*"MS RUBRjci\ #É99 V J reis Beschrijving derPIaat i"!| f4 Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Vrijdag 10 April 1925 Het moderne ondergoed. Een behagelijk kamerhoekje Patronen naar Maat. ■(M.j i >_i 111 Lujj j j Beschrijving van den Jumper leis over aardappelen. Gebrek aan eetlust, Bacteriën. Zolf verven van kleeren. „Tien Geboden" voor Efectriciteitsverbruikers. Practische wenken. Recepten. UIT DE MOPPENTROMMEL. Ingezonden mededeelingen 60 cents per regel. Üven fijd worn Guavellis F E u I L L E O N. jhzA^oüWEM- De tijd, dat de vrouw haar ondergoed hoos van rware wollen stoffen, jaeger, flanel en zelfs gebreide wol, is voorbij, want de tegenwoordige mode heeft daartegen groote ernstige bezwaren. Hoepelrok en keurslijfje toch liggen ver achter ons en eveneens dus het ondergoed dat daarbij paste. Daarvoor inplaats hebben we de bij genoemde dracht vergeleken zeer eenvoudige costuums van thans. Ze laten geen lichaamsvormen zien doch stellen slechts een rechten overal even wijd koker voor en die alleen op de breedste gedeelte aansluitend is. Hiermee in over eenstemming zij dus ook het ondergoed. Het mag niet te wijd zijn omdat het dan zou bobbelen onder het bovengoed, wat niet mooi zou zijn. Vanzelf sprekend is dus de stof cok dunner dan vroeger en ziet men zelfs veel crêpe de chine en japanzijde gebrui ken ,in wit en rose, maar den laatsten tijd vooral lila. Toch is natuurlijk door de meeste vrouwen een mooie, zeer fijne ka toen het meest gewenscht omdat deze ster ker is. We zien als voorbeeld No. 159, een broekje en een bijbehoorend daghemd, bei de van fijne witte katoen. Ze zijn beiden ge garneerd met twee plooien aan weerszij den een paar fijne borduurmotiefjes in noodig twee stukken van 28 c.M. bij 6 c.M breedte en langs de zakken twee stukken van 10 c.M. bij 40 c.M. breedte. Langs den kraag haakt men ten slotte met 6 wollen draden, van dezelfde kleur als de randen een kettingsteek waarvan men tevens het strikje maakt. Op een bank of divan kan men nooit te veel kussens hebben Hoe knus en gezellig ziet het hoekje der kamer er uit, waar de divan staat, beladen met zachte kussens van eiken vorm en kleur. Een aardig effect verkrijgt men, door de divan niet vlak tegen den muur aan te zetten, doch schuins in den kamerhoek te plaatsen, Zoodat een driehoek er achter open blijft. In deze ruimte zet ge b.v. een laag tafeltje, waarop cenige boeken in kleurige fraaie bandjes uitnoodigend gereed liggen. Ge kunt dan al rustende een er van grijpen en zoo een aangenaam oogenblikje genieten. Hoe Oostersch doet een lage bank, waar op velerlei kussens in donkere nuancen door een liggen 1 Satijn, zijde en fluweel zijn de stoffen waarmede ge voor dit doel de mooiste effecten bereikt. Op den grond kunt ge eenige poefs plaat sten, welke, wanneer ze stevig gevuld zijn tot zibankje kunnen dienen. aardappel lekker, terwijl een ander juist een losse kruimige verkiest. De waarde van aardappels hangt verder af van de dikte der schil ze moeten weinig en niet diepe oogen hebben en stevig aanvoe len. %ij het koken van aardappelen moet men er steeds op letten ze van gelijke groote te nemen, daar ze anders ongelijk gaar worden, en geen groote aardappelen door te snijden, omdat ze dan zetmeel verliezen. Bij de verschillende bereidingswijzen, zooals koken, stoomen, stoven en bakken, zwellen de zetmeelkorrels door opneming van vocht op, barsten gedeeltelijk en gaan iti de beter verteerbare stijfselpap over. De beste manier van bereiden is wel