KUNST EN
KENNIS.
LANDB. EN VISSCHERIJ
;:;trMvm
Or. August Snieders.
Br*- inwin
Nieuwe Uitgaven.
De Kippenren.
-j«ry
Vrijdag 8 Mei is de honderd
ste geboortedag van Snieders
herdacht, o.a. door 't plaatsen
van een gedenksteen in zijn
geboortehuis te Bladel in Nrd.-
Brabant.
Snieders was een eenvoudi
ge boerenjongen, die, na eerst
te 's-Bosch wat in de boek
drukkunst geliefhebberd te
hebben, als letterzetter naar
Antwerpen toog, waar hij aan
het pas opgerichte „Handels
blad" spoedig werd opgemerkt
als schrijver. Hij kwam aan de
redactie en binnen een jaar
was hij er hoofdredacteur.
Wat deze man voor de ople
ving voor Vlaanderen gedaan
heeft, is niet te beschrijven. In
het zoo juist verschenen „Boe
kenschouw" komt een portret
met levensschets voor, dooi
Silvain de Rouck, waaraan we
hier een stukje ontleenen.
„Een volle halve eeuw be
stuurde hij het blad (Handels
blad v. Antwerpen). Onder zijn
meesterlijke leiding won het aan
degelijkheid en diepte, verkreeg
een vast afgebakend arbeids
veld en verwierf een duurzaam
bestaan. Het onooglijke, één-
bladige pro-patria-vel verkreeg
allengskens den omvang van
een „slaaplaken" en het clubje
intieme lezers groeide tot het
reusachtige cijfer van 50 a
60.000.
Tevens werd dit orgaan he.
centrum der Vlaamsche Bewe
ging.
Dc Vlaamsche grieven wer
den uiteengezet in een taal, hel
der als glas en stoer als eiken
hout; ze werden beredeneerd
en verdedigd met een logika,
vierkant en vinnig: ze werden
altijd met ernst en bedaardheid,
nooit met heethoofdig erop-los-
stormen, den vijand voorge
legd."
Alhoewel het blad door en
door katholiek was, werd het
toch gretig door vrijzinnigen
gelezen, enkel alleen om Snie
ders' artikelen regelmaiig te
kunnen volgen. Zijn beheerscht
en onverschrokken strijden
dwong zelfs den eerbied zijner
vijanden af. Unbevooroordeelden
reikten hem den lauwer ondei
de Vlaamsche kampers.
Maar de Vlaamsche strijd nan
hem niet geheel en al in beslag.
Hij merkte allenthenen het ge
mis aan geestelijk voedsel voor
het volk en stelde zich tot doel,
hét te voorzien van gezonde
lectuur.
Hij kwam in 1848 voor den
dag met een bundeltje verzen:
„Mijn eerste Zangen", een on
beduidend jeugdproefje met de
gebreken van onvoldragen
werk.
En ofschoon hij later nog wel
gedichten schreef in tijdschrif
ten en jaarboeken, na die eer
ste poging kwam hij, gelukkig
tpt het inzicht, dat langs de
poëzie zijn weg niet ging tot het
volk.
Zoo trad hij (1851) in he'
voetspoor van Conscience er
begon zijn eenvoudige dorps
verhalen en zedenromans te
schrijven, ontleend aan het lan
delijk leven zijner geboorte
streek. Waarom hij daar zijn
stof zocht? „Omdat", zegt hij,
„als ik in mijn dorp vertoef, ik
alles beter begrijp wat mij om
ringt, en mij alles duidelijker
in Gods schepping schijnt. De
handelingen der menschen, hun
ne drijfveeren en hun doel, zoo
gemaskerd in de woelige we
reld, waarin wij leven, liggen
ddar open voor mijn oog. En
in eene wereld, welke men be
grijpt, kent en gevoelt, is iedere
kunstenaar welsprekender dan
in die, welke hij slechts opper
vlakkig aanschouwen mag.
Zijn eersteling in dat genre,
„De Arme Schoolmeester", was
een succes en werd afgedrukt in
een Amsterdamsch dagblad.
Een lange reeks volgde, waar
van dt meest verdienstelijke
zijn „De Dorpspastoor", „Het
Bi">emcugraf". „De Fortuinzoe
kers", ,Op de Bruiloft" en dai"
schoonc gemoedelijke „Sneeuw-
klokske", waarmee de schrijver
op zijn lezingen bomvolle zalen
trok
En toch lag Snieders kracht
eigenlijk niet in 't sentimenteele
genre. Eenig in onze letterkun
de staat hij als schrijver van hu-
moristisch-satirische burgerro
mans uit het Antwerpsche ie-
ven. Zijn karaktervol kloek pro
za, zijn gespierde stijl, zijn eigen
wijze van schilderen met den
groven borstel, zijn hoekig ka-
rakteriseeren, zijn eigenaardigi
gaven van boeien, spreken cres
cendo uit: „De Gasthuisnon'
„Het Zusterken der Armen"
„het Leven eener Vod" en no$
andere schetsen; uit de schoom
bundels „Klokketonen" er
„Oud-Speelgoed", uit „Zot
werd hij Rijk", uit het meester
lijke „Canaille" (in den bundel
„Fata Morgana"), uit de „Nacht
raven", maar vooral uit „Jan
Klaassenspel"; uit ,De Speel-
duivel" en uit „Alleen in de
Wereld", deze laatste drie be-
hoorend tot het beste wat d«
Nederlandsche letterkunde be
zit in dat slag."
Evenals Conscience trok ooi
hem de historische roman en
vooral de tijdperken der gods.
dienstoorlogen hadden zijne be.
langstelling: „Antwerpen in
Brand", „Oranje in de Kem
pen", „De Wolfjager"; ook de
tijd der Fransche invallen: „Op
den Toren", „Onze Boeren in
1798", „De Voetbranders", „Job
Jeurick", e.a.
