i --ymr 4 Tochten door de Bovenstreek. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Vierde BladZaterdag 18 April 1925 GEMENGD NIEUWS. De arrestatie van notaris B. te Utrecht. De stakingen in het Noorden Door het stormweder. Onder een trein. Brandstichting te De Rijp. Na het vliegongeval te Soesterberg. Het ongeluk in het kamp van Laren. Brutaal. Hoe graaf Adlerstamm een Haan en Michiel een Bok heeft geschoten. De „betooverde" Jas. Het dansende geldstuk Oplossing van het kruisraadsel. EDO AR UIT DE MOPPENTROMMEL HET DROOMENVLINDERTJE. 1 Ten gerieve van onze lezers (lie in dezen bloembollentijd fiets- en wandeltochten wil len maken door de bloembollenstreek laten wij hieronder nog eenige tochten volgen. Om te beginnen is een mooien tocht te maken vanaf het eindpunt van de electrische tram te Heemstede aan den zwemvijver. Vandaar gaat men langs den Binnenweg en de trambaan naar Bennebroek en vervol gens door de Schoollaan en de Verlengde Schoollaan. Hier heeft men een schitterend gezicht op de bollenvelden. De Kennemer- beeklaan, rechts om de Bethlehemslaan tot den Rijksstraatweg, hier rechtsaf, een klein etukje den straatweg terug volgen en dan de erste laan links af inslaan, den z.g. Dood weg i-, volgen tot tegenover het Station Vo gelenzang, dan linksom tot station Hille- gom. Langs dezen weg kan men volop genieten van de bloemen. Men kan ook van Haarlem uit den straat weg volgen naar Heemstede, waar men ook wel wat ziet, doch wat door de vele auto's en fietsers niet aangenaam is. De mooiste route van Bennebroek is wel de Rijksstraatweg tot Weerstein, de Pas- toorssstraat in langs het station Hillegom, den Loosterweg af naar de Veenenburger- Iaan en terug over Hillegom. Waar thans nog alleen de hyacinthen en narcissen bloeien krijgen wij over eeni- gen tijd de tulpen. Wil men het schoonste genieten, dan moet men langs den Binnen weg (Glip) naar Bennebroek gaan, door de Schoollaan naar den Kennemerbeekweg en langs den Doodweg verder naar Hillegom en langs den Straatweg of Binnenwegen naar Lisse en Sassenheim. De Achterweg van Hil legom naar Lisse langs „Keukenhof" jis voor al de moeite waard evenals de schitterende narcissen te Sassenheim. Van Haarlem langs den Rijksstraatweg gaande, krijgt men voor de Bagatellebrug in Bennebroek reeds een voorproèfje van hetgeen te zien zal zijn en slaat men bij „De Oude Geleerde Man" den Zwartenweg in, dan links af de Leidschestraat voorbij Vogelenzang en over de Bartenbrug naar station Hillegom. Indien men zijn tocht uitstrekt tot Lisse, verdient het aanbeveling af te stappen aan de „Nachtegaal" waar men een magnifiek ge zicht heeft op de velden van de heeren Nieu- wenhuis en v. d. Veld. Verder kan men gaan door de Zwarte laan welke even voorbij de „Nachtegaal" rechts van den Heerenweg ge legen is. Ter weerszijde strekken zich de velden uit van de firma's Veldhuizen van Zanten, Pijnacker, De Graaf en Zenen, Drie huizen e.s. Aan het einde slaat men links af en begeeft zich langs den Loosterweg naar het landgoed „Keukenhof", waar men vrij mag wandelen of fietsen. Als men dit land goed gepasseerd is, komt men weer op den Loosterweg, welke men kan blijven gaan tot het bosch „Wassergeest" of men kan ook de Spekkelaan opgaan. In het eerste geval gaat men langs Esselaan en Cathrijnelaan naar den Rijksstraatweg. Langs deze wegen kan men genieten van de prachtige bloemen velden. Van de Cathrijnelaan of naar Lisse kan men tevens van de gelegenheid gebruik ma ken om een bezoek te brengen aan de ruïne „D'Ever." Als men per fiets van de richting Haar lem komt, moet men bij het Z.g. Reijgers- bosch onder Lisse de gemeente binnen gaan of van af den Rijksstraatweg nabij Engelen brug, de Voortlaan volgen. In beide gevallen komt men op den Loosterweg. Dezen volgen de tot aan café „De Bonte Koe" staan op het eind daarvan twee wegen open, links naar den Rijksstraatweg en rechts naar Noordwijk. Als men genoemden weg volgt heeft men naar beide zijden een mooi gezicht op de velden. Indien men naar Hillegom vanuit de rich ting Haarlem gaat, bedenke men dat de zijwegen van den hoofdweg, de Rijksstraat weg, naar het Oosten in den regel doodloopen. De eerste laan van Bennebroek komende in Westelijke richting, de Noorderlaan is hoog gelegen. Van daaruit heeft men een prachtig panorama. Den spoorweg over stekende, volgt men een zandpad tot men aan de Margrietenlaan komt, links om, van Loosterweg I op den spoorweg over, tot snijpunt Pastoorslaan en Loosterweg I. Dat punt is ook van den Rijksstraatweg (Weeresteinstraat) te bereiken door de Pastoorslaan. Van het Kruispunt Looster weg I en Pastoorslaan vervolge men den Loosterweg I langs de Gasfabriek tot het Station. Dit punt is mede van belang voor hen, die per spoor komen, en voor hen die de Weeresteinstraat hebben gehouden tot voorbij Treslong, tramremise en het kruis punt HoofdstraatStationsweg, want van daar langs Stationsweg komt men ook aan het Station. Hier vervolge men den Loos terweg II, tot de kruising met de Wilhel- minalaan. Dit punt is van uit het dorp te bereiken langs de Van den Endelaan en Wilhelminalaan, welke beide zeer aan te bevelen zijn. Verder ga men den Loosterweg II tot een hooge brug, van waar zich een schitterend uitzicht open (Hippelaarsbrug). Daar lig gen drie wegen ter keuze. Een naar het Westen of De Zilk. Een naar het Oosten langs een sloot de oude Beek genaamd. Dat smalle voetpad volge men bij voorkeur. Het is echt landelijk wandelen tusschen de tuinen door. Een hoog ijzeren bruggetje geeft gelegenheid van uit de hoogte op de kleurige velden neer te zien. De oude Beek leidt u tot in het dorp bij de Hillegommer- brug (Haven), Herv. Kerk, Hoofdstraat of het centrum, in den volksmond bekend als Houttuin. De derde weg hierboven bedoeld, is de Loosterweg III, gedeeltelijk als hooge weg (dijk) loopende door de velden. Deze weg komt uit op de Veenenburger- laan, een van de mooiste hooge wegen, werkelijk zeer a'an te bevelen. De keuze is nu de richting Lisse te ne men (wat te ver voert voor deze wande ling) of de richting Hillegom naar het dorp, waar de toren der Herv. Kerk als een aar dig silhouet opdoemt. Langs deze Vcenen- burgerlaan, waar het laatste duin thans afgezand wordt, komt men aan de Leidschestraat en de Hoofdstraat. Langs de Leidschestraat nadert men via de Steen fabriek Lisse. Aan die straat is nog een zijweg, de Hyacinthenlaan, die in verbin ding staat met de bovengenoemde Veenen- burgerlaan. De eveneens genoemde Hoofd straat voert naar het dorp Hillegom met Zijn vele gelegenheden voor uitrusten en versnapering. Vlak bij het dorp bezoeke men Sixlaan., Van den Endelaan, Wilhel- minapark met het Molenduintje, een met boomen beplant heuveltje, van waar men een prachtig gezicht heeft op de bloemen. Vergissen kan men zich in geen geval. De gemeentetoren geeft steeds uitkomst. Komt men per trein aan, dan kan men den Stationsweg volgen, die vanzelf naar de Hoofdstraat voert. Men wandelt langs mooie huizen en prachtige velden, komt in 't dorp langs Nieuw Flora bij 't Post