mm 7EVEM Voor het Nederlandsche zwakke kind. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde blad. Zaterdag 18 April 1925 RECHTSZAKEN. I GEMENGD NIÉUWS. UIT ONZE OOST. ELCK WAT WILS. TREKJES Voor den politierechter te Amsterdam Een Arabier voor de Rechtbank. Een onbevoegde dokter. Kranig werk van Hollandsche sleepbooten. Inbraak te Zwolle. Voor vernietiging bestemde muntbiljetten. Opruiende pamfletten. No. 395. DE TEUGELS VIEREN? De jaren die achter ons liggen, kenmerk ten zich door een geweldige reactie tegen de sociale voorzieningen en de sociale wetge ving in het algemeen. Men kon zich daar vierkant tegenover stellen en gelijkertijd toe geven, dat de economische omstandigheden van dien aard waren, dat het zoeken naar een Zondebok, althans te verklaren was. Al kunnen we nog niet spreken van eco nomisch herstel, toch is er op verschillend terrein een niet onbelangrijke verbetering ingetreden en men mocht dus ook verwach ten dat de zucht naar sociale afbraak ook in dezelfde verhouding zou verminderen. Daarvan is echter nog weinig te bemerken. Wel zijn de aanslagen op onze sociale wet geving niet meer zoo plomp, maar of ze er minder fel om zijn, waag ik te betwijfelen. Het is zelfs niet onwaarschijnlijk, dat het ge vaar dat van deze meer beredeneerde bestrij- jding te duchten is, heel wat grooter is dan de Smethode welke er eerst gevolgd werd. Men roept niet meer om afschaffing van sociale wetten, men wil er zelfs het goede wel van behouden, als.... we maar meer vrij heid krijgen voor het bedrijf, om binnen be paalde grenzen zich te kunnen bewegen. Dat trekt uiteraard meer aan dan de felle bestrijding die we een paar jaar terug telkens konden waarnemen. Toch zal men verstan dig doen juist dergelijke pogingen goed te onderzoeken teneinde te voorkomen dat we zonder het te willen van ons eigen pad wor den gelokt. Een van die laten we aannemen goed bedoelde pogingen om het bedrijfsleven ivan zijn knellende banden te verlossen zie ik (in de brochure van Mr. A. N. Molenaar, den oud-secretaris van het Verbond van Fa brikantenverenigingen, uitgegeven onder het opschrift „de teugels gevierd". Mijn bedoeling is niet een overzicht te ge ven van hetgeen in die brochure is verwerkt, maar wel wil ik aangeven dat het een berede neerde poging is om meer vrijheden voor het bedrijf te veroveren meer speciaal op het ter rein van den arbeidsduur. Het is stellig geen felle aanval op onze ar beidswetgeving en rondweg wordt toegege ven, dat het „laisser faire, laisser aller" on duldbare misstanden heeft opgeroepen, maar toch moet de wetgever teruggedrongen wor den van het terrein dat hij nu bezet heeft. Bij het nagaan welke de beginselen moe ten zijn, door de Regeering in acht te nemen bij de arbeidsbescherming, meent de schrij ver te moeten verwijzen naar de geschiede nis van het voorontwerp Landbouw-Ar- beidswet betreffende den arbeidsduur van volwassen mannen, waarbij de Hooge Raad van Arbeid het advies uitbracht om de in collectief overleg getroffen regelingen de voorkeur te geven boven algemeene wette lijke voorschriften. Voor de industrie zou Mr. Molenaar een zelfde methode willen gevolgd zien hij wil zelfs nog verder gaan en de regeling van den arbeidsduur niet alleen vrijlaten indien er werkelijk een regeling getroffen is maar ook wanneer de wederzijdsche vakvereenigingen sterk genoeg zijn om met eenigen goeden wil een regeling tot stand te brengen. Welke maatstaf de Minister bij de beoor deeling van de beteekenis der vakbonden wil aanleggen moet hij zelf maar uitzoeken, maar 't moet in elk geval aan het vrije oordeel van den Minister overgelaten worden. Tot dergelijke excessen komt men, wan neer men niet consequent de lijn durft door trekken. Het ligt immers voor de hand, dat als men eerst de absolute vrijheid afwijst vanwege de onduldbare misstanden, die nu eenmaal niet anders dan door wettelijke voorschrif ten waren te bezweren, dat men dan ook de wettelijke maatregelen niet weg kan ne men zonder er iets anders voor in de plaats te stellen, dat evenzeer tot het gewenschte doel voert. Maar dat kan men toch niet bereiken door de macht en de beslissing voor alle bedrijven te leggen bij een Minister. Los van de vraag of de arbeiders voor een dergelijke regeling ooit te vinden zouden zijn, kan men er gerust van verzekerd zijn, dat ook in de kringen van Mr. Molenaar men zich nog wel eens achter de ooren zou krabben voor zij de be slissing over het bedrijfsleven zouden leggen in handen van één man. Er zou bovendien ook wel niemand gevonden worden, die een dergelijke taak op zich zou durven nemen. De fout schuilt m.i. voornamelijk in het feit dat Mr. Molenaar halverwege blijft istaan en niet verder het pad durft vervolgen dat hij eerst gekozen heeft en nu op allerhan de zijwegen verdoold raakt Hij staat weer jmet zijn rug naar 't doel. f Eenmaal erkennend dat we niet zonder regelingen het kunnen stellen, kan men uit de wettelijke omarming niet los, voor en aleer men iets anders heeft tot stand gebracht. 