BRIEVEN UIT FRANKRIJK
Suzanne Duprè
NIEUWE HAAKLEMSCHE COURANT.
1 We ede Blad Maandag 8 Juni 1925
ONDER HET REGIME VAN MUSOLINI
Het fransch op de lagere school
UIT DE PERS.
De Tarief wet.
De indruk van de nota der geallieerden in Duitsche kringen. Het
Deensche arbeidersconflict practisch bijgelegd. Toenemenden onrust
In China. De hittegolf in de V. S. Honderdviiftig slachtoffers.
Onder de Radio-berichten: Het nieuwe Belgische Kabinet zoo goed als
samengesteld. Onder de arbeiders der Chileensche salpeter-onderne
mingen is een opstandige beweging uitgebroken; de orde werd door re-
geeringstroepen hersteld.
Gem. buitenl. berichten.
HANDEL EN NIJVERHEID.
460
559
807
1001
1129
1253
1362
1437
1593
1756
2062
2204
2332
2412
2551
2827
2951
3149
3331
3501
3786
3820
3851
82
2
51
29
47
51
85
64
124e Trekking van 30 Mei 1925.
S. 21634 no. 19 betaalbaar met fr. 10.006
s. 21209 no. 15 met fr. 10.000, s. 9164 no
3 met fr. 500, s. 24989 no. 17 met fr. 500.
Betaalbaar met fr. 250:
S. 13364 no. 17, s. 11177 no. 10, s. 17888
no. 23, s. 21009 no. 16, s. 11688 no. 7, s
26848 no. 1.
Betaalbaar met fr. 150.
S. 11177 no. 13, s. 21209 no. 12, s. 21634 no.
25, s. 1029 no. 15, s. 13364 no. 12, s. 13416
no. 17, sl 3843 no. 12, s. 10828 no. 5, s,
24974 no. 18, s. 4279 no. 15.
Betaalbaar met fr. 100.
247 1029 2009 3031 3843 4279 6161
6600 6887 7213 8031 9164 1026810283
10354 11177 11268 11531 11688 11712 11893
12835 13364 13418 15442 15721 15786 1602C
16583 17888 19335 20409 21209 21634 22426
22783 24974 24989 25246 26500 26705 2684?
28203 29171.
LUCHTVERKEER-
Vliegers gered door een trein,
machinist.
De Poolvlucht van Amundsen.
FEUILLEION
to
Wie zich met een uiterlijke beschouwing
van Rome, en hetzelfde geldt ongeveer van
de meeste Italiaansche steden, tevreden stelt,
bespeurt een grooten omkeer ten goede, ver
geleken bij enkele jaren geleden. Schijnbaar
heerschen rust en orde. Het toilet der steden
is beter verzorgd, de trams frisch opge
schilderd en de uniformen der politiedienaren
ïijn van een bijna Hoilandsche netheid. Er
wordt harder gewerkt en de van huis uit
wat trage Italiaansche ambtenaren zijn, graag
of niet, gedwongen stipt op tijd te beginnen
en liet duimen draaien af te leeren.
En het meest verrassende is zeker, dat de
internationale treinen op het vastgestelde uur
binnen loopen, zoodat het spoorboekje, in te
genstelling met vroeger, met bevrediging
wordt geconsulteerd,
i De bewonderaars van Mussolini wijzen op
al deze teekenen om den dictator hemelhoog
te verheffen. Zij gaan zelfs zoo ver, hem
met Napoleon te vergelijken, met wien hij
meer in gelaatstrekken, dan in wezen over
eenkomst vertoont. Terecht wordt hem lof
toegezwaaid voor zijn energiek optreden. Een
Bolsjewistisch regime in Italië is voorkomen
Zijn financieele maatregelen verdienen toe
juiching en ook zijn onverzwakte arbeids
kracht, waaraan bovengenoemde verbeterin
gen zijn te danken. Hij heeft de economische
positie der ambtenaren verbeterd en de gees
telijkheid in een salarisver hooging doen dee
ien. En men begrijpt, dat de slecht betaalde
Italiaansche geestelijkheid, vooral op het plat
teland, geneigd is een welwillend oog op het
huidige fascistisch stelsel te slaan.
Maar toch,, wie achter de schermen ziet en
dieper doordringt in het wezen van Musso
lini's opperheerschappij, ziet al te goed de
schaduwzijden van zijn op militaire macht
steunend bewind en de gevaren aan zijn
dictatorschap verbonden. Uiterlijk is alles
boter je tot den boom, innerlijk broeit het in
breede lagen des volks. Niet zonder bezorgd
heid denkt men aan de toekomst, als het
oogenblik zal zijn gekomen, dat de tegen
woordige Regeering moet wijken. Want dit
is de groote keerzijde van Mussolini, dat hij
alleen de lakens wenscht uit te deelen en
ongeneigd een staf van medewerkers te vor
men, die zijn plaats op meer gematigds wijze
eventueel kunnen innemen. Mussolini is een
persoonlijkheid en geen stelsel voor besten
digheid vatbaar. Met hem staat of valt het
Fascisme. En wat daar van het gevolg zal
zijn, laat zich gemakkelijk vermoeden. Uit-
tonderingswetten zijn door hem in het leven
geroepen; zijn opvolgers en tegenstanders
Zullen eveneens een dergelijke wetgeving
toepassen. Een voorbeeld kan gelden de wet
tegen de geheime genootschappen, kort
geleden tot stand gekomen. Zeker wij kunnen
niet anders dan dezen maatregel tegen de
vrijmetselarij op zichzelf van harte waar-
ieeren. Maar wie zal ontkennen, dat door
:en anti-cleric ale Regeering in later jaren
leze wet wellicht eveneens tegen de geeste
lijke orden zal worden uitgespeeld. En boven
dien, de steun van Mussolini aan de Katho
lieke Kerk, berust niet op zijn innerlijke
geloofsovertuiging. Het is zuivere politiek die
hem de gunst van het Vaticaan doet zoeken.
