BRIEVEN UIT OEGANDA. Suzanne Dupré Binnenlandsch Nieuws NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Woensdag 3 Juni 1925 Robert Lansing, gewezen minister van Buitenlandsche Zaken in de V.S. over de aansluiting van Duitschïand bij Oostenrijk. Een conflict in Duitschïand tusschen Rijksdag en Rijksraad. Amerika stelt zich op het standpunt, dat onderhandelingen over dè buitenlandsche schulden in de V. S. moeten' plaats hebben. Onder de Radio-berichten: Overhandiging van de ontwapeningsnota der Ambassadeurs-conferentie a.s. Donderdag te verwachten. De con ferentie inzake den wapenhandel te Genève zal zich hebben uit te spre ken over een verbod van den chemischcn en bacteriologischen oorlog. Massa-proces te Sjoemen. F E UIL LETON 36 De nota der Ambassadeurs conferentie. Paratyphus te Spandau. De Geneefsche conferentie inzake den Wapenhandel. De Engelsche legermanoeuvres. Maarschalk F och te Londen. De communistische agitatie in Bulgarije. De relletjes te Sjanghai. De salaris-regeling van de ambtenaren. De Reichspostover Mgr. Diepen. De Kanaalfeesten in N.-Hollan<L Officier en forensenbelasting De Ferry-bootinstallaties te Zeebrugge. Woningbouw met rijkssteun. k UIT ONZE OOST. Zes ton meer voor de volksgezondheid. I In 1741 verwierf zich de familie der Albu- saids de heerschappij over Muscat, maar het duurde nog lang voor zij er aan konden den ken hun oude rechten op Oost-Africa te coen geldend Iman Ahmed bin Said dwong in 1785 de Mazrui Familiê zijn souvereiniteit te erken nen maar het was pas in 1809, onder Said bin Sultan, dat er de hand aan gelegd werd. De onderlinge naijver tusschen de Mazruis en de Nahabans hielp hem daarbij en maakte het hem mogelijk in te grijpen. Het volk van Pate, verslagen door de Mazruis, riep in 1822 Seyid Said te hulp en hij bezette Pate en Pemba en bedreigde van daaruit Mombasa. Tegen die overmacht kon Suliman bin Ali zich niet ver ledigen en hij vroeg om de bescherming van Engeland, die hem geweigerd werd door een kapitein van een Engelsch oorlogschip, dat in de Indische Oceaan kruiste. Toch heesch lij de Engelsche vlag. Kaptein Owen stichtte in 1824 een voorloopig Protectoraat, maar de regeering van Londen weigerde erkenning en het Protectoraat werd in 1826 opgeheven. Salini bin Ahmed, de opvolger van Suliman bin Ali, erkende Seyid Said als Opperheer en verkreeg voor zijn Familie het erfelijk Gou verneurschap. Maar de Mazruis bleven oproerig en na verschillende vergeefsche pogingen om zich onafhankelijk te maken van Muscat, nam Seyid Said Mombasa in 1873 en deed den regeerenden Mazrui met zijn aanhangers om brengen. In 1832 verplaatste Seyid Said zijn hoofd stad van Muscat naar Zanzibar. In korten tijd werd het de belangrijkste en grootste stad op de Oostkust. De Vereenigde Staten van Amerika zonden hun vertegenwoordi ger in 1836. Engeland volgde in 1840 en de andere naties bleven ook niet achter. Ofschoon de handel, zooals die nu be staat, eerst van die jaren dkteert, was er voor jaren een andere handel aan den gang ge weest, die voor altijd een smet zal blijven op den Europeeschen naam. De slavenhandel. Het aantal slaven, jaarlijks uit Zanzibar uit gevoerd, wordt op van zes tot tienduizend geschat. Het is Engeland's glorie, ongehol pen, dien menschonteerenden handel gestopt te hebben. Na tachtig jaar van onvermoeid werken is het haar gelukt de slavenmarkten te sluiten de arme Zwartjes worden niet meer van huis en land wéggerukt om onder de wreede zweep voor hartelooze meesters te werken. Een van de vruchtbaarste ondernemin gen, door Seyid Said op touw gezet, was de oprichting van een lijn van handelsstations vanaf de kust tegenover Zanzibar, diep het binnenland in. De Europeanen volgden de Arabieren, en in de tweede helft van de 19de eeuw doorkruisten talrijke expedities de binnenlanden van Africa en in 1858 bezoch ten Speka en Grant Koning Mutesa in Oe ganda. Deze expedities gingen uit van verschil lende landen en Duitschïand, Engeland en Frankrijk poogden ieder voor zich vasten voet te krijgen in Africa's binnenlanden. Ook Egypte en de Soedan waren er op uit hun invloed uit te breiden tot in de jaren 1885 86 bij het verdrag van Berlijn de ver schillende grenzen geregeld en Africa vreed zaam onder de mogendheden verdeeld werd. Maar wij moeten ons beperken tot Oegan da. Het trekt wel aan en de te behandelen stof is belangwekkend genoeg. Maar het zou ons te ver voeren om de verschillende lan den van Oost-Africa verder afzonderlijk