TIMS @P m st# m Scheert met n Suzanne Dupré, VAN ALLES EN VAN OVERAL. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Woensdag 10 Juni 1925 De Rijkskroon. Ingezonden mededeeïingen 60 cents per regel. De punt van de Heilige Speer. Het Rijkskruis. RECHTSZAKEN. De malversaties aan dé Maas en Waalsche Bank. VEILIGHEIDS SCHEERAPPARAAT Onder de Radio-berichten: De Engelsch-Fransche overeenkomst be treffende het veiligheidspact is van Fransche zijde onjuist opgevat. De Fransche minister-president naar Marokko vertrokken. In Queensland heeft een ernstig spoorwegongeluk plaats gehad. Er zijn negen dooden en veertig gewonden. In de Marokkaansche territoriale wateren zijn twee Duitsche treiiers aangehouden. Uit Sjanghai wordt geseind, dat de zeelieden zich bij de staking hebben aangesloten. hu vdM ^1 J"'J&Wd.'JStvtSd. !üïci..Ü er.p.S,.d,, Het teWUMA Gem. buitenl. berichten. LANDB. EN VI5SCHERIJ Het veldgewas en het vee in de Zomerscke dagen. KERK EN SCHOOL- Een merkwaardige Eerste H. Mis. FEUILLETON 65. JAHRTAUSEND FEIER I. AKEN, 8 Juni. Duizend jaar is het geleden, dat het Rijnland met het overige Duitschland werd verbonden, een feit, dat in tal van Rijn- landsche steden met meer of minder meestal met meer praal en luister' wordt herdacht. Reeds eer had ik het plan opgevat, eens ten minste een dier steden te bezoeken, toen mij door bemiddeling der N. Haarl. Crt. een uitnoodiging gewerd van Ober- bügermeister Farwick van Aken en van de voorzitters der Akensche dagbjad-uitge- vers en journalisten-vereenigingen, om daar de JahrtausendAusstelling te komen bezoeken en deel te nemen aan de feeste lijkheden ter gelegenheid van den te Aken te houden Presse-tag te geven. Ik heb me niet lang bedacht. Waar toch zou ik, waar het gold de viering van de duizendjarige vereeniging van Rijnland met Duitschland, beter heen kunnen gaan dan naar Aken, het lievelingsverblijf van Karei den Groote die daar in de grootsche Munster, door hem tusschen 796 en 805 gebouwd, is gekroond en waar na hem nog eenendertig koningen van het oude Duit- sche rijk in hun waardigheid werden be vestigd. Aken! Ik kende de stad van vóór den oorlog, vas er ook tijdens de eerste oorlogsjaren nog een paar maal geweest, maar haddiaar sedert niet meer teruggezien. Veel vond ik er niet veranderd, alleen was het oude stadspark verdwenen. Of liever gezegd, het park was er nog wel, maar als publieke wandelplaats was het gesloten, omdat men het nu had gemaakt tot den tuin van het Kurhaus, waarbij men, tijdens den oorlog, het reusachtige Quellenhof-holel had ge bouwd, dat een der schitterendst ingerich te moderne hotels is die ik ken. Maar ove rigens: de Elisabrond stond er nog precies zooals 'n jaar of tien geleden; het bekende en altijd zoo druk bezochte café Germania was nog precies zoo gezellig als voorheen niets was er in de zaal met haar wand schilderingen veranderd. Niets? Ja toch, één ding was er verdwenen. Daar in de groote zaal stonden altijd, links van den ingang, de bustes van Kaiser Wilhelm I en van Kaiser Friedrich en van hun beider gemalinnen. En diq stonden er nog. Maar rechts, waar eens de bustes stonden van de nu in Doorn resideerenden Kaiser en diens gemalin, stond nu nog maar alleen die van de Kaiserin; de Kai ser zelf was ook hier in ongenade geval len zijn plaats was leeg. En dat in de stad der kroningen! Aken! Maar weinig is het veranderd, niettegenstaande de vele stormen die de oorlog ook over deze stad heeft doen gaan. Nog altijd is het een cultureel hoogstaande stad, nog altijd neemt het in het 'muziek- leven een voorname plaats in is het gebleven de springplank voor de Duitsche musici. Die eenmaal in Aken een eerste plaats in het muziekleven inneemt, die kan i er van verzekerd zijn, tot een betere, een I financieel betere en meer begeerde plaats j in een der groote Duitsche steden geroe- pen te zullen worden. Aken is nog geheel hetzelfde. Aken van vroeger, alleen als badplaats heeft het tij dens de oorlogsjaren natuurlijk slechte tij den doorgemaakt, wat des te zwaarder ge voeld werd, omdat, door een minder juiste reclame, ook reeds vóór den oorlog haar roem als Badeort was beginnen te tanen. Maar daar komt het wel weer bovenop. Daarom juist heeft men het Park tot Kur- park gemaakