i --ymr
4
Tochten door de Bovenstreek.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Vierde BladZaterdag 18 April 1925
GEMENGD NIEUWS.
De arrestatie van notaris B.
te Utrecht.
De stakingen in het Noorden
Door het stormweder.
Onder een trein.
Brandstichting te De Rijp.
Na het vliegongeval te
Soesterberg.
Het ongeluk in het kamp
van Laren.
Brutaal.
Hoe graaf Adlerstamm een
Haan en Michiel een Bok
heeft geschoten.
De „betooverde" Jas.
Het dansende geldstuk
Oplossing van het
kruisraadsel.
EDO
AR
UIT DE MOPPENTROMMEL
HET DROOMENVLINDERTJE.
1
Ten gerieve van onze lezers (lie in dezen
bloembollentijd fiets- en wandeltochten wil
len maken door de bloembollenstreek laten
wij hieronder nog eenige tochten volgen. Om
te beginnen is een mooien tocht te maken
vanaf het eindpunt van de electrische tram
te Heemstede aan den zwemvijver.
Vandaar gaat men langs den Binnenweg
en de trambaan naar Bennebroek en vervol
gens door de Schoollaan en de Verlengde
Schoollaan. Hier heeft men een schitterend
gezicht op de bollenvelden. De Kennemer-
beeklaan, rechts om de Bethlehemslaan tot
den Rijksstraatweg, hier rechtsaf, een klein
etukje den straatweg terug volgen en dan de
erste laan links af inslaan, den z.g. Dood
weg i-, volgen tot tegenover het Station Vo
gelenzang, dan linksom tot station Hille-
gom.
Langs dezen weg kan men volop genieten
van de bloemen.
Men kan ook van Haarlem uit den straat
weg volgen naar Heemstede, waar men ook
wel wat ziet, doch wat door de vele auto's en
fietsers niet aangenaam is.
De mooiste route van Bennebroek is wel
de Rijksstraatweg tot Weerstein, de Pas-
toorssstraat in langs het station Hillegom,
den Loosterweg af naar de Veenenburger-
Iaan en terug over Hillegom.
Waar thans nog alleen de hyacinthen
en narcissen bloeien krijgen wij over eeni-
gen tijd de tulpen. Wil men het schoonste
genieten, dan moet men langs den Binnen
weg (Glip) naar Bennebroek gaan, door de
Schoollaan naar den Kennemerbeekweg en
langs den Doodweg verder naar Hillegom
en langs den Straatweg of Binnenwegen naar
Lisse en Sassenheim. De Achterweg van Hil
legom naar Lisse langs „Keukenhof" jis voor
al de moeite waard evenals de schitterende
narcissen te Sassenheim. Van Haarlem langs
den Rijksstraatweg gaande, krijgt men voor
de Bagatellebrug in Bennebroek reeds een
voorproèfje van hetgeen te zien zal zijn en
slaat men bij „De Oude Geleerde Man" den
Zwartenweg in, dan links af de Leidschestraat
voorbij Vogelenzang en over de Bartenbrug
naar station Hillegom.
Indien men zijn tocht uitstrekt tot Lisse,
verdient het aanbeveling af te stappen aan de
„Nachtegaal" waar men een magnifiek ge
zicht heeft op de velden van de heeren Nieu-
wenhuis en v. d. Veld. Verder kan men gaan
door de Zwarte laan welke even voorbij de
„Nachtegaal" rechts van den Heerenweg ge
legen is. Ter weerszijde strekken zich de
velden uit van de firma's Veldhuizen van
Zanten, Pijnacker, De Graaf en Zenen, Drie
huizen e.s. Aan het einde slaat men links af
en begeeft zich langs den Loosterweg naar
het landgoed „Keukenhof", waar men vrij
mag wandelen of fietsen. Als men dit land
goed gepasseerd is, komt men weer op den
Loosterweg, welke men kan blijven gaan
tot het bosch „Wassergeest" of men kan ook
de Spekkelaan opgaan. In het eerste geval
gaat men langs Esselaan en Cathrijnelaan
naar den Rijksstraatweg. Langs deze wegen
kan men genieten van de prachtige bloemen
velden.
Van de Cathrijnelaan of naar Lisse kan
men tevens van de gelegenheid gebruik ma
ken om een bezoek te brengen aan de ruïne
„D'Ever."
Als men per fiets van de richting Haar
lem komt, moet men bij het Z.g. Reijgers-
bosch onder Lisse de gemeente binnen gaan
of van af den Rijksstraatweg nabij Engelen
brug, de Voortlaan volgen. In beide gevallen
komt men op den Loosterweg. Dezen volgen
de tot aan café „De Bonte Koe" staan op het
eind daarvan twee wegen open, links naar
den Rijksstraatweg en rechts naar Noordwijk.
Als men genoemden weg volgt heeft men
naar beide zijden een mooi gezicht op de
velden.
Indien men naar Hillegom vanuit de rich
ting Haarlem gaat, bedenke men dat de
zijwegen van den hoofdweg, de Rijksstraat
weg, naar het Oosten in den regel doodloopen.
De eerste laan van Bennebroek komende
in Westelijke richting, de Noorderlaan is
hoog gelegen. Van daaruit heeft men een
prachtig panorama. Den spoorweg over
stekende, volgt men een zandpad tot men
aan de Margrietenlaan komt, links om, van
Loosterweg I op den spoorweg over, tot
snijpunt Pastoorslaan en Loosterweg I.
Dat punt is ook van den Rijksstraatweg
(Weeresteinstraat) te bereiken door de
Pastoorslaan. Van het Kruispunt Looster
weg I en Pastoorslaan vervolge men den
Loosterweg I langs de Gasfabriek tot het
Station. Dit punt is mede van belang voor
hen, die per spoor komen, en voor hen die
de Weeresteinstraat hebben gehouden tot
voorbij Treslong, tramremise en het kruis
punt HoofdstraatStationsweg, want van
daar langs Stationsweg komt men ook aan
het Station. Hier vervolge men den Loos
terweg II, tot de kruising met de Wilhel-
minalaan. Dit punt is van uit het dorp te
bereiken langs de Van den Endelaan en
Wilhelminalaan, welke beide zeer aan te
bevelen zijn.
Verder ga men den Loosterweg II tot een
hooge brug, van waar zich een schitterend
uitzicht open (Hippelaarsbrug). Daar lig
gen drie wegen ter keuze. Een naar het
Westen of De Zilk. Een naar het Oosten
langs een sloot de oude Beek genaamd. Dat
smalle voetpad volge men bij voorkeur.
Het is echt landelijk wandelen tusschen
de tuinen door. Een hoog ijzeren bruggetje
geeft gelegenheid van uit de hoogte op de
kleurige velden neer te zien. De oude Beek
leidt u tot in het dorp bij de Hillegommer-
brug (Haven), Herv. Kerk, Hoofdstraat of
het centrum, in den volksmond bekend als
Houttuin.
De derde weg hierboven bedoeld, is de
Loosterweg III, gedeeltelijk als hooge weg
(dijk) loopende door de velden.
Deze weg komt uit op de Veenenburger-
laan, een van de mooiste hooge wegen,
werkelijk zeer a'an te bevelen.
De keuze is nu de richting Lisse te ne
men (wat te ver voert voor deze wande
ling) of de richting Hillegom naar het dorp,
waar de toren der Herv. Kerk als een aar
dig silhouet opdoemt. Langs deze Vcenen-
burgerlaan, waar het laatste duin thans
afgezand wordt, komt men aan de
Leidschestraat en de Hoofdstraat. Langs
de Leidschestraat nadert men via de Steen
fabriek Lisse. Aan die straat is nog een
zijweg, de Hyacinthenlaan, die in verbin
ding staat met de bovengenoemde Veenen-
burgerlaan. De eveneens genoemde Hoofd
straat voert naar het dorp Hillegom met
Zijn vele gelegenheden voor uitrusten en
versnapering. Vlak bij het dorp bezoeke
men Sixlaan., Van den Endelaan, Wilhel-
minapark met het Molenduintje, een met
boomen beplant heuveltje, van waar men
een prachtig gezicht heeft op de bloemen.
Vergissen kan men zich in geen geval.
De gemeentetoren geeft steeds uitkomst.
Komt men per trein aan, dan kan men
den Stationsweg volgen, die vanzelf naar
de Hoofdstraat voert. Men wandelt langs
mooie huizen en prachtige velden, komt
in 't dorp langs Nieuw Flora bij 't Post
kantoor en Flora tot de tramhalte (mede
die der autobussen) aan 't Houtplein vóór
Hotel Sistermans en aan den overkant de
Volksbond en een Melksalon.
Wie per tram of bus of fiets of auto of
motor komt, kan dezelfde route vanaf het
centrum maken. De totale afstanden vari-
eeren van tot één uur.
Ook in de omgeving van Vogelenzang zijn
mooie tochtjes te maken.
Nemen we als uitgangspunt het station
Vogelenzang-Bennebroek, dan is een zeer
aanbevelenswaardig rondje 't volgende: Leid-
sche vaart in de richting Haarlem, dus Noord
waarts, tot de Manpadsbrug. Men hefeft dan
aan de rechterhand over de vaart een gezicht
op het bosch van de buitenplaats „de Harten
kamp", waarin het eerste teere lentegroen te
voorschijn komt. Aan de ander zijde liggen
eenige bollenvelden van de Ned. Cultuur
Mij. Bij de Manpadsbrug linksaf, over den
onbewaakten overweg van Woestduin, Hier
heeft men een fraai uitzicht op de historische
duinenreeks, welke zijn naam ontleent aan
Witte van Haamstede. Men kan nu twee ver
schillende wegen volgen, welke beide uit
komen op den Vogelenzangschen straatweg
en door de bekoorlijke bosschen van Woest
duin voeren. Voor vogelliefhebbers is er in
dit gedeelte haast altijd iets te zien. Op den
Vogelenzangschen straatweg gekomen slaat
men linksaf hier teekenen de groene weiden
en kleurige bollenvelden zich prachtig af te
gen de golvende duinen in de verte. Wanneer
men dan vóór Vogelenzang links de Bekslaan
nemt, welke met zijn ontluikende beukeboo-
men op zichzelf al de moeite van een bezoek
ruimschoots beloont, is men na een wande
ling van één a anderhalf uur weer op het punt
van uitgang (het station) teruggekeerd.
Een kleinere maar niet minder aanbe
velenswaardige wandeling is die rond het
dorp Vogelenzang. Men wandelt eerst weer
door de Bekslaan, slaat dan linksaf en volgt
den Vogelenzangschen straatweg tot men
aan de Leidsche vaart komt. Op dit punt heeft
men achter zich een prachtig gezicht op de
bloemenvelden, met als donkeren achter
grond het geboomte van de buitenplaats Kui
lenburg, welk buiten men straks in de Beks
laan aan de voorzijde is gepasseerd. Aan de
Leidschevaart slaat men links af; ook hier aan
beide zijden staan bollen, voornamelijk hya
cinthen, de tulpen beginnen pas te kleuren,
in vollen bloei. Men komt onder de nieuwe
traliebrug door en is binnen het uur v/eer aan
het station terug.
Een derde tochtje, dat allicht een paar
uur in beslag neemt ligt in de richting Hille
gom. Men volgt de Leidschevaart naar Het
Zuiden tot de steenen brug. Hier kan men
links of rechts af. De rechter weg, de Mar
grietenlaan leidt in de richting Zilk-Noord-
wijkerhout. Dezen weg bewaren wij voor een
vierde wandeling. We gaan dus links, de
brug over en kunnen al dadelijk weer kiezen,
welke van de twee voor ons liggende wegen te
nemen. De Loosterweg (rechts) voert langs de
Gasfabriek naar het Station Hillegom. Hier
kan men links de Stationsstraat volgen om
zoo op den rijksstraatweg HaarlemLeiden
te komen, waarop ook de andere weg uit
komt. Beide wegen gaan midden tusschen de
rijkelijk bloeiende en geurende velden door 1
Volgt men den Rijksstraatweg in de rich
ting Haarlem, dus links als men de Stations
straat afkomt, dan brengt een wandeling
van een goed half uur ons naar Bennebroek.
Vooral voor de Oosteinderbrug (stoomtram
halte) liggen aan weerszijden uitgestrekte ter
reinen, geheel overdekt met tulpen, hyacin
then en ornatissen.
