BRIEVEN UIT OEGANDA.
Suzanne Dupré
Binnenlandsch Nieuws
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Woensdag 3 Juni 1925
Robert Lansing, gewezen minister van Buitenlandsche Zaken in de V.S.
over de aansluiting van Duitschïand bij Oostenrijk. Een conflict in
Duitschïand tusschen Rijksdag en Rijksraad. Amerika stelt zich op het
standpunt, dat onderhandelingen over dè buitenlandsche schulden in de
V. S. moeten' plaats hebben.
Onder de Radio-berichten: Overhandiging van de ontwapeningsnota
der Ambassadeurs-conferentie a.s. Donderdag te verwachten. De con
ferentie inzake den wapenhandel te Genève zal zich hebben uit te spre
ken over een verbod van den chemischcn en bacteriologischen oorlog.
Massa-proces te Sjoemen.
F E UIL LETON
36
De nota der Ambassadeurs
conferentie.
Paratyphus te Spandau.
De Geneefsche conferentie
inzake den Wapenhandel.
De Engelsche legermanoeuvres.
Maarschalk F och te Londen.
De communistische agitatie
in Bulgarije.
De relletjes te Sjanghai.
De salaris-regeling van
de ambtenaren.
De Reichspostover
Mgr. Diepen.
De Kanaalfeesten in N.-Hollan<L
Officier en forensenbelasting
De Ferry-bootinstallaties
te Zeebrugge.
Woningbouw met rijkssteun. k
UIT ONZE OOST.
Zes ton meer voor de
volksgezondheid.
I In 1741 verwierf zich de familie der Albu-
saids de heerschappij over Muscat, maar het
duurde nog lang voor zij er aan konden den
ken hun oude rechten op Oost-Africa te coen
geldend
Iman Ahmed bin Said dwong in 1785 de
Mazrui Familiê zijn souvereiniteit te erken
nen maar het was pas in 1809, onder Said bin
Sultan, dat er de hand aan gelegd werd. De
onderlinge naijver tusschen de Mazruis en de
Nahabans hielp hem daarbij en maakte het
hem mogelijk in te grijpen. Het volk van Pate,
verslagen door de Mazruis, riep in 1822 Seyid
Said te hulp en hij bezette Pate en Pemba en
bedreigde van daaruit Mombasa. Tegen die
overmacht kon Suliman bin Ali zich niet ver
ledigen en hij vroeg om de bescherming van
Engeland, die hem geweigerd werd door een
kapitein van een Engelsch oorlogschip, dat
in de Indische Oceaan kruiste. Toch heesch
lij de Engelsche vlag. Kaptein Owen stichtte
in 1824 een voorloopig Protectoraat, maar de
regeering van Londen weigerde erkenning
en het Protectoraat werd in 1826 opgeheven.
Salini bin Ahmed, de opvolger van Suliman
bin Ali, erkende Seyid Said als Opperheer en
verkreeg voor zijn Familie het erfelijk Gou
verneurschap.
Maar de Mazruis bleven oproerig en na
verschillende vergeefsche pogingen om zich
onafhankelijk te maken van Muscat, nam
Seyid Said Mombasa in 1873 en deed den
regeerenden Mazrui met zijn aanhangers om
brengen.
In 1832 verplaatste Seyid Said zijn hoofd
stad van Muscat naar Zanzibar. In korten
tijd werd het de belangrijkste en grootste
stad op de Oostkust. De Vereenigde Staten
van Amerika zonden hun vertegenwoordi
ger in 1836. Engeland volgde in 1840 en de
andere naties bleven ook niet achter.
Ofschoon de handel, zooals die nu be
staat, eerst van die jaren dkteert, was er voor
jaren een andere handel aan den gang ge
weest, die voor altijd een smet zal blijven op
den Europeeschen naam. De slavenhandel.
Het aantal slaven, jaarlijks uit Zanzibar uit
gevoerd, wordt op van zes tot tienduizend
geschat. Het is Engeland's glorie, ongehol
pen, dien menschonteerenden handel gestopt
te hebben. Na tachtig jaar van onvermoeid
werken is het haar gelukt de slavenmarkten
te sluiten de arme Zwartjes worden niet
meer van huis en land wéggerukt om onder
de wreede zweep voor hartelooze meesters
te werken.
Een van de vruchtbaarste ondernemin
gen, door Seyid Said op touw gezet, was de
oprichting van een lijn van handelsstations
vanaf de kust tegenover Zanzibar, diep het
binnenland in. De Europeanen volgden de
Arabieren, en in de tweede helft van de 19de
eeuw doorkruisten talrijke expedities de
binnenlanden van Africa en in 1858 bezoch
ten Speka en Grant Koning Mutesa in Oe
ganda.
Deze expedities gingen uit van verschil
lende landen en Duitschïand, Engeland en
Frankrijk poogden ieder voor zich vasten
voet te krijgen in Africa's binnenlanden.
Ook Egypte en de Soedan waren er op uit
hun invloed uit te breiden tot in de jaren
1885 86 bij het verdrag van Berlijn de ver
schillende grenzen geregeld en Africa vreed
zaam onder de mogendheden verdeeld werd.
Maar wij moeten ons beperken tot Oegan
da. Het trekt wel aan en de te behandelen
stof is belangwekkend genoeg. Maar het zou
ons te ver voeren om de verschillende lan
den van Oost-Africa verder afzonderlijk te
behandelen.
