1
wï
kt
0 £0-
/V
Wijziging van de grenzen der gemeenten
Haarlem c. a
Ni
1
QI.O&
I
MARKTNIEUWS.
«*<er
fl£5^ r nf
0 W' JtT
~aL"'
VISSCHERIJ.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
Van de grenzen der gemeenten Haarlem,
Velsen, Bloemendaal, Heemstede, alsmede
Haarlemmerliede en Spaarnwoude en op
heffing der gemeenten Schoten en Spaarn-
dam.
Aan de
Memorie van Toelichting
is het volgende ontleend
Waarom verruiming van
Haarlem's grondgebied
noodig is.
Herhaaldelijk is in de laatste jaren door
den wetgever de noodzakelijkheid erkend
van uitbreiding van het grondgebied eener
stadsgemeente, eenerzijds op grond van de
vorming van bebouwde kommen aan gene
zijde der grens, welke zich aan de stads
kwartieren binnen de grens aansluiten,
anderszins op grond van het feit dat geschikte
:reinen voor bebouwing ten behoeve van
zich vermeerderende bevolking binnen
ae grens beginnen te ontbreken.
Het is op grond van zoodanige omstandig
heden dat ook het grondgebied van de ge
meente Haarlem dient te worden verruimd.
Naar vier zijden zijn over de grens wijken
ontstaan, welke niet anders dan als uitbrei
dingen van de bebouwde kom van Haarlem
zijn te beschouuwen.
In het noorden ontwikkelde zich op het
grondgebied der gemeente Schoten een stads
wijk van nog steeds toenemenden omvang
met de bebouwing op Haarlem's grondgebied
vormt deze wijk één geheel van het dorp
oud-Schoten is zij door landelijke terrein-.-
gescheiden. De bedoelde wijk, welke haar
begrenzing naar het oosten vindt in het
Spaarne, breidt zich westwaarts steeds verder
uit in de richting van Bloemendaal.
Een soortgelijk verschijnsel doet zich voor
aan de oostgrens van Haarlem. De bebouwin
gen langs Amsterdamsche Vaart en Zomer
vaart hebben zich tot op het grondgebied
van Haarlemmerliede en Spaarnwoude voort
gezet tot moeielijkheden heeft zulks reeds
aanleiding gegeven, waar het centrum van
deze laatste gemeente op aanzienlijken af
stand, te Halfweg, gelegen is.
i en zuiden van Haarlem ligt op het grond
gebied van Heemstede de Haarlemmer Hout.
in eigendom toebehoorende aan de gemeente
Haarlem, op de terreinen ten oosten en zui-
oosten en in den laztsten tijd ook ten zuiden
daarvan ontstonden bebouwingen, voorname
lijk ten behoeve van meer gegoeden oost
waarts strekten deze zich uit tot aan het
Spaarne. De bedoelde terreinen zijn van
Haarlem's grondgebied slechts gescheiden
door strooken van beperkten omvang, die
voor bebouwing niet of althans voorhands
niet in aanmerking komen. Ten westen
van den Hout, tusschen Wagenweg en
Leidsche Vaart, ontstond een woonwijk
binnen de gemeente Heemstede (het zgn,
Bosch- en Vaart kwartier), welke niet anders
is dan een voortzetting van de stadswijk ter
plaatse op het grondgebied van Haarlem.
Eindelijk valt, wat de gronden ten westen
van Haarlem betreft, te wijzen op de bebou
wingen op het grondgebied van de gemeente
Bloemendaal ter weerszijden van den Zijl-
weg, welke bebouwingen eveneens aanslui
ten aan die op het grondgebied van Haarlem.
Uit een en ander blijkt reeds, dat een uit
zetting der grenzen van Haarlem naar alle
zijden geboden is. Het feit dat woonwijken op
en over de grenzen zijn ontstaan en dat deze
wijken zich steeds uitbreiden, hangt overi
gens uit den aard der zaak ten nauwste sa
men met de omstandigheid, dat bouwterrein
binnen de gemeentegrenzen meer en meer
komt te ontbreken. Er mogen hier en daar
nog eenige terreinen beschikbaar zijn, van
veel beteekenis zijn deze nietde bevolking
welker voortdurende toeneming een gevolg
is, deels van den natuurlijken bevolkings
aanwas, deels van de gezochtheid van Haar
lem als bedrijfs- en vooral als wooncentrum,
vindt binnen de grenzen geen ruimte meer.
