BRIEVEN UIT FRANRIJK
De Hoüand-lndsë vliegers terug!
Een moord in den
wereldoorlog.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Wad. Maandag 20 April 1925
Uit het politieke warenhuis.
Mr. P. v. S.
Taespraak van generaal Snijders.
Naar Amsterdam.
Ze worden schitterend gehuldigd.
Te vroeg boven Amsterdam.
De landing op Schiphol.
De verwelkoming.
De receptie in De l'Éurope.
Eeremaaltijd, zanghulde
en fakkeloptocht.
Dreigende uitsluiting en nieuwe stakingen in Denemarken. De Bel
gische Kabinetscrisis. Nadere bijzonderheden omtrent de ramp te Sofia.
Onder de Radio-berichten: De Bulgaarsche regeering vraagt leger-
versterking ter handhaving van de orda. Een poging tot revolutie in
Portugal mislukt.
FEUILLETON.
5
De zonnige Paaschdagen hebben duizen
den en duizenden Parijzenaars de stad doen
ontvluchten, om t£ herademen in Gods vrije
natuur. Stampvolle treinen verlieten de tal
rijke stations met bestemming voor de bosch-
rijke streek van Fontainebleau, voor de kust
plaatsen als Trouville en Deauvilie, terwijl er
nauwelijks vervoermiddelen genoeg waren
om de stedelingen van de aan natuurschoon
zoo rijke, naaste omgeving van Parijs, als St.
Cloud, Versailles en het Chevreuxdal te
doen genieten. Over het algemeen doet het
verschijnsel zich voor dat de feestdagen on
danks de hooge spoortarieven hoe langer
hoe meer, ver van de hoofdstad worden door
gebracht. Bretagne en Normandië krijgen
ruim hun deel van de vacantiegangers en
zelfs de Midi-reis schrikt velen niet af. Ka
merleden en Senatoren hebben alleen dit
jaar, evenals allen die nauw bij het politiek
leven betrokken zijn, zich het genoegen moe
ten ontzeggen aan dien verkwikkenden uit
tocht deel te nemen. Die lang verwachte cri
sis door Herriot's aftreden ontstaan, heeft hen
gebonden binnen de enge muren van „Palais
Bourbon" en „Luxembourg," waar het zon
licht moeilijk doordringt en in deze dagen
van een Lente-stemming, laat staan van
Paaschvreugde al bitter weinig valt te be
speuren.
Of deze parlementairs het erg betreuren,
gelooven wij niet. Strijdlustig als de meesten
kunnen zijn, genietend van een politiek in
trige spel, dat nooit zoo goed tot uiting komt
als in dagen van crisis offeren zij graag die
vrije dagen om zich te verdiepen in de mo
gelijke en vaak onmogelijke combinaties van
een nieuwe regeering. Er zijn zelfs politieke
persoonlijkheden zie zich nooit zoo op dreef
gevoelen, als in een tijd die verloopt tusschen
den val van het eene en het tot stand komen
van een nieuw kabinet. De politiek door
kneedde aristide Briand, die al zevenmaal
een ministerie heeft gevormd en de achtste
maal zich zeker niet zal zien ontgaan, aan
stonds of iets later, is daarvan het meest
sprekende voorbeeld.
Met een glundere lach op het gelaat be
weegt hij zich temidden van alle politieke
groepen, is omringd van journalisten ver
telt om alle mogelijkheden open te laten, en
voelt zich altijd opnieuw geroepen als de
man, die het land uit een ho'pelooze verwar
ring moet redden. Zelfs als hij, gelijk dit maal
niet de direct aangewezen persoon is, hoe
wel uitgenoodigd, Hcrriot op te volgen, en
men veeleer tot hem zijn toevlucht neemt om
dat Painlevé het liefst zich aan een ondank
bare Regeeringstaak zou onttrekken. Trou
wens de kamer-president ziet niet ten on
rechte er tegen op, den desolaten boedel van
het vorige kabinet over te nemen. De op
positie zal hem immers zeker niet vriend-
schappelijker ontvangen dan zijn boezem
vriend Herriot gn de Senaat zal ongetwijfeld
dezen socialistischen logeman, die zich zulk
een partijdig Kamerpresident heeft getoond,
een geringen kans op een lang leven schenken.
Hoogst waarschijnlijk zal een nieuw kabi
net reeds zijn gevormd, als deze brief u be
reikt. Wij zullen ons derhalve niet in prog
nostics vermeien. Het staat voor ons echter
vast dat een kabinet geboren uit het hartje
der linkerzijde, dat getrouw blijft aan het
program van Herriot, de kiem van spoedige
ontbinding in zich draagt. Het is niet vol
doende van personen te wisselen, zelfs indien
de nieuwen meer aanspraak kunnen maken
op vertrouwen dan de afgetreden Minister
president. Het gaat grootendeels om begin
selen. Heel het land is er van overtuigd en
ook de oppositie in kamer en Senaat is het
zich bewust, dat zware financieele offers ge
bracht, dienen te worden. Maar deze te aan
vaarden uit handen van mannen, wier grond
beginselen een revolutionairen geest ademen,
den klassenstrijd prediken, de godsdienst
vrijheid bedreigen, stemt niet overeen*met de
gevoelens van de volksmeerderheid, de
laatste maanden zoo schitterend tot open
baring gekomen. Nieuwe mannen, maar voor
al een breken met de gedragslijn sedert 11
Mei 1924 gevolgd.
Slechts een ministerie van nationale een
heid zal op dit oogenblik kans van slagen
hebben en langer leven dan enkele weken van
ijdel pogen en wanorde nabij komende ka
merdebatten.