te behandelen. We gaan dus door met onze reis. 22 Juli. Wij varen Kilindini binnen. De groene kusten en eilanden, de huizen, ver scholen tusschen de wuivende palmen, zijn een weldaad voor het oog. Sinds wij de Straat van Messina doorvoeren, hebben'wij haast niet anders als zand en woestijn gez'ien. Ki lindini is druk bezig een groote havenplaats te worden en er wordt hard gewerkt om het lossen en laden te vergemakkelijken. Dit moet nu met behulp van kleine bootjes ge schieden en weldra waren wij dan ook door een zwerm booten omringd. Wij moeten maar zien hoe wij onze bagage aan land krij gen. Het bagage ruim is open, en we mogen het er zelf uithalen. Gelukkig'ontdekken wij een bootje met Père Puel en een anderen Witten Pater, die ons af komen halen. Maar er zijn zooveel anderen, die voor hen waren, dat het wel een uur duurt, voor zij aan boord kunnen komen. Maar dan gaat ook alles goed. De roeiers van hun boot doen dienst als sjouwers. Onze bagage en die der Witte Paters en Zusters wordt aan dek gebracht. Het is te veel voor één bootje en een ander wordt gehuurd. Het eerste vertrekt met de Witte Paters en Zusters. Het tweede brengt ons en onze bagage aan land. Daar vallen we in handen van de Douane We worden tamelijk vlug geholpen en na een handkar met onze koffers en kisten vol gepakt te hebben, gaan we met een auto ik bedoel een Ford naar de Procure van de Witte Paters, waar we gastvrij en broe derlijk ontvangen worden. Zij wisten alles van het ontbijt op de Fransche boot en dien dag krijgen wij onze eerste fatsoenlijke och tend-maaltijd, sinds wij Marseille verlieten. Wij waren maar 18 dagen aan boord ge weest, we hadden zeker 'n voorspoedige reis toch zijn we blij weer aan vaste wal te zijn weer een flinke wandeling te kunnen maken en vooral weer de H. Mis te kunnen lezen aan een altaar in een kapel. Wij besteden onzen tijd met onze bagage voor de verdere reis in orde te maken. Wij bezoeken den Hollandschen Consul en de Paters van den H. Geest, waar we den Hol landschen Pater aantreffen. Met de Witte Paters bespreken we laatste Oegandeesche nieuws en halen oude herin neringen op, want beide zijn oude kennis sen uit Oeganda. En zoo wachten wij tot Vrijdag, den dag waarop de boottrein Mom basa verlaat voor het Victoria Meer. 's Morgens gaat onze zware bagage per kar om ingeschreven te worden, 's Middags gaan wij met onze handbagage per auto naar het station begeleid door de Witte Paters en om vier uur trekken wij, na een hartelijk afscheid, het binnenland in, naar Oeganda P. G. PREIJDE. Het commuuistencongres te Glasgow. Het te Glasgow gehouden communisten congres heeft, behalve de reeds vermelde verschijning van twee buitenlandsche com munisten, blijkens de Engelsche pers, gedu rende de twee eerste zittingsdagen niet veel opgeleverd, dat de moeite van het vermelden waard is. De redevoeringen, die de verschil lende afgevaardigden uit Engeland, Schot land en Ierland hebben gehouden, waren in den algemeenen revolutionairen toon gehou den, die men van de communisten gewend Is. Het ledenaantal verb%vrt in denzelfden vlottendcn staat gelijk elders. Onder de 5000 'eden, die de partij telt, en van wie slechts 55 pCt. vol lid is, is een voortdurend va-et- vient. De eenige verlevendiging van de een tonigheid der besprekingen vormde de ver schijning op het podium van een groep jonge communisten van tien tot twaalf jaar, die breedgerande hoeden en roode ceintuurs droegen, de „Internationale" zongen en een protest uiten tegen de houding van de over heid van Greenock, die vergunning had ge weigerd voor een optocht door de stad. Vóór de opening van het congres drongen twee jonge mannen, Fascisten »aar men ver moedt, in de congreszaal door en strooiden gemeen riekende chemische stoffen uit, doch zij waren te vroeg, daar de zaalhouder vol doende tijd had om te spuien voor het con gres een aanvang nam. De aansluiting van Oos tenrijk bij Duitschïand. De „Neue Freie Presse" heeft ter eere van het Pinksterfeest een „Pfingst-Num- mer" met „Beilage" uitgegeven. Daarin zijn artikelen opgenomen van bekende politici over brandende questies, Oostenrijk vooral betreffende en litteraire bijdragen van dich ters en schrijvers. Een bijdrage van Robert Lansing, minister van buitenlandsche zaken onder president Wilson is een daarvan. Lansing geeft hierin zijn inzicht over de aansluiting van Duitschïand bij Oostenrijk. Deze aansluiting zou, meent hij, den vrede en de economische ontwikkeling