We gaan dus door met onze reis.
22 Juli. Wij varen Kilindini binnen. De
groene kusten en eilanden, de huizen, ver
scholen tusschen de wuivende palmen, zijn
een weldaad voor het oog. Sinds wij de Straat
van Messina doorvoeren, hebben'wij haast
niet anders als zand en woestijn gez'ien. Ki
lindini is druk bezig een groote havenplaats
te worden en er wordt hard gewerkt om het
lossen en laden te vergemakkelijken. Dit
moet nu met behulp van kleine bootjes ge
schieden en weldra waren wij dan ook door
een zwerm booten omringd. Wij moeten
maar zien hoe wij onze bagage aan land krij
gen. Het bagage ruim is open, en we mogen
het er zelf uithalen. Gelukkig'ontdekken wij
een bootje met Père Puel en een anderen
Witten Pater, die ons af komen halen. Maar
er zijn zooveel anderen, die voor hen waren,
dat het wel een uur duurt, voor zij aan boord
kunnen komen. Maar dan gaat ook alles
goed. De roeiers van hun boot doen dienst
als sjouwers. Onze bagage en die der Witte
Paters en Zusters wordt aan dek gebracht.
Het is te veel voor één bootje en een ander
wordt gehuurd. Het eerste vertrekt met de
Witte Paters en Zusters. Het tweede brengt
ons en onze bagage aan land.
Daar vallen we in handen van de Douane
We worden tamelijk vlug geholpen en na
een handkar met onze koffers en kisten vol
gepakt te hebben, gaan we met een auto
ik bedoel een Ford naar de Procure van
de Witte Paters, waar we gastvrij en broe
derlijk ontvangen worden. Zij wisten alles
van het ontbijt op de Fransche boot en dien
dag krijgen wij onze eerste fatsoenlijke och
tend-maaltijd, sinds wij Marseille verlieten.
Wij waren maar 18 dagen aan boord ge
weest, we hadden zeker 'n voorspoedige reis
toch zijn we blij weer aan vaste wal te
zijn weer een flinke wandeling te kunnen
maken en vooral weer de H. Mis te kunnen
lezen aan een altaar in een kapel.
Wij besteden onzen tijd met onze bagage
voor de verdere reis in orde te maken. Wij
bezoeken den Hollandschen Consul en de
Paters van den H. Geest, waar we den Hol
landschen Pater aantreffen.
Met de Witte Paters bespreken we laatste
Oegandeesche nieuws en halen oude herin
neringen op, want beide zijn oude kennis
sen uit Oeganda. En zoo wachten wij tot
Vrijdag, den dag waarop de boottrein Mom
basa verlaat voor het Victoria Meer.
's Morgens gaat onze zware bagage per kar
om ingeschreven te worden, 's Middags
gaan wij met onze handbagage per auto naar
het station begeleid door de Witte Paters en
om vier uur trekken wij, na een hartelijk
afscheid, het binnenland in, naar Oeganda
P. G. PREIJDE.
Het commuuistencongres
te Glasgow.
Het te Glasgow gehouden communisten
congres heeft, behalve de reeds vermelde
verschijning van twee buitenlandsche com
munisten, blijkens de Engelsche pers, gedu
rende de twee eerste zittingsdagen niet veel
opgeleverd, dat de moeite van het vermelden
waard is. De redevoeringen, die de verschil
lende afgevaardigden uit Engeland, Schot
land en Ierland hebben gehouden, waren in
den algemeenen revolutionairen toon gehou
den, die men van de communisten gewend
Is. Het ledenaantal verb%vrt in denzelfden
vlottendcn staat gelijk elders. Onder de 5000
'eden, die de partij telt, en van wie slechts
55 pCt. vol lid is, is een voortdurend va-et-
vient. De eenige verlevendiging van de een
tonigheid der besprekingen vormde de ver
schijning op het podium van een groep jonge
communisten van tien tot twaalf jaar, die
breedgerande hoeden en roode ceintuurs
droegen, de „Internationale" zongen en een
protest uiten tegen de houding van de over
heid van Greenock, die vergunning had ge
weigerd voor een optocht door de stad.
Vóór de opening van het congres drongen
twee jonge mannen, Fascisten »aar men ver
moedt, in de congreszaal door en strooiden
gemeen riekende chemische stoffen uit, doch
zij waren te vroeg, daar de zaalhouder vol
doende tijd had om te spuien voor het con
gres een aanvang nam.
De aansluiting van Oos
tenrijk bij Duitschïand.
De „Neue Freie Presse" heeft ter eere
van het Pinksterfeest een „Pfingst-Num-
mer" met „Beilage" uitgegeven. Daarin zijn
artikelen opgenomen van bekende politici
over brandende questies, Oostenrijk vooral
betreffende en litteraire bijdragen van dich
ters en schrijvers. Een bijdrage van Robert
Lansing, minister van buitenlandsche zaken
onder president Wilson is een daarvan.
Lansing geeft hierin zijn inzicht over de
aansluiting van Duitschïand bij Oostenrijk.
Deze aansluiting zou, meent hij, den vrede
en de economische ontwikkeling bevorderen.