Begrijpelijk dan ook, dat van die zijde de
uiterste neutraliteit in acht wordt genomen.
Men aanvaardt in het Vaticaan dankbaar, wat
ten voordeele van de Roomsche Kerk wordt
tot stand gebracht, maar zonder zich enthou
siast uit te laten. De terugkeer der kruis
beelden in openbare gebouwen, de salaris-
verhooging der geestelijkheid etc., worden
•net vreugde begroet, maar men bouwt daar
op geen blijvende verwachtingen. Evenmin
vaagt men zich aan kritiek op de onmis
kenbare fouten, aan het machtregime verbon-
ien, dat na zijn goede werking te hebben
Zehad, thans «en kiem in zich draagt, de lin-
sche partijen tot het uiterste te drijven.
Een van de belangrijkste redenen, zoo werd
mij in wel ingelichte kringen verzekerd, dat
de leider der- Volkspartij van Vaticaansche
Zijde tot werkeloosheid is gedoemd, is hierin
gelegen, dat Z.H. de, Paus geen enkelen
priester in de politiek betrokken wenscht
te zien. Men zou later niet schromen, hier
van partij te trekken, om het Vaticaan ver-
Wijten te "doen en van een pro of contra te
beschuldigen. Vrijheid is op dit oogenblik in
Italië een denkbeeldig iets. Wie het waagt'
in woord of geschrift 't fascisme te bestrijden,
heeft grooten kans, de grenzen g'opend te vin-
of het aan den lijve te gevoelen.
Met de bedevaart te Florence vertoevend,
trof ons, dat daags te voren alle kranten
kiosken tot den grond waren afgebrand. De
fascisten hadden zich gerechtigd geoordeeld
dit te bewerkstelligen, om den verkoop van
anti-Mussolinistische organen te straffen.
Het leger en speciaal de zwarthemden van
den dictator beschikken over een grooten in
vloed. Zij mogen er al in slagen met kracht
middelen den vrede te bewaren, de werke
lijke ontevredenheid wordt er niet door weg
genomen en deze groeit dan ook met den
dag.
Hoe lang Mussolini zich nog zal handha
ven, niemand kan het zeggen. Zoolang de
groot-industrie achter hem staat, handel
Zn nijverheid economisch welvarend zijn, het
teven, hoewel duur, niet al te duur wordt, en
de Lire zich weet te bewaren voor verdere
daling, is voor een spoedigen val niet te
duchten. Maar de voorteekenen zijn in dit
opzicht niet gunstig. Italië gaat als alle lan
den, die aan den wereldoorlog hebben deel
genomen, gebukt onder zware lasten. Nog is
de oppositie in het parlement, wier leden per
soonlijk door afwezigheid bij de debaiten
schitteren, een beduidende minderheid, maar
indien verkiezingen volgens een ander dan
het Mussolinistische systeem zouden plaats
vinden, is het niet twijfelachtig of die minder
heid zou wel een meerderheid kunnen wor
den.
In Italië speelt zich op het oogenblik een
spel af, dat ook in andere landen troef is.
Het heerschend gezag en de oppositie voeren
een strijd op leven en dood, ten koste van
het landsbelang, dat alleen door eendrachtige
samenwerking kan worden bevorderd.
Een ding heeft ons in Italië ten zeerste ge
troffen. Het godsdienstig leven staat er hoo-
ger dan wij hadden verwacht. Zeker als wij
't vergelijken met dat in Frankrijk. Hoe dich
ter bij Rome, hoe slechter Katholiek gaat
gelukkig niet op. Het Italiaansche volk heeft
den. oprechten godsdienstzin weten te bewa
ren. En zelfs zij, die de praktijk van het ker
kelijk leven hebben vaarwel gezegd, staan
minder vijandig tegenover het*Vaticaan, dan
in Frankrijk het geval is. Men begrijpt in.het
geheel niet het streven van Frankrijk, het
gezantschap bij den H. Stoel af te schaffen
en keurt ten zeerste die op zijn zachtst ge
nomen onwelwillende houding af. Het zijn
alleen de socialistische en communistische
elementen, die^e kerk willen vervolgen en
niets wenschen te weten van de vredesvlag,
die Pius XI, evenals zijn voorgangers hoog
op het Vaticaan heeft geplaatst.
Het verlangen wordt in den breeden kring
steeds grooter, de verstandhouding tusschen
Vaticaan en Quirinaal dus danig goede
voortschreden te zien maken, dat de Romein-
sche kwestie geheel tot het verleden zal
behooren.
Het is daarom vooral te wenschen, dat
Mussolini zijn al te persoonlijk regiem van
uiterste machtsoplegging zal inbinden om
een duurzame Regeering van orde op par-
lementare samenwerking gebaseerd te waar
borgen.
Blijft hij zijn onverzettelijk standpunt inne
men, dan zal de groei der uiterst linksche
partijen niet zijn te voorkomen en daardoor
tevens het verzet tegen de kerk opnieuw
worden aangeblazen.
Maar hoe ook, de rots van Petrus zal on
verwoestbaar zijn. Rome is en blijft de Eeuwi
ge stad, waaraan geen enkel regime, de hoo-
gere beteekenis kan ontnemen.