bevorderen. „Dit standpunt heb ik reeds in 1918 in een memorandum uiteengezet en sindsdien ben ik niet van meening veranderd." „Ik geloof niet, dat Oostenrijk zich indus trieel en over het algemeen economisch kan herstellen zonder vereeniging met Duitsch ïand Wanneer de Italianen de kustplaatsen aan de Adriatische Zee bezitten, dan moet Oostenrijk een uitgang naar het Noorden hebben". „Volgens mij zal de toestand in Midden- Europa niet stabiel zijn, vóórdat deze aan sluiting een feit is geworden". „Economisch zou ook een andere oplossing mogelijk zijn: nl. een economische eenheid tusschen Tsjecho-Slowakije en Oostenrijk; maar deze oplossing zou grooten tegenstand ondervinden en groote wrijving te weeg brengen". Beieren en het Rijk. Tusschen den Rijksda"*, die uit vertegen woordigers der Duitsche regeeringen is sa mengesteld, en den Rijksdag is een conflict uitgebroken. Dit is voor de eerste maal tijdens het bestaan der Duitsche republiek. De Rijks dag heeft eenige dagen geleden met 148 tegen 126 stemmen een soc.-democratisch voorstel aangenomen, waarbij een herziening der von nissen door de Beiersche Volksgerichte ge veld, wordt mogelijk gemaakt. Thans bevinden zich in de Beiersche ge vangenissen nog ongeveer 2000 gevangenen, die door deze „Volksgerichte" zijn veroor deeld en een deel van deze vonnissen be rust op zeer aanvechtbare gronden. De sociaal-democraten willen dan ook uit dien hoofde, dat deze vonnissen, waartegen geen rechtsmiddel openstaat, herzien wor den en de Rijksdag was het hiermee eens. Niet echter de Rijksraad. Deze heeft op ver langen van Beieren tegen dit besluit van den Rijksdag protest aangeteekend. Het voorstel van Beieren werd in een comitévergadering van den Rijksraad met acht tegen vijf stem men aangenomen. In de voltallige vergade ring van den Rijksraad werd hierover niet eens formeel gestemd. De voorzitter ver klaarde eenvoudig en dit kan hij doen, dat de Rijksraad met de beslissing van haar comité accoórd gaat. Volgens de Grondwet nu moet het voor stel der soc.-democraten weer naar den Rijks dag teruggaan. Herhaalt de Rijksdag zijn be slissing, dan heeft de rijkspresident te beslis sen of deze quaestie aan een referendum on derworpen zal worden. Wanneer de president niet tot een referendum besluit, dan geldt de wet als niet tot stand gekomen. Alleen als de Rijksdag zich met een meer derheid van twee 'derden tegen de beslissing van den Rijksraad uitspreekt, dan moet de rijkspresident öf de wet afkondigen, zooals de Rijksdag die heeft opgesteld, öf een refe rendum bevelen. Dit zal de eerste maal zijn, dat president Hindenburg in een politiek conflict te beslis sen zal hebben. De sociaal-democraten heb ben verklaard den strijd tegen de Beiersche „Volksgerichte" tc zullen voortzetten, tot dat een revisie der vonnissen zal zijn bereikt. De Arbeidsconferentie te Genève. De Arbeidsconferentie is reeds begonnen met den oogst en nam de conventie van het vorig jaar betreffende den wekelijkschen rustdag in glasblazerijen met wan-ovens met 110 stemmen tegen nul aan met verwerping van het Engelsch amendement, welke den rustdag niet gebiedend doch facultatief op Zondag wilde stellen, opdat het bedrijf kan doorgaan. Een beroep van Perzie op den Raad van den Volken bond. De Perzische regeering is van oordeel dat de bolsjewistische militaire invallen op de Perzische grens zóó ernstig zijn dat zij voor nemens is een beroep cp den Raad van den Volkenbond te doen op grond van de over weging dat deze toestand een bedreiging voor den internationalen toestand vormt. De moord op den Sirdar. Uit Kaïro wordt geseind, dat de negen personen, terechtstaande in verband met den moord op den sirdar allen schuldig 2;jn bevonden. Het vonnis zal 7 Juni worden uit gesproken. De strijd in Fransch-Ma- rokko. De berichten uit Marokko melden dat de vliegers voortgaan de vijandelijke douars krachtig te bombardeeren en de akkers in brand te steken, waardoor zij een paniek te weegbrengen. Sedert begin April werden de garnizoen- steden in Marokko overstroomd met korte geschriften, welke aan officieren en soldaten van het Fransche leger persoonlijk waren gericht en waarin zij tot ongehoorzaamheid werden aangespoord. Na zorgvuldige na sporingen heeft de politie te Casablanca thans een centrum van communistische pro paganda ontdekt en drie Franschen gearres teerd de kunstschilder Pinet, oud-leerling van de Ecole des beaux-arts, Pierre Celor, procuratiehouder bij het filiaal