„Dit standpunt heb ik reeds in 1918 in een
memorandum uiteengezet en sindsdien ben
ik niet van meening veranderd."
„Ik geloof niet, dat Oostenrijk zich indus
trieel en over het algemeen economisch kan
herstellen zonder vereeniging met Duitsch
ïand Wanneer de Italianen de kustplaatsen
aan de Adriatische Zee bezitten, dan moet
Oostenrijk een uitgang naar het Noorden
hebben".
„Volgens mij zal de toestand in Midden-
Europa niet stabiel zijn, vóórdat deze aan
sluiting een feit is geworden".
„Economisch zou ook een andere oplossing
mogelijk zijn: nl. een economische eenheid
tusschen Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk;
maar deze oplossing zou grooten tegenstand
ondervinden en groote wrijving te weeg
brengen".
Beieren en het Rijk.
Tusschen den Rijksda"*, die uit vertegen
woordigers der Duitsche regeeringen is sa
mengesteld, en den Rijksdag is een conflict
uitgebroken. Dit is voor de eerste maal tijdens
het bestaan der Duitsche republiek. De Rijks
dag heeft eenige dagen geleden met 148 tegen
126 stemmen een soc.-democratisch voorstel
aangenomen, waarbij een herziening der von
nissen door de Beiersche Volksgerichte ge
veld, wordt mogelijk gemaakt.
Thans bevinden zich in de Beiersche ge
vangenissen nog ongeveer 2000 gevangenen,
die door deze „Volksgerichte" zijn veroor
deeld en een deel van deze vonnissen be
rust op zeer aanvechtbare gronden.
De sociaal-democraten willen dan ook uit
dien hoofde, dat deze vonnissen, waartegen
geen rechtsmiddel openstaat, herzien wor
den en de Rijksdag was het hiermee eens.
Niet echter de Rijksraad. Deze heeft op ver
langen van Beieren tegen dit besluit van den
Rijksdag protest aangeteekend. Het voorstel
van Beieren werd in een comitévergadering
van den Rijksraad met acht tegen vijf stem
men aangenomen. In de voltallige vergade
ring van den Rijksraad werd hierover niet
eens formeel gestemd. De voorzitter ver
klaarde eenvoudig en dit kan hij doen,
dat de Rijksraad met de beslissing van haar
comité accoórd gaat.
Volgens de Grondwet nu moet het voor
stel der soc.-democraten weer naar den Rijks
dag teruggaan. Herhaalt de Rijksdag zijn be
slissing, dan heeft de rijkspresident te beslis
sen of deze quaestie aan een referendum on
derworpen zal worden. Wanneer de president
niet tot een referendum besluit, dan geldt de
wet als niet tot stand gekomen.
Alleen als de Rijksdag zich met een meer
derheid van twee 'derden tegen de beslissing
van den Rijksraad uitspreekt, dan moet de
rijkspresident öf de wet afkondigen, zooals
de Rijksdag die heeft opgesteld, öf een refe
rendum bevelen.
Dit zal de eerste maal zijn, dat president
Hindenburg in een politiek conflict te beslis
sen zal hebben. De sociaal-democraten heb
ben verklaard den strijd tegen de Beiersche
„Volksgerichte" tc zullen voortzetten, tot
dat een revisie der vonnissen zal zijn bereikt.
De Arbeidsconferentie te
Genève.
De Arbeidsconferentie is reeds begonnen
met den oogst en nam de conventie van het
vorig jaar betreffende den wekelijkschen
rustdag in glasblazerijen met wan-ovens met
110 stemmen tegen nul aan met verwerping
van het Engelsch amendement, welke den
rustdag niet gebiedend doch facultatief op
Zondag wilde stellen, opdat het bedrijf kan
doorgaan.
Een beroep van Perzie op
den Raad van den Volken
bond.
De Perzische regeering is van oordeel dat
de bolsjewistische militaire invallen op de
Perzische grens zóó ernstig zijn dat zij voor
nemens is een beroep cp den Raad van den
Volkenbond te doen op grond van de over
weging dat deze toestand een bedreiging
voor den internationalen toestand vormt.
De moord op den Sirdar.
Uit Kaïro wordt geseind, dat de negen
personen, terechtstaande in verband met den
moord op den sirdar allen schuldig 2;jn
bevonden. Het vonnis zal 7 Juni worden uit
gesproken.
De strijd in Fransch-Ma-
rokko.
De berichten uit Marokko melden dat de
vliegers voortgaan de vijandelijke douars
krachtig te bombardeeren en de akkers in
brand te steken, waardoor zij een paniek te
weegbrengen.
Sedert begin April werden de garnizoen-
steden in Marokko overstroomd met korte
geschriften, welke aan officieren en soldaten
van het Fransche leger persoonlijk waren
gericht en waarin zij tot ongehoorzaamheid
werden aangespoord. Na zorgvuldige na
sporingen heeft de politie te Casablanca
thans een centrum van communistische pro
paganda ontdekt en drie Franschen gearres
teerd de kunstschilder Pinet, oud-leerling
van de Ecole des beaux-arts, Pierre Celor,
procuratiehouder bij het filiaal van een
Fransch handelshuis te Casablanca en Alamy,
bediende op het bureau van een der spoor
wegmaatschappijen.
De buitenlandsche schul
den der V. S.
