BRIEVEN UIT FRANRIJK De Hoüand-lndsë vliegers terug! Een moord in den wereldoorlog. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Wad. Maandag 20 April 1925 Uit het politieke warenhuis. Mr. P. v. S. Taespraak van generaal Snijders. Naar Amsterdam. Ze worden schitterend gehuldigd. Te vroeg boven Amsterdam. De landing op Schiphol. De verwelkoming. De receptie in De l'Éurope. Eeremaaltijd, zanghulde en fakkeloptocht. Dreigende uitsluiting en nieuwe stakingen in Denemarken. De Bel gische Kabinetscrisis. Nadere bijzonderheden omtrent de ramp te Sofia. Onder de Radio-berichten: De Bulgaarsche regeering vraagt leger- versterking ter handhaving van de orda. Een poging tot revolutie in Portugal mislukt. FEUILLETON. 5 De zonnige Paaschdagen hebben duizen den en duizenden Parijzenaars de stad doen ontvluchten, om t£ herademen in Gods vrije natuur. Stampvolle treinen verlieten de tal rijke stations met bestemming voor de bosch- rijke streek van Fontainebleau, voor de kust plaatsen als Trouville en Deauvilie, terwijl er nauwelijks vervoermiddelen genoeg waren om de stedelingen van de aan natuurschoon zoo rijke, naaste omgeving van Parijs, als St. Cloud, Versailles en het Chevreuxdal te doen genieten. Over het algemeen doet het verschijnsel zich voor dat de feestdagen on danks de hooge spoortarieven hoe langer hoe meer, ver van de hoofdstad worden door gebracht. Bretagne en Normandië krijgen ruim hun deel van de vacantiegangers en zelfs de Midi-reis schrikt velen niet af. Ka merleden en Senatoren hebben alleen dit jaar, evenals allen die nauw bij het politiek leven betrokken zijn, zich het genoegen moe ten ontzeggen aan dien verkwikkenden uit tocht deel te nemen. Die lang verwachte cri sis door Herriot's aftreden ontstaan, heeft hen gebonden binnen de enge muren van „Palais Bourbon" en „Luxembourg," waar het zon licht moeilijk doordringt en in deze dagen van een Lente-stemming, laat staan van Paaschvreugde al bitter weinig valt te be speuren. Of deze parlementairs het erg betreuren, gelooven wij niet. Strijdlustig als de meesten kunnen zijn, genietend van een politiek in trige spel, dat nooit zoo goed tot uiting komt als in dagen van crisis offeren zij graag die vrije dagen om zich te verdiepen in de mo gelijke en vaak onmogelijke combinaties van een nieuwe regeering. Er zijn zelfs politieke persoonlijkheden zie zich nooit zoo op dreef gevoelen, als in een tijd die verloopt tusschen den val van het eene en het tot stand komen van een nieuw kabinet. De politiek door kneedde aristide Briand, die al zevenmaal een ministerie heeft gevormd en de achtste maal zich zeker niet zal zien ontgaan, aan stonds of iets later, is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Met een glundere lach op het gelaat be weegt hij zich temidden van alle politieke groepen, is omringd van journalisten ver telt om alle mogelijkheden open te laten, en voelt zich altijd opnieuw geroepen als de man, die het land uit een ho'pelooze verwar ring moet redden. Zelfs als hij, gelijk dit maal niet de direct aangewezen persoon is, hoe wel uitgenoodigd, Hcrriot op te volgen, en men veeleer tot hem zijn toevlucht neemt om dat Painlevé het liefst zich aan een ondank bare Regeeringstaak zou onttrekken. Trou wens de kamer-president ziet niet ten on rechte er tegen op, den desolaten boedel van het vorige kabinet over te nemen. De op positie zal hem immers zeker niet vriend- schappelijker ontvangen dan zijn boezem vriend Herriot gn de Senaat zal ongetwijfeld dezen socialistischen logeman, die zich zulk een partijdig Kamerpresident heeft getoond, een geringen kans op een lang leven schenken. Hoogst waarschijnlijk zal een nieuw kabi net reeds zijn gevormd, als deze brief u be reikt. Wij zullen ons derhalve niet in prog nostics vermeien. Het staat voor ons echter vast dat een kabinet geboren uit het hartje der linkerzijde, dat getrouw blijft aan het program van Herriot, de kiem van spoedige ontbinding in zich draagt. Het is niet vol doende van personen te wisselen, zelfs indien de nieuwen meer aanspraak kunnen maken op vertrouwen dan de afgetreden Minister president. Het gaat grootendeels om begin selen. Heel het land is er van overtuigd en ook de oppositie in kamer en Senaat is het zich bewust, dat zware financieele offers ge bracht, dienen te worden. Maar deze te aan vaarden uit handen van mannen, wier grond beginselen een revolutionairen geest ademen, den klassenstrijd prediken, de godsdienst vrijheid bedreigen, stemt niet overeen*met de gevoelens van de volksmeerderheid, de laatste maanden zoo schitterend tot open baring gekomen. Nieuwe mannen, maar voor al een breken met de gedragslijn sedert 11 Mei 1924 gevolgd. Slechts een ministerie van nationale een heid zal op dit oogenblik kans van slagen hebben en langer leven dan enkele weken van ijdel pogen en wanorde nabij