Hadden wij voor de brug aan de Leidsche
vaart rechts afgeslagen, dan voert de Mar
grieten laan ons in de richting Zilk-Noord-
wijkerhout. Ook deze richting is voor wande
laars of fietsers die niet op een kilometer zien
zeer aan te bevelen. Hier vindt men het duin
landschap in de drie stadia van cultiveering
terug. Men ziet er nog gedeelten ongeschon
den duin, men passeert vooral bij Noordwij-
kerhout, gronden die gereed gebracht wor
den voor de cultuur, benevens uitgestrekte
gedeelten die met hun roode en paarse vlak
ken van een eigenaardige schoonheid zijn.
Men kan zijn wandeling of fietstocht in
de richting van Noordwijkerhout uitbrei
den, zoover men zelf wil. Wenscht men den
rijksstraatweg HaarlemLeiden te bereiken,
dan slaat men bij de eerste gelegenheid links
af.
De kwestie van de Boekhouding.
Toen in de bladen het bericht verscheen
dal notaris B. was gearresteerd onder ver
denking van verduistering van aan zijn zor
gen toevertrouwde gelden, is de onderstel
ling uitgesproken, dat nog meerdere irres-
taties zouden volgen. Een onderzoek, dat wij
in de gelegenheid waren in te stellen, heeft
ons overtuigd, dat deze veronderstelling niet
alleen voorbarig was, maar ook het perso
neel op dit notariskantoor in een zeer on
aangenaam parket bracht en een blaam be
zorgde zonder grond van rechtvaardigheid.
Het enkele feit, dat de justitie de zaak nu
reeds bijna twee weken in behandeling heeft
en het personeel nog niet eens heeft ge
hoord, moge tot voorzichtigheid stemmen.
Eenige dagen na de arrestatie van den nota
ris publiceerde het Utr. Dagblad een artikel,
waarin nadere bijzonderheden werden mee
gedeeld over de pogingen om de financiëele
debacle te voorkomen, maar dat een on
juiste voorstelling van zaken gaf en speciaal
voor den boekhouder buitengewoon onaan
genaam moest heeten. Wij hebben bet des
tijds overgenomen en achten ons verplicht
de zaken thans voorzoover in ons vermogen
ligt, recht te zetten.
Allereerst moet bestreden worden dc zij
delings geopperde veronderstelling, dat het
achter-zijn der boekhouding schuldig zou
kunnen zijn aan het niet-voorkomen der
catastrophe. Direct kan zulk een achter
stand nooit van invloed zijn op het onvol
doende beheer der geldmiddelen. De notaris
blijft de verantwoordelijke persoon voor den
stand van zaken op zijn kantoor. Op het
kantoor van notaris B. betrof de achterstand
in de boekhouding in hoofdzaak het in- en
uithoeken van betalingen voor verrichte no-
tariëele werkzaamheden. Dit was in ieder
geval van zoo geringen invloed, dat, toen de
Ring-Utrccht van dc Broederschap van No
tarissen in de zaak was gemengd en hulp
aanbood, in twee dagen tijds een staat van
bezittingen en schulden is overgelegd, waar
uit onmiddellijk het tekort kon blijken.
Op die staat is tot heden geen enkele aan
merking verschenen en desverlangd had dus
ook de notaris zelf steeds in zeer korten
tijd een overzicht van zijn zaken kunne.i
verkrijgen. Wat het zuiver-notarieele ge
deelte betreft, daarmede was het geheel in
orde. De daarover in het bewuste artikel
gedane mededeelingen waren niet geheel
juist, maar bovendien doen die bijzonderhe
den niet ter zake in de kwestie, waarom
het hier gaat.
Het financiëele beheer van het notaris
kantoor kon in twee dagen overzichtelijk
worden beoordeeld: zoolang op de gemaakte
staat geen aanmerkingen verschijnen, woidt
dus alle grond gemist, wanneer men be
weert, dat „een krachtige persoonlijkheid"
de zaken anders en beter zou hebben gere
geld, Deze krachtige persoonlijkheid had de
notaris zelve moeten zijn en dan vooral ten
opzichte van het zuiver-financiëele, het be
leggen van gelden etc. Zonder medeweten
van den patroon kan een ondergeschikte
kwalijk aan derden gaan meedeelen, dat het
op een kantoor misloopt. Indien hulp van
buiten reeds eerder had moeten komen, was
het aan den notaris geweest daarom te ver
doeken. Dit is niet geschied en het klinkt
onbillijk, wanneer men de schuld daarvan
geheel of gedeeltelijk aan anderen hoort
wijten.