Uit New-York wordt gemeld, dat Mellon,
Kellogg en Hoover als leden van de com
missie inzake de schulden zich definitief op
het standpunt stellen, dat rechtstreeksche
onderhandelingen voor het furtdeeren van
de oorlogsschulden te Washington plaats
moeten hebben en dat de commissie onder
geen omstandigheid eenvoorstel in overweging
zal nemen, naar het buitenland te gaan om
een gemeenschappelijke vergadering bij te
wonen van vertegenwoordigers van de lan
den, die aan Amerika schuld hebben.
De verklaring van de staatssecretarissen
Mellon, Kellogg en Hoover schijnt verband
te houden met een aansporing, die Harvey,
de vroegere Amerikaansche gezant te Lon
den, in zijn afscheidsartikel in de „Washing
ton Post" tot de Fransche regeering richt
die hij, volgens bericht uit Washington aan
de „Times", aanspoort, aan Groot-Britannië
te doen weten, dat zij bereid is, samen met
Groot-Britannië en de Ver. Staten te Lon
den een conferentie te houden inzake finan-
cieele aangelegenheden. Harvey' werd, tot
dit voorstel gedreven teneinde een compro
mis te vinden, tusschen de houding van Ame
rika, dat het met zijn prestige niet in overeen
stemming acht, zijn schuldencommissie naar
Parijs te zenden, en Frankrijk, dat Caillaux,
zijn minister van Financiën, niet zoo lang
kan missen.
Een Amerikaansch gene
raal in het openbaar gehoond.
Bij een gisteren te New-York door den
Ierschen generaal O'Duffy gehouden wa
penschouw in de kazerne van het 165ste
regiment veroorzaakten vrouwen, in weerwil
van het feit, dat bijna tweehonderd man
militaire politie en detectieven aanwezig
Met de ellebogen op de tafel steunende,
'luisterde Arabella met neergeslagen oogen
naar dit gesprek, zonder zich daarin te men
gen.
Maar opeens zette ze groote oogen op, en
.vroeg:
I „Wanneer het haar nu beter gaat, neemt
het gevaar voor besmetting dan at?"
„Ik weet het niet," antwoordde Marie
Thérèse. „Papa las kort geleden in de Reyue
een artikel met angstwekkende bijzonder-
neden. Zoo moet het bijvoorbeeld dikwijls
voorkomen, dat teringlijders zeiven genezen,
en de gezonden, die hen verplegen, door de
ziekte worden aangetast, en daaraan ten
gronde gaan."
Suzanne had getracht, Marie thérèse met
de oogen te wenken, om haar t,e beletten, met
ipreken voort te gaan, maar het argclooze
jonge meisje bemerkte dat zwijgend verzoeic
niet.
Maar Arabella werd nog bleeken
„Wees maar bijzonder voorzichtig, wU-
lanne." Zoo vervolgde Marie Thérèse onbe
vangen, „ga vooral veel in de frissche lucht,
en in de zon, en verwissel dikwijls van klee-
ren
Suzanne trok de schouders op, en ant
woordde:
„Als mijn dag gekomen is, dan zal ik rus
tig zeggen: Hier ben ik, Heer! Ik ben voor
dc groote reis bereid."
„Lr: zult ge dan zonder er over te treu
ren dit leven verlaten? Het leven is toch
zoo rijk aan alles, wat schoon en goed is,
aan vreugde en.... liefde....'
Het gelaat van het jonge meisje had nu
een zonderlinge uitdrukking aangenomen.
„Dat is zeker de liefde, waarvan ik niets
weet," dacht Suzanne bij zichzelve. „Zou het
don Alberto werkelijk gelukt zijn
Eigenlijk vond ze die zegepraal maar al
te begrijpelijk, maar dit ging gepaard met
een gevoel, alsof ze medeplichtig werd aan
eene misdaad, door h« niet te verhinderen.
De aan donna Flavia gegeven belofte
drukte haar dubbel zwaar, zelfs zóó zwaar,
dat ze Arabella een oogenblik vergeten
was, die naar het venster was gegaan, en de
jalcusieën geopend had.
„Het is hier om te stikken, vindt gij dat
ook niet?" vroeg ze. Ze boog zich over de
balustrade, alsof ze veriche iuc'nt wilde in
ademen, maar in werkelijkheid was het, om
hare tranen van onrust en berouw te ver
bergen, die' ze niet had kunnen bedwingen.
Marie Thérèse wilde haar naderen,t maar
Suzanne hield haar met een wenk terug, ter
wijl ze zeide:
„En hoe is het met Sarno? Ziet ge hem
nog wel eens?"
„Ja zeker. Dikwijls.^ Hij heeft eindelooze
redetwisten met papa.
„Heeft hij dus Frankrijk vergeven?"
Het gelaat van Marie Thérèse straalde
van vreugde, toen ze antwoordde:
„Ja, dat geloof ik zeker."
Suzanne dacht bij zichzelve: hoe gevoelig
zijn de Franschen toch in hun patriottisme!
Zij zelve leed niet aan zulk een overdre
ven patriottisme. En eigenlijk was Rome ook
haar vaderland, en alle ongelukkigen be
schouwde ze als hare landgenooten, haar
familie.
Arabella leunde nog altijd over de balus
trade. Herhaaldelijk drukte ze beide handen
legen haar oogen.