Niet slechts voor woningbouw, ook voor de
vestiging van inrichtingen van handel en
nijverheid en van instellingen van open
baar nut, is geschikt terrein minder en min
der beschikbaar. Zoo dreigt het gevaar van
het ontstaan eener geographisch en econo
misch verbonden bevolkingsgroep, aan wel
ker centrum, de gemeente Haarlem, de le
venssappen worden onthouden en de gele
genheid wordt ontnomen, de noodzakelijke
leiding te geven.
Bij
de samenstelling van het
wetsontwerp,
hetwelk hierbij wordt aangeboden, is men
van de gedachte uitgegaan dat eensdeels
aan de gemeente Haarlem het grondgebied
moet worden toegevoegd, hetwelk zij voor
haar natuurlijke uitbreiding en de vervulling
:van haar taak als bevolkingscentrum be
hoeft, anderdeels, dat aan de verkleinde
'doch niet geheel opgeheven gemeenten, niet
meer terrein wordt ontnomen dan met het
oog op de belangen van Haarlem nood
zakelijk is te achten.
Met een enkel woord wordt verder uiteen
gezet, welke motieven in onderdeelen tot
het trekken van de grens-
lijn
jvolgens het ontwerp geleid hebben.
Wat de nieuwe noodgrens van Haarlem
betreft, valt op te merken, dat door een ge
biedsuitbreiding tot de Jan Gijsenvaart,
welke Schoten in ongeveer twee gelijke deelen
een noordelijke en een zuidelijke, verdeelt,
met de tegenwoordige belangen van Haarlem
ivoldoende rekening zou zijn gehouden.
Het is echter niet onmogelijk, dat op den duur
de ontwikkeling van Haarlem langs het Spaar
ine zich nog verder noordwaarts zal uitstrek
ken, in het bijzonder tengevolge van de ves
tiging van fabrieken of werkplaatsen. Aan
beveling verdient het dat deze ontwikkeling
door de gemeente Haarlem kan worden ge
leid. Daarbij komt dat het gedeelte van Scho
ten, hetwelk in geval van splitsing van deze
gemeente zou overblijven, nauwelijks een
'.levenskrachtig bestaan zou kunnen leiden,
ook al werd dit gedeelte met Spaarndam ver-
eenigd, welke laatste gemeente immers steeds
met financieele moeilijkheden heeft te kam
jpen.
Spaarndam verdwijnt.
Handhaving van Spaarndam als zelfstan
dige gemeente, al of niet met gedeelten van
omliggende gemeenten vergroot, zou anders
dan wegens dringende redenen, geen aan-
'beveling verdienen. Het een bij het andere
/gevoegd, deed de in het wetsontwerp vervatte
ioplossing als de meest juiste aanvaarden.
Door de voorgestelde toevoeging bij Haarlem
!van de geheele gemeente Schoten en van het
zuidelijk gedeelte van Spaarndam, alsmede
Ivan het westelijk gedeelte van Haarlemmer
liede en Spaarnwoude, wordt bereikt dat
'Haarlem zeggenschap krijgt over het geheele
Noorder-Spaarne en den toegang daartoe.
De belangen van de bewoners van noordelijk
Schoten en zuidelijk Spaarndam worden door
deze oplossing tevens het beste gediend.
Ook het noordelijk gedeelte van de gemeen-
jte Spaarndam (gevormd door den Zuid-
Spaarndammerpolder en den polder Buiten
huizen) dient bij een andere gemeente te
worden ingedeeld, indien Spaarndam wordt
opgeheven. Voorgesteld wordt, dit gedeelte
toe te voegen aan de gemeente Velsen. De
mogelijkheid is niet uitgesloten dat op den
duur industrieën op genoemde polders zullen
gevestigd worden. Voor de gemeente Haar
lem zal het niet van veel belang zijn, deze
industrieën binnen haar grondgebied te ver
krijgen. Daarentegen kan de gemeente Velsen
'daarbij belang hebben, aangezien de ont
wikkeling van een industriecentrum binnen
hare grenzen deze gemeente meer onafhan
kelijk kan maken van de fluctueerende in
vloeden der visscherij en haar een bestaan
kan verzekeren dat ook in andere takken
van bedrijf zijn grondslag vindt. Weliswaar
zijn de bewoners der polders thans sociaal
en administratief meer naar het zuiden dan
naar het noorden georiënteerd dit kan echter
geen gewicht in de schaal leggen, nu Spaarn
dam als centrum gaat verdwijnen en het cen
trum van Haarlem en dat van Velsen ongeveer
even ver van de polders verwijderd liggen.