Het justitieel onderzoek zal verder wel
voldoende licht brengen.
(Centr.)
In een gisteren te Appelscha gehouden
vergadering van stakers bij de werkver
schaffing werd besloten Zaterdag weder den
arbeid te hervatten.
Een 30-tal verveners in de Weerdinger
venen heeft aan de arbeidersorganisaties
medegedeeld bereid te zijn een arbeidsover
eenkomst aan te gaan voor 1925-1926, be
vattende een loonsverlaging van 1254 pCt.
in vergelijking met 19241925.
De leden der arbeidersorganisaties hebben
zich uitgesproken voor een loonsverlaging
var, hoogstens 10 pCte
Nu de staking in de gemeente Opslerland
zoo goed als is geëindigd heeft de burge
meester dezer gemeente de verordening
waarbij het houden van demonstraties op
den openbaren weg was verboden, weder in
getrokken.
Te Coevorden zijn twee vrouwen in een
woonwagen door bet stormweder zoodanig
gewond, dat ze in 't ziekenhuis aldaar
moesten worden opgenomen.
Bij het rangeeren op het emplacement van
de Rott. Tramw. Mij te Zijpe, kwam de 17-
jarige leerling-stoker B. Malipaard, terwijl
hij zich bevond tusschen de locomotief en den
wagen om deze af te koppelen, te vallen, met
't gevolg dat een der wielen zoodanig tegen
het hoofd kwam, dat hij binnen enkele minu
ten bezweek. Het lijk werd naar de oude«>-
lijke woning te Brouwershaven overgebracht.
Woensdagmiddag ontstond een begin van
brand in het café van den heer Timmer, te
De Rijp.
De brandweer wist, door de brandende
voorwerpen van den zolder op straat te
gooien, en door emmers water een groot on
heil te voorkomen De historische Ned, Herv,
Kerk staat op 15 M. afstand en er woei een
hevige wind.
De door den veldwachter gearresteerde 16-
i jarige stiefzoon, heeft bekend den brand to
hebben gesticht. (Tel.)
I
De begrafenis der slachtoffers.
Vrijdagmorgen is te Utrecht op de Eersta
Alg. Begraafplaats het stoffelijk overschot
van G. van Weinen, sergeant-vlieger tf»Soes-
terberg, ter aarde besteld, die deze week
bij hel vliegongeval aldaar bet leven ver
loor.
Aan het hospitaal en op het kerkhof was
buitengewoon groote belangstelling van de
zijde van de militairen en het publiek. Ondef
de aanwezigen op de begraafplaats werden
o.a. opgemerkt namens den minister van
Oorlog, kolonel Bueno de Mesquita, comman
dant van den Luchtvaartdienst, kapitein S,
Thomas en namens de Marine, de le luit.
Mulder; voorts kolonel Klinkenberg en tal
van andere militaire autoriteiten. Een viertal
onder-officieren fungeerde als slippendragers,
terwijl acht onder-officieren de baar droegen.
De kist was met kransen en bloemstukken
bedekt.
Het woord werd allereerst gevoerd door
kapitein Thomas, die een telegram van de
Koningin voorlas, waarin H.M.'s deelneming
werd betuigd aan de nagelaten betrekkingen.
Voorts voerde het woord kolonel Bueno da
Mesquita uit naam van den minister van Oor
log; vervolgens de heer Rommers namens
de afdeeling Soesterberg van ..Ons Belang"
en sergeant Los, namens de afdeeling Soes
terberg van den Bond van werklieden bij den
Luchtvaartdienst. De godsdienstlccraar W.
Martinus dankte de familie voor de betoonde
belangstelling.
De Minister van Oorlog zal zich bij da
begrafenis van den vrijwilliger bij den land
storm F. A. N. Lammers, die bij de oefe
ningen met mitrailleurs in bet kamp tc La
ren werd gedood, heden, 18 April, doen
vertegenwoordigen door majoor C. de Veer,
verbancLs-coramandent bij den Vrijwillige»
Landstorm te Amsterdam.
Donderdag heeft een inbreker een raatll
opengeschoven van het huis van den direc
teur der Strafgevangenis aan den Pomp-
stationsweg en uit een portemonnaic 10
gestolen.
Rosegger naverteld.