't Is en blijft grauwe theorie om te den- 'ken dat we het gerust aan de bedrtjfsgenoo- ten kunnen overlaten, wanneer de weder zijdsche vakvereenigingen maar sterk genoeg zijn dat alleen is niet voldoende. Men moet beginnen bij het begin. En als Mr. Molenaar het advies van den Hoogen Raad als voorbeeld wil nemen, moet hij daarbij tevens vermelden, dat een dergelijk advies er nooit gekomen was, wanneer de landbouworganisaties zeker de R.K. land bouworganisatie niet hadden medege werkt om 'n Bedrijfsraad voor elk gewest in 't leven te roepen waarop de arbeiders zoowel als de werkgevers zich beroepen kunnen, wan neer van welke zijde dan ook misbruik van macht zou worden gemaakt. Dat is het wat we in de brochure van Mr. Molenaar missen en waardoor aan zijn brochu re m.i. geen andere beteekenis is te hechten, dan een zeer gematigde poging om van de wettelijke regeling van den arbeidsduur af te komen Wat hij er voor in de plaats stelt lijkt mij onbruikbaar en moet wel onbruik baar zijn, omdat hij terugdeinst voor de m.i. eenige logische gevolgtrekking, n.l. dat de werkgevers een sfeer van vertrouwen moe ten scheppen, door nauwere samenwerking met de arbeidersorganisaties. Eerst dan, maar ook dan alleen, lijkt het mij mogelijk om aan het bedrijfsleven onder bepaalde voorwaarden de vrijheden terug te geven, die het wegens misbruik verloren heeft. Tot zoolang kan men wel roepen om de teugels wat te laten vieren, maar kan er zonder gevaar voor brokken maken niet aan voldaan worden. Wordt het den arbeiders ook niet wat al te moeilijk gemaakt om aan eerlijke pogingen te gelooven, nu 't geroep om alles aan de vak vereenigingen over te laten komt op een tijd stip dat de vakvereenigingen heel wat aan kracht hebben ingeboet tfjjjlj En 't moge 1 evens als een waarschuwing dienen aan die arbeiders die maar steeds mee nen, dat zij straffeloos den invloed en de kracht van hun organisatie kunnen verzwak ken en afzijdig blijven staan. A. J. L. EEN DEMORALISEEREND^SYSTEEM De „Nederlandsche Nijverheid" wijst op verschillende misstanden die er bij de steun- verleening aan werklooze arbeiders zijn waar te nemen. Niemand zal menschen in bescherming nemen, die op de gemeenschap parasiteeren of een uitkeering opstrijken zonder dat zij daarop recht hebben. Wanneer daarop critiek wordt uitgeoefend zou dat zelfs gewaardeerd kunnen worden. Maar de wijze waarop de „Nederl. Nijverheid" zulks doet lijkt mij on juist. Het orgaan wijst op een „truc" dat men schen zich als „geschoold" laten inschrijven, T geheel ontbreken en dus alles oncontroleer- baar is, is er geen enkele reden om te denken dat zij onjuist zijn, maar wat zegt dat Indien de Nederlandsche Nijverheid te doen is om te voorkomen dat er onverschil lige slappelingen gekweekt worden, dan had haar conclusie weer anders moeten zijn. Dan zou zij niet zeggen is er alle aanlei ding om te breken met het huidige demorali- seerende stelsel van steunverleening om te rug te keeren naar de oude beproefde metho de van armenzorg, maar zij zou den werkge vers aanraden om met de betrokken lichamen samen te werken en ze op de hoogte te stellen van misbruiken door hen waargenomen, Ik kan mij niet voorstellen, dat als werk gevers bekend maken, dat iemand hoege naamd geen vakman is, dat het steunver- leenend lichaam hem maar als zoodanig zal blijven beschouwen. Evenmin kan ik mij voorstellen, dat het steunverleenend lichaam er vrede mee zou nemen, wanneer zoo'n kachelaanmaker werk zou weigeren van eer.ige beteekenis. Zou het anders zijn, dan zou daarover met dat lichaam wel te praten zijn, maar in elk geval kunnen de werkgevers zelf meewerken om misoruiken die er altijd geweest zijn en er wel altijd zul len blijven tot een minimum te beperken. Maar al die duizenden, die zonder hun schuld het slachtoffer werden van de econo mische inzinking, qjaar zonder meer naaf het armbestuur te verwijzen, lijkt mij nog meer demoraliseerend dan wat we nu hebben en waaraan ongetwijfeld ook gebreken zijn. A. J. L. CIJFERS OMTRENT DE WERKLOOS HEID. Volgens de gegevens