VOOR DE HUISKAMER
laartSMisfcvs?
DAMMEN
M
ELCK WAT WILS
DE FAMILIE MAIIBEHT
mm.
li
DE. TE«-! INC* NAAR DE
nering.
onverbeterlijk!
17 27—22
W> Üf W P
43 22 31
44 36 27 11—16
45 38—32 16—21
46 27 lé 26—31
NUMMER 2
VIJFDE JAARGANG 1925
y r
M
EU
X
<j>- -
Moeder Sniit vond, dat ze in lang niet
zoo'n beroerde Zaterdagavond gehad
hadden. En dat alle slagen zoo vlak op
elkaar moesten volgen. Ja, ja, t was met
recht, een ongeluk komt nooit alleen.
Eerst kreeg Rika gedaan in de hoeden
zaak, waar ze 't vak leerde en nog wat
verdiende ookeen paar weken later
ging de werf, waar Frans als vast werk-
man was, failliet en had hij met heel veel
moeite eindelijk weer een baantje ge
vonden, dat ruim acht gulden per week
minder gaf.
En vandaag, alsof al die narigheid nog
niet groot genoeg was, een brief van de
directie der Nederlandsche machinefa
briek, waar vader werkte, dat er bezuinigd
moest v/orden, en dat ze daarom aue loo-
nen met 10% zoudenverlagen met in
gang van de volgende maand. Dat scheelde
dus ook weer vijf gulden in de week.
't Was verschrikkelijk en net nu t zoo
aardig gegaan was, de laatste jaren. Ze
zaten eindelijk in een geschikt huisje van
een arbeiderswoningbouwvereemging, dat
wel wat duur was, maar nou hadden de
jongens ook elk een eigen kamertje op
zolder. Nou ze wat ouder werden, mocht
dat ook wel, vond moeder en toen had
vader 't ook goed gevonden.
Ze 211 n allemaal bij elkaar m de ka
mer vader, moeder, Frans en de vier
jaar jongere Kees, die op een kantoor was,
en de drie meisjes waarvan de oudste
thuis was, de middelste, Rika, buiten be-
trekking, en de jongste nog cp school.
Niemand zei wat, en ook dacht niemand
eraan, de gramofoon, die ze hadden ge
kocht toen vader een jaar geleden opslag
kreeg, eens te laten loopen.
Ieder besefte, dat 't zoo niet zou kun
nen blijven; met de vier gulden van Rika
er bij, had moede;- nou zeventien gulden
per week minder. Nu, dat ging niet, dat
begrepen ze allemaal.
Nou hadden de oudjes wel een boekje
bij de Rijkspostspaarbank, waar een paar
honderd gulden op stond, die ze met veel
moeite en zuinigheid hadden opgespaard
voor een onbezorgde ouwe da?>. maar a s
je daarmee begint, dan teer je in, en dat
begrepen ze wel, als je eenmaal aan tin
teren bent, raak je jé spaarduitjes kwijt
en ben je na een paar jaar nog even ver.
Neen, ze moesten öf de verdiensten ver-
grooten öf ze moesten minder geld uit-
geven.
En allemaal zaten ze te denken. De
jongens vonden, dat Rika maar moest gaan
dienen als tweede meisje, maar Rika zei,
dat ze niet wou dienen, maar dat de jon
gens dan maar weer samen één kamertje
moesten hebben, zoodat moeder die andere
kamer dan aan een commensaal kon ver
huren. Maar hiertegen hadden, de jongens
weer bezwaren, want Kees moest voor
zijn boekhoudles studeeren en dan wou
hij alleen zitten.
Vader had niet veel gezegd, maar was
gaan lezen in zijn vakvereenigingsblad,
dat ook vol stond over loonsverlagingen
en de vooruitzichten van handel en indus
trie. Maar plotseling zei hij „Moeder,
nu moet je eens luisteren. Ik lees hier
een aardig stukje, waarmee ze precies de
spijker op de kop slaan."
Eu vader begon voor te lezen
„De groote en de kleine huishouding."