Het kartel als zoodanig zal niet alleen het
woord mogen voeren, maar ovëreenstemming
moeten zoeken met de rechtsche minde -heid
om de financieele problemen op te los ei.
Zoolang partijpolitiek overheèrscht, blijft
de toestand onzeker, ten koste van het lands
belang, dat al te zeer op den achtergrond
treedt bij het persoonlijk belang van eerzuch
tige visschers in troebel water. En hoevelen
van dit soort zijn er niet in het Fransche
politieke wereldje. Zij zijn met den vinger
aan te wijzen, die uit hoop op een miaisterie-
eele zetel of een niet te versmaden baantje,
hun oude vriendschapsbanden verbreken of
bevreesd niet aan de goede zijde van de po
litieke tafel te zullen zitten, zich trachten
los te 'maken van partijgenooten, nog kort
te voren door dik en dun verdedigd. Nog is
het kartel te sterk om hen, die bewonderend
Herriot een „hosanna" hebben toegeroepen,
een „kruisigt hem" te hooren uitspreken.
Maar zij, die er toe in staat zijn, als de
bordjes eens geheel verhangen zouden wor
den, meestal dezelfden die bij Poincaré's
val dit systeem hebben toegepast, ontbreken
niet. Het politiek gekonkel treedt nooit zoo
sterk aan den dag als in omstandigheden,
gelijk wij thans beleven.
Het schijnt wel of „in politicis" alles is ge
oorloofd. Dit neemt echter niet weg, dat hij,
die met een onbevooroordeeld oog achter de
politieke schermen ziet zijn minachting voor
veler gedragingen met den dag ziet toene
men en hoe langer hoe minder vertrouwen
stelt in het parlementaire stelsel, zooals het
hier thans van kracht is.
Niet, dat ons verlangen in het minste naar
een dictator of een Franschen Mussolini uit
gaat. Verre van dat. Maar wel naar een ge
zuiverd parlement, naar een verkleinde
volksvertegenwoordiging en naar een admi
nistratieve ministerieele omgeving, die con-
tinuiteit bezit en niet afhankelijk is van aan
blijven of heengaan van een nieuwen be
windsman.
Bovendien een parlementair stelsel eischt
dat hij, die een regeering ten val brengt, mel
de verantwoordelijkheid wordt belast, of dat
Kamerontbinding het volk uitspraak laat
doen.
Hiermede wordt liefst in Frankrijk weinig
rekening gehouden. Hoe het verdere verloop
zal zijn, een zaak is te wenschen, dat de Ka
tholieke éénheidsbeweging niet zal inslapen,
al zullen de groote strijdpunten, Vaticaan,
éénheidsschool en leekenwetgeving voorloo-
pig van het kartel program worden afgevoerd
Want waakzaamheid blijft geboden, zoo
lang personen aan het bewind zijn, die meer
om tactische- dan om beginselredenen Rome
niet openlijk bestrijden.
En wie ook Herriot opvolgt, voorloopig
valt aan een Regeering van waarachtige Ro
me-vrienden hier helaas niet te denken.
De priester-afgevaardigde Bergey zeide
mij enkele maanden geleden „Hoe zeer het
belang van Frankrijk Herriot's heengaan
eischt, de komst van een plooibaren Briand
levert gevaar op de thans ontwaakte Katho
lieken opnieuw tot lauwheid te zien verval
len. De tijd sedert dien verloopen heeft de
éénheid dermate bevestigd, dat dit gevaar
ook volgens zijn inzicht geringer is geworden
EërT lichtstraaltje in de duisternis, die wel
iswaar zonneplekjes vertoont door een krach
tige houding van den Senaat, maar toch nog
dicht genoeg is om Frankrijk een „Quo Va-
dis" toe te roepen.
Zeker, als wij bedenken, dat de fel opge
zette campagne tegen den Senaat, bij de a.s.
gemeenteraadsverkiezingen, dit college een
ongunstige verandering kan doen ondergaan
Parijs, 1,5 April f925.
ziek van de Amslerdamsche Tramharmonie
speelde het Wilhelmus. Kransen werden den
Oost-Indië-vliegers omgehangen door twee
dochters van den heer Slob en een dochter
van den heer Fuld. Gezongen werd „Lang
zullen zij leven!'
Door generaal Snijders werd het woord
gevoerd. Als voorzitter van het Comité
Vliegtocht NederlandIndië was het hem
toebedeeld, zoo zeide hij, een eerste woord
van welkom toe te roepen aan Van Weerden
Poelman, Van der Hoop en Van den Broeke.
Spr. meende dat te mogen doen namens alle
lagen van het Nederlandsche volk, dat hier
vertegenwoordigd is. Geheel Nederland heeft
u op uw tocht gevolgd. Wij hebben mede-
gejuicht toen u op Java's bodem landde Spr.
meent, dat het niet hier de tijd en de plaats
is veel ui't weiden. Alleen zeide spr.
willen wij u hier een geestdriftig welkom
toeroepen. Lang leven de Nederland-Ostinje-
vliegers.
Het publiek stemde daarmede hartelijk
in.
Vervolgens werd de cerewijn rondgediend.
Daarna werd 'n stoet van auto's gevormd,
die de vliegers naar Amsterdam bracht. Het
werd een zegetocht. Overal langs den weg
stond het publiek geschaard en juichte. Hoe
dichter men bij de stad kwam, hoe drukker
het was. Aan den Amstelveen^chen weg was
het geweldig vol De politie had overal flinke
ordemaatregelen genomen. Aan d De Lai-
ressestraat, werd de stoet ontvangen door
het studentencorps Hors te paard, benevens
de Tramharmonie. Langs de De Lairesse-
slraat,Jacob Obrechtstraat, Willemsparkweg,
Van Baerlestraat Jan Luykenstraat, Spiegel
straat, Heerengracht, Vijzelgracht en Munt
werd hotel de l'Europe bereikt. Langs den
heelen weg wei-den de vliegers door het pu
bliek, dat rijen dik stond, toegejuicht.
Onmiddellijk na de aankomst begon de
receptie.
Het koene drietal is dan in t Vaderland
terug! Om 10.45, .Zaterdag v.m. waren ze te
Lc Bourget in Frankrijk, opgestegen.
Op Schiphol kwam half twee bericht bin
nen, dat de vliegers te 1.15 boven Waalha
ven waren. Aldaar werd gepoogd de vlie
gers draadloos te waarschuwen om te lan
den, daar het vliegtuig anders te vroeg op
Schiphol zou zijn. De seinen werden niet be
grepen en, gelijk reeds is gemeld, werd,
nadat eenige cirkels beschreven waren, de
tocht voortgezet. Toen stegen aldaar ook
de twee escadrilles vliegtuigen op van de
marine en een militair escadrille. Zij schaar-
den zich rechts en links van de F. VII, Zoo
werd doorgevlogen naar Amsterdam, waar
zij ongeveer 2 uur arriveerden. Het groot i
vliegtuig cirkelde boven de stad, geëscor
teerd dóór de tien andere vliegtuigen. Be
halve deze tien was er nog een in de lucht,
dat om de F. VII heendraaide. Het was op
gestegen te Schellingwoude. Aan weerskan
ten stond geschreven met groote letters:
„Niet voor half drie landen!!!''
V
Tegen half drie werd de optocht van
vliegtuigen als stippen in de lucht op Schip
hol zichtbaar. Zij maakten zeer groote cir
kels om het veld. Een groot aantal vliegers
was in de lucht en kruiste in den omtrek
Inmiddels waren op de officiëele tribune
tal van autoriteiten gekomen, o. w. wij op
merkten de ministers Van Swaay, Van Dijk
en Westerveld, den burgemeester van Am
sterdam met de wethouders. Bovendien wa
ren daar aanwezig mevrouw Fabius, de
moeder van Van der Hoop, benevens de
echtgenoote van Van den Broeke. Te half-
drie vloog de F. VII laag over de tribune
op Schiphol en kwam zeven minuten later
behouden op den grond. De beide escortes
gingen ook uit elkaar en daalden ongeveer
gelijk met de F. 'VII.
De groote vliegmachine taxiede naar de
uiterste zijde van het vliegveld en reed zoo
langs het publiek, dat hartelijk de drie
vliegers Van Weerden Poelman, Van der
Hoop en Van den Broeke toejuichte en met
zakdoeken en hoeden zwaaide.. Toen het
oogenblik van uitstijgen gekomen was,
werd de machine als het ware door de
vrienden' van de vliegers besprongen. Han
den werd gedrukt, terwijl het publiek juichte.
Op de schouders werden de drie mannen
naar de officieele tribune gedragen. De mu-
De receptie, welke ter gelegenheid van de
aankomst der Holland-Indië-vliegers Zater
dagmiddag in Hotel d l'Europe gehouden
werd, is vrij druk bezcoht geweest. Door
verschillende heeren en ook door enkele
dames is het drietal foegesproken en ge
huldigd voor den welgeslaagden vliegtocht.
De rij der sprekers werd geopend door
den heer Edo Bergsma, voorzitter van den
A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland
die dc vliegers huldigde voor hun doorzetten
en hun ter herinnering ieder een zilveren
eere-plaat aanbood. De dames met name
de moeder van Van der Hoop, de zuster
van Van Weerden Poelman en de vrouw van
Van den Broeke, ontvingen een plaquette in
brons, evenals den heer A. G. Fokker, di
recteur der Fokkerfabrieken.
Vice-admiraal Fock uit Den .Helder hul
digde namens de Koninklijke Marine de
vliegers. Vervolgens voerde het\ woord de
heer H. J. dc Jonge, voorzitter van het Co
mité voor de ontvangst der vliegers ie Am-
sterdam, generaal Hoogenboom namens de
Vereeniging Nederland in den Vreemde.
Ooko werden toespraken gehouden door
vertegenwoordigers van de Alg. Ver. van
Verlofsofficieren, de Onderofficierenver.
Ons' Belang, het Amsterdamsche Studenten
korps, de Tramharmonie, terwijl ook vele
particulieren onder het aanbieden van sou
venirs enkele woorden tot de vliegers
richtten.
De heer Thomassen a Thuessink van der
Hoop dankte daarna met enkele woorden
allen, die door hun medewerken het moge
lijk hebben gemaakt dat het plan van de
vliegers kon worden uitgevoerd. Hij en zijn
tochtgenooten hebben de voldoening, dat de
vlucht is geslaagd en hij sprak de hoop
uit, dat deze tocht het begin zal zijn van
meerderen bloei van de luchtvaart.
Daarna werd het Wilhelmus gespeeld,
medegezongen door alle aanwezigen, die
vervolgens nog eenigen tijd gezellig bijeen-
bleven.
In het paviljoen Vondelpark heeft de
Kon. Ver. voor de Luchtvaart den vlie
gers een eeremaaitijd aangeboden, waarbij
ongeveer 150 gasten aanzaten, o. w. minis
ter van Swaay en burgemeester Dc Vlugt.
Besloten werd telegrammen van verknocht
heid te zenden aan de Koningin, Prins Hen
drik (met wenschen voor beterschap) en
de Koningin-Moeder. Het dubbelmannen-
kwartet Ars Musica bracht een welkomst
lied ten gehoore, gedicht en getoonzet door
den heer B. J. Citroen.
Om 9 uur betraden de vliegers en dc ge-
noodigden het terras van het paviljoen,
teneinde een zanghulde van 500 zangers van
diverse vereenigingen in ontvangst te ne
men. Onder leiding van Jacob Hamel werd
ten gehoore gebracht het slotkoor van De
Uitwijkelingen en Langs den weg van het
licht, van mevr. J. Kuiper, compositie van
Isr. J. Olman.
Daarna werd een fakkeloptocht gehou
den met een défilé van verschillende Am
sterdamsche vereenigingen. Herhaaldelijk
steeg een luid hoera uit de groepen deel
nemers op en vriendelijk lachend beant
woordden de vliegers deze hulde.
Aan een redacteur van het Persbureau
Vaz Dias, die nog een kort onderhoud heeft
gehad met den heer Van der Hoop,, deelde
de leider van den vliegtocht mede, dat hij
overweldigd was door de schitterende ont
vangst, welke hem door de Amsterdamsche
burgerij was bereid. Hij vertelde, dat het
hem en zijn tochtgenooten overigens aan geschenken.
belangstelling nergens heeft ontbroken. De
vliegers hebben ondervonden, dat zoowel
in Nederland als ;n Ned.-Indië warm is mede-
galeefd met het verloop van den tocht.
De heer Van der Hoop deelde nog mede,
dat de F. VII vanmorgen te 10 uur uit Pa
rijs was vertrokken en dat de tocht naar
Amsterdam zoo voorspoedig verliep, dat
men reeds lang vóór het aangekondigd? uur
boven Amsterdam cirkelde. De vliegers zijn
ook boven Brussel en boven Antwerpen vrij
lang blijven cirkelen om den tijd te korten
Te Delft heeft het gemeentebestuur den
HollandIndië vliegers hulde gebracht dooi
het uitsteken van de vlag van Nieuwe- en
Oudekerkstoren en watertoren. Ook op en
kele particuliere groote gebouwen, o.a. van
de groote silo der Oliefabriek Calvé-Delft
wapperde de vlag.
Een geweldig geestdriitige ontvangst.
Aan de ,,Crl." ontleenen we nog de vol
gende interessante bijzonderheden over de
entvangst van het koene drietal in de
Hoofdstad:
Meer dan de aankomst op Schiphol is deze
triomftocht door de'straten van Amsterdam
geworden het hoofdmoment van verwelko
ming dooi de groote massa van het volk
aan de terugkeerende vliegers.
Amsterdam wachtte aan den rand der stad
de mannen af-en het bereidde den drie no-
versaagden jongens een ontvangst een een
ovatie, waarvan zij zelfs overdonderd waren
hoe getraind ze ook zijn op speeches en
ovaties, op geestdriftige toejuichingen en
hoerageroep.
VC'ant pauw was de stoet gezuiverd van de
loeze automobilisten, die clandestien in de
rij geslopen waren, nauw was het geheel
onder de hoede van de Amsterdamsche be
reden politie, die met een vaardigheid en
doortastendheid, als een groote-slad-politie
bezit, maatregelen nam en voorgenomen
maatregelen uitvoerde of er kwam stijl" in.
Daar was het eerste hoofdmoment in de
Corn. Krusemanstraat, waar de „hooggehoede
en zwart-gejaste" eerev.acht te paard was
opgesteld en waar de muziek zich voor den
stoet plaatste.
ALS BIJ EEN VORSTELIJK BEZOEK.
Als bij een vorstelijk bezoek was daar
ruim baan gemaakt. Van de straat uit vier
verdiepingen en van de daken laaide dan
het eerste „geweldige enthousiasme" op, toen
dc auto met de omkranste vliegers ver
scheen. We stonden er even stil, om de
paarden gelegenheid te geven „in te treden".
De muziek, die inzette, zcodra de auto's
kwamen, werd glad overdonderd door de
juichende massa's en Fokker, die de hee
ren nog wat hooger wilde hebben, holde
naar den auto voor hem én trok v. Weerden
Poelman en v. d. Hoop op de kap en toen
ditzelfde niet zoo gemakkelijk gelukte met
den goedigen reus v. d. Broeke, die voorin
zat en en die zich niet zoo erg gemakkelijk
omhoog liet trekken, leefde 't publiek dit
moment in vol enthousiasme mee en toen
eindelijk ook Van den Broeke „op 'n hoo
ger plan" was aangekomen was dit 't sein
voor nieuwe daverende toejuichingen.
Dan stapvoets ging de stoet vooruit, aan
alle zijden geëscorteerd door de politie, die
voorbeeldig voor de orde waakte.
Bij het Valeriusplein was wederom een
geweldige menschenmassa samengepakt. In
de Lairessestraat en al de andere straten,
die mén passeerde pas het gejuich niet van
de lucht. Op vele plaatsen werd gevlagd, te
voren was al met serpentines geworpen en
ergens daalde een regen van kleine bloe
men neer op de eerste auto's.
Emotie in de binnenstad.
Zoo ging het voort. Amsterdam leek het
was naar de nieuwe buurten afgezakt- om
de vliegers welkom te heeten, maar naarmate
de oude stad werd bereikt, ervoer men, dat-
er ook daar tienduizenden gebleven waren
om de heeren af te wachten. Gaandeweg was
het weer beter geworden. Alles werkte mee, i
Hierna werden nog verschillende toespra
ken gehouden.
Van der Hoop's wensch.
De heer Van der Hoop zeide na dit alles
dat hij en zijn tochtgenooten diep getroffen
waren door de ontvangst, welke hun hier
te eur't is gevallen. Alle sprekers betuigde
de heer Van der Hoop dank voor de woor
den van hulde, voor de ondervonden me
dewerking te Philippopel en in Indië.