van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering waren in de week van 9 tot 15 Maart 1925 van de 269748 tegen werkloosheid verzekerde personen 22402 geheel en 7449 gedeeltelijk werkloos. Het percentage is dus 8, 3 en 2, 8 in de overeenkomstige week van 1924 was dit respectievelijk 10, 4 en 2, 3. L (Ingezonden). EEN SYMPATHIEK LIEFDEWERK. Wanneer ik het nieuwe liefdewerk van het Nederl. R.K. Huisveslings-Comité bij u ga inleiden, ben ik reeds bij voorbaat ze ker van uwe sympathie voor dit mooie werk. Als we gezien hebben met hoeveel liefde en geestdrift tienduizenden Nederlanders de hulpacties voor het buitenlandsche kind krachtig hebben gesteund, is het onmoge lijk iets ander? te verwachten dan dat die liefde en geestdrift nog veel krachtiger tot uiting zullen komen, nu het betreft het kind van eigen stam. Welke rechtgeaarde Ne derlander, die bereid is geweest een bui- tenlandsch kind te helpen, zal niet mee willen helpen ook om de gezondheid terug te geven aan kinderen van eigen land- genooten, die door eene goede verpleging of verzorging in eene vacantiekolonie, een herstellingsoord, een sanatorium of bij den ofschoon zij van het vak weinig of niets we-boer op 't platteland zich weer de frissche t-»..i- 1 mr.Ac Mr.,, hlt>pk„ wnnrfeties zullen ten. De werkgevers passen er we 1 voor zoo'n geschoolden arbeider te nemen en kan hij dus ongestoord blijven „trekken." In een ander geval is er een „bankwerker" die den geboden arbeid weigert omdat hij *s Maandags kachelaanmaker is in de foyer van een concertzaal. Een ander staaltje een monteur had ruim 2 jaar achtereen een salaris van f 55, verdiend, raakte werkloos wegens inkrim ping van het bedrijf en meldde zich aan bij Maatschappelijk Hulpbetoon. We nemen aan dat er werkelijk menschen zijn, die allerhande trucs er op na houden om aan een uitkeering te komen dat er dus misbruiken zijn. Waarom moeten we dat ont kennen Waren die er niet altijd en onder alle omstandigheden Elk middel om zulke personen te weren moeten we dankbaar aanvaarden maar daar mede is de steunverleening aan werkloozen nog niet veroordeeld, en kan men van de regeling als zoodanig nog niet zeggen wat we in genoemd orgaan lezen „In plaats van oppassende mannen „kweekt men er onverschillige slappelin gen van, die eerst jarenlang de brani „uithangen en tenslotte om een aalmoes „bedelen." Wie overigens gaarne wil toegeven, dat er inderdaad „arbeiders" zijn die elk schaamte gevoel verloren hebben en geheel overeen komstig deze scherp gekleurde teekening handelen, kan toch een dergelijke beoordee ling maar niet zonder meer aanvaarden. Ongetwijfeld behooren zulke menschen geheel onder armenzorg te vallen, maar er zijn ook duizenden anderen, die den Hemel dankbaar zouden zijn wanneer zij op een of andere wijze te werk gesteld konden worden. Elke poging om dezulken onder een milde ren vorm te helpen verdient toejuiching. En er wordt wel dégelijk rekening gehouden met de gezinsinkomsten, zoodat dé afstand tus- schen de steunverleening en armenzorg in de praktijk heusch niet te groot is. Het is zeer gemakkelijk om een paar schreeuwende staaltjes van misbruik naar vo ren te brengen. Hoewel plaats of aanduiding roode blos op de bleeke wangetjes zullen zien ge too vera? En wie niet aan die bui tenlandsche hulpacties hebben meegedaan, omdat zij meenen dat de Nederlandsche kinderen moeten vóór gaan, zullen nu volop de gelegenheid krijgen om in te halen wat zij in vorige jaren misschien minder heb ben kunnen doen dan zij graag wilden. Ik sprak van een nieuw liefdewerk. Dat beteckent alleen dat het nu officieel, statuair bij het werk van het R.K. Huis- vestings-Comité is ingelijfd, niet dat het tot dusver nog niet door dat Comité zou zijn beoefend. Reeds van 1918 af enkele jaren dus na hare oprichting heeft ge noemde Stichting, schoon ze oorspronke lijk bedoeld was om kinderen der oorlogs landen te helpen zich, zij 't dan ook op slechts bescheiden schaal, er mee bezig gehouden. Nu loopt zoo zoetjes aan de oorspronkelijke taak der .Stichting op een einde alleen de Hongaarsche kinder actie wordt nog onbeperkt voortgezet en heeft zij alle hulptroepen, waarover zij beschikt, gemobiliseerd, om de haar door de Kerkelijke Overheid toevertrouwde nieuwe taak de centralisatie van de uit zending van zwakke Nederlandsche R. K. kinderen te gaan vervullen. Ik voel me gelukkig, dat ik tot de eersten mag behoo ren om daarvoor op de groote trom te slaan. Reeds lang werd de behoefte gevoeld, dat cr meer systematisch en meer samen