kantoor en Flora tot de tramhalte (mede die der autobussen) aan 't Houtplein vóór Hotel Sistermans en aan den overkant de Volksbond en een Melksalon. Wie per tram of bus of fiets of auto of motor komt, kan dezelfde route vanaf het centrum maken. De totale afstanden vari- eeren van tot één uur. Ook in de omgeving van Vogelenzang zijn mooie tochtjes te maken. Nemen we als uitgangspunt het station Vogelenzang-Bennebroek, dan is een zeer aanbevelenswaardig rondje 't volgende: Leid- sche vaart in de richting Haarlem, dus Noord waarts, tot de Manpadsbrug. Men hefeft dan aan de rechterhand over de vaart een gezicht op het bosch van de buitenplaats „de Harten kamp", waarin het eerste teere lentegroen te voorschijn komt. Aan de ander zijde liggen eenige bollenvelden van de Ned. Cultuur Mij. Bij de Manpadsbrug linksaf, over den onbewaakten overweg van Woestduin, Hier heeft men een fraai uitzicht op de historische duinenreeks, welke zijn naam ontleent aan Witte van Haamstede. Men kan nu twee ver schillende wegen volgen, welke beide uit komen op den Vogelenzangschen straatweg en door de bekoorlijke bosschen van Woest duin voeren. Voor vogelliefhebbers is er in dit gedeelte haast altijd iets te zien. Op den Vogelenzangschen straatweg gekomen slaat men linksaf hier teekenen de groene weiden en kleurige bollenvelden zich prachtig af te gen de golvende duinen in de verte. Wanneer men dan vóór Vogelenzang links de Bekslaan nemt, welke met zijn ontluikende beukeboo- men op zichzelf al de moeite van een bezoek ruimschoots beloont, is men na een wande ling van één a anderhalf uur weer op het punt van uitgang (het station) teruggekeerd. Een kleinere maar niet minder aanbe velenswaardige wandeling is die rond het dorp Vogelenzang. Men wandelt eerst weer door de Bekslaan, slaat dan linksaf en volgt den Vogelenzangschen straatweg tot men aan de Leidsche vaart komt. Op dit punt heeft men achter zich een prachtig gezicht op de bloemenvelden, met als donkeren achter grond het geboomte van de buitenplaats Kui lenburg, welk buiten men straks in de Beks laan aan de voorzijde is gepasseerd. Aan de Leidschevaart slaat men links af; ook hier aan beide zijden staan bollen, voornamelijk hya cinthen, de tulpen beginnen pas te kleuren, in vollen bloei. Men komt onder de nieuwe traliebrug door en is binnen het uur v/eer aan het station terug. Een derde tochtje, dat allicht een paar uur in beslag neemt ligt in de richting Hille gom. Men volgt de Leidschevaart naar Het Zuiden tot de steenen brug. Hier kan men links of rechts af. De rechter weg, de Mar grietenlaan leidt in de richting Zilk-Noord- wijkerhout. Dezen weg bewaren wij voor een vierde wandeling. We gaan dus links, de brug over en kunnen al dadelijk weer kiezen, welke van de twee voor ons liggende wegen te nemen. De Loosterweg (rechts) voert langs de Gasfabriek naar het Station Hillegom. Hier kan men links de Stationsstraat volgen om zoo op den rijksstraatweg HaarlemLeiden te komen, waarop ook de andere weg uit komt. Beide wegen gaan midden tusschen de rijkelijk bloeiende en geurende velden door 1 Volgt men den Rijksstraatweg in de rich ting Haarlem, dus links als men de Stations straat afkomt, dan brengt een wandeling van een goed half uur ons naar Bennebroek. Vooral voor de Oosteinderbrug (stoomtram halte) liggen aan weerszijden uitgestrekte ter reinen, geheel overdekt met tulpen, hyacin then en ornatissen. Hadden wij voor de brug aan de Leidsche vaart rechts afgeslagen, dan voert de Mar grieten laan ons in de