UIT DE PERS.
UTfEW
Bïnneniandsch Nieuws*.
Een moord in den
wereidoorlog.
7
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Zaterdag 11 April 1925
Van den wal in de sloot.
On-
Besprekingen van den Belgischen Koning met de partijleiders.
lusten tijdens het bezoek van Balfour aan Palestina.
Onder de Radio-berichten: Het kabinet-Herriot demissionair. De presi
dent aanvaarde het ontslag. Ernstig spoorwegongeluk in Spanje. Twin
tig dooden, meer dan honderd gewonden.
Balfour's reis in Palestina.
Een ernstige spoorwegramp
bij Barcelona.
De bouwvakarbeidersstaking
te Hamburg.
De Duitsche lucht-
scheepsbouw.
AND
Het kabinet-Herriot treedt af!
Bedevaart-treinen bij de
Ned. Spoorwegen.
Rijkscommissie voor de
werkverruiming.
Georganiseerd Overleg.
De Weeldebelasting.
Het accoord met België.
Een remuneratie van
f 150.000.
Onrechtmatige uitkeeringen
uit werkloozenkassen.
LUCHTVERKEER.
De verwachtingen van
Van der Hoop.
TWEEDE KAMER.
Bouwfondsbegrooting.
De Holland-Indië-vliegers
op Houtrust.
FEUILLETON.
In het Noorden van ons land is de volks
ziel weer geheel uit haar evenwicht gesla
gen en wordt de massa van arbeiders weder
om door dezelfde gemoedsbewegingen be-
heerscht als enkele jaren geleden
,.De Volkskrant" wijdt aan het geval de
jvolgende beschouwingen:
„Opgezweept door revolutionnaire agita
tors hebben aangroeiende groepen arbeiders
het werk neergelegd, „trekken" dagelijks in
de omgeving rond om anderen goed- of
kwaadschiks te.nopen hun voorbeeld te vol
gen,' met het doel een sfeer te scheppen,
waarin de uiterste elementen hun lugubere
verlangens kunnen benaderen.
Deze verschijnselen worden dan, als de
weersgesteldheid het toelaat, gevolgd door
veenbranden, die, evenals enkele jaren ge
leden, ook thans weer herhaaldelijk voor
komen.
Het spreekt vanzelf dat deze uitwassen
hun bijzondere oorzaken hebben, eenerzijds
'van geestelijk-zedelijken en voorts ook van
snaterieelen aard.
De arbeidende massa in de noordelijke
veenstreken staat, natuurlijk op de goede
uitzonderingen na, in ontwikkeling en be
schaving niet onbelangrijk ten achter,
i De arme veenbodem ver verwijderd van
!de cultuurcentra des lands, heeft den arbei
ders altijd een zeer sober bestaan opgele
verd, waarop alleen enkele oorlogsjaren een
uitzondering hebben gemaakt.
Toen kwam er door de brandstoffen-
Kchaarschte plotseling een ongekende weel
de; een weelde,die zij niet konden dragen
en die althans voor velen een zedelijke ver
arming tengevolge had.
Daarbij komt dat de groote massa ongods
dienstig is en dus het in den godsdienst ge
legen zedelijk houvast totaal mist.
't Is dan ook niet te verwonderen, dat
zulke menschen, nu op die zedelijk-verslap-
pende welvaartsperiode een sterk materi-
eele inzinking volgde, nog meer dan voor
heen voor allerlei extremistische inblazingen
vatbaar zijn en zich vrijwel willoos aan de
revolutionnaire agitatie uitleveren.
Als verschoonende verklaring is nochtans
aan te voeren, dat de menschen de laatste
jaren voor een belangrijk deel onder zeer
armoedige omstandigheden hebben geleefd.
De veenderijarbeid nam steeds af en de
prijsdaling van de producten bracht het loon
peil tot het randje van het soberste bestaans
minimum.
Door werkverschaffing op groote schaal,
grootendeels op rijkskosten, wijl gemeenten
en provincie even arm zijn als de bevolking
zelf, moest in den oogenblikkelijken nood
worden voorzien; doch dit uiteraard- ook
tegen een loon, dat het peil van het parti
culiere bedrijf niet te boven ging.
Nu' willen de menschen daarin verbetering
brengen langs een weg, die natuurlijk tot
nieuwe ontgoocheling moet voeren.
Achter deze wanhoopsuitingen, verwekt
door communistische elementen, wil nu het
Syndicalistisch Vakverbond de geheele Ne
derlandsche Vakbeweging scharen, door een
gezamenlijke steunbeweging en nader over
een te komen andere maatregelen.
Het spreekt vanzelf, dat ons Werklieden
verbond daaraan niet denken kan en niet
onnoozel genoeg is om in zoo'n communis-
tisch-syndicalistische val te loopen
De heeren, die deze menschen tot zulke
ondoordachte toeren hebben aangezet, moe
ten ook zelf maar rien hen verder te helpen.
Onzerzijds kan medewerking geboden wor
den aan positieven arbeid ter voorziening
in oogenblikkelijke en meer verwijderde be
hoeften, zooals reeds met eenig resultaat
heeft plaats gehad.
Op den weg van redelijk en doeltreffend
overleg met autoriteiten en anderszins kan
men ons ontmoeten, maar wij passen er
uiteraard voor om de menschen van den
wal in de sloot te helpen.
