mm
7EVEM
Voor het Nederlandsche
zwakke kind.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde blad. Zaterdag 18 April 1925
RECHTSZAKEN.
I GEMENGD NIÉUWS.
UIT ONZE OOST.
ELCK WAT WILS.
TREKJES
Voor den politierechter
te Amsterdam
Een Arabier voor de Rechtbank.
Een onbevoegde dokter.
Kranig werk van Hollandsche
sleepbooten.
Inbraak te Zwolle.
Voor vernietiging bestemde
muntbiljetten.
Opruiende pamfletten.
No. 395.
DE TEUGELS VIEREN?
De jaren die achter ons liggen, kenmerk
ten zich door een geweldige reactie tegen de
sociale voorzieningen en de sociale wetge
ving in het algemeen. Men kon zich daar
vierkant tegenover stellen en gelijkertijd toe
geven, dat de economische omstandigheden
van dien aard waren, dat het zoeken naar een
Zondebok, althans te verklaren was.
Al kunnen we nog niet spreken van eco
nomisch herstel, toch is er op verschillend
terrein een niet onbelangrijke verbetering
ingetreden en men mocht dus ook verwach
ten dat de zucht naar sociale afbraak ook in
dezelfde verhouding zou verminderen.
Daarvan is echter nog weinig te bemerken.
Wel zijn de aanslagen op onze sociale wet
geving niet meer zoo plomp, maar of ze er
minder fel om zijn, waag ik te betwijfelen.
Het is zelfs niet onwaarschijnlijk, dat het ge
vaar dat van deze meer beredeneerde bestrij-
jding te duchten is, heel wat grooter is dan de
Smethode welke er eerst gevolgd werd.
Men roept niet meer om afschaffing van
sociale wetten, men wil er zelfs het goede wel
van behouden, als.... we maar meer vrij
heid krijgen voor het bedrijf, om binnen be
paalde grenzen zich te kunnen bewegen.
Dat trekt uiteraard meer aan dan de felle
bestrijding die we een paar jaar terug telkens
konden waarnemen. Toch zal men verstan
dig doen juist dergelijke pogingen goed te
onderzoeken teneinde te voorkomen dat we
zonder het te willen van ons eigen pad wor
den gelokt.
Een van die laten we aannemen goed
bedoelde pogingen om het bedrijfsleven
ivan zijn knellende banden te verlossen zie ik
(in de brochure van Mr. A. N. Molenaar, den
oud-secretaris van het Verbond van Fa
brikantenverenigingen, uitgegeven onder
het opschrift „de teugels gevierd".
Mijn bedoeling is niet een overzicht te ge
ven van hetgeen in die brochure is verwerkt,
maar wel wil ik aangeven dat het een berede
neerde poging is om meer vrijheden voor het
bedrijf te veroveren meer speciaal op het ter
rein van den arbeidsduur.
Het is stellig geen felle aanval op onze ar
beidswetgeving en rondweg wordt toegege
ven, dat het „laisser faire, laisser aller" on
duldbare misstanden heeft opgeroepen, maar
toch moet de wetgever teruggedrongen wor
den van het terrein dat hij nu bezet heeft.
Bij het nagaan welke de beginselen moe
ten zijn, door de Regeering in acht te nemen
bij de arbeidsbescherming, meent de schrij
ver te moeten verwijzen naar de geschiede
nis van het voorontwerp Landbouw-Ar-
beidswet betreffende den arbeidsduur van
volwassen mannen, waarbij de Hooge Raad
van Arbeid het advies uitbracht om de in
collectief overleg getroffen regelingen de
voorkeur te geven boven algemeene wette
lijke voorschriften.
Voor de industrie zou Mr. Molenaar een
zelfde methode willen gevolgd zien hij wil
zelfs nog verder gaan en de regeling van den
arbeidsduur niet alleen vrijlaten indien er
werkelijk een regeling getroffen is maar ook
wanneer de wederzijdsche vakvereenigingen
sterk genoeg zijn om met eenigen goeden
wil een regeling tot stand te brengen.
Welke maatstaf de Minister bij de beoor
deeling van de beteekenis der vakbonden wil
aanleggen moet hij zelf maar uitzoeken, maar
't moet in elk geval aan het vrije oordeel van
den Minister overgelaten worden.
Tot dergelijke excessen komt men, wan
neer men niet consequent de lijn durft door
trekken.
Het ligt immers voor de hand, dat als men
eerst de absolute vrijheid afwijst vanwege
de onduldbare misstanden, die nu eenmaal
niet anders dan door wettelijke voorschrif
ten waren te bezweren, dat men dan ook
de wettelijke maatregelen niet weg kan ne
men zonder er iets anders voor in de plaats
te stellen, dat evenzeer tot het gewenschte
doel voert.
Maar dat kan men toch niet bereiken door
de macht en de beslissing voor alle bedrijven
te leggen bij een Minister. Los van de vraag
of de arbeiders voor een dergelijke regeling
ooit te vinden zouden zijn, kan men er gerust
van verzekerd zijn, dat ook in de kringen
van Mr. Molenaar men zich nog wel eens
achter de ooren zou krabben voor zij de be
slissing over het bedrijfsleven zouden leggen
in handen van één man. Er zou bovendien
ook wel niemand gevonden worden, die een
dergelijke taak op zich zou durven nemen.