Groote voldoening is 't ons, dat de tocht
geslaagd is; moge deze tocht de voorlooper
zijn van geregelde luchtverbindingen naar
en in Indië!"
Aldus besloot spreker en luide toejui
chingen en het zingen van het „Wilhelmus"
en „Lang zullen ze leven" volgden.
Opnieuw werd hierna een reeks geschen
ken aangeboden; een der aanwezige dames
mevrouw Ziekenoppasser, huldigde 't drie
tal vliegeniers namens de Nederlandsche
vrouwen en mevrouw Alsbach sprak in t
bijzonder woorden van hulde tot mevr. v.
d. Broeke.
Nadat allen de vliegeniers gecomplimen
teerd hadden, was de plechtigheid tegen
half 7 ten einde.
Een korte rustpoos werd den vliegeniers
en hun gezelschap welverdiend gegund
toen zij in Hotel de l'Europe aangekomen
waren. Een half uurtje; van 5 tot half zes.
Toen begon de overdruk bezochte receptie
in de groote rijke danszaal, achter de hall.
Daar trok onmiddellijk de aandacht een mas
saal bloemstuk „van de burgerij van Am
sterdam", dat een vliegtuig voorstelde, ge
heel uit bloemen samengesteld, en daaron
der eveneens in bloemkleuren de woorden
„Amsterdam-Batavia".
A.an een der wanden hing o.a. een krans
van den Senaat van hel Amst. Studenten-
korps. Voorts stonden er kransen met oran
jelinten bij de eerezetels der vliegeniers en
achter en bezijdene de stoelenrij talrijk
fraaie planten en bloemstukken.
De vlag van de Kon. Ver. voor de Lucht
vaart hing boven „het feestpodium" aan den
wand.
VERLEENING VAN RIDDERORDEN.
Na de gebruikelijke redevoeringen aan den
eeremaaltijd in het paviljoen Vondelpark,
deelde de Minister Van Waterstaat, onder
geestdrift der aanwezigen mede, dat de Ko
ningin de heeren Fokker, Plesman en Guil-
lonard, die in het welslagen van den vlieg
tocht zulk een groot aandeel hadden, be
noemd heeft tot ridder in de Orde vat»
Oranje Nassau.
Burgemeester de Vlugt deelde mede, dat
het gemeentebestuur der Hoofslad beslo
ten had, aan de drie Oostinje-vliegers de
groote zilveren medaille van Amsterdam toe
te kennen.
Minister van Swaay reikte aan hen er.
aan den heer Guillonard de gouden medaille
der K. L. V. uit.
de zon, de vrije Zaterdagmiddag, maakten,
dat de stoet zich kronkelend als een slang,
stapvoets moest voortbewegen, tusschen de
duizenden, die overal opgesteld waren. 1 oen
eindelijk via d.e Vijzelstraat dc Munt werd be
reikt, was het' „zwart van de menschen", in
den meest letterlijken zin van het woord. Al-
e verkeer stond stil, gq,en tram reed, geen
auto mocht er door en toen de drie jongens,
een beetje bleek door de emotie, langs den
ouden Munttoren tusschen de duizenden jui
chenden doorgereden werden, was hier toch
wel een zeer treffend moment van geweldig
enthousiasme.
Spoedig was nu „l'Europe" bereikt, waar
de receptie zou plaats hebben.
Even stond de stoet nog stil om de muziek
gelegenheid te geven „uit te blazen".
Toen stapten allen uit voor de receptie.
In de receptiezaal merkten wij in de eerste
plaats de leden van het vliegtocht-comité op;
namens den A. N W. B. de heeren Bergsma,
Steffelaar en Lugard; van „Nederland in den
Vreemde" dc heeren generaal Hoogeboom,
r. M. de Ilartogh en mr. dr. Westerman;
van „Onze Vloot", schout bij nacht Dulle-
mond en den havenmeester v. d. Poll.
De voorzitter van den Toeristenbond voor
Nederland, den A. N, W. B., de heer Edo
Bergsma, sprak allereerst de vliegeniers toe.
Spreker bood vervolgens den vliegeniers
elk een zilveren plaquette aan, voorstel
lende een liegtuig, met er boven een Hol-
landsch molen-, er onder een Indisch pal-
men-landschap. De dames, mevrouw Fa
bius, de moeder van Van der Hoop, me
vrouw Van den Broeke en rnej. Poelman,
de zuster van den vliegenier, kregen bloem
stukken en dezelfde plaquettes aangeboden
in brons, en een gelijk geschenk mocht de
heer Fokker in ontvangst nemen.
Luid handgeklap onderstreepte de woor
den van den heer Bergsma en niel 't minst
de aanbieding van de bloemenhulde en de
De verkiezingen voor het
Duitschc Rijkspresident
schap.
De officieele termijn voor het stellen van
candidaten voor de Duitsche presidents
verkiezing is afgeloopen. En het staat nu
vast, dat er bij de tweede, a.s. Zondag te
houden verkiezing slechts drie candidaten
elkander de zege zullen betwisten. Een van
deze drie, de communist Phalmann, kan na
tuurlijk bij voorbaat al worden uitgescha
keld. Hij zal een paar millioen communis
tische stemmen verkrijgen en heeft verder
afgedaan. De pogingen, die nog tot het laat
ste oogenblik zijn gedaan om den ouden veld
maarschalk tot een intrekking van zijn can-
didatuur te bewegen, zijn mislukt. Andere
candidaten' kunnen nu niet nieer worden ge
steld. En de eindstrijd zal dus plaats hebben
tusschen Hindenburg en Marx, omtrent wier
kansen we ons niet aan voorspellingen zul
len wagen, omdat alles afhangt van den vol
komen onzekeren factor, welke de groote
massa der thuisblijvers bij de eerste verkie
zing levert.