De heeren. die de arbeiders zoover bren
gen, moeten hen er ook maar weer uit
trekken."
Het nieuwe Belgische Kabinet.
De Koning heeft gisterenmorgen met de
Katholieke en socialistische leiders van de
Velde en van de Vyvere afzonderlijk den
Ipolitieken toestand in verband met de sa
menstelling van de nieuwe regeering.
Hij zal hedenmiddag ook met den liberaal
Max en den socialist Wauters confereeren.
Eenige politieke oriëntatie is uit deze be
sprekingen nog niet voortgevloeid.
De reis van Balfour in Palestina.
Naar uit nadere berichten blijkt, zijn de
onlusten, welke na Balfours aankomst in
Damascus als gevolg van de anti-Zionisti
sche stemming onder de bevolking zijn uit
gebroken, niet zoo onbloedig verloopen als
de eerste telegrammen deden vermoeden.
Bij de botsing n.l. tusschen de gendarmerie
en de bevolking zijn twee demonstranten ge
dood, terwijl drie gendarmes gewond wer
den.
Geen geheime verdragen tusschen
Rusland en Japan.
De Japansche minister van buitenlandsche
zaken Shidehara heeft door bemiddeling van
den Japanschen gezant in Parijs, graaf ïshii,
een verklaring over het op 20 Januari j.-l. ge
sloten Russisch-Japansche verdrag, hetwelk
de betrekkingen tusschen beide staten re
gelt, doen toekomen.
Deze verklaring is bedoeld als een poging
om de allerwcge in de pers opduikende ge
ruchten, dat Japan een zeer nauw politiek
verband met Rusland gesloten heeft, te weer
leggen. In het wezenlijke deel luidt zij: „Ja
pan heeft met de Sovjets een verdrag ge
sloten, waaraan twee annexen zijn toege
voegd. Alle teksten zijn onmiddellijk na de
ratificatie onverkort gepubliceerd. Ik geef
u de formeele verzekering, dat geen ander
verdrag tusschen de beide landen bestaat.
Het is een volkomen absurd en fantastisch
gerucht, hetwelk ik moet tegenspreken, dat
Japan in het bedoelde verdrag, verplichtin
gen op zich genomen heeft, welke met zijn
lidmaatschap van den volkenbond niet ver-
eenigbaar zijn. Japan blijft het Geneefschc
organisme voor den wereldvrede onwankel
baar trouw en is bereid aan zijn verderen
uitbouw oprecht mede te werken."
In den Senaat werd de regcerfng na de
interpellatie van Marsal nopens de finan-
cieele politiek der regeering, met 156 tegen
132 stemmen verslagen.' De regeering had de
quaestie van vertrouwen gesteld
Nadat de Senaat het votum van vertrou
wen met 156 tegen 132 stemmen had ver
worpen, nam hij met 163 tegen 0 stemmen
een motie van wantrouwen aan.
De leden van de regeering begaven zich
naar het ministerie van buitenlandsche za
ken om een brief te redigeeren, waarin zij
collectief hun ontslag aanbieden en die di
rect aan Doumergue, den president dei
Fransche republiek, zal worden aangeboden.
Een volgend telegram luidt;
Het Kabinet heeft zijn ontslag aange
boden.
Herriot en zijn ministers kwamen om
tien minuten over tienen op het Elysée aan
om aan Doumergue hun ontslagaanvraag te
overhandigen. Doumergue aanvaardde het
ontslag.
Bij een herhaling der vijandelijke demon
stratie tegen Balfour moeten politie en gen
darmen krachtig ingrijpen. Er volgde een
botsing, waarbij twee demonstranten gedood
en drie gendarmen gewond werden.
Donderdagmiddag hadden hier ernstige
ongeregeldheden plaats, toen een menigte
een poging deed om het hotel, waar lord
Balfour verblijf hield, te bestormen, waarbij
zij met steenen wierp en de politie met stok
ken aanviel. Men had ongeregeldheden ver
wacht, waarom Balfour zich niet buiten zijn
hotel begaf Troepenafdeelingen, waarbij
cavalerie, met pantserwagens, vliegmachines,
die rookbommen lieten vallen, brachten de
menigte ten slotte tot bedaren. Een paar
politie-agenten werden gewond, slechts twee
ernstig. Ongeveer vijftig burgers werden
gewond, van wie vijftien in het hospitaal
werden opgenomen.
De Fransche hooge commissaris, generaal
Sarrail. bracht Balfour vanmiddag een be
zoek en naar men gelooft heeft hij hem
aangeraden, Damascus te verlaten. Een
uur daarna, toen de troepen een schijnb-i.-
weging maakten, reed Balfour ongemerkt
in een automobiel met onbekende bestem
ming weg.
Een eleclrische trein, die uit de omge
ving van Barcelona naar Las Palmas ver
trok, kwam met een anderen trein in bot"
sing. Een twintig personen werden gedood.
Zestig personen werden gewond.
De trein, die derailleerde, bestond uit
twee wagens derde klasse en een wagen
tweedeklasse, waarin 180 reizigers plaats
hadden genomen. Ten gevolge van te groote
snelheid, of het slechte werken van de rem
men, ontspoorde de trein in een bocht. De
geheele trein liep te pletlre tegen een tun
nel, de wagens werden letterlijk versplin
terd, waardoor het opruimingswerk wordt
bemoeilijkt. Tot nog toe zijn er 25 lijken en
105 gewonden te voorschijn gehaald. Ver
scheidene lijken zijn letterlijk in flarden ge
scheurd. Verscheidene verminkten verkee-
ren in wanhopigen toestand. Een bepaald
aantal families is geheel verdwenen. Vol
gens de bladen reed de trein met een snel
heid van 110 K.M.