werkend op dit terrein zou worden ge arbeid. Er is ongetwijfeld reeds heel veel verdienstelijk werk verricht en wij danken het aan de toewijding van zoovele ijverige, zelfopofferende vrouwen en mannen, dat reeds heel wat bleekneusjes gered zijn ge worden. Maar er kan méér gedaan worden en er kan en moet in een andere, betere richting worden gewerkt. Waarmee ik allerminst bedoel te zeggen, dat de Ka tholieken, die zich tot heden op dit terrein hebben bewogen, geen nuttig en zelfs zeer nuttig werk hebben gedaan. Maar volmaakt was het nog in zeer vele gevallen niet en het voldeed niet in alle opzichten aan de eischen, welke wij, Katholieken, ook aan dit werk hebben te stellen. Er zitten voor den Katholiek aan de kin deruitzending groote belangen vast, die bij niet uit het oog mag verliezen, belangen, die zóó zwaar moeten wegen, dat men er zich maar eens 'n onaangenaam oogenblik- ie voor getroosten moet als men van koers moet gaan veranderen, i'; heb hier op 't oog het uitzenden van Kathoi.eke kinderen coor niEt-Kathojieke organisaties, waaraan ook Katholieken meedoen. Wij, leiders van het R. K. Huisvestings comité, hebben nu een ruim tienjarige er varing op dit terrein wat betreft de bui tenlandsche kinderen. Treurige voorbeel den hebben wij gezien. Met de beste be doelingen dit stel ik voorop werden Katholieke kinderen door niet-Katholieke comité's naar ons land gebracht en in niet- Katholieke gezinnen geplaatst. Dat lag voor de hand, daar die comité's meest niet over Katholieke adressen beschikten. Lichame lijk werd cr dan voor die kinderen natuur lijk goed gezorgd, maar geestelijk? Er zijn andersdenkenden geweest, die Katholieke kinderen hun Katholieke plichten hebben doen vervullen wij mogen hen daarvoor dankbaar zijn maar die het niet deden, omdat zij die plichten niet kenden of er niet voor voelden, kan men dezen daarvan een ernstige grief maken? Het is toch zoo verklaarbaar dat men meent dat ook an deren hetzelfde denken en voelen als men zelf denkt en voelt, dat anderen even goed missen kunnen wat men zelf niet meent noodig te hebben. Kwade opzet behoeft daarbij in het geheel niet in het spel te zijn maar de gevolgen kunnen voor een kind noodlottig zijn. Wij weten, dat vele kinderen, lichame lijk krachtig aangesterkt maar volkomen godsdienstloos naar hun land zijn weerge keerd, omdat zij tijdens hun, vaak langdu rig, verblijf hier godsdienstige leiding heb ben ontbeerd of de gelegenheid hebben ge mist hun godsdienst te onderhouden of te versterken. Meermalen heeft men ons als het ware gesmeekt om in te grijpen, om ons te ontfermen over kleinen, die in een voor hen totaal ongeschikte omgeving waren gekomen. Hoe gaarne wij dat ook zouden gedaan hebben, wij stonden hier meestal machteloos, omdat wij geen enkele zeg gingsmacht over die kinderen hadden Maar begrijpt gij nu, waarom wij zoo hard ge werkt hebben onder onze Katholieken om waar het vast stond dat geholpen moest worden en de eenvoudige plicht van naas tenliefde daartoe reeds drong de kin deren uit de Katholieke landen in dood ons uitgezochte gezinnen te doen opnemen? Mgr. Diepen, die zooveel jaren de leider van ons Comité is geweest, heeft dit vooral steeds op den voorgrond doen stellen: Ka tholieke kinderen in Katholieke gezinnen! En handelend onder die leus hebben wij straks 85000 van die ongelukkige kleinen in Jen voor hen óók uit godsdienstig oogpunt niet alleen onschadelijke maar heilzame om geving gebracht. Wilt gij over de resul taten van dat maanden- en jarenlange ycr- blijf der kinderen in onze goede Katholieke gezinnen iets meer vernemen, lees dan het geen ik daarover op meerdere plaatsen in het Gedenkboek schreef, dat ter gelegen heid van het 10-jarig bestaan van onze Stichting is uitgegeven. Voor de Nederlandsche kinderen zijn de gevaren, die ik hier noemde, niet zóó groot. De meeste zwakke kinderen gaan niet near gezinnen, waar zij met het gewone familie leven meeleven, doch naar inrichtingen - inrichtingen dan die op neutrale leest zijn geschoeid. Gaarne wil ik erkennen, dat verschillende van die inrichtingen rekening houden met de wenschen der ouders en de kinderen b.v.b. ter kerke zenden, doch het geregeld godsdienstig toezicht van ouders en priesters ontbreekt toch en nooit zal men er het kind, voor wat het voor zijn godsdienst noodig heeft, datgene kunnen ge ven wat wij het in een specifiek Katho lieke inrichting zullen kunnen bieden. Ik spreek nog niet eens van de gevaren, die voor het godsdienstig leven van een kind kunnen voortspruiten bij