UIT DE PERS. UTfEW Bïnneniandsch Nieuws*. Een moord in den wereidoorlog. 7 NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Zaterdag 11 April 1925 Van den wal in de sloot. On- Besprekingen van den Belgischen Koning met de partijleiders. lusten tijdens het bezoek van Balfour aan Palestina. Onder de Radio-berichten: Het kabinet-Herriot demissionair. De presi dent aanvaarde het ontslag. Ernstig spoorwegongeluk in Spanje. Twin tig dooden, meer dan honderd gewonden. Balfour's reis in Palestina. Een ernstige spoorwegramp bij Barcelona. De bouwvakarbeidersstaking te Hamburg. De Duitsche lucht- scheepsbouw. AND Het kabinet-Herriot treedt af! Bedevaart-treinen bij de Ned. Spoorwegen. Rijkscommissie voor de werkverruiming. Georganiseerd Overleg. De Weeldebelasting. Het accoord met België. Een remuneratie van f 150.000. Onrechtmatige uitkeeringen uit werkloozenkassen. LUCHTVERKEER. De verwachtingen van Van der Hoop. TWEEDE KAMER. Bouwfondsbegrooting. De Holland-Indië-vliegers op Houtrust. FEUILLETON. In het Noorden van ons land is de volks ziel weer geheel uit haar evenwicht gesla gen en wordt de massa van arbeiders weder om door dezelfde gemoedsbewegingen be- heerscht als enkele jaren geleden ,.De Volkskrant" wijdt aan het geval de jvolgende beschouwingen: „Opgezweept door revolutionnaire agita tors hebben aangroeiende groepen arbeiders het werk neergelegd, „trekken" dagelijks in de omgeving rond om anderen goed- of kwaadschiks te.nopen hun voorbeeld te vol gen,' met het doel een sfeer te scheppen, waarin de uiterste elementen hun lugubere verlangens kunnen benaderen. Deze verschijnselen worden dan, als de weersgesteldheid het toelaat, gevolgd door veenbranden, die, evenals enkele jaren ge leden, ook thans weer herhaaldelijk voor komen. Het spreekt vanzelf dat deze uitwassen hun bijzondere oorzaken hebben, eenerzijds 'van geestelijk-zedelijken en voorts ook van snaterieelen aard. De arbeidende massa in de noordelijke veenstreken staat, natuurlijk op de goede uitzonderingen na, in ontwikkeling en be schaving niet onbelangrijk ten achter, i De arme veenbodem ver verwijderd van !de cultuurcentra des lands, heeft den arbei ders altijd een zeer sober bestaan opgele verd, waarop alleen enkele oorlogsjaren een uitzondering hebben gemaakt. Toen kwam er door de brandstoffen- Kchaarschte plotseling een ongekende weel de; een weelde,die zij niet konden dragen en die althans voor velen een zedelijke ver arming tengevolge had. Daarbij komt dat de groote massa ongods dienstig is en dus het in den godsdienst ge legen zedelijk houvast totaal mist. 't Is dan ook niet te verwonderen, dat zulke menschen, nu op die zedelijk-verslap- pende welvaartsperiode een sterk materi- eele inzinking volgde, nog meer dan voor heen voor allerlei extremistische inblazingen vatbaar zijn en zich vrijwel willoos aan de revolutionnaire agitatie uitleveren. Als verschoonende verklaring is nochtans aan te voeren, dat de menschen de laatste jaren voor een belangrijk deel onder zeer armoedige omstandigheden hebben geleefd. De veenderijarbeid nam steeds af en de prijsdaling van de producten bracht het loon peil tot het randje van het soberste bestaans minimum. Door werkverschaffing op groote schaal, grootendeels op rijkskosten, wijl gemeenten en provincie even arm zijn als de bevolking zelf, moest in den oogenblikkelijken nood worden voorzien; doch dit uiteraard- ook tegen een loon, dat het peil van het parti culiere bedrijf niet te boven ging. Nu' willen de menschen daarin verbetering brengen langs een weg, die natuurlijk tot nieuwe ontgoocheling moet voeren. Achter deze wanhoopsuitingen, verwekt door communistische elementen, wil nu het Syndicalistisch Vakverbond de geheele Ne derlandsche Vakbeweging scharen, door een gezamenlijke steunbeweging en nader over een te komen andere maatregelen. Het spreekt vanzelf, dat ons Werklieden verbond daaraan niet denken kan en niet onnoozel genoeg is om in zoo'n communis- tisch-syndicalistische val te loopen De heeren, die deze menschen tot zulke ondoordachte toeren hebben aangezet, moe ten ook zelf maar rien hen verder te helpen. Onzerzijds kan medewerking geboden wor den aan positieven arbeid ter voorziening in oogenblikkelijke en meer verwijderde be hoeften, zooals reeds met eenig resultaat heeft plaats gehad. Op den weg van redelijk en doeltreffend overleg met autoriteiten en anderszins kan men ons ontmoeten, maar wij passen er uiteraard voor om de menschen van den wal in de sloot te helpen. De heeren. die de arbeiders zoover bren gen, moeten hen er ook maar weer uit trekken." Het nieuwe Belgische Kabinet. De Koning heeft gisterenmorgen met de Katholieke en socialistische leiders van de Velde en van de Vyvere afzonderlijk den Ipolitieken toestand in verband met de sa menstelling van de nieuwe regeering. Hij zal hedenmiddag ook met den liberaal Max en den socialist Wauters confereeren. Eenige politieke oriëntatie is uit deze be sprekingen nog niet voortgevloeid. De reis van Balfour in Palestina. Naar uit nadere berichten blijkt, zijn de onlusten, welke na Balfours aankomst in Damascus als gevolg van de anti-Zionisti sche stemming onder de bevolking zijn uit gebroken, niet zoo onbloedig verloopen als de eerste telegrammen deden vermoeden. Bij de botsing n.l. tusschen de gendarmerie en de bevolking zijn twee demonstranten ge dood, terwijl drie gendarmes gewond wer den. Geen geheime verdragen tusschen Rusland en Japan. De Japansche minister van buitenlandsche zaken Shidehara heeft door bemiddeling van den Japanschen gezant in Parijs, graaf ïshii, een verklaring over het op 20 Januari j.-l. ge sloten Russisch-Japansche verdrag, hetwelk de betrekkingen tusschen beide staten re gelt, doen toekomen. Deze verklaring is bedoeld als een poging om de allerwcge in de pers opduikende ge ruchten, dat Japan een zeer nauw politiek verband met Rusland gesloten heeft, te weer leggen. In het wezenlijke deel luidt zij: „Ja pan heeft met de Sovjets een verdrag ge sloten, waaraan twee annexen zijn toege voegd. Alle teksten zijn onmiddellijk na de ratificatie onverkort gepubliceerd. Ik geef u de formeele verzekering, dat geen ander verdrag tusschen de beide landen bestaat. Het is een volkomen absurd en fantastisch gerucht, hetwelk ik moet tegenspreken, dat Japan in het bedoelde verdrag, verplichtin gen op zich genomen heeft, welke met zijn lidmaatschap van den volkenbond niet ver- eenigbaar zijn. Japan blijft het Geneefschc organisme voor den wereldvrede onwankel baar trouw en is bereid aan zijn verderen uitbouw oprecht mede te werken." In den Senaat werd de regcerfng na de interpellatie van Marsal nopens de finan- cieele politiek der regeering, met 156 tegen 132 stemmen verslagen.' De regeering had de quaestie van vertrouwen gesteld Nadat de Senaat het votum van vertrou wen met 156 tegen 132 stemmen had ver worpen, nam hij met 163 tegen 0 stemmen een motie van wantrouwen aan. De leden van de regeering begaven zich naar het ministerie van buitenlandsche za ken om een brief te redigeeren, waarin zij collectief hun ontslag aanbieden en die di rect aan Doumergue, den president dei Fransche republiek, zal worden aangeboden. Een volgend telegram luidt; Het Kabinet heeft zijn ontslag aange boden. Herriot en zijn ministers kwamen om tien minuten over tienen op het Elysée aan om aan Doumergue hun ontslagaanvraag te overhandigen. Doumergue aanvaardde het ontslag. Bij een herhaling der vijandelijke demon stratie tegen Balfour moeten politie en gen darmen krachtig ingrijpen. Er volgde een botsing, waarbij twee demonstranten gedood en drie gendarmen gewond werden. Donderdagmiddag hadden hier ernstige ongeregeldheden plaats, toen een menigte een poging deed om het hotel, waar lord Balfour verblijf hield, te bestormen, waarbij zij met steenen wierp en de politie met stok ken aanviel. Men had ongeregeldheden ver wacht, waarom Balfour zich niet buiten zijn hotel begaf Troepenafdeelingen, waarbij cavalerie, met pantserwagens, vliegmachines, die rookbommen lieten vallen, brachten de menigte ten slotte tot bedaren. Een paar politie-agenten werden gewond, slechts twee ernstig. Ongeveer vijftig burgers werden gewond, van wie vijftien in het hospitaal werden opgenomen. De Fransche hooge commissaris, generaal Sarrail. bracht Balfour vanmiddag een be zoek en naar men gelooft heeft hij hem aangeraden, Damascus te verlaten. Een uur daarna, toen de troepen een schijnb-i.