„Het is bekend, dat er een ontzettend
groot tekort is op de Staatsbegrooting,
dat wil zeggen, ze hebben uitgerekend,
dat de Nederlandsche Staat in het jaar
1924 veel minder zal ontvangen uit de
belastingen, dan hij zal moeten uitgeven
voor salarissen, pensioenen, scholen, leger,
vloot, onderhoud gebouwen, steun aan
vereenigingen, en andere dingen. Ook de
vorige jaren heeft de Staat met tekorten
gewerkt, en dan moest hij het geld, dat
te weinig ontvangen werd, leenen, of wel
hij teerde in, van wat hij had opgespaard
in de „vette" jaren. Mag de staat elk jaar
meer uitgeven dan zijn inkomen bedraagt
NeenWaarom mag de Staat dat niet
Omdat de Staat eigenlijk net hetzelfde
is als een gewoon mensch
Het huishouden van den Staat moet pre
cies zoo gevoerd worden als een verstandige
huisvrouw zou doen.
En welke flinke arbeidersvrouw weet
niet, wat haar te doen staat, als de uit
gaven grooter zijn dan wat vader en de
kinderen elke week thuis brengen?
Dan gaan ze eerst met elkaar bepraten
of er niet wat meer verdiend kan worden,
en als dan blijkt, dat ze hun inkomen niet
kunnen vergrooten, dan zeggen ze „nu
de tering naar de nering."
En nu worden alle uitgaven nauwkeurig
nagegaan en op elke centwordt beknibbeld,
net zoolang, totdat ze weer „rondkomen".
En zoo hoort het ook.
Wat moet nu gebeuren in het huis
houden van den Staat? Allereerst pro-
beeren het inkomen te vergrooten maar
het is al gebleken, dat dit niet kan, want
de belastingen zijn voor de meeste men-
sfchen veel te hoog. Dus de uitgaven om
laag. Daar zijn alle menschen het met
elkaar eens. Maar de moeilijkheid is
welke uitgaven moeten verminderd wor
den
De eene zegt de salarissen der ambte
naren. Neen, zeggen de ambtenaren, de
uitgaven voor leger en vloot zijn te hoog.
Weer anderen zeggen Het onderwijs
is te duur; er zijn teveel scholen. Ten slot
te zijn er ook menschen die beweren
we kunnen toch niet bezuinigen, laten
we het geld, dat te kort komen, maar
leenen, dan betalen we dat later wel weer
terug.
Deze laatsten zijn de gevaarlijksten en
de domsten stel je voor, dat een arbei
der zeiwe kunnen niet rondkomen, maar
nou leen ik elke week van m'n kameraad
net zooveel, als ik te kort kom.
En evenmin als in een arbeidershuis
houding mag dé Staathuishouding haar
tekort dekken door middel van leeningen,
want niet alleen zakt zij dan nog veel die
per in het moeras, maar ook zal door die
leeningen meer papiergeld noodig zijn en
nu lijkt het toch wel heel mooi, als er meer
geld in omloop is, maar zoo prettig is
dat toch niet.
Als er veel bananen uit andere landen
worden aangevoerd, worden ze hier goed
koop, en als de boeren veel eieren naar de
markt brengen, dalen de prijzen er van.
Zoo is het ook met geld.
Als er meer geld onder de menschen
komt en dit zal gebeuren als de Staat
meer uitbetaalt, dan zij ontvangt en
dit meerdere gaat leenen dan daalt
het geld in waarde, wordt dus goedkoo-
per.
Zoo is het eerst in Rusland en toen in
Duitschland gegaan en er is geen een Duit-
scher, die er blij om is, dat er thans meer
geld onder de Duitschers in omloop is,
dan vroeger.
Daarom moet de Staat zorgen, dat hij
evenals in elke andere huishouding rond
komt, met zijn inkomen, en daarom moet
hij bezuinigen.
Het groote gezin moet in de leer gaan
bij het kleine gezin,"
„Heb jullie 't allemaal gehoord, jon
gens," vroeg vader, terwijl hij de krant
dichtvouwde, „de tering naar de nering.
Ik bedank als lid van- mijn arbeiders
schaakclub."
„Nou," zei Rika, „dan zal ik Maandag
op die advertentie afgaan, waar ze een
tweede meisje vragen."
„Zeg, Frans, als wij dan eens samen de
achterkamer nemen, dan kon moeder 't
zijkamertje aan Toon verhuren, die zoekt
kamers, dat weet ik," riep Kees.
„En ik zal elk dubbeltje voortaan drie
maal omdraaien" lachte moeder.
