BRIEVEN UIT FRANKRIJK Suzanne Duprè NIEUWE HAAKLEMSCHE COURANT. 1 We ede Blad Maandag 8 Juni 1925 ONDER HET REGIME VAN MUSOLINI Het fransch op de lagere school UIT DE PERS. De Tarief wet. De indruk van de nota der geallieerden in Duitsche kringen. Het Deensche arbeidersconflict practisch bijgelegd. Toenemenden onrust In China. De hittegolf in de V. S. Honderdviiftig slachtoffers. Onder de Radio-berichten: Het nieuwe Belgische Kabinet zoo goed als samengesteld. Onder de arbeiders der Chileensche salpeter-onderne mingen is een opstandige beweging uitgebroken; de orde werd door re- geeringstroepen hersteld. Gem. buitenl. berichten. HANDEL EN NIJVERHEID. 460 559 807 1001 1129 1253 1362 1437 1593 1756 2062 2204 2332 2412 2551 2827 2951 3149 3331 3501 3786 3820 3851 82 2 51 29 47 51 85 64 124e Trekking van 30 Mei 1925. S. 21634 no. 19 betaalbaar met fr. 10.006 s. 21209 no. 15 met fr. 10.000, s. 9164 no 3 met fr. 500, s. 24989 no. 17 met fr. 500. Betaalbaar met fr. 250: S. 13364 no. 17, s. 11177 no. 10, s. 17888 no. 23, s. 21009 no. 16, s. 11688 no. 7, s 26848 no. 1. Betaalbaar met fr. 150. S. 11177 no. 13, s. 21209 no. 12, s. 21634 no. 25, s. 1029 no. 15, s. 13364 no. 12, s. 13416 no. 17, sl 3843 no. 12, s. 10828 no. 5, s, 24974 no. 18, s. 4279 no. 15. Betaalbaar met fr. 100. 247 1029 2009 3031 3843 4279 6161 6600 6887 7213 8031 9164 1026810283 10354 11177 11268 11531 11688 11712 11893 12835 13364 13418 15442 15721 15786 1602C 16583 17888 19335 20409 21209 21634 22426 22783 24974 24989 25246 26500 26705 2684? 28203 29171. LUCHTVERKEER- Vliegers gered door een trein, machinist. De Poolvlucht van Amundsen. FEUILLEION to Wie zich met een uiterlijke beschouwing van Rome, en hetzelfde geldt ongeveer van de meeste Italiaansche steden, tevreden stelt, bespeurt een grooten omkeer ten goede, ver geleken bij enkele jaren geleden. Schijnbaar heerschen rust en orde. Het toilet der steden is beter verzorgd, de trams frisch opge schilderd en de uniformen der politiedienaren ïijn van een bijna Hoilandsche netheid. Er wordt harder gewerkt en de van huis uit wat trage Italiaansche ambtenaren zijn, graag of niet, gedwongen stipt op tijd te beginnen en liet duimen draaien af te leeren. En het meest verrassende is zeker, dat de internationale treinen op het vastgestelde uur binnen loopen, zoodat het spoorboekje, in te genstelling met vroeger, met bevrediging wordt geconsulteerd, i De bewonderaars van Mussolini wijzen op al deze teekenen om den dictator hemelhoog te verheffen. Zij gaan zelfs zoo ver, hem met Napoleon te vergelijken, met wien hij meer in gelaatstrekken, dan in wezen over eenkomst vertoont. Terecht wordt hem lof toegezwaaid voor zijn energiek optreden. Een Bolsjewistisch regime in Italië is voorkomen Zijn financieele maatregelen verdienen toe juiching en ook zijn onverzwakte arbeids kracht, waaraan bovengenoemde verbeterin gen zijn te danken. Hij heeft de economische positie der ambtenaren verbeterd en de gees telijkheid in een salarisver hooging doen dee ien. En men begrijpt, dat de slecht betaalde Italiaansche geestelijkheid, vooral op het plat teland, geneigd is een welwillend oog op het huidige fascistisch stelsel te slaan. Maar toch,, wie achter de schermen ziet en dieper doordringt in het wezen van Musso lini's opperheerschappij, ziet al te goed de schaduwzijden van zijn op militaire macht steunend bewind en de gevaren aan zijn dictatorschap verbonden. Uiterlijk is alles boter je tot den boom, innerlijk broeit het in breede lagen des volks. Niet zonder bezorgd heid denkt men aan de toekomst, als het oogenblik zal zijn gekomen, dat de tegen woordige Regeering moet wijken. Want dit is de groote keerzijde van Mussolini, dat hij alleen de lakens wenscht uit te deelen en ongeneigd een staf van medewerkers te vor men, die zijn plaats op meer gematigds wijze eventueel kunnen innemen. Mussolini is een persoonlijkheid en geen stelsel voor besten digheid vatbaar. Met hem staat of valt het Fascisme. En wat daar van het gevolg zal zijn, laat zich gemakkelijk vermoeden. Uit- tonderingswetten zijn door hem in het leven geroepen; zijn opvolgers en tegenstanders Zullen eveneens een dergelijke wetgeving toepassen. Een voorbeeld kan gelden de wet tegen de geheime genootschappen, kort geleden tot stand gekomen. Zeker wij kunnen niet anders dan dezen maatregel tegen de vrijmetselarij op zichzelf van harte waar- ieeren. Maar wie zal ontkennen, dat door :en anti-cleric ale Regeering in later jaren leze wet wellicht eveneens tegen de geeste lijke orden zal worden uitgespeeld. En boven dien, de steun van Mussolini aan de Katho lieke Kerk, berust niet op zijn innerlijke geloofsovertuiging. Het is zuivere politiek die hem de gunst van het Vaticaan doet zoeken. Begrijpelijk dan ook, dat van die zijde de uiterste neutraliteit in acht wordt genomen. Men aanvaardt in het Vaticaan dankbaar, wat ten voordeele van de Roomsche Kerk wordt tot stand gebracht, maar zonder zich enthou siast uit te laten. De terugkeer der kruis beelden in openbare gebouwen, de salaris- verhooging der geestelijkheid etc., worden •net vreugde begroet, maar men bouwt daar op geen blijvende verwachtingen. Evenmin vaagt men zich aan kritiek op de onmis kenbare fouten, aan het machtregime verbon- ien, dat na zijn goede werking te hebben Zehad, thans «en kiem in zich draagt, de lin- sche partijen tot het uiterste te drijven. Een van de belangrijkste redenen, zoo werd mij in wel ingelichte kringen verzekerd, dat de leider der- Volkspartij van Vaticaansche Zijde tot werkeloosheid is gedoemd, is hierin gelegen, dat Z.H. de, Paus geen enkelen priester in de politiek betrokken wenscht te zien. Men zou later niet schromen, hier van partij te trekken, om het Vaticaan ver- Wijten te "doen en van een pro of contra te beschuldigen. Vrijheid is op dit oogenblik in Italië een denkbeeldig iets. Wie het waagt' in woord of geschrift 't fascisme te bestrijden, heeft grooten kans, de grenzen g'opend te vin- of het aan den lijve te gevoelen. Met de bedevaart te Florence vertoevend, trof ons, dat daags te voren alle kranten kiosken tot den grond waren afgebrand. De fascisten hadden zich gerechtigd geoordeeld dit te bewerkstelligen, om den verkoop van anti-Mussolinistische organen te straffen. Het leger en speciaal de zwarthemden van den dictator beschikken over een grooten in vloed. Zij mogen er al in slagen met kracht middelen den vrede te bewaren, de werke lijke ontevredenheid wordt er niet door weg genomen en deze groeit dan ook met den dag. Hoe lang Mussolini zich nog zal handha ven, niemand kan het zeggen. Zoolang de groot-industrie achter hem staat, handel Zn nijverheid economisch welvarend zijn, het teven, hoewel duur, niet al te duur wordt, en de Lire zich weet te bewaren voor verdere daling, is voor een spoedigen val niet te duchten. Maar de voorteekenen zijn in dit opzicht niet gunstig. Italië gaat als alle lan den, die aan den wereldoorlog hebben deel genomen, gebukt onder zware lasten. Nog is de oppositie in het parlement, wier leden per soonlijk door afwezigheid bij de debaiten schitteren, een beduidende minderheid, maar indien verkiezingen volgens een ander dan het Mussolinistische systeem zouden plaats vinden, is het niet twijfelachtig of die minder heid zou wel een meerderheid kunnen wor den. In Italië speelt zich op het oogenblik een spel af, dat ook in andere landen troef is. Het heerschend gezag en de oppositie voeren een strijd op leven en dood, ten koste van het landsbelang, dat alleen door eendrachtige samenwerking kan worden bevorderd. Een ding heeft ons in Italië ten zeerste ge troffen. Het godsdienstig leven staat er hoo- ger dan wij hadden verwacht. Zeker als wij 't vergelijken met dat in Frankrijk. Hoe dich ter bij Rome, hoe slechter Katholiek gaat gelukkig niet op. Het Italiaansche volk heeft den. oprechten godsdienstzin weten te bewa ren. En zelfs zij, die de praktijk van het ker kelijk leven hebben vaarwel gezegd, staan minder vijandig tegenover het*Vaticaan, dan in Frankrijk het geval is. Men begrijpt in.het geheel niet het streven van Frankrijk, het gezantschap bij den H. Stoel af te schaffen en keurt ten zeerste die op zijn zachtst ge nomen onwelwillende houding af. Het zijn alleen de socialistische en communistische elementen, die^e kerk willen vervolgen en niets wenschen te weten van de vredesvlag, die Pius XI, evenals zijn voorgangers hoog op het Vaticaan heeft geplaatst. Het verlangen wordt in den breeden kring steeds grooter, de verstandhouding tusschen Vaticaan en Quirinaal dus danig goede voortschreden te zien maken, dat de Romein- sche kwestie geheel tot het verleden zal behooren. Het is daarom vooral te wenschen, dat Mussolini zijn al te persoonlijk regiem van uiterste machtsoplegging zal inbinden om een duurzame Regeering van orde op par- lementare samenwerking gebaseerd te waar borgen. Blijft hij zijn onverzettelijk standpunt inne men, dan zal de groei der uiterst linksche partijen niet zijn te voorkomen en daardoor tevens het verzet tegen de kerk opnieuw worden aangeblazen. Maar hoe ook, de rots van Petrus zal on verwoestbaar zijn. Rome is en blijft de Eeuwi ge stad, waaraan geen enkel regime, de hoo- gere beteekenis kan ontnemen. Dit besef is des te levendiger in ons, nu wij van nabij het Vaderhuis hebben mogen be zoeken. De herinnering eraan zal nog in ons leven, als deze reis, die ten einde spoedt, reeds lang tot het verleden behoort. Rome, Mei 1925. Mr. P. v. S. j een iarïet van 5 pCt, op 8 pet. omhoog gaan. En dan denk ik in dit verband ook aan Engeland en Frankrijk, die 26 pCt. hef fen van de Duitsche goederen; aan België, dat dezer dagen het voorbeeld gaat volgen; aan wat Denemarken met zijn tarief heeft gedaan in Maart; wat Noorwegen met zijn tarief heeft gedaan in Augustus; wat Hon garije doet met zijn tarief; ook hieraan, dat België uit zijn nieuw tarief, naar ik meen 80 millioen meer wil halen dan het er vroeger uithaalde. Ik denk dan ook aan het Oosten- rijksche tarief, waarvan de heer Van Gijn zeide, dat de voorzitter van de Cobden-Club,, Sir Georg Paish, Oostenrijk kwam aanmanen, om wat in ie binden met het tarief, omdat het anders geen geld meer uit de City zou krijgen. Ik kan dat begrijpen, als ik zie, dat in Oostenrijk van gebrande koffie 67Yz pCt. wordt geheven, van behangselpapier 50, van rijwielen 120 pCt., van katoenen ondergoe deren 21, van wollen kleeren 15.4 pCt. Als ik schoenfabrikant ben in het buiten land, en in Noorwegen betaal ik 53, in Ne derland 8 pCt-, dan stuur ik mijn schoenen naar Nederland, en neem ik, als ik in geen enkel land terecht kan beneden 30 pCt. het invoerrecht in Nederland voor mijn rekening en ik ben nog goed af. Het is op zichzelf al dwaasheid om te be weren, dat de prijzen met 3 pCt. zullen worden verhoogd, omdat de invoerrechten zooveel hooger zouden zijn geworden. Want er is ook nog zoo iets als onderlinge concurrentie. Maar dubbel dwaas wordt de bewering, als men bedenkt, dat Nederland door deze verhooging van 3 pCt. nog altijd ver ten ach ter blijft bij de reusachtige verhoogingen der andere landen. Protektionisme, dat is heel wat anders. In Amerika om maar eens één land te noemen daar weet men wat protektie is. Daar heeft men om de eigen nijverheid te beschermen, rechten geheven van 30 tot 50 pCt. en in. Spanje gaat men tot 200 pCt. De luttele verhooging, welke hier is ingevoerd, is een zuivere poging om eenige millioenen uit indirekte belastingen te halen en heeft met protektionisme niets te maken. Natuurlijk werkt een tarief van 8 pCi, een tikje meer beschermend, dan een van vijf procent. Maar niet zooveel meer, dat het karakter der heffing erdoor verandert. Niet zooveel meer, dat Nederland door deze nieuwe Wet van den vrijhandel naar het protektionisme is overgegaan. Dit is geen uitspraak van ons.... maar van den oud-Minister van Financiën, den heer Treub, in de „Economisch-Statistische Berichten" van 30 Juli. Kwantitatief is er eenig verschil, schrijft hij, kwalitatief niet. Daarom, zoo schrijft hij nog, is er geen aanleiding voor een beweging tot handha ving onzer beproefde handelspolitiek". De redacteur van het „Katholieke School blad", de heer N. Leemrijse, schrijft in het nummer van 4 Juni onder meer het vol gende: Het wetsontwerp van mej. Westerman is door de Tweede Kamer aangenomen met 35 tegen 32. Een toevallige meerderheid I van de 100 waren er 33 afwezig. Het is zeer twijfelachtig, of bij voltalliger vergadering de uitslag ook Zoo zou zijn. Intusschen is het volksonderwijs —7 indien de minister de wet uitvoert de dupe. Wij voor ons hopen nog steeds, dat de eind streep niet zal behaald worden en dat de te genwoordige Minister voet bij stuk zal hou den, of ten minste de uitvoering zal opschor ten, totdat het rapport van het Rijksschool- toezicht zal zijn verschenen. Dit rapport zal zeker de zaaak beter behan delen, dan de toelichting en verdediging van mej. Westerman. Deze was volgens het oordeel van bijna de geheele pers uitermate zwak. Het verbaast ons dan ook, dat oud-col lega's zelfs vóór konden stemmen, en tevens hoe de meerderheid der Tweede Kamer de stemmen uit de praktijk totaal negeerde. De nieuwe wet van mej .Westerman „regelt" niets. Het „laat slechts toe." Nu begint de chaos! In groote steden kan men voor de „openba re scholen" "nkelen aanwijzen „met Fransch.' Ook zullen er daar één of meerdere „bijzon dere" kunnen worden ingericht. Maar hoe moet het,als er ter plaatse maar één bijzondere school van dezelfde richting is? Als men de bevoegde leerkrachten heeft, kan men daar ook Fransch geven, maar men sleept dan alle leerlingen mee in die richting. Op het platteland echter, waar de H. B. S. of de U. L. O.-school de leerlingen trekt uit de geheele omgeving, daar wordt een groote moeilijkheid geschapen'. De eene school geeft, wèl, de andere geen Fransch. Daar blijft de impasse niet alleen, maar daar wordt ze groo ter. Nu rekende men er op met de beginselen te moeten aanvangen en dat zal in de toekomst niet meer zoo zijn. Bovendien zal, wanneer door de doorwerking der bezuinigingsmaat regelen veel U.L.O.-scholen verdwijnen, het ressort der blijvende grooter worden en dus ook dit euvel vermeerderen. En dan de kwestie der salarieering. Aan de legere scholen „geniet" men 50 voor het be zit der akte en krijgt men nihil voor het les geven. Waar ter wereld buiten het onderwijs wordt zooiets verlangd? Met bijzondere cursussen was dit makkelijk in orde te krijgen. Wij zeiden heusch niet te veel, dat de wan orde pas begint met de invoering der wet „Mej. Westerman". We hopen nog, dat het pleit niet be slecht is. De eerste Kamerleden kunnen er een stokje voor steken. De „Gelderlander" komt op tegen hetgeen thans met het oog op 1 Juli tegen de nieuwe Tariefwet wordt gepropageerd. „Daarmee wordt beproefd een herhaling an wat er gebeurd is in 1905. In 1905 lag er een tariefwet-Kolkman in de Kamer, een wet, die. een technische ver betering van het bestaande tarief beoogde en bovendien op enkele punten protektie der nationale industrie bedoelde. De Linkerzijde heeft storm geloopen tegen die Wet. De kiezers bang gemaakt, dat alle artikelen van dagelijksch gebruik duurder zouden wor den. Dat de huisvrouw met haar weekgeld niel meer rond zou kunnen komen, wegens de verhooging van alle winkelprijzen. De kampagne heeft toen effect gehad, de achterzijde heeft den strijd erdoor verloren Men beproeft nu deze kans opnieuw. Men tracht opnieuw de kiezers op te win- :n door het spookbeeld van de duurte. Er schijnt geld genoeg voorhanden men Jverlccrt in diverse bladen. En daarbij, spekuleert wen op de weinige bekendheid van het publiek met den inhoud der Wet. Deze wet heelt niet het minst een protek- tionistisc'he strekking; weliswaar wordt het tarief over het algemeen verhoogd van 5 tot S pCt., doch men moet, zooals de Minister van Financiën het in zijn rede van 22 Okto ber uitdrukte, dit feit niet beschouwen op zichzelf, doch in verband met de tariefsver- hoogingen in andere landen. Als ik over een muur moet springen, zei de Minister, en die muur was op een punt drie meter hoog, op een ander punt tien meter en elders slechts één meter, dan koos. ik het punt, waar hij het laagste was. Zoo doet ook de buitenlander bij den uitvoer zij ner goederen. Hij voert ze uit naar die lan den, waar de invoerrechten het laagst zijn. Welnu, wij zijn gebleven op een invoer recht van 5 pCt., het buitenland heeft ech ter in de laatste jaren zijn invoerrechten ver hoogd. Nu komt het dus geheel neer op de vraag, of de afstand, die ons vroeger placht te schei den van de tarieven van andere landen, groo. ter of kleiner is geworden, wanneer wij met DE ONTWAPENING VAN DUITSCHLAND ke de ontwapening van Duitschland den na- Omtrent den voorloopigen indruk, dien de I druk 'eggen op de groote gematigdheid en geallieerde ontwapeningsnota in Berlijn in de. hoffelijkheid der nota: Niets werd ver leidende politieke kringen heeft gemaakt, zuimd, zoo zeggen zij, om Duitschland een meldt de politieke medewerker van Wolff b"'k van g°ede trouw te geven- terwijl de o.a. hef volgende; eischen tot het hoognoodige werden be- Welke geweldige prestaties Duitschland Perkt. De „Figaro zegt o.a, dat de nota reeds op het gebied der ontwapening heeft geenszins het karakter van een ultimatum laten zien, hoe gering van internationaal ge- draaëL zichtspunt uit in verhouding tot deze pres- taties de enkele punten zijn, welker uitvoe- ring de geallieerden nog meenen te kunnen T MIJJN WEKK.EKS. eischen, uit de nota blijkt wederom, welk ln ,een onderhoud met den minister van een onjuiste opvatting de geallieerden heb- °Penoare werken betuigden de vertegen- ben omtrent den stand der Duitsche ontwa- wofd>gers der mijnen in het bekken der de- pening, waarbij van ernstige Duische ver- Par,teman!endu Nord en Pas de Galais hun grijpen en het niet-vervullrn van gewichtige weze"< d?f zij, met het oog op de moei- bepalingen uit het verdrag van Versailles ll,ketoestanden,.welke hun industrie door- wordt besproken maakt, niet konden voldoen aan de eischen De leidende gedachte in de nota is, dat d.er arh«dars en het verlangen der regee- Duitschland in staat is, te gelegener tijd "n een met de grootte zijner bevolking in over- - ,e i1"? ?r.s van °Pe?bfre werken en ar- stemming zijnd leger, gereld voor den strijd dedfn hiervan mededeeling aan de ge- op de been te bréngen. Tegen dit denkh-eld del?ferden van den mijnwerkersbond, die dat den werkelijker toestand op den kop verkl1aarden hu" ^'gevers onmiddellijk zet, moet met de grootste stelligheid wor- mee ln kennls te stellen' den opgekomen. Aan den anderen kant is de nota in zoo verre een voorui'gang, dat thans voor de eerste maal met eenige zekerheid valt te overzien, welke concrete speciale eischen amendement der Britsche regeering om dqp patroonsarbeid buiten het verbod te doen vallen, met 76 tegen 36 stemmen. Het rapport der commissie dat de aanne ming der conventie met de reeds vermelde kleine wijziging aaneveelt, werd aangeno men met 72 tegen 25 stemmen. De ver- eischte twee derde meerderheid bij de eindstemming schijnt dus verzekerd. Het Deensche arbeidsconflict. Het groote arbeidsconflict in Denemarken is thans practisch bijgelegd. Het arbeids bureau deelt mede, dat beide partijen het bemiddelingsvoorstel van 3 Juni hebben aanvaard^iDe werkgevers en arbeiders zijn Zaterdag bijeengekomen, teneinde een re geling te treffen voor de hervatting van het werk op heden. De onlusten in China. Naar de correspondent van de Assoc. Press verneemt, bestaat de mogelijkheid eener rechtstreeksche deelneming der sov- jetregeering aan den strijd in China. Ter wijl de sovjet steun verleent aan Feng, den leider der anti-Japansche griep, zouden de Japanners, naar men meent, Tsjang tso Lin steunen. Groote hoeveelheden wapens en munitie zijn reeds uit Rusland naar China gesmok keld, terwijl Russische legerinstructeurs in Mongolië zijn aangekomen om met Feng samen te werken. De Russische ambassadeur te Peking zou de actie der onruststokers openlijk bevor deren. De Amerikaanche regeering is omtrent een en «ander ingelicht. Telegrammen uit Peking melden: Sjang-Tso-lin, die op het oogenblik te Tientsin verblijft, heeft nog niet zijn mee ning geuit over de gebeurtenissen te Sjang hai, doch verwacht wordt dat hij een afge vaardigde naar Peking zal zenden om ze met den president te bespreken. De studenten te Peking staken nog steeds en houden dagelijkstallooze ojjenlucht- vergaderingen, waarbij zij het- „Britsche en Japacische imperialisme" veroordeelen, doch er hebben geen ongergldheden plaats, ter wijl de in overweging gegeven boycot nog niet in werking is getreden. Zaterdagavond hadden in Kanton straat gevechten plaats. De Kantonneezen dreven de Yoennaneezen uit de stad. Gevreesd wordt, dat een algemeene staking zal wor den uitgeroepen. De telegrafische verbinding met Honkkong is verbroken. De troepen uit Kwangsi hebben zich thans vereenigd met de anti-communisten uit Yoennan. De anti-communisten beheerschen Kan ton, terwijl de communisten het eiland Ho- nam, nabij Kanton, in hun macht hehhen. Generaal Hsoe Sjoeng-hi uit Kanton wordt er van beschuldigd, pro-communist te zijn. Hij rukt thans uit Swatow op; de troepen uit Yoennan gaan hem tegemoet. De arbeiders staken uit sympathie met de communisten. De anti-communisten kunnen daardoor geen treintransporten doen plaats hebben. De communisten hebben in het geheim een vliegtuig van de vliegschool te Hong kong gekregen, met hetwelk zij gedurende den nacht een tocht naar Kanton wilden maken; doch het vliegtuig stortte nabij de grens van Hongkong neer en werd vernield. Uit Shanghai wordt geseind; De staking slaat over naar de Fransche concessie. Volgens schatting bedraagt het aantal stakers een kwart millioen, doch een aantal beambten heeft vandaag het werk hervat. De verdediging wordt voortdurend versterkt; ongeveer 1500 marinematrozen zijn van een Fransche, een Italiaansche en drie Britsche kruisers en zeven Ameri- kaansche torpedojagers en ook van Brit sche en andere kanonneerbooten geland. Gisteren werden 400 Amerikaansche ma riniers verwacht. Het uitblijven van onge regeldheden en de hervatting van den ar beid wijzen er op, dat de studenten de lei ding ontglipt. Twintigduizend studenten te Hankow ageeren en verspreiden aan de vreemdelin gen vijandige pamfletten. De hittegolf in de V. S. Meer dan 150 personen zijn in de Oos telijke staten gestorven tengevolge van de hittegolf. Duizenden slapen 's nachts in de parken en op het strand. New-York gaat reeds zes dagen gebukt onder een vreeselijke hittegolf. De dooden- lijst bevat reeds 141 namen. De brandweer mannen bespuiten de kinderen. In Washing ton is het verboden water te gebruiken voor de tuinen, of meer dan één bad per dag te nemen. De strijd tegen de kapitaalsvlucht in Frankrijk. Minister Caillaux neemt strenge maatre gelen tegen den frauduleuzen uitvoer van kapitaal en onder de personen, die zich daaraan hebben schuldig gemaakt, behooren een vrouw en haar schoonzoon, die groote bedragen naar Zwitserland zouden hebben overgebracht. Het betreft hier een zekere Mme Emilie Proffit, een weduwe en haar schoonzoon, Michel Le ChaumeDcvigny, schatrijke verzocht in bons te worden betaald. Van een rekening bij een Zwitsersehe bank is geen sprake; zij is wel in Zwitserland geweest, doch dit was slechts om een ziek familielid te bezoeken. Ebert's werken. De oudste zoon van den gestorven rijks- president Ebert heeft de werken en rede voeringen van zijn vader verzameld en deze zullen nu eerstdaags als „Gesammelte Schriften und Reden" bij Carl Reiszer in Dresden verschijnen. Oproer in de gevangenis te Hamburg. Zaterdag is in de gevangenis te Hamburg onder de zwaarste misdadigers muiterij uit gebroken. Verschillende gevangenen, waar ender een paar moordenaars en een paar beruchte inbrekers, wierpen zich op een ge geven oogenblik op de g'vangenisbev.aar- ders en trachtten hen te overweldigen. Een Schupo-beambte snelde de cipiers te hulp en doodde twee der aanvallers. Een hunner zat levenslang. Het is gebleken, dat er in de gevangenis een wijdvertakt complot bestond. Er zal een onderzoek worden ingesteld hoe het moge- lijk was, dat de gevangenen met elkaar in contact konden komen om dezen aanslag te beramen. De Oostenrijksche gezant te Parijs. De Oostenrijksche gezant te Parijs, baron von Eichhoff, sinds 1919 hier, gaat Parijs ver laten. Sauerwein, die een interview met hem publiceert, geeft te verstaan, dat zijn terug roeping we! kan samenhangen met zijn ver zet tegen de politiek van aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland, want al is for meel en administratief zijn tijd gekomen, zullen anderen, voor wie dit elders ook het geval was. worden gehandhaafd. Hij spreekt de hoop uit dat deze terugroeping geen wij ziging in de algemeene politiek van Oosten rijk beteekent en haalt met iastemming de uitlatingen var. Eichhoff aan, dat Oostenrijk moet leven door eigen kracht en door het vertrouwen, dat het door kalmte en arbeid zaamheid aan het buitenland inboezemt, doch dat het ontoelaatbaar is, beurtelings de vogelverschrikker van het bolsjewisme of van aansluiting bij Duitschland te voorschijn te halen, ROTTERDAMSCHE SCHOUW BURG. Premieleening groot f 589.650. Trekking op 29 Mei 1925. Getrokken zijn de navolgende 75 premiën; S. No. f. S. No. 36 100 10.— 210 62 370 46 2.50 42165 25 2.50 475 90 6125.— 629 87 75 2.50 849 6 84 2.501024 2 51 5.— 1201 43 49 50.-128649 85 2.501417 95 12.501442 39 12.50 1686 12 2.501803 73 2.50 218172 2.50 2282 81 60 10.-2335 82 18 2.50 2433 57 5.-2785 7 5.—283138 5.— 2963 12 43 10.—325912 35 2.50 3447 58 12 2.50 3630 4 95 5.—3805 51 59 10.—3820 67 53 2.50 3890 69 f S. No. f 12.50 304 5 5.— 10.— 429 59 12.50 2.50 483 97 2.50 12.50 728 33 25.— 2.50 864 11 12.50 2.501025 18 2.50 50.—1226 24 5.— 2.50 1349 91 2.50 2.50 1427 81 5.— 2.501582 17 12.5 5 1688 40 12.50 50.—20.40 9610.— 500.—2495 83 5.— 2.502273 13 2.50 12.50 2408 51 10.— 10.— 2445 65 10.— 2.50 2786 48 2.50 10.—2841 45,2.50 2.50 3120 47 5.— 5.—3316 5412.50 2.50 3478 4310.— 2.503757 6510.— 5.—3811 20 2.50 25.-3834 54 25 2.50 3919 21 5.— BESPREKINGEN TUSSCHEN Dg FRAN SCHE EN SPAANSCHE REGEERINGEN INZAKE DEN OORLOG IN MAROKKO. overzien, weiKe eoncreie sueeia.e eiseueu i Aangekondigd wordt dat binnenkort, het-, J- D t> j de geallieerden inzake de ontwapening nog zii te Parijs of Madrid, een bijeenkomst zal "Particulieren die in de Rue Puvis-de- aan Duitschland willen stellen en dat de i plaats hebben van 'officiëele afgevaardigden Chavannes te Parijs wonen en naar de be- geallieerden zich uitdrukkeliik verplichten j d" Fransche en Spaansche regeeringen, ter I I Q70f^ f' 7°°. Tr TjattnnTe na vervulling der eischen eindelijk de noor- I bespreking der Marokkaansche aangetegen- ]5efensie tc j,ebben ingeschreven, .deze bons deliike zone van het" Rijnland te ontruimen, j heden, met name tot verscherping van de Ofschoon van Duitsche ziide niet kan wor- controle op de contrabande langs de Rif den erkend, dat een eveniueele achterstand kust. Aangezien deze ook via Gibraltar in de ontwapening het niet nakomen der plaats heeft, zal het vermoedelijk noodig bepaling om'rent den ontruimingstermijn zijn ook met Engeland te praten, kan rechtvaardigen, door genoemde ver- de voortdurende besprekingen, die tus- plichrintf der geallieerden is de toestand schen de Fransche en Spaansche regeerin- werkelijk veel opgehelderd. gen gevoerd worden, schijnt men reeds vrij- In bevoegde kringen zal men de nota on- wel tot overeenstemming te zijn gekomen, verwijld aan een zorgvuldig onderzoek on- j d'® echter nog officiëel moet worden vast- derwerpen en een eventueelen achterstand gelegd. doen verdwiinen, i De bakkersnachtarbeid op de con- FRANSCHE PERSSTEMMEN OVER DE 1 ferentie te Genève. DUITSCHE ONTWAPENING. 