komende ka merdebatten. Het kartel als zoodanig zal niet alleen het woord mogen voeren, maar ovëreenstemming moeten zoeken met de rechtsche minde -heid om de financieele problemen op te los ei. Zoolang partijpolitiek overheèrscht, blijft de toestand onzeker, ten koste van het lands belang, dat al te zeer op den achtergrond treedt bij het persoonlijk belang van eerzuch tige visschers in troebel water. En hoevelen van dit soort zijn er niet in het Fransche politieke wereldje. Zij zijn met den vinger aan te wijzen, die uit hoop op een miaisterie- eele zetel of een niet te versmaden baantje, hun oude vriendschapsbanden verbreken of bevreesd niet aan de goede zijde van de po litieke tafel te zullen zitten, zich trachten los te 'maken van partijgenooten, nog kort te voren door dik en dun verdedigd. Nog is het kartel te sterk om hen, die bewonderend Herriot een „hosanna" hebben toegeroepen, een „kruisigt hem" te hooren uitspreken. Maar zij, die er toe in staat zijn, als de bordjes eens geheel verhangen zouden wor den, meestal dezelfden die bij Poincaré's val dit systeem hebben toegepast, ontbreken niet. Het politiek gekonkel treedt nooit zoo sterk aan den dag als in omstandigheden, gelijk wij thans beleven. Het schijnt wel of „in politicis" alles is ge oorloofd. Dit neemt echter niet weg, dat hij, die met een onbevooroordeeld oog achter de politieke schermen ziet zijn minachting voor veler gedragingen met den dag ziet toene men en hoe langer hoe minder vertrouwen stelt in het parlementaire stelsel, zooals het hier thans van kracht is. Niet, dat ons verlangen in het minste naar een dictator of een Franschen Mussolini uit gaat. Verre van dat. Maar wel naar een ge zuiverd parlement, naar een verkleinde volksvertegenwoordiging en naar een admi nistratieve ministerieele omgeving, die con- tinuiteit bezit en niet afhankelijk is van aan blijven of heengaan van een nieuwen be windsman. Bovendien een parlementair stelsel eischt dat hij, die een regeering ten val brengt, mel de verantwoordelijkheid wordt belast, of dat Kamerontbinding het volk uitspraak laat doen. Hiermede wordt liefst in Frankrijk weinig rekening gehouden. Hoe het verdere verloop zal zijn, een zaak is te wenschen, dat de Ka tholieke éénheidsbeweging niet zal inslapen, al zullen de groote strijdpunten, Vaticaan, éénheidsschool en leekenwetgeving voorloo- pig van het kartel program worden afgevoerd Want waakzaamheid blijft geboden, zoo lang personen aan het bewind zijn, die meer om tactische- dan om beginselredenen Rome niet openlijk bestrijden. En wie ook Herriot opvolgt, voorloopig valt aan een Regeering van waarachtige Ro me-vrienden hier helaas niet te denken. De priester-afgevaardigde Bergey zeide mij enkele maanden geleden „Hoe zeer het belang van Frankrijk Herriot's heengaan eischt, de komst van een plooibaren Briand levert gevaar op de thans ontwaakte Katho lieken opnieuw tot lauwheid te zien verval len. De tijd sedert dien verloopen heeft de éénheid dermate bevestigd, dat dit gevaar ook volgens zijn inzicht geringer is geworden EërT lichtstraaltje in de duisternis, die wel iswaar zonneplekjes vertoont door een krach tige houding van den Senaat, maar toch nog dicht genoeg is om Frankrijk een „Quo Va- dis" toe te roepen. Zeker, als wij bedenken, dat de fel opge zette campagne tegen den Senaat, bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen, dit college een ongunstige verandering kan doen ondergaan Parijs, 1,5 April f925. ziek van de Amslerdamsche Tramharmonie speelde het Wilhelmus. Kransen werden den Oost-Indië-vliegers omgehangen door twee dochters van den heer Slob en een dochter van den heer Fuld. Gezongen werd „Lang zullen zij leven!' Door generaal Snijders werd het woord gevoerd. Als voorzitter van het Comité Vliegtocht NederlandIndië was het hem toebedeeld, zoo zeide hij, een eerste woord van welkom toe te roepen aan Van Weerden Poelman, Van der Hoop en Van den Broeke. Spr. meende dat te mogen doen namens alle lagen van het Nederlandsche volk, dat hier vertegenwoordigd is. Geheel Nederland heeft u op uw tocht gevolgd. Wij hebben mede- gejuicht toen u op Java's bodem landde Spr. meent, dat het niet hier de tijd en de plaats is veel ui't weiden. Alleen zeide spr. willen wij u hier een geestdriftig welkom toeroepen. Lang leven de Nederland-Ostinje- vliegers. Het publiek stemde daarmede hartelijk in. Vervolgens werd de cerewijn rondgediend. Daarna werd 'n stoet van auto's gevormd, die de vliegers naar Amsterdam bracht. Het werd een zegetocht. Overal langs den weg stond het publiek geschaard en juichte. Hoe dichter men bij de stad kwam, hoe drukker het was. Aan den Amstelveen^chen weg was het geweldig vol De politie had overal flinke ordemaatregelen genomen. Aan d De Lai- ressestraat, werd de stoet ontvangen door het studentencorps Hors te paard, benevens de