De fout schuilt m.i. voornamelijk in het
feit dat Mr. Molenaar halverwege blijft
istaan en niet verder het pad durft vervolgen
dat hij eerst gekozen heeft en nu op allerhan
de zijwegen verdoold raakt Hij staat weer
jmet zijn rug naar 't doel.
f Eenmaal erkennend dat we niet zonder
regelingen het kunnen stellen, kan men uit de
wettelijke omarming niet los, voor en aleer
men iets anders heeft tot stand gebracht.
't Is en blijft grauwe theorie om te den-
'ken dat we het gerust aan de bedrtjfsgenoo-
ten kunnen overlaten, wanneer de weder
zijdsche vakvereenigingen maar sterk genoeg
zijn dat alleen is niet voldoende.
Men moet beginnen bij het begin. En als
Mr. Molenaar het advies van den Hoogen
Raad als voorbeeld wil nemen, moet hij
daarbij tevens vermelden, dat een dergelijk
advies er nooit gekomen was, wanneer de
landbouworganisaties zeker de R.K. land
bouworganisatie niet hadden medege
werkt om 'n Bedrijfsraad voor elk gewest in 't
leven te roepen waarop de arbeiders zoowel
als de werkgevers zich beroepen kunnen, wan
neer van welke zijde dan ook misbruik van
macht zou worden gemaakt.
Dat is het wat we in de brochure van Mr.
Molenaar missen en waardoor aan zijn brochu
re m.i. geen andere beteekenis is te hechten,
dan een zeer gematigde poging om van de
wettelijke regeling van den arbeidsduur af te
komen Wat hij er voor in de plaats stelt
lijkt mij onbruikbaar en moet wel onbruik
baar zijn, omdat hij terugdeinst voor de m.i.
eenige logische gevolgtrekking, n.l. dat de
werkgevers een sfeer van vertrouwen moe
ten scheppen, door nauwere samenwerking
met de arbeidersorganisaties.
Eerst dan, maar ook dan alleen, lijkt het
mij mogelijk om aan het bedrijfsleven onder
bepaalde voorwaarden de vrijheden terug te
geven, die het wegens misbruik verloren
heeft.
Tot zoolang kan men wel roepen om de
teugels wat te laten vieren, maar kan er
zonder gevaar voor brokken maken niet aan
voldaan worden.
Wordt het den arbeiders ook niet wat al
te moeilijk gemaakt om aan eerlijke pogingen
te gelooven, nu 't geroep om alles aan de vak
vereenigingen over te laten komt op een tijd
stip dat de vakvereenigingen heel wat aan
kracht hebben ingeboet tfjjjlj
En 't moge 1 evens als een waarschuwing
dienen aan die arbeiders die maar steeds mee
nen, dat zij straffeloos den invloed en de
kracht van hun organisatie kunnen verzwak
ken en afzijdig blijven staan.
A. J. L.
EEN DEMORALISEEREND^SYSTEEM
De „Nederlandsche Nijverheid" wijst op
verschillende misstanden die er bij de steun-
verleening aan werklooze arbeiders zijn waar
te nemen.
Niemand zal menschen in bescherming
nemen, die op de gemeenschap parasiteeren
of een uitkeering opstrijken zonder dat zij
daarop recht hebben. Wanneer daarop critiek
wordt uitgeoefend zou dat zelfs gewaardeerd
kunnen worden. Maar de wijze waarop de
„Nederl. Nijverheid" zulks doet lijkt mij on
juist.
Het orgaan wijst op een „truc" dat men
schen zich als „geschoold" laten inschrijven,
T geheel ontbreken en dus alles oncontroleer-
baar is, is er geen enkele reden om te denken
dat zij onjuist zijn, maar wat zegt dat
Indien de Nederlandsche Nijverheid te
doen is om te voorkomen dat er onverschil
lige slappelingen gekweekt worden, dan had
haar conclusie weer anders moeten zijn.
Dan zou zij niet zeggen is er alle aanlei
ding om te breken met het huidige demorali-
seerende stelsel van steunverleening om te
rug te keeren naar de oude beproefde metho
de van armenzorg, maar zij zou den werkge
vers aanraden om met de betrokken lichamen
samen te werken en ze op de hoogte te stellen
van misbruiken door hen waargenomen,
Ik kan mij niet voorstellen, dat als werk
gevers bekend maken, dat iemand hoege
naamd geen vakman is, dat het steunver-
leenend lichaam hem maar als zoodanig zal
blijven beschouwen.
Evenmin kan ik mij voorstellen, dat het
steunverleenend lichaam er vrede mee zou
nemen, wanneer zoo'n kachelaanmaker werk
zou weigeren van eer.ige beteekenis. Zou het
anders zijn, dan zou daarover met dat lichaam
wel te praten zijn, maar in elk geval kunnen de
werkgevers zelf meewerken om misoruiken
die er altijd geweest zijn en er wel altijd zul
len blijven tot een minimum te beperken.
Maar al die duizenden, die zonder hun
schuld het slachtoffer werden van de econo
mische inzinking, qjaar zonder meer naaf het
armbestuur te verwijzen, lijkt mij nog meer
demoraliseerend dan wat we nu hebben en
waaraan ongetwijfeld ook gebreken zijn.
A. J. L.
CIJFERS OMTRENT DE WERKLOOS
HEID.
Volgens de gegevens van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering waren in de
week van 9 tot 15 Maart 1925 van de 269748
tegen werkloosheid verzekerde personen
22402 geheel en 7449 gedeeltelijk werkloos.