Haarlemmerliede c. a.
De nieuwe oogstgrens van Haarlem is al
dus getrokken dat de bebouwingen onder
de gemeente Haarlemmerliede c.a., welke
met het dorp Spaarndam één geheel uitma
ken, tot de gemeente Haarlem gaan behoo-
ren, evenals de Groote Sluis, en het daarop uit
komende watergebied (het noordelijkste ge
deelte van het Spaarne) en een kleine strook
gronds ten oosten van dit watergebied, waar
op zich o.m. een scheepswerf bevindt, die bij
voorkeur tot dezelfde gemeente dient te be-
hooren als het water, waaraan zij ligt. Meer
naar het zuiden wordt voorgesteld, de oost
grens van Haarlem te verleggen naar het
midden van de Mooie Nel en Liede. Niet
slechts zal Haarlem, zooals reeds werd opge
merkt, daardoor het zeggenschap over het
geheele Spaarne verkrijgen, doch ook zal de
gemeente haar grondgebied zien uitgebreid
met een breede strook ten oosten daarvan en
ten westen van Mooie Nel en Liede. Aan
de eventueele behoefte van Haarlem aan ha
ven- en industrieterreinen zal op deze wijze
in ruime mate worden tegemoetgekomen,
terwijl mochten zich industrieën vestigen aan
den oostoever van de Mooie Nel of de Liede,
deze (behalve geheel in het noorden, waar de
Mooie Nel en het Spaarne ineenvloeien) bin-
ner de gemeente Haarlemmerliede c.a. zul-
ïen komen te liggen, welke gemeente ook
het zeggenschap over het oostelijk gedeelte
van die wateren behoudt. De voorgestelde
gebiedsuitbreiding van Haarlem langs de
spoorlijn HaarlemAmsterdam en meer
naar het zuidoosten beoogt, de zich aldaar
uitbreidende stadswijk binnen het gebied
dier gemeente te brengen en tevens in haar
toekomstige behoefte aan terreinen voor
woningbouw te voorzien.
Heemstede.
Hierboven is reeds aangeduid, om welke
reden de toevoeging van een gedeelte van
Heemstede bij Haarlem wordt voorgesteld.
Dit gebied is, voor zoover het thans daarvoor
in aanmerking komt, reeds voor een groot
deel bebouwd. Intusschen zal de gemeente
Haarlem, ook hier nog ruimte vinden voor
haar expansie.
Dit laatste geldt in verhoogde mate voor
de gedeelten van Bloemendaal, welke volgens
het ontwerp bij Haarlem gevoegd zullen
worden. Met uitzondering van de gronden
aan weerszijden van den Zijlweg, zijn de hier-
bedoelde gebieden nog weinig bebouwd.
De adviezen der Raden
en Commissiën.
Omtrent de strekking van de adviezen van
de ingevolge art. 131 der Gemeentewet ge
hoorde Raden en Commissiën uit de ingeze
tenen kan het volgende worden vermeld.
Zoowel de Raad van Haarlem als de in
deze gemeente gekozen commissie uit de in
gezetenen, verklaren zich door de voorge
stelde gebiedsuitbreiding niet voldaan. Naar
beider meening zal deze uitbreiding aan
Haarlem niet voldoende terreinen ter be
woning door de zich ve: m terderende bevol
king verschaffen. Noodtakelijk wordt ge
acht dat het „geheele noordelijk deel van
Bloemendaal, omvattende de wijken Aer-
denhout, Overveen en Bloemendaal (dorp)
bij Haarlem gevoegd wordt, aangezien deze
wijken zich van Haarlem uit hebben ontwik
keld en derzelver bewoners economisch,
hygiënisch en intellectueel op Haarlem zijn
aangewezen. Publiekrechtelijke zeggenschap
van Haarlem over de duinterreinen waarin
de duinwaterleiding dezer gemeente haar
prise d'eau heeft, wordt wenschelijk geacht.