- weging maakten, reed Balfour ongemerkt in een automobiel met onbekende bestem ming weg. Een eleclrische trein, die uit de omge ving van Barcelona naar Las Palmas ver trok, kwam met een anderen trein in bot" sing. Een twintig personen werden gedood. Zestig personen werden gewond. De trein, die derailleerde, bestond uit twee wagens derde klasse en een wagen tweedeklasse, waarin 180 reizigers plaats hadden genomen. Ten gevolge van te groote snelheid, of het slechte werken van de rem men, ontspoorde de trein in een bocht. De geheele trein liep te pletlre tegen een tun nel, de wagens werden letterlijk versplin terd, waardoor het opruimingswerk wordt bemoeilijkt. Tot nog toe zijn er 25 lijken en 105 gewonden te voorschijn gehaald. Ver scheidene lijken zijn letterlijk in flarden ge scheurd. Verscheidene verminkten verkee- ren in wanhopigen toestand. Een bepaald aantal families is geheel verdwenen. Vol gens de bladen reed de trein met een snel heid van 110 K.M. In verband met de Iooneischen der bouw vakarbeiders alhier word gemeld, dat de werkgevers Donderdag na afloop der werk zaamheden alle bouwvakarbeiders naar aan leiding van de partieele staking hebben uit gesloten, Hun aantal in Groot-Hamburg be draagt 20.000. Volgens de «National Zeitung" te Bazel, onderhandelen vertegenwoordigers der Zep- pelin-Gesellschaft over den aankoop van een terrein aan den Zwitserschen oever van het Bodenmeer, ten einde de Zeppelinwerf daarheen te verplaatsen. Het votum van vertrouwen in de regee- ring, dat Donderdag in de Kamer werd ver kregen met een sterk verminderde meerder heid, belette gisteren den Senaat niet den aanval tegen Herriot te hervatten. De vroe gere minister van Financiën Franqois Marcal interpelleerde na ruggespraak met Poincaré Herriot juist over zijn Donderdag afgelegde verklaringen. Een dramatisch oogenblik deed zich voor, toen Marsal voorlezing deed van ■de brieven, die de raad van de Fransche Bank aan de regeering had geschreven, waar in hij protesteerde tegen haar handelingen, waarschuwde dat de toestand ernstig was, omdat het land vertrouwen miste in de te genwoordige politiek, en de regeering schier dreigde financieele maatregelen tegen haar te zullen nemen. Herriot hield wederom een lange rede, waarin hij uiteenzette, dat zijn financieele gestie het onvermijdelijke gevolg was van de houding van zijn voorgangers. Hij wees met kracht de tegen hem geuite beschuldigingen terug, doch de groote meerderheid der Se naatsleden applaudisseerde voor zijn tegen standers, terwijl Herriot gedurende zijn rede slechts van uiterst links applaus kreeg. De heele quaestie is thans of Herriot den Senaat nog zal verzoeken een votum van vertrouwen aan te nemen. Men twijfelt aan de mogelijkheid van een* dergelijk votum, doch Herriot zou nog eenigen tijd aan het bewind kunnen blijven, wanneer hij de op positie van den Senaat slechts negeerde. Men heeft echter opgemerkt dat Herriot in zijn redevoeringen herhaaldelijk spreekt van de moeilijkheden, die zijn opvolgers wachten. De Nederlandsche Processie naar Kevelaar. Door de besturen der processies naar Ke velaar van Oldenzaal, Denekamp, Enschedé, Leiden, Rotterdam, Hatert, Maasticht, Breda, Veghel, Leeuwen, Tiel, Etten (G.), Amster dam (2), Zwolle, Sneek, Groningen, Didam, Limburg, 's-Bosch, Tilburg (4 proc.j, Bok hoven, Gouda, Utrecht, Schiedain, Kaatsheu vel, Rijnland (2), Amersfoort, Heusden en Almelo is een schrijven gericht tot de direc tie der Ned. Spoorwegen van den volgenden inhoud: Het zal uwe directie evenals ons niet on bekend zijn, dat de jaarlijksche processies naar Kevelaar niet meer dat getal pelgrims tellen als vroeger, dat ook verschillende processies niet kunnen vertrekken, wijl er te weinig deelnemers zijn. De oorzaak wijten de processiebesturen m de dure prijzen der spoorwegen. Als voorbeeld wordt aangehaald dat in 1924 voor de Oldenzaalsche processie (traject Olden- zaalzaalGroesbeek) een minimumopbrengst geëischt werd van 1285, hetgeen een mini mum getal pelgrims vertegenwoordigt van 200. Voor 200 pelgrims kan er dus een extra trein loopen. De Oldenzaalsche processie telde echter 500 pelgrims of 300 meer, welke dc spoorwegen een meerdere opbrengst (be rekend a 6 per persoon) gaf van 1800. Van dit extra voordeel profiteerden echter alleen de Ned. spoorwegen. De besturen van de processies geven der directie nu in overweging van dit extra voor deel ook de processies te laten profileeren. daar bij niet verlaging der vervoerprijzen zoowel de processies als de maatschappij de dupe zullen worden. Nu reeds is te consta- teeren, dat de Enschedésche, Almelosche, Groninger, Raalter, Haaksbergsche en dc Sneeker processie wegens te hooge spoor kosten geen deelnemers in voldoende mate krijgen en dus niet meer kunnen gaan. En de processies die nog gingen, daalden in deelnemers. Ook wordt gewezen op het frappante feit, dat voor een processietrein Oldenzaal Groesbeek (116 K.M.) 6 moet betaald wor den, terwijl men een z.g. pleiziertrein Olden zaalAmsterdam (167 K.M.) laat loopen voor 3.25 per persoon. Goedkooper tarieven voor een processie- trein zal het getal deelnemers verhoogen, dus het voordeel