Even later werden de jonge meisjes in den
salon ontboden, om de thee te gebruiken.
Mistress Fane schonk zelve de thee in
met hare fijne blanke handen, waaraan zoo
vele diamanten fonkelden.
De heer de Roquépine. die gekomen was,
om zijn dochter af te halen, scheen ver
strooid te zijn.
Hij bemerkte er niets van, dat Suzanne
bloosde, toen hij haar groette.
Een fijnbesnaarde, edele ziel, had hij ge
zegd. toen hij over Suzanne sprak.
En het kwam haar voor, alsof hij door die
woorden in het diepst van haar gemoed was
doorgedrongen.
Van nu af aan zou ze hem niet meer met
dezelfde onbevangenheid kunnen ontmoe-
ten!
Mistress Fane hield op haar gewone schit-
waren, een opstootje. De vrouwen wierpen
eieren naar den generaal en begroetten hem
met den kreet „Verrader"! De politie onder
drukte het opstootje Zij verwijderde twintig
vrouwen uit de zaal.
Bovengemelde wapenschouwing had plaats
ter gelegenheid van „Memorial Day", die
blijkens bericht uit New-York aan de Engel
sche bladen in heel Amerika werd gevierd
met parades van oorlogsveteranen en diensten
ter herdenking van de Amerikanen, die in
alle door de Vereenigde Staten gevoerde
oorlogen zijn gevallen en op wier graven
bloemen en vlaggen werden neergelegd.
Te New-York duurde de parade van vete
ranen vele uren. Voor den eersten keer in
de geschiedenis nam er een vreemd regiment
aan deel, nl. een Canadeesch regiment, dat
opmarcheerde met een afdeeling Britsche
oudstrijders en geestdriftig werd toegejuicht.
Prins George en de rel
letjes te Sjanghai.
Een telegram uit Sjanghai meldde, dat bij
de aankomst van prins George daar ter stede
zich de relletjes, die sedert een paar dagen
tegen de Japanners aan den gang waren,
herhaalden.
Tot goed begrip van de zaak zij vermeld
dat prins George, de jongste zoon van den
den Engelschen koning, niets met deze rel
letjes had uit te staan, zooals het telegram
zou kunnen doen vermoeden, en toevalliger
wijze toen deze aan den gang waren te Sjang
hai aankwam, waarheen hij een paar weken
geleden uit Engeland vertrok om zich bij
het Engelsche eskader, waarbij' hij dient, aan
te melden.
j In de buitenwijken der stad hadden Maan
dag eenige ongeregeldheden plaats. Verschei
dene personen werden gearresteerd, doch er
vielen geen nieuwe dooden of gewonden. Er
bestaat groote belangstelling voor het ge
rechtelijk verhoor, dat gisteren plaats zou
hebben.
Een ontploffing op een
petroleumveld in Mexico
Tien Mexicaansche arbeiders en één Ame
rikaansche werden Vrijdag gedood bij een
ontploffing, die plaats had toen zij bezig wa
ren met het aanboren van een petroleum-
bron in het gebied van Tampico.
Naar de Duitsche bladen melden, is de
zoogenaamde ontwapeningsneta van den
Raad van Ambassadeurs reeds sedert Za
terdag in handen van de diplomatieke ver
tegenwoordigers der Ententelanden. Zij zal
echter eerst Donderdag worden overhandigd
daar voordien noch dr. Luther noch dr.
Slresemann van hun Pinkstervacantie te
Berlijn zullen zijn teruggekeerd.
In de politieschool te Spandau zijn se
dert 22 Mei zestien ambtenaren lijdende
aan paratyphus, levensgevaarlijk bestaat er
niet. De ziekte is waarschijnlijk het gevolg
van het gebruik van bedorven levensmid
delen. Het onderwijs is stopgezet.
De conferentie inzake de controle op den
wapenhandel zal worden uitgenoodigd een
resolutie goed te keuren, waarbij erkend
wordt, dat de chemische oorlog terecht
door de openbare meening der beschaafde
wereld veroordeeld wordt en de wensche-
ljjkheid wordt uitgesproken van een alge-
meëne aanvaarding van een verbod tot het
bezigen van chemische en bacteriologische
wapens als deel van het internationale
recht, dat het geweten der naties verbindt.
De wensch wordt uitgesproken, dat alle
pogingen zullen worden gedaan om zoo
spoedig mógelijk een algemeene conventie
to sluiten bestemd om het verbod van uit
voer voor te schrijven en om meer in het
algemeen het vraagstuk van het verbod van
den chemischen en bacteriologischen oorlog
te regelen.
De manoeuvres, welke van midden Augus
tus tot eind September in Engeland worden
gehouden, zullen voornamelijk ten doel heb
ben de nieuwe technische wapens en hulp
middelen te beproeven Generaal Chetwode
zal het Oostelijk leger commandeeren; het
Westelijk leger wordt aangevoerd door ge
neraal Godley. Maarschalk Pétain en gene-
raad Debeney van den Franschen generalen
staf, zullen de manoeuvres bijwonen; gene
ral Harington treedt als arbiter op.
Maarschalk Foch is gisterenmiddag te
Londen aangekomen ter bijwoning eener
heden te houden parade. Hij is op uitnoodi-
ging van den koning hierheen gekomen, met
wien hij na de plechtigheid zal lunchen.