Dit besef is des te levendiger in ons, nu wij
van nabij het Vaderhuis hebben mogen be
zoeken.
De herinnering eraan zal nog in ons leven,
als deze reis, die ten einde spoedt, reeds lang
tot het verleden behoort.
Rome, Mei 1925.
Mr. P. v. S.
j een iarïet van 5 pCt, op 8 pet. omhoog
gaan. En dan denk ik in dit verband ook
aan Engeland en Frankrijk, die 26 pCt. hef
fen van de Duitsche goederen; aan België,
dat dezer dagen het voorbeeld gaat volgen;
aan wat Denemarken met zijn tarief heeft
gedaan in Maart; wat Noorwegen met zijn
tarief heeft gedaan in Augustus; wat Hon
garije doet met zijn tarief; ook hieraan, dat
België uit zijn nieuw tarief, naar ik meen 80
millioen meer wil halen dan het er vroeger
uithaalde. Ik denk dan ook aan het Oosten-
rijksche tarief, waarvan de heer Van Gijn
zeide, dat de voorzitter van de Cobden-Club,,
Sir Georg Paish, Oostenrijk kwam aanmanen,
om wat in ie binden met het tarief, omdat
het anders geen geld meer uit de City zou
krijgen. Ik kan dat begrijpen, als ik zie, dat
in Oostenrijk van gebrande koffie 67Yz pCt.
wordt geheven, van behangselpapier 50, van
rijwielen 120 pCt., van katoenen ondergoe
deren 21, van wollen kleeren 15.4 pCt.
Als ik schoenfabrikant ben in het buiten
land, en in Noorwegen betaal ik 53, in Ne
derland 8 pCt-, dan stuur ik mijn schoenen
naar Nederland, en neem ik, als ik in geen
enkel land terecht kan beneden 30 pCt. het
invoerrecht in Nederland voor mijn rekening
en ik ben nog goed af.
Het is op zichzelf al dwaasheid om te be
weren, dat de prijzen met 3 pCt. zullen
worden verhoogd, omdat de invoerrechten
zooveel hooger zouden zijn geworden.
Want er is ook nog zoo iets als onderlinge
concurrentie.
Maar dubbel dwaas wordt de bewering,
als men bedenkt, dat Nederland door deze
verhooging van 3 pCt. nog altijd ver ten ach
ter blijft bij de reusachtige verhoogingen der
andere landen.
Protektionisme, dat is heel wat anders.
In Amerika om maar eens één land te
noemen daar weet men wat protektie is.
Daar heeft men om de eigen nijverheid te
beschermen, rechten geheven van 30 tot 50
pCt. en in. Spanje gaat men tot 200 pCt. De
luttele verhooging, welke hier is ingevoerd,
is een zuivere poging om eenige millioenen
uit indirekte belastingen te halen en heeft
met protektionisme niets te maken.
Natuurlijk werkt een tarief van 8 pCi, een
tikje meer beschermend, dan een van vijf
procent.
Maar niet zooveel meer, dat het karakter
der heffing erdoor verandert.
Niet zooveel meer, dat Nederland door
deze nieuwe Wet van den vrijhandel naar
het protektionisme is overgegaan.
Dit is geen uitspraak van ons.... maar
van den oud-Minister van Financiën, den
heer Treub, in de „Economisch-Statistische
Berichten" van 30 Juli.
Kwantitatief is er eenig verschil, schrijft
hij, kwalitatief niet.
Daarom, zoo schrijft hij nog, is er geen
aanleiding voor een beweging tot handha
ving onzer beproefde handelspolitiek".
De redacteur van het „Katholieke School
blad", de heer N. Leemrijse, schrijft in het
nummer van 4 Juni onder meer het vol
gende:
Het wetsontwerp van mej. Westerman is
door de Tweede Kamer aangenomen met 35
tegen 32.
Een toevallige meerderheid I van de 100
waren er 33 afwezig. Het is zeer twijfelachtig,
of bij voltalliger vergadering de uitslag ook
Zoo zou zijn. Intusschen is het volksonderwijs
—7 indien de minister de wet uitvoert de
dupe.
Wij voor ons hopen nog steeds, dat de eind
streep niet zal behaald worden en dat de te
genwoordige Minister voet bij stuk zal hou
den, of ten minste de uitvoering zal opschor
ten, totdat het rapport van het Rijksschool-
toezicht zal zijn verschenen.
Dit rapport zal zeker de zaaak beter behan
delen, dan de toelichting en verdediging van
mej. Westerman. Deze was volgens het
oordeel van bijna de geheele pers uitermate
zwak. Het verbaast ons dan ook, dat oud-col
lega's zelfs vóór konden stemmen, en tevens
hoe de meerderheid der Tweede Kamer de
stemmen uit de praktijk totaal negeerde.
De nieuwe wet van mej .Westerman „regelt"
niets. Het „laat slechts toe."
Nu begint de chaos!
In groote steden kan men voor de „openba
re scholen" "nkelen aanwijzen „met Fransch.'
Ook zullen er daar één of meerdere „bijzon
dere" kunnen worden ingericht. Maar hoe
moet het,als er ter plaatse maar één bijzondere
school van dezelfde richting is? Als men de
bevoegde leerkrachten heeft, kan men daar
ook Fransch geven, maar men sleept dan alle
leerlingen mee in die richting.
Op het platteland echter, waar de H. B. S.
of de U. L. O.-school de leerlingen trekt uit
de geheele omgeving, daar wordt een groote
moeilijkheid geschapen'. De eene school geeft,
wèl, de andere geen Fransch. Daar blijft de
impasse niet alleen, maar daar wordt ze groo
ter. Nu rekende men er op met de beginselen
te moeten aanvangen en dat zal in de toekomst
niet meer zoo zijn. Bovendien zal, wanneer
door de doorwerking der bezuinigingsmaat
regelen veel U.L.O.-scholen verdwijnen, het
ressort der blijvende grooter worden en dus
ook dit euvel vermeerderen.
En dan de kwestie der salarieering. Aan de
legere scholen „geniet" men 50 voor het be
zit der akte en krijgt men nihil voor het les
geven. Waar ter wereld buiten het onderwijs
wordt zooiets verlangd?
Met bijzondere cursussen was dit makkelijk
in orde te krijgen.
Wij zeiden heusch niet te veel, dat de wan
orde pas begint met de invoering der wet
„Mej. Westerman".
We hopen nog, dat het pleit niet be
slecht is. De eerste Kamerleden kunnen er
een stokje voor steken.
De „Gelderlander" komt op tegen hetgeen
thans met het oog op 1 Juli tegen de nieuwe
Tariefwet wordt gepropageerd.
„Daarmee wordt beproefd een herhaling
an wat er gebeurd is in 1905.
In 1905 lag er een tariefwet-Kolkman in
de Kamer, een wet, die. een technische ver
betering van het bestaande tarief beoogde en
bovendien op enkele punten protektie der
nationale industrie bedoelde.
De Linkerzijde heeft storm geloopen tegen
die Wet.
De kiezers bang gemaakt, dat alle artikelen
van dagelijksch gebruik duurder zouden wor
den.
Dat de huisvrouw met haar weekgeld niel
meer rond zou kunnen komen, wegens de
verhooging van alle winkelprijzen.
De kampagne heeft toen effect gehad, de
achterzijde heeft den strijd erdoor verloren
Men beproeft nu deze kans opnieuw.
Men tracht opnieuw de kiezers op te win-
:n door het spookbeeld van de duurte.
Er schijnt geld genoeg voorhanden men
Jverlccrt in diverse bladen.
En daarbij, spekuleert wen op de weinige
bekendheid van het publiek met den inhoud
der Wet.
Deze wet heelt niet het minst een protek-
tionistisc'he strekking; weliswaar wordt het
tarief over het algemeen verhoogd van 5 tot
S pCt., doch men moet, zooals de Minister
van Financiën het in zijn rede van 22 Okto
ber uitdrukte, dit feit niet beschouwen op
zichzelf, doch in verband met de tariefsver-
hoogingen in andere landen.
Als ik over een muur moet springen, zei
de Minister, en die muur was op een punt
drie meter hoog, op een ander punt tien
meter en elders slechts één meter, dan koos.
ik het punt, waar hij het laagste was. Zoo
doet ook de buitenlander bij den uitvoer zij
ner goederen. Hij voert ze uit naar die lan
den, waar de invoerrechten het laagst zijn.
Welnu, wij zijn gebleven op een invoer
recht van 5 pCt., het buitenland heeft ech
ter in de laatste jaren zijn invoerrechten ver
hoogd.
Nu komt het dus geheel neer op de vraag,
of de afstand, die ons vroeger placht te schei
den van de tarieven van andere landen, groo.
ter of kleiner is geworden, wanneer wij met
DE ONTWAPENING VAN DUITSCHLAND ke de ontwapening van Duitschland den na-
Omtrent den voorloopigen indruk, dien de I druk 'eggen op de groote gematigdheid en
geallieerde ontwapeningsnota in Berlijn in de. hoffelijkheid der nota: Niets werd ver
leidende politieke kringen heeft gemaakt, zuimd, zoo zeggen zij, om Duitschland een
meldt de politieke medewerker van Wolff b"'k van g°ede trouw te geven- terwijl de
o.a. hef volgende; eischen tot het hoognoodige werden be-
Welke geweldige prestaties Duitschland Perkt. De „Figaro zegt o.a, dat de nota
reeds op het gebied der ontwapening heeft geenszins het karakter van een ultimatum
laten zien, hoe gering van internationaal ge- draaëL
zichtspunt uit in verhouding tot deze pres-
taties de enkele punten zijn, welker uitvoe-
ring de geallieerden nog meenen te kunnen T MIJJN WEKK.EKS.
eischen, uit de nota blijkt wederom, welk ln ,een onderhoud met den minister van
een onjuiste opvatting de geallieerden heb- °Penoare werken betuigden de vertegen-
ben omtrent den stand der Duitsche ontwa- wofd>gers der mijnen in het bekken der de-
pening, waarbij van ernstige Duische ver- Par,teman!endu Nord en Pas de Galais hun
grijpen en het niet-vervullrn van gewichtige weze"< d?f zij, met het oog op de moei-
bepalingen uit het verdrag van Versailles ll,ketoestanden,.welke hun industrie door-
wordt besproken maakt, niet konden voldoen aan de eischen
De leidende gedachte in de nota is, dat d.er arh«dars en het verlangen der regee-
Duitschland in staat is, te gelegener tijd "n
een met de grootte zijner bevolking in over- - ,e i1"? ?r.s van °Pe?bfre werken en ar-
stemming zijnd leger, gereld voor den strijd dedfn hiervan mededeeling aan de ge-
op de been te bréngen. Tegen dit denkh-eld del?ferden van den mijnwerkersbond, die
dat den werkelijker toestand op den kop verkl1aarden hu" ^'gevers onmiddellijk
zet, moet met de grootste stelligheid wor- mee ln kennls te stellen'
den opgekomen.
