsf
tot Voorst, van den Generalen Staf (kapi
tein Ronduit), waarin deze de aandacht
vestigt op de verschijning van het eerste
deel van het groote werk, dat de Generale
Staf van het Fransche leger aan de ge
schiedenis van den oorlog heeft gewijd. Dit
deel bevat meer in het bijzonder het relaas
van den strijd aan de grenzen tot 24 Au-
ven, waarheen hulp voor de vluchtelingen I §ust"? J914- Daarin staat o.m. als no. 46
werd gezonden, de tekst van het telegram, dat de Fransche
gezant te Brussel, Klobukowski, den 4er
Augustus .1914 om 11.49 's avonds aan he,
ministerie van buitenlandsche zaken te Pa
rijs heeft gericht. En hierin heette het;
....Duitsche troepen dringen in het ge
bied van Luik voort, voornamelijk naar
het Zuiden, Aan de hoofdzijde hebben de
Duitschërs door de vernieling der brug
gen, in hun voortgang belemmerd, hun
artillerie de Maas bij Eysden doen over
schrijden, en aldus Nederlandscb gebied
geschonden. Men verwacht morgen den
aanval op Luik. De indruk is dat de
Duitschërs ten zuiden van de Maas ver
der trekken....
keeringen onder onze menschen, óók onder
de leidende menschen in onze arbeidersbe
weging, zijn aan te treffen.
Om nog maar te zwijgen van de kiescomi-
té's, die thans op het tooneel van den strijd
verschijnen.
Ook zonder dat onze arbeidersbeweging
zich met den politieken strijd inlaat, is de
differentie al rijkelijk voldoende en zou een
deelname van onzen kant wellicht^ aanleiding
kunnen worden, dat ook anderen zich meer
openlijk gaan weren en aldus een chaos ge
forceerd wordt.
Dat wenschen wij niet te bevorderen, al
leen al niet, omdat onze arbeidersbeweging
uitsluitend een sociale beweging is, die van
politieke ewesties alleen maar schade kan
verwachten.
Een adres van „Horecal" aan de
Tweede Kamer.
De Nederlandsche bond van werkgevers
in hotel-, restaurant- en aanverwante be
drijven „Horecai" heeft een adres gezonden
aan de Tweede Kamer, waarin de bond te
kennen geeft, met groote bezorgdheid ken
nis te hebben genomen van het ontwerp van
wet tot wijziging der Drankwet, welke be
zorgdheid speciaal geldt de voorgestelde
wijzigingen, bedoeld in art. 1 van het Ont
werp van Wet, sub 2e en 6e, en die, bedoeld
Met geen woord wordt in het boekwerk
op de gebleken onjuistheid van Klobukows-
ki's bewering gewezen. Integendeel, op blz.
91 wordt er nog eens melding1 van gemaakt:
„Men verneemt dat strijdkrachten, die
op vier legerkorpsen worden geschat,
tusschen Aken en Recht Belgisch grond
gebied zouden zijn binnengedrongen. Ar
tillerie-elementen zouden bij Eysden de
Maas hebben overschreden en aldus Ne-
derlandsch grondgebied hebben geschon
den."
beidersbeweging,
Wij hebben thans in ons katholieke kamp
plaats van samenkomst te zijn van een ben- Staatspartijers, Michaëlisten en Volkspar- in art. 2 sub III.
de misdadigers, o.a. de moeder van Vacher, j tijers en de veronderstelling is zeker niet Wat de bezwaren van den bond betreft,
die reeds wegens zakkenrollerij was gestraft. gewaagd, dat alle drie deze politieke scha-1 wordt er o.m. op gewezen dat:
Moet zoo iets nu maar onweersproken in
een werk worden opgenomen, dat straks
als eerste klas historisch bronnenmateriaal
zal worden aangezien?
(Limb. Koerier^
Een Hollandsche pelgrimage van het Ne-
derlandsch reisbureau van Roomsch Katho
lieken met de Weleerw. heeren C. Boek
horst en J. van den Wiel professoren van
het Klein Seminarie Hageveld en A. J.
Oudejans, pastoor van Warmond is
dagmorgen na een goede reis te Rome aan
gekomen.
'38
Het kwam hem ongeloofelijk voor. Het
scheen eemdroom. Maar er was geen sprake
van een droombeeld; de donkere figuur der
voor hem uitgaande vrouw, de bittere koude
en de sneeuwjacht hadden niets met een
droom uit te staan; hij was zelfs wakker
heerlijk wakker, want hij was immers vrij!