In het groote proces tegen de communis
tische samenzweerders hebben zich voor
den krijgsraad van Sjoemen 284 personen
te verantwoorden. Het O. M. eischte tegen
63 hunner de doodstraf.
Uit Sofia wordt aan het ..Berl. Tagebl.
gemeld, dat men er in geslaagd is aan de
Servische grens den leider te arresteeren
van de bende, die indertijd den. aanslag op
koning Boris heeft gepleegd. Iwan Christow
Pasjata genaamd.
Volgens berichten uit Peking en Sjanghai
is de toestand te Sjanghai zeer alarmeerend
geworden, daar de Chineesche regeering
blijkbaar partij heeft gekozen voor de re
bellen en geëischt heeft dat de gevangenen
zouden worden vrijgelaten en dat de politie
zal worden gestraft.
Onlangs is door minister Colijn medege
deeld, dat er wellicht aanleiding zou zijn
om eventueele „plooien" in de salarisrege
ling voor de ambtenaren, glad te strijken.
In "verband hiermede, verneemt de Tel., dat
door den minister van Financiën aan de
verschillende departementshoofden een aan
schrijving is gezonden, waarin wordt mede
gedeeld, dat binnen het kader van bet thans
geldende bezoldigingsbesluit, tegemoet zal
worden gekomen aan onvoldoende bevon
den regelingen ten aanzien van de salaris
sen van de verschillende rangen van amb
tenaren en beambten en dat te dier zake
aanwijzingen aan het ministerie van Finan
ciën kunnen worden gezonden zoodat even
tueel daarmede rekening kan worden gehou
den.
„Een groote redder en helper.
De katholieke „Reichspost" te Weenen, 't
chrislelijk-sociaal hoofdorgaan van Oosten
rijk, bevat onder den titel: „Een groote red
der en helper" een zeer waardeerend arti
kel, gewijd aan mgr. Diepen, den bisschop
van 's-Hertogenbosch.
Het blad schrijft:
„Jarenlang hebben de Europeesche staats
lieden beschermertje gespeeld en over de
hulp van Oostenrijk gedebatteerd.. Intus-
schen heeft een Nederlandsche bisschop ge
handeld, en ons, Oostenrijkers, hulp ge
bracht waar de nood het grootst was,
in zijn kathedraal te 's-Hertogenbosch
prijkt thans een mooie schildering van Oos-
tenrijksche kunstenaarshand, hem opgedra
gen door de Weensche katholieken. Tot de
lichtgestalte der haar gaven uitdeelende
christelijke charitas van Holland nadert dan
kend met haar arme kinderen de moeder
Oostenrijk.
Bisschop dr. Arnold Frans Diepen van
's-Hertogeabosch was het, onder wiens
krachtige, waarlijk onvermoeide leiding het
Ro-.msch-katholieke hulpwerk van Holland
vqpr de Weensche en vele andere Oosten-
rijksche noodlijdende kinderen georgani
seerd werd.
Wie van ons heeft vergeten, hoe het in de
jaren 1919 en 1920 was?
Er groeide een geslacht van kinderen op,
dat de nooden van den oorlogs- en na-oor
logstijd in een levenslang ziek-zijn in zich
om scheen te zullen dragen, kinderen met
holle wangen en gekromde lichaampjes,
zonder frischheid en vreugde.
Nauwelijks had toentertijd het Oosten-
rijksche volk vele duizenden zijner kinderen
voer betere dagen kunnen redden, zoo
zich niet in het buitenland mannen en
vrouwen vol echte christelijke charitas be
vonden hadden, die geholpen hadden. oor-
aan als eerste het kleine Holland, dat zelf
onder de blokkade van zijn kusten in den
wereldoorlog niet weinig geleden had. Het
breidde de hulp, die het reeds tijdens den
oorlog aan Oostenrijksche kinderen verleend
had, op royale wijze uit.
Mgr. Diepen, die in 1919 bisschop van
's-Hertogenbosch in Noord-Brabaet gewor
den was, stelde zich aan het hoofd van de
actie onder de katholieken des lands. Het
onder zijn leiding opgerichte^ Roomsch-
KrJholieke „Huisvestingscomité werd tot
een groote centrale der katholieke liefdadig
heid voor de Oostenrijksche kinderen.
Mgr. Prinsen stond hem als vice-president
en de heer Joseph Mackelenbergh als direc
teur ter zijde. 28.000 Oostenrijksche kinde
ren. voor het meerendeel uit het hongerlij
dende Weenen, werden tijdens de actie naar
Holland gebracht.
Maandenlang genoten zij de gastvrijheid
der Hollandsche pleegouders, werden rijke
lijk voorzien van alles wat zij noodig hadden
en keerden steeds met geschenken beladen
terug De meesten profiteeren thans nog van
de verkwikking, die ze toenmaals in beslis
sende levensjaren, opdeden.
Behalve de rijke geschenken die ze mee
brachten, zijn 600 wagons „liefdegaven", le
vensmiddelen en kleeren gedurende het tijd
perk van nood uit Holland naar Hongarije
gezonden.
Onder voorzitterschap van bisschop Die
pen werd er ook een Hollandsch priesterco
mité gevormd, dat noodlijdende priesters en
theologen van Oostenrijk ondersteunde eoi
hun in Holland gastvrijheid verleende.