Tramharmonie. Langs de De Lairesse- slraat,Jacob Obrechtstraat, Willemsparkweg, Van Baerlestraat Jan Luykenstraat, Spiegel straat, Heerengracht, Vijzelgracht en Munt werd hotel de l'Europe bereikt. Langs den heelen weg wei-den de vliegers door het pu bliek, dat rijen dik stond, toegejuicht. Onmiddellijk na de aankomst begon de receptie. Het koene drietal is dan in t Vaderland terug! Om 10.45, .Zaterdag v.m. waren ze te Lc Bourget in Frankrijk, opgestegen. Op Schiphol kwam half twee bericht bin nen, dat de vliegers te 1.15 boven Waalha ven waren. Aldaar werd gepoogd de vlie gers draadloos te waarschuwen om te lan den, daar het vliegtuig anders te vroeg op Schiphol zou zijn. De seinen werden niet be grepen en, gelijk reeds is gemeld, werd, nadat eenige cirkels beschreven waren, de tocht voortgezet. Toen stegen aldaar ook de twee escadrilles vliegtuigen op van de marine en een militair escadrille. Zij schaar- den zich rechts en links van de F. VII, Zoo werd doorgevlogen naar Amsterdam, waar zij ongeveer 2 uur arriveerden. Het groot i vliegtuig cirkelde boven de stad, geëscor teerd dóór de tien andere vliegtuigen. Be halve deze tien was er nog een in de lucht, dat om de F. VII heendraaide. Het was op gestegen te Schellingwoude. Aan weerskan ten stond geschreven met groote letters: „Niet voor half drie landen!!!'' V Tegen half drie werd de optocht van vliegtuigen als stippen in de lucht op Schip hol zichtbaar. Zij maakten zeer groote cir kels om het veld. Een groot aantal vliegers was in de lucht en kruiste in den omtrek Inmiddels waren op de officiëele tribune tal van autoriteiten gekomen, o. w. wij op merkten de ministers Van Swaay, Van Dijk en Westerveld, den burgemeester van Am sterdam met de wethouders. Bovendien wa ren daar aanwezig mevrouw Fabius, de moeder van Van der Hoop, benevens de echtgenoote van Van den Broeke. Te half- drie vloog de F. VII laag over de tribune op Schiphol en kwam zeven minuten later behouden op den grond. De beide escortes gingen ook uit elkaar en daalden ongeveer gelijk met de F. 'VII. De groote vliegmachine taxiede naar de uiterste zijde van het vliegveld en reed zoo langs het publiek, dat hartelijk de drie vliegers Van Weerden Poelman, Van der Hoop en Van den Broeke toejuichte en met zakdoeken en hoeden zwaaide.. Toen het oogenblik van uitstijgen gekomen was, werd de machine als het ware door de vrienden' van de vliegers besprongen. Han den werd gedrukt, terwijl het publiek juichte. Op de schouders werden de drie mannen naar de officieele tribune gedragen. De mu- De receptie, welke ter gelegenheid van de aankomst der Holland-Indië-vliegers Zater dagmiddag in Hotel d l'Europe gehouden werd, is vrij druk bezcoht geweest. Door verschillende heeren en ook door enkele dames is het drietal foegesproken en ge huldigd voor den welgeslaagden vliegtocht. De rij der sprekers werd geopend door den heer Edo Bergsma, voorzitter van den A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland die dc vliegers huldigde voor hun doorzetten en hun ter herinnering ieder een zilveren eere-plaat aanbood. De dames met name de moeder van Van der Hoop, de zuster van Van Weerden Poelman en de vrouw van Van den Broeke, ontvingen een plaquette in brons, evenals den heer A. G. Fokker, di recteur der Fokkerfabrieken. Vice-admiraal Fock uit Den .Helder hul digde namens de Koninklijke Marine de vliegers. Vervolgens voerde het\ woord de heer H. J. dc Jonge, voorzitter van het Co mité voor de ontvangst der vliegers ie Am- sterdam, generaal Hoogenboom namens de Vereeniging Nederland in den Vreemde. Ooko werden toespraken gehouden door vertegenwoordigers van de Alg. Ver. van Verlofsofficieren, de Onderofficierenver. Ons' Belang, het Amsterdamsche Studenten korps, de Tramharmonie, terwijl ook vele particulieren onder het aanbieden van sou venirs enkele woorden tot de vliegers richtten. De heer Thomassen a Thuessink van der Hoop dankte daarna met enkele woorden allen, die door hun medewerken het moge lijk hebben gemaakt dat het plan van de vliegers kon worden uitgevoerd. Hij en zijn tochtgenooten hebben de voldoening, dat de vlucht is geslaagd en hij sprak de hoop uit, dat deze tocht het begin zal zijn van meerderen bloei van de luchtvaart. Daarna werd het Wilhelmus gespeeld, medegezongen door alle aanwezigen, die vervolgens nog eenigen tijd gezellig bijeen- bleven. In het paviljoen Vondelpark heeft de Kon. Ver. voor de Luchtvaart den vlie gers een eeremaaitijd aangeboden, waarbij ongeveer 150 gasten aanzaten, o. w. minis ter van Swaay en burgemeester Dc Vlugt. Besloten werd telegrammen van verknocht heid te zenden aan de Koningin, Prins Hen drik (met wenschen voor beterschap) en de Koningin-Moeder. Het dubbelmannen- kwartet Ars Musica bracht een welkomst lied ten gehoore, gedicht en getoonzet door den heer B. J. Citroen. Om 9 uur betraden