richting Zilk-Noord- wijkerhout. Ook deze richting is voor wande laars of fietsers die niet op een kilometer zien zeer aan te bevelen. Hier vindt men het duin landschap in de drie stadia van cultiveering terug. Men ziet er nog gedeelten ongeschon den duin, men passeert vooral bij Noordwij- kerhout, gronden die gereed gebracht wor den voor de cultuur, benevens uitgestrekte gedeelten die met hun roode en paarse vlak ken van een eigenaardige schoonheid zijn. Men kan zijn wandeling of fietstocht in de richting van Noordwijkerhout uitbrei den, zoover men zelf wil. Wenscht men den rijksstraatweg HaarlemLeiden te bereiken, dan slaat men bij de eerste gelegenheid links af. De kwestie van de Boekhouding. Toen in de bladen het bericht verscheen dal notaris B. was gearresteerd onder ver denking van verduistering van aan zijn zor gen toevertrouwde gelden, is de onderstel ling uitgesproken, dat nog meerdere irres- taties zouden volgen. Een onderzoek, dat wij in de gelegenheid waren in te stellen, heeft ons overtuigd, dat deze veronderstelling niet alleen voorbarig was, maar ook het perso neel op dit notariskantoor in een zeer on aangenaam parket bracht en een blaam be zorgde zonder grond van rechtvaardigheid. Het enkele feit, dat de justitie de zaak nu reeds bijna twee weken in behandeling heeft en het personeel nog niet eens heeft ge hoord, moge tot voorzichtigheid stemmen. Eenige dagen na de arrestatie van den nota ris publiceerde het Utr. Dagblad een artikel, waarin nadere bijzonderheden werden mee gedeeld over de pogingen om de financiëele debacle te voorkomen, maar dat een on juiste voorstelling van zaken gaf en speciaal voor den boekhouder buitengewoon onaan genaam moest heeten. Wij hebben bet des tijds overgenomen en achten ons verplicht de zaken thans voorzoover in ons vermogen ligt, recht te zetten. Allereerst moet bestreden worden dc zij delings geopperde veronderstelling, dat het achter-zijn der boekhouding schuldig zou kunnen zijn aan het niet-voorkomen der catastrophe. Direct kan zulk een achter stand nooit van invloed zijn op het onvol doende beheer der geldmiddelen. De notaris blijft de verantwoordelijke persoon voor den stand van zaken op zijn kantoor. Op het kantoor van notaris B. betrof de achterstand in de boekhouding in hoofdzaak het in- en uithoeken van betalingen voor verrichte no- tariëele werkzaamheden. Dit was in ieder geval van zoo geringen invloed, dat, toen de Ring-Utrccht van dc Broederschap van No tarissen in de zaak was gemengd en hulp aanbood, in twee dagen tijds een staat van bezittingen en schulden is overgelegd, waar uit onmiddellijk het tekort kon blijken. Op die staat is tot heden geen enkele aan merking verschenen en desverlangd had dus ook de notaris zelf steeds in zeer korten tijd een overzicht van zijn zaken kunne.i verkrijgen. Wat het zuiver-notarieele ge deelte betreft, daarmede was het geheel in orde. De daarover in het bewuste artikel gedane mededeelingen waren niet geheel juist, maar bovendien doen die bijzonderhe den niet ter zake in de kwestie, waarom het hier gaat. Het financiëele beheer van het notaris kantoor kon in twee dagen overzichtelijk worden beoordeeld: zoolang op de gemaakte staat geen aanmerkingen verschijnen, woidt dus alle grond gemist, wanneer men be weert, dat „een krachtige persoonlijkheid" de zaken anders en beter zou hebben gere geld, Deze krachtige persoonlijkheid had de notaris zelve moeten zijn en dan vooral ten opzichte van het zuiver-financiëele, het be leggen van gelden