TIMS @P
m
st#
m
Scheert met
n
Suzanne Dupré,
VAN ALLES EN VAN OVERAL.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Woensdag 10 Juni 1925
De Rijkskroon.
Ingezonden mededeeïingen
60 cents per regel.
De punt van de Heilige Speer.
Het Rijkskruis.
RECHTSZAKEN.
De malversaties aan dé Maas
en Waalsche Bank.
VEILIGHEIDS SCHEERAPPARAAT
Onder de Radio-berichten: De Engelsch-Fransche overeenkomst be
treffende het veiligheidspact is van Fransche zijde onjuist opgevat. De
Fransche minister-president naar Marokko vertrokken.
In Queensland heeft een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad. Er zijn
negen dooden en veertig gewonden. In de Marokkaansche territoriale
wateren zijn twee Duitsche treiiers aangehouden. Uit Sjanghai wordt
geseind, dat de zeelieden zich bij de staking hebben aangesloten.
hu vdM ^1
J"'J&Wd.'JStvtSd. !üïci..Ü er.p.S,.d,, Het teWUMA
Gem. buitenl. berichten.
LANDB. EN VI5SCHERIJ
Het veldgewas en het vee
in de Zomerscke dagen.
KERK EN SCHOOL-
Een merkwaardige Eerste
H. Mis.
FEUILLETON
65.
JAHRTAUSEND FEIER I.
AKEN, 8 Juni.
Duizend jaar is het geleden, dat het
Rijnland met het overige Duitschland werd
verbonden, een feit, dat in tal van Rijn-
landsche steden met meer of minder
meestal met meer praal en luister' wordt
herdacht.
Reeds eer had ik het plan opgevat, eens
ten minste een dier steden te bezoeken,
toen mij door bemiddeling der N. Haarl.
Crt. een uitnoodiging gewerd van Ober-
bügermeister Farwick van Aken en van de
voorzitters der Akensche dagbjad-uitge-
vers en journalisten-vereenigingen, om
daar de JahrtausendAusstelling te komen
bezoeken en deel te nemen aan de feeste
lijkheden ter gelegenheid van den te Aken
te houden Presse-tag te geven.
Ik heb me niet lang bedacht. Waar toch
zou ik, waar het gold de viering van de
duizendjarige vereeniging van Rijnland met
Duitschland, beter heen kunnen gaan dan
naar Aken, het lievelingsverblijf van Karei
den Groote die daar in de grootsche
Munster, door hem tusschen 796 en 805
gebouwd, is gekroond en waar na hem nog
eenendertig koningen van het oude Duit-
sche rijk in hun waardigheid werden be
vestigd.
Aken!
Ik kende de stad van vóór den oorlog,
vas er ook tijdens de eerste oorlogsjaren
nog een paar maal geweest, maar haddiaar
sedert niet meer teruggezien. Veel vond
ik er niet veranderd, alleen was het oude
stadspark verdwenen. Of liever gezegd, het
park was er nog wel, maar als publieke
wandelplaats was het gesloten, omdat men
het nu had gemaakt tot den tuin van het
Kurhaus, waarbij men, tijdens den oorlog,
het reusachtige Quellenhof-holel had ge
bouwd, dat een der schitterendst ingerich
te moderne hotels is die ik ken. Maar ove
rigens: de Elisabrond stond er nog precies
zooals 'n jaar of tien geleden; het bekende
en altijd zoo druk bezochte café Germania
was nog precies zoo gezellig als voorheen
niets was er in de zaal met haar wand
schilderingen veranderd. Niets? Ja toch,
één ding was er verdwenen.
Daar in de groote zaal stonden altijd,
links van den ingang, de bustes van Kaiser
Wilhelm I en van Kaiser Friedrich en van
hun beider gemalinnen. En diq stonden er
nog. Maar rechts, waar eens de bustes
stonden van de nu in Doorn resideerenden
Kaiser en diens gemalin, stond nu nog
maar alleen die van de Kaiserin; de Kai
ser zelf was ook hier in ongenade geval
len zijn plaats was leeg.
En dat in de stad der kroningen!
Aken! Maar weinig is het veranderd,
niettegenstaande de vele stormen die de
oorlog ook over deze stad heeft doen gaan.