En bij de lichamelijke weldaden voegden
zich ook geestelijke. Vele Oostenrijkers,
zoowel kinderen als ouders, deden door de
nieuwe aanraking met het voorbeeldige par
ticuliere en openbare leven der Hollandsche
katholieken onuitwischbare indrukken op.
Hier moge ook vermeld worden, dat bis
schop dr. Diepen de Oostenrijksche congre
gatie der dochters van den Goddelijken Hei
land in zijn diocees vestigde."
Het blad besluit zijn beschouwingen met
dc bede, dat de ontelbare tranen der zwaar
beproefde Oostenrijksche moeders, die Mgr.
Diepen hielp drogen en de dankbaarheid,
die vele duizenden Oos.tenr:jksche ouders
voor Mgr. Diepen en zijn medewerkers koes
teren, op den edelen en grooten helper ei»
zijn land den zegen Gods moge doen neder
dalen.
Dinsdagmorgen 9 uur vertrok de groote;
driedekker van de „Alkmaar Packet van
Alkmaar naar Helder met 600 passagiers
aan boord. Het aantal gegadigden was naai
de Tel. verneemt zoo groot, dat velen geen
plaats op de boot. konden bekomen. De tocht
werd op tijd volbracht. Van het vliegkamp
„De Kooi" af werd de boot geëscorteerd
door een viertal vliegtuigen. Bij aankomst
te Helder wandelden de bezoekers naar het
tentoonstellingsterrein, waar de officieels
ontvangst geschiedde vanwege het gemeen
tebestuur en de genoodigden, o. w. de mi
nister van Waterstaat werden toegesproken
door den burgemeester, den heer Houwing
en den voorzitter van de tentoonstellings
commissie. Het convooi Langedijker motor-
booten werd voor de spo.vbrug te lang op
gehouden, zoodat dit niet op tijd te Heidei
aankwam. Er heerschte op de tentoonstelling
een gezellige drukte. Er waren duizenden van
elders aanwezig.
Om twee uur vertrokken de booten voor
den tocht op het Marsdiep ter bijwoning van
de zeilwedstrijden georganiseerd door de
Kon. Marina Jachtclub. Tijdens de zeilwed
strijden hadden demonstraties plaats met
onderzeebooten en watervliegtuigen. Het weer
was voor de zeilwedstrijden bijzonder gun
stig. Wel was er iets te weinig wind. Het
bleek mogelijk buitengaats te varen.
Een luitenant van een garnizoen buiten
Amersfoort werd aldaar in de forenzenbelas-
ting aangeslagen. Hij maakte daartegen be
zwaar, aanvoerende, dat hij gedetacheerd is
bij de le school voor verlofs-officieren te
Amersfoort, teneinde onderricht te geven bij
de opleiding tot reserve-officier aldaar, wel
ke detacheering van tijdelijken aard is. zoo
dat hij vermeende, ingevolge art. 244b dei
Gemeentewet niet belastingplichtig te zijn.
Tl.ans is hij bij Kon. Bes!, in het gelijk ge
steld en de aanslag vernietigd op grond dat
hij slechts ter tijdelijke waarneming van een
openbare betrekking buiten de gemeente
van zijn hoofdverblijf vertoeide en dus niet
viel onder de bepaling van art. 244a, sub 2
der Gemeentewet.
Bezoek van Nederlandsche Kamerleden.
Iin de afgeloopen week zijn een delegatie
van de Nederlandsche Staten-Generaal en|
een hoog ambtenaar per s. s. „Walsoorden"
via Vlissingen te Zeebrugge gearriveerd om
er de Ferry-bootinstallaties en de dokken,
te bestudeeren.
De minister van Arbeid heeft, naar V. DJ
bericht, met betrekking tot het gebruik van.
batig saldi op de exploitatie van met Rij'ks-
seun ingevolge de Woningwet gebouwde-
woningen, het volgende aan de gemeente
besturen medegedeeld.
Met ingang van het exploitatiejaar 1924
1925 zullen bij de vaststelling der bijdragenj
voor met Rijkssteun gebouwde woningen de.
batig saldi op de exploitatie van reed»(
eerder door dezelfde vereeniging, vennoot-,4
schap of stichting of bij gemeentebouwj
door de gemeente gebouwde woningen niet
meer in mindering worden gebracht van dej
door Rijk en gemeente uit te keeren bij
dragen. Tenzij bij de verleening van het
voorschot de voorwaarde is gesteld, bedoeld
in art. 23 van het Woningbesluit, moeten als
dan de batige saldi door de vereeniging,
vennootschap of stichting of bij gemeente-
bouw door de gemeente worden gereser
veerd, teneinde te zijner tijd te worden
aangewend, tot verbetering van de volks
huisvesting, bijv. nieuwbouw.
Deze bepalingen gelden niet voor dat deel
van een eventueel batig saldo, dat ingevolga
de voorwaarde, bij de toekenning van een
voorschot gesteld, aangewend moet worden
om met de toegekende bijdrage een sluiten
de rekening te verkrijgen. In die gevallen
zal bij de vaststelling van de bijdragen,
steeds rekening worden gehouden met een
batig saldo ter grootte van het bedrag dat
bij de toekenning van het voorschot en de
bijdrage werd geraamd.