etc. Zonder medeweten van den patroon kan een ondergeschikte kwalijk aan derden gaan meedeelen, dat het op een kantoor misloopt. Indien hulp van buiten reeds eerder had moeten komen, was het aan den notaris geweest daarom te ver doeken. Dit is niet geschied en het klinkt onbillijk, wanneer men de schuld daarvan geheel of gedeeltelijk aan anderen hoort wijten. Het justitieel onderzoek zal verder wel voldoende licht brengen. (Centr.) In een gisteren te Appelscha gehouden vergadering van stakers bij de werkver schaffing werd besloten Zaterdag weder den arbeid te hervatten. Een 30-tal verveners in de Weerdinger venen heeft aan de arbeidersorganisaties medegedeeld bereid te zijn een arbeidsover eenkomst aan te gaan voor 1925-1926, be vattende een loonsverlaging van 1254 pCt. in vergelijking met 19241925. De leden der arbeidersorganisaties hebben zich uitgesproken voor een loonsverlaging var, hoogstens 10 pCte Nu de staking in de gemeente Opslerland zoo goed als is geëindigd heeft de burge meester dezer gemeente de verordening waarbij het houden van demonstraties op den openbaren weg was verboden, weder in getrokken. Te Coevorden zijn twee vrouwen in een woonwagen door bet stormweder zoodanig gewond, dat ze in 't ziekenhuis aldaar moesten worden opgenomen. Bij het rangeeren op het emplacement van de Rott. Tramw. Mij te Zijpe, kwam de 17- jarige leerling-stoker B. Malipaard, terwijl hij zich bevond tusschen de locomotief en den wagen om deze af te koppelen, te vallen, met 't gevolg dat een der wielen zoodanig tegen het hoofd kwam, dat hij binnen enkele minu ten bezweek. Het lijk werd naar de oude«>- lijke woning te Brouwershaven overgebracht. Woensdagmiddag ontstond een begin van brand in het café van den heer Timmer, te De Rijp. De brandweer wist, door de brandende voorwerpen van den zolder op straat te gooien, en door emmers water een groot on heil te voorkomen De historische Ned, Herv, Kerk staat op 15 M. afstand en er woei een hevige wind. De door den veldwachter gearresteerde 16- i jarige stiefzoon, heeft bekend den brand to hebben gesticht. (Tel.) I De begrafenis der slachtoffers. Vrijdagmorgen is te Utrecht op de Eersta Alg. Begraafplaats het stoffelijk overschot van G. van Weinen, sergeant-vlieger tf»Soes- terberg, ter aarde besteld, die deze week bij hel vliegongeval aldaar bet leven ver loor. Aan het hospitaal en op het kerkhof was buitengewoon groote belangstelling van de zijde van de militairen en het publiek. Ondef de aanwezigen op de begraafplaats werden o.a. opgemerkt namens den minister van Oorlog, kolonel Bueno de Mesquita, comman dant van den Luchtvaartdienst, kapitein S, Thomas en namens de Marine, de le luit. Mulder; voorts kolonel Klinkenberg en tal van andere militaire autoriteiten. Een viertal onder-officieren fungeerde als slippendragers, terwijl acht onder-officieren de baar droegen. De kist was met kransen en bloemstukken bedekt. Het woord werd allereerst gevoerd door kapitein Thomas, die een telegram van de Koningin voorlas, waarin H.M.'s deelneming werd betuigd aan de nagelaten betrekkingen. Voorts voerde het woord kolonel Bueno da Mesquita uit naam van den minister van Oor log; vervolgens de heer Rommers namens de afdeeling Soesterberg van ..Ons Belang" en sergeant Los, namens de afdeeling Soes terberg van den Bond van werklieden bij den Luchtvaartdienst. De godsdienstlccraar W. Martinus dankte de familie voor de betoonde belangstelling. De Minister van Oorlog zal zich bij da begrafenis van den vrijwilliger bij den land storm F. A. N. Lammers, die bij de oefe ningen met mitrailleurs in bet kamp tc La ren werd gedood, heden, 18 April, doen vertegenwoordigen door majoor C. de Veer, verbancLs-coramandent bij den Vrijwillige» Landstorm te Amsterdam. Donderdag heeft een inbreker een raatll opengeschoven van het huis van den direc teur der Strafgevangenis aan den Pomp- stationsweg en uit een portemonnaic 10 gestolen. Rosegger naverteld. In 'f Ramsauerdal staat een oude met mos begroeide denneboom. Daar is 't wonder ge beurd dat ik u vertellen zal. Elk voorjaar kwam de graaf, in kleeding en verdere uitrusting zoon echte Nimrod in 't dal. De opperhoutvester, Hans Schrö- dinger die mij de heele geschiedenis heeft verteld moest voor de jacht en 't wild zorgen. De goede man was radeloos. Hij ging naar de houthakkershut, riep den knecht Michiel, en daarop gingen zij 't woud in. Terwij! de knecht zijn tabakszak voor den dag haalde en zijn pijp stopte, zei de hout vester: „Ik weet waarlijk niet, hoe we dat (moeten aanleggen" „Wat moet er dan toch gebeuren?" vroeg j Michiel. „De graaf is gekomen en wil morgen vroeg een auerhaan schieten!" „Nou! 't is zijn jacht. Hij kan schieten zoo veel hij wil.'' „Dat kan hij niet!" zei de houtvester. „Dat vat ik niet. Er zijn hier hanen ge noeg, ik weet er wel een paar. De graaf moet maar op een goede plek gebracht worden!" „Dat geeft niets. De graaf raakt nooit wat. Neen! we mofeten wat bedenken* 't Is nu het tiende jaar, dat de graaf hier komt om een haan te schieten, en nog geen enkele veer heeft hij geraakt. Als hem dat begint te V2r- velen, verkoopt hij de jacht, en dat zou er voor ons leelijk uitzien, want de graaf ziet niet op een goede fooi! Neen! hij moet en hij zal morgen een haan schieten, maar ik weet er waarachtig geen middel op." „Laten we dan een haan in den top van den boom binden!"' zei Michiel, stak de ge stopte pijp in zijn mond en den tabakszak I tusschen zijn riem. „Vastbinden?" zei de houtvester, „daar heb ik ook al over gedacht, maar hij raakt hem toch niet!" „Als hij dan twee- of driemaal schieten?" „Ook niet. De graaf is bijziende, heeft geen vaste hand, geen geduld, en wordt dan ze nuwachtig, Hij is volstrekt geen jager!" „Dan weet ik er ook geen raad op,'' zei Michiel. „Er is nog maar één middel," zei de hout vester fluisterend, als was hij bang, dat de boomen 't zouden hooren. „en dat moet uit gevoerd worden." „Dan is 't zaakje in orde." „Ja, maar jij moet me helpen. Michiel.'' Ze bleven staan en de houtvester deed den knecht een voorstel. „Dat kun je begrijpen!" riep Michiel la chende, „ik dank je hartelijk. Dat doe ik niet!" „Kom Michiel. wees maar niet bang. Je kunt 't' veilig doen. Je blijft wel 'n vaam buiten 't schot!" „Nee, heer houtvester! Zoek maar een anderen liefhebber voor dat karweitje!'' „Luister nu eens goed. Je weet, dat ik altijd de buksen moet laden. Ik zal ze nu met los kruit laden!" „Nou, dat lijkt me beter! Nou zeg ik ja! Waar wil de graaf schieten?" „Boven in het Donnerwoud en dan verder op, waar die hooge denneboom staat. Hoe verder en hoe moeilijker de weg is, des le meer is 't naar den zin van die voorname heeren. We gaan om drie uur, dan is het nog niet klaar dag. Zal je om het balzen denken?" „Dat zal waar zijn!'' Verder spraken ze nog 't een en ander af. fe middernacht werd de graaf gewekt. De opgewonden man trok een volledig ja- gerscostuum aan, en of de houtvester al zei, dat hij dit of dat wel thuis kon laten, de graaf vond, dat men nooit te voorzichtig kon zijn Zoo