De Raad spreekt de meening uit, dat de
voorgestelde gebiedsuitbreiding ook naar het
zuiden te beperkt is, terwijl de Commissie
uit de ingezetenen met het oog op scheep
vaart- en iridustriebelangen nog bij Haarlem
gevoegd zou willen zien het oostelijk deel
van den Zuid-Spaarndammërpolder, den ge-
heelen polder Buitenhuizen en het westelijk
deel van den Houtrakpolder.
Deze laatste commissie grondt voorts haar
afwijzend standpunt hierop, dat volgens het
ontwerp geen financieel krachtig geheel zal
worden gevormd, waaraan behoorlijke be-
staans- en ontwikkelingsvoorwaarden zijn
gewaarborgd, aangezien voor de gebieden,
in noordelijke richting te verwerven (Scho
ten en Spaarndam), in financieele opzicht
groote offers gebracht zullen moeten worden,
terwijl daartegen de voordeden, te verkrij
gen door toevoeging van een gedeelte van
Heemstede, niet zullen opwegen.
De Minister van Binnenlandsche zaken en
Landbouw is van oordeel, dat er geen aanlei
ding is, aan de boven weergegeven wenschen
tegemoet te komen. Dat binnen het aan
Haarlem toe te voegen grondgebied bruik
baar bouwterrein niet in voldoende mate aan
wezig zou zijn, kan niet worden toegegeven.
Bij de samenstelling van 't ontwerp is, zooal
reeds werd opgemerkt, uitgegaan van de ge
dachte dat, mits met Haarlem worden ver-
eenigd de daarmede één geheel uitmakende
woonwijken, alsmede voldoende terreinen
voor verdere stadsuitbreiding, de omliggende
gemeenten die na verlies van een deel van
haar grondgebied tot het voeren van een zelf
standig bestaan in staat zijn te achten, zoo
veel mogelijk onaangetast moeten worden ge
laten. Met deze gedachtengang zou de toe
voeging van het geheele noordelijke deel van
Bloemendaal niet te vereenigen zijn. De wij
ken Aerdenhout, Overveen en Bloemendaal
(dorp) mogen door verschillende banden met
Haarlem verbonden zijn, gezegd kan niet
worden dat zij daarmede een stedelijke een
heid vormen of dat de bewoners sociaal en
cultureel op Haarlem zijn aangewezen.
De belangen der Haarlemsche waterleiding
bij het duingebied kunnen geen grond op
leveren om dit duingebied publiekrechterlijk
tot deze gemeente te brengen. Op andere
wijze zal zij voor die belangen hebben te
waken. Ook het duingebied, waarbij de ge
meente Amsterdam voor haar waterleiding
belang heeft, behoort niet tot het grondgebied
van deze gemeente.
De verlegging van de zuidgrens volgens
het ontwerp houdt rekening met wat door den
plaatselijken toestand geboden is. Verder
dient niet te worden gegaan.
Wat de polders betreft, welke de commissie
uit de ingezetenen bij Haarlem gevoegd zou
willen zien, valt op te merken dat de belangen
welke de gemeente heeft bii den waterweg
i
Lr.
s'/
VkvV
,<jel
naar het Noordzeekanaal, geenszins ver"
eischen dat deze waterweg in zijn geheel met
de aangrenzende terreinen tot haar grond
gebied komt te behooren.
De financieele bedenkingen, door de com
missie uit de ingezetenen geopperd, zijn niet
geheel onbegrijpelijk. De toevoeging van de
gemeenten Schoten en Spaarndam, welke in
de laatste jaren herhaaldelijk met subsidies
van het Rijk en de provincie gesteund moes
ten worden, zal de financieele lasten van Haar
lem verzwaren. Als de commissie de meening
uitspreekt, dat de toevoeging van een deel
van Heemstede, in het algemeen door meer
gegoeden bewoond, daartegen niet een vol
doende compensatie zal opleveren, baseert
zij zich op de bepaling, voorkomende in het
aan haar voorgelegde ontwerp, krachtens
welke de gemeente Haarlem aan de verkleinde
gemeenten een schadeloosstelling zou hebben
uit te keeren, berekend o.m. naar het nadeel,
geleden door deze gemeenten in haar inkom
sten door verminderde opbrengst van belas
tingen en goederen. Inmiddels heeft de Mi
nister gemeend, de desbetreffende bepalingen
in dien geest te moeten wijzigen, dat dit laat
ste nadeel aan de verkleinde gemeenten niet
vergoed zal behoeven te worden. Het gevolg
hiervan zal zijn dat het voordeel, hetwelk de
gemeente Haarlem zal plukken uit de op
brengst der belastingen van de bewoners
der overgaande gebieden, niet door te betalen
schadeloosstellingen zal teloor gaan. Men
kan aannemen, dat onder deze omstandighe
den de gebiedsuitbreiding in haar geheel
de lasten van de gemeente Haarlem niet zaj
verzwaren.