van een Fransch handelshuis te Casablanca en Alamy, bediende op het bureau van een der spoor wegmaatschappijen. De buitenlandsche schul den der V. S. Uit New-York wordt gemeld, dat Mellon, Kellogg en Hoover als leden van de com missie inzake de schulden zich definitief op het standpunt stellen, dat rechtstreeksche onderhandelingen voor het furtdeeren van de oorlogsschulden te Washington plaats moeten hebben en dat de commissie onder geen omstandigheid eenvoorstel in overweging zal nemen, naar het buitenland te gaan om een gemeenschappelijke vergadering bij te wonen van vertegenwoordigers van de lan den, die aan Amerika schuld hebben. De verklaring van de staatssecretarissen Mellon, Kellogg en Hoover schijnt verband te houden met een aansporing, die Harvey, de vroegere Amerikaansche gezant te Lon den, in zijn afscheidsartikel in de „Washing ton Post" tot de Fransche regeering richt die hij, volgens bericht uit Washington aan de „Times", aanspoort, aan Groot-Britannië te doen weten, dat zij bereid is, samen met Groot-Britannië en de Ver. Staten te Lon den een conferentie te houden inzake finan- cieele aangelegenheden. Harvey' werd, tot dit voorstel gedreven teneinde een compro mis te vinden, tusschen de houding van Ame rika, dat het met zijn prestige niet in overeen stemming acht, zijn schuldencommissie naar Parijs te zenden, en Frankrijk, dat Caillaux, zijn minister van Financiën, niet zoo lang kan missen. Een Amerikaansch gene raal in het openbaar gehoond. Bij een gisteren te New-York door den Ierschen generaal O'Duffy gehouden wa penschouw in de kazerne van het 165ste regiment veroorzaakten vrouwen, in weerwil van het feit, dat bijna tweehonderd man militaire politie en detectieven aanwezig Met de ellebogen op de tafel steunende, 'luisterde Arabella met neergeslagen oogen naar dit gesprek, zonder zich daarin te men gen. Maar opeens zette ze groote oogen op, en .vroeg: I „Wanneer het haar nu beter gaat, neemt het gevaar voor besmetting dan at?" „Ik weet het niet," antwoordde Marie Thérèse. „Papa las kort geleden in de Reyue een artikel met angstwekkende bijzonder- neden. Zoo moet het bijvoorbeeld dikwijls voorkomen, dat teringlijders zeiven genezen, en de gezonden, die hen verplegen, door de ziekte worden aangetast, en daaraan ten gronde gaan." Suzanne had getracht, Marie thérèse met de oogen te wenken, om haar t,e beletten, met ipreken voort te gaan, maar het argclooze jonge meisje bemerkte dat zwijgend verzoeic niet. Maar Arabella werd nog bleeken „Wees maar bijzonder voorzichtig, wU- lanne." Zoo vervolgde Marie Thérèse onbe vangen, „ga vooral veel in de frissche lucht, en in de zon, en verwissel dikwijls van klee- ren Suzanne trok de schouders op, en ant woordde: „Als mijn dag gekomen is, dan zal ik rus tig zeggen: Hier ben ik, Heer! Ik ben voor dc groote reis bereid." „Lr: zult ge dan zonder er over te treu ren dit leven verlaten? Het leven is toch zoo rijk aan alles, wat schoon en goed is, aan vreugde en.... liefde....' Het gelaat van het jonge meisje had nu een zonderlinge uitdrukking aangenomen. „Dat is zeker de liefde, waarvan ik niets weet," dacht Suzanne bij zichzelve. „Zou het don Alberto werkelijk gelukt zijn Eigenlijk vond ze die zegepraal maar al te begrijpelijk, maar dit ging gepaard met een gevoel, alsof ze medeplichtig werd aan eene misdaad, door h« niet te verhinderen. De aan donna Flavia gegeven belofte drukte haar dubbel zwaar, zelfs zóó zwaar, dat ze Arabella een oogenblik vergeten was, die naar het venster was gegaan, en de jalcusieën geopend had. „Het is hier om te stikken, vindt gij dat ook niet?" vroeg ze. Ze boog zich over de balustrade, alsof ze veriche iuc'nt wilde in ademen, maar in werkelijkheid was het, om hare tranen van onrust en berouw te ver bergen, die' ze niet had kunnen bedwingen. Marie Thérèse wilde haar naderen,t maar Suzanne hield haar met een wenk terug, ter wijl ze zeide: „En hoe is het met Sarno? Ziet ge hem nog wel eens?" „Ja zeker. Dikwijls.^ Hij heeft eindelooze redetwisten met papa. „Heeft hij dus Frankrijk vergeven?" Het gelaat van Marie Thérèse straalde van vreugde, toen ze antwoordde: „Ja, dat geloof ik zeker." Suzanne dacht bij zichzelve: hoe gevoelig zijn de Franschen toch in hun patriottisme! Zij zelve leed niet aan zulk een overdre ven patriottisme. En eigenlijk was Rome ook haar vaderland, en alle ongelukkigen be schouwde ze als hare landgenooten, haar familie. Arabella leunde nog altijd over de balus trade. Herhaaldelijk drukte ze beide handen legen haar oogen. Even later werden de jonge meisjes in den salon ontboden, om de thee te gebruiken. Mistress Fane schonk zelve de thee in met hare fijne blanke handen, waaraan zoo vele diamanten fonkelden. De heer de Roquépine. die gekomen was, om zijn dochter af te halen, scheen ver strooid te zijn. Hij bemerkte er niets van, dat Suzanne bloosde, toen hij haar groette. Een fijnbesnaarde, edele ziel, had hij ge zegd. toen hij over Suzanne sprak. En het kwam haar voor, alsof hij door die woorden in het diepst van haar gemoed was doorgedrongen. Van nu af aan zou ze hem niet meer met dezelfde onbevangenheid kunnen ontmoe- ten! Mistress Fane hield op haar gewone schit- waren, een opstootje. De vrouwen wierpen eieren naar den generaal en begroetten hem met den kreet „Verrader"! De politie onder drukte het opstootje Zij verwijderde twintig vrouwen uit de zaal. Bovengemelde wapenschouwing had plaats ter gelegenheid van „Memorial Day", die blijkens bericht uit New-York aan de Engel sche bladen in heel Amerika werd gevierd met parades van oorlogsveteranen en diensten ter herdenking van de Amerikanen, die in alle door de Vereenigde Staten gevoerde oorlogen zijn gevallen en op wier graven bloemen en vlaggen werden neergelegd. Te New-York duurde de parade van vete ranen vele uren. Voor den eersten keer in de geschiedenis nam er een vreemd regiment aan deel, nl. een Canadeesch regiment, dat opmarcheerde met een afdeeling Britsche oudstrijders en geestdriftig werd toegejuicht. Prins George en de rel letjes te Sjanghai. Een telegram uit Sjanghai meldde, dat bij de aankomst van prins George daar ter stede zich de relletjes, die sedert een paar dagen tegen de Japanners aan den gang waren, herhaalden. Tot goed begrip van de zaak zij vermeld dat prins George, de jongste zoon van den den Engelschen koning, niets met deze rel letjes had uit te staan, zooals het telegram zou kunnen doen vermoeden, en toevalliger wijze toen deze aan den gang waren te Sjang hai aankwam, waarheen hij een paar weken geleden uit Engeland vertrok om zich bij het Engelsche eskader, waarbij' hij dient, aan te melden. j In de buitenwijken der stad hadden Maan dag eenige ongeregeldheden plaats. Verschei dene personen werden gearresteerd, doch er vielen geen nieuwe dooden of gewonden. Er bestaat groote belangstelling voor het ge rechtelijk verhoor, dat gisteren plaats zou hebben. Een ontploffing op een petroleumveld in Mexico Tien Mexicaansche arbeiders en één Ame rikaansche werden Vrijdag gedood bij een ontploffing, die plaats had toen zij bezig wa ren met het aanboren van een petroleum- bron in het gebied van Tampico. Naar de Duitsche bladen melden, is de zoogenaamde ontwapeningsneta van den Raad van Ambassadeurs reeds sedert Za terdag in handen van de diplomatieke ver tegenwoordigers der Ententelanden. Zij zal echter eerst Donderdag worden overhandigd daar voordien noch dr. Luther noch dr. Slresemann van hun Pinkstervacantie te Berlijn zullen zijn teruggekeerd. In de politieschool te Spandau zijn se dert 22 Mei zestien ambtenaren lijdende aan paratyphus, levensgevaarlijk bestaat er niet. De ziekte is waarschijnlijk het gevolg van het gebruik van bedorven levensmid delen. Het onderwijs is stopgezet. De conferentie inzake de controle op den wapenhandel zal worden uitgenoodigd een resolutie goed te keuren, waarbij erkend wordt, dat de chemische oorlog terecht door de openbare meening der beschaafde wereld veroordeeld wordt en de wensche- ljjkheid wordt uitgesproken van een alge- meëne aanvaarding van een verbod tot het bezigen van chemische en bacteriologische wapens als deel van het internationale recht, dat het geweten der naties verbindt. De wensch wordt uitgesproken, dat alle pogingen zullen worden gedaan om zoo spoedig mógelijk een algemeene conventie to sluiten bestemd om het verbod van uit voer voor te schrijven en om meer in het algemeen het vraagstuk van het verbod van den chemischen en bacteriologischen oorlog te regelen. De manoeuvres, welke van midden Augus tus tot eind September in Engeland worden gehouden, zullen voornamelijk ten doel heb ben de nieuwe technische wapens en hulp middelen te beproeven Generaal Chetwode zal het Oostelijk leger commandeeren; het Westelijk leger wordt aangevoerd door ge neraal Godley. Maarschalk Pétain en gene- raad Debeney van den Franschen generalen staf, zullen de manoeuvres bijwonen; gene ral Harington treedt als arbiter op. Maarschalk Foch is gisterenmiddag te Londen aangekomen ter bijwoning eener heden te houden parade. Hij is op uitnoodi- ging van den koning hierheen gekomen, met wien hij na de plechtigheid zal lunchen. In het groote proces tegen de communis tische samenzweerders hebben zich voor den krijgsraad van Sjoemen 284 personen te verantwoorden. Het O. M. eischte tegen 63 hunner de doodstraf. Uit Sofia wordt aan het ..Berl. Tagebl. gemeld, dat men er in geslaagd is aan de Servische grens den leider te arresteeren van de bende, die indertijd den. aanslag op koning Boris heeft gepleegd. Iwan Christow Pasjata genaamd. Volgens berichten uit Peking en Sjanghai is de toestand te Sjanghai zeer alarmeerend geworden, daar de Chineesche regeering blijkbaar partij heeft gekozen voor de re bellen en geëischt heeft dat de gevangenen zouden worden vrijgelaten en dat de politie zal worden gestraft. Onlangs is door minister Colijn medege deeld, dat er wellicht aanleiding zou zijn om eventueele „plooien" in de salarisrege ling voor de ambtenaren, glad te strijken. In "verband hiermede, verneemt de Tel., dat door den minister van Financiën aan de verschillende departementshoofden een aan schrijving is gezonden, waarin wordt mede gedeeld, dat binnen het kader van bet thans geldende bezoldigingsbesluit, tegemoet zal worden gekomen aan onvoldoende bevon den regelingen ten aanzien van de salaris sen van de verschillende rangen van amb tenaren en beambten en dat te dier zake aanwijzingen aan het ministerie van Finan ciën kunnen worden gezonden zoodat even tueel daarmede rekening kan worden gehou den. „Een groote redder en helper. De katholieke „Reichspost" te Weenen, 't chrislelijk-sociaal hoofdorgaan van Oosten rijk, bevat onder den titel: „Een groote red der en helper" een zeer waardeerend arti kel, gewijd aan mgr. Diepen, den bisschop van 's-Hertogenbosch. Het blad schrijft: „Jarenlang hebben de Europeesche staats lieden beschermertje gespeeld en over de hulp van Oostenrijk gedebatteerd.. Intus- schen heeft een Nederlandsche bisschop ge handeld, en ons, Oostenrijkers, hulp ge bracht waar de nood het grootst was, in zijn kathedraal te 's-Hertogenbosch prijkt thans een mooie schildering van Oos- tenrijksche kunstenaarshand, hem opgedra gen door de Weensche katholieken. Tot de lichtgestalte der haar gaven uitdeelende christelijke charitas van Holland nadert dan kend met haar arme kinderen de moeder Oostenrijk. Bisschop dr. Arnold Frans Diepen van 's-Hertogeabosch was het, onder wiens krachtige, waarlijk onvermoeide leiding het Ro-.msch-katholieke hulpwerk van Holland vqpr de Weensche en vele andere Oosten- rijksche noodlijdende kinderen georgani seerd werd. Wie van ons heeft vergeten, hoe het in de jaren 1919 en 1920 was? Er groeide een geslacht van kinderen op, dat de nooden van den oorlogs- en na-oor logstijd in een levenslang ziek-zijn in zich om scheen te zullen dragen, kinderen met holle wangen en gekromde lichaampjes, zonder frischheid en vreugde. Nauwelijks had toentertijd het Oosten- rijksche volk vele duizenden zijner kinderen voer betere dagen kunnen redden, zoo zich niet in het buitenland mannen en vrouwen vol echte christelijke charitas be vonden hadden, die geholpen hadden. oor- aan als eerste het kleine Holland, dat zelf onder de blokkade van zijn kusten in den wereldoorlog niet weinig geleden had. Het breidde de hulp, die het reeds tijdens den oorlog aan Oostenrijksche kinderen verleend had, op royale wijze uit. Mgr. Diepen, die in 1919 bisschop van 's-Hertogenbosch in Noord-Brabaet gewor den was, stelde zich aan het hoofd van de actie onder de katholieken des lands. Het onder zijn leiding opgerichte^ Roomsch- KrJholieke „Huisvestingscomité werd tot een groote centrale der katholieke liefdadig heid voor de Oostenrijksche kinderen. Mgr. Prinsen stond hem als vice-president en de heer Joseph Mackelenbergh als direc teur ter zijde. 