En zoo werd het toch nog een prettige
Zaterdagavond. (Limb. K.).
NOG ZOO DOM NIET.
Een onderwijzer, die veel moeite heeft
een zijner leerlingen iets aan het verstand
te brengen, zegt hem-: „Jongen, ga hier
over bij den apotheker voor een dubbel
tje verstand halen."
Leerling: „Goed, mijnheer.... En
moet ik zeggen dat het voor u is
Mevrouw L. krijgt een kwitantie van
de „Vereeniging tot verbetering van
slechte kinderen."
„Maar mijn hemel roept zij uit, „ik
contribueer nu al 12 jaren, zijn die rak
kers nu nog niet verbeterd?"
'N SLIMMERD.
Samuel ligt op zijn sterfbed en roept
met luide stem om zijn vrouw. Als Sara
verschrikt aan zijn b'ed gekomen is, zegt
hij
„Ik heb voordat ik sterf 'n wensch.
Zou je zoo goed willen zijn je trouwjapon
aan te trekken
Sara kijkt hem veelbeteekenend aan
en vraagt waarvoor of dat goed is.
„Doe het nu maar," zegt hij, „het is
mijn laatste wensch."
Nadat Sara de japon aangetrokken
heeft, herneemt Samuel echter „Sara
zet nu je trouwhoed er ook bij op." Ook
dat doet Sara. „Ga nu," zegt Samuel,
„aan het voeteneind zitten."
„Maar waarvoor is dat nou allemaal
vraagt Sara.
„Dat zal ik je zeggen, lieve Saar," ant
woordde nu haar man. „Ik hoop, dat, als
de dood thans kom,t, hij meer zin in jou
dan in mij zal hebben."
MODERN.
Mijnheer Rijk maakt een ochtendritje
te paard. Aan een kleinen boerenherberg
stapt hij af en vraagt de waardin of zij wat
haver voor zijn paard heeft.
„Nee, meneer," is 't antwoord, „dat
hebben wij niet wel benzine en een auto
pomp."
Alle correspondentie deze rubriek be
treffende te zenden aan de heeren
W. N. STUIFBERGEN en N. R. VAN DE
BERG, NASSAULAAN 49, HAARLEM
Stand" na 17. 27.
Partij gespeeld in den wedstrijd om het
Kampioenschap van Rotterdam 1924.
P. Mahn, (Wit) J. J. de Boer, (Zwart).
1 32—28 19—24
De zoogenaamde Visservariant, want
hoewel 1924 wel reeds eerder als ant
woord op 3228 gespeeld is,- was het
toch Visser, die het eerst op óp gedachte
kwam dezen zet uit te werken er er een
interessante ooeningsvariant op te bouwen.
2 37—32 14—19
3 41—37 10—14
- 4 34—29 18-23
Springer speelde eenige jaren geleden
dikwijls 410, 1722, 11 :_22, 19 23
eni% 5 29 18 12 23
6 39—34
Eerst 31—27 enz. is beter.
6 23—29
7 34 23 24—30
8 35 24 -20 18
Bepaald voordeel heeft Zwart door de
zen ruil niet behaald van zijn stand is
alles nog te maken, terwijl Wit reeds min
of meer aangewezen is op de verdediging.
9 44—39 7—12
10 46—41 5—10
11 49—44 18—23
Sterk, vooral omdat 4641 opgespeeld
is en het Wit zeer moeilijk zal vallen
Zwart van veld 26 te houden.
12 31—27
3,934 4439 enz. is sterker.
12 11.—21 I
13 36—31 21—26
14 41—36, 15—20
15 39—34 10—15
16 44—39 12—17
om de opsluiting te ontgaan.
17 2—7
sterker lijkt me 1721 en na Wit
fl—27, 1-7—12-18 enz. met ui*
mttetemi snel.
//{M VA
of 33, 410 en 1923, voordeel be
haalt.
25 37—32 8—12
26 41—37 20—24
27 29 20 15:24
28 32—28 1—7
29 39—33 12—17
30 44—39 13—18
31 22 13 9 18
Een verouderde voortzetting, doch hier
zeer sterk.
32 34—29 14—20
33 43—38 17—22
34 28 17 11 22
Wit wordt geleidelijk aan teruggedron
gen.