de aard appelen met de schil te stoomen, daar er dan geen zetmeel of zouten verloren gaan, terwijl de verandering in stijfsel vollediger schijnt plaats te hebben dan bij het koken. De met de schil bereide aardappelen zijn te verkiezen boven de geschilde, omdat na de bereiding de schil er als een dun vliesje kan korden afgenomen, zonder dat van de aardappel andere bestanddeelen verloren gaan. Deze manier is ook zuiniger, daar men zelfs bij zeer dun schillen van de rauwe aardappel altijd meer zal verliezen. Oude aardappelen moet men echter vóór het koken steeds schillen, omdat de diepe pitten en uitloopers daaruit eerst zorgvul dig verwijderd moeten worden. Er komt daarin een schadelijke stof, solanine, voor. Voor hel gaar stoomen van aardappelen is de gaatjespan van de stoomkoker geschikt. De meest gebruikelijke wijze is nog de 'aardappelen geschild te koken. Bij het af gieten gaat echter een deel van het eiwit en zetmeel en ook een groot deel der zouten verloren. Stoven en bakken zijn twee bereidings wijzen, die doorgaans worden toegepast om aardappelresten op een smakelijke wijze op te maken. Aardappelen worden ook wel rauw ge- bakken men moet er dan natuurlijk voor zorgen, dat ze niet alleen bruin, doch ook gaar worden. In October is het de beste tijd om ,aard- aj pelen voor den winter op te doen; men rekent voor winterprovisie ongeveer een half mud per persoon (van November tot Mei.) De algemeene kenmerken van goede aard appelen zijn; dat zij weinig en niet tc diepe putten vertoonen, geen uitloopers hebben en niet week aanvoelen. verkeeren van dc haarvaten van den maag wand, iets wat de afscheiding van het maagsap voorafgaat. Komt er nu voedsel in de maag, dan heeft die afscheiding dus plaats, het bloed, dat de haarbuisjes deed zwellen, trekt zich terug en de zenuwen brengen het gevoel van honger niet meer over. Wel bekend is het, dat het gevoel vaa honger b.v. tijdelijk wordt opgeheven door onverteerbare stoffen in de maag te bren gen, aarde, klei enz. Wilden en reizigers beproefden herhaaldelijk dit middel, doch dit helpt slechts tijdelijk,want daar aan de be hoeften van het geheele lichaam niet wordt voldaan, zal deze plaatselijke aangebrachte hulp ons niet van veel nut zijn en weldra zal de maag nog sterker om voedsel vra gen. Niet zelden komt het ook voor, dat het gevoel van honger niet eens wordt op gemerkt, wanneer wij zéér ingespannen zitten werken met geest of lichaam. Iemand die studeert, zal een groot gedeelte van den nacht kunnen werken, zonder eenig gevoel van honger waar tc nemen; maar wanneer hij zijn zwaar vermoeid hoofd op zijn peluw ter ruste legt, zal zijn leege maag er hem aan herinneren, dat hij voedsel noodig heeft en op een verfrisschenden slaap hoeft hij dan niet te rekenen. Wor den wij niet voldoende gevoed, dan ver teert het lichaam aan zich zelf en het bloed verkrijgt de noodige bestanddeelen door een sneller doen afnemen van verschillende weefsels. Het weefsel, dat dan den eer sten aanval heeft te weerstaan is het vet en verlies aan vet gaat gepaard met ver laging van temperatuur an het lichaam. Ge heel buiten voedsel kan een mensch niet langer dan een weck, maar gebruikt hij wa ter, dan kan hij het veel langer uithouden. Niets is zóó geschikt om den gezonden eetlust op te wekken als lichaamsoefeningen in het algemeen. Daaronder verstaan we, het natuurlijke wandelen, zwemmen, gym- nastiseeren en alle openluchtspelen! In werkelijkheid heeft een zittend leven ongesteldheid tengevolge, die het