de vliegers en dc ge- noodigden het terras van het paviljoen, teneinde een zanghulde van 500 zangers van diverse vereenigingen in ontvangst te ne men. Onder leiding van Jacob Hamel werd ten gehoore gebracht het slotkoor van De Uitwijkelingen en Langs den weg van het licht, van mevr. J. Kuiper, compositie van Isr. J. Olman. Daarna werd een fakkeloptocht gehou den met een défilé van verschillende Am sterdamsche vereenigingen. Herhaaldelijk steeg een luid hoera uit de groepen deel nemers op en vriendelijk lachend beant woordden de vliegers deze hulde. Aan een redacteur van het Persbureau Vaz Dias, die nog een kort onderhoud heeft gehad met den heer Van der Hoop,, deelde de leider van den vliegtocht mede, dat hij overweldigd was door de schitterende ont vangst, welke hem door de Amsterdamsche burgerij was bereid. Hij vertelde, dat het hem en zijn tochtgenooten overigens aan geschenken. belangstelling nergens heeft ontbroken. De vliegers hebben ondervonden, dat zoowel in Nederland als ;n Ned.-Indië warm is mede- galeefd met het verloop van den tocht. De heer Van der Hoop deelde nog mede, dat de F. VII vanmorgen te 10 uur uit Pa rijs was vertrokken en dat de tocht naar Amsterdam zoo voorspoedig verliep, dat men reeds lang vóór het aangekondigd? uur boven Amsterdam cirkelde. De vliegers zijn ook boven Brussel en boven Antwerpen vrij lang blijven cirkelen om den tijd te korten Te Delft heeft het gemeentebestuur den HollandIndië vliegers hulde gebracht dooi het uitsteken van de vlag van Nieuwe- en Oudekerkstoren en watertoren. Ook op en kele particuliere groote gebouwen, o.a. van de groote silo der Oliefabriek Calvé-Delft wapperde de vlag. Een geweldig geestdriitige ontvangst. Aan de ,,Crl." ontleenen we nog de vol gende interessante bijzonderheden over de entvangst van het koene drietal in de Hoofdstad: Meer dan de aankomst op Schiphol is deze triomftocht door de'straten van Amsterdam geworden het hoofdmoment van verwelko ming dooi de groote massa van het volk aan de terugkeerende vliegers. Amsterdam wachtte aan den rand der stad de mannen af-en het bereidde den drie no- versaagden jongens een ontvangst een een ovatie, waarvan zij zelfs overdonderd waren hoe getraind ze ook zijn op speeches en ovaties, op geestdriftige toejuichingen en hoerageroep. VC'ant pauw was de stoet gezuiverd van de loeze automobilisten, die clandestien in de rij geslopen waren, nauw was het geheel onder de hoede van de Amsterdamsche be reden politie, die met een vaardigheid en doortastendheid, als een groote-slad-politie bezit, maatregelen nam en voorgenomen maatregelen uitvoerde of er kwam stijl" in. Daar was het eerste hoofdmoment in de Corn. Krusemanstraat, waar de „hooggehoede en zwart-gejaste" eerev.acht te paard was opgesteld en waar de muziek zich voor den stoet plaatste. ALS BIJ EEN VORSTELIJK BEZOEK. Als bij een vorstelijk bezoek was daar ruim baan gemaakt. Van de straat uit vier verdiepingen en van de daken laaide dan het eerste „geweldige enthousiasme" op, toen dc auto met de omkranste vliegers ver scheen. We stonden er even stil, om de paarden gelegenheid te geven „in te treden". De muziek, die inzette, zcodra de auto's kwamen, werd glad overdonderd door de juichende massa's en Fokker, die de hee ren nog wat hooger wilde hebben, holde naar den auto voor hem én trok v. Weerden Poelman en v. d. Hoop op de kap en toen ditzelfde niet zoo gemakkelijk gelukte met den goedigen reus v. d. Broeke, die voorin zat en en die zich niet zoo erg gemakkelijk omhoog liet trekken, leefde 't publiek dit moment in vol enthousiasme mee en toen eindelijk ook Van den Broeke „op 'n hoo ger plan" was aangekomen was dit 't sein voor nieuwe daverende toejuichingen. Dan stapvoets ging de stoet vooruit, aan alle zijden geëscorteerd door de politie, die voorbeeldig voor de orde waakte. Bij het Valeriusplein was wederom een geweldige menschenmassa samengepakt. In de Lairessestraat en al de andere straten, die mén passeerde pas het gejuich niet van de lucht. Op vele plaatsen werd gevlagd, te voren was al met serpentines geworpen en ergens daalde een regen van kleine bloe men neer op de eerste auto's. Emotie in de binnenstad. Zoo ging het voort. Amsterdam leek het was naar de nieuwe buurten afgezakt- om de vliegers welkom te heeten, maar naarmate de oude stad werd bereikt, ervoer men, dat- er ook daar tienduizenden gebleven waren om de heeren af te wachten. Gaandeweg was het weer beter geworden. Alles werkte mee, i Hierna werden nog verschillende toespra ken gehouden. Van der Hoop's wensch. De heer Van der Hoop zeide na dit alles dat hij en zijn tochtgenooten diep getroffen waren door de ontvangst, welke hun hier te eur't is gevallen. Alle sprekers betuigde de heer Van der Hoop dank voor de woor den van hulde, voor de ondervonden me dewerking te Philippopel en in Indië. Groote