Nog altijd is het een cultureel hoogstaande
stad, nog altijd neemt het in het 'muziek-
leven een voorname plaats in is het
gebleven de springplank voor de Duitsche
musici. Die eenmaal in Aken een eerste
plaats in het muziekleven inneemt, die kan i
er van verzekerd zijn, tot een betere, een I
financieel betere en meer begeerde plaats j
in een der groote Duitsche steden geroe-
pen te zullen worden.
Aken is nog geheel hetzelfde. Aken van
vroeger, alleen als badplaats heeft het tij
dens de oorlogsjaren natuurlijk slechte tij
den doorgemaakt, wat des te zwaarder ge
voeld werd, omdat, door een minder juiste
reclame, ook reeds vóór den oorlog haar
roem als Badeort was beginnen te tanen.
Maar daar komt het wel weer bovenop.
Daarom juist heeft men het Park tot Kur-
park gemaakt, daarom heeft men dat schit
terende en grootsche Quellenbof-hotel met
zijn prachtige zalen en zijn 500 kamers ge
bouwd. daarom wordt nu de reclame in an
dere banen geleid, die ongetwijfeld naar
den weg der verbetering zullen voeren.
Aken is hetzelfde Aken van vroeger, en
toch
Als je, op weg naar het Hauptbahnhof
het Babnhof West passeert en de trein daar
stopt voor de douane-formaliteiten, dan
treft het je, daar overal Fransche opschrif
ten te lezen, opschriften, die herinneren aan
den oorlog, die duiden op de bezetting door
de Belgen.
En kom je dan, later, in de stad telkens
weer Belgische soldaten tegen, Belgische
officieren, de khaki-borst zwaar behangen
met eere-teek®ien, dan voel je toch, al
heb je er oök heelemaal met mee te ma
ken, dat Aken, hoezeer ook hetzelfde ge
bleven, toch niet meer "hetzelfde is, dat
er iets is dat, als een ijzeren band om een
boomstam, den groei belemmert.
Maar het stadsbestuur blijft voortdurend
trachten den beauwenden druk zoo min
mogelijk te doen voelen; daarentegen
streeft het er met loffelijken ijver naar,
de banden die het met het overige Duitsch
land en ook met het niet-militaire buiten
land verbonden, weer zoo krachtig moge
lijk aan te halen.
En daartoe is, aldus is .mijn indruk, ook
dit feest voor de Pers aangelegd, daartoe
ook, en ni^t alléén om de vreugde over
het feit der duizendjarige verbinding met
het Duitsche rijk, deze -Jahrtause*d-Aus-
stelling in het prachtige oude Raadhuis in-
I gericht.
Die tentoonstelling, dat was toch wel het
voornaamste, waarom ik naar Aken ben
gegaan en daarom wil ik daarvan ook in
de eerste plaats vertellen.
De groote beteekenis van Aken in de
geschiedenis van Duitschland is wel, dat
het de kroningsstad der Duitsche koningen
gefeest is. Die koningskroning was steeds
een gebeurtenis van zoo groote nationale
beteekenis, dat een tentoonstelling daarop
betrekking hebbend en nog wel in dezelfde
zaal, waarin van de 14de tol de 16de eeuw
steeds de officiëele kroningsmaaltijd werd
gehouden, zeer velen belangstelling moet in
boezemen.
De tentoonstelling geeft in kostbare, bij
de kroningen gebruikte voorwerpen, zoo
wel echter als kopieën, in modellen van
gebouwen, in schilderijen, in handschriften
en oorkonden, enz. een volledig overzicht
j van de kroningen, maar bovendien ook een
beeld van de kuituur van dien tijd en ook
1 van de latere tijden, tot op den tegen-
woordigen toe.
De voornaamste aantrekkelijkheid der
tentoonstelling vormen de uiterst getrouwe
en kostbare kopieën der in Weenen be-
i waarde origineele Rijksinsignes de kroon,
j het kroningskrus, het Stephans-relikwie-
kistje waarin een weing aarde, gedrenkt
1 met het bloed van den H. Stefanus, be
waard wordt, de Heiige lans en het Rijks
evangelieboek. Van de kroon, het Rijks
kruis en de lans-punt voeg ik hier afbeel
dingen bij, die er een zeer goed denkbeeld
van geven. De rijk met edelsteener., waar
onder zeer groote, bezette gouden kroon en
ook het even zoo uiterst kostbaar versierde
kruis, zijn stukken van buitengewone waar
de, want voor deze kopieën werd geheel
hetzelfde materiaal gebruikt, wat ook voor
de oorspronkelijke stukken gebezigd werd.