De Raad en de Commissie uit de ingezete
nen van Schoten hebben een eensluidend
rapport uitgebracht. Daarin wordt instem
ming betuigd met het denkbeeld, Schoten
met Haarlem te vereenigen, omdat de toe
stand van eerstgenoemde gemeente van dien
aard is, dat zij zonder bijdragen van het Rijk
en de Provincie niet op de been kan blijven,
voorts omdat zij geografisch en economisch
met Haarlem één geheel vormt en een groo-
tere gemeente beter in staat is tot het voeren
van een uitgebreide welvaartspolitiek. Met
de voorgestelde grensregeling kan echter,
zoo wordt in het rapport opgemerkt, het
gewenschte doel niet worden bereikt en daar
om is het ontwerp, zooals het daar ligt, on
aannemelijk. Ten einde een levenskrachtige
gemeente te verkrijgen, behoort ten minste,
behalve hetgeen in het wetsontwerp voorzien
is, nog bij Haarlem te worden gevoegd een
stuk van Heemstede ten zuiden van de grens,
in het ontwerp getrokken, en van de gemeen
te Bloemendaal de wijken Overveen en
Aerdenhout. Haarlem behoort bovendien
nog te worden uitgebreid met eenige stukken
van Velsen.
Boven is reeds betoogd, waarom naar de
meening van den Minister, een gebiedsuit
breiding van Haarlem, verder gaande dan de
in het wetsontwerp belichaamde voorstellen,
niet in aanmerking komt, alsmede waarom
er geen gegronde reden is te vreezen dat de
gemeente, na bedoelde uitbreiding, niet in
staat zou zijn behoorlijk haar sociale taak
te vervullen.
Voor toevoeging van gedeelten van de ge
meente Velsen bestaat niet de minste aan
leiding.
De Raad en de Commissie uit de ingezete
nen van Spaarndam spreken zich beiden uit
voor opheffing hunner gemeente, aangezien
deze, in velerlei opzichten op Haarlem aange
wezen, financieel niet in staat is haar taak be
hoorlijk te vervullen. Zoowel de Raad als de
Commissie zijn echter van oordeel, dat de
Zuid-Spaarndammerpolder niet bij Velsen,
doch bij Haarlem gevoegd behoort te worden.
De Raad wenscht bovendien toevoeging bij
deze gemeente van een deel van Velsen.
Het standpunt van den Minister ten op
zichte van de kenbaar gemaakte wenschen is
boven reeds uiteengezet.
De Raad en de Commissie uit de ingezete
nen van Velsen betuigen beiden hun instem
ming met het voorstel, den Zuid-Spaarndam
merpolder en den polder Buitenhuizen met die
gemeente te vereenigen, zulks op grond van
de overwegingen, welke blijkens ljet boven
vermelde tot dit voorstel geleid hebben.
Zij betreuren het intusschen dat volgens het
ontwerp, Bloemendaal als zelfstandige ge
meente, grenzende aan Velsen, zal blijven be
staan, daar het voor Haarlem en Velsen een
bezwaar zal opleveren dat tusschen hen bij
voortduring een vluchtoord voor belasting
plichtigen aanwezig zal zijn. Dit zal aan be
houd en vestiging van welgestelden op het
voor villabouwgeschikte deel van Velsen in
den weg staan.
Het voorstel, inzake Blóenfendaal door den
Raad en de Commissie uit de ingezetenen
gedaan, wordt daarom ondersteund.
Het hier aangevoerde kan, naar de mee
ning van den Minister, bezwaarlijk dienst
doen als argument voor de toevoeging van het
noordelijk gedeelte van Bloemendaal bij
Haarlem.