Aan den anderen kant is de nota in zoo
verre een voorui'gang, dat thans voor de
eerste maal met eenige zekerheid valt te
overzien, welke concrete speciale eischen
amendement der Britsche regeering om
dqp patroonsarbeid buiten het verbod te
doen vallen, met 76 tegen 36 stemmen.
Het rapport der commissie dat de aanne
ming der conventie met de reeds vermelde
kleine wijziging aaneveelt, werd aangeno
men met 72 tegen 25 stemmen. De ver-
eischte twee derde meerderheid bij de
eindstemming schijnt dus verzekerd.
Het Deensche arbeidsconflict.
Het groote arbeidsconflict in Denemarken
is thans practisch bijgelegd. Het arbeids
bureau deelt mede, dat beide partijen het
bemiddelingsvoorstel van 3 Juni hebben
aanvaard^iDe werkgevers en arbeiders zijn
Zaterdag bijeengekomen, teneinde een re
geling te treffen voor de hervatting van
het werk op heden.
De onlusten in China.
Naar de correspondent van de Assoc.
Press verneemt, bestaat de mogelijkheid
eener rechtstreeksche deelneming der sov-
jetregeering aan den strijd in China. Ter
wijl de sovjet steun verleent aan Feng, den
leider der anti-Japansche griep, zouden de
Japanners, naar men meent, Tsjang tso Lin
steunen.
Groote hoeveelheden wapens en munitie
zijn reeds uit Rusland naar China gesmok
keld, terwijl Russische legerinstructeurs in
Mongolië zijn aangekomen om met Feng
samen te werken.
De Russische ambassadeur te Peking zou
de actie der onruststokers openlijk bevor
deren.
De Amerikaanche regeering is omtrent
een en «ander ingelicht.
Telegrammen uit Peking melden:
Sjang-Tso-lin, die op het oogenblik te
Tientsin verblijft, heeft nog niet zijn mee
ning geuit over de gebeurtenissen te Sjang
hai, doch verwacht wordt dat hij een afge
vaardigde naar Peking zal zenden om ze
met den president te bespreken.
De studenten te Peking staken nog steeds
en houden dagelijkstallooze ojjenlucht-
vergaderingen, waarbij zij het- „Britsche en
Japacische imperialisme" veroordeelen, doch
er hebben geen ongergldheden plaats, ter
wijl de in overweging gegeven boycot nog
niet in werking is getreden.
Zaterdagavond hadden in Kanton straat
gevechten plaats. De Kantonneezen dreven
de Yoennaneezen uit de stad. Gevreesd
wordt, dat een algemeene staking zal wor
den uitgeroepen. De telegrafische verbinding
met Honkkong is verbroken.
De troepen uit Kwangsi hebben zich thans
vereenigd met de anti-communisten uit
Yoennan.
De anti-communisten beheerschen Kan
ton, terwijl de communisten het eiland Ho-
nam, nabij Kanton, in hun macht hehhen.
Generaal Hsoe Sjoeng-hi uit Kanton wordt
er van beschuldigd, pro-communist te zijn.
Hij rukt thans uit Swatow op; de troepen
uit Yoennan gaan hem tegemoet.
De arbeiders staken uit sympathie met de
communisten. De anti-communisten kunnen
daardoor geen treintransporten doen plaats
hebben.
De communisten hebben in het geheim
een vliegtuig van de vliegschool te Hong
kong gekregen, met hetwelk zij gedurende
den nacht een tocht naar Kanton wilden
maken; doch het vliegtuig stortte nabij de
grens van Hongkong neer en werd vernield.
Uit Shanghai wordt geseind;
De staking slaat over naar de Fransche
concessie. Volgens schatting bedraagt het
aantal stakers een kwart millioen, doch een
aantal beambten heeft vandaag het werk
hervat. De verdediging wordt voortdurend
versterkt; ongeveer 1500 marinematrozen
zijn van een Fransche, een Italiaansche en
drie Britsche kruisers en zeven Ameri-
kaansche torpedojagers en ook van Brit
sche en andere kanonneerbooten geland.
Gisteren werden 400 Amerikaansche ma
riniers verwacht. Het uitblijven van onge
regeldheden en de hervatting van den ar
beid wijzen er op, dat de studenten de lei
ding ontglipt.
Twintigduizend studenten te Hankow
ageeren en verspreiden aan de vreemdelin
gen vijandige pamfletten.
De hittegolf in de V. S.
Meer dan 150 personen zijn in de Oos
telijke staten gestorven tengevolge van de
hittegolf. Duizenden slapen 's nachts in de
parken en op het strand.
New-York gaat reeds zes dagen gebukt
onder een vreeselijke hittegolf. De dooden-
lijst bevat reeds 141 namen. De brandweer
mannen bespuiten de kinderen. In Washing
ton is het verboden water te gebruiken voor
de tuinen, of meer dan één bad per dag
te nemen.
De strijd tegen de kapitaalsvlucht
in Frankrijk.
Minister Caillaux neemt strenge maatre
gelen tegen den frauduleuzen uitvoer van
kapitaal en onder de personen, die zich
daaraan hebben schuldig gemaakt, behooren
een vrouw en haar schoonzoon, die groote
bedragen naar Zwitserland zouden hebben
overgebracht.
Het betreft hier een zekere Mme Emilie
Proffit, een weduwe en haar schoonzoon,
Michel Le ChaumeDcvigny, schatrijke
verzocht in bons te worden betaald. Van een
rekening bij een Zwitsersehe bank is geen
sprake; zij is wel in Zwitserland geweest,
doch dit was slechts om een ziek familielid
te bezoeken.
Ebert's werken.
De oudste zoon van den gestorven rijks-
president Ebert heeft de werken en rede
voeringen van zijn vader verzameld en deze
zullen nu eerstdaags als „Gesammelte
Schriften und Reden" bij Carl Reiszer in
Dresden verschijnen.
Oproer in de gevangenis te Hamburg.
Zaterdag is in de gevangenis te Hamburg
onder de zwaarste misdadigers muiterij uit
gebroken. Verschillende gevangenen, waar
ender een paar moordenaars en een paar
beruchte inbrekers, wierpen zich op een ge
geven oogenblik op de g'vangenisbev.aar-
ders en trachtten hen te overweldigen. Een
Schupo-beambte snelde de cipiers te hulp
en doodde twee der aanvallers. Een hunner
zat levenslang.
Het is gebleken, dat er in de gevangenis
een wijdvertakt complot bestond. Er zal een
onderzoek worden ingesteld hoe het moge-
lijk was, dat de gevangenen met elkaar in
contact konden komen om dezen aanslag te
beramen.
De Oostenrijksche gezant te Parijs.
De Oostenrijksche gezant te Parijs, baron
von Eichhoff, sinds 1919 hier, gaat Parijs ver
laten. Sauerwein, die een interview met hem
publiceert, geeft te verstaan, dat zijn terug
roeping we! kan samenhangen met zijn ver
zet tegen de politiek van aansluiting van
Oostenrijk bij Duitschland, want al is for
meel en administratief zijn tijd gekomen,
zullen anderen, voor wie dit elders ook het
geval was. worden gehandhaafd. Hij spreekt
de hoop uit dat deze terugroeping geen wij
ziging in de algemeene politiek van Oosten
rijk beteekent en haalt met iastemming de
uitlatingen var. Eichhoff aan, dat Oostenrijk
moet leven door eigen kracht en door het
vertrouwen, dat het door kalmte en arbeid
zaamheid aan het buitenland inboezemt,
doch dat het ontoelaatbaar is, beurtelings
de vogelverschrikker van het bolsjewisme of
van aansluiting bij Duitschland te voorschijn
te halen,
ROTTERDAMSCHE SCHOUW
BURG.
Premieleening groot f 589.650.
Trekking op 29 Mei 1925.
Getrokken zijn de navolgende 75 premiën;
S. No. f. S. No.
36 100 10.— 210 62
370 46 2.50 42165
25 2.50 475 90
6125.— 629 87
75 2.50 849 6
84 2.501024 2
51 5.— 1201 43
49 50.-128649
85 2.501417 95
12.501442 39
12.50 1686 12
2.501803 73
2.50 218172
2.50 2282 81
60 10.-2335 82
18 2.50 2433 57
5.-2785 7
5.—283138
5.— 2963 12
43 10.—325912
35 2.50 3447 58
12 2.50 3630 4
95 5.—3805 51
59 10.—3820 67
53 2.50 3890 69
f S. No. f
12.50 304 5 5.—
10.— 429 59 12.50
2.50 483 97 2.50
12.50 728 33 25.—
2.50 864 11 12.50
2.501025 18 2.50
50.—1226 24 5.—
2.50 1349 91 2.50
2.50 1427 81 5.—
2.501582 17 12.5
5 1688 40 12.50
50.—20.40 9610.—
500.—2495 83 5.—
2.502273 13 2.50
12.50 2408 51 10.—
10.— 2445 65 10.—
2.50 2786 48 2.50
10.—2841 45,2.50
2.50 3120 47 5.—
5.—3316 5412.50
2.50 3478 4310.—
2.503757 6510.—
5.—3811 20 2.50
25.-3834 54 25
2.50 3919 21 5.—
BESPREKINGEN TUSSCHEN Dg FRAN
SCHE EN SPAANSCHE REGEERINGEN
INZAKE DEN OORLOG IN MAROKKO.
overzien, weiKe eoncreie sueeia.e eiseueu i Aangekondigd wordt dat binnenkort, het-, J- D t> j
de geallieerden inzake de ontwapening nog zii te Parijs of Madrid, een bijeenkomst zal "Particulieren die in de Rue Puvis-de-
aan Duitschland willen stellen en dat de i plaats hebben van 'officiëele afgevaardigden Chavannes te Parijs wonen en naar de be-
geallieerden zich uitdrukkeliik verplichten j d" Fransche en Spaansche regeeringen, ter I I Q70f^ f' 7°°. Tr TjattnnTe
na vervulling der eischen eindelijk de noor- I bespreking der Marokkaansche aangetegen- ]5efensie tc j,ebben ingeschreven, .deze bons
deliike zone van het" Rijnland te ontruimen, j heden, met name tot verscherping van de
Ofschoon van Duitsche ziide niet kan wor- controle op de contrabande langs de Rif
den erkend, dat een eveniueele achterstand kust. Aangezien deze ook via Gibraltar
in de ontwapening het niet nakomen der plaats heeft, zal het vermoedelijk noodig
bepaling om'rent den ontruimingstermijn zijn ook met Engeland te praten,
kan rechtvaardigen, door genoemde ver- de voortdurende besprekingen, die tus-
plichrintf der geallieerden is de toestand schen de Fransche en Spaansche regeerin-
werkelijk veel opgehelderd. gen gevoerd worden, schijnt men reeds vrij-
In bevoegde kringen zal men de nota on- wel tot overeenstemming te zijn gekomen,
verwijld aan een zorgvuldig onderzoek on- j d'® echter nog officiëel moet worden vast-
derwerpen en een eventueelen achterstand gelegd.
doen verdwiinen, i De bakkersnachtarbeid op de con-
FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER DE 1 ferentie te Genève.