De kroon die gedurende bijna 800 jaren het
teeken van de hoogste heerschersmacht in
Europa is geweest, is waarschijnlijk een ge
schenk geweest van Konrad II (1024
1039) en is in Mainz gemaakt; het Rijks
kruis, eveneens een geschenk van Konrad
II is een relikwie-kist, van den aanvang
af bestemd tot het bewaren van een stuk-je
van Christus' kruis. De Heilige lans echter
waarin een der nagelen uit het kruis van
Christus verwerkt moet zijn, is het oudste
stuk onder de kleinodieën en het eenige dat
met eenige waarschijnlijkheid met Karei
den Groote zelf in betrekking gebracht
mag worden.
Maar, hoezeer ook deze stukken uit his
torisch oogpunt de voornaamste der ten
toonstelling zijn, en als kunstvoorwerpen
een buitengewoon groote waarde vertegen
woordigen, er zijn nog tal van .andere voor-
eeuwen heen, die alle met uitgezochte wer
ken zijn vertegenwoordigd, komen we dan
bij de vitrines waarin werken van heden-
daagsche Akensche goudsmeden zijn ten
toongesteld, die bewijzen, dat de vakmannen
van heden de kunst hunner voorvaderen
nog niet zijn verleerd.
Om kort te gaan, op deze tentoonstelling
zijn onnoemelijke schatten bijeerfgebracht,
schatten èn uit historisch, èn uit kunst
oogpunt, zooals men ze misscnien nooit
meer bijeen zal zien.
ARTHUR TERVOOREN.
werpen, die vap zeer groot historisch be
lang zijn. Daaronder zijn verschillende ori
gineele stukken, zooals de kroningsmantel
van Richard van Cornwallis en verschillen
de andere stukken.
Maar buiten de rechtstreeks met de kro
ningen in verband staande voorwerpen is
er nog zeer veel op allerlei gebied te zien.
Zelfs de voor-karolingisclie tijd is er goed
vertegenwoordigd. De afdeeling die het
meest de aandacht trekt is wel die betref
fende de Akensche goudsmeedkunst, die
van oudsher zeer hoog aangeschreven stond.
Wat daar al niet voor een waarde aan
goud en edelsteenen, tot schitterende
kunstwerken aaneengevoegd, bij elkaar ge
bracht is, is niet met korte woorden te
zeggen. Daar staan bijeen werken uit dè
14e en de 15de eeuw; relikwie-kasten en
monstransen en altaarsieraden en kelken
uit het zuiverste goud en met kostbare
edelgesteenten bezet. En door volgende
De Arnhemsche Rechtbank behandelde
Dinsdag de zaak tegen den 57-jarigen J. G.
J., bankier te Nijmegen, gedetineerd. Hem
was ten laste gelegd, dat hij te Nijmegen,
zijnde hij directeur der Commandit. Venn.
,De Maas- en Waalsche Bank, Kneppers en
Cie" aldaar: le opzettelijk valschelijk in het
door die bank gehouden boek van diverse
debiteuren en crediteuren over het jaar 1922
achtereenvolgens in het eind van het jaar
1922 of in het begin van 1923 of daaromtrent
een debeipost aan die bank van 50.000 ten
laste van A. J. J. Jurgens en in April of Mei,
in elk geval in 1923 een debetpost aan die
bank van 154.849.66'A ten laste van den
zelfden A. J. J. Jurgens heeft doen opne
men, terwijl bekl. wist dat voornoemde^ A.
J. J. Jurgens, op wiens rekening deze pos
ten waren geboekt, in werkelijkheid voor
melde bedragen geenszins aan de Maas- en
Waalsche Bank schuldig was.
Ten 2e was aan bekl. ten laste gelegd dat
hij in den zomer van 1923 of daaromtrent in
het balansboek van de Maas- en Waalsche
Bank de badans per 31 Dec. 1922 met zijn
I handteekening heeft onderteekend, terwijl
hij wist, dat op die balans valschelijk'stond
vermeld een debetpost aan voormelde Bank
van 87212.93 en een debetpost aan die
bank van 154849.6654, beiden ten laste van
A. J. J. Jurgens, benevens een debetpost
aan die bank van 12821.47 ten laste van
Ed. Bruns, zijnde het hem immers bekend,
dat deze personen in werkelijkheid voor
melde bedragen geenszins 'aan die bank
schuldig waren.