Het percentage is dus 8, 3 en 2, 8 in de
overeenkomstige week van 1924 was dit
respectievelijk 10, 4 en 2, 3.
L
(Ingezonden).
EEN SYMPATHIEK LIEFDEWERK.
Wanneer ik het nieuwe liefdewerk van
het Nederl. R.K. Huisveslings-Comité bij
u ga inleiden, ben ik reeds bij voorbaat ze
ker van uwe sympathie voor dit mooie
werk.
Als we gezien hebben met hoeveel liefde
en geestdrift tienduizenden Nederlanders
de hulpacties voor het buitenlandsche kind
krachtig hebben gesteund, is het onmoge
lijk iets ander? te verwachten dan dat die
liefde en geestdrift nog veel krachtiger tot
uiting zullen komen, nu het betreft het kind
van eigen stam. Welke rechtgeaarde Ne
derlander, die bereid is geweest een bui-
tenlandsch kind te helpen, zal niet mee
willen helpen ook om de gezondheid terug
te geven aan kinderen van eigen land-
genooten, die door eene goede verpleging
of verzorging in eene vacantiekolonie, een
herstellingsoord, een sanatorium of bij den
ofschoon zij van het vak weinig of niets we-boer op 't platteland zich weer de frissche
t-»..i- 1 mr.Ac Mr.,, hlt>pk„ wnnrfeties zullen
ten. De werkgevers passen er we 1 voor zoo'n
geschoolden arbeider te nemen en kan hij
dus ongestoord blijven „trekken."
In een ander geval is er een „bankwerker"
die den geboden arbeid weigert omdat hij *s
Maandags kachelaanmaker is in de foyer
van een concertzaal.
Een ander staaltje een monteur had
ruim 2 jaar achtereen een salaris van f 55,
verdiend, raakte werkloos wegens inkrim
ping van het bedrijf en meldde zich aan bij
Maatschappelijk Hulpbetoon.
We nemen aan dat er werkelijk menschen
zijn, die allerhande trucs er op na houden om
aan een uitkeering te komen dat er dus
misbruiken zijn. Waarom moeten we dat ont
kennen Waren die er niet altijd en onder
alle omstandigheden
Elk middel om zulke personen te weren
moeten we dankbaar aanvaarden maar daar
mede is de steunverleening aan werkloozen
nog niet veroordeeld, en kan men van de
regeling als zoodanig nog niet zeggen wat we
in genoemd orgaan lezen
„In plaats van oppassende mannen
„kweekt men er onverschillige slappelin
gen van, die eerst jarenlang de brani
„uithangen en tenslotte om een aalmoes
„bedelen."
Wie overigens gaarne wil toegeven, dat er
inderdaad „arbeiders" zijn die elk schaamte
gevoel verloren hebben en geheel overeen
komstig deze scherp gekleurde teekening
handelen, kan toch een dergelijke beoordee
ling maar niet zonder meer aanvaarden.
Ongetwijfeld behooren zulke menschen
geheel onder armenzorg te vallen, maar er
zijn ook duizenden anderen, die den Hemel
dankbaar zouden zijn wanneer zij op een of
andere wijze te werk gesteld konden worden.
Elke poging om dezulken onder een milde
ren vorm te helpen verdient toejuiching. En
er wordt wel dégelijk rekening gehouden met
de gezinsinkomsten, zoodat dé afstand tus-
schen de steunverleening en armenzorg in de
praktijk heusch niet te groot is.
Het is zeer gemakkelijk om een paar
schreeuwende staaltjes van misbruik naar vo
ren te brengen. Hoewel plaats of aanduiding
roode blos op de bleeke wangetjes zullen
zien ge too vera? En wie niet aan die bui
tenlandsche hulpacties hebben meegedaan,
omdat zij meenen dat de Nederlandsche
kinderen moeten vóór gaan, zullen nu volop
de gelegenheid krijgen om in te halen wat
zij in vorige jaren misschien minder heb
ben kunnen doen dan zij graag wilden.
Ik sprak van een nieuw liefdewerk.
Dat beteckent alleen dat het nu officieel,
statuair bij het werk van het R.K. Huis-
vestings-Comité is ingelijfd, niet dat het
tot dusver nog niet door dat Comité zou
zijn beoefend. Reeds van 1918 af enkele
jaren dus na hare oprichting heeft ge
noemde Stichting, schoon ze oorspronke
lijk bedoeld was om kinderen der oorlogs
landen te helpen zich, zij 't dan ook op
slechts bescheiden schaal, er mee bezig
gehouden. Nu loopt zoo zoetjes aan de
oorspronkelijke taak der .Stichting op een
einde alleen de Hongaarsche kinder
actie wordt nog onbeperkt voortgezet
en heeft zij alle hulptroepen, waarover zij
beschikt, gemobiliseerd, om de haar door
de Kerkelijke Overheid toevertrouwde
nieuwe taak de centralisatie van de uit
zending van zwakke Nederlandsche R. K.
kinderen te gaan vervullen. Ik voel me
gelukkig, dat ik tot de eersten mag behoo
ren om daarvoor op de groote trom te
slaan.