1 Bij de behandeling, in tweede lezing, van Havas meldt dat de bladen in hun be- 1 de conventie inzake den bakkersnachtar- spreking van de nota der geallieerden inza- beid, verwierp de Arbeidsconf eren tie het LOTEN VAN BRUSSEL 1902. naar een bank in Zwitserland te hebben ge zonden, die ze voor haar rekening bij de Fransche schatkist zou hebben geïncasseerd. Dit aou in Maart j.l. zijn geschied, doch eerst mans.heeft de justitie de zaak in han den genomen. Toen zij zich Dinsdag j.l. naar een bank in de Rue La Fayette begaf, waar de heer Le Chaume en Mme Proffit een dépot hebben, bleek, dat deze alle fond sen er uit hadden meegenomen. Aan de „Figaro" heeft Mme Proffit ver klaard, dat zij slechts voor ongeveer twee millioen frans bons heeft opgenomen. Zij had eenige schulden te vereffenen, daar zij een boerderij, welke zij bezit, had verkocht. Buitenlandsche schuldeischers hadden haar De machinist van een expresstrein heeit twee vliegers gered, die nabij den spoorweg in de buurt van Etampes in een brandend vliegtuig zaten. De vliegmachine, vloog on der het vliegen in brand en viel in net veld. De expresstrein was juist in aantocht en toen de machinist het brandende vliegtuig zag, deed hij den trein stoppen zoodat de vliegeniers uit het vliegtuig konden worden gehaald. Volgens een bericht uit New-York Is het toch niet onmogelijk, dat de Amerikaansche regeering er toe zal besluiten een hulpexpe ditie voor Amundsen uit te rusten. In da! geval zou het oorlogsschip „Patoka" voor uit gezonden worden om later te dienen all basis voor het luchtschip „Los Angeles dat dan in het Poolgebied verkenningen zou ondernemen. Die stem maakte soms den indruk van eene liefkozing. t „Ja,"zoo hield hij aan, „als u het op u zoudt willen nemen, mijr.e dochter uit te hooren, en over de houding van don Alber- i to een wakend oog te houden, dan zou ik volkomen gerust vertrekken." Maar toen Suzanne niet antwoordde, „Ik heb u uu den toestand duidelijk ge- voegde hij er bij: maakt, julfrouw Uupré,' 'vervolgde de heer "Ik da' u vee' van Marie lnérese de Roquépine, „En begrijpt u nu de reden houdt. Zoudt u haar daarom de oogen niet van mijn onrust? O, kon ik mijn vertrek kunnen openen voor het gevaar? maar uitstellen, of Marie Thérèse mee nemen!" „Ik zou geen andere oplossing weten. Ik zou u willen aanraden, zelf ér over te be ginnen, ernstig met Marie Thérèse over dat onderwerp te spreken, en haar waakzaam 'e maken, zoowel tegen haar eigen gevoe lens als tegen alle pogingen, die prins Al- beto in het werk mocht stellen, haar hart te veroveren." Deze oplossing kwam den heer de Roqué- Pine pijnlijk voor. „Wij mannen zijn zoo onhandig in derge lijke omstandigheden," zoo zei ze afwerend, „Ja, ik houd veel van haar, dat is waar, maar u bedriegt zich, als u denkt, dat ik u in dit opzicht nuttig zou kunnen zijn." In groote onrust had Suzanne die woor den uitgesproken. O, wat een boosaardig noodlot was het toch, dat'telkens weer dien prins Gottifreddi met haar in aanraking bracht! „Weigert u, mij dezen dienst te bewijzen?" vroeg de heer Roquépine, op zacht ver wijtende toon. „O, vergeef het mij toch, dat ik er zoo op aandring," vervolgde hij. „Het was gemis aan tact, dat ik dat van u verlangde. Ik ..en bovendien zou ik het gaarne aan een nu 1 weet dat, ik voel het. Maar wilt u mijne misschien nog maar onbestemd gevoel vaste onbescheidenheid op rekening stellen van vormen geven, door er met haar over te mijne vaderlijke bezorgdheid?" spreken, terwijl u daarentegen.... Gij zijt ccn vrouw, en bovendien eene fijnvoelende 'actvolle vrouw...." Opeens viel het Suzanne op, hoezeer de 'tem van den man, die daar tegenover haar op die van Marie Thérèse geleek. Hij stond op om afscheid te nemen. Altijd was het voor Suzanne pijnlijk ge weest, te moeten weigeren, wanneer iemand een verzoek tot haar richtte, maar op dit oogenblik scheen het haar pijnlijker dan ooit te voren. „Er is geen sprake van onbescheidenheid," zoo stamelde ze. verlegen. „Ik verzoek u, dat toch niet te denken. Ik zou u zoo