Opstand in Fransch Marocco. Kerkschennis. De bloemententoonstellinn.
VOLENOAMMERS OP DE BLOEMENTENTOONSTELLING. In de afdeeling
vormcultuur neemt een der schoonen plaats op eén paltn-paardje.
EEN WATESPOR1-TAFREEL in bloemen en planten, op de juist geopende „vijfde
tijdelijke" der groote bloemententoonstelling te Heemstede.
VOORJAARSTENTOONSTEL
LING TE BERLIJN, van de
Duitsche tuinbouwvereeniging.
Proeve van modernen tuinaan
leg. Links een 80-jarige palm
met 6 verdiepingen
„BETUWE" IN .DE STAD. Bloeiende appelboom in een
Amsterdamsch volkstuintje.
OPSTAND IN FRANSCH MA
ROCCO! De. toestand is beden
kelijk Kameelruiters van het
Fransch-Marokkaansch'e leger. -
Rechts: Arabische slangenbe
zweerders te Casablanca.
HENNY PORTEN te
's-Gravenhage, waar zij
zelf een barer films zal
expliceeren
DE TROTS DES LAND
BOUWERS. Een vaars
die in zijn soort uitmunt
èEig. H. Perlo Hatert)
DE AER& TE AMSTERDAMSCHE VELD, waar in 't begin dezer week een
heiligschennende diefstal gepleegd ia-
DE NIEUWE WONING VAN MINISTER VAN KARNEBEEK aan den Van
Stolkweg, Den Haag, wordt waarschijnlijk zijn ambtswoning.
HET EEUWENOUDE- „PESTHUIS" te Amsterdam dreigt te vallen, tet
uitbreiding van bet Buitengasthuis. Men doet pogingen tot behoud.
„Nieuwe stroomingen in het
•Nederlandsche Bankwezen",
door dr. H. M. Hirschfetd
Roermond, J. J. Romen en Zonen,
„Regeeringsbemoeiing met het bedrijfs
leven in Nederland en Ned.-Indië", door
tnr. M. W. TreubRoermond, J. J. Romen
en Zonen.
De kippen in een beperkte ruimte moe
ten bezig worden gehouden, precies als
VOORJAARSPAARDENMARKT TE PURMEREND. De dieren die gelaten htm toekomstig lot staan
af te wachten.
EEN VRIENDELIJK LENTETAFREEL De herten aanvaarden een tractatie uit de handen van den
oppasser.
kleine kinderen, omdat ze anders zich aan
allerlei ondeugden gaan overgeven als vee-
renpikken, eieren eten en daarbij nog vet-
klompen worden, wel etend, doch niet leg
gend en straks, in den soeppot, drijven de
„vetoogjes" er boven op en moppert moe
der de vrouw," dat de soep zoo machtig is!
Hoe moeten we ze nu zoo bezig houden?
De renbodem moet los, rul zijn. Dit is
gemakkelijk te verkrijgen, door den bodem
los te graven en de mestkorsT er grondig
uit te werken. Daarna brengt men er een
laag wit zand, turfstrooisel en vurenhouten
zaagsel in, liefst alle drie stoffen door el
kaar gemengd. Met een hark kan men dan
dit bovendek gemakkelijk los houden,
's Ochtends harkt men het graan in.het bo-
demdek onder, zoodat de kippenkrabben,
dus werken moeten om aan hun kostje te
komen. Hoe langer ze daar mede bezig
zijn, des te beter; het opschrokken van het
zaad in éénmaal is dan voorkomen.
's Middags krijgen ze groente.-afval en de
restjes van de tafel. Dit laatste in een
schaal of bak, opdat het niet vermorsen
zal. 's Avonds, een uur vóór hét naar stok
gaan, krijgen ze het zachte voer. Op dat
voeren komen we later nog terug. Ook kan
men 's ochtends het zachtvoer geven, dan
tegen een uur of 11 weer wat zaad onder-
harken-en een uur vóór het naar stok gaan
de rest vanhet graan ondergeharkt. Bindt
het groenvoer vast en hangt dat in de ren,
zóó hoog, dat ze even springen moeten
om er bij té kunnen komen. Iedereen kan
zijn brein laten werken om een methode te
vinden-waardoor de kippen bezig worden
gehouden. Dat is een der geheimen van het
met' voordeel en genoegen bezig houden
der dieren in een beperkte ruimte. Hoe
groot 'moet die ruimte zijn? Als maatstaf
wordt aangenomen 1 vierkante Meter per
j dier. Wordt de ren niet goed onderhouden,
dan is dat nog te weinig. Is het omgekeerde
't geval, nou dan kan er nog wel wat af.
We kennen een enthousiast stadskippen-
houder, die iederen dag met een groote
zeef het zand zift zoodat de kippen steeds
een schoonen bodem vinden. Die man heeft
niet meer dan Vivierkante Meter per dier
en het resultaat is toch schitterend! Prima
dieren, die op dc tentoonstellingen voor
aan staan en die een uitstekend aantal
eieren geven. De ren mag niet inregenen.
Dus afdekken, althans een flink gedeelte
ervan, met b.v. asfaltpapier, gelegd op
strak gespannen gaas of een houten be
timmering, opdat het asfalt niet doorzakt.
Zij die het keurig in orde willen hebben,
nemen een gedeelte glasruiten, zoodat de
onmisbare zon er in kan komen, 's Zomers
worden die wit gekalkt opdat hef geen
broeikas wordt. Ook kan men losse boven
stukken nemen, welke alleen bij slecht
weer gebruikt worden. Vindingrijkheid is
voor een kippenhouder met beperkte ruim»
tee een ding van belang!
De Kleinveeteelt