In verband met de Iooneischen der bouw
vakarbeiders alhier word gemeld, dat de
werkgevers Donderdag na afloop der werk
zaamheden alle bouwvakarbeiders naar aan
leiding van de partieele staking hebben uit
gesloten, Hun aantal in Groot-Hamburg be
draagt 20.000.
Volgens de «National Zeitung" te Bazel,
onderhandelen vertegenwoordigers der Zep-
pelin-Gesellschaft over den aankoop van
een terrein aan den Zwitserschen oever van
het Bodenmeer, ten einde de Zeppelinwerf
daarheen te verplaatsen.
Het votum van vertrouwen in de regee-
ring, dat Donderdag in de Kamer werd ver
kregen met een sterk verminderde meerder
heid, belette gisteren den Senaat niet den
aanval tegen Herriot te hervatten. De vroe
gere minister van Financiën Franqois Marcal
interpelleerde na ruggespraak met Poincaré
Herriot juist over zijn Donderdag afgelegde
verklaringen. Een dramatisch oogenblik deed
zich voor, toen Marsal voorlezing deed van
■de brieven, die de raad van de Fransche
Bank aan de regeering had geschreven, waar
in hij protesteerde tegen haar handelingen,
waarschuwde dat de toestand ernstig was,
omdat het land vertrouwen miste in de te
genwoordige politiek, en de regeering schier
dreigde financieele maatregelen tegen haar
te zullen nemen.
Herriot hield wederom een lange rede,
waarin hij uiteenzette, dat zijn financieele
gestie het onvermijdelijke gevolg was van de
houding van zijn voorgangers. Hij wees met
kracht de tegen hem geuite beschuldigingen
terug, doch de groote meerderheid der Se
naatsleden applaudisseerde voor zijn tegen
standers, terwijl Herriot gedurende zijn rede
slechts van uiterst links applaus kreeg.
De heele quaestie is thans of Herriot den
Senaat nog zal verzoeken een votum van
vertrouwen aan te nemen. Men twijfelt aan
de mogelijkheid van een* dergelijk votum,
doch Herriot zou nog eenigen tijd aan het
bewind kunnen blijven, wanneer hij de op
positie van den Senaat slechts negeerde. Men
heeft echter opgemerkt dat Herriot in zijn
redevoeringen herhaaldelijk spreekt van de
moeilijkheden, die zijn opvolgers wachten.
De Nederlandsche Processie naar Kevelaar.
Door de besturen der processies naar Ke
velaar van Oldenzaal, Denekamp, Enschedé,
Leiden, Rotterdam, Hatert, Maasticht, Breda,
Veghel, Leeuwen, Tiel, Etten (G.), Amster
dam (2), Zwolle, Sneek, Groningen, Didam,
Limburg, 's-Bosch, Tilburg (4 proc.j, Bok
hoven, Gouda, Utrecht, Schiedain, Kaatsheu
vel, Rijnland (2), Amersfoort, Heusden en
Almelo is een schrijven gericht tot de direc
tie der Ned. Spoorwegen van den volgenden
inhoud:
Het zal uwe directie evenals ons niet on
bekend zijn, dat de jaarlijksche processies
naar Kevelaar niet meer dat getal pelgrims
tellen als vroeger, dat ook verschillende
processies niet kunnen vertrekken, wijl er
te weinig deelnemers zijn.
De oorzaak wijten de processiebesturen
m de dure prijzen der spoorwegen. Als
voorbeeld wordt aangehaald dat in 1924 voor
de Oldenzaalsche processie (traject Olden-
zaalzaalGroesbeek) een minimumopbrengst
geëischt werd van 1285, hetgeen een mini
mum getal pelgrims vertegenwoordigt van
200. Voor 200 pelgrims kan er dus een extra
trein loopen. De Oldenzaalsche processie
telde echter 500 pelgrims of 300 meer, welke
dc spoorwegen een meerdere opbrengst (be
rekend a 6 per persoon) gaf van 1800.
Van dit extra voordeel profiteerden echter
alleen de Ned. spoorwegen.
De besturen van de processies geven der
directie nu in overweging van dit extra voor
deel ook de processies te laten profileeren.
daar bij niet verlaging der vervoerprijzen
zoowel de processies als de maatschappij de
dupe zullen worden. Nu reeds is te consta-
teeren, dat de Enschedésche, Almelosche,
Groninger, Raalter, Haaksbergsche en dc
Sneeker processie wegens te hooge spoor
kosten geen deelnemers in voldoende mate
krijgen en dus niet meer kunnen gaan. En
de processies die nog gingen, daalden in
deelnemers.
Ook wordt gewezen op het frappante feit,
dat voor een processietrein Oldenzaal
Groesbeek (116 K.M.) 6 moet betaald wor
den, terwijl men een z.g. pleiziertrein Olden
zaalAmsterdam (167 K.M.) laat loopen
voor 3.25 per persoon.
Goedkooper tarieven voor een processie-
trein zal het getal deelnemers verhoogen,
dus het voordeel voor de Ned. spoorwegen
vermeerderen.
Ook klagen de besturen (op 2 na) over de
samenstelling der treinen, welke op zulke
langen afstand niet in voldoende mate van
W.C.'s voorzien zijn.
Adressanten verzoeken dringend een re
ductie op de tarieven en geschikter wagons
voor den langen afstand.
De Rijkscommissie voor de Werkverrui
ming vergaderde dezer dagen alhier onder
voorzitterschap van prof. W. H. Nolens.
Vastgesteld werd de redactie van een
schrijven aan den minister van Waterstaat,
waarin wordt verzocht uitvoering van eenige
groote openbare werken in verband met de
begrooting voor 1926 uit een oogpunt van
werkverruiming te willen bevorderen.
Eveneens werd in verband met het vorig
bedoelde schrijven vastgesteld een brief aan
den minister van Financiën, waarin eenige
maatregelen worden aanbevolen, waardoor
groote openbare werken in sneller tempo en
in grooter aantal dan tot op heden kunnen
worden uitgevoerd.
De inhoud dezer missives gaf aanleiding
tot een uitvoerige gedachtenwisseling, waar
bij tevens de taak der commissie werd ter
sprake gebracht. Besloten werd in een vol
gende vergadering de organisatie van alles
wat op de werkverruiming betrekking heeft,
onder de oogen te zien.
Goedgekeurd werd een adres aan den
minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw naar aanleiding van een verzoek
aan de regeering om mede het risico te
dragen, verbonden aan een industrieele on
derneming, welke wegens gebrek aan be
drijfskapitaal was stopgezet.
Belangrijke mededeelingen werden gedaan
over de maatregelen, \4elke reeds zijn en
nog zullen worden getroffen ter bestrijding
van de werkloosheid in de Drentsche venen.
Voorts werd ook thans weder een belang
rijk aantal gevallen behandeld, waarin de
bemiddeling der commissie werd ingeroepen
om te beVorderen, dat aan Nederlandsch
fabrikaat de voorkeur zou worden gegeven
boven buitenlandsch of dat het nationale
althans bij het buitenlandsche niet ten ach
ter zou worden gesteld. Bij de besperking
dezer gevallen bleek, dat door overleg, zon
der financieelen steun, nog veel voor de Ne
derlandsche nijverheid kan worden bereikt.
Zoo werd b.v. door overleg met de directie
v-n het Hoogovenbedrijf bereikt, dat de
Chamotte-Unie een order kon boeken, waar
door deze fabriek voor drie maanden werk
krijgt'.
Met leedwezen nam de commissie kennis
van het besluit van Ged. Staten van Fries
land, waarbij goedkeuring werd onthouden
aan het besluit van den Raad van Workum
om de levering van een gashouder aan een
Nederlandsche onderneming tegen een ietwat'
hoogeren prijs te gunnen dan waarvoor een
niet-Nederlandsche onderneming had inge
schreven.
Ambtenaren Rijks-Tucht, Opvoedings-,
Gevangenis- en Reclasseeringswezen.
De Bijzondere Commissie voor georgani
seerd overleg in zaken, rakende de ambte
naren van het Rijks-Tucht, Opvoedings-, Ge
vangenis- en Reclasseeringswezen kwam op
24 Maart en 1 April j.l. bijeen. De commis
sie vereenigde zich met het door dc in de
vorige vergadering benoemde sub-coniraissie
uitgebracht rapport nopens de concept-
dienstregeling voor het personeel var. de
tuchtscholen en Rijksopvocdingsgstichten;
den Minister van Justitie zal worden ver
zocht nopens de wijziging van de ingedien
de en de eventueel op te maken nieuwe
concepten vervolgens opnieuw te mogen ad-
viseeren. Voorts werd het advies vastge
steld met betrekking tot een verzoek van
den Algemeenen Nederlandschen Christe-
lijken Ambtenaarsbond betreffende de ver
tegenwoordiging door twee leden in de Bij
zondere Commissie. Ten slotte werden de op
1 Januari 1925 ingevoerde salaris-regelingen
voor de, onder de Commissie ressorteerendc-
dientvakken in behandeling genomen en
werd besloten den minister verschillende
wijzigingen daarvan in overweging te geven.
In Hotel Noord-Brabant te Utrecht is eene
vergadering -gehouden van Nederl. Koekfa
brikanten, waar het ontwerp Weeldebelas
ting, voor wat betreft het artikel ontbijt
koek, in den breede werd besproken.
Uit die besprekingen bleek, dat alle aan
wezige fabrikanten van meening zijn, dat
ontbijtkoek als voedingsmiddel in geen ge
val als een weeldevoedsel beschouwd kan
worden, wijl het in de meeste huisgezinnen
een dagelijksch voedsel is, hetgeen niet veel
kostbaarder dan brood en naar verhouding
van de voedingswaarde zelfs goedkooper
dan brood is.
Met algemeene stemmen werd het besluit
genomen, te trachten de regeering te bewe
gen, ontbijtkoek niet als weelde-object in
aanmerking te doen komen. Uit dé vergade
ring werd een comité benoemd, dat de noo-
dige stappen in deze richting zal doen.
Belgische onderscheidingen verleend.
Koning Albert heeft het groot-kruis van
de Leopolds-orde verleend aan den minister
president jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck en
aan den minister van Buitenlandsche Zaken
jhr. mr. dr. Van Karnebeek.