Ten 3e was aan bekl. ten laste gelegd dat
hij in 1923 opzetelijk gebruik heeft gemaakt
j van voormeld valschelijk opgemaakt boek
van div. debiteuren en crediteuren en van
i voormelde valschelijk opgémaakte balans
dier bank, als waren die echt en oriver-
i valscht aan de commissarissen voor voor
melde Commandit. Vennootsch. ter contro
leering over te leggen, uit welk gebruik na
deel zou ontstaan. 1
Bekl. zeide met de verschillende hande
lingen niet de bedoeling gehad te hebben,
iemand te benadeelen.
De Officier van Justitie wijst er na het
getuigenverhoor op, dat het een herademing
is, dat dit de laatste der geheele reeks zaken
is der zoogenaamde „betere kringen", welke
voor deze rechtbank wordt behandeld.
Geenszins is deze de minst belangrijke dezer
zaken.
Het bewijs in de geheele zaak meent spr,
STAT»OM-
8353
te zijm geleverd. De bedoeling was dat de
postenrrnoesten worden gelezen als echt en
onvervalscht. Voor bekl.'s broer zou hier
door nadeel kunnen ontstaan.
Bekl. is in'deze als den dader te beschou
wen, daar hij de oorspronkelijke lastgever
was en dus strafbaar is zooals spr. aantoont
met een arrest van den Hoogen Raad.
Het is een buitengewoon publiek belang,
datdergelijke gevallen streng worden ge
straft, waar men den laatsten tijd nog al
eens van dergelijke dingen hoort.
Spr. eischt daarom wegens valschheid in
geschrifte een gevangenisstraf van twee jaar.
Als verdediger vap beklaagde trad op mr.
dr. H. P. de Wilde.
De uitspraak werd bepaald over 14 dagen.
kringen, werd hedenavond verklaard, dat
Duitschland nooit een veihgheidspaCt zou
contra'signeeren op de door Chamberlain en
Briand te Genève vastgestelde basis. De
hier aan deze beide staatslieden
ven ontwerpen worden door de Wilhelm-
strasze formeel van de hand gewezen.
Het is mogelijk dat de Duitsche regeering
binnenkort haar afwijzend standpunt in een
fficieus communiqué, dat door het wol»
dat de geheele nederzetting van stroom
voorziet en dat in normalen tijd werk geett
aan honderden Chineezen, wérkt perfect
alleen met vrijwilligers. De staking duurt
voort en breidt zich langzaam uit. Zondag
zijn eenige schepen in de -haven bij de sin
king betrokken.
Uit Shanghai wordt geseind:
De Chineesche zeelieden hebben besloten
gemaakt, zal uiteenzetten.
Lithausche vliegtuigen boven Wilna.
Toen twee Lithausche vliegtuigen boven
Wilna verschenen openden Poolsche af-
weerbatterijen het vuur. Dertig schoten wer-
den gelost. De beide vliegtuigen vlogen
daarop over de Lithausche grenzen terug.
De revolutionnaire beweging op Samos.
De regeeringstroepen zijn zonder ernstige
incidenten op Samos ontscheept. Bij hun
verschijning ontruimden de insurgenten de
hoofdstad en namen zij de wijk naar het mid-
den van het eiland. Tot dusver is er geen
bloed gevloeid.
De strijd in Marokko.
Ofschoon de berichten over den strijd, die
in Fransch-Marokko wordt gevoerd, allengs
schaarscher zijn geworden, blijkt toch uit de
mededeeïingen in de Fransche bladen dat er
nog steeds hevig gevochten wordt. Wel kan
het bevreemding wekken, dat de Franschen
feitelijk niets zijn opgeschoten met het zui
veren van hun gebied van binnengedrongen
Riffs, maar er slechs ten koste van hevigen
strijd en vele offers in zijn geslaagd de be
zetting van verschillende hunner eigen pos
ten, die omsingeld waren, te bevrijden, om
dan die posten te ontruimen. Het langzame
tempo der krijgsverrichtingen en de hard
nekkigheid van den tegenstander doen dan
ook een langdurige actie voorzien.
Over het geheele front blijft de militaire
toestand groote nauwlettendheid vereischen,
daar de Riffs een levendige werkzaamheid
aan den dag leggen.
Eenige schepen der maritieme divisie heb
ben in de Marokkaansche territoriale wate
ren bij Agadir de Duitsche treiiers „Leipzig"
en „Dortmund" aangeroepen. De torpedoja
ger „Bambara" heeft de treiiers naar Moga-
dor gebracht, waar zij geconsigneerd zijn.
Een spoorwegongeluk in Queensland.
Bij Gympie is de posttrein verongelukt.
Er zijn negen dooden en veertig gewonden.
De stakingspnlusten in Chili.
Blijkens een draadloos bericht hebben de
Chileensche troepen bij het herstellen van
de orde in de noordelijke provincies meer
dan 30 personen gedood en 400 gevangen
genomen.
De onlusten in China.
Draadloos wordt gemeld, dat vertegen
woordigers van de centrale regeering te Pe
sche stoombooten der kust- en riviervaart
riet werk gestaakt, maar tot dusver zijn geen
zeeschepen er bij betrokken. De Japansche
lijnbooten ondervinden eveneens moeilijk
heden; overwogen wordt de Chineesche be
manningen door Japansche te vervangen. De
staking der havenarbeiders belemmert het
werk in de havens en er wordt weinig lading
verwerkt wegens het feit, dat de Chinee
sche banken en scheepvaartfirma's, die de
ladingen financieren en verwerken, haar
kantoren gesloten hebben.
Te Taïyoeanfoe in Sjansi viel de menigte
het kantoor van de Asiatic Peftoleum Com
pany aan, dat gedeeltelijk verwoest werd.
In Nanking werd geagiteerd voor den boy-
cott van Britsche en Japansche goederen j
dent drong er op aan, dat de zendelinger
en handelaars uit het binnenland oudes
worden teruggeroepen.
HET REGEERINGSJUEILEUM VAN
KONING VICTOR-EMANUEL.
Uit alle streken van Italië zijn burge
meesters, autoriteiten, delegaties van ver-
eenigingen en belangstellenden naar Rome
getogen om de feesten bij te wonen, die ter
eere' van het 25-jarig regeeringsjubileum:
van koning Victor Emanuel worden gevierd.
De geheele stad is versierd en een ontzag
lijke menigte verdringt zich in de straten, j
De parade, die in het Stadion is gehou
den, werd door prachtig weer begunstigd.
Zij werd bijgewoond door den Koning, de.
Koningin. den Kroonprins, de prinsessen,
den hertog van Aosta, Mussohni, alle minis
ters, de maarschalken Cadorna en Diaz en:
admiraal Thaon di Revel.
d'ANNUNZIO ONGESTELD.
d'Annunzio lijdt aan griep en houdt heti
bed.
STUDENTENWF. A AK
Prof. Oscar Turner, die een onderzoek
instelde naar eenige vermiste examenpapie
ren, naar hij meende gestolen door studenten
is op geheimzinnige wijze vermoord, in de
universiteit van Louisiana.. Het lijk werd
met gekloofden schedel gevonden op de
sloep van het gebouw. De moord werd
bedreven met een bijl.
DE „RUM ROW" VERDWENEN.
Twee torpedojagers van de „droge vloot
zijn. zoo wordt draadloos gemeld, te^ New-
York aangekomen met het officieele bericht,
dat de ,.rum row" van Kaap May in New-
Jersey tot Boston in Massachusetts ver
dwenen is.
Men schrijft van de Oostelijke zandgron-
den:
Op werkelijk schitterende wijze heeft de
Meimaand haar taak volbracht. Tal van
ene en uapanscne goeuv.^ z heeft ze ons geschon.
en wordt een intensieve campagne gevoerd 'maE,r Kook B da[!en Van verrassende
voor het bijeenbrengen van gelden voor de --
stakers te Sjanghai.
De strijd om Kanton.
Vier kanonneerboot en van Kanton ver
schenen voor de stad en openden met ma
chinegeweren en kleine kanonnen een hevig
vuur. De troepen van Yoenenan antwoord
den van de kust. Ten slotte voeren de
kanonneerbooten weg. De omvang der aan
gerichte schade valt nog niet te schatten.
Het geweervuur aan beide zijden der
vruchtbaarheid. Met alle recht mocht deze
Mei bloeimaand genoemd worden. Heel de
bloeitijd verliep hier zonder merkwaardige
vorstschade, iets zeer ongewoons. Toch
blijkt de vruchtenaanztt op verre na niet
te beantwoorden aan dien rijken bloei. Zon
der twijfel hebben de regendager gedurende
den bloeitijd hier geen goed gedaan.