In 'f Ramsauerdal staat een oude met mos
begroeide denneboom. Daar is 't wonder ge
beurd dat ik u vertellen zal.
Elk voorjaar kwam de graaf, in kleeding
en verdere uitrusting zoon echte Nimrod
in 't dal. De opperhoutvester, Hans Schrö-
dinger die mij de heele geschiedenis heeft
verteld moest voor de jacht en 't wild
zorgen.
De goede man was radeloos. Hij ging naar
de houthakkershut, riep den knecht Michiel,
en daarop gingen zij 't woud in.
Terwij! de knecht zijn tabakszak voor den
dag haalde en zijn pijp stopte, zei de hout
vester: „Ik weet waarlijk niet, hoe we dat
(moeten aanleggen"
„Wat moet er dan toch gebeuren?" vroeg
j Michiel.
„De graaf is gekomen en wil morgen vroeg
een auerhaan schieten!"
„Nou! 't is zijn jacht. Hij kan schieten zoo
veel hij wil.''
„Dat kan hij niet!" zei de houtvester.
„Dat vat ik niet. Er zijn hier hanen ge
noeg, ik weet er wel een paar. De graaf moet
maar op een goede plek gebracht worden!"
„Dat geeft niets. De graaf raakt nooit wat.
Neen! we mofeten wat bedenken* 't Is nu het
tiende jaar, dat de graaf hier komt om een
haan te schieten, en nog geen enkele veer
heeft hij geraakt. Als hem dat begint te V2r-
velen, verkoopt hij de jacht, en dat zou er
voor ons leelijk uitzien, want de graaf ziet
niet op een goede fooi! Neen! hij moet en
hij zal morgen een haan schieten, maar ik
weet er waarachtig geen middel op."
„Laten we dan een haan in den top van
den boom binden!"' zei Michiel, stak de ge
stopte pijp in zijn mond en den tabakszak
I tusschen zijn riem.
„Vastbinden?" zei de houtvester, „daar
heb ik ook al over gedacht, maar hij raakt
hem toch niet!"
„Als hij dan twee- of driemaal schieten?"
„Ook niet. De graaf is bijziende, heeft geen
vaste hand, geen geduld, en wordt dan ze
nuwachtig, Hij is volstrekt geen jager!"
„Dan weet ik er ook geen raad op,'' zei
Michiel.
„Er is nog maar één middel," zei de hout
vester fluisterend, als was hij bang, dat de
boomen 't zouden hooren. „en dat moet uit
gevoerd worden."
„Dan is 't zaakje in orde."
„Ja, maar jij moet me helpen. Michiel.''
Ze bleven staan en de houtvester deed den
knecht een voorstel.
„Dat kun je begrijpen!" riep Michiel la
chende, „ik dank je hartelijk. Dat doe ik
niet!"
„Kom Michiel. wees maar niet bang. Je
kunt 't' veilig doen. Je blijft wel 'n vaam
buiten 't schot!"
„Nee, heer houtvester! Zoek maar een
anderen liefhebber voor dat karweitje!''
„Luister nu eens goed. Je weet, dat ik
altijd de buksen moet laden. Ik zal ze nu
met los kruit laden!"
„Nou, dat lijkt me beter! Nou zeg ik ja!
Waar wil de graaf schieten?"
„Boven in het Donnerwoud en dan verder
op, waar die hooge denneboom staat. Hoe
verder en hoe moeilijker de weg is, des le
meer is 't naar den zin van die voorname
heeren. We gaan om drie uur, dan is het
nog niet klaar dag. Zal je om het balzen
denken?"
„Dat zal waar zijn!''
Verder spraken ze nog 't een en ander af.
fe middernacht werd de graaf gewekt.
De opgewonden man trok een volledig ja-
gerscostuum aan, en of de houtvester al zei,
dat hij dit of dat wel thuis kon laten, de
graaf vond, dat men nooit te voorzichtig
kon zijn Zoo gingen ze op weg.
„Excellentie," zei de houtvester, „dat
zullen we vandaag treffen. Let op mijn woor-
In de klem.
den. De kans is nog nooit zoo mooi ge-
weestl"
„Dat zal niet in je nadeel zijn! Maar.
hoor je dat? Is daar geen schot gevallen?"
„U hebt gelijk, riep de houtvester lachen
de. „Precies een schot. Daarin heb ik me ook
al dikwijls vergist. Dat is 't' neervallen van
een lawine. O, dat is geen zeldzaamheid m
dezen tijd van 't jaar.