voldoening is 't ons, dat de tocht geslaagd is; moge deze tocht de voorlooper zijn van geregelde luchtverbindingen naar en in Indië!" Aldus besloot spreker en luide toejui chingen en het zingen van het „Wilhelmus" en „Lang zullen ze leven" volgden. Opnieuw werd hierna een reeks geschen ken aangeboden; een der aanwezige dames mevrouw Ziekenoppasser, huldigde 't drie tal vliegeniers namens de Nederlandsche vrouwen en mevrouw Alsbach sprak in t bijzonder woorden van hulde tot mevr. v. d. Broeke. Nadat allen de vliegeniers gecomplimen teerd hadden, was de plechtigheid tegen half 7 ten einde. Een korte rustpoos werd den vliegeniers en hun gezelschap welverdiend gegund toen zij in Hotel de l'Europe aangekomen waren. Een half uurtje; van 5 tot half zes. Toen begon de overdruk bezochte receptie in de groote rijke danszaal, achter de hall. Daar trok onmiddellijk de aandacht een mas saal bloemstuk „van de burgerij van Am sterdam", dat een vliegtuig voorstelde, ge heel uit bloemen samengesteld, en daaron der eveneens in bloemkleuren de woorden „Amsterdam-Batavia". A.an een der wanden hing o.a. een krans van den Senaat van hel Amst. Studenten- korps. Voorts stonden er kransen met oran jelinten bij de eerezetels der vliegeniers en achter en bezijdene de stoelenrij talrijk fraaie planten en bloemstukken. De vlag van de Kon. Ver. voor de Lucht vaart hing boven „het feestpodium" aan den wand. VERLEENING VAN RIDDERORDEN. Na de gebruikelijke redevoeringen aan den eeremaaltijd in het paviljoen Vondelpark, deelde de Minister Van Waterstaat, onder geestdrift der aanwezigen mede, dat de Ko ningin de heeren Fokker, Plesman en Guil- lonard, die in het welslagen van den vlieg tocht zulk een groot aandeel hadden, be noemd heeft tot ridder in de Orde vat» Oranje Nassau. Burgemeester de Vlugt deelde mede, dat het gemeentebestuur der Hoofslad beslo ten had, aan de drie Oostinje-vliegers de groote zilveren medaille van Amsterdam toe te kennen. Minister van Swaay reikte aan hen er. aan den heer Guillonard de gouden medaille der K. L. V. uit. de zon, de vrije Zaterdagmiddag, maakten, dat de stoet zich kronkelend als een slang, stapvoets moest voortbewegen, tusschen de duizenden, die overal opgesteld waren. 1 oen eindelijk via d.e Vijzelstraat dc Munt werd be reikt, was het' „zwart van de menschen", in den meest letterlijken zin van het woord. Al- e verkeer stond stil, gq,en tram reed, geen auto mocht er door en toen de drie jongens, een beetje bleek door de emotie, langs den ouden Munttoren tusschen de duizenden jui chenden doorgereden werden, was hier toch wel een zeer treffend moment van geweldig enthousiasme. Spoedig was nu „l'Europe" bereikt, waar de receptie zou plaats hebben. Even stond de stoet nog stil om de muziek gelegenheid te geven „uit te blazen". Toen stapten allen uit voor de receptie. In de receptiezaal merkten wij in de eerste plaats de leden van het vliegtocht-comité op; namens den A. N W. B. de heeren Bergsma, Steffelaar en Lugard; van „Nederland in den Vreemde" dc heeren generaal Hoogeboom, r. M. de Ilartogh en mr. dr. Westerman; van „Onze Vloot", schout bij nacht Dulle- mond en den havenmeester v. d. Poll. De voorzitter van den Toeristenbond voor Nederland, den A. N, W. B., de heer Edo Bergsma, sprak allereerst de vliegeniers toe. Spreker bood vervolgens den vliegeniers elk een zilveren plaquette aan, voorstel lende een liegtuig, met er boven een Hol- landsch molen-, er onder een Indisch pal- men-landschap. De dames, mevrouw Fa bius, de moeder van Van der Hoop, me vrouw Van den Broeke en rnej. Poelman, de zuster van den vliegenier, kregen bloem stukken en dezelfde plaquettes aangeboden in brons, en een gelijk geschenk mocht de heer Fokker in ontvangst nemen. Luid handgeklap onderstreepte de woor den van den heer Bergsma en niel 't minst de aanbieding van de bloemenhulde en de De verkiezingen voor het Duitschc Rijkspresident schap. De officieele termijn voor het stellen van candidaten voor de Duitsche presidents verkiezing is afgeloopen. En het staat nu vast, dat er bij de tweede, a.s. Zondag te houden verkiezing slechts drie candidaten elkander de zege zullen betwisten. Een van deze drie, de communist Phalmann, kan na tuurlijk bij voorbaat al worden uitgescha keld. Hij zal een paar millioen communis tische stemmen verkrijgen en heeft verder afgedaan. De pogingen, die nog tot het laat ste oogenblik zijn gedaan om den ouden veld maarschalk tot een intrekking van zijn can- didatuur te bewegen, zijn mislukt. Andere candidaten' kunnen nu niet nieer worden ge steld. En de eindstrijd zal dus plaats hebben tusschen Hindenburg en Marx, omtrent wier kansen we ons niet aan voorspellingen zul len wagen, omdat alles afhangt van den vol komen onzekeren factor, welke de groote massa der thuisblijvers bij de eerste verkie zing levert. Zal de naam van