Stand na 34 11.: 22
18 50—44
Interessant is het volgende 33—29,
(in plaats van den tekszet) nu Zwart T
17—21 29 18, 21—27 1 (11—17 enz.
geeft nadeel) 32 21, 16 27 met kans
rijk spel voor Zwart, hoewel deze een
schijf achter is. Een voorbeeld 3429,
8—12 29—23, 27—32 38 27, 11—17
22 2, 13 35 2 30, 35 24 27—22,
9—13 en 39 en wint schijf 23.
18 8—12
Zwart volgt een vooraf opgemaakt plan.
Hij doet dit op fraaie wijze en het plan
is heel mooi van opzet en diepzinnig uit
gedachtsterk echter acht ik het niet.
19 33—29 1 12—18
20 47—41
vrijwel gedwongen.
20 18 27
21 32 12 23 32
22 38 27
Van dit gedwongen slaan naar 27 had
Zwart zich vermoedelijk te veel voorge
steld immers na
22 7 t 18
23 27—22 18 27
24 31 22
is de Witte stelling nog heel goed houd
baar.
24 3—8
Na 1621 zou Wit zich redden dóór
43—38, 38—32, 32—27 cn 37 28. De
tekazet is ech*«r zwak. 1-Ict beste spel Voor
Zwart is m.i. 2024 en 15 24. Wit
34—29 cn 39 28 is dan gedwongen,
waarna Zwart door 17, 712 cn 19—24
De doorbraak is geforceerd en na ee
nige zetten won Zwart.
Het Damspel).
OPLOSSINGEN.
Probleem No. 104 Auteur N. Cohen,
Rotterdam.
Wit 31—26, 26—21, 42—37, 44—40,
34—r30, 30—24, 39 x 30, 43 x 3, 48 x 39,
2520, 3x5 en wint.
Partijstand No. 105 (Van P. G. v. Engelen,
Haarlem.)
Wit 27—22, 32x21, 37—31, 44—40,
33—29, 38 x 7, 30—24, 40—34, 35 x 2 1
Probleem No. 106 Auteur J. Wagenaar Jr.
Oosterblokker.
Wit 29—23, 39—33, 33—39, 49—44,
32—28, 48x10, 16x14.
PARTIJSTAND No. 107.
Van H. Regouw, Rotterdam.
16—21
21—27
26 17
17—21
35 38—32
36 40—35
37 42—38
38 32 21
39 37—32
40 48'43
Zwart dreigde door 1923 enz. met
algeheele omsingeling.
40 20—25
41 29 20 25 14
42 45—40 21—26
Beslissend.
43 32—27
Gedwongen, meer dan uitstel van exu-
iie brengt het echter niet.
Stand in cijfers
Zwart 13 schijven op 5, 6, 10, 11, 12,
13, 14, 17, 19, 20, 24, 25 en 26.
Wit 12 schijven op 28, 32, 34, 35, 37,
38, 39, 40, 42, 43, 45 en 48.
Wit kan heel eenvoudig een schijf win
nen, doch de schitterende damzet die
volgt is mooier.
Gaarne houden wij ons aanbevolen voor
problemen, partijstanden enz., die bij
gebleken geschiktheid geplaatst zullen
wordet^
RII999999Qv99l9?«i9«Cfiff9«f9999919918911999916VI8C8699?l99«9Si8V99S¥VI9l90f9l99398^6990l98!9699999ü9fISiSiSSSSf996?S9S9E9ll999999«$999999l9B99SI99999ifI9Q998969I9969V3I999999Ü9I8I838I9C89l9|83fSiSIIli
iiii|Hllimil|ll<|MllllllltWT1IMUI|1H
fiuiiiitiHUiiimitiiiHiniwiii'HiiBiiHWiiHHiHtiitiuwiiHiHifliiaiHiwfniiMmiwMiwMitwnwHMWiiiiimiimttituiiüiiiiiniiiümiiiiiumifimK
(NAAR HET FRANSCH)
iunMinimiuui*iiii!iiiiiiitiii"inimiiHiiiiiHminiiiiuiiiinniUHiiiiiiiiiinu!miiiiiimuiriiiiiiiiiui!iiMlli
A AA A AA AAA.
om mij de toestemming te vragen tot uw
huwelijk
Die vraag bracht Ernest in niet gerin-
keur aan had gegeven, hem voor een vol
dongen feit te stellen,door zich in 't open
„Heb ik verkeerd gehandeld, papa ?K
vroeg Cécile angstig.