leven verbittert en verkort, onze rust verstoort, ons den eetlust voor onze maaltijden ont neemt en doet leven in een toestand van voortdurende verveling en gejaagdheid. Een koortspatiënt mag vooral geen spijs krijgen, ook al zou hij honger heoben, Wat verfrisschend gerstennat voldoet ook in Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Patrons, Molenstraat 48 B., Den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande teeekening. veanpetqj 5&«r>efp£ IGIjï JjBJu Trvoiud" yam<L vooz ijn borduur katoen (waarvan men het pa- roon onderaan gedeeltelijk op de teekening ziet) verder ó-jour randjes en festons. Veel vrouwen geven er den voorkeur aan om van het onder- en het nachtgoed een compleet stel te hebben daarvoor zien we in No. 160 een nachtjapon van dezelfde witte katoen met è-jour randjes, broderie en festons ge heel gelijk aan die van No. 159. In die bijde zijden een paar platte plooien en een door geregen lint van rose zijde. i Zet den rug op met 149 steken (50 c.M.), brei steeds averechts, echter met dien ver stande, dat men één steek averechts breit en de volgende overrechts maar op de pen laat liggen, enz. De volgende toeren doet men hetzelfde, doch zoo, dat de averrecht- sche steek die men Iaat liggen, kómt op den steek die men opnam. Als men een hoogte heeft van 56 c.M. kapt men den rug laf. I Het voorstuk werkt men geheel gelijk aan den rug, echter tot op een hoogte van '36 c.M. Daarna breit men de beide helften van de halsopening ieder apart tot een hoogte van 20 c.M. en kapt ze dan af. Begin de mouwen bovenaan en zet steken op tot een lengte van 40 c.M. 20 c.M. breit men geheel rechts daarna mindert men iedere toer 2 steken tot de mouw een lengte heeft van 44 c.M De zakjes zijn 10 c.M. breed en S c. hoog. Voor de afwerking gebruikt men onder langs den jumper een band van 6 c.M. breedte van rechtsche steken en in een contrastee- irende kleur wol. Voor de mouwen heeft men Ge zult zien hoe behagelijk ge gestemd zijt, wanneer ge na volbrachte plichten, die wij allen hebben, een rustig oogenblik kunt mijmeren, omgeven van fleurige, mollige kussens. I De aardappel, dien wij gebruiken, is de knol van de aardappelplant, die eenige eeu wen geleden door Francis Drake uit Ameri ka naar Europa werd overgebracht. De aardappel ontleent zijn voedingswaar de voornamelijk aan de zetmeelstoffen, die hij bevat, ongeveer 20 pCt. Van dit zetmeel wordt dan ook het aardappelmeel gemaakt, dat in de bekende roode pakjes in den han del komt. Behalve deze hoeveelheid zetmeel bevatten de aardappelen zeer weinig eiwit en bijna geen vet, zoodat ze voor het groot ste deel uit water bestaan. Hieruit blijkt wel, dat de aardappel een zeer onvoldoend voe dingsmiddel is en met eiwit- en vetrijke voe dingsmiddelen gebruikt moet worden. Het gebruik van groote hoeveelheden aard appelen aan den maaltijd is dan ook af te keuren ze dienen hoofzakelijk als aanvul ling, voeden niet en hebben bovendien^ een verkeerden invloed op het spijsverterings kanaal. Er zijn verschillende soorten aardappelen, zooals zand-, duin-, en klelaardappelen, die den naam dragen naar den grond waarop ze geteeld worden. Zandaardappelen zijn iets minder voedzaam dan kleiaardappelen, maar wat fijner van smaak. Duinaardappelen zijn fijner en hooger in prijs, ze blijven echter in het voorjaar langer goed, terwij! kleiaard appelen in 't voorjaar niet zoolang lekker blijven. Bij aardappelen geldt echter vooral het ge zegde: „over den* smaak valt niet te twis ten', want de