Aan jhr. Van Vreedenburch, Nederlandsch
gezant te Brussel, is het groot-kruis van de
Kroonorde verleend.
Het Tweede-Kamerlid Schaper heeft de
volgende vragen gesteld aan den Minister
van Financiën:
„Is de Minister bekend met het feit, dat de
gedelegeerde kommissaris der Rotterdamsche
Bankvereeniging, die in de algemeene ver
gadering van aandeelhouders dier instelling
op 28 October j.l. als zoodanig is benoemd
om inzonderheid voor de belangen van de
Nederlandsche Bank en den Staat bij de Rot
terdamsche Bankvereeniging te waken, een
remuneratie van 150.000 geniet?
Is het den minister bekend, dat tegen het
bedrag dezer remuneratie doer kommissaris-
sen der Rotterdamsche Bankvereeniging be
zwaar is gemaakt, doch dat zij onder pressie
van de diréetie der Nederlandsche Bank voor
de eischen van den nieuwen functionaris zijn
gezwicht?
Is de minister bereid mede te deelen ^>p
welken grond aan den bedoelden functionaris
een zoo exorbitant hooge jaarlijksche beloo
ning is toegekend, terwijl toch niet betwijfeld
kon worden, dat voor de Rotterdamsche
Bankvereeniging na de plaats gehad heb
bende gebeurtenissen de noodzakelijkheid
bestond om belangrijke bezuinigingen in haar
bedrijf door te voeren?
Zou de minister, indien een voldoende
grond voor deze hooge belooning ontbroken
heeft, bereid zijn om stappen te ondernemen,
die er toe kunnen leiden, dat deze belooning
tot een peil wordt teruggebracht, dat in
oVereenslemming met het voor dergelijke
vakkundige prestaties in het algemeen gel
dende kan worden geacht?"
De minister van Arbeid heeft een uitvoe
rige circulaire tot de gemeentebesturen ge
richt, waarin o.m. het volgende wordt mede
gedeeld:
„Het komt nog meermalen voor dat perso
nen, die uit de werkloozenkas eener krach
tens het Werkloosheidsbesluit 1917 gesub-
sidiëerde vereeniging onrechtmatig uitkeering
hebben genoten, die vereeniging en haar
werkloozenkas verlaten, zonder die uitkee
ring terug te betalen, om vervolgens na wor
tel of langer tijd als lid tot een andere ge
subsidieerde werkloozenkas toe te treden.
Zii ontkomen aldus "aan de
verplichting tot terugebetaling der
onrechtmatig genoten uitkeeringen. ter
wijl de reglementen der meeste kassen niet
beletten, dat zij uit die werkloozenkas, waar
toe zij zijn toegetreden, .toch weder uitkee
ring verkrijgen.
komen, aanvankelijk doordat de onderhan
delingen met de gemeente eigenares van
Leeuwenbergh veel tijd vorderen, later door
dat zich uitzicht opende op een gelukkiger
oplossing. Er is thans zekerheid dienaan
gaande verkregen; van een verbouwing en
uitbreiding van Leeuwenbergh zal definitief
kunen worden afgezien, omdat de
RockefellerFoundation zich bereid ver
klaard heeft, een aanzienlijk bedrag (maxi
maal 385000) voor stichting en inrichting
van een geheel nieuw Rijkslaboratorium
voor pharmacologic beschikbaar te stellen,
wanneer het Rijk daarvoor het noodig ter
rein benevens een bijdrage in de bouwkosten
van ten hoogste 90.000 geeft.
Er is alle aanleiding, het milde aanbod,
(dat behalve de bijdrage van 385000 ook
nog een ruime som voor steun in het alge
meen van het pharmacologisch onderwijs
aan de Utrechtsche Universiteit omvat) te
?anvaarden. Gaarne grijpt de Minister van
Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen de
door deze nota geboden gelegenheid aan om
de Rockefeller-Foundstation, de oprechte er
kentelijkheid der Nederlandsche Regeering
voor hare edelmoedige daad te betuigen. Hij
zal zich mei zijnen ambtgenoot van Finan
ciën door de aanneming van deze Bouw-
fondsbegrootig gaarne gemachtigd rekenen,
met de Foundation een definitief accoord
aan te gaan, opdat ten spoedigste met den
bouw kan worden aangevangen. Het ligt io
de bedoeling, ,voor het beheer der gelden
een stichting in het leven te roepen terwijl
de bouw van het laboratorium onder toe
zicht van den Rijksgebouwendienst zal
plaats hebben. Een geschikt terrein is hier-
voor aan de Croeselaan, te Utrecht aanwezig.
Voor de door het Rijk verschuldigde bijdra
ge van (maximaal) 9000 zal nader een
aanvraag worden gedaan.
Ten gevolge van de vermindering van een
aantal begrootingsposten ondergaat het to
taal van de tweede afdeeling dezer begroo
ting ad 2587302 een vermindering met
813700 en wordt het algemeene totaal te
ruggebracht van 2657172 tot 184372.
Een luchtmaildienst HollandIndië?
Naar de Tel. verneemt, heeft Van der
Hoop te Marseille zijn groote verwachtingen
uitgesproken, welke hij van een geregelden
luchvaartdienst Holland-Indië heeft. Eer
dienst, welke z.i. zeer rendabel zou zijn en
zeker geen utopie zou blijken.