uitzending van ge mengde groepen, uit een geregelden om gang met kinderen, die niet in denzelfden godsdienst zijn opgevoed. Men behoeft waarlijk niet voor onverdraagzaam of preutsch versleten te worden om dat te erkennen Elke ouder heeft het recht zijn kind een opvoeding te geven volgens eigen staat. Een Katholieke ouder heeft den plicht zijn kind een Katholieke opvoeding te ge ven en het terug te houden van personen en plaatsen waar die Katholieke opvoeding, zij het ook onopzettelijk, schade zou kun nen lijden. Katholieke Nederlandsche kinderen uit gezonden door Katholieke vereerigingen naar Katholieke inrichtingen en Katho lieke gezinnen! Zietdaar de leus waaronder wij het groote werk, dat ons is opgedra gen, thans gaan ondernemen. Bij dot werk hebben wij het Doorluchtig Episcopaat achter ons en wij moeten ook de heele Ka tholieke bevolking van Nederland achter ons krijgen. P Een wraaknemende politieagent.. De houders eenér aan de overzijde van het IJ te Amsterdam gevestigde melkzaak heb ben voor hun bedrijf een melkkar, die zij na het gebruik gewoon waren op den open baren weg te laten staan. Zij hadden daar toe geen vergunning van, B. en W. en han delden dus in strijd met de Amsterdamsche Politieverordening. Maar dat was hun, vol gens hun zeggen niet bekend. In den voor middag van 4 Januari van dit jaar zou hun dat echter wel zeer nadrukkelijk aan het verstand worden gebracht door hun. buur man den politie-agent. Deze kwam, toen hij opsurveillance was, den winkel binnenstappen, vroeg of zij van B. en W. vergunning hadden en op het ont kennend antwoord, zegde hij den man een bekeuring aan. De man vroeg of 't niet zonder proces-verbaal kon afloopen en toen de agent te kennen gaf dat dit niet ging, spuwde de vrouw op den grond en schold den agent voor „gemeene kerel" en „vuilik" uit. Ter zake van deze beleediging maakte dc agent proces-verbaal op en de officier van justitie, van meening, dat hij de vrouw vervolgen moest, bracht de zaak voor den, politierechter, mr, Servatius. Op verzoek van ror. S. vertelde de vrouw hoe de vork in de steel zat. Zij zeide, dat de kar wel VA jaar ter plaatse stond en dat, hoewel het politie-bureau zich vlak in de buurt bevindt, nog nimmer een politic agent het echtpaar erop gewezen had, dat het niet mocht.Ook de agent, die haar buurman is en die proces-verbaai tegen haar opmaakte, heeft nooit hun aandacht op het verboden zijn der handeling gevestigd Waarom dan die agent zoo plotseling, het vorige jaar niet, de hand met de ver baliseeren overging? Och, dat is volgens de voorstelling van beklaagde zoo klaar als de dag! De agent heeft een zoontje. Dat zoontje voerde allerlei kattekwaad met de kar uit. En ook in den avond van 3 Januari was hij weer met de kar aan den gang ge weest. Beklaagde had toen de stoute schoe nen aangetrokken en was bij den buurman- agent gaan klagen. „O, heeft mijn jongen 't weer gedaan!" kreeg zijn tot bescheid. Daags daarop kwam de buurman-agent den winkel binnen om de bekeuring aan te zeg gen. En wat nog het gekste van het geval is, dezelfde agent, die thans zoo optrad, ont zag zich volgens beklaagde in den zomer van het vovrige jaar niet, de hand met de ver ordening op de winkelsluiting te lichten. Hij kwam toen 's avonds na achlen een flesch melk voor een ziek kind knepen. Toen de bekl. bezwaar maakte, bleef de buurman- agent aandringen. Zij zwichtte voor dien aandrang, maar verzocht hem buitelt te blijven; zij zou hem dan daar de flesch overhandigen. De buurman-agent trad niet temin den winkel binnen, zeggende: „Ocla wat! We zijn toch buren onder elkaar! Diezelfde agent,aldus de vrouw, gaat tot een bekeuring over, enkel en alleen, omdat zij over zijn jongen klaagde. Mr. S., tot den politie-agent, nadat diens verbaal is voorgelezen: Is het waar, dat de kar er zoolang gestaan heeft? De politie-agent: Dat is mij niet hekend, ik heb hem er wel eens zien staan. Mr. S.: Bestond er eenig verband tus- schen uw optreden en het bezoek dat de bekl, u 's avonds te voren, bracht om over uw zoontje te klagen? De politie-agent: Ja, toen zij kwam kla gen, heb ik haar in overweging gegeven, de kar op te bergeci, want dan konden de kin deren er niet meer mee spelen. Mr. S.: Hebt u uw zoontje er over on derhouden? De politic-agent: Ja. Mr. S.: Of zij al of niet permissie van B. en W. had, gaat den jongen niet aan. Die moet van de kar afblijven. De politie-agent: 't Was mij bekend, dat zij geen vergunning had. Het O. M„ mr. Van Lier: Het feit is be wezen, maar het is hier geen gewone be