Hoe hoogcr zij in 't Donnerwoud kwamen,
des te zachter spraken zij. Bij den bruinen
beuk gekomen, luisterden zij en hoorden
voor de eerste maal het balzen ifl de verte.
Ze liepen voort, en als de haan zweeg, ble
ven ze doodstil staan als een paal.
Zoo waren de beide jagers eindelijk bij
den hoogen denneboom gekomen, in welks
top het beest zoo luid aan 't balzen was,
dat het een lust was om aan te hooren.
De houtvester bracht den graaf nu op een
goede plek en vroeg fluisterend of hij daar
in de hoogte de haan wel zag.
„Ja! Ja! Verduiveld! Dat is een baas,
hoor!'!'
„U begrijpt natuurlijk wel, dat die zwarte
plek de top van den boom is, maar ziet u,
daarnaast, die kleine punt, dat...."
„Ja! ja!" antwoordde de graaf driftig en
legde dadelijk aan. Poef, paf! 't Schot was
ook al gevallen. Eerst dacht men, dat dc
graaf te vroeg had geschoten, maar....
neen!.... goed geraakt hoor! Het dier tui
melde van tak tot' tak naar beneden en viel
met een zwaren bons voor dc voeten van
den gelukkigen grasf op den grond.
De graaf sprong op van vreugd, juichte
en jubelde, 't Was dan ook een prachtige
vogel.
„Dadelijk bericht zenden per telegram aan
de gravin. Vivat! Een haan geschoten. Mor
gen groot feest!"
't Was een prachtige voffêl en midden in
de borst getroffen! Maar.wat hangt daar
toch? Aan zijn pooten hangt iets. Wat mag
dat zijn? Dadelijk licht gemaakt. Groote
verbazing. Verward in de klauwen hing een
goedgevulde tabakszak.
„Lompe ezel!" vloekte de houtvester bin
nensmonds, maar zei spoedig: „Excellentie,
zoo lang ik in dienst ben is dit de eerste
keer dat ik zie, dat het waar is, wat de
houthakkers van den auerhaan vertellen, na
melijk, dat hij dikwijls wegneemt, wat zij la
ten liggen. Zoo heeft' ook deze een tabaks
zak weggenomen. Zeldzaam! Zeldzaam!"
De graaf keek strak voor zich en sprak
geen woord. Hij liet den vogel liggen en ging
zoo spoedig moelijk per trein naar huis.
Michiel klom uit den boom, waaruit hij den
vogel naar beneden had geworpen.
„Kan ik 't helpen,'' zei Michiel tot den
houtvester. „U is te haastig geweest. Toen
het schot van den graaf viel, hing de volgel
nog aan mijn riem Ik rukte hem los zoo hard
ik kon en toen is die verwenschte tabakszak
tegelijk naar beneden gekomen."
Acht dagen later haa de graaf zijn jacht
gebied verkocht.
Nadat we eenige uurtjes goocheltoertjes
verricht hebben, nemen we aan, iemand zóó
te betooveren, dat hij zonder de toovenaar
zijn jas niet meer alleen kan uittrekken.
Als iemand de weddingschap aanneemt,
plaatsen we hem op een stoelmaken eenige
hokus pokus-gebaren en bevelen hem op
commando één twee, drie zijn jas eens al
leen te trekken.
De bewuste persoon probeert dit, maar
zoodra hij zijn jas uittrekt, trekt ook de too
venaar de zijne uit en wint daardoor de wed
dingschap, omdat de gefopte zijn jas immers
niet alleen uittrekt.
Men neemt een paardenhaar en maakt
dit vast aan een geldstuk, bijv. een cent.
Het andere einde plakt met een stukje was
aan den nagel van zijn wijsvinger vast. Ter
wijl men op eenigen afstand achter een tafel
staat, werpt men 't geldstuk, dat men met
de vingers aanpakt, in een glas.
Daarna begint men een liedje te fluiten,
terwijl men met de hand de maat slaat. Het
geldstuk begint te dansen en niemand be
grijpt hoe dit mogelijk is, omdat de aanwezi
gen op een afstand 't fijne haar niet bemerken.
HET MODERNE KIND.