een vindt een gladde, stijve Men moet de aardappelen op een droge, donkere vorstvrije plaats in houten bakken betwaren en ze bij vorst nekken. De kisten mogen niet tegen een buitenmuur staan en om ze tegen vocht te vrijwaren moet men de kist op een laagje turven plaatsen. Bij het bevriezen van aardappelen gaat een gedeelte van het zetmeel in suiker over waardoor ze den bekenden zoeten smaak krijgen. Men kan bevroren aardappelen wel weer bruikbaar maken door ze eenige dagen te voren in een verwarmd vertrek te leggen en ze daarna een nacht geschild in water te laten staan; de zoete smaak trekt er dan veel af. Men moet ze echter 't liefst maar in stamppot gebruiken. Bij het meerendecl der tegenwoordige mer.schen is werkelijke honger een onbe kende gewaarwording/ Dat komt hier van daan, omdat het den meesten menschen ontbreekt aan den benoodigden vermoeien- den arbeid. Er wordt vee! meer met den geest, dan met het lichaam gewerkt en ook liet middel door de ouden aangewend, om kunstmatig een gezonden honger op te wekken, n.l. het vasten, wordt tegenwoor dig ook nooit meer in praktijk gebracht. Bij ziekten, waarbij bet ons waarlijk aan allen eetlust ontbreekt moesten we waar lijk ook met minder bezwaar toegeven aan deze natuurgeneeswijze Door rust keeren alle organen weer des te beter tot hun natuurlijke wérking terug. Bij influenza b.v. heeft dè patiënt vast en .zeker ggen trek; maar hij ligt ook te bed, dus slijt veel min- En nu eens even nagegaan, hoe het gevoel van honger eigenlijk wel ontstaat? Waar schijnlijk door het in gezwollen toestand zulk een geval. Eerst moet de koorts ge weken zijn. anders wordt deze nog slechts veel meer aangewakkerd door dien toe voer van voedsel. Voor iemand, die gezond zijnde, toch weinig trek heeft, verdient het aanbeveling dikwijls erwten en boonèn te eten, daar die in kleine hoeveelheden een groot quantum vcedsel bevatten. Over die gevreesde en veel besproken diertjes beerschen de zotste begrippen. Er zijn menschen, die meenen, dat millioeneo ziektekiemen door de lucht zweven en men kans heeft, bij het openen van den mond, dat een zwerm daarin zal neervallen. Ande ren zijn. zoo van die dwaasheid overtuigd, dat ze geen de minste voorzorgen noodig achten. De juiste waarheid ligt alweer in het midden. Wetenschappelijk is bewezen nat ziekten als tering, typhus, cholera, pest en diphthe- ritus door bacteriën worden teweeggebrcaht. Er zijn onschuldige en kwaadaardige bac teriën. Beide zijn verschillend vin vorm, de korte, dikke zijn bacteriën, de lange, staaf- vormige ftocmt men bacillen, die verdeeld worden in .allerlei soorten met geleerde namen gedoopt, waar niemand buiten de doctoren iets van, begrijpt. De bacillen huizen bij alle menschen en het kan voerkosten, dat diphtheritis-mxero- ben jarenlang in den mond van iemand woe keren, zonder schade toe te brengen, terwijl diezelfde personen ze te eeniger tijd kan overdoen aan een ander, wiens dood ze ten gevolge kan hebben. De ziekte-aanbrengende bacillen hebben- vochtig dierlijk of plantaardig voedsel uoo- dig. Van dc lucht alleen kunnen zij niet leven. Zij zijn gevoelig voor koude, reinheid schuwen ze, bloedwarmte hebben ze het liefst, van daar dat ze den mond voor namelijk als zetel kiezen, geen beter levens- elementl Een onreine mond is in volle waarheid een bacteriënnest, waar gansche geslachten woekeren. Ze zetten zich vast in het zieke tandvleesch en holle kiezen, soms verspreiden zij zich tot in de schedelholten, in het binnenste van het