Reeds lang werd de behoefte gevoeld,
dat cr meer systematisch en meer samen
werkend op dit terrein zou worden ge
arbeid. Er is ongetwijfeld reeds heel veel
verdienstelijk werk verricht en wij danken
het aan de toewijding van zoovele ijverige,
zelfopofferende vrouwen en mannen, dat
reeds heel wat bleekneusjes gered zijn ge
worden. Maar er kan méér gedaan worden
en er kan en moet in een andere,
betere richting worden gewerkt. Waarmee
ik allerminst bedoel te zeggen, dat de Ka
tholieken, die zich tot heden op dit terrein
hebben bewogen, geen nuttig en zelfs zeer
nuttig werk hebben gedaan. Maar volmaakt
was het nog in zeer vele gevallen niet en
het voldeed niet in alle opzichten aan de
eischen, welke wij, Katholieken, ook aan
dit werk hebben te stellen.
Er zitten voor den Katholiek aan de kin
deruitzending groote belangen vast, die bij
niet uit het oog mag verliezen, belangen,
die zóó zwaar moeten wegen, dat men er
zich maar eens 'n onaangenaam oogenblik-
ie voor getroosten moet als men van koers
moet gaan veranderen, i'; heb hier op 't
oog het uitzenden van Kathoi.eke kinderen
coor niEt-Kathojieke organisaties, waaraan
ook Katholieken meedoen.
Wij, leiders van het R. K. Huisvestings
comité, hebben nu een ruim tienjarige er
varing op dit terrein wat betreft de bui
tenlandsche kinderen. Treurige voorbeel
den hebben wij gezien. Met de beste be
doelingen dit stel ik voorop werden
Katholieke kinderen door niet-Katholieke
comité's naar ons land gebracht en in niet-
Katholieke gezinnen geplaatst. Dat lag voor
de hand, daar die comité's meest niet over
Katholieke adressen beschikten. Lichame
lijk werd cr dan voor die kinderen natuur
lijk goed gezorgd, maar geestelijk? Er zijn
andersdenkenden geweest, die Katholieke
kinderen hun Katholieke plichten hebben
doen vervullen wij mogen hen daarvoor
dankbaar zijn maar die het niet deden,
omdat zij die plichten niet kenden of er
niet voor voelden, kan men dezen daarvan
een ernstige grief maken? Het is toch zoo
verklaarbaar dat men meent dat ook an
deren hetzelfde denken en voelen als men
zelf denkt en voelt, dat anderen even goed
missen kunnen wat men zelf niet meent
noodig te hebben. Kwade opzet behoeft
daarbij in het geheel niet in het spel te zijn
maar de gevolgen kunnen voor een kind
noodlottig zijn.
Wij weten, dat vele kinderen, lichame
lijk krachtig aangesterkt maar volkomen
godsdienstloos naar hun land zijn weerge
keerd, omdat zij tijdens hun, vaak langdu
rig, verblijf hier godsdienstige leiding heb
ben ontbeerd of de gelegenheid hebben ge
mist hun godsdienst te onderhouden of te
versterken. Meermalen heeft men ons als
het ware gesmeekt om in te grijpen, om ons
te ontfermen over kleinen, die in een voor
hen totaal ongeschikte omgeving waren
gekomen. Hoe gaarne wij dat ook zouden
gedaan hebben, wij stonden hier meestal
machteloos, omdat wij geen enkele zeg
gingsmacht over die kinderen hadden Maar
begrijpt gij nu, waarom wij zoo hard ge
werkt hebben onder onze Katholieken om
waar het vast stond dat geholpen moest
worden en de eenvoudige plicht van naas
tenliefde daartoe reeds drong de kin
deren uit de Katholieke landen in dood ons
uitgezochte gezinnen te doen opnemen?
Mgr. Diepen, die zooveel jaren de leider
van ons Comité is geweest, heeft dit vooral
steeds op den voorgrond doen stellen: Ka
tholieke kinderen in Katholieke gezinnen!
En handelend onder die leus hebben wij
straks 85000 van die ongelukkige kleinen in
Jen voor hen óók uit godsdienstig oogpunt
niet alleen onschadelijke maar heilzame om
geving gebracht. Wilt gij over de resul
taten van dat maanden- en jarenlange ycr-
blijf der kinderen in onze goede Katholieke
gezinnen iets meer vernemen, lees dan het
geen ik daarover op meerdere plaatsen in
het Gedenkboek schreef, dat ter gelegen
heid van het 10-jarig bestaan van onze
Stichting is uitgegeven.
Voor de Nederlandsche kinderen zijn de
gevaren, die ik hier noemde, niet zóó groot.
De meeste zwakke kinderen gaan niet near
gezinnen, waar zij met het gewone familie
leven meeleven, doch naar inrichtingen -
inrichtingen dan die op neutrale leest zijn
geschoeid. Gaarne wil ik erkennen, dat
verschillende van die inrichtingen rekening
houden met de wenschen der ouders en de
kinderen b.v.b. ter kerke zenden, doch het
geregeld godsdienstig toezicht van ouders
en priesters ontbreekt toch en nooit zal
men er het kind, voor wat het voor zijn
godsdienst noodig heeft, datgene kunnen ge
ven wat wij het in een specifiek Katho
lieke inrichting zullen kunnen bieden. Ik
spreek nog niet eens van de gevaren, die
voor het godsdienstig leven van een kind
kunnen voortspruiten bij uitzending van ge
mengde groepen, uit een geregelden om
gang met kinderen, die niet in denzelfden
godsdienst zijn opgevoed. Men behoeft
waarlijk niet voor onverdraagzaam of
preutsch versleten te worden om dat te
erkennen Elke ouder heeft het recht zijn
kind een opvoeding te geven volgens eigen
staat. Een Katholieke ouder heeft den plicht
zijn kind een Katholieke opvoeding te ge
ven en het terug te houden van personen
en plaatsen waar die Katholieke opvoeding,
zij het ook onopzettelijk, schade zou kun
nen lijden.