Na eenige minuten stevig te hebben door-
geloopen, hield Bertha Schmidt stil voor een
huis, deed de deur er van open en verzocht
Max binnen te gaan.
„Gij zijt hier voor vannacht veilig, zeide
zij tot hem, „dat wil zeggen; indien gij ge
daan hebt, zooals ik u heb geschreven en
Herman zóó geraakt hebt, dat hij bewuste
loos is geworden dit vormde het voor
naamste gedeelte van mijn plan voor uw
ontvluchting
„Ik ben bang," hervatte Max, op een toon
van bezorgdheid, „dat ik nog al hard gesla
gen heb; hij was totaal bewusteloos en zou,
dacht me, wel geruimen tijd in dien toestand
blijven." Hij vertelde haar, dat Herman hem
had bevolen den stoel te gebruiken als wa
pen en hoe hij had geaarzeld, doch ten slot
te had toegeslagen, toen hij hoorde dat het
de eenige manier was.
„Het was ook de eenige manier," zeide
zij. „Ze zullen Herman nu zeker nooit ver
denken van medeplichtigheid aar, uw ont
snapping."
„Ik weet niet, hoe ik u en hem-bedanken
moet," zeide Max diep ontroerd: „Ik kan
mijne gevoelens niet onder woorden bren
gen."
„Het was een schuld die betaald moest
worden, maar ik heb die nog -niet ten volle
betaald," zeide zij. Kom mee, ik zal u eens
iets laten zien."
Zij nam hem mee naar een kamertje en
daar lag in een bedje kleine Fritz, als n
slapende roos, 'n heerlijk schilderijtje vor
mende, dat het hart van iedere moeder ver
vuld zou hebben van vreugde.
„Hij zou daar niet gelegen hebben
zooals hij er nu ligt, indien gij er niet ge
weest waart," zeide Bertha Schmidt tot
Max en er waren tranen in haar stem en in
hare oogen; de moederlijke liefde veran
derde haar geheele wezen! Deze vrouw, zoo
dacht Max, toen hij haaf aankeek, mocht
misschien slecht geweest zijn, zij was zeker
niet door en door slecht.
Zij bracht Max vervolgens naar een slaap
kamer.
„Hier kunt ge vannacht slapen," zeide zij.
„Morgen zullen we verder zien. Indien Her
man tóch nog verdacht wordt, zullen ze hier
zeker huiszoeking komen doen, maar met
het oog daarop heb ik maatregelen genomen.
Zie eens!"
Zij opende een kleerkast, die vol hing
met vrouwénkleeren werkte deze laatste
met eenige moeite op zijde en toonde hem
een schuifdeur, die toegang gaf tot een ka
binetje, dat bijna groot genoeg was om door
te gaan voor kamer.
„Indien zij morgen misschien naar u ko
men zoeken, moet ge u hier verbergen,"
zeide zij, hem alleen latende.
Max was veel te veel opgewonden om
dien nacht goed te kunnen slapen, en toen
Bertha hem den volgenden morgen een klein
ontbijt bracht, was hij reeds op en gekleed
in de uniform van haar broeder.
„Ge moet hier nog 'n beetje blijven," zeide
zij tot hem; „het sneeuwt nog altijd, en de
wegen zullen moeilijk begaanbaar zijn."
Even later bracht zij hem een krant, doch
daar stond niets in van bijzonder belang; hij
snakte er naar Trier te verlaten en de tijd
kroop voorbij. Doch omstreeks het middag
uur kwam daarin plotseling verandering.
Men hoorde in het huis een geluid van
stemmen, dat steeds harder klonk; hij kon
de stemmen en ook wat er gezegd werd,
duidelijk onderscheiden het was de stem
van Bertha Schmidt en die van eei^ man;
het was daarenboven de stem van een man,
die Max gemakkelijk herkende, omdat hij
haar dikwijls gehoord had in den ontvantf-
salon van de Willoughby's in St. Anton's
Avenue. Op het eerste oogenblik kon hij
zijn ooren nauweliiks gelooven, doch toen
hij scherp toeluisterde, wist hij zeker, dat
hij zich niet vergiste.
De stem van den man was de stem van
kapitein Hollander! Zij klonk woest en woe
dend.