De Fokker VII zou daartoe minder ge
schikt zijn, doch wel een drie-motorig toe
stel, dat eventueel op 2 motoren kan vlie
gen. Voorts dient volgens v. d. Hoop de
dienst zooveel mogelijk in eigen hand gehou
den te worden, al zal oolo voor een gedeelte
van het traject' van Britsche vliegvelden ge
bruik gemaakt moeten worden. Dienaan
gaande zullen contracten met Engelschen
wtrl mogelijk zijn.
Van der Hoof) dacht bij deze plannen
allereerst aan vervoer van de mail, later aan
passagiersvervoer. Een moeilijkheid schuilt
nog wel in een eventueele regeeringssubsi-
die, doch de stoomvaartmaatschappijen,
welke ook de eerste vlucht voor een groot
deel mogelijk maakten, zullen voor de toe
komst ongetwijfeld eveneens haar medewer-
Volgens de geldende regeling, moet het be- r kj erleenen
strpr der vereeniging, welke zij verlieten, in j FokkeTviI is in Indië niet afgekeurd;
-Hen zorg dragen, dat al het onrecht- het tocstel -g Qok niet gekocht. daar het on.
all
matig uitgekeerde, onverschillig of het door
den werklooze al dan niet zelf wordt te
rugbetaald, in de werkloozenkas wordt te
ruggestort binnen den door de Overheid ge
stelden termijn.
Al lijdt dus dc werkloozenkas geen scha
de, wanneer het lid niet zelf terugbetaalt, dat
neemt niet weg, dat het zich onttrekken aan
de verplichting tot terugbetaling van on
rechtmatig genoten uitkeering een zeer ern
stig euvel is."
De minister meent, dat zulke personen niet
opnieuw moeten worden toegelaten tot het
lidmaatschap der werkloozenkas van een
krachtens het Werkloosheidsbesluit 1917 ge
subsidieerde vereeniging, alvorens zij hebben
aangetoond, dat zij de onrechtmatige geno
ten uitkeeringen hebben terugbetaald.
De bepaling zal gelden te beginnen met 1
Mei 1925.
Hij noodigt zoowel de besturen der gesub
sidieerde vereenigingen, als de gemeentebe
sturen uit, op het naleven hiervan controle
uit te oefenen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw en van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, hebben een nota ingediend
naar aanleiding van het verslag over de be
grooting van inkomsten en uitgaven van het
Bouwfonds voor de Departementen van Bin
nenlandsche Zaken en Landbouw en van On
derwijs Kunsten en Wetenschappen voor het
dienstjaar 1924.
Ook zij betreuren zeer de aanzienlijke
vertraging in de indiening van de laatste
Bcuwfondsbegrootingen. Zij beamen de
noodzakelijkheid van herstel van een weder
normalen gang van zaken. Voor het jaar '25
is bereids hiernaar gestreefd.
Gebouwen Rijks Universiteit Utrecht.
Dc Minister van Onderwijs neemt den me-
moriepost voor den bouw van een woning
voor den' hoogleeraar-directeur van het Can-
tonspark te Baarn met onderwijslokaliteiten
terug. Hij acht het beter deze voorziening
tot betere tijden aan te houden. Voorloopig
zal in de behoefte aan een woning c.a. wor
den voorzien door het in huur nemen van
een bestaand pand.
Aanbieding RockefellerFoundation.
Het phaimacologisch laboratorium der Rijks
universiteit te Utrecht is gevestigd in het
van de gemeente in .huur genomen gebouw
Leeuwenbergh. Behalve dat dit pand langza
merhand allerlei ouderdomsgebreken is gaan
vertoonen, waardoor het dringend om ingrij
pende herstelling vraagt, is het voor het on
derwijs in de pharmacologic veel te klein.
Reeds geruimen tijd geleden werd daarom
tot verbouwing en uitbreidyig besloten. In-
tusschen is het plan niet tot uitvoering ge-
geschikt voor militaire doeleinden bleek.
Om dezelfde reden heeft Siam het niet aan
gekocht.
Het toestel maakt thans deel uit van de
lading van de „Kertosono", welke boot op
weg is naar Nederland. Invoerrechten zijn
niet betaald, wijl de machine korter dan een
half jaar in Indië is geweest.
Voorts vestigde v, d. Hoop de aandacht
erop, dat' in de tropen ook luchtlijnen kun
nen worden aangelegd, b.v. van Singapore
naar Medan en van Batavia naar Soerabaya,
terwijl 'n ongeregelde lucht-taxi-dienst in
't leven zou kunnen geroepen worden voor
groote maatschappijen. Deze dienst zou kun
nen worden geëxploiteerd naar onbekende
streken, voorts voor ambtenaren, die inspec
tie-tochten doen, waartoe speciaal water
vliegtuigen geschikt zouden zijn.
Op de vraag, welke behandeling de vlie
gers op hun tocht van Engelsche zijde on
dervonden, antwoordde Van der Hoop, dat
de Engelsche overal op den tocht, welke,
zooals bekend na Philippopel ongestoord
verloopen is, uiterst coulant zijn geweest.
Wanneer de Engelschen een geregelde lijn
zullen exploiteeren naar Egypte, Britsch-
Indië, Rangoon en misschien naar Singapore,
dan(zou Holland daacop wellicht een eigen
luchtlijn naar Indië kunnen aansluiten. Deze
Britsche plannen verkeeren echter nog in
een embryonaal stadium.