voor de Ned. spoorwegen vermeerderen. Ook klagen de besturen (op 2 na) over de samenstelling der treinen, welke op zulke langen afstand niet in voldoende mate van W.C.'s voorzien zijn. Adressanten verzoeken dringend een re ductie op de tarieven en geschikter wagons voor den langen afstand. De Rijkscommissie voor de Werkverrui ming vergaderde dezer dagen alhier onder voorzitterschap van prof. W. H. Nolens. Vastgesteld werd de redactie van een schrijven aan den minister van Waterstaat, waarin wordt verzocht uitvoering van eenige groote openbare werken in verband met de begrooting voor 1926 uit een oogpunt van werkverruiming te willen bevorderen. Eveneens werd in verband met het vorig bedoelde schrijven vastgesteld een brief aan den minister van Financiën, waarin eenige maatregelen worden aanbevolen, waardoor groote openbare werken in sneller tempo en in grooter aantal dan tot op heden kunnen worden uitgevoerd. De inhoud dezer missives gaf aanleiding tot een uitvoerige gedachtenwisseling, waar bij tevens de taak der commissie werd ter sprake gebracht. Besloten werd in een vol gende vergadering de organisatie van alles wat op de werkverruiming betrekking heeft, onder de oogen te zien. Goedgekeurd werd een adres aan den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw naar aanleiding van een verzoek aan de regeering om mede het risico te dragen, verbonden aan een industrieele on derneming, welke wegens gebrek aan be drijfskapitaal was stopgezet. Belangrijke mededeelingen werden gedaan over de maatregelen, \4elke reeds zijn en nog zullen worden getroffen ter bestrijding van de werkloosheid in de Drentsche venen. Voorts werd ook thans weder een belang rijk aantal gevallen behandeld, waarin de bemiddeling der commissie werd ingeroepen om te beVorderen, dat aan Nederlandsch fabrikaat de voorkeur zou worden gegeven boven buitenlandsch of dat het nationale althans bij het buitenlandsche niet ten ach ter zou worden gesteld. Bij de besperking dezer gevallen bleek, dat door overleg, zon der financieelen steun, nog veel voor de Ne derlandsche nijverheid kan worden bereikt. Zoo werd b.v. door overleg met de directie v-n het Hoogovenbedrijf bereikt, dat de Chamotte-Unie een order kon boeken, waar door deze fabriek voor drie maanden werk krijgt'. Met leedwezen nam de commissie kennis van het besluit van Ged. Staten van Fries land, waarbij goedkeuring werd onthouden aan het besluit van den Raad van Workum om de levering van een gashouder aan een Nederlandsche onderneming tegen een ietwat' hoogeren prijs te gunnen dan waarvoor een niet-Nederlandsche onderneming had inge schreven. Ambtenaren Rijks-Tucht, Opvoedings-, Gevangenis- en Reclasseeringswezen. De Bijzondere Commissie voor georgani seerd overleg in zaken, rakende de ambte naren van het Rijks-Tucht, Opvoedings-, Ge vangenis- en Reclasseeringswezen kwam op 24 Maart en 1 April j.l. bijeen. De commis sie vereenigde zich met het door dc in de vorige vergadering benoemde sub-coniraissie uitgebracht rapport nopens de concept- dienstregeling voor het personeel var. de tuchtscholen en Rijksopvocdingsgstichten; den Minister van Justitie zal worden ver zocht nopens de wijziging van de ingedien de en de eventueel op te maken nieuwe concepten vervolgens opnieuw te mogen ad- viseeren. Voorts werd het advies vastge steld met betrekking tot een verzoek van den Algemeenen Nederlandschen Christe- lijken Ambtenaarsbond betreffende de ver tegenwoordiging door twee leden in de Bij zondere Commissie. Ten slotte werden de op 1 Januari 1925 ingevoerde salaris-regelingen voor de, onder de Commissie ressorteerendc- dientvakken in behandeling genomen en werd besloten den minister verschillende wijzigingen daarvan in overweging te geven. In Hotel Noord-Brabant te Utrecht is eene vergadering -gehouden van Nederl. Koekfa brikanten, waar het ontwerp Weeldebelas ting, voor wat betreft het artikel ontbijt koek, in den breede werd besproken. Uit die besprekingen bleek, dat alle aan wezige fabrikanten van meening zijn, dat ontbijtkoek als voedingsmiddel in geen ge val als een weeldevoedsel beschouwd kan worden, wijl het in de meeste huisgezinnen een dagelijksch voedsel is, hetgeen niet veel kostbaarder dan brood en naar verhouding van de voedingswaarde zelfs goedkooper dan brood is. Met algemeene stemmen werd het besluit genomen, te trachten de regeering te bewe gen, ontbijtkoek niet als weelde-object in aanmerking te doen komen. Uit dé vergade ring werd een comité benoemd, dat de noo- dige stappen in deze