„Oma, houdt u veel van me
„Ja, Piet, dat weet je toch wel."
„Nu. oma verbied uw oudsten zoon dan,
dat hij mij slaat."
NOG ZOO DOM NIET.
„En, Liesje, hoe lang bleven Adam en Eva
in het Paradijs
„Tot het najaar
„Hoe kom je daar bij, Lies?"
„Eerder zijn de appels niet rijp."
HIJ WIST 'T NIET.
Kleine Frits vertelt aan de juffrouw, dat
hij den vorigen dag niet op school kon komen
wegens tandpijn.
Als de juffrouw vraagt of de tand nog pijn
doet, antwoordt hij
„Dat weet ik niet. De tandarts heeft hem
bij zich gehouden."
UIT DE SCHOOL.
Onderwijzer „Denk eens, Jan, je hebt
een stuk biefstuk en verdeelt 't in twee dee-
len. Wat krijgt je dan, wanneer je deze we-<
derom verdeelt
Jan „Vierde deelen
Onderwijzer „Wanneer je dit ook weef
verdeelt
Jan „Achtsten."
Onderwijzer „En watneer je deze ook
weer doorsnijdt
Jan „Zestienden."
Onderwijzer „En dan
Jan „Dan krijg je gehakt, mijnheer
REKENSOM.
„Max, als ik je vandaag twee hondjes geel
en morgen nog twee, hoeveel heb je er dap
morgen
„Vijf, meester."
„M3ar jongen, luister eens goed van<
daag geef ik er twee, en morgen weer twee
hoeveel heb je dan samen
„Vijf meester."
„Max, hoeveel zijn twee appels en nog een(
twee appels
„Vier appels, meester."
„Goed zoo. En als ik je nu twee hondjet
geef en nog eens twee er bij, hoeveel heb j«
dan in 't geheel
„Vijf meester."
„Maar Max, hoe kan je dat nu zeggen
Twee en...."
„Ik heb al een hondje thuis, meester."
FLAUW.
Tom „Onze vliegers zijn in Batavia niet!
aangekomen".
Wim „En de Gouverneur-Generaal van!
Indië heeft ze zelf toegesproken 1"
Tom „Ik bedoel ze wegen nog even
zwaar als bij hun vertrek uit Holland."
BIJ DEN KAPPER.
„Mes goed, meneer
Om vleesch te snijden wel, geloof ik."
4. Op een morgen
stond het hek open. Hij
liep den weg op, steeds
maar verder, tot hij bij
een andere boerderij
kwam. Daar zag hij een
poes voor een grooten
schotel melk zitten. „Ga
weg," zei hij tegen de
poes, „ik moet die melk
hebben." „Ach lieve
hond," smeekte de poes,
„gun mij ook wat, ik
krijg den heelen dag
niets meer." „Kan me
niks schelen" zei de
hond en hij slobberde
den heelen schotel leeg.
„Zie zoo" dacht hij, „dat
heb ik al vast."
H 'A.'.,
UI' I III I»""/'
"A**
5. De haan die achter
de schuur zat, had alles
gehoord en gezien. Hij
kon niet velen, dat die
slokkert van een hond
alles opdronk, en voor de
poes niets meer over liet.
Hij kraaide alle kippen
bij elkaar en zei„We
moeten hem dat maar
eens voor goed afleeren.
Ze vlogen den hond te
zamen aan en pikten hem
zóó lang, tot hij voor
dood bleef liggen. „Was
ik nu maar bij mijn baas
gebleven" dacht hij, want
dat hij zoo leelijk te pas
zou komen, had hij niet
verwacht.
'C
6. Toen hij daar zoo
lag, kwam er een man
met een kar aan. „Hoe
kom jij hier zoo te lig
gen vroeg hij „en zoo
toegetakeld „Dat heb
ben die leelijke kippen
gedaan" zei de hond,,
„omdat ik een beetje melk
van de poes had opge
dronken." „Dat is niet
waar hoor 1' schreeuwde
de haan, „alles heeft hij
opgeslpkt, en niets voor
de poes overgelaten."
„Zoo" zei de man, „helx.
jij dat gedaan, en nu net?'
jokken ook, nu, we zul
len je wel klein krijgen,
hoor Sta op" en hij gaf
hem een schop, „dan kun
je miin kar trekken."
(Wordt vervolgd)
f