Voor het vee is het een beste tijd. Waar
de wei- en hooilanden niet worden geteis
terd door emelten is over 't algemeen rijk
dom van deugdelijk gras. De grazende run-
O UU1I1 Vftll UvUwUCiiui j v J. - -
rivier duurt nu reeds bijna onafgebroken deren toonen dan 0ok in melk en vleesch
veertig uur lang voort. Er vielen weinig da{ zij het goed hebben.
slachtoffers.
Twee Japansche destroyers zijn te Kac-
ton aangekomen.
Een verklaring voor de huidige
beweging.
De correspondent van de „Times" te
Sjanghai heeft uit een Chineesche bron, die
gewoonlijk goed ingelicht is gebleken een
verklaring ontvangen voor de huidige bewe-
gin, die door ervaren waarnemers algemeen
als juist wordt beschouwd.
Volgens zijn zegsman maken de moeilijk
heden deel uit van een uitgebreide bewe
ging, geleid door Feng Joe Hsiang, den
christengeneraal, gesteund door Moskou en
krachtig bevorderd door de Koeomintang, de
revolutionaire partij, tegen Tsjang Tso Lin
en de huidige Anfoe—regeering te Peking.
In groote trekken is het plan overal der
gelijke onlusten te verwekken teneinde de
buitenlanders te nopen tusschenbeide te
komen. Hierdoor zou' Peking openstaan
voor Feng en de Koeomintang, die gelooven
dat zij op een lateren datum met de
- vreemdelingen zullen kunnen doen wat zij
kmg, te Sjanghai zijn aangekomen, en ja willen. De datum der uitbarsting, die oor-
fcegonnen met het houden van conferenties den ?omer ZQU
om een eind te maken aan de beweging j vefhaast door de komst van Tsjang
tegen de vreemdelingen. j .j,^ groote troepenmacht te
De „Times" meldt uit Sjanghai d.d. 8 Juni: w j .j e
Het verbazingwekkend hoe de buitenlan- Op 28 Mei had er een langdurige bespre-
d,„ .ld, hebben de M*. kW JTÊ
omstandigheden.
De levensmiddelenvoorziening is practisch
hai, waar het plan werd gemaakt voor de
uitbarsting op den volgenden Zaterdag, in
geheel in buitenlandsche handen en werkt de hoop het politiebureau var. Louza te
uitstekend. Er doet zich geen 'enkele moei- nemen, waar een groot tuighuis van geweren
lijkheid voor. De telefoonmaatschappij wordt en munitie is en de geheele stad in wan-
geheel geleid door buitenlanders en functio- j orde te brengen-, terwijl de meeste menschen
neert beter dan in gewone tijden, hoewel naar verschillende wedstrijden waren,
geen Chineesche oproepen aanvaard wor- De zegsman van den .,Times"-correspon-
De veldgewassen staan algemeen ook
prachtig. De roggevelden beloven een ruimen
oogst van broodkoren. Haver, gerst, aardap
pelen en boekweit en peulvruchten laten
niets te wenschen.
In sommige streken is de hooioogs.t reeds
aangevangen De opbrpngst is beter dan
middelmatig, de kwaliteit uitstekend en bu
het prachtig weer der laatste dagen ver
loopt alles snel. En op de talrijke ontgin
ningen dezer streken heeft de -natuur won
deren verricht. Men zou gerust mogen zeg-
gen: er is veel reden tot dankbaarheid. Be
driegen deze gunstige voorteekenen niet
dan wordt 1925 een schitterend oogstjaar.
In de St. Catharina-Kerk te Amsterdam,
had Zondag een plech'ige eerste H
Mis plaats, welke in dit opzicht merkwaar
dig genoemd mag worden, daar de neomist,
de" weleerw. Heer L. Roelvink. bijna uitslui
tend door familieleden werd geassisteerd,
n.l. door den Zeereerw. Heer Pastoor L.
Slolk als presbyter-assistens, zijn heeroom
den ZEw. Heer H. Sondaal, Pastoor te Haar
lem, als diaken, den ZeerEerw Heer G. Kuys,
Pastoor te Rotterdam, als sub-diaken, zijn
heerneef den VCLEerw. Heer L. Beune, Kape
laan te Schiedam, met den Weleerw. heer
W. van Rhijn als canfores, terwijl kapelaan
B. Koesters als caeremoniarius fungeerde.
Na het evangelie hield de heerbroer vat
den neomist, de WelEerw. Heer H. Roelvink,
kapelaan te Heemskerk, een hooggestemde
feestpredicatie.