Zal de naam van Hindenburg nog vol
doende aantrekkingskracht hebben om de-
lauwen op te wekken aan de verkiezingen
deel te nemen Voor de kansen van Marx is
het eenigszins moedgevend, dat velen dit
betwijfelen en van oordeel zijn. dat in na-
oorlogsche jaren dg nimbus van den ouden
oorlogsaanvoerder wel wat is verbleekt, voor
al ook omdat deze een zeer teruggetrokken
leven heeft geleid en zich zoo zorgvuldig op
den achtergrond heeft gehouden, uit een
overigens zeer begrijpelijke behoefte aan
rust.
En misschien zou dus nog wel eens kun
nen blijken, dat de Duitsche nationalen
de populariteit van Hindenburg hebben
overschat. Intusschen, gelijk gezegd dat
is een volkomen onberekenbare factor
en we zullen dus nog een weekje geduld
moeten hebben.
In de begrotingscommissie uit den Rijks
dag stelde Vrijdagmiddag de D.-nat. partij
leider Hergt de vraag, of het den minister
van economie bekend was, dat er verband
bestond tusschen de opzegging van Ameri-
kaansche credieten en de politieke gebeur
tenissen in Duitschland, met name de presi
dentsverkiezingen.
Ondanks het protest van verschillende
commissieleden tegen het toelaten van deze
vraag, gaf de D.-nat. afgevaardigde Schulz,
die juist het voorzitterschap bekleedde, den
minister het woord voor de beantwoording.
Minister Neuhaus verklaarde, dat hem
van zulk een verband officieel niets bekend
was.
Nadat op deze wijze het agitatorische doel
van de manoeuvre scheen te zijn bereikt,
wilde de voorzitter de verdere besprekingen
verhinderen.
Hiertegen werd van democratische zijde
geprotesteerd. De democraat Meyer ver
klaarde, dat men niet van de commissie kon
verwachten, dat zij genoegen zou nemen met
de negatieve verklaring van den minister,
maar dat de leden het recht dienden te heb
ben de uitwerking van de candidatuur-Hin-
denburg op de Duitsche staathuishouding
uitvoerig te bespreken en in het bizonder om
over de uitwerking daarvan in het buiten
land het oordeel van den rijksminister van-
buitenlandsche zaken in te winnen.
Op voorstel van Meyer werd besloten de
bespreking Zaterdag voort te zetten en Strese-
mann te verzoeken in de commissie te ver
schijnen.
Zaterdagmiddag heeft de minister var,
buitenlandsche zaken dr. Stresemann in de
begrotingscommissie uit den rijksdag een
rede gehouden naar aanleiding van de giste
ren door den Duitsch-nationalen partijleider
gestelde vraag, of de opzegging van Ameri-
kaansche credieten verband houdt met da
verkiezingen voor het rijkspresidentschap.
Het spreekt vanzelf dat een prominent
lid van den rijksdag als Stresemann zich al
thans in officieele verklaringen niet in de
verkiezingscampagne kan mengen en de rede
van den minister was dan ook, voor zoover
ze de candidatuur-Hindenburg betrof, uiterst
voorzichtig opgesteld. Ze is trouwens voor
het grootste gedeelte vertrouwelijk verklaard.
Er werd slechts een kort officieel uittreksel
uit gepubliceerd. Volgens deze officieele pu
blicatie deelde Stresemann mede, dat hij nog
Vrijdag aan den Duitschen ambassadeur te
Washington om inlichtingen heeft verzocht
en wel telegrafisch, maar dat hij tot dusver
nog geen antwoord heeft ontvangen. De mi
nister kan dus geen definitief uittreksel geven.
In officieele berichten uit Amerika is tot
nog toe geen gewag gemaakt van opzegging
van credieten. Alleen wordt in een van deze
berichten uit Washington wel gezegd, dat
men er in verband met de presidentsverkie
zingen op dient te rekenen, dat de onderhan
delingen over de verdere credieten eenige
vertraging zullen ondervinden en dat men
den uitslag der verkiezingen wenscht af te
wachten. Dr. Stresemann voegde er aan toe,
dat dit ook bij de rijksdagverkiezingen hef
geval was geweest.
De arbitrale uitspraak
door de Berlijnsche me-;
taaiarbeiders verworpen'
Met 106.833 tegen 10.883 stemmen heb
ben de Berlijnsche metaalarbeiders de ar
bitrale beslissing inzake loonsverhooging en
werlktijd verworpen.
Men vreest, dat thans de reeds lang drei-
gende algemeene staking van de Berlijnsche
metaalbewerkers toch zal uitbreken. Rieds
Zaterdagavond zijn pogingen tot bemidde
ling in het werk gesteld. De staking der ke
telsmeden duurt nog steeds voort. Als ge
volg van deze partieele staking zijn inmiddels
reeds meer dan 10.000 metaalarbeiders werfcr
loos geworden.
Het nieuwe Fransche
Ministerie.
De bladen meenen te weten, dat in de rvj
„Dat moet ge toch vooral niet doen," zei
ae minister vriendelijk. „Laat nu eens hooren
wat gij te weten zijt gekomen."
„Ik heb tal van dingen ontdekt, die elk
afzonderlijk een acte van beschuldiging te
gen hem vormen, maar missshien is dit ééne
stuk reeds voldoende.
En hij haalde een stuk papier te voor
schijn, waarop een lijst van nameijSnet 'be
dragen van geldsommen er achterlpDat is,"
zeide hij, ,,de loonstaat van de leden van
den Duitschen spionnagedienst, die door
Hollander te Londen gebruikt en die betaald
worden."