28.000 Oostenrijksche kinde ren. voor het meerendeel uit het hongerlij dende Weenen, werden tijdens de actie naar Holland gebracht. Maandenlang genoten zij de gastvrijheid der Hollandsche pleegouders, werden rijke lijk voorzien van alles wat zij noodig hadden en keerden steeds met geschenken beladen terug De meesten profiteeren thans nog van de verkwikking, die ze toenmaals in beslis sende levensjaren, opdeden. Behalve de rijke geschenken die ze mee brachten, zijn 600 wagons „liefdegaven", le vensmiddelen en kleeren gedurende het tijd perk van nood uit Holland naar Hongarije gezonden. Onder voorzitterschap van bisschop Die pen werd er ook een Hollandsch priesterco mité gevormd, dat noodlijdende priesters en theologen van Oostenrijk ondersteunde eoi hun in Holland gastvrijheid verleende. En bij de lichamelijke weldaden voegden zich ook geestelijke. Vele Oostenrijkers, zoowel kinderen als ouders, deden door de nieuwe aanraking met het voorbeeldige par ticuliere en openbare leven der Hollandsche katholieken onuitwischbare indrukken op. Hier moge ook vermeld worden, dat bis schop dr. Diepen de Oostenrijksche congre gatie der dochters van den Goddelijken Hei land in zijn diocees vestigde." Het blad besluit zijn beschouwingen met dc bede, dat de ontelbare tranen der zwaar beproefde Oostenrijksche moeders, die Mgr. Diepen hielp drogen en de dankbaarheid, die vele duizenden Oos.tenr:jksche ouders voor Mgr. Diepen en zijn medewerkers koes teren, op den edelen en grooten helper ei» zijn land den zegen Gods moge doen neder dalen. Dinsdagmorgen 9 uur vertrok de groote; driedekker van de „Alkmaar Packet van Alkmaar naar Helder met 600 passagiers aan boord. Het aantal gegadigden was naai de Tel. verneemt zoo groot, dat velen geen plaats op de boot. konden bekomen. De tocht werd op tijd volbracht. Van het vliegkamp „De Kooi" af werd de boot geëscorteerd door een viertal vliegtuigen. Bij aankomst te Helder wandelden de bezoekers naar het tentoonstellingsterrein, waar de officieels ontvangst geschiedde vanwege het gemeen tebestuur en de genoodigden, o. w. de mi nister van Waterstaat werden toegesproken door den burgemeester, den heer Houwing en den voorzitter van de tentoonstellings commissie. Het convooi Langedijker motor- booten werd voor de spo.vbrug te lang op gehouden, zoodat dit niet op tijd te Heidei aankwam. Er heerschte op de tentoonstelling een gezellige drukte. Er waren duizenden van elders aanwezig. Om twee uur vertrokken de booten voor den tocht op het Marsdiep ter bijwoning van de zeilwedstrijden georganiseerd door de Kon. Marina Jachtclub. Tijdens de zeilwed strijden hadden demonstraties plaats met onderzeebooten en watervliegtuigen. Het weer was voor de zeilwedstrijden bijzonder gun stig. Wel was er iets te weinig wind. Het bleek mogelijk buitengaats te varen. Een luitenant van een garnizoen buiten Amersfoort werd aldaar in de forenzenbelas- ting aangeslagen. Hij maakte daartegen be zwaar, aanvoerende, dat hij gedetacheerd is bij de le school voor verlofs-officieren te Amersfoort, teneinde onderricht te geven bij de opleiding tot reserve-officier aldaar, wel ke detacheering van tijdelijken aard is. zoo dat hij vermeende, ingevolge art. 244b dei Gemeentewet niet belastingplichtig te zijn. Tl.ans is hij bij Kon. Bes!, in het gelijk ge steld en de aanslag vernietigd op grond dat hij slechts ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeide en dus niet viel onder de bepaling van art. 244a, sub 2 der Gemeentewet. Bezoek van Nederlandsche Kamerleden. Iin de afgeloopen week zijn een delegatie van de Nederlandsche Staten-Generaal en| een hoog ambtenaar per s. s. „Walsoorden" via Vlissingen te Zeebrugge gearriveerd om er de Ferry-bootinstallaties en de dokken, te bestudeeren. De minister van Arbeid heeft, naar V. DJ bericht, met betrekking tot het gebruik van. batig saldi op de exploitatie van met Rij'ks- seun ingevolge de Woningwet gebouwde- woningen, het volgende aan de gemeente besturen medegedeeld. Met ingang van het exploitatiejaar 1924 1925 zullen bij de vaststelling der bijdragenj voor met Rijkssteun gebouwde woningen de. batig saldi op de exploitatie van reed»( eerder door dezelfde vereeniging, vennoot-,4 schap of stichting of bij gemeentebouwj door de gemeente gebouwde woningen niet meer in mindering worden gebracht van dej door Rijk en gemeente uit te keeren bij dragen. Tenzij bij de verleening van het voorschot de voorwaarde is gesteld, bedoeld in art. 23 van het Woningbesluit, moeten als dan de batige saldi door de vereeniging, vennootschap of stichting of bij gemeente- bouw door de gemeente worden gereser veerd, teneinde te zijner tijd te worden aangewend, tot verbetering van de volks huisvesting, bijv. nieuwbouw. Deze bepalingen gelden niet voor dat deel van een eventueel batig saldo, dat ingevolga de voorwaarde, bij de toekenning van een voorschot gesteld, aangewend moet worden om met de toegekende bijdrage een sluiten de rekening te verkrijgen. In die gevallen zal bij de vaststelling van de bijdragen, steeds