oor, in de speeksel klieren of longen en krioelen in het bloed, Als men nagaat hoeveel ziekten daaruit kun nen ontstaan, begrijpt ieder van hoe groot gewicht het is, den mond rein te -houden en kinderen van joogsaf, tweemaal daags de tanden laten borstelen. Te weinig wordt er op gelet, dat 9tof zoo geschikt is om ziektekiemen over te bren gen, Milliarden stofdeeltjes omringen ons nog lang, nadat voor het oog de „goed- geschuierde" kamer in orde is. ze dringen in neus en longen. Voor die aanleg tot ziekte hebben, kan het onschuldige stof levensgevaarlijk worden. In het begin van den zomer zien onze jonge meisjes er vaak zoo frisch uit in hun keurige japonnetjes, maar als wij diezelfde japonnetjes nu voor den dag halen, dan ko men we vaak tot de ontdekking dat ze vaal en verschoten zijn. Het dragen van zulke japonnetjes is dan onmogelijk dus moeten ze een opknappertje hebben. Daarvoor kan dan de verfpot dienen. Zelf kunnen we heel goed onze kleeding yerven als we maar een pakje verf koopen en stipt de aanwijzigingen op het pakje vol gen. Zoo hebben we voor weinig geld weer een nieuwe blouse of jurk, die vaak weer lang gedragen kan worden. 't Is echter lang niet altijd gemakkelijk om te verven, het beste verft men zijde en wol; linnen en katoen daarentegen nemen niet zoo goed verf op. Ook nemen de ver schillende stoffen heel verschillend dezelf de kleur op. Als men gaat verven moet men bovendien rekening houden met de oorspronkelijke kleur; b.v. groen geverfd met blauw geeft niet blauw maar paars, enz. Er zijn verschillende soorten verf bij eiken drogist verkrijgbaar. Het te verven kleedingstuk wasschen we als het vuil is; spoelen het daarna in koud water en drukken het uit. De verf wordt vervolgens met heet water aangemengd en aan de kook gebracht. (De benoodigde hoeveelheden staan op elk pakje aangege ven). Vervolgens wordt het natte kleeding stuk in den verfpot gestopt en hierin on der voortdurend roeren, 10 minuten ge kookt, Van het roeren hangt zeer veel af, want de verf moet door dit roeren het ge heele kleedingstuk raken, anders ontstaan er vlekken. Daarna wordt het kleedingstuk in koud water zoo vaak gespoeld, dat het geen kleurstof meer aflaat. Het wordt met den verkeerden kant naar boven te drogen gehangen en gestreken als het nog vochtig is. Donkere kleuren worden om glim men te voorkomen aan den verkeerden kant gestreken. Wil men dezelfde kleur donkerder, dan neemt men meer pakjes verf. 't Beste is, voer dat men het kleeding stuk in de verfpot doet eerst een lapje te verven, dan weet men welke kleur men precies krijgt en kan men naar verhouding meer of minder verf nemen. Wanneer de stof nog goed is, maar dc kleur leelijk, blijft het altijd nog al ge waagd, om zelf te verven. Men kan het dan laten verven in een inrichting. Waar electriciteit in huis is, zouden wij de- volgende .,tien geboden" willen uitvaar digen: 1. Laat reparaties alleen door vaklui uit voeren. 2. Laat de electrische geleidingen zoo hoog aanbrengen, dat ze niet aan beschadi ging zijn blootgesteld. 3. Gebruik alleen losse snoeren (voor schemerlampen, strijkijzers, melkkokers, wa terketels, enz.) die zoo buigzaam mogelijk zijn en cffe op deugelijke wijze zijn getnso- leerd. 4. Vermijd het, de snoeren te buigen of te knikken, hang ze niet aan scherpe haken of spijkers, 5. Laat stopcontacten en schakelaars zoo hoog aanbrengen, dat ze buiten het bereik zijn van kleine kinderen. 6. Zorg ervoor, dat in de badkamer geen schakelaar of stopcontact onder 't bereik is van den persoon, die een bad neemt. 