„Neen, kindlief. Ge hebt volgens uw
mmnfinti iu i «t m ii i u u
AAAAAAAAAA
De sneltrein naar Parijs bevatte ook een toon, „het wordt nu tijd, dat gij mij de f}11 mompelde daarom
grooten restauratie-wagen, en toen Isa- volle waarheid zegt. Leugens hebben
En toen die woorden haar hadden ge
rustgesteld,vzrtelde ze ook, wat de oorzaak
baar met Isabelle in den Restauratie-wagon W3S van den hevigen zenuwaanval, die
te vertoonen, wat door eenigen van zijne haar moeder bijna het leven had gekost,
bekenden was gezien. „Verberg mij nu niets," zei de heer
Hij mompelde daarom eenige maar Maubert. „Ik wil de volle waarheid we-
belle en mevrouw Béthune zich met groo- wij nu genoeg gehoord." nam de^eer Maubert door met W
te een wee Hoor de memete haan- "De waarheid? vroeg ze op brutalen «3^ feJeer Maubert,„en door met haar
WinpT wooraen. ten, en als gij mij alles niet zoudt zeggen,
zou ik het toch van anderen wel te weten
te moeite een weg door de menigte baan
den, voelde Isabelle zich op denschouder
toon, terwijl haar gelaat vuurrood werd, ln,f,en Restauratie-wagon te dejeuneeren,
De waarheid is, dat ik ten'koste van alles V. ZfCh schuldig gemaakt aan eene
HntiH.-. J. n 1 I_ J a "I J 1
komen.1
„Ik meende, dat Gérard u ook wel het
kloppen, en werden haar eenige woor- dit huis wil verlaten. Ik ben het nu moede, handeling, die, als ik dat wilde, als eène een er> ander verteld zou hebben," zei
den in het oor gefluisterd.- het slachtoffer te zijn van Cécile, en van P°§ing tot schaking zou kunnen worden Cécile aarzelend.
Het was Ernest de Livérac, die haar een de onrechtvaardige behandeling van u opgevat." „Gérard heeft mij alleen in 't algemeen
vyenk gaf, hem te volgen naar den restau- allen." .j volgden eenige oogenblikken van medegedeeld, dat Isabelle zich op schan-
ratie-wagen. En ze deed het zóó vlug, dat „Gij een slachtoffer van onrechtvaar- stilzwijgen. „Ik betwijfel, of dat m uw delijke wijze heeft gedragën, maar ik had
goede mevrouw Béthune haar uit het dige behandeling vroeg de heer Mau- ^g. zou zijn, imijnbeer Maubert en daaraan niet zooveel gewicht gehecht."
de goeds »«wr*vwn WVUJU11V .nT__ri ..„„V 4 - -
1 bert, die moeite had zijn drift te bedwin-
X gen. „Maar daarover spreken wij later."
„Instappen nepen de conducteurs. Xaten wij het dadelijk doen> als u wilt
En tegen wil en dank moest mevrouw papa< Cécile heeft ailerhanden laster te-
evenmin in dat van uwe dochter," waagde
Ernest de Livérac op bescheiden toon op vertelde de heer Maubert haar
te merken. op zijn beurt, wat er met Isabelle gedu-
De heer Maubert gevoelde grooten rende de reis was voorgevallen, en hoe
Béthune alleen in den eersten den besten gen mjj verzonnen. Ze heeft mij een bank- lust' hem eene gevoelige afstraffing te men haar in den Restauratie-wagen met
wagon stappen, om den trein niet te biljet van honderd francs ontstolen, om °eY^.n' Ernest de Livérac had zien dejeuneeren
missen.
Toen beide jongelieden in den Restau
ratiewagen hadden plaats genomen, be
stelde Ernest de Livérac een lunch.
En toen maakte hij zijn verloofde zijne
bedoeling duidelijk.
mij onrechtvaardig te kunnen beschul
digen.."