gaarne helpen, maar ik kan niet., ik mag niet.. Er zijn omstandigheden.." „Welke omstandigheden?" „Zondt u mij willen toestaan, op die vraag niet te antwoorden?" zei Suzanne bna fluisterend, en met beschaamd gelaat. „Het is voor mij bepaald onmogelijk, Marie Thérèse tegen don Alberto te waarschu wen." De heer Roquépine werd door dit ant woord onaangenaam getroffen. „Is het u dan liever, dat zij zijne vrouw wordt?" vroeg hij. „Neen' neen!" riep ze uit, terwijl ze op stond, „Nooit moogt u toestaan, dat zij zijne vrouw wordt." Suzanne beet zich op de lippen, toen ze die woorden had uitgesproken. Was ze daardoor 'niet ontrouw geworden aan hare belofte jegens donna Flavia? zoo vroeg ze zich angstig af. Doordringend zag de heer de Roquépine haar aan. Een ongewone nieuwsgierigheid lag op zijn anders zoo nadenkend gelaat te lezen. Hij gevoelde onder haar verlegen houding en de tegenspraak in haar antwoorden de aanwezigheid van een of andere geheimzin nige kracht, waartegen hij niet kon strijden, omdat de aard van die kracht hem onbekend duidelijk, 'dat zijne pogingen, de medewer king van Suzanne te verkrijgen, waren mis lukt. „Ik verzoek u nogmaals om verontschul- dltjlng," zoo zei hij, terwijl hij eene buiging voor Suzanne maakte. Toen voegde hij er nog eenige beleefde woorden bij, en ging naar de deur. Maar Suzanne volgde hem. „O, wees toch niet boos op mij," zoo zei ze. „Ik zou u zoo gaarne helpen, dat kan ik u verzekeren. Maar laten wij dan nog eens zien, of er dan geen middel te vinden zou zijn...." Zouze overwonnen zijn? dacht de heer de Roquépine. Er kwam een glimlach op zijn gelaat, die hem eenige jaren jonger deed schijnen, Ik kan u evenwel maar ééne zaak be loven," zoo voegde ze er haastig bij. „Ik zal de houding van don Alberto en Marie Thé rèse bespieden; maar een tuSschen beiden treden vat! mijne zijde is volstrekt on mogelijk." De heer de Roquépine begreep, dat het nutteloos zou zijn, me.er van haar te ver langen. Zoudt u mij dan tenminste willen belo ven, mij nauwkeurig uwe indrukken mede te deelen?" ^roeg hij. En daar ze toestemmend met het hoofd knikte, boog hij weer, greep hare hand en Maar ééne zaak was hem toch volkomen hracht die eerbiedig aan zijne lippen, alsof ze eene koningin was. als teek envan zijne dankbaarheid. HOOFDSTUK XIII. Eenige dagen na zijn gesprek met Suzanne Dupré stapte de heer de Roquépine in den trein, die om 8.50 in den avond uit Rome vertrekt. Marie Thérèse, die haar vader naar het station had willen begeleiden had Suzanne verzocht, haar te vergezellen, om haar weer naar huis te brengen. Maar op het laatste oogenblik, vóór het vertrek van den trein, wierp Marie Thérèse zich snikkend in de armen van haar vader. „Papa, neem mij toch mede! Laat mij niet hier alleen!" riep ze smeekend uit. .Waarom gaat u heen zonder ons? Neen, dat hadt u niet mogen doen. U hadt ons mee moeten nemen." „Wat zegt ge daar? Dat is wel een zon derling verwijt," antwoordde de heer de Roquépine. „Eerst hadt ge immers niet mee willen gaan. Wat is de reden van die plot seling» verandering?" „Ais u -er op hadt aangedrongen zou ik zeker zijn meegegaan," stamelde ze. Over Marie Thérèse's hoofd heen wierp hij een veelbefeekenenden blik op Suzanne, alsof hij wilde zeggen; „Ziet gij nu wel, dat ik gelijk heb? Waak over mijn kind!" Toen antwoordde hij op vaderlijken toon tprumt hjj met de hand liekozend over het voorhoofd van zijne dochter streek: „Mijn afwezigheid zal zoo kort mogelijk zijn, en dan zullen wij dadelijk te zamea noar Parijs terugkeeren, als ge zoo daar naar verlangt." „Neen, neen papa, dat is het niet, wat ik bedoelde. Als u weer bij mij zijt, dan wil ik Rome niet meer verlaten." De stem van het jonge meisje klonk vast. op beslisten toon, toen ze die woorden uit sprak. Het was, alsof ze hare voorliefde voor Rome zoo duidelijk mogelijk wilde verkon digen. Maar de heer de Roquépine zag Suzanna weer met veelbeteekenenden blik aan. Intusschen was Marie Thérèse weer be gonnen den toon van een klagend kind aan te nemen, om haar vader dringend op het hart te drukken, zich goed in acht te nemen en spoedig te schrijven, en geen enkele van die klein*: boodschappen te vergeten, die ze hem voor Parijs had opgedragen. Ze hing aan den arm van haar vader, ter wijl ze dat alles vroeg, en de tranen, die in haar oogen stonden lieten die nog grooter schijnen. Om haar mond speelde een weemoedige glimlach. Suzanne, die haar nog nooit zóó gezier had, zag haar vol bewondering aan. (Wordt voortgezetj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5