richting zal doen. Belgische onderscheidingen verleend. Koning Albert heeft het groot-kruis van de Leopolds-orde verleend aan den minister president jhr. mr. Ruys de Beerenbrouck en aan den minister van Buitenlandsche Zaken jhr. mr. dr. Van Karnebeek. Aan jhr. Van Vreedenburch, Nederlandsch gezant te Brussel, is het groot-kruis van de Kroonorde verleend. Het Tweede-Kamerlid Schaper heeft de volgende vragen gesteld aan den Minister van Financiën: „Is de Minister bekend met het feit, dat de gedelegeerde kommissaris der Rotterdamsche Bankvereeniging, die in de algemeene ver gadering van aandeelhouders dier instelling op 28 October j.l. als zoodanig is benoemd om inzonderheid voor de belangen van de Nederlandsche Bank en den Staat bij de Rot terdamsche Bankvereeniging te waken, een remuneratie van 150.000 geniet? Is het den minister bekend, dat tegen het bedrag dezer remuneratie doer kommissaris- sen der Rotterdamsche Bankvereeniging be zwaar is gemaakt, doch dat zij onder pressie van de diréetie der Nederlandsche Bank voor de eischen van den nieuwen functionaris zijn gezwicht? Is de minister bereid mede te deelen ^>p welken grond aan den bedoelden functionaris een zoo exorbitant hooge jaarlijksche beloo ning is toegekend, terwijl toch niet betwijfeld kon worden, dat voor de Rotterdamsche Bankvereeniging na de plaats gehad heb bende gebeurtenissen de noodzakelijkheid bestond om belangrijke bezuinigingen in haar bedrijf door te voeren? Zou de minister, indien een voldoende grond voor deze hooge belooning ontbroken heeft, bereid zijn om stappen te ondernemen, die er toe kunnen leiden, dat deze belooning tot een peil wordt teruggebracht, dat in oVereenslemming met het voor dergelijke vakkundige prestaties in het algemeen gel dende kan worden geacht?" De minister van Arbeid heeft een uitvoe rige circulaire tot de gemeentebesturen ge richt, waarin o.m. het volgende wordt mede gedeeld: „Het komt nog meermalen voor dat perso nen, die uit de werkloozenkas eener krach tens het Werkloosheidsbesluit 1917 gesub- sidiëerde vereeniging onrechtmatig uitkeering hebben genoten, die vereeniging en haar werkloozenkas verlaten, zonder die uitkee ring terug te betalen, om vervolgens na wor tel of langer tijd als lid tot een andere ge subsidieerde werkloozenkas toe te treden. Zii ontkomen aldus "aan de verplichting tot terugebetaling der onrechtmatig genoten uitkeeringen. ter wijl de reglementen der meeste kassen niet beletten, dat zij uit die werkloozenkas, waar toe zij zijn toegetreden, .toch weder uitkee ring verkrijgen. komen, aanvankelijk doordat de onderhan delingen met de gemeente eigenares van Leeuwenbergh veel tijd vorderen, later door dat zich uitzicht opende op een gelukkiger oplossing. Er is thans zekerheid dienaan gaande verkregen; van een verbouwing en uitbreiding van Leeuwenbergh zal definitief kunen worden afgezien, omdat de RockefellerFoundation zich bereid ver klaard heeft, een aanzienlijk bedrag (maxi maal 385000) voor stichting en inrichting van een geheel nieuw Rijkslaboratorium voor pharmacologic beschikbaar te stellen, wanneer het Rijk daarvoor het noodig ter rein benevens een bijdrage in de bouwkosten van ten hoogste 90.000 geeft. Er is alle aanleiding, het milde aanbod, (dat behalve de bijdrage van 385000 ook nog een ruime som voor steun in het alge meen van het pharmacologisch onderwijs aan de Utrechtsche Universiteit omvat) te ?anvaarden. Gaarne grijpt de Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen de door deze nota geboden gelegenheid aan om de Rockefeller-Foundstation, de oprechte er kentelijkheid der Nederlandsche Regeering voor hare edelmoedige daad te betuigen. Hij zal zich mei zijnen ambtgenoot van Finan ciën door de aanneming van deze Bouw- fondsbegrootig gaarne gemachtigd rekenen, met de Foundation een definitief accoord aan te gaan, opdat ten spoedigste met den bouw kan worden aangevangen. Het ligt io de bedoeling, ,voor het beheer der gelden een stichting in het leven te roepen terwijl de bouw van het laboratorium onder toe zicht van den Rijksgebouwendienst zal plaats hebben. Een geschikt terrein is hier- voor aan de Croeselaan, te Utrecht aanwezig. Voor de door het Rijk verschuldigde bijdra ge van (maximaal) 9000 zal nader een aanvraag worden gedaan. Ten gevolge van de vermindering van een aantal begrootingsposten ondergaat het to taal van de tweede afdeeling dezer begroo ting ad 2587302 een vermindering met 813700 en wordt het algemeene totaal te ruggebracht van 2657172 tot 184372. Een