Katholieke Nederlandsche kinderen uit
gezonden door Katholieke vereerigingen
naar Katholieke inrichtingen en Katho
lieke gezinnen! Zietdaar de leus waaronder
wij het groote werk, dat ons is opgedra
gen, thans gaan ondernemen. Bij dot werk
hebben wij het Doorluchtig Episcopaat
achter ons en wij moeten ook de heele Ka
tholieke bevolking van Nederland achter
ons krijgen. P
Een wraaknemende politieagent..
De houders eenér aan de overzijde van het
IJ te Amsterdam gevestigde melkzaak heb
ben voor hun bedrijf een melkkar, die zij
na het gebruik gewoon waren op den open
baren weg te laten staan. Zij hadden daar
toe geen vergunning van, B. en W. en han
delden dus in strijd met de Amsterdamsche
Politieverordening. Maar dat was hun, vol
gens hun zeggen niet bekend. In den voor
middag van 4 Januari van dit jaar zou hun
dat echter wel zeer nadrukkelijk aan het
verstand worden gebracht door hun. buur
man den politie-agent.
Deze kwam, toen hij opsurveillance was,
den winkel binnenstappen, vroeg of zij van
B. en W. vergunning hadden en op het ont
kennend antwoord, zegde hij den man een
bekeuring aan. De man vroeg of 't niet
zonder proces-verbaal kon afloopen en toen
de agent te kennen gaf dat dit niet ging,
spuwde de vrouw op den grond en schold
den agent voor „gemeene kerel" en „vuilik"
uit.
Ter zake van deze beleediging maakte
dc agent proces-verbaal op en de officier
van justitie, van meening, dat hij de vrouw
vervolgen moest, bracht de zaak voor den,
politierechter, mr, Servatius.
Op verzoek van ror. S. vertelde de vrouw
hoe de vork in de steel zat. Zij zeide, dat
de kar wel VA jaar ter plaatse stond en dat,
hoewel het politie-bureau zich vlak in de
buurt bevindt, nog nimmer een politic
agent het echtpaar erop gewezen had, dat
het niet mocht.Ook de agent, die haar
buurman is en die proces-verbaai tegen haar
opmaakte, heeft nooit hun aandacht op het
verboden zijn der handeling gevestigd
Waarom dan die agent zoo plotseling,
het vorige jaar niet, de hand met de ver
baliseeren overging? Och, dat is volgens de
voorstelling van beklaagde zoo klaar als de
dag! De agent heeft een zoontje. Dat
zoontje voerde allerlei kattekwaad met de
kar uit. En ook in den avond van 3 Januari
was hij weer met de kar aan den gang ge
weest. Beklaagde had toen de stoute schoe
nen aangetrokken en was bij den buurman-
agent gaan klagen. „O, heeft mijn jongen
't weer gedaan!" kreeg zijn tot bescheid.
Daags daarop kwam de buurman-agent den
winkel binnen om de bekeuring aan te zeg
gen. En wat nog het gekste van het geval
is, dezelfde agent, die thans zoo optrad, ont
zag zich volgens beklaagde in den zomer van
het vovrige jaar niet, de hand met de ver
ordening op de winkelsluiting te lichten. Hij
kwam toen 's avonds na achlen een flesch
melk voor een ziek kind knepen. Toen de
bekl. bezwaar maakte, bleef de buurman-
agent aandringen. Zij zwichtte voor dien
aandrang, maar verzocht hem buitelt te
blijven; zij zou hem dan daar de flesch
overhandigen. De buurman-agent trad niet
temin den winkel binnen, zeggende: „Ocla
wat! We zijn toch buren onder elkaar!
Diezelfde agent,aldus de vrouw, gaat tot
een bekeuring over, enkel en alleen, omdat
zij over zijn jongen klaagde.
Mr. S., tot den politie-agent, nadat diens
verbaal is voorgelezen: Is het waar, dat de
kar er zoolang gestaan heeft?
De politie-agent: Dat is mij niet hekend,
ik heb hem er wel eens zien staan.
Mr. S.: Bestond er eenig verband tus-
schen uw optreden en het bezoek dat de
bekl, u 's avonds te voren, bracht om over
uw zoontje te klagen?
De politie-agent: Ja, toen zij kwam kla
gen, heb ik haar in overweging gegeven, de
kar op te bergeci, want dan konden de kin
deren er niet meer mee spelen.
Mr. S.: Hebt u uw zoontje er over on
derhouden?
De politic-agent: Ja.
Mr. S.: Of zij al of niet permissie van B.
en W. had, gaat den jongen niet aan. Die
moet van de kar afblijven.
De politie-agent: 't Was mij bekend, dat
zij geen vergunning had.
Het O. M„ mr. Van Lier: Het feit is be
wezen, maar het is hier geen gewone be
leediging van een ambtenaar, maar meer
een beleediging die in verband staat met
een burenruzie. Ik zal daarom geen hooge
boete vorderen. Eis-ch 3 boete of 3 dagen
hechtenis.
Mr. S„ tot beklaagde: Wat hebt. u nog te
zeggen?
B' De kar heeft er altijd gestaan. Als
de v' "t degelijk was geweest, dan had hij
mij ui en zeggen, dat ik fraudeerde, door
de kar onbeheerd te laten staan. Maar hij
heeft heelemaal niet gewaarschuwd. De
agent heeft oog gezegd, dat hij geen proces
verbaal zou opmaken, als ik excuses
maakte. Maar ik heb gezegd, dat ik dit niet
deed.