42
Intuschen had het rijtuig het einde van de
Piazza Cavour bereikt.
Links zag men de donkere massa van het
amphitheater, dat zich tegen den helderen
hemel met groote duidelijkheid afteekende,
die er evenwel niets van de geheimzinnige
bekoring aan ontnam.
Suzanne's hart klopte onrustig.
Hoe dikwijls had ze vroeger met haar va
der in zulke heldere maannachten door het
Coliseum gewandeld!
Dat was als 't ware een manie van den
bejaarden schilder Sébastien Dupré.
Dan verscl^pen voor zijn verbeelding het
Rome van den ouden keizertijd: de gladia
toren in de arena, de wilde dieren en de
christen-martelaren, die daar ten aanschou-
we van het keizerlijk hof en het ontaarde
Romeinsche volk hun bloed vergoten, voor
hun heilig geloof
Ontelbare schetsen had hij daar gemaakt,
om die later, volgens den raad van zijne
dochter, op wier oordeel hij hoogen prijs
st^de, tot aangrijpende tooneelen uit te
werken.
Dat alles stond weer plotseling vóór haar
(geest, en alles scheen hier voor haar te wor-
deu bezield tot grijpbare werkelijkheid, die
haar van de buitenwereld afscheidde.
Maar spoedig verstrooiden die beelden
zich weer, als nevelachtige schaduwen in
den nacht, en werd ze er zich weer van be
wust, dat ze daar in het rijtuig zat, naast
Marie Thérèse, tegenover Alberto Gottl-
Ireddi!
O, als haar vader haar nu op dit oogen-
blik in dit gezelschap zag, wat zou hij dan
van haar denken?
Weer sloot ze de oogen, om de blikken te
vermijden van hem, die daar tegenover haar
zat
Harde woorden kwamen haar op de lip
pen
En ze gevoelde, dat de gestadige aanblik
van dat gelaat tegenover haar, haar bijna
die woorden zou ontrukken.
Het rijtuig hield stil.
Nu moest ze de oogen wel opslaan, of ze
wilde of niet.
\óórdat de lakei nog van den bok had
kunnen springen, was don Alberto uit het
rijtuig gestapt, om beide jonge meisjes de
hand te bieden.
En Suzanne was nu gedwongen, die hand
aan te raken!
Als ze die hand weigerde, dan zou Marie
Thérèse het immers bemerken!
En welke verklaring zou ze dan voor die
zonderlinge handelwijze kunnen geven?
Maar bij die vluchMe aanraking der vin
gers beefde zoowel Alberto als Suzanne, en
beiden bemerkbui het van elkaar..
De trotsche Romein gevoelde het als een
vernedering, dal bij zulk een onbeduidende
aanleiding zijn gewone koelbloedigheid hem
in den steek liet, en uit zijn mond klonk
een schaterlach.
De klank van dien lach was Suzanne maar
al te goed bekend, en herinnerde haar aan
het pijnlijkste oogenblik van haar geheele
leven.
„Nu moeten wij vergeten, dat wij m de
twintigste eeuw leven," zei Marie Thérèse,
terwij' ze door de hooge portiek van het
amphitheater gingen. „Ik stel mij nu in mijn
verbeelding voor, dat u, don Alberto, de
gunsteling en de vertrouwde van keizer Nero
zijt, evenals Petronius, de arbiter elegantia-
rum, en wij zijn de Vestaalsche maagden,
die recht hebben op de eereplaats bij den
strijd der gladiatoren."
Op schertsenden toon had ze die woorden
uitgesproken, maar toch was er een lichte
beving in haar stem.
De-aanblik was hier te overweldigend.
Het heldere maanlicht bescheen de gehee
le geweldige ruimte, en een gedeelte der
muren ter rechterzijde
Het overige was in diepe schaduwen ge
huld, die het geheimzinnige verhoogden.
Het was, alsof elke steen hier de herin
nering deed herleven aan de tijden van
wreede tyrannie, bloedige geloofsvervolging
en heldenmoed.