Naar het „Bat. Nwsbl." weet mede't*
deelen, is er dit jaar ongeveer zes ton meei
op de begrooting uitgetrokken voor deï
Burg. Geneeskundigen Dienst.
In het bijzonder zal dit bedrag ten goede
komen aan een uitbreiding van de maat
regelen ter bestrijding van de pest, voorna
melijk in Cheribon, Pekalongan en Banjoe-
mas. De maatregel tot het bij ordonnantie
isoleeren van lepralijders, waarvan wij eedfc»
gen tijd geleden gewag maakten, zal een
ton kosten, waarvan een voornaam eedeel-
te besteed zal worden aan Menado e»
Amboina.
terende en sarcastishe manier het gesprek
gaande.
Ze sprak over mister Vansittard met een
rust en onbevangenheid, die bij eiken men-
schenkenner zelfs de geringste verdenking
had moeten wegnemen.
Maar de onervaren Arabella schreef die
onverschillige houding toe aan de ziels
kracht van haar moeder, en bewonderde
haar daarom nog des te meer.
De heer de Roquépine scheen maar wei
nig behagen te vinden in de ondeugende
geestigheden van de scboone gastvrouw.
„Vele anderen zouden in de plaats van
Mister Vansittard gemeend hebben, hun on
recht te kunnen goedmaken, door zich er
mede tevreden te stellen, de laatste levens
dagen van de arme zieke zooveel mogelijk te
verzachten, zonder hare positie in de oogen
van de wereld te veranderen," zoo zei hij.
„Maar mister Vansittard heeft meer gedaan
dan dat. Wij kunnen hem alleen, maar be
wonderen, nu hij door zijn edele handel
wijze een groote erfenis zal verliezen.
Mistress Fane kende die laatste bijzon
derheden van de erfenis, die de heer de
Roquépine toevallig van den Engelschen
gezant had vernomen, nog niet.
„Wat een dwaas!" riep ze uit, op minach
tenden toon. „Waarom moest hij, terwille
van een schepsel, dat over een paar maan
den toch moet sterven, zulk een groot ver
mogen in de waagschaal stellen? Zijn ergste
vijand had hem geen noodlottiger raad kun
nen geven."
„Er zijn inwendige stemmen, waaraan men
onmogelijk kan weerstaan," zei de heer de
Roquépine ernstig. „Wij allen hebben op
sommige oogenbiikken die stemmen gehoord.
Zii voeren ons dikwijls, waarheèn wij niet
willen gaan, en soms verwijderen zij ons van
ons geluk. Bijna altijd verwoesten zij onze
berekeningen."
„Zij, die sterk zijn, luisteren niet naar
zulke stemmen," riep mistress Fane uit. „Zij
oordeelen met hun koel verstand, en ver
richten hun daden in overeenstemming met
hun belangen."
„Maar zouden degenen, die u de sterken
noemt, misschien niet juist de zwakken
zijn?" vroeg de heer de Roquépine.
Hij wachtte het antwoord op zijn vraag
niet af
Zijn oogen zochten die van Suzanne, op
wier gelaai duidelijk te lezen stond, dat ze
met hem instemde.
Maar toch zag ze er blijkbaar onrustig uit.
Ze durfde niet naar Arabella te zien, tot
dat opeens een kreet van Marie Thérèse
haar daartoe noodzaakte.
Arabella zag er doiJdsbleek uit, en haar
mond was verwrongen, alsof ze een zenuw
aanval had te doorstaan, of bewusteloos
dreigde te worden.
„Het komt door de hitte," zei Marie Thé
rèse. „Daareven in haar kamer heeft ze het
venster al geopend, omdat ze zeide, bijna te
stikken. En dan zijn er ook te veèl bloemen
in d.eze kamer."
Ze liet haar oogen door het vertrek gaan,
dat er als een bloemenwinkel uitzag.
Mistress Fane verdedigde hare bloemen.
Ze zei, dat zoowel zijzelve als hare doch
ter aan bloemengeur gewoon waren, maar
dat ze toch wel bemerkt had, dat de ge-,
zondheid van Arabella den laatsten tijd was
verminderd. Waarschijnlijk had ze verande
ring van lucht noodig, en daarom zou ze
haar vertrek uit Rome bespoedigen.
Inlusschen scheen Arabella zich eenigs-
zins te hebben hersteld.
„Het is niets," zoo zei ze. „Het heeft niets
te beduiden. Een kleine duizelingHei
is al weer voorbij.... Maar toch geloof ik,
dat het beter is, dat ik naar mijn kamer ga.
Zoudt u mij willen verontschuldigen?"
De heer de Roquépine wilde met zijn
dochter heengaan, maar Arabella verzochi
beiden, te blijven, en haar moeder gezel'
schap te houden.
„Suzanne zal wel voor mij zorgen," voeg
de ze erbij.
Toen nam Arabella Suzanne mee naar
hare kamer. Maar nauwelijks waren beiden
daar aangekomen, of Arabella wilde Suzan
ne weer wegzenden.
„Laat mij nu maar alleen, Suzanne," zoor
zei ze. „Ik verzocht u met mij te komer^
opdat mama mij niet zou volgen. Maar au»
maet gij gaan."
(Wordt vervolgd#