rekening worden gehouden met een batig saldo ter grootte van het bedrag dat bij de toekenning van het voorschot en de bijdrage werd geraamd. Naar het „Bat. Nwsbl." weet mede't* deelen, is er dit jaar ongeveer zes ton meei op de begrooting uitgetrokken voor deï Burg. Geneeskundigen Dienst. In het bijzonder zal dit bedrag ten goede komen aan een uitbreiding van de maat regelen ter bestrijding van de pest, voorna melijk in Cheribon, Pekalongan en Banjoe- mas. De maatregel tot het bij ordonnantie isoleeren van lepralijders, waarvan wij eedfc» gen tijd geleden gewag maakten, zal een ton kosten, waarvan een voornaam eedeel- te besteed zal worden aan Menado e» Amboina. terende en sarcastishe manier het gesprek gaande. Ze sprak over mister Vansittard met een rust en onbevangenheid, die bij eiken men- schenkenner zelfs de geringste verdenking had moeten wegnemen. Maar de onervaren Arabella schreef die onverschillige houding toe aan de ziels kracht van haar moeder, en bewonderde haar daarom nog des te meer. De heer de Roquépine scheen maar wei nig behagen te vinden in de ondeugende geestigheden van de scboone gastvrouw. „Vele anderen zouden in de plaats van Mister Vansittard gemeend hebben, hun on recht te kunnen goedmaken, door zich er mede tevreden te stellen, de laatste levens dagen van de arme zieke zooveel mogelijk te verzachten, zonder hare positie in de oogen van de wereld te veranderen," zoo zei hij. „Maar mister Vansittard heeft meer gedaan dan dat. Wij kunnen hem alleen, maar be wonderen, nu hij door zijn edele handel wijze een groote erfenis zal verliezen. Mistress Fane kende die laatste bijzon derheden van de erfenis, die de heer de Roquépine toevallig van den Engelschen gezant had vernomen, nog niet. „Wat een dwaas!" riep ze uit, op minach tenden toon. „Waarom moest hij, terwille van een schepsel, dat over een paar maan den toch moet sterven, zulk een groot ver mogen in de waagschaal stellen? Zijn ergste vijand had hem geen noodlottiger raad kun nen geven." „Er zijn inwendige stemmen, waaraan men onmogelijk kan weerstaan," zei de heer de Roquépine ernstig. „Wij allen hebben op sommige oogenbiikken die stemmen gehoord. Zii voeren ons dikwijls, waarheèn wij niet willen gaan, en soms verwijderen zij ons van ons geluk. Bijna altijd verwoesten zij onze berekeningen." „Zij, die sterk zijn, luisteren niet naar zulke stemmen," riep mistress Fane uit. „Zij oordeelen met hun koel verstand, en ver richten hun daden in overeenstemming met hun belangen." „Maar zouden degenen, die u de sterken noemt, misschien niet juist de zwakken zijn?" vroeg de heer de Roquépine. Hij wachtte het antwoord op zijn vraag niet af Zijn oogen zochten die van Suzanne, op wier gelaai duidelijk te lezen stond, dat ze met hem instemde. Maar toch zag ze er blijkbaar onrustig uit. Ze durfde niet naar Arabella te zien, tot dat opeens een kreet van Marie Thérèse haar daartoe noodzaakte. Arabella zag er doiJdsbleek uit, en haar mond was verwrongen, alsof ze een zenuw aanval had te doorstaan, of bewusteloos dreigde te worden. „Het komt door de hitte," zei Marie Thé rèse. „Daareven in haar kamer heeft ze het venster al geopend, omdat ze zeide, bijna te stikken. En dan zijn er ook te veèl bloemen in d.eze kamer." Ze liet haar oogen door het vertrek gaan, dat er als een bloemenwinkel uitzag. Mistress Fane verdedigde hare bloemen. Ze zei, dat zoowel zijzelve als hare doch ter aan bloemengeur gewoon waren, maar dat ze toch wel bemerkt had, dat de ge-, zondheid van Arabella den laatsten tijd was verminderd. Waarschijnlijk had ze verande ring van lucht noodig, en daarom zou ze haar vertrek uit Rome bespoedigen. Inlusschen scheen Arabella zich eenigs- zins te hebben hersteld. „Het is niets," zoo zei ze. „Het heeft niets te beduiden. Een kleine duizelingHei is al weer voorbij.... Maar toch geloof ik, dat het beter is, dat ik naar mijn kamer ga. Zoudt u mij willen verontschuldigen?" De heer de Roquépine wilde met zijn dochter heengaan, maar Arabella verzochi beiden, te blijven, en haar moeder gezel' schap te houden. „Suzanne zal wel voor mij zorgen," voeg de ze erbij. Toen nam Arabella Suzanne mee naar hare kamer. Maar nauwelijks waren beiden daar aangekomen, of Arabella wilde Suzan ne weer wegzenden. „Laat mij nu maar alleen, Suzanne," zoor zei ze. „Ik verzocht u met mij te komer^ opdat mama mij niet zou volgen. Maar au» maet gij gaan." (Wordt vervolgd#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5