In Indië is men verlangend naar de tot
standkoming van een luchtmaildienst, daar
de bootdienst te lang duurt.
Van der Hoop heeft een optimistisch rap
port ingediend.
De vliegers ontvingen een telegram van
gelukwenschen van de Nederlandsche
Kolonie te Parijs. De Marseillaansch-Hol-
landsche kolonie heeft een telegram van
hulde aan de Koningin gezonden.
De vliegers zijn zeer getroffen door de
grootsche betooging, welke in het vaderland
wordt voorbereid. Zij betreuren slechts, dat
zij niet vroeger konden komen.
Zij vertrekken Zondagmorgen naar Parijs.
Zaterdagmiddag maken zij een autotocht
naar de omstreken van Marseille, waarbij
vermoedelijk bet militair vliegkamp Fréjus
zal worden bezichtigd.
Het Nationaal Sportcomité ter huldiging
van de HollandIndië-vliegers op Hout-
rust (Den Haag) meldt:
Was het oorspronkelijk de bedoeling van
het regelingscomité de deelnemers aan het
défilé zich te doen opstellen in den omtrek
van Houtrust n.l. in de Sportlaan en d»
Laan van Poot thans is men daarvan terug
gekomen en zal het vóórterrein op Houtrus
voor de opstelling gebezigd worden.
Op het terrein waar de huldiging, h<
40
„Dat is ook zoo, maar het is een bedrie-
gelijke manoeuvre, een misleiding," hervatte
Bertha, „en die alleen moet dienen om hem
ongestraft zijn eigenlijk werk te laten ver
richten. Nu en dan geven ze hem verlof een
of andere mededeeling te doen aan den ge
heimen inlichtingendienst van uw leger; dat
was dan niets van werkelijk belang, doch
van voldoende schijnbaar belang om aan zijn
werkzaamheid als lid van uwen spionnage-
dienst eenig karakter van echtheid te ver-
leenen."
„Wie zijn ze," vroeg Max, het woord her
halende, dat de vrouw gebruikt had, toen
zij den dag na den moord in verhoor werd
genomen in de woning van Miss Chase. „U
zeide zooeven, dat „ze" hem veroorloofden
een of andere mededeeling te doen."
„Ze" zijn de hoofden van den Duitsqhen
geheimen dienst te Berlijn," zeide Bertha.
„Wie het zijn weet ik niet, maar kapitein
Hollander weet het wel. Hij staat onder hun
.bevelen, doch zij stellen in hem het grootste
[vertrouwen, daar kii zijn. werk doet met veel
succes. Zooals ik u zeide, is hij even stout
moedig als sluw. Hij is de man geweest, die
de ontwerpen voor het nieuwe kanon in han
den heeft weten te krijgen."
Max luisterde met stomme verbazing; wat
deze vrouw hem verhaalde, was verbluffend!
Hij kon er intusschen niet aan twijfelen of
zij sprak de waarheid haar manier, haar
spreektoon bewezen het duidelijk. Het leek
een onwaarschijnlijk, bijna onaannemelijk
verhaal, doch Max wist, dat juist uit zulke
verhalen dikwijls bleek hoeveel onwaar
schijnlijker de waarheid er uitziet dan de
verdichting. Wat 'n duivelsche sluwheid en
handigheid hadden deze Hollanders getoond;
hoe hadden zij alle verdenking verre van
zich af weten te houden!
„Hoe komt ge dit alles zoo te weten?"
vroeg hij met meer verwondering dan twij
fel.
„Op verschillende manieren," antwoordde
zij ronduit. „Het is noodeloos u dat alles
mede te deelen, maar dit wil ik u wel zeg
gen, dat ik mijn meesteres scherp moest be
spieden en ik hoorde hem dan ook dikwijls
met haar over dit of dat onderwerp discus-
siëeren. Daarenboven was ik, jaren geleden,
verbonden geweest aan onzen geheimen
dienst en had dus veel geleerd."
„Heeft kapitein Hollander uw meesteres
vermoord?"
„Ja, daartoe had hij bevel! Hij moest haar
vermoorden, ten einde haar mond te sluiten
voor altijd. Gij hebt hem hooren zeggen, dat
het noodig was en van ziin standpunt was
het ook noodig. „Zij" gelastten hem haar
onschadelijk te maken."
„Zij!" Gij bedoelt de autoriteiten te
Berlijn, van wie ge zooeven spraakt?"
„Ja, de hoofden te Berlijn. Het was, van
hun standpunt gezien, noodzakelijk, dat zij
uit den weg werd geruimd."
„Wist zij te veel?"_
„Dat nu juist niet."
„Hoe kreeg zij informaties voor Hollan
der? Hoe kan zij voor hem dienst doen als
spion?" vroeg Max.
„Gij kent haar broeder, kapitein Villiers
Chase?"
„Zooals gij weet," zeide Max.
„Voornamelijk door middel van haar broer
verschafte zij aan Karl Hollander inlichtin
gen," zeide Éertha.
„Door middel van Villiers!" riep Max uit
op ongcloovigen toon.