7. Vermijd zoo magelijk het aanbrengen van stopcontacten in bad- en waschkamer», in keldertrappen en op andere gevaarlijke plekken. 8. -Schroef alleen lampen in of uit als de stroom is afgesloten en bekleed geen enkele electrische geleiding met gaas, papier of andere licht-brandbare stoffen. 9. Raak tijdens een onweer de electrische eleiding niet aan. 10. Schakelt bij langere afwezigheid alle electrische apparaten uit. VOCHTIGE HUIZEN. Om de vocht uit ons huis te verdrijven, plaatse men in de vochtige kamer of kelder een bus met 1 pond chloorkali. Het water dat zich vormt in de chloorkali verdampt weer, zoodat de chloorkali steeds bruikbaar blijft. Geruimen tijd zal het vochtige ver trek droog blijven. Goed is het later de chloor kali te vernieuwen en dit vol te houden tot zich geen spoor van vocht meer vertoont. Tong met tomatensaus. Het vel van de tong aftrekken, dan de visch wasschen en zouten. De tong op een met boter ingesmeerden, vuurvasten scho tel leggen, overgieten met de tomatensaus, het deksel op den schotel leggen en in den oven 20 it 30 minuten laten stoven. Stokvischschotel. De geweekte stokvisch wasschen, met koud water opzetten en 3/4 uur laten koken, na toevoeging van zout. Dan de graten ver wilderen en de visch fijn hakken De rijst ko ken in 3 maal zooveel water als rijst. Eenige uien schillen en in schijven snijden en licht bruin bakken in de boter. De mosterdsaus kan bereid worden met een gedeelte van het stokvischwater, ook een ansjovissaus behoort hierbij. Deze maakt men van in den handel voorkomende flesch- jes. Wanneer alle onderdeden van het ge recht gaar zijn, doet men ze op een vuur vasten, met boter ingewreven schotel. De bovenste en de onderste laag moet aardappel- purée zijn, daartusschen ligt dan om en om de stokvisch, de rijst en de saus. Als de scho tel gevuld is, bestrooie men hem met paneer meel en legt hier en daar een stukje boter, waarna ge hem in den oven plaatst. DE STATISTICUS. De jonge Nieuwman -is een hartstochte lijk statisticus. Onlangs trouwde hij en op de huwelijksreis verzocht hij zijn vrouw zich aan een station te laten wegen. Daarop nam hij een notitieboekje en begon mompelend te rekenen: Uitgaven voor de bruiloft.... reisgeld.gedeeld door.... Tot dusver, lieveling, kost je mij nu precies 27 y2 gul den per pond." WIE 'T LAATSTE LACHTE. Een artillerie-officier lachte om een vrees achtige jonge dame, omdat zij bang was voor een kanon, dat afgevuurd werd. Later huwde hij met datzelfde meisje en nu, zes maan den na de bruiloft, trekt hij zijn laarzen be neden aan de trap uit, als hij 's nachts uit de soos komt. VEELZEGGENDE VERZEKERING. Zij „Zeg, man, de huwelijksmakelaar, die ons samengebracht heeft, is vannacht vermoord." Hij „Ik heb 't heusch niet gedaan, vrouw tje." HIJ BEDACHT ZICH. Man (boos) s „Wie heeft u gezegd dft papier op den muur te plakken Behanger: „Uw vrouw, mijnheer. Man: „Hm.... wel een aardig patroontje vind je niet Prima 2 cti. Cigarettes (itroomondst.) Spedals 2'/i ((end Corona 3 (ronder 39 „Omdat hij het kind gered beeft," zeide zij opnieuw. Hollander wendde zich van haar af met een verwenscbing naar Max ten minste opmaakte uit de wijze waarop zij werd ge uit; het juiste woord of de juiste woorden kon hij niet verstaan. Er volgde nog eenige woorden die hij evenmin verstaan kon. Vervolgens hoorde hij Hollander duidelijk zeggen: „Als hij nog in Duitschland is, zal bij wel gepakt worden." Max begreep, dat deze