Chambers gaf het papier over aan den
minister, die het aandachtig doorlas. Onder
de daarop voorkomende namen zag hij ook
dien van Sylvia Chase mei „50 pond par
maand" er achter genoteerd en onder dezen
naam stond die van Bertha Schmidt met „5
pond per maand", maar daar de minister
haar nooit had hooren noemen, wijdde hij
daar geen bijzondere aandacht aan.
Intusschen was hier een sprekend en over
tuigend bewijs van Hollanders schuld cn van
de waarheid van veel, dat Max hem had
medegedeeld.
„Dit papier is al meer dan genoeg om den
man te veroordeelen," zei de minister.
.Waar hebt ge het gevonden?"
„In zijn kamer in het departement van
oorlog," zei Chambers. „Er staat een brand
kast -en die heb ik open gemaakt."
„Hij schijnt gemeend te hebben, dat net
(document daar prachtig opgeborgen was, en
dat niemand het ooit in zijn hoofd zou heb
ben gekregen, daar naar iets van dien aard
te zoeken," merkte de minister op. Zijn er
nog andere bewijsstukken?"
„Ja, maar ik heb ze niet meegebracht; mij
dacht, dat voorloopig niet meer noodig was."
„Nu zal ik u eens zeggen, wat ik ran pjan
ben te doen, kolonel. Doch op dc eerste
plaats dit: het geheele geval moet tusschen
ons blijven," zei de minister. „We moeten
Hollander kalmpjes laten terugkeeren, want
als we hem terugroepen, vermoedt hij allicht
onraad; bij zijn terugkomst wordt hij aan
stonds gearresteerd. Wanneer verwacht gij
hem?"
„Heel spoedig binnen een paar dagen.
„Ik zal die andere bewijsstukken dan we!
zien, als ik morgen op het departement
kom," zei de minister, het gesprek beëindi
gende. Doch vóórdat hij den volgenden dag
naar het departement ging, kreeg hij in zijn
woning per telefoon van kolonel Chambers
de mededeeling, dat Hollander te Londen
van het vasteland was aangekomen met den
ochtendtrein en zich in het ministerie van
oorlog in arrest bevond, zonder dat men hem
de reden van zijn inhechtenisneming had
medegedeeld. Wat er nu gedaan moest wor
den? Of er een vergadering van den krijgs
raad moest worden saamgeroepen ofwel ,de
man moest worden uitgeleverd aan de bur
gerlijke autoriteiten?
„Ik zal de zaak overwegen, zei de mi
nister; „en u mijn besluit laten mededee-
len."
Van beroep zelf jurist, legde de minister
de quaestie voor aan den Kroonraad; hij zelf
had reeds te voren besloten tot een behan
deling ervan door den krijgsraad, doch het
deed hem genoegen te bemerken, dat de le
den van bovengenoemden raad zijn meening
deelden; ook zij oordeelden het in net open
baar belang 't beste, dat de zaak-Hollander
zooveel en zoolang mogelijk s^tn de publici
teit onttrokken zou blijven.
Hollander werd, onder strenge bewaking,
gedurende den nacht in een auto naar Al-
dershot overgebracht, waar men hem in al
gemeene bewoordingen mededeelde, weike
beschuldiging tegen hem werd ingebracht en
dat hij zou terechtstaan voor den Krijgs
raad. Hij ontkende heftig alle schuld_ en
vroeg, welk bewijs men had, doch hij kreeg
slechts ten antwoord, dat dit te zijnen tijd
zou worden geleverd. Volhardende bij zijn
onschuldverklaringen, verzocht hij, dat do
zitting van den krijgsraad onverwijld zou
plaats hebben en verklaarde af te zien van
elk recht, dat hij misschien had kunnen doen
gelden op verdaging ervan. Hij peinsde zich
suf erover, hoe de waarheid aan het licht
had kunnen komen, doch tevergeefs; hij zag
dan ook ten slotte den toestand maar met
den moed der wanhoop onder de oogen. Hij
besloot zelfs, indien het ergste zou moeten
gebeuren, tot het ergste.
De militaire autoriteiten gaven gehoor
aan zijn verzoek en de krijgsraad vergaderde
twee dagen later; de zitting had plaats in het
geheim en alle leden legden den eed af van
stipte geheimhouding; wat er gebeurde, werd
nooit in de pers bekend en de buitengewoon
en schokkend dramatische finale van het ge
heele geval iets moest daarover toch ge
publiceerd worden werd verborgen ge
houden onder een mededeeling, die slechts
tot zekere hoogte de waarheid bevatte.
Want toen hij overstelpt werd mei voor
zijn schuld verpletterende bewijzen en in
zag, dat het dubbele spel, hetwelk hij zoo
lang met succes gespeeld had, len einde
was, erkende Hollander tot verbluffing van
allen, die hem aanhoorden, niet alleen dat
hij een geheim agent van Duitschland was,
doch beroemde zich ook daarop. „Duitsch
land is mijn vaderland," zeide hij, „niet En
geland, Engeland heb ik altijd gehaat;
Duitschland heb ik altijd liefgehad! ik koes
ter geen vuriger hartewensch," ging nij
hartstochtelijk voort, „dan Duitschland in de
wereld te zien overheerschen, met Engeland
aan zijn voeten. Om dat doel te bereiken,
neb ik gewerkt, daartoe heb ik plannen en
komplotten gesmeed. En Duitschland zal
overheerschen; dat is zijn duidelijke histori
sche en cultuurbestemming; Engeland's dag
nijgt ten ondergang, zijn zon slaat stil, tev-
wijl die van Duitschland dag aan dag hooger
stijgt."