luchtmaildienst HollandIndië? Naar de Tel. verneemt, heeft Van der Hoop te Marseille zijn groote verwachtingen uitgesproken, welke hij van een geregelden luchvaartdienst Holland-Indië heeft. Eer dienst, welke z.i. zeer rendabel zou zijn en zeker geen utopie zou blijken. De Fokker VII zou daartoe minder ge schikt zijn, doch wel een drie-motorig toe stel, dat eventueel op 2 motoren kan vlie gen. Voorts dient volgens v. d. Hoop de dienst zooveel mogelijk in eigen hand gehou den te worden, al zal oolo voor een gedeelte van het traject' van Britsche vliegvelden ge bruik gemaakt moeten worden. Dienaan gaande zullen contracten met Engelschen wtrl mogelijk zijn. Van der Hoof) dacht bij deze plannen allereerst aan vervoer van de mail, later aan passagiersvervoer. Een moeilijkheid schuilt nog wel in een eventueele regeeringssubsi- die, doch de stoomvaartmaatschappijen, welke ook de eerste vlucht voor een groot deel mogelijk maakten, zullen voor de toe komst ongetwijfeld eveneens haar medewer- Volgens de geldende regeling, moet het be- r kj erleenen strpr der vereeniging, welke zij verlieten, in j FokkeTviI is in Indië niet afgekeurd; -Hen zorg dragen, dat al het onrecht- het tocstel -g Qok niet gekocht. daar het on. all matig uitgekeerde, onverschillig of het door den werklooze al dan niet zelf wordt te rugbetaald, in de werkloozenkas wordt te ruggestort binnen den door de Overheid ge stelden termijn. Al lijdt dus dc werkloozenkas geen scha de, wanneer het lid niet zelf terugbetaalt, dat neemt niet weg, dat het zich onttrekken aan de verplichting tot terugbetaling van on rechtmatig genoten uitkeering een zeer ern stig euvel is." De minister meent, dat zulke personen niet opnieuw moeten worden toegelaten tot het lidmaatschap der werkloozenkas van een krachtens het Werkloosheidsbesluit 1917 ge subsidieerde vereeniging, alvorens zij hebben aangetoond, dat zij de onrechtmatige geno ten uitkeeringen hebben terugbetaald. De bepaling zal gelden te beginnen met 1 Mei 1925. Hij noodigt zoowel de besturen der gesub sidieerde vereenigingen, als de gemeentebe sturen uit, op het naleven hiervan controle uit te oefenen. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, hebben een nota ingediend naar aanleiding van het verslag over de be grooting van inkomsten en uitgaven van het Bouwfonds voor de Departementen van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw en van On derwijs Kunsten en Wetenschappen voor het dienstjaar 1924. Ook zij betreuren zeer de aanzienlijke vertraging in de indiening van de laatste Bcuwfondsbegrootingen. Zij beamen de noodzakelijkheid van herstel van een weder normalen gang van zaken. Voor het jaar '25 is bereids hiernaar gestreefd. Gebouwen Rijks Universiteit Utrecht. Dc Minister van Onderwijs neemt den me- moriepost voor den bouw van een woning voor den' hoogleeraar-directeur van het Can- tonspark te Baarn met onderwijslokaliteiten terug. Hij acht het beter deze voorziening tot betere tijden aan te houden. Voorloopig zal in de behoefte aan een woning c.a. wor den voorzien door het in huur nemen van een bestaand pand. Aanbieding RockefellerFoundation. Het phaimacologisch laboratorium der Rijks universiteit te Utrecht is gevestigd in het van de gemeente in .huur genomen gebouw Leeuwenbergh. Behalve dat dit pand langza merhand allerlei ouderdomsgebreken is gaan vertoonen, waardoor het dringend om ingrij pende herstelling vraagt, is het voor het on derwijs in de pharmacologic veel te klein. Reeds geruimen tijd geleden werd daarom tot verbouwing en uitbreidyig besloten. In- tusschen is het plan niet tot uitvoering ge- geschikt voor militaire doeleinden bleek. Om dezelfde reden heeft Siam het niet aan gekocht. Het toestel maakt thans deel uit van de lading van de „Kertosono", welke boot op weg is naar Nederland. Invoerrechten zijn niet betaald, wijl de machine korter dan een half jaar in Indië is geweest. Voorts vestigde v, d. Hoop de aandacht erop, dat' in de tropen ook luchtlijnen kun nen worden aangelegd, b.v. van Singapore naar Medan en van Batavia naar Soerabaya, terwijl 'n ongeregelde lucht-taxi-dienst in 't leven zou kunnen geroepen worden voor groote maatschappijen. Deze dienst zou kun nen worden geëxploiteerd naar onbekende streken, voorts voor ambtenaren, die inspec tie-tochten doen, waartoe speciaal water vliegtuigen geschikt zouden zijn. Op de vraag, welke behandeling de vlie gers op hun tocht van Engelsche zijde on dervonden, antwoordde Van der Hoop, dat de Engelsche overal op den tocht, welke, zooals