gingen ze op weg. „Excellentie," zei de houtvester, „dat zullen we vandaag treffen. Let op mijn woor- In de klem. den. De kans is nog nooit zoo mooi ge- weestl" „Dat zal niet in je nadeel zijn! Maar. hoor je dat? Is daar geen schot gevallen?" „U hebt gelijk, riep de houtvester lachen de. „Precies een schot. Daarin heb ik me ook al dikwijls vergist. Dat is 't' neervallen van een lawine. O, dat is geen zeldzaamheid m dezen tijd van 't jaar. Hoe hoogcr zij in 't Donnerwoud kwamen, des te zachter spraken zij. Bij den bruinen beuk gekomen, luisterden zij en hoorden voor de eerste maal het balzen ifl de verte. Ze liepen voort, en als de haan zweeg, ble ven ze doodstil staan als een paal. Zoo waren de beide jagers eindelijk bij den hoogen denneboom gekomen, in welks top het beest zoo luid aan 't balzen was, dat het een lust was om aan te hooren. De houtvester bracht den graaf nu op een goede plek en vroeg fluisterend of hij daar in de hoogte de haan wel zag. „Ja! Ja! Verduiveld! Dat is een baas, hoor!'!' „U begrijpt natuurlijk wel, dat die zwarte plek de top van den boom is, maar ziet u, daarnaast, die kleine punt, dat...." „Ja! ja!" antwoordde de graaf driftig en legde dadelijk aan. Poef, paf! 't Schot was ook al gevallen. Eerst dacht men, dat dc graaf te vroeg had geschoten, maar.... neen!.... goed geraakt hoor! Het dier tui melde van tak tot' tak naar beneden en viel met een zwaren bons voor dc voeten van den gelukkigen grasf op den grond. De graaf sprong op van vreugd, juichte en jubelde, 't Was dan ook een prachtige vogel. „Dadelijk bericht zenden per telegram aan de gravin. Vivat! Een haan geschoten. Mor gen groot feest!" 't Was een prachtige voffêl en midden in de borst getroffen! Maar.wat hangt daar toch? Aan zijn pooten hangt iets. Wat mag dat zijn? Dadelijk licht gemaakt. Groote verbazing. Verward in de klauwen hing een goedgevulde tabakszak. „Lompe ezel!" vloekte de houtvester bin nensmonds, maar zei spoedig: „Excellentie, zoo lang ik in dienst ben is dit de eerste keer dat ik zie, dat het waar is, wat de houthakkers van den auerhaan vertellen, na melijk, dat hij dikwijls wegneemt, wat zij la ten liggen. Zoo heeft' ook deze een tabaks zak weggenomen. Zeldzaam! Zeldzaam!" De graaf keek strak voor zich en sprak geen woord. Hij liet den vogel liggen en ging zoo spoedig moelijk per trein naar huis. Michiel klom uit den boom, waaruit hij den vogel naar beneden had geworpen. „Kan ik 't helpen,'' zei Michiel tot den houtvester. „U is te haastig geweest. Toen het schot van den graaf viel, hing de volgel nog aan mijn riem Ik rukte hem los zoo hard ik kon en toen is die verwenschte tabakszak tegelijk naar beneden gekomen." Acht dagen later haa de graaf zijn jacht gebied verkocht. Nadat we eenige uurtjes goocheltoertjes verricht hebben, nemen we aan, iemand zóó te betooveren, dat hij zonder de toovenaar zijn jas niet meer alleen kan uittrekken. Als iemand de weddingschap aanneemt, plaatsen we hem op een stoelmaken eenige hokus pokus-gebaren en bevelen hem op commando één twee, drie zijn jas eens al leen te trekken. De bewuste persoon probeert dit, maar zoodra hij zijn jas uittrekt, trekt ook de too venaar de zijne uit en wint daardoor de wed dingschap, omdat de gefopte zijn jas immers niet alleen uittrekt. Men neemt een paardenhaar en maakt dit vast aan een geldstuk, bijv. een cent. Het andere einde plakt met een stukje was aan den nagel van zijn wijsvinger vast. Ter wijl men op eenigen afstand achter een tafel staat, werpt men 't geldstuk, dat