leediging van een ambtenaar, maar meer een beleediging die in verband staat met een burenruzie. Ik zal daarom geen hooge boete vorderen. Eis-ch 3 boete of 3 dagen hechtenis. Mr. S„ tot beklaagde: Wat hebt. u nog te zeggen? B' De kar heeft er altijd gestaan. Als de v' "t degelijk was geweest, dan had hij mij ui en zeggen, dat ik fraudeerde, door de kar onbeheerd te laten staan. Maar hij heeft heelemaal niet gewaarschuwd. De agent heeft oog gezegd, dat hij geen proces verbaal zou opmaken, als ik excuses maakte. Maar ik heb gezegd, dat ik dit niet deed. Mr. S.: Dan zal ik uitspraak doen. Het maakt sterk op mij den indruk, dat het pro ces-verbaal niets anders is dan een wraak neming tegenover de beklaagde, een hande ling, die beneden de waardigheid van een ambtenaar moet zijn. Het spijt mij, dat ik in deze een veroordeling moet uitspreken en elg daarom het minimum op: 0.50 boete of één dag hechtenis. Voor dc rechtbank te Rotterdam stond gis teren terecht de 29-jarige Arabier Hassan Said uit Aden. Bekl., die als zeeman dienst deed op het Fransche schip „President Jos- selin de Rohan" heeft op 8 Februari, terwijl dat schip zich in de haven van R'dam be vond, den Franschen stoker J. M. Legal van het leven trachten te berooven. Bij het verhoor, dat door middel van een tolk geschiedde, bekende beklaagde het feit, dat hem ten laste werd gelegd. De Fransche stokers en zeelieden sarden hem voortdu rend. Op 8 Februari heeft hij, in woede daarover ontstoken, zijn mes gegrepen. Hij is op den Franschen stoker toegesprongen en heeft hem messteken toegebracht. Hoeveel weet hij zelf niet Dr. De Waard, getuige-deskundige, die het slachtoffer in het ziekenhuis heeft behandeld zei dat de stoker zeven ernstige messteken had. De man had het aan zijn sterk gestel te danken gehad, dat hij niet aan zijn ver wondingen was bezweken. Het O. M. mr. Schutter zei in zijn requi sitoir er rekening mee te willen houden, dat de straf dezen bekl, zwaarder zal treffen dan een ander. Hi: zal in de gevangenis met niemand kunnen spreken, omdat' geen mensch zijn Arabisch verstaat. Eisch: twee jaar gevangenisstraf. Bekl., die onder den indruk was van den éisch, zei dat hij in Aden een vrouw en twee kinderen had en dat het hem hard zou val len, die zoo lang niet te kunnen zien. Te Bussum is een Arnhemsche dokter, te Brussel woonachtig, betrapt op ongeoorloofd uitoefenen der geneeskunde. Hij hield elke veertien dagen zitting in een villa aan de Comeniuslaan, waar hij o.a een dame we gens een oogziekte onder behandeling ge nomen had, met het gevolg, dat zij aan één oog totaal blind geworden was. Omtrent den noodtoestand waarin bet j Italiaansche s.s. „Pina" aan Hoek v. Ho!-' land heeft verkeerd en het werk der Hoi- landsche sleepbooten daarbij, vertelt hel Hbld. nog: Donderdagmiddag verkeerde nabij den h. v. H. een schip in nood. De Italiaansche boox „Pina", met erts op weg van Livorno naar Rotterdam, gaf noodseinen. Het schip be vond zich ten noorden van der. Noorder-' dam in de branding; bovendien was er ge brek aan kolen, zoodat de positie zeer: hachelijk was. Er stond toen een zeer hooge zee. De sleepbooten „Witte Zee" en „Lou werzee" van Smit Co.'s Internationale sleepdienst gingen uit om assistentie te ver- leenen. Ook de stoomreddingsboot „Prins der Nederlanden" voer uit. De reddingsboot keerde echter terug, toen de beide sleep booten met het Italiaansche schip verbin ding hadden gekregen. De sleepbooten zijn erin geslaagd, het zwaar geladen schip den Waterweg binnen te sleepen, maar het heeft heel wat moei;, gekost, vóór men het daar had. Om vier uur was er aan het strand van schip en sleep booten nog niets te zien. Regenbuien belem merden het uitzicht, zoodat er niet veel viel waar te nemen. Na vier uur kregen de booten het schip dwars voor den Waterweg. De „Witte Zee" had een tros aan het voor schip, de „Louwerzee" had er een aan hex achterschip van dc „Pina" bevestigd. Men moest nu het schip omkrijgen, om het den Waterweg binnen te brengen. Bij die ma-i noeuvre zijn de trossen gebroken. Van tle: kust af zag men het Italiaansche schip en te sleepbooten met tamelijk groote snelhe'd afdrijven in de richting, vanwaar de sleep booten het met vrij groote moeite hadden gekregen. Eenigen tijd later bevond zich at „Pina" vlak achter het wrakstuk van at „Soerakarta", dat zich nog altijd op de Noorderpier bevindt en dat nu hevig dooi de zee gebeukt wordt. Het in schuim uit eenspattende water sloeg soms hoog boven den mast van het wrak uit. Op het strand vreesde ieder, dat