Mr. S.: Dan zal ik uitspraak doen. Het
maakt sterk op mij den indruk, dat het pro
ces-verbaal niets anders is dan een wraak
neming tegenover de beklaagde, een hande
ling, die beneden de waardigheid van een
ambtenaar moet zijn. Het spijt mij, dat ik
in deze een veroordeling moet uitspreken en
elg daarom het minimum op: 0.50 boete of
één dag hechtenis.
Voor dc rechtbank te Rotterdam stond gis
teren terecht de 29-jarige Arabier Hassan
Said uit Aden. Bekl., die als zeeman dienst
deed op het Fransche schip „President Jos-
selin de Rohan" heeft op 8 Februari, terwijl
dat schip zich in de haven van R'dam be
vond, den Franschen stoker J. M. Legal van
het leven trachten te berooven.
Bij het verhoor, dat door middel van een
tolk geschiedde, bekende beklaagde het feit,
dat hem ten laste werd gelegd. De Fransche
stokers en zeelieden sarden hem voortdu
rend. Op 8 Februari heeft hij, in woede
daarover ontstoken, zijn mes gegrepen. Hij is
op den Franschen stoker toegesprongen en
heeft hem messteken toegebracht. Hoeveel
weet hij zelf niet
Dr. De Waard, getuige-deskundige, die het
slachtoffer in het ziekenhuis heeft behandeld
zei dat de stoker zeven ernstige messteken
had. De man had het aan zijn sterk gestel
te danken gehad, dat hij niet aan zijn ver
wondingen was bezweken.
Het O. M. mr. Schutter zei in zijn requi
sitoir er rekening mee te willen houden, dat
de straf dezen bekl, zwaarder zal treffen
dan een ander. Hi: zal in de gevangenis met
niemand kunnen spreken, omdat' geen mensch
zijn Arabisch verstaat.
Eisch: twee jaar gevangenisstraf.
Bekl., die onder den indruk was van den
éisch, zei dat hij in Aden een vrouw en twee
kinderen had en dat het hem hard zou val
len, die zoo lang niet te kunnen zien.
Te Bussum is een Arnhemsche dokter, te
Brussel woonachtig, betrapt op ongeoorloofd
uitoefenen der geneeskunde. Hij hield elke
veertien dagen zitting in een villa aan de
Comeniuslaan, waar hij o.a een dame we
gens een oogziekte onder behandeling ge
nomen had, met het gevolg, dat zij aan één
oog totaal blind geworden was.
Omtrent den noodtoestand waarin bet j
Italiaansche s.s. „Pina" aan Hoek v. Ho!-'
land heeft verkeerd en het werk der Hoi-
landsche sleepbooten daarbij, vertelt hel
Hbld. nog:
Donderdagmiddag verkeerde nabij den h.
v. H. een schip in nood. De Italiaansche boox
„Pina", met erts op weg van Livorno naar
Rotterdam, gaf noodseinen. Het schip be
vond zich ten noorden van der. Noorder-'
dam in de branding; bovendien was er ge
brek aan kolen, zoodat de positie zeer:
hachelijk was. Er stond toen een zeer hooge
zee. De sleepbooten „Witte Zee" en „Lou
werzee" van Smit Co.'s Internationale
sleepdienst gingen uit om assistentie te ver-
leenen. Ook de stoomreddingsboot „Prins
der Nederlanden" voer uit. De reddingsboot
keerde echter terug, toen de beide sleep
booten met het Italiaansche schip verbin
ding hadden gekregen.
De sleepbooten zijn erin geslaagd, het
zwaar geladen schip den Waterweg binnen
te sleepen, maar het heeft heel wat moei;,
gekost, vóór men het daar had. Om vier uur
was er aan het strand van schip en sleep
booten nog niets te zien. Regenbuien belem
merden het uitzicht, zoodat er niet veel
viel waar te nemen. Na vier uur kregen de
booten het schip dwars voor den Waterweg.
De „Witte Zee" had een tros aan het voor
schip, de „Louwerzee" had er een aan hex
achterschip van dc „Pina" bevestigd. Men
moest nu het schip omkrijgen, om het den
Waterweg binnen te brengen. Bij die ma-i
noeuvre zijn de trossen gebroken. Van tle:
kust af zag men het Italiaansche schip en te
sleepbooten met tamelijk groote snelhe'd
afdrijven in de richting, vanwaar de sleep
booten het met vrij groote moeite hadden
gekregen. Eenigen tijd later bevond zich at
„Pina" vlak achter het wrakstuk van at
„Soerakarta", dat zich nog altijd op de
Noorderpier bevindt en dat nu hevig dooi
de zee gebeukt wordt. Het in schuim uit
eenspattende water sloeg soms hoog boven
den mast van het wrak uit.
Op het strand vreesde ieder, dat de Ita
liaansche boot nu vast en zeker ten Noorden
van de pier op .het strand zou raken; dit is
echter niet gebeurd, dank zij de onver
moeide pogingen van de sleepbooten, die
nogmaals het stuurlooze schip opzochten,
trossen vastmaakten en voor de tweede
maal het Italiaansche schip den mond van
den Waterweg binnenbrachten.