DUITSCHE ONTWAPENING. 1 Bij de behandeling, in tweede lezing, van
Havas meldt dat de bladen in hun be- 1 de conventie inzake den bakkersnachtar-
spreking van de nota der geallieerden inza- beid, verwierp de Arbeidsconf eren tie het
LOTEN VAN BRUSSEL 1902.
naar een bank in Zwitserland te hebben ge
zonden, die ze voor haar rekening bij de
Fransche schatkist zou hebben geïncasseerd.
Dit aou in Maart j.l. zijn geschied, doch
eerst mans.heeft de justitie de zaak in han
den genomen. Toen zij zich Dinsdag j.l.
naar een bank in de Rue La Fayette begaf,
waar de heer Le Chaume en Mme Proffit
een dépot hebben, bleek, dat deze alle fond
sen er uit hadden meegenomen.
Aan de „Figaro" heeft Mme Proffit ver
klaard, dat zij slechts voor ongeveer twee
millioen frans bons heeft opgenomen. Zij
had eenige schulden te vereffenen, daar zij
een boerderij, welke zij bezit, had verkocht.
Buitenlandsche schuldeischers hadden haar
De machinist van een expresstrein heeit
twee vliegers gered, die nabij den spoorweg
in de buurt van Etampes in een brandend
vliegtuig zaten. De vliegmachine, vloog on
der het vliegen in brand en viel in net veld.
De expresstrein was juist in aantocht en
toen de machinist het brandende vliegtuig
zag, deed hij den trein stoppen zoodat de
vliegeniers uit het vliegtuig konden worden
gehaald.
Volgens een bericht uit New-York Is het
toch niet onmogelijk, dat de Amerikaansche
regeering er toe zal besluiten een hulpexpe
ditie voor Amundsen uit te rusten. In da!
geval zou het oorlogsschip „Patoka" voor
uit gezonden worden om later te dienen all
basis voor het luchtschip „Los Angeles
dat dan in het Poolgebied verkenningen
zou ondernemen.
Die stem maakte soms den indruk van
eene liefkozing.
t „Ja,"zoo hield hij aan, „als u het op u
zoudt willen nemen, mijr.e dochter uit te
hooren, en over de houding van don Alber-
i to een wakend oog te houden, dan zou ik
volkomen gerust vertrekken."
Maar toen Suzanne niet antwoordde,
„Ik heb u uu den toestand duidelijk ge- voegde hij er bij:
maakt, julfrouw Uupré,' 'vervolgde de heer "Ik da' u vee' van Marie lnérese
de Roquépine, „En begrijpt u nu de reden houdt. Zoudt u haar daarom de oogen niet
van mijn onrust? O, kon ik mijn vertrek kunnen openen voor het gevaar?
maar uitstellen, of Marie Thérèse mee
nemen!"
„Ik zou geen andere oplossing weten. Ik
zou u willen aanraden, zelf ér over te be
ginnen, ernstig met Marie Thérèse over dat
onderwerp te spreken, en haar waakzaam
'e maken, zoowel tegen haar eigen gevoe
lens als tegen alle pogingen, die prins Al-
beto in het werk mocht stellen, haar hart
te veroveren."
Deze oplossing kwam den heer de Roqué-
Pine pijnlijk voor.
„Wij mannen zijn zoo onhandig in derge
lijke omstandigheden," zoo zei ze afwerend,
„Ja, ik houd veel van haar, dat is waar,
maar u bedriegt zich, als u denkt, dat ik u
in dit opzicht nuttig zou kunnen zijn."
In groote onrust had Suzanne die woor
den uitgesproken. O, wat een boosaardig
noodlot was het toch, dat'telkens weer dien
prins Gottifreddi met haar in aanraking
bracht!
„Weigert u, mij dezen dienst te bewijzen?"
vroeg de heer Roquépine, op zacht ver
wijtende toon.
„O, vergeef het mij toch, dat ik er zoo op
aandring," vervolgde hij. „Het was gemis
aan tact, dat ik dat van u verlangde. Ik
..en bovendien zou ik het gaarne aan een nu 1 weet dat, ik voel het. Maar wilt u mijne
misschien nog maar onbestemd gevoel vaste onbescheidenheid op rekening stellen van
vormen geven, door er met haar over te mijne vaderlijke bezorgdheid?"
spreken, terwijl u daarentegen.... Gij zijt
ccn vrouw, en bovendien eene fijnvoelende
'actvolle vrouw...."
Opeens viel het Suzanne op, hoezeer de
'tem van den man, die daar tegenover haar
op die van Marie Thérèse geleek.
Hij stond op om afscheid te nemen.
Altijd was het voor Suzanne pijnlijk ge
weest, te moeten weigeren, wanneer iemand
een verzoek tot haar richtte, maar op dit
oogenblik scheen het haar pijnlijker dan ooit
te voren.
„Er is geen sprake van onbescheidenheid,"
zoo stamelde ze. verlegen. „Ik verzoek u, dat
toch niet te denken. Ik zou u zoo gaarne
helpen, maar ik kan niet., ik mag niet.. Er
zijn omstandigheden.."
„Welke omstandigheden?"
„Zondt u mij willen toestaan, op die
vraag niet te antwoorden?" zei Suzanne
bna fluisterend, en met beschaamd gelaat.
„Het is voor mij bepaald onmogelijk, Marie
Thérèse tegen don Alberto te waarschu
wen."
De heer Roquépine werd door dit ant
woord onaangenaam getroffen.
„Is het u dan liever, dat zij zijne vrouw
wordt?" vroeg hij.
„Neen' neen!" riep ze uit, terwijl ze op
stond, „Nooit moogt u toestaan, dat zij zijne
vrouw wordt."
Suzanne beet zich op de lippen, toen ze
die woorden had uitgesproken.
Was ze daardoor 'niet ontrouw geworden
aan hare belofte jegens donna Flavia? zoo
vroeg ze zich angstig af.
Doordringend zag de heer de Roquépine
haar aan.
Een ongewone nieuwsgierigheid lag op
zijn anders zoo nadenkend gelaat te lezen.
Hij gevoelde onder haar verlegen houding
en de tegenspraak in haar antwoorden de
aanwezigheid van een of andere geheimzin
nige kracht, waartegen hij niet kon strijden,
omdat de aard van die kracht hem onbekend
duidelijk, 'dat zijne pogingen, de medewer
king van Suzanne te verkrijgen, waren mis
lukt.
„Ik verzoek u nogmaals om verontschul-
dltjlng," zoo zei hij, terwijl hij eene buiging
voor Suzanne maakte.
Toen voegde hij er nog eenige beleefde
woorden bij, en ging naar de deur.
Maar Suzanne volgde hem.
„O, wees toch niet boos op mij," zoo zei
ze. „Ik zou u zoo gaarne helpen, dat kan
ik u verzekeren. Maar laten wij dan nog
eens zien, of er dan geen middel te vinden
zou zijn...."
Zouze overwonnen zijn? dacht de heer
de Roquépine. Er kwam een glimlach op zijn
gelaat, die hem eenige jaren jonger deed
schijnen,
Ik kan u evenwel maar ééne zaak be
loven," zoo voegde ze er haastig bij. „Ik zal
de houding van don Alberto en Marie Thé
rèse bespieden; maar een tuSschen beiden
treden vat! mijne zijde is volstrekt on
mogelijk."
De heer de Roquépine begreep, dat het
nutteloos zou zijn, me.er van haar te ver
langen.
Zoudt u mij dan tenminste willen belo
ven, mij nauwkeurig uwe indrukken mede te
deelen?" ^roeg hij.
En daar ze toestemmend met het hoofd
knikte, boog hij weer, greep hare hand en
Maar ééne zaak was hem toch volkomen hracht die eerbiedig aan zijne lippen, alsof
ze eene koningin was. als teek envan zijne
dankbaarheid.
HOOFDSTUK XIII.
Eenige dagen na zijn gesprek met Suzanne
Dupré stapte de heer de Roquépine in den
trein, die om 8.50 in den avond uit Rome
vertrekt.
Marie Thérèse, die haar vader naar het
station had willen begeleiden had Suzanne
verzocht, haar te vergezellen, om haar weer
naar huis te brengen.
Maar op het laatste oogenblik, vóór het
vertrek van den trein, wierp Marie Thérèse
zich snikkend in de armen van haar vader.
„Papa, neem mij toch mede! Laat mij
niet hier alleen!" riep ze smeekend uit.
.Waarom gaat u heen zonder ons? Neen,
dat hadt u niet mogen doen. U hadt ons
mee moeten nemen."
„Wat zegt ge daar? Dat is wel een zon
derling verwijt," antwoordde de heer de
Roquépine. „Eerst hadt ge immers niet mee
willen gaan. Wat is de reden van die plot
seling» verandering?"
„Ais u -er op hadt aangedrongen zou ik
zeker zijn meegegaan," stamelde ze.
Over Marie Thérèse's hoofd heen wierp
hij een veelbefeekenenden blik op Suzanne,
alsof hij wilde zeggen;
„Ziet gij nu wel, dat ik gelijk heb? Waak
over mijn kind!"
Toen antwoordde hij op vaderlijken toon
tprumt hjj met de hand liekozend over het
voorhoofd van zijne dochter streek:
„Mijn afwezigheid zal zoo kort mogelijk
zijn, en dan zullen wij dadelijk te zamea
noar Parijs terugkeeren, als ge zoo daar
naar verlangt."
„Neen, neen papa, dat is het niet, wat ik
bedoelde. Als u weer bij mij zijt, dan wil ik
Rome niet meer verlaten."
De stem van het jonge meisje klonk vast.
op beslisten toon, toen ze die woorden uit
sprak.
Het was, alsof ze hare voorliefde voor
Rome zoo duidelijk mogelijk wilde verkon
digen.
Maar de heer de Roquépine zag Suzanna
weer met veelbeteekenenden blik aan.
Intusschen was Marie Thérèse weer be
gonnen den toon van een klagend kind aan
te nemen, om haar vader dringend op het
hart te drukken, zich goed in acht te nemen
en spoedig te schrijven, en geen enkele van
die klein*: boodschappen te vergeten, die ze
hem voor Parijs had opgedragen.
Ze hing aan den arm van haar vader, ter
wijl ze dat alles vroeg, en de tranen, die in
haar oogen stonden lieten die nog grooter
schijnen.
Om haar mond speelde een weemoedige
glimlach.
Suzanne, die haar nog nooit zóó gezier
had, zag haar vol bewondering aan.
(Wordt voortgezetj