de Ita liaansche boot nu vast en zeker ten Noorden van de pier op .het strand zou raken; dit is echter niet gebeurd, dank zij de onver moeide pogingen van de sleepbooten, die nogmaals het stuurlooze schip opzochten, trossen vastmaakten en voor de tweede maal het Italiaansche schip den mond van den Waterweg binnenbrachten. Er hing toen omstreeks 5 uur een zeer zware bui, zoodat er van den wal aF zeer weinig te onderscheiden viel. Er was weinig anders waar te nemen, dan een zeer zware rookwolk, die uit den schoorsteen van de „Witte Zee" kwam en die het uit zicht op de andere schepen geheel wegnam. Kwart over vijf zag men de „Witte Zfe vlak voor den Waterweg, met de „Pina" achter zich aan. Het schip thans in vei ligheid gebracht, had geen slagzij, doch lag wel zeer diep in het water. De boot scheen geheel stuurloos te zijn. Ter hoogte van het gebouw van het Loodswezen liep de „Pina" opeens uit het roer. Ze zette den kop naar den noordwal, hoewel de „Witte Zee" haai nog steeds op sleeptouw had. Hoewel ce sleepbooten er nog in slaagden, voordat dc „Pina" den wal bereikte, haar koers te ver- anderen, konden ze toch niet verhinderen, dat het schip in aanvaring kwam met dc: Harwichboot „St. Denis", die naast "het sta- tion Hoek-van-Holland aan den steiger lag. De ,,St. Denis" kreeg eer» paar deuken aai, j bakboord. Met de „Witte Zee" voorop, de „Louwer zee" aan bakboord langszij en dc sleepboox „Waterweg" achteraanhangend, welke drie booten met vereenigde krachten het schip in het vaarwater hielden, zette de „Pina" d? reis naar Rotterdam voort. Wederom hebben inbrekers getracht hun slag in Zwolle te slaan. Thans was het nieuw gebouwde winkelhuis met bakkerij van den heer van 't Spijker aan de Assendorperstraat het terrein hunner werkzaamheden. Na aan den achterkant over een muur geklommen te zijn, hebben ze zich (alles wijst er op, dat er meer dan een ongewenschte gast is geweest) door uitsnijding eener ruit toegang tot het voorloopig nog s-nachts onbewoon de perceel verschaft. Hun eerste aanval gold het ijzeren geldkistje, hetwelk meegenomen werd, na zich eerst te goed te hebben ge daan aan een voorraad lekkernijen, getuige een ledige wijnflesch en restjes gebak, welke den volgenden morgen in de totaal overhoop gehaalde kamer werden gevonden. Naar de verklaringen van den eigenaar bevatte het meegenomen kistje niets andere dan eenige nog te innen kwitanties, polissen en andere papieren van waarde. Het geld was toevallig den vorigen avond meege nomen naar 't ouderlijk huis. Van de daders geen spoor, alhoewel de politie een scherf onderzoek instelt. Een Europeaan en zeven oppassers bij f 's lands kas te Weltevreden zijn gearresteerd wegens het onttrekken van voor vernietiging bestemde muntbiljetten aan doorponsing. Het totaal is nog niet bekend. De oppassers ont vingen jaarlijks een steekpenning van 1200 en stalen zelf mee Allen hebben bekend. Inlandsche ambtenaren te Magelang heb- I ben Nederlandsche dagbladen ontvangen, waarin ingesloten waren Inlandsche opruien de pamfletten. In tijd van nood „Is de dokter nog geweest, varmid lag?" „Ja.... hij zegt niet veel.. -• Maar goeie moed houwen, is alles wat je van 'm hoort. En 't kind heeft nou weer zoo'n hooge koorts Ik weet niet, maar ik heb zoo'n voor gevoel, dat we onze Tony zullen moeten mis sen „Nounoudenk nou niet 't ergste direct. ,,'t Duurt al weken en 't wordt eer slech ter dan beter.... God, God, als we ons eenigst kind.... Dat zou 'k nooit te boven komen.... nooit...," De jonge vrouw snikte het uit. De man gei wat woorden van troostdoch 't wa ren holle woorden, die geen verzachting brachten aan de moedersmart.... „Als jij nou toch maar es wou meewer ken." huilde ze „Voel je nóg niet, dat 't 'n bezoeking van God is „Mensch.... begin daar nou asjeblieft niet wéér over.... Die vrouwelijke gevoe- hgheidjes.. w" „Man, man, hoe kun je toch zóó praten. terwijl je in je hart wel beter weet...." „Ja, hou er nou maar over op.daar is al genoeg over geboomd.... je weet m'n standpuntAls Onze Lieve Heer zich met alle zieke kinderen most bemoeien 't is om te lachen „Als je er dan tenminste maar es toe kon besluiten, om je Paschen te houwen.... Al geloof je niet, dat 't kind er belang bij heeft, doe *t dan voor mij, om mij 'n plezier te doen....Dan hoef ik 't tenminste niet als *n straf te beschouwen, als 't ergste gebeurt Toe, Henkdoe 't't kan nog doe 't voor mijik smeek je d'r om. dan ben 'k gerust.... dan kan ik zeggen, dat 'k gedaan heb wat 'k kon...." „Als ik 't doe, dan huichel 