Hindenburg nog vol doende aantrekkingskracht hebben om de- lauwen op te wekken aan de verkiezingen deel te nemen Voor de kansen van Marx is het eenigszins moedgevend, dat velen dit betwijfelen en van oordeel zijn. dat in na- oorlogsche jaren dg nimbus van den ouden oorlogsaanvoerder wel wat is verbleekt, voor al ook omdat deze een zeer teruggetrokken leven heeft geleid en zich zoo zorgvuldig op den achtergrond heeft gehouden, uit een overigens zeer begrijpelijke behoefte aan rust. En misschien zou dus nog wel eens kun nen blijken, dat de Duitsche nationalen de populariteit van Hindenburg hebben overschat. Intusschen, gelijk gezegd dat is een volkomen onberekenbare factor en we zullen dus nog een weekje geduld moeten hebben. In de begrotingscommissie uit den Rijks dag stelde Vrijdagmiddag de D.-nat. partij leider Hergt de vraag, of het den minister van economie bekend was, dat er verband bestond tusschen de opzegging van Ameri- kaansche credieten en de politieke gebeur tenissen in Duitschland, met name de presi dentsverkiezingen. Ondanks het protest van verschillende commissieleden tegen het toelaten van deze vraag, gaf de D.-nat. afgevaardigde Schulz, die juist het voorzitterschap bekleedde, den minister het woord voor de beantwoording. Minister Neuhaus verklaarde, dat hem van zulk een verband officieel niets bekend was. Nadat op deze wijze het agitatorische doel van de manoeuvre scheen te zijn bereikt, wilde de voorzitter de verdere besprekingen verhinderen. Hiertegen werd van democratische zijde geprotesteerd. De democraat Meyer ver klaarde, dat men niet van de commissie kon verwachten, dat zij genoegen zou nemen met de negatieve verklaring van den minister, maar dat de leden het recht dienden te heb ben de uitwerking van de candidatuur-Hin- denburg op de Duitsche staathuishouding uitvoerig te bespreken en in het bizonder om over de uitwerking daarvan in het buiten land het oordeel van den rijksminister van- buitenlandsche zaken in te winnen. Op voorstel van Meyer werd besloten de bespreking Zaterdag voort te zetten en Strese- mann te verzoeken in de commissie te ver schijnen. Zaterdagmiddag heeft de minister var, buitenlandsche zaken dr. Stresemann in de begrotingscommissie uit den rijksdag een rede gehouden naar aanleiding van de giste ren door den Duitsch-nationalen partijleider gestelde vraag, of de opzegging van Ameri- kaansche credieten verband houdt met da verkiezingen voor het rijkspresidentschap. Het spreekt vanzelf dat een prominent lid van den rijksdag als Stresemann zich al thans in officieele verklaringen niet in de verkiezingscampagne kan mengen en de rede van den minister was dan ook, voor zoover ze de candidatuur-Hindenburg betrof, uiterst voorzichtig opgesteld. Ze is trouwens voor het grootste gedeelte vertrouwelijk verklaard. Er werd slechts een kort officieel uittreksel uit gepubliceerd. Volgens deze officieele pu blicatie deelde Stresemann mede, dat hij nog Vrijdag aan den Duitschen ambassadeur te Washington om inlichtingen heeft verzocht en wel telegrafisch, maar dat hij tot dusver nog geen antwoord heeft ontvangen. De mi nister kan dus geen definitief uittreksel geven. In officieele berichten uit Amerika is tot nog toe geen gewag gemaakt van opzegging van credieten. Alleen wordt in een van deze berichten uit Washington wel gezegd, dat men er in verband met de presidentsverkie zingen op dient te rekenen, dat de onderhan delingen over de verdere credieten eenige vertraging zullen ondervinden en dat men den uitslag der verkiezingen wenscht af te wachten. Dr. Stresemann voegde er aan toe, dat dit ook bij de rijksdagverkiezingen hef geval was geweest. De arbitrale uitspraak door de Berlijnsche me-; taaiarbeiders verworpen' Met 106.833 tegen 10.883 stemmen heb ben de Berlijnsche metaalarbeiders de ar bitrale beslissing inzake loonsverhooging en werlktijd verworpen. Men vreest, dat thans de reeds lang drei- gende algemeene staking van de Berlijnsche metaalbewerkers toch zal uitbreken. Rieds Zaterdagavond zijn pogingen tot bemidde ling in het werk gesteld. De staking der ke telsmeden duurt nog steeds voort. Als ge volg van deze partieele staking zijn inmiddels reeds meer dan 10.000 metaalarbeiders werfcr loos geworden. Het nieuwe Fransche Ministerie. De bladen meenen te weten, dat in de rvj „Dat moet ge toch vooral niet doen," zei ae minister vriendelijk. „Laat nu eens hooren wat gij te weten zijt gekomen." „Ik heb tal van dingen ontdekt, die elk afzonderlijk een acte van beschuldiging te gen hem vormen, maar missshien is dit ééne stuk reeds voldoende. En hij haalde een stuk papier te voor schijn, waarop een lijst van nameijSnet 'be dragen van geldsommen er achterlpDat is," zeide hij, ,,de loonstaat van de leden van den Duitschen spionnagedienst, die door Hollander te Londen gebruikt en die betaald worden." Chambers