bekend na Philippopel ongestoord verloopen is, uiterst coulant zijn geweest. Wanneer de Engelschen een geregelde lijn zullen exploiteeren naar Egypte, Britsch- Indië, Rangoon en misschien naar Singapore, dan(zou Holland daacop wellicht een eigen luchtlijn naar Indië kunnen aansluiten. Deze Britsche plannen verkeeren echter nog in een embryonaal stadium. In Indië is men verlangend naar de tot standkoming van een luchtmaildienst, daar de bootdienst te lang duurt. Van der Hoop heeft een optimistisch rap port ingediend. De vliegers ontvingen een telegram van gelukwenschen van de Nederlandsche Kolonie te Parijs. De Marseillaansch-Hol- landsche kolonie heeft een telegram van hulde aan de Koningin gezonden. De vliegers zijn zeer getroffen door de grootsche betooging, welke in het vaderland wordt voorbereid. Zij betreuren slechts, dat zij niet vroeger konden komen. Zij vertrekken Zondagmorgen naar Parijs. Zaterdagmiddag maken zij een autotocht naar de omstreken van Marseille, waarbij vermoedelijk bet militair vliegkamp Fréjus zal worden bezichtigd. Het Nationaal Sportcomité ter huldiging van de HollandIndië-vliegers op Hout- rust (Den Haag) meldt: Was het oorspronkelijk de bedoeling van het regelingscomité de deelnemers aan het défilé zich te doen opstellen in den omtrek van Houtrust n.l. in de Sportlaan en d» Laan van Poot thans is men daarvan terug gekomen en zal het vóórterrein op Houtrus voor de opstelling gebezigd worden. Op het terrein waar de huldiging, h< 40 „Dat is ook zoo, maar het is een bedrie- gelijke manoeuvre, een misleiding," hervatte Bertha, „en die alleen moet dienen om hem ongestraft zijn eigenlijk werk te laten ver richten. Nu en dan geven ze hem verlof een of andere mededeeling te doen aan den ge heimen inlichtingendienst van uw leger; dat was dan niets van werkelijk belang, doch van voldoende schijnbaar belang om aan zijn werkzaamheid als lid van uwen spionnage- dienst eenig karakter van echtheid te ver- leenen." „Wie zijn ze," vroeg Max, het woord her halende, dat de vrouw gebruikt had, toen zij den dag na den moord in verhoor werd genomen in de woning van Miss Chase. „U zeide zooeven, dat „ze" hem veroorloofden een of andere mededeeling te doen." „Ze" zijn de hoofden van den Duitsqhen geheimen dienst te Berlijn," zeide Bertha. „Wie het zijn weet ik niet, maar kapitein Hollander weet het wel. Hij staat onder hun .bevelen, doch zij stellen in hem het grootste [vertrouwen, daar kii zijn. werk doet met veel succes. Zooals ik u zeide, is hij even stout moedig als sluw. Hij is de man geweest, die de ontwerpen voor het nieuwe kanon in han den heeft weten te krijgen." Max luisterde met stomme verbazing; wat deze vrouw hem verhaalde, was verbluffend! Hij kon er intusschen niet aan twijfelen of zij sprak de waarheid haar manier, haar spreektoon bewezen het duidelijk. Het leek een onwaarschijnlijk, bijna onaannemelijk verhaal, doch Max wist, dat juist uit zulke verhalen dikwijls bleek hoeveel onwaar schijnlijker de waarheid er uitziet dan de verdichting. Wat 'n duivelsche sluwheid en handigheid hadden deze Hollanders getoond; hoe hadden zij alle verdenking verre van zich af weten te houden! „Hoe komt ge dit alles zoo te weten?" vroeg hij met meer verwondering dan twij fel. „Op verschillende manieren," antwoordde zij ronduit. „Het is noodeloos u dat alles mede te deelen, maar dit wil ik u wel zeg gen, dat ik mijn meesteres scherp moest be spieden en ik hoorde hem dan ook dikwijls met haar over dit of dat onderwerp discus- siëeren. Daarenboven was ik, jaren geleden, verbonden geweest aan onzen geheimen dienst en had dus veel geleerd." „Heeft kapitein Hollander uw meesteres vermoord?" „Ja, daartoe had hij bevel! Hij moest haar vermoorden, ten einde haar mond te sluiten voor altijd. Gij hebt hem hooren zeggen, dat het noodig was en van ziin standpunt was het ook noodig. „Zij" gelastten hem haar onschadelijk te maken." „Zij!" Gij bedoelt de autoriteiten te Berlijn, van wie ge zooeven spraakt?" „Ja, de hoofden te Berlijn. Het was, van hun standpunt gezien, noodzakelijk, dat zij uit den weg werd geruimd." „Wist zij te veel?"