woerden op hem bedoeld waren. „Elke trein wordt bewaakt hier en langs de geheele lijn tot de grens; op alle wegen zijn piketten ge plaatst." „Ik hoop, dat bij zich buiten Duitschland reeds is veiligheid bevindt, zeide Bertha „Waarom ligt je toch zooveel gelegen aan dien vervloekten Engelschman? Ik begrijp je niet!" „Ik heb het u al meermalen gezegd, maar ge wilt het blijkbaar niet begrijpen." Max hoorde vervolgens het geluid van Hollanders en Bertha's voetstappen, Hollan der ging heen; daarna kwam het gedruisch van het sluiten der buitendeur Hollander was' weg. Het gesprek had slechts kort geduurd en daarom had Max geen tijd gehad om over hetgeen hij hoorde voldoende na te denken. Nu Hollander weg was, ging alles hem weer opnieuw door den geest. Welke verbluffende onthullingen! Hoe vulden zij al het gebeurde aan! En deze man, deze 'Hollander! Welk een afschuwelijk, welk een verschrikkelijk karakter had hij in hem leeren kennen! Max dacht over een en ander na, toen Bertha Schmidt de kamer binnenkwam. „Ik heb alles of nagenoeg alles gehoord, dat tusschen u en kapitein Elollander gespro ken is," zeide Max. „Ja," antwoordde zij, maar op onverschi.- ligen toon, alsof hetgeen hij gehoord uad voor haar van geen beteekems was. En op een anderen toon, waarin blijdschap met vrees gemengd was, voortgaande, zeide zij; „Voor het oogenblik zijt gij veilig; hij ver moedt nu niet meer als hij het misschien te voren gedaan mocht hebben dat gij hier in huis zijt Toch is het niet goed voor u hier te blijven. Ik heb dezen morgen kleinen Fritz, ondanks de sneeuw, uitgestuurd naar een van onze buren; maar hij komt vanmid dag terug. Gij moet zien, dat ge vanavond weg komt de sneeuwstorm zal dan wel over zijn; en als dat niet het geval is, moet ge tóch heengaan." 1 -Ja." zei Max haastig. „De sneeuwstorm heeft mij gisteravond geholpen; hij zal roe vanavond wel weer helpen. Ik ken de streek zoo'n beetje, en de grens is op slechts enkele mijien afstand van bier. Ik moet mijn kans W'',ik"' zal u een eindweegs vergezellen," ze'ide Bertha, „lk ken elk paadje en elke voetbreeds gronds." „Gij zijt zeer vriendelijk, bracht Max hiertegen in „maar „Wij moeten u onze schuld betalen ten volle betalen," antwoordde zij op beslisten '°°Als gij naar Engeland terugkeert, moet ge oppassen voor kapitein Hollander; hij weet niet, wat ge hier over hem gehoord hebt als hij het wèl wist, zou hij met naar Engeland terugkeeren, maar nu hij het niet weet, zal hij spoedig in Londen terug zijn Pas dan op, want hij is uw vijand, cn hij zal voor niets terugschrikken om zijn doel te bereiken." „Wat doet die man toch eigenlijk? vroeg Max. Bertha bleef 'n oogenblik zwijgen en ging daarna voort: „Het is het beste, dat gij alles van hem weet wat er van he n te weten valt dan weet ge ook, hoe te handelen, als gij te Lon- der. komt," zeide zij op dien eigenaardigen beslisten toon, dien zij naar Max zich herinnerde ook bad aangeslagen, toen "i haar getuigenis aflegde tegenover de justitie. „Hij is het hoofd van den Duitschen spion- nagedienst in Engeland, ofschoon men daar gelooft, dat hij in dienst van Engeland spion- nc-ert. O, 't is een sluwe man, bet is de sluw heid-zelf. De Engelschen denken, dat hij het hoofd is van hun spionnage-dienst hier in Duitschland zij vergissen _zich_ deerlijk; hij is hun meest gevaarlijke vijandl „Hollander het hoofd van den Duitschen spionnage-dienst in Engeland!' riep Max uit op 'n toon van twijfel. Het scheen hem iets ongelooflijks toe, „Voorheen was