gaf het papier over aan den minister, die het aandachtig doorlas. Onder de daarop voorkomende namen zag hij ook dien van Sylvia Chase mei „50 pond par maand" er achter genoteerd en onder dezen naam stond die van Bertha Schmidt met „5 pond per maand", maar daar de minister haar nooit had hooren noemen, wijdde hij daar geen bijzondere aandacht aan. Intusschen was hier een sprekend en over tuigend bewijs van Hollanders schuld cn van de waarheid van veel, dat Max hem had medegedeeld. „Dit papier is al meer dan genoeg om den man te veroordeelen," zei de minister. .Waar hebt ge het gevonden?" „In zijn kamer in het departement van oorlog," zei Chambers. „Er staat een brand kast -en die heb ik open gemaakt." „Hij schijnt gemeend te hebben, dat net (document daar prachtig opgeborgen was, en dat niemand het ooit in zijn hoofd zou heb ben gekregen, daar naar iets van dien aard te zoeken," merkte de minister op. Zijn er nog andere bewijsstukken?" „Ja, maar ik heb ze niet meegebracht; mij dacht, dat voorloopig niet meer noodig was." „Nu zal ik u eens zeggen, wat ik ran pjan ben te doen, kolonel. Doch op dc eerste plaats dit: het geheele geval moet tusschen ons blijven," zei de minister. „We moeten Hollander kalmpjes laten terugkeeren, want als we hem terugroepen, vermoedt hij allicht onraad; bij zijn terugkomst wordt hij aan stonds gearresteerd. Wanneer verwacht gij hem?" „Heel spoedig binnen een paar dagen. „Ik zal die andere bewijsstukken dan we! zien, als ik morgen op het departement kom," zei de minister, het gesprek beëindi gende. Doch vóórdat hij den volgenden dag naar het departement ging, kreeg hij in zijn woning per telefoon van kolonel Chambers de mededeeling, dat Hollander te Londen van het vasteland was aangekomen met den ochtendtrein en zich in het ministerie van oorlog in arrest bevond, zonder dat men hem de reden van zijn inhechtenisneming had medegedeeld. Wat er nu gedaan moest wor den? Of er een vergadering van den krijgs raad moest worden saamgeroepen ofwel ,de man moest worden uitgeleverd aan de bur gerlijke autoriteiten? „Ik zal de zaak overwegen, zei de mi nister; „en u mijn besluit laten mededee- len." Van beroep zelf jurist, legde de minister de quaestie voor aan den Kroonraad; hij zelf had reeds te voren besloten tot een behan deling ervan door den krijgsraad, doch het deed hem genoegen te bemerken, dat de le den van bovengenoemden raad zijn meening deelden; ook zij oordeelden het in net open baar belang 't beste, dat de zaak-Hollander zooveel en zoolang mogelijk s^tn de publici teit onttrokken zou blijven. Hollander werd, onder strenge bewaking, gedurende den nacht in een auto naar Al- dershot overgebracht, waar men hem in al gemeene bewoordingen mededeelde, weike beschuldiging tegen hem werd ingebracht en dat hij zou terechtstaan voor den Krijgs raad. Hij ontkende heftig alle schuld_ en vroeg, welk bewijs men had, doch hij kreeg slechts ten antwoord, dat dit te zijnen tijd zou worden geleverd. Volhardende bij zijn onschuldverklaringen, verzocht hij, dat do zitting van den krijgsraad onverwijld zou plaats hebben en verklaarde af te zien van elk recht, dat hij misschien had kunnen doen gelden op verdaging ervan. Hij peinsde zich suf erover, hoe de waarheid aan het licht had kunnen komen, doch tevergeefs; hij zag dan ook ten slotte den toestand maar met den moed der wanhoop onder de oogen. Hij besloot zelfs, indien het ergste zou moeten gebeuren, tot het ergste. De militaire autoriteiten gaven gehoor aan zijn verzoek en de krijgsraad vergaderde twee dagen later; de zitting had plaats in het geheim en alle leden legden den eed af van stipte geheimhouding; wat er gebeurde, werd nooit in de pers bekend en de buitengewoon en schokkend dramatische finale van het ge heele geval iets moest daarover toch ge publiceerd worden werd verborgen ge houden onder een mededeeling, die slechts tot zekere hoogte de waarheid bevatte. Want toen hij overstelpt werd mei voor zijn schuld verpletterende bewijzen en in zag, dat het dubbele spel, hetwelk hij zoo lang met succes gespeeld had, len einde was, erkende Hollander tot verbluffing van allen, die hem aanhoorden, niet alleen dat hij een geheim agent van Duitschland was, doch beroemde zich ook daarop. „Duitsch land is mijn vaderland," zeide hij, „niet En geland, Engeland heb ik altijd gehaat; Duitschland heb ik altijd liefgehad! ik koes ter geen vuriger hartewensch," ging nij hartstochtelijk voort, „dan Duitschland in de wereld te zien overheerschen, met Engeland aan zijn voeten. Om dat doel te bereiken, neb ik gewerkt, daartoe heb ik plannen en komplotten gesmeed. En Duitschland zal overheerschen; dat is zijn duidelijke histori sche en cultuurbestemming; Engeland's dag nijgt ten ondergang, zijn zon slaat stil, tev- wijl die van Duitschland dag aan dag hooger stijgt." „Wij hebben geen tijd om naar al die p'nra- sen te luisteren," zei de president van den krijgsraad ernstig. „Hoe gij tracht uw han delwijze in uw eigen oogen te rechtvaardi gen, boezemt ons geen belang in. Gij erkent, nietwaar, dat gij een verraderlijke rol hebt gespeeld?" „In de liefde en in den oorlog is alles ge oorloofd," antwoordde Hollander op denzeif- den hartstochtclijken loon. „En ik heb enkel en alleen het land gediend, dat de liefde van mijn hart bezat en op de wijze, zooals :k daartoe in staat was." „Genoeg," zei de president, „genoeg!" Hij raadpleegde even met zijn collega's en vroeg vervolgens aan Hollander, na een blik te hebben geworpen op een stuk papier: „Wat hebt u te zeggen, omtrent Sylvia Chase?" „Niets.' „Zij was, evenals gij-zelf, een geheim- agent van Duitschland, haar naam komt voor op deze lijst." Weer wierp hij een blik op het stuk papier, dat de „loonstaat" was, dien kolonel Chambers aan den minister van Ooi- log had getoond en die tevens het meest be zwarende stuk was van alle tegen Hollander getuigende documenten. „Men heeft haar eenige weken geleden vermoord gevonden in een eerste-klasse-coupé van Jen Londen- schen Noorderspoorweg. Men heeft gezegd dat gij haar vermoord hebt; is dat zoo?" Hollander bleef zwijgen. „Is oat het geval?" vroeg dc president. „Ja, ik heb baar vermoord," zeide Hollan der, nog altijd op denzelfden hartstochtelij ken toon voortsprekende. „Zij moest ster ven! Na in Duitschen loondienst te zijn ge weest, dreigde zij een draai te zullen ne men, onthullingen te zullen doen, geheimen tc zullen verklappen. Zij had gezworen aan Duitschland trouw ie zullen zijn, en haar le ven was voor ons een onderpand! Wat ui deed, was geen moord, het was een terecht stelling! Ik heb haar gedood en zij wist, waarom ik het deed." Er ging onder de rechters een gemompel op, dat echter gesmoord werd door een wenk van den president, Op denzelfden toon, die hij lot dusverre had aangeslagen, vervolgde Hollander: „Ook haar dood is te rechtvaardigen. „Gii begrijpt, wat deze bekentenis betee- kent?" vroeg de president. „Dat ik zal worden opgehangen, wegens moord!" riep Hollander. „Persoonlijk kan het mij niet schelen, wat er verder met mij ge beurd. Ik heb gebrekkig werk geleverd en kan mijn vaderland niet langer van dienst zijn. Mijn loopbaan is ten einde! Maar ik bet, niet bang voor de toekomst. Ik zie mijn land aan het hoofd van alle wereldrijken als meester der wereld. Ik ben de minste zijner zonen en ik heb gefaald! Ik heb voorzien dat dit ol iets dergelijks mij kon overkomen dat ik mijn doel niet zou bereiken, en ik heb d toe mijn maatregelen genomen. !k trotseer u allen!" Is die man waanzinnig?" vroegen verschei dene leden van den krijgsraad zich af, ter wijl ze hem aldus hoorden spreken. Doch indien hij waanzinnig was, viel er in zijn waanzin toch methode waar te nemen Vóórdat iemand het hem koa beletten, had Hollander onder zijn jas een lang dun en smal instrument van staal te voor schijn gehaald, veel gelijkende op een stilet, en zich dit met een krachtigen en for- schen stoot in het hart gedreven. .De dood volgde onmiddellijk, hij stierf evenals zijn slachtoffer Sylvia Chase was gestorven en door hetzelfde wapen. Terwijl hij als een Lvenlooze massa op den vloer ineenzakte, schoten een paar le den van den krijgsraad toe. „Hij is dood," zeiden zij, na op het lichaam een vluchtigen blik te hebben geworpen. „Misschien" merkte de president op en hij sprak langzaam en met nadruk is het zóó maar het beste!.... Niet voor hem, wel te verstaan, maar oor ons." „Dal geloof ik ook," zei een der officie» ren-rechters, die naast hem zat. In de pers verscheen een bericht, dat ka-1 pilein Hollander zelfmoord gepleegd had; er werd heel wat over geredekaveld wat hem daartoe geb'racht kon hebben, doch dc oor zaak bleef onbekend en het feit raakte al spoedig vergeten in een wereld, die eiken dag naar iets nieuws vraagt. De minister van Oorlog, die natuurlijk var» al hetgeen er in de zitting van den krijgs raad was voorgevallen, nauwkeurig op de hoogte was, meende, dat althans Max Ha milton wel weten mocht, hoe Hollander ada zijn einde gekomen was, en hij zelf deelde het aan Max mede en gaf dezen verlof ook den heer Beaumont, den directeur van „The Day" omtrent een cn ander op dc hoogte tz stellen evenals de dame, die hij bij naam kende als Peggy Willoughby, doch over wie men thans spreekt als de charmante me vrouw Mae Hamilton. Inspecteur Johnson echter verkeert nog altijd in de stellige overtuiging, dat de moord in den trein, gcpleegl op Sylvia Chase eeu ondoorgrondelijk geheim blijven zal. Hij las in dc courant, dat Villiers Chase „op zijn verzoek" uit den dienst was ontslagen, doch hechtte aan dit bericht weinig beleekems, Daarvoor was hij dan ook inspecteur vaj politie EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9