„Wij hebben geen tijd om naar al die p'nra-
sen te luisteren," zei de president van den
krijgsraad ernstig. „Hoe gij tracht uw han
delwijze in uw eigen oogen te rechtvaardi
gen, boezemt ons geen belang in. Gij erkent,
nietwaar, dat gij een verraderlijke rol hebt
gespeeld?"
„In de liefde en in den oorlog is alles ge
oorloofd," antwoordde Hollander op denzeif-
den hartstochtclijken loon. „En ik heb enkel
en alleen het land gediend, dat de liefde van
mijn hart bezat en op de wijze, zooals :k
daartoe in staat was."
„Genoeg," zei de president, „genoeg!"
Hij raadpleegde even met zijn collega's en
vroeg vervolgens aan Hollander, na een blik
te hebben geworpen op een stuk papier:
„Wat hebt u te zeggen, omtrent Sylvia
Chase?"
„Niets.'
„Zij was, evenals gij-zelf, een geheim-
agent van Duitschland, haar naam komt voor
op deze lijst." Weer wierp hij een blik op
het stuk papier, dat de „loonstaat" was, dien
kolonel Chambers aan den minister van Ooi-
log had getoond en die tevens het meest be
zwarende stuk was van alle tegen Hollander
getuigende documenten. „Men heeft haar
eenige weken geleden vermoord gevonden
in een eerste-klasse-coupé van Jen Londen-
schen Noorderspoorweg. Men heeft gezegd
dat gij haar vermoord hebt; is dat zoo?"
Hollander bleef zwijgen.
„Is oat het geval?" vroeg dc president.
„Ja, ik heb baar vermoord," zeide Hollan
der, nog altijd op denzelfden hartstochtelij
ken toon voortsprekende. „Zij moest ster
ven! Na in Duitschen loondienst te zijn ge
weest, dreigde zij een draai te zullen ne
men, onthullingen te zullen doen, geheimen
tc zullen verklappen. Zij had gezworen aan
Duitschland trouw ie zullen zijn, en haar le
ven was voor ons een onderpand! Wat ui
deed, was geen moord, het was een terecht
stelling! Ik heb haar gedood en zij wist,
waarom ik het deed."
Er ging onder de rechters een gemompel
op, dat echter gesmoord werd door een
wenk van den president, Op denzelfden
toon, die hij lot dusverre had aangeslagen,
vervolgde Hollander:
„Ook haar dood is te rechtvaardigen.
„Gii begrijpt, wat deze bekentenis betee-
kent?" vroeg de president.
„Dat ik zal worden opgehangen, wegens
moord!" riep Hollander. „Persoonlijk kan het
mij niet schelen, wat er verder met mij ge
beurd. Ik heb gebrekkig werk geleverd en
kan mijn vaderland niet langer van dienst
zijn. Mijn loopbaan is ten einde! Maar ik bet,
niet bang voor de toekomst. Ik zie mijn land
aan het hoofd van alle wereldrijken als
meester der wereld. Ik ben de minste zijner
zonen en ik heb gefaald! Ik heb voorzien
dat dit ol iets dergelijks mij kon overkomen
dat ik mijn doel niet zou bereiken, en ik
heb d toe mijn maatregelen genomen. !k
trotseer u allen!"
Is die man waanzinnig?" vroegen verschei
dene leden van den krijgsraad zich af, ter
wijl ze hem aldus hoorden spreken.
Doch indien hij waanzinnig was, viel er in
zijn waanzin toch methode waar te nemen
Vóórdat iemand het hem koa beletten, had
Hollander onder zijn jas een lang dun en
smal instrument van staal te voor
schijn gehaald, veel gelijkende op een
stilet, en zich dit met een krachtigen en for-
schen stoot in het hart gedreven. .De dood
volgde onmiddellijk, hij stierf evenals zijn
slachtoffer Sylvia Chase was gestorven en
door hetzelfde wapen.
Terwijl hij als een Lvenlooze massa op
den vloer ineenzakte, schoten een paar le
den van den krijgsraad toe.
„Hij is dood," zeiden zij, na op het lichaam
een vluchtigen blik te hebben geworpen.
„Misschien" merkte de president op
en hij sprak langzaam en met nadruk is
het zóó maar het beste!.... Niet voor hem,
wel te verstaan, maar oor ons."
„Dal geloof ik ook," zei een der officie»
ren-rechters, die naast hem zat.
In de pers verscheen een bericht, dat ka-1
pilein Hollander zelfmoord gepleegd had; er
werd heel wat over geredekaveld wat hem
daartoe geb'racht kon hebben, doch dc oor
zaak bleef onbekend en het feit raakte al
spoedig vergeten in een wereld, die eiken
dag naar iets nieuws vraagt.
De minister van Oorlog, die natuurlijk var»
al hetgeen er in de zitting van den krijgs
raad was voorgevallen, nauwkeurig op de
hoogte was, meende, dat althans Max Ha
milton wel weten mocht, hoe Hollander ada
zijn einde gekomen was, en hij zelf deelde
het aan Max mede en gaf dezen verlof ook
den heer Beaumont, den directeur van „The
Day" omtrent een cn ander op dc hoogte tz
stellen evenals de dame, die hij bij naam
kende als Peggy Willoughby, doch over wie
men thans spreekt als de charmante me
vrouw Mae Hamilton.
Inspecteur Johnson echter verkeert nog
altijd in de stellige overtuiging, dat de moord
in den trein, gcpleegl op Sylvia Chase eeu
ondoorgrondelijk geheim blijven zal. Hij las
in dc courant, dat Villiers Chase „op zijn
verzoek" uit den dienst was ontslagen, doch
hechtte aan dit bericht weinig beleekems,
Daarvoor was hij dan ook inspecteur vaj
politie
EINDE.