Er hing toen omstreeks 5 uur een
zeer zware bui, zoodat er van den wal aF
zeer weinig te onderscheiden viel. Er was
weinig anders waar te nemen, dan een zeer
zware rookwolk, die uit den schoorsteen
van de „Witte Zee" kwam en die het uit
zicht op de andere schepen geheel wegnam.
Kwart over vijf zag men de „Witte Zfe
vlak voor den Waterweg, met de „Pina"
achter zich aan. Het schip thans in vei
ligheid gebracht, had geen slagzij, doch lag
wel zeer diep in het water. De boot scheen
geheel stuurloos te zijn. Ter hoogte van het
gebouw van het Loodswezen liep de „Pina"
opeens uit het roer. Ze zette den kop naar
den noordwal, hoewel de „Witte Zee" haai
nog steeds op sleeptouw had. Hoewel ce
sleepbooten er nog in slaagden, voordat dc
„Pina" den wal bereikte, haar koers te ver-
anderen, konden ze toch niet verhinderen,
dat het schip in aanvaring kwam met dc:
Harwichboot „St. Denis", die naast "het sta-
tion Hoek-van-Holland aan den steiger lag.
De ,,St. Denis" kreeg eer» paar deuken aai, j
bakboord.
Met de „Witte Zee" voorop, de „Louwer
zee" aan bakboord langszij en dc sleepboox
„Waterweg" achteraanhangend, welke drie
booten met vereenigde krachten het schip
in het vaarwater hielden, zette de „Pina" d?
reis naar Rotterdam voort.
Wederom hebben inbrekers getracht hun
slag in Zwolle te slaan. Thans was het nieuw
gebouwde winkelhuis met bakkerij van den
heer van 't Spijker aan de Assendorperstraat
het terrein hunner werkzaamheden. Na aan
den achterkant over een muur geklommen
te zijn, hebben ze zich (alles wijst er op,
dat er meer dan een ongewenschte gast is
geweest) door uitsnijding eener ruit toegang
tot het voorloopig nog s-nachts onbewoon
de perceel verschaft. Hun eerste aanval gold
het ijzeren geldkistje, hetwelk meegenomen
werd, na zich eerst te goed te hebben ge
daan aan een voorraad lekkernijen, getuige
een ledige wijnflesch en restjes gebak, welke
den volgenden morgen in de totaal overhoop
gehaalde kamer werden gevonden. Naar
de verklaringen van den eigenaar bevatte
het meegenomen kistje niets andere dan
eenige nog te innen kwitanties, polissen en
andere papieren van waarde. Het geld was
toevallig den vorigen avond meege
nomen naar 't ouderlijk huis. Van de daders
geen spoor, alhoewel de politie een scherf
onderzoek instelt.
Een Europeaan en zeven oppassers bij f
's lands kas te Weltevreden zijn gearresteerd
wegens het onttrekken van voor vernietiging
bestemde muntbiljetten aan doorponsing. Het
totaal is nog niet bekend. De oppassers ont
vingen jaarlijks een steekpenning van 1200
en stalen zelf mee Allen hebben bekend.
Inlandsche ambtenaren te Magelang heb- I
ben Nederlandsche dagbladen ontvangen,
waarin ingesloten waren Inlandsche opruien
de pamfletten.
In tijd van nood
„Is de dokter nog geweest, varmid lag?"
„Ja.... hij zegt niet veel.. -• Maar goeie
moed houwen, is alles wat je van 'm hoort.
En 't kind heeft nou weer zoo'n hooge koorts
Ik weet niet, maar ik heb zoo'n voor
gevoel, dat we onze Tony zullen moeten mis
sen
„Nounoudenk nou niet 't ergste
direct.
,,'t Duurt al weken en 't wordt eer slech
ter dan beter.... God, God, als we ons
eenigst kind.... Dat zou 'k nooit te boven
komen.... nooit...,"
De jonge vrouw snikte het uit. De man
gei wat woorden van troostdoch 't wa
ren holle woorden, die geen verzachting
brachten aan de moedersmart....
„Als jij nou toch maar es wou meewer
ken." huilde ze „Voel je nóg niet, dat
't 'n bezoeking van God is
„Mensch.... begin daar nou asjeblieft
niet wéér over.... Die vrouwelijke gevoe-
hgheidjes.. w"
„Man, man, hoe kun je toch zóó praten.
terwijl je in je hart wel beter weet...."
„Ja, hou er nou maar over op.daar is
al genoeg over geboomd.... je weet m'n
standpuntAls Onze Lieve Heer zich
met alle zieke kinderen most bemoeien
't is om te lachen
„Als je er dan tenminste maar es toe kon
besluiten, om je Paschen te houwen.... Al
geloof je niet, dat 't kind er belang bij heeft,
doe *t dan voor mij, om mij 'n plezier te
doen....Dan hoef ik 't tenminste niet als
*n straf te beschouwen, als 't ergste gebeurt
Toe, Henkdoe 't't kan nog
doe 't voor mijik smeek je d'r om.
dan ben 'k gerust.... dan kan ik zeggen,
dat 'k gedaan heb wat 'k kon...."
„Als ik 't doe, dan huichel 'k.want ik
meen d'r niks van...."
„Bah.... hoe is 't mogelijk.... hoe is
't mogelijk
„Vrouw, zwijg Ik duld niet, dat je...."