'k.want ik meen d'r niks van...." „Bah.... hoe is 't mogelijk.... hoe is 't mogelijk „Vrouw, zwijg Ik duld niet, dat je...." „Maar toch zul je moeten dulden, dat ik je zeg, dat je dan in onze engagementstijd niks anders hebt gedaan dan huichelen.Toen hing je de vrome uit, om mij niet kwijt te rakenwant we waren nog geen maand getrouwd of je liet je godsdienst links lig gen.... Doe wat je wil, maar praat me niet meer van huichelen, want dan zou 'k van je kunnen walgen." Zenuw-trillend verliet ze de kamer,... aar hij peinzend achterbleef Z stonden met de dokter bij het bedje van de tweejarige Tony, die in ijlkoorts lag. „Als er vandaag of morgen geen verande ring komt," zei de geneesheer „dan vrees 'k 't ergste.Nog maar goeie moed houden.... wellicht is dit de crisis.... 't gaat er op of er onder.Ik kom morgen ochtend kijken.'t beste hoor 1" De man liet hem uit. Bij z'n terugkomst in de ziekenkamer lag z'n vrouw aan 't voeteneind van 't bedje krampachtig te snikken.en hij had niet de moed haar aan te spreken. Na 'n lange poos stond ze op.en ging hem voorbij. „Vrouw" riep ie haar schor terug „kan 't Zondag nog?" „Wat „Paschen houwen In haar betraande oogen kwam 'n glans van geluk.... „Jajazuchtte ze blij „Zondag kan 't nog „Goed.... dan beloof ik 't.... hier bij z'h bedje „'Dank je Henkdank je hartelijk.... dat geeft me weer meer hoop Tijdens de nacht werd 't kind rustiger.. In angstige, doch hoopvolle spanning volg de de moeder het verloop van de crisis En toen hij er bij kwam uitte hij 'n kreet van verbazing over de gunstige verandering. De kleine werd wakker en lachtte heu toezwakjes, maar met veel helderder oogjes. „Zou 'tzou 't werkelijk beter gaan fluisterde ze. „Ja.ja.je zou zeggen.wij heb ben er natuurlijk geen verstand van.... 't kan'cn opleving zijn, of zoo ietsmaar afijn, we zullen afwachten wat de dokter gegt't zou prachtig, 't zou heerlijk zijn De dokter kwam en keek al direct meer tevreden. Heel lang onderzocht ie de kleine. Toen knikte hij hen glimlachend toe. „Vader, moedertje.... je kind wordt be ter, hoor 't Wordt beter De vrouw had moeite om niet uitgelaten te doen. Ze zoende haar man, haar kind en viel snikkend de dokter om z'n hals, die warentig óók nog 'n paar dikke tranen moest laten vluchten. Alles was nu weer zonnig eri mooi en hel der. Zaterdagavond. „Henkwordt 't geen tijd voor je.." „Tijd? Waarvoor?" „Waarvoor? 't Is Zaterdagavond.... en je zou morgen toch.... je hebt 't toch be loofd.. „Hè 1 Da's immers nou niet meer noo dig 1" „Wat zeg jeï Wat zeg je daar, Henk? Niet meer noodig? Hoe bedoel je?" „Versta je me niet Niet meer noodig, zeg ik.da's toch duidelijk.'t Kind is be terdus „O. dat zou 'n laagheid zijn.dat meen je niet, HenkNéé, dat kun je niet mee nen.. „Ja, of je nou al ligt te zaniken, dat kan me allemaal niks schelen.Ik heb cr géén zin inen daarmee uit." „Maar je hebt 't beloofd.beloofd En je moet gaan Je zult toch zeker moeten toegeven, dat Tony's genezing verband houdt met jouw belofte „Daar geloof 'k nou juist net niks van, nou weet je 't meteen.... 't Is \t gewone verloop van de ziekte geweest, zooals met alle dingen." „Zoo.... 't gewone verloop.... 't ge wone verloopGod, wat ben jij 'n af schuwelijk mensch nu! Je verdiende.... Néé.... nééik zeg niks.... laat 'k zwijgen.... Laat God van mij tenminste de dankbaarheid hebben.... van mij alléén dan maar, en zonder de haat tegen jou en jc laffe, lage daad. Ze ging naar Tony's kamertje, waar de kleine in z'n bedje zat te spelen.zoo goed als beter, maar nog te zwak om te loopen. „Niet hui-le mammie.... Tony beter.." 'n Drie weken later viel 't kind van de trap ....bleef roerloos liggen...» 'n Aangeroepen dokter kwam binnen keek even en zei.... „Dood.... nekje ge broken." Toen de man thuis kwam vond ie z'n vrouw met losse haren en glazige oogen naast 't lijkje 'n Buurjuffrouw zei hem wat er was ge beurd. Hij gaf 'n schreeuw en wilde zich over z'n kind buigen, om zich te overtuigen van de vreeselijke waarheid. Maar z'n vrouvv duwde hem zóó krachtig terug, dat ie zich moest vastgrijpen, om niet te vallen. Toen greep ze 'm in z'n borst en gierde vlak in zijn gezicht „'t Gewone verloop,; nietwaar 1!'t Gewone verloop Weg II! Weg Raak 't kind niet aan Weg Ze zeeg bewusteloos neer. En de man stond met krankzinnige oogen op z'n vrouw en z'n doode kind te staren. Na afloop der begrafenis zeiden de men schen „Wat raar, hè De man heeft gehuild als 'n kinden de vrouw heeft er geen traan om gelaten...,"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9