De Raad en de Commissie van ingezetenen
van Haarlemmerliede en Spaarnwoude zijn
beide van oordeel, dat de gemeente door het
bovenstaande verlies van grondgebied haar
levensvatbaarheid zou verliezen, tenzij dit
verlies in het oosten werd gecompenseerd
door toevoeging van een gedeelte van de voor
malige gemeente Sloten, welke gemeente bij
de wet van 28 December 1920 (Stbld. 919),in
haar geheel bij Amsterdam gevoegd werd.
Heeft zoodanige toevoeging niet plaats, dan
zou slechts een kleiner gedeelte der gemeente,
te weten het zgn. stadsgedeelte, het gebied
bij Spaarndam, hetwelk met deze gemeente
één geheel vormt, alsmede de Waarderpolder,
bij Haarlem gevoegd behooren te worden.
De meening dat de gemeente Haarlemmer
liede en Spaarnwoude door den voorgestel
den afstand van grondgebied haar levens
vatbaarheid zou verliezen, kan de Minister
niet onderschrijven. Ongeveer een derde van
de bewoners der gemeente zijn op het bij
Haarlem te voegen gedeelte gevestigd. De
derving aan inkomsten uit belastingen, welke
de gemeente Haarlemmerliede c.s. zal lijden,
zal hieraan vermoedelijk ten naaste bij even
redig zijn. Tegenover deze derving van in
komsten zal een beperking van de op de ge
meente rustende lasten staan. Bovendien is
de belastingdruk in de gemeente niet vandien
aard, dat een mogelijk nadeelig verschil tus
schen een en ander voor haar noodlottige
gevolgen zou hebben.
Mede in verband met het bovenstaande
kan de Minister geen termen vinden om
voor te stellen, terug te komen op de beslis
sing, ten aanzien van de voormalige gemeente
Sloten, gevallen bij de wet van 28 December i
1920 („St.-bld." 919.) De bevolking van het I
landelijk gedeelte dezer gemeente heeft zich f
naar men mag aannemen,aan den nieuwen toe
stand aangepast en geniet van verschillende
maatregelen, welke door de gemeente Am
sterdam mede in haar belang genomen wor
den. Van ernstige nadeelen, welke voor haar
uit de vereeniging met Amsterdam zouden
zijn voortgevloeid, is den Minister niets be
kend. Een hulp-secretarie van Amsterdam te
Sloterdijk bespaart haar, voor de verrichtin
gen welke ten gemeentehuize moeten geschie
den, den tocht naar het centrum van Amster
dam. Onder meer voor het landelijk gedeelte
van Sloten heeft de Raad van Amsterdam een
verlaagd tarief der plaatselijke inkomstenbe
lasting vastgesteld, ingevolge het bepaalde bij
art. 26 eerste lid der wet van 28 December
1920 („Stbld." 919). Hierbij komt dat de
voortdurende groei van de stad Amsterdam
ook voor het Westen het wenschelijk maakt
dat ruime terreinen in die richting voor den
aanleg van woonwijken en alles wat daarbij
naar nieuwere begrippen behoort, voor deze
gemeente beschikbaar blijven.
De Raad en de Commissie uit de ingezete
nen van Heemstede hebben beide tegen de
voorgenomen grensregeling verlerlei bezwa
ren te berde gebracht. De gewichtigste dezer
bezwaren kunnen als volgt worden samenge
vat
Het Gemeentebestuur van Heemstede ver
vult zijn taak naar behooren. Het schiet in
geen enkel opzicht tekort in de zorg voor de
ingezetenen, wonend op het grondgebied,
hetwelk bestemd is om bij Haarlem gevoegd
te worden of in de zorg voor de op dit grond
gebied te regelen algemeene belangen. Tot
samenwerking met Haarlem is het voor
zooveel noodig te allen tijde bereid gevon
den.
Voor zoover de bebouwing op het gebied
van Heemstede aansluit op Haarlemsch
grondgebied, zijn toch de woonwijken waar
om het gaat, ontstaan onafhankelijk van het
i bestaan van Haarlem, tengevolge van de
'gemakkelijke verbind mor wet Amsterdam.
Heemstede noch de bewoners daarvan
profiteeren van Haarlem zonder dat daarvoor
betaald wordt. Omgekeerd komt veel van
wat Heemstede heeft tot stand gebracht
mede ten goede aan de inwoners van Haar
lem.