„Maar toch zul je moeten dulden, dat ik je
zeg, dat je dan in onze engagementstijd niks
anders hebt gedaan dan huichelen.Toen
hing je de vrome uit, om mij niet kwijt te
rakenwant we waren nog geen maand
getrouwd of je liet je godsdienst links lig
gen.... Doe wat je wil, maar praat me niet
meer van huichelen, want dan zou 'k van
je kunnen walgen."
Zenuw-trillend verliet ze de kamer,...
aar hij peinzend achterbleef
Z stonden met de dokter bij het bedje
van de tweejarige Tony, die in ijlkoorts lag.
„Als er vandaag of morgen geen verande
ring komt," zei de geneesheer „dan
vrees 'k 't ergste.Nog maar goeie moed
houden.... wellicht is dit de crisis.... 't
gaat er op of er onder.Ik kom morgen
ochtend kijken.'t beste hoor 1"
De man liet hem uit.
Bij z'n terugkomst in de ziekenkamer lag
z'n vrouw aan 't voeteneind van 't bedje
krampachtig te snikken.en hij had niet
de moed haar aan te spreken.
Na 'n lange poos stond ze op.en ging
hem voorbij.
„Vrouw" riep ie haar schor terug
„kan 't Zondag nog?"
„Wat
„Paschen houwen
In haar betraande oogen kwam 'n glans
van geluk....
„Jajazuchtte ze blij
„Zondag kan 't nog
„Goed.... dan beloof ik 't.... hier bij
z'h bedje
„'Dank je Henkdank je hartelijk....
dat geeft me weer meer hoop
Tijdens de nacht werd 't kind rustiger..
In angstige, doch hoopvolle spanning volg
de de moeder het verloop van de crisis
En toen hij er bij kwam uitte hij 'n kreet van
verbazing over de gunstige verandering.
De kleine werd wakker en lachtte heu
toezwakjes, maar met veel helderder
oogjes.
„Zou 'tzou 't werkelijk beter gaan
fluisterde ze.
„Ja.ja.je zou zeggen.wij heb
ben er natuurlijk geen verstand van....
't kan'cn opleving zijn, of zoo ietsmaar
afijn, we zullen afwachten wat de dokter
gegt't zou prachtig, 't zou heerlijk
zijn
De dokter kwam en keek al direct meer
tevreden. Heel lang onderzocht ie de kleine.
Toen knikte hij hen glimlachend toe.
„Vader, moedertje.... je kind wordt be
ter, hoor 't Wordt beter
De vrouw had moeite om niet uitgelaten
te doen. Ze zoende haar man, haar kind en
viel snikkend de dokter om z'n hals, die
warentig óók nog 'n paar dikke tranen moest
laten vluchten.
Alles was nu weer zonnig eri mooi en hel
der.
Zaterdagavond.
„Henkwordt 't geen tijd voor je.."
„Tijd? Waarvoor?"
„Waarvoor? 't Is Zaterdagavond.... en
je zou morgen toch.... je hebt 't toch be
loofd..
„Hè 1 Da's immers nou niet meer noo
dig 1"
„Wat zeg jeï Wat zeg je daar, Henk?
Niet meer noodig? Hoe bedoel je?"
„Versta je me niet Niet meer noodig, zeg
ik.da's toch duidelijk.'t Kind is be
terdus
„O. dat zou 'n laagheid zijn.dat meen
je niet, HenkNéé, dat kun je niet mee
nen..
„Ja, of je nou al ligt te zaniken, dat kan
me allemaal niks schelen.Ik heb cr géén
zin inen daarmee uit."
„Maar je hebt 't beloofd.beloofd
En je moet gaan Je zult toch zeker moeten
toegeven, dat Tony's genezing verband
houdt met jouw belofte
„Daar geloof 'k nou juist net niks van,
nou weet je 't meteen.... 't Is \t gewone
verloop van de ziekte geweest, zooals met
alle dingen."
„Zoo.... 't gewone verloop.... 't ge
wone verloopGod, wat ben jij 'n af
schuwelijk mensch nu! Je verdiende....
Néé.... nééik zeg niks.... laat 'k
zwijgen.... Laat God van mij tenminste
de dankbaarheid hebben.... van mij alléén
dan maar, en zonder de haat tegen jou en jc
laffe, lage daad.
Ze ging naar Tony's kamertje, waar de
kleine in z'n bedje zat te spelen.zoo goed
als beter, maar nog te zwak om te loopen.
„Niet hui-le mammie.... Tony beter.."
'n Drie weken later viel 't kind van de trap
....bleef roerloos liggen...»
'n Aangeroepen dokter kwam binnen
keek even en zei.... „Dood.... nekje ge
broken."
Toen de man thuis kwam vond ie z'n
vrouw met losse haren en glazige oogen naast
't lijkje
'n Buurjuffrouw zei hem wat er was ge
beurd.
Hij gaf 'n schreeuw en wilde zich over z'n
kind buigen, om zich te overtuigen van de
vreeselijke waarheid.
Maar z'n vrouvv duwde hem zóó krachtig
terug, dat ie zich moest vastgrijpen, om niet te
vallen.
Toen greep ze 'm in z'n borst en gierde
vlak in zijn gezicht „'t Gewone verloop,;
nietwaar 1!'t Gewone verloop Weg II!
Weg Raak 't kind niet aan Weg
Ze zeeg bewusteloos neer.
En de man stond met krankzinnige oogen
op z'n vrouw en z'n doode kind te staren.
Na afloop der begrafenis zeiden de men
schen „Wat raar, hè De man heeft gehuild
als 'n kinden de vrouw heeft er geen
traan om gelaten...,"