„Ja, door middel van hem, ofschoon ik
niet geloof, dat hij wist op welke wijze zij
van hetgeen hij haar zoo'al vertelde, gebruik
maakte," zeide Bertha. „Hij was zeer aan
haar gehecht veel meer dan zij aan hem;
Miss Chase was iemand met 'n koud hart en
met zeer weinig genegenheid voor wie ook,
en zij was daarenboven handig en slim, het
tegendeel van hem; hij is een domme, suffe
man, en zij wond hem met het grootste ge
mak om haar vinger.'
„Intusschen begrijp ik niet...."
„Onder het voorwendsel, dat hij haar kon
helpen bij de artikelen, die zij schreef voor
tijdschriften en kranten, wist zij hem menige
belangrijke mededeeling te ontlokken, en zij
had vrijen toegang tot zijn bureau in het
departement van oorlog en tot zijn particu
liere woonvertrekken. Begrijpt u het nu?
vrceg Bertha.
Max knikte bevestigend; alles werd hem
helder en duidelijk.
„En is Villiers onschuldig?" vroeg hij.
„Dien indruk heb ik ten minste gekregen,'
antwoordde zij. „Miss Chase stal de teeke-
ningen, de plannen voor het nieuwe kanon
uit de brandkast van haar broeder, en gaf
ze aan Hollander."
„Maar de brandkast zal toch wel goed ge
sloten zijn geweest?"
„Hoe zij het precies deed, weet ik niet,
maar op die manier kreeg zij de teekeningen
in handen," zeide Bertha. „Ik heb er iets van
gehoord, maal niet alles. Villiers is haar me
deplichtige niet geweest, behalve in zóó
verre als zijn domheid en zijn liefde voor
haar hem tot medeplichtige gemaakt heb
ben."
„Ik begrijp het," zeide Max. „Arme Vil
liers!"
„Ik heb u gezegd, dat mijn meesteres een
vrouw was met een koud gemoed, en dat
is waar, doch zij had toch een zekére na
tuurlijke genegenheid voor haar broeder en
was zeer fier van karakter. Zij was, na zich
van de teekeningen meester te hebben ge
maakt, bevreesd, dat haar broeder er van
verdacht zou worden het geheim van het
nieuwe kanon te hebben verraden, want zij
meende, dat een onderzoek niet anders dan
een voor hem compromitteerend resultaat
zou kunnen opleveren; de anderen, die van
het geheim afwisten, waren, de uitvinder
uitgezonderd, allen te hoog geplaatst ge
neraals en ministers, menschen boven alle
verdenking verheven. Dit benauwde haar.
Zij begon berouw te gevoelen over haar daad;
zij werd hoe langer hoe angstiger; zij ver
klaarde aan Hollander niet verder met hem
te willen werken, zij dreigde zelfs hem te
zullen ontmaskeren. Én zóó is het gekomen,"
zei Bertha met een zucht. „Namelijk, dat zij
vermoord werd," voegde zij er bij.
„Had zij berouw over haar verraad?"
„Ja, en zij was bang ook bang voor
haar broeder en ,in zekeren zin voor zich
zelve. Zij was ten slotte geheel veranderd,
en Hollander vreesde, dat zij haar bedrei
ging tegenover hem zou ten uitvoer brengen.
Hij stelde de hoofden te Berlijn op de hoogte
en deze gelastten, dat zij uit den weg ge
ruimd moest worden. Toen heeft hij haar
vermoord."
„Wist gij dat destijds?"
„Ik wist het, toen hij het gedaan had,
maar vóór dien tijd niet. Het deed mij erg
veel leed, toen ik hoorde, dat zij dood was,
want ik kon goed met haar overweg en ik
hield zelfs van haar," zeide Bertha dood
bedaard.
„Hoe heeft zij Hollander leeren kennen?"
vroeg Max.
„Gij zuit u herinneren, dat ik u gezegd
heb, dat zijn moeder familie was vin de Von
iNordheims; j»i ontmoette bat „Fraulein".
toen zij bij hen gouvernante was, en leerde
haar daar nader kennen. Hij wist 'n soort
van heerschappij over haar uit te oefenen.
„Misschien maakte hij haar het hof,"
merkte Max op.
„Neen, neen," zeide Bertha. „Er bestond
tusschen hen niets van dien aard daar
ben ik zeker van! In elk geval heeft zij zich
er voor laten vinden spionnagediensten te
verrichten voor Duitschland, maar ten slotte
had zij, zooals ik u zeide, er berouw over.
Ik zou niet weten, wat ik nu nog meer moest
vertellen,'1 zeide zij na een oogenblik stil-
zwijgens.
„Het is allemaal heel eenvoudig," dacht
Max, terwijl al wat hij_ vernomen had tot
één geheel ordende; alles was duidelijk en
paste in elkaar. Intusschen stelde hij aan de
vrouw toch nog deze vraag:
„Waarom hebt ge mij dit alles verteld?"
„Opdat ge zoudt weten, hoe ge u tegen
over Hollander te gedragen hebt, wanneer
gij en* hij weer in Engeland zijn. Hij kan niet
weten, dat ik u alles verteld heb of ook
maar iets verteld heb; gij zijt thans, tenge
volge van de inlichtingen, die ik u verstrekt
heb, tegen hem gewapend," zeide Be*tha,
„en hij is in uw macht. Gij kunt met hem
doen, wat gij wilt, maar ga voorzichtig te
werk en zorg voor uw eigen veiligheid."
„Ik begrijp u," zeide Max.
.Wordt vervolgd.