Maar hij hield zich in. „Zij moet nu met de Livérac trouwen,"
„Moet ik aannemen, dat u hier Zijt ge- 200 besloot hij. „Ze had nog een zwaardere
Met opgeheven hand trad de heer Mau- m^TdJirhlr t vrL* fci? straf verdiend. De Livérac is geen schoon-
Ma°ar hij'hiefd zich in. -Ja mijnheer Maubert,"' luidde' het z°°»< Z00JS ^^ISre^anhT"3^'
„Wees mij maar dankbaar, dat ik je korte antwoord. maar er zijn nog slechtere dan hij.
die kastijding alleen maar in mijn gedach- "Welnu, uw verzoen is toegestaan. -A1- „Maar hij keeft u toch schandelijk b
Voor het geval, dat de ouders van Isa- ten toegediend," zoo zei hij met be- leen moet u eroP wijzen, dat ik mijn drogen, zei Cecile,
belle zich tegen het huwelijk mochten ver- vende stem. „Nooit was een tuchtiging dochter geen huwelijksgift zal geven." „Dat is wel waar, maar hij is toch niet
zetten, wilde hij hen voor een voldongen beter verdiend. Heeft Cécile je dus een -Het spijt mij zeer," antwoordde de zoo slecht, dat ik mij niet verantwoord zou
feit stellen, door zich in het openbaar als bankbiljet ontstolen Het is voor het eerst, 'on an, „maar in deze omstandigheden achten, hem mijn dochter te geven. Hij
7 1 J a ?i_ 1w - 1. 7A11 llf 11 Rrillpn vufTrvolron mini ainTrtoir ilc
haar verloofde te gedragen.
Bij het eerstvolgend station stapten bei
den weer uit, om de coupé op te zoeken,
waarin mevrouw Béthune gezeten was.
dat ik daarvan hoor. Wij zullen die zaak zou u willen verzoeken, mijn aanzoek als js een'jonkman, zooals er zoovelen zijn,
later wel ophelderen, na de andere. Ge ongedaan te willen beschouwen. Van mij- ,d kt E a jiet_
hebt met de Livérac een afsnraak eemaakt aelve bezit ik geen het minste fortuin, maar tocn niet Depaaia steent, tn na net
omhem in denrestauratie-wïgenteont- ^n ook heb ik jeen middel van bestaan', «een er nu met Isabelle is voorgevallen
Maar mevrouw Béthune» was ook al sedert hoe lang
moeten. Ge verkeert 'dus met hem. En A.1Ies Vat wii bezitten is het persoonlijk zou het jammer zijn, als het huwelijk met
uitgestapt, om Isabelle te zoeken, want ze
verkeerde in groote ongerustheid.
En toen ze het aan hare zorgen toever-
eigendom van mijne moeder, en ik zou tot stand kwam, want het zou nu moeilijk
Terwiil de heer Maubert dat alles zeide. aan uwe dochter niet datgene kunnen aan- zijn, een andere partij voor haar te vin.
waren de oogen van Isabelle gevestigd op ^iec'en, wat ze noodig heeft, om alles te den.
'n klein pakje brieven, met een rood band-
trouwde jonge meisje in gezelschap van j£ samengebonden, dat op de tafel lag, te
een jonkman ontmoette, maakte ze Er- midden van allerhande voorwerpen, die
nest de Livérac de heftigste verwijten. 1snprfjr°°tSte Wa"0rde daar 0p 'agen Ver"
kunnengenie te#, waaraan zij bij u gewend
is."
Ze liet Isabelle in een dames-coupé Maa'r de heer Maubert had het ook ge- tauratie-wagon gezien
stappen, en zoodra het portier gesloten 2jen> en vóórdat Isabelle het had kunnen
was, en de trein zich in beweging had ge- doen, lei hij er beslag op.
zet, onderhield ze Isabelle op ernstige wij- „Die brieven zullen het antwoord op Zien dejeuneeren.^
ze over het onbehoorlijke van hare han- mijne vraag wel bevatten, en waarschijn-
Hij dacht eeijige oogenblikken na.