_ „Dat nu juist niet." „Hoe kreeg zij informaties voor Hollan der? Hoe kan zij voor hem dienst doen als spion?" vroeg Max. „Gij kent haar broeder, kapitein Villiers Chase?" „Zooals gij weet," zeide Max. „Voornamelijk door middel van haar broer verschafte zij aan Karl Hollander inlichtin gen," zeide Éertha. „Door middel van Villiers!" riep Max uit op ongcloovigen toon. „Ja, door middel van hem, ofschoon ik niet geloof, dat hij wist op welke wijze zij van hetgeen hij haar zoo'al vertelde, gebruik maakte," zeide Bertha. „Hij was zeer aan haar gehecht veel meer dan zij aan hem; Miss Chase was iemand met 'n koud hart en met zeer weinig genegenheid voor wie ook, en zij was daarenboven handig en slim, het tegendeel van hem; hij is een domme, suffe man, en zij wond hem met het grootste ge mak om haar vinger.' „Intusschen begrijp ik niet...." „Onder het voorwendsel, dat hij haar kon helpen bij de artikelen, die zij schreef voor tijdschriften en kranten, wist zij hem menige belangrijke mededeeling te ontlokken, en zij had vrijen toegang tot zijn bureau in het departement van oorlog en tot zijn particu liere woonvertrekken. Begrijpt u het nu? vrceg Bertha. Max knikte bevestigend; alles werd hem helder en duidelijk. „En is Villiers onschuldig?" vroeg hij. „Dien indruk heb ik ten minste gekregen,' antwoordde zij. „Miss Chase stal de teeke- ningen, de plannen voor het nieuwe kanon uit de brandkast van haar broeder, en gaf ze aan Hollander." „Maar de brandkast zal toch wel goed ge sloten zijn geweest?" „Hoe zij het precies deed, weet ik niet, maar op die manier kreeg zij de teekeningen in handen," zeide Bertha. „Ik heb er iets van gehoord, maal niet alles. Villiers is haar me deplichtige niet geweest, behalve in zóó verre als zijn domheid en zijn liefde voor haar hem tot medeplichtige gemaakt heb ben." „Ik begrijp het," zeide Max. „Arme Vil liers!" „Ik heb u gezegd, dat mijn meesteres een vrouw was met een koud gemoed, en dat is waar, doch zij had toch een zekére na tuurlijke genegenheid voor haar broeder en was zeer fier van karakter. Zij was, na zich van de teekeningen meester te hebben ge maakt, bevreesd, dat haar broeder er van verdacht zou worden het geheim van het nieuwe kanon te hebben verraden, want zij meende, dat een onderzoek niet anders dan een voor hem compromitteerend resultaat zou kunnen opleveren; de anderen, die van het geheim afwisten, waren, de uitvinder uitgezonderd, allen te hoog geplaatst ge neraals en ministers, menschen boven alle verdenking verheven. Dit benauwde haar. Zij begon berouw te gevoelen over haar daad; zij werd hoe langer hoe angstiger; zij ver klaarde aan Hollander niet verder met hem te willen werken, zij dreigde zelfs hem te zullen ontmaskeren. Én zóó is het gekomen," zei Bertha met een zucht. „Namelijk, dat zij vermoord werd," voegde zij er bij. „Had zij berouw over haar verraad?" „Ja, en zij was bang ook bang voor haar broeder en ,in zekeren zin voor zich zelve. Zij was ten slotte geheel veranderd, en Hollander vreesde, dat zij haar bedrei ging tegenover hem zou ten uitvoer brengen. Hij stelde de hoofden te Berlijn op de hoogte en deze gelastten, dat zij uit den weg ge ruimd moest worden. Toen heeft hij haar vermoord." „Wist gij dat destijds?" „Ik wist het, toen hij het gedaan had, maar vóór dien tijd niet. Het deed mij erg veel leed, toen ik hoorde, dat zij dood was, want ik kon goed met haar overweg en ik hield zelfs van haar," zeide Bertha dood bedaard. „Hoe heeft zij Hollander leeren kennen?" vroeg Max. „Gij zuit u herinneren, dat ik u gezegd heb, dat zijn moeder familie was vin de Von iNordheims; j»i ontmoette bat „Fraulein". toen zij bij hen gouvernante was, en leerde haar daar nader kennen. Hij wist 'n soort van heerschappij over haar uit te oefenen. „Misschien maakte hij haar het hof," merkte Max op. „Neen, neen," zeide Bertha. „Er bestond tusschen hen niets van dien aard daar ben ik zeker van! In elk geval heeft zij zich er voor laten vinden spionnagediensten te verrichten voor Duitschland, maar ten slotte had zij, zooals ik u zeide, er berouw over. Ik zou niet weten, wat ik nu nog meer moest vertellen,'1 zeide zij na een oogenblik stil- zwijgens. „Het is allemaal heel eenvoudig," dacht Max, terwijl al wat hij_ vernomen had tot één geheel ordende; alles was duidelijk en paste in elkaar. Intusschen stelde hij aan de vrouw toch nog deze vraag: „Waarom hebt ge mij dit alles verteld?" „Opdat ge zoudt weten, hoe ge u tegen over Hollander te gedragen hebt, wanneer gij en* hij weer in Engeland zijn. Hij kan niet weten, dat ik u alles verteld heb of ook maar iets verteld heb; gij zijt thans, tenge volge van de inlichtingen, die ik u verstrekt heb, tegen hem gewapend," zeide Be*tha, „en hij is in uw macht. Gij kunt met hem doen, wat gij wilt, maar ga voorzichtig te werk en zorg voor uw eigen veiligheid." „Ik begrijp u," zeide Max. .Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5