dat zijn positie, zeide Bertha Schmidt kalm, „dat is zijn positie nog Het „Fraulein" stond in zijn dienst, zij was een spion; ik stond in zijn dienst om het „Fraulein" te bespionneeren. Begrijpt u?" „Ik had alreeds het vermoeden, dat iets van dien aard het geval was," zeide Max, „maar wat ge me daar vertelt van Hollan der: dat hij al dien tijd een geheim agent van Duitschland geweest is, is geheel nieuw voor me zóó nieuw, dat het me moeilijk vfelt het te gclooven. Is het inderdaad waar?" „Volstrekt waar," was het antwoord. „Luister en ik zal u de geschiedenis der fa milie Hollander in Engeland vertellen van dc drie geslachten, dezen man, zijn vader en zijn grootvader; het is een verhaal, dat u de oogen openen zal." DRIE EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Het geheim verder ontsluierd. Terwijl Max Hamilton luisterde naar de verbluffende mededeelingen van Bertha Schmidt, was elke gedachte aan haar dienst bare positie van hem geweken; hij bemerkte dat zij in haar soort een merkwaardige vrouw was, een vrouw van opvoeding en met verstandelijke begaafdheden; dat zij was opgetreden als dienstbode van Sylvia Chase, had slechts deel uitgemaakt van een groot plan van het Duitsche spionnage- plan in Engeland; zij had een rol vervuld, die haar door haar superieuren was toebe deeld. Toch was hij geheel onvoorbereid op en ten hoogste verbaasd door hetgeen zij hem ging onthullen. „Karl Hollander, dien gij kent als kapitein Charles Hollander," ging zij voort, „had een grootvader, wiens naam eveneens Karl Hol lander was; hij was officier van het Pruisi sche leger. „Meer dan vijftig jaar geleden kwam deze man naar Engeland, en vestigde zich als ge naturaliseerd Engelschman te Londen; zijn naturalisatie was niets anders dan een truc, want in waarheid was hij een geheim agent van Duitschland en had hij tot taak een spionnage-systeem te organiseeren voor Groot-Britannlë, evenals een ander oud-of ficier van Pruisen dit eenige jaren vroeger had moeten doen irf*Frankrijk. „Deze Karl Hollander stierf, maar had een zoon, die eveneens Karl heette, welke naam echter ver-Engelscht werd tot Charles; hij had hem opgeleid om hem op te volgen in het werk, dat hij zelf voor Duitschland in uw land verricht had. Deze Karl had En^el- sche en Duitsche scholen bezocht; hij had Engelsche manieren; men kon hem gemak kelijk voor een Engelschman houden, of schoon hij de Duitsche kleur van haar en gelaat had. Hij trouwde echter inet een Duit sche dame, die behoorde tot de familie dei Von Nordheim's zij was een nicht van den tegenwoordigen graaf Von Nordheim." „Bij wien uw meesteres, Sylvia Chase, ir betrekking is geweest?" vroeg Max, „Ja, dezelfde," antwoordde Bertha. „En was Karl Hollander, de derde van dien naam, ofwel kapitein Hollander, hun zoen?" „Hij was het eenige kind van den tweeden Karl en van die dame," luidde het antwoord. „De tweede Karl ging een stap verder op den weg van misleiding 'en bedrog tegenover Engeland, want hij liet zijn Zbon, den man, dien gij kent, dienst nemen in uw leger, na hem eerst geoefend te hebben in het spion- nagewerk, zooals hij zeil daarin geoefend was door zijn vader. Hij ging nog verder want hij deed den jongen officier, zijn zoon het denkbeeld aan de hand zich een positii te verschalfen bij uw geheimen inlichtingen dienst". „Ik heb altijd gemeend, dat bij inderdaad ook tot den Britschen geheimen inlichtingen dienst behoorde." viel Max haar in de rede (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5