men met de vingers aanpakt, in een glas. Daarna begint men een liedje te fluiten, terwijl men met de hand de maat slaat. Het geldstuk begint te dansen en niemand be grijpt hoe dit mogelijk is, omdat de aanwezi gen op een afstand 't fijne haar niet bemerken. HET MODERNE KIND. „Oma, houdt u veel van me „Ja, Piet, dat weet je toch wel." „Nu. oma verbied uw oudsten zoon dan, dat hij mij slaat." NOG ZOO DOM NIET. „En, Liesje, hoe lang bleven Adam en Eva in het Paradijs „Tot het najaar „Hoe kom je daar bij, Lies?" „Eerder zijn de appels niet rijp." HIJ WIST 'T NIET. Kleine Frits vertelt aan de juffrouw, dat hij den vorigen dag niet op school kon komen wegens tandpijn. Als de juffrouw vraagt of de tand nog pijn doet, antwoordt hij „Dat weet ik niet. De tandarts heeft hem bij zich gehouden." UIT DE SCHOOL. Onderwijzer „Denk eens, Jan, je hebt een stuk biefstuk en verdeelt 't in twee dee- len. Wat krijgt je dan, wanneer je deze we-< derom verdeelt Jan „Vierde deelen Onderwijzer „Wanneer je dit ook weef verdeelt Jan „Achtsten." Onderwijzer „En watneer je deze ook weer doorsnijdt Jan „Zestienden." Onderwijzer „En dan Jan „Dan krijg je gehakt, mijnheer REKENSOM. „Max, als ik je vandaag twee hondjes geel en morgen nog twee, hoeveel heb je er dap morgen „Vijf, meester." „M3ar jongen, luister eens goed van< daag geef ik er twee, en morgen weer twee hoeveel heb je dan samen „Vijf meester." „Max, hoeveel zijn twee appels en nog een( twee appels „Vier appels, meester." „Goed zoo. En als ik je nu twee hondjet geef en nog eens twee er bij, hoeveel heb j« dan in 't geheel „Vijf meester." „Maar Max, hoe kan je dat nu zeggen Twee en...." „Ik heb al een hondje thuis, meester." FLAUW. Tom „Onze vliegers zijn in Batavia niet! aangekomen". Wim „En de Gouverneur-Generaal van! Indië heeft ze zelf toegesproken 1" Tom „Ik bedoel ze wegen nog even zwaar als bij hun vertrek uit Holland." BIJ DEN KAPPER. „Mes goed, meneer Om vleesch te snijden wel, geloof ik." 4. Op een morgen stond het hek open. Hij liep den weg op, steeds maar verder, tot hij bij een andere boerderij kwam. Daar zag hij een poes voor een grooten schotel melk zitten. „Ga weg," zei hij tegen de poes, „ik moet die melk hebben." „Ach lieve hond," smeekte de poes, „gun mij ook wat, ik krijg den heelen dag niets meer." „Kan me niks schelen" zei de hond en hij slobberde den heelen schotel leeg. „Zie zoo" dacht hij, „dat heb ik al vast." H 'A.'., UI' I III I»""/' "A** 5. De haan die achter de schuur zat, had alles gehoord en gezien. Hij kon niet velen, dat die slokkert van een hond alles opdronk, en voor de poes niets meer over liet. Hij kraaide alle kippen bij elkaar en zei„We moeten hem dat maar eens voor goed afleeren. Ze vlogen den hond te zamen aan en pikten hem zóó lang, tot hij voor dood bleef liggen. „Was ik nu maar bij mijn baas gebleven" dacht hij, want dat hij zoo leelijk te pas zou komen, had hij niet verwacht. 'C 6. Toen hij daar zoo lag, kwam er een man met een kar aan. „Hoe kom jij hier zoo te lig gen vroeg hij „en zoo toegetakeld „Dat heb ben die leelijke kippen gedaan" zei de hond,, „omdat ik een beetje melk van de poes had opge dronken." „Dat is niet waar hoor 1' schreeuwde de haan, „alles heeft hij opgeslpkt, en niets voor de poes overgelaten." „Zoo" zei de man, „helx. jij dat gedaan, en nu net?' jokken ook, nu, we zul len je wel klein krijgen, hoor Sta op" en hij gaf hem een schop, „dan kun je miin kar trekken." (Wordt vervolgd) f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 13