Don Alberto, die zijn kalmte weef had te
ruggevonden, gaf geschiedkundige verklarin
gen, beschreef de b»a~«kenis van all" onder
deden van het gebouw, de plaats waar de j Ze keerde zich om en ging midden in het I moesten boeten, dat zij de1 deiRo-
keizer met zijn gevolg troonde, en de deu- Coliseeum zitten. I ™eins1che keizers met hadden
ren, waaruit de gladiatoren en de wilde
beesten te voorschijn kwamen.
Marie Thérèse luisterde naar hem met een
belangstelling, die duidelijk bleek uit hare
stralende oogen en hare half geopende lip-
pen
Ze wilde alles zien, begaf zich vlug van
de eene plaats naar de andere, ging vooruit,
keerde dan weer om, als ze don Alberto een
verklaring wilde vragen, en liet niets onbe
merkt.
Soms trachtte Suzanne tevergeefs haar te
volgen, wanneer ze plotseling in de donkere
zuilengangen verdween en hare bewegingen
waren onberekenbaar.
Op zeker oogenblik scheen het Coliseum
haar geheel ledig.
Nergens ontdekte Suzanne een mensche-
lijke gedaante en nergens kon haar oor een
geluid opvangen.
Tot haar onbeschrijfelijken schrik bemerk
te ze. dat het haar niet zou gelukken, Marie
Thérèse in te halen.
Ze was spoorloos verdwenen.
Angstig riep Suzanne haar bij den naam.
Toen antwoordde een vroolijke stem:
„Maak u niet ongerust, Suzanne! Don Al
berto is een volkomen betrouwbaar geleider.
Ga maar rustig op een steenblok midden in
de arena zitten, en wacht bedaard tot ik
kom!"
Wat bleef er voor Suzanne xm over
éU» te ö»hoorzamen2,
De geheele arena, door de heldere maan
verlicht, maakte den indruk van een sneeuw
veld. Suzanne's gedachten werden te zeer
door het tegenwoordige in beslag genomen,
dan dat ze tijd gevonden zou hebben, de
tragische beelden uit het verledene weer te
doen herleven, toen de grond, waarop nu
hare voeten rustten, door bloed gedrenkt
was, het bloed der martelaren, dat het zaad
zou worden van het Cnristendom.
Z<* gevoelde den last van een verantwoor
delijkheid, die voor hare krachten te zwaar
was
O, waarom had ze toch een taak op zich
genomen, die een bezorgd vader haar had
toevertrouwd?
Ze hpd het immers moeten voorzien, dat
ze machteloos was, tegen don Alberto den
strijd op te nemen.
Ze had moeten weten, dab reeds alleen de
tegenwoordigheid van don Alberto voldoen
de was, haar wilskracht te verlammen.
Nauwelijks had de trein, die den heer de
Roquépine naar Parijs zou bre'ngen, Rome
verlaten, of ze had door haar onhandigheid
aan don Alberto de gelegenheid van een lête
a tête met Marie Thérèse verschaft, en nog
wel in een omgeving, waarvan de sluwe Ro
mein maar al te goed partij had weten te
trekken.
Hoe klein, zwak en verlaten gevoelde ze
zich te midden van die groote arena, waar
da -overwonnenen met hun bloed er voor
staanf^M
'Ook zij behoorde tot de zwakker, dat was
nu eenaal iets, waarin ze moest berusten,
maar nooit had ze dat zoo gevoeld als nu.
Opeens zag ze eene donkere schaduw
naderen.
Ze herkende Giovanni Sarno. en bijn»
gelijktijdig klonk het van beider lippen:
„Suzanne
„Giovanni!"
„Hoe komt het, dat ik u hier geheel al
leen vind, Suzanne?"
„En gij, Giovanni, vanwaar komt gij?
De jonkman wees haar met de hand naar
de zuilengangen van het amphitheater en
antwoordde:
„Ik meende, alleen te zijn temidden vac
deze puinhoopen, en toen zag ik opeens
een kleine schaduw op de plaats, waar
eens de christen-maagden gestorven zijn.
Was het de geest van de H. Lucia, Agnes
of Cecilia? zoo vroeg ik mij af."
Een glimlach lag op zijn gelaat, dal een»
kinderlijke uitdrukking had, en hem bijm
op èen student liet gelijken.
Als Suzanne hem zóó zag. dan dacht z^
altijd aan Nathanaël uit het Evangelie, des
Israëliet, in wien geen bedrog was, en in
zijne tegenwoordigbeid had ze altijd een
gevoel vui Hehageiiike rust.
(Wordt vervolgd.)