„Ja!" riep Hollander; „de Engelschman,
zooals jij hem noemt, is ontsnapt. Te oor-
deelen naar hetgeen je gisteren over hem
zeide, Bertha, zal het je, geloof ik, wel ple
zier doen. Wanneer ik het niet als iets on
mogelijks moest beschouwen, dat jij de hand
had gehad in zijn ontsnapping, zou ik waar
achtig denken, dat dit het geval was "ge
weest. En het is in elk geval vreemd, dat de
man, dien hij aangevallen en overrompeld
heeft, je broer Herman is."
„Maar ge hebt me verteld, dat Herman er
erg aan toe is," sprak Bertha op dringenden
toon en alsof zij dit reeds meermalen aan
Hollander gezegd had.
„Ja, daar is geen twijfel aan hij zal
verscheidene dagen in bed moeten blijven;
de Engelschman heeft hem tegen den grond
geslagen met een stoel. Neen, het is niet
waarschijnlijk, dat Herman in 'n kompiot
heeft gezeten. Maar 'n vreemde historie blijft
het in elk geval."
„Wanneer heeft men ontdekt, dat de En
gelschman ontsnapt is?"
„Te middernacht, toen de schildwachten
werden afgelost. Men heeft Herman op den
vloer bewusteloos gevonden en de gevange
ne was verdwenen. Aanstonds werd alarm
geslagen; men ging overal aan 't zoeken,
doch de kerel was nergens te vinden."
1 „Dat doet me plezier," zei Bertha eenvou
dig.
„Doet je dal plezier, gekkin, die je bent!''
riep Hollander.
„Ter wille van het kind," zeide Bertha op
warmen toon.
„Wat kan mij dat kind schelen!" riep Hol
lander. „De vlucht van dien man slaat al
mijn plannen in duigen dat is liet eenige,
waaraan ik denk en dat me razend maakt!"
„Slaat zij al uw plannen in duigen?" vro.eg
Bertha. „Wat waren uw plannen?"
„Hoe durf je me op die manier toespre
ken?" viel Hollander tegen haar uit.
„Was u van plan hem voor goed uit den
weg te ruimen?" vroeg zij.
„Bertha Schmidt! Ben je krankzinnig?
Heb je je hersens verloren?" snauwde hij de
vrouw toe, doch deze was even geprikkeld
en driftig als hij.
„Neen," antwoordde zij op scherpen, har
den toon. „Maar gij zijt niet langer mijn
meester!"
Toen Max Hamilton deze woorden hoor
de en hij hoorde ze duidelijk was het
of er opnieuw een tipje werd opgelicht van
den sluier, die over het drama van Sylvia
Chase hing, en hij vroeg zich af: „Wat is
kapitein Hollander?" Hij had gehoord, dat
Hollander een spion was, een geheim agent
van het Duitsche leger, maar wat was daar
van waar?"
„Ik ben je meester niet meer, daar heb je
gelijk in," zei Hollander, „maar je moet me
niet tergen door me aldus toepte spreken,
Bertha!"
„Denk aan hetgeen ik gezegd heb; ik ben
blij, dat de Engelschman heeft weten te ont
snappen, doch alleen omdat hij kleinen Fritz
gered heeft," herhaalde zij.
„Hoe dikwijls moet je me dat vertellen?
Wat kan mij dat kind schelen!"
Bertha keek hem toornig aan. 1
„Zeg dat niet!" riep zij uit. „Ik ben dolblij
dat de Engelschman ontsnapt is. Wat hadt
ge tegen hem? Waarom hebt ge hem in een
valstrik gelokt en hem naar Trier laten ko
men? Wou je hem vermoorden evenals
je mijn meesteres vermoord hebt, maar op
een andere manier?"
„Schreeuw niet zoo ze kunnen je op
straat hooren. Blijf bedaard," zei Hollander,
zelf kalmer sprekende dan hij tot dusverre
gedaan had. „Ge weet, dat Sylvia Cbase
dood moest; dat wist zij zelf ook; er be
stond alle reden voor."
De vrouw zweeg.
„Ik heb haar vermoord, dat is zoo," ging
Hollander op nóg zachteren toon voort, zoo
dat Max, die huiverde van ontzetting, hem
ternauwernood verstaan kon. „Er was geen
andere keus en er was geen ander middel
dat weet ge evengoed als zij het wist; hef
moest gebeuren. En wat jou betreft, Bertha,
waarom beklaag je jezelve? Is niet alle»
voor je gedaan, wat je beloofd is geworden?
En nu ben je blij, omdat mijn vijand ont-
snaptl"
(Wordt vervolgd)