Zonder op deze woorden in te gaan, -«et moeilijkste zal nog zijn, om je
cc Ac V,„;„ rwT,,,K„,t 6 moeder er toe over halen, dat zij in
dat huwelijk berüst," vervolgde de heer
Maubert. „Ik reken daartoe op je mede
vroeg de heer Maubert
„Heeft iemand u tezamen in den Res-
Ernest noemde hem een paar hamen werking.'
van bekenden, die beiden tezamen hadden
delwij
lijk zullen zij minder liegen dan gij. En
„Nog vanavond zal uwe moeder alles nu gebied ik je, op je kamer te blijven
„Uitmuntend antwoordde de heer
Maubert koel. „Dit is het voornaamste,wat cJdle
ik wilde weten. Ditmaal hebt u tenminste
„Maar u zult toch zeker niet van ons
verlangen, dat wij vriendschappelijk met
dien de Livérac omgaan, papa vroeg
HU gCUlCU lik ltj UU IC lidHlCl IC UHJ VCllj
totdat ik je verlof geef, die te verlaten.- verdienste, openhartig te zijn ge-
Tegen het dienstpersoneel moogt ge zeg- ^'e.es.t' miJnbeer de Livérac. Ik heb ïn-
gen, dat ge ziek zijt. En je maaltijden zul- lichtingen omfrent uw persoon ïngewon-
nen. Het is waar, dat u nog geen middel
„Ge hebt alleen maar de beleefdheid
tegenover hem in acht te nemen," ant
woordde hij.
weten, zoo zei zé.
„Mijne moeder is ernstig ziek, en u
zoudt haar daardoor den dood aandoen," ^jé^iM^den geteicht" r
zei Isabelle. „Zulk een groote verant- Toen de heer Maubert dat gezegd had, van bestaan hebt, maar men heeft mij ook Mevrouw Maubert gevoelde eené groote
woordelijkheid zoudt u toch zeker niet ging Hij heen. En toen hij de Wachter tel^rstellilg toen ze" het onherroepelijk
op u willen laden. zich gesloten had, was het Isabelle te nee^ V geregeiue pezigneaen «aar, u zeer f iwir crKta^nnt vwnarn
De verantwoordelijkheid zou op u moede, alsof ze in eene akelige gevangenis d£l Maar hij had haar genoeg gezegd', om
terugvallen," zei mevrouw Béthune,
„maar in elk geval zal ik er voor zorgen,
dat uw vader het te weten komt."
En toen de trein te Parijs was aangeko-
-men en Isabelle uit het portier keek, zag
ze tot haar grooten schrik, dat de heer
was opgesloten.
Ze kende haar vader maar al te-goed)
en ze wist, dat hij nog nooit tevergeefs
eene bedreiging had geuit, en zijne be
sluiten onherroepelijk waren.
toe u niet ontbreken. Welnu, ik zal eene haar te doen begrijpen, dat dit huwelijk
positie voor u vinden, en ik zal mijne nu noodzakelijk was.
dochter een huwelijksgift toestaan. Mor- Ze kende Isabelle te goed, om niet te
gen op hetzelfde uur zal ik u mijn verdere voorzien, dat het leven met haar hoe lan-
hoe iccm rron n r\r>n \xrntr>*-*
beslissingen doén weten
Ernestvertrok, en de heer Maubert
ging zijne vrouw opzoeken.
En om haar zoo min mogelijk te ver-
Toen Ernest de Livérac den volgenden
Maubert al op het perron stond te wach- morgen opstond, ontving hij een tele-
ten, in gezelschap van Gerard. gram, waarbij hij werd uitgenoodigd, zoo
Toen beiden waren uitgestapt, ging de spoedig mogelijk bij den heer Maubert te ontrusten, bepaalde hij zich ertoe, haar
heer Matibert met zijn hoed in de hand komen.
mevrouw Béthune bedanken, omdat ze vermoedde met veel goeds. _„J
1 En na met zorg zijn toilet te hebben ge-
zich ermee had willen belasten, Zijne nlaakt> begaf hijVh naar dengene, die i ler wereld was
dochter naar huis te geleiden. hij gaarne zijn schoonvader wilde noemen.
„Zou ik u om een kort onderhoud mo- De heer Maubert ontving hem in stijve
gen verzoeken, mijnheer Maubert?" houding, zonder hem de hand te reiken,
ger hoe ondragelijker zou worden, en zoo
liet ze zich dan ertoe overhalen, dit hu
welijk als eene bevrijding voor allen te
beschouwen.