Bouwterrein is op het aan Haarlem toe te
voegen gebied slechts in beperkte mate be
schikbaar.
Naar de meening van den Raad en de Com
missie is, waar alle denkbare deugdelijke re
denen voor de grensverlegging ontbreken,
de wensch van Haarlem om een deel van het
grondgebied van Heemstede aan haar ge
bied te zien toegevoegd, slechts te verklaren
uit de begeerte, haar bronnen van inkomsten
ten koste van de tegenwoordige inwoners
van Heemstede te vergrooten. Dit mag nooit
een grond voor grensverlegging zijn. Kapitaal-
vlucht zoowel uit het te annexeeren als uit
het overschietende deel van Heemstede,
wegens verhoogden belastingdruk, zal trou
wens het gevolg zijn, zoodat Heemstede zal
worden geschaad zonder dat Haarlem even
redig zal worden gebaat.
De Minister ontkent niet dat het gemeente
bestuur van Heemstede zijn taak naar be
hooren vervult met eenige beweerde tekort
komingen van dit gemeentebestuur staat
het onderhavige voorstel niet in verband.
Te Haarlem doet zich het gebruikelijke
verschijnsel voor, dat de eigenlijke stad lang
zamerhand slechts strekt voor huisvesting
van kantoren, winkels, publieke diensten
enz., terwijl de woonwijken zich verplaatsen
naar de périphérie. Door de nauwe grenzen
van Haarlem komen deze woonwijken meer
en meer buiten de gemeente te liggen. Dat
de in het noordelijk deel van Heemstede
gelegen kwartieren ontstaan zijn, onafhanke
lijk van het bestaan van Haarlem, kan niet
als juist worden aanvaard. Veeleer is aan te
nemen dat de ontwikkeling van heel de geT
meente Heemstede als wooncentrum en zeker
van de hier bedoelde kwartieren, in nauw
verband met de gemeente Haarlem heeft
plaats gehad. En al moge het waar zijn dat
Haarlem vergoeding ontvangt of zich kan
verschaffen voor de voordeelen welke het
rechtstreeks aan de bewoners van Heemstede
biedt, zoo zijn er toch tal van niet bepaaldelijk
aanwijsbare uitgaven, welke een gemeente
als Haarlem zich moet getroosten voor de
uitvoering, instandhouding, bewaking enz.
van werken, diensten en andere zaken van
openbaar nut, waarmede ook de dicht bij
Haarlem wonende ingezetenen van andere
gemeenten in ruime mate direct of indirect
hun voordeel doen, zonder dat het mogelijk
is, op deze ingezetenen een evenredig deel
van deze uitgaven te verhalen.
Wat de gevreesde kapitaalvlucht betreft,
daarvoor behoeft men, in verband met de
groote aantrekkelijkheid van het grensgebied
der tegenwoordige gemeente Heemstede,
niet te zeer beducht te zijn.
De Raad en de Commissie uit de ingezete
nen van Bloemendaal richten zich beide met
een uitvoerig betoog tegen de verschillende,
bij de voorbereiding van deze aangelegen
heid naar voren gebrachte plannen, volgens
welke de gemeente Bloemendaal in een noor
delijk en een zuidelijk deel zou worden ge
splitst en het noordelijk deel bij Haarlem
zou worden gevoegd.
Aangezien geen dezer plannen in het te
genwoordige, aan den Raad en de commissie
voorgestelde ontwerp is belichaamd, kunnen
tegen die plannen in het midden gebrachte
bedenkingen buiten beschouwing worden
gelaten.
Tegen het ontwerp zelf wordt dit bezwaar
gemaakt dat daardoor aan Bloemendaal wor
den afgesneden de eenige terreinen, die de ge
meente voor arbeiders- en middenstands-
bouw beschikbaar heeft, terwijl deze terrei
nen voor bebouwing als stadswijk, van Haar
lem uit, niet in aanmerking komen. Voor zoo
ver voor de bebouwing geëigend, zijn zij
slechts bruikbaar als uitbreiding ven een
Bloemendaalsche villawijk of als plaats
van vestiging van Bloemendaalsche arbei
ders en middenstanders.
Ontkend moet worden dat de gemeente
Bloemendaal niet elders binnen haar gren
zen voldoende terreinen voor arbeiders- en
middenstandsbouw beschikbaar zou houden.
De ontwikkeling van de bij Haarlem te
voegen strook grond als stadswijk is vooral
afhankelijk van de verbinding tusschen het
gebied van deze en aan gene zijde van de
spoorlijn, welke verbindingen tot stand
gebracht zullen kunnen worden naarmate
de wenschelijkheid blijkt. Met toevoeging
van de hier bedoelde gronden verkrijgt Haar
lem een vermeerdering van zijn nog onbe
bouwde grondgebied, zonder dat daardoor
het karakter van de gemeente, die een deel
van haar gebied moet afstaan, in een enkel
opzicht wordt aangetast.
De artikelen van het wetsontwerp stem
men in het algemeen overeen met die van de
wetten van soortgelijken aard, in den laat-
sten tijd tot stand gekomen. In zooverre
behoeden zij derhalve geen bijzondere toe
lichting.
GRONINGEN, 28 April Granen. De'
laagste en hoogst prijzen waren als volgt
28 April 21 April.
Zomertarwe f f
Roode tarwe 11.00-13.75 11.00-13.50
Witte tarwe 11.00-14.50 11.00-14.25
Inl. rogge 12.00-14.30 12.00-14.25
Wintergersf 12.50-13.75 12.50-14.00
Zv/anenb. gerst 12.50-13.90 12.00-14.00
Zomergerst 12.50-13.75 12.00-13.75
Witte haver 9.25-11.65 9.00-11.40
Gele haver 9.00-10.75 9.00-10.75
Zwarte haver 11.00-12,85 11.00-13.00
BI. Pelerwter.
Gr. erwten 10.00-14.00 10.00-14.00
Paardeboonen 10.00-11.75 10.00-11.75
Wierboonen 10.00-11.75 10.00-11.75
Waalsche boe, 10.00-11.75 10.00-12.00
Koolzaad
Karwijzaad 20.00-30.00 20.00-30.00
Geel mosterd;
Kanariezaad 17.00-20.50 17.00-20.50
Lijnz. blauwb! 15.00-21.50 15.00-23.00
Idem witbl. 15.00-21.50 15.00-28.00
Blauw maanz. 30.00-44.00 30.00-42.50
De korting en bijbetaling bedraagt thans
voor tarwe natuurgewicht 70 kg., rogge,
boekwijt, kanariezaad, inlandsche gerst, alle
haversoorten 10 ct. per kg.
WOERDEN, 29 April. Kaasmarkt. Aanvoer
325 partijen. Eerste kwaliteit 4245, twee
de kwaliteit 3840, met Rijksmerk 41
51. Handel matig.
AMSTERDAM, 29 April. Veemarkt. 293
vtte kalveren 11.10, 901.80-90; 156
nuchtere kalveren 1220; 560 vleescbvar-
kens holl. 9192, 8991; overzeesche en.
Geldersche 9192, 8991; speciale spek-
varkens 86—87.
Te Kralingscheveer waren ter markt 59
winterzalmen, prijs 1.401.65 per Ie K.G.
5 elften 13.50 per stuk.
ENKHÜIZEN, 28 April. Heden meer
ansjovis gn hooger prijs. De eerste 12 vaar
tuigen kwamen hier heden binnen met 233
K.G. netten-ansjovis, prijs 7054 a 80 ct. (gis
teren 69}4 h 71J4 ct.) per K.G. Eerste markt
van de reepharing 1 a 1.25 per tal. In
de Wieringer Meer en bij Helder ft' Mars
diep) werd heden ook meer ansjovis gevan
gen.
HUIZEN, 27 April. De heden uitgeva
ren botschuiten brachten 310 pond sleepbol
aan a 29 ets afgeslagen; haring 132 tal a
658214 ets.; heden geen ansjovisbericht.
N.zeevisch 2650 pond a 121423 ets.
URK, 27 April. Door 35 vaartuigen zijn
heden hier aangevoerd 580 tal haring, prijs
0.910.65, gemiddeld 0.71 per tal (200
stuks).
SPAKENBURG-BUNSCHOTEN, 27 Ap
ril. Aangebracht 215 k.g. bot 6781 ets
de haringvangst was minder door slappe,
handel; binnen 12 schuiten voor le soor.
haring 85 ets, tot 1.per tal; aal en zee-
paling 366 pond a 3652K ct.; middel N.
zeevisch 13—48 ct nar k«£.