„Ge hebt nu ten koste van alles met de
het aanzoek van Ernest de Livérac mede r
1" nimurlijksK öak
Maubert uit, terwijl ze de handen vouw-
vroeg mevrouw Béthune met ernstig ge- en de uitdrukking van zijn gelaat was de. De heer Maubert begreep, hoe moei-
béuren," zei de heer Maubert tot zijne
dochter, „maar ge zult geen huwelijks-
iets kunnen voorzien riep mevrouw ontvangen. Ik zal voor je aanstaanden
echtgenoot de een of andere admimstra-
„O, hoe is het mogelijk! Wie had zoo-
laat. „Het zou vanavond of morgen- niet erg bemoedigende
tieve betrekking weten te vinden. Ge zult
niet rijk zijn en ik hoop, dat gij hét nooit
ochtend kunnen geschieden, maar liefst
zoo spoedig mogelijk."
Zonder Verdere inleiding begon hij
dus
„1, i„„ uc AcAcir.u „U hebt aan mijne dochter^ Isabelle
„Wanneer u wilt, kan het dadelijk ge- de2e brieven geschreven
li O Er iT AT ATT O t r4*A( 1 til fill /l O n i\/l 111a j 4
Terwijl hij dit zeide, wees hij met ue
hand naar een pakje, dat op zijn schrijf
bureau lag.
Ernest richtte zijne oogen daarheen.
„Dat is mogelijk, mijnheer Maubert,"
schieden, mevrouw," zei de heer Mau
bert, die dadelijk begreep, dat er iets bij
zonders moest zijn voorgevallen.
Toen richtte hij het woord tot Gérard,
om hen op te dragen, voor de bagage van
lijk het was, zijne vrouw duidelijk te ma- j en 114 ««»p, I U"'L
al- ken, dat geen ander huwelijk voor Isa- Zu.U worden' want de Livérac bezit de
belle meer mogelijk was, en haar zoo
min mogelijk verdriet aan te doen.
Hij dacht bij zichzelven, dat hij niet
beter kon doen dan tijd te winnen, en
talenten niet, om op een eerlijke'manier
rijk te worden. Je positie zal altijdunindor
zijn dan die van je zusters, maar dat is
je eigen schuld."
zonder verder op de zaak in te gaan, ging "^r°m zal.mi'n P°^tie minder zijn
I.:: r-AcUc dan die van mijne zusters?" vroeg Isa-
hij Cécile opzoeken.
Het onderhoud was voor haar bijzon-
zijn zuster te zorgen, en haar in een rij- zei de jonkman. „Zou ik de brieven even der ijnlijk Haar vader OTèfstelpte haar
tuig naar huis te geleiden. mogen inzien? „aa„a<>i i a --
Maar de heer Maubert weerhield hem gua' z, we' 8er>°od- wanneer Cécile ooit tot een huwelijk
belle, terwijl ze zich hoog oprichtte.
„Omdat Colette met een rijk en alge
meen geacht edelman is getrouwd, en
isabelle gevoelde zich tamelijk onge- „ah MV...
rust, toen ze het ouderlijk huis betrad, met een gebaar, en zei bedaard zaakt was, nem alles te bekennen, wat er mocht komen, dan ben ik zeker, dat ook
En na hare moeder vluchtig te hebben „Ja, u kunt mij gelooven. Het zijn uwe gedurende zijne afwezigheid was voor- 2ij een keuze zal doen, waarop wij allen
begroet, begaf ze zich naar nare kamer, brieven. En hadt u met het schrijven van gevallen op de villa Les Pavilions, de trotscb op zullen kunnen zijn, terwijl dat
Ongeveer een uur later kwam de heer die brieven de bedoeling, mijne dochter moeilijkheden met het dienstpersoneel van llwe e;gPll ke„2e niet kan gezegd
Maubert thuis. ten huwelijk te vragen en eindelijk het verloren cn weer terug- w01den
Regelrecht begaf hij zich naar de ka- „Dat is inderdaad mijne bedoeling, eevonden bankbiljet ,r
nier van Isabelle, die bezig was, hare ba- mijnheer Maubert," antwoordde Ernest. j "r^aar lk 1,eo L0hh recht °p d£.2el/d*
gage uit te pakken. „Maar waarom hebt u zich dan zooais M®1 str?"8 &elaat hoorde de heer- Mw<- Huwelijksgift Jt mijn zuster," zei Isa-
Isabelle," zoo begon hij op ernstigen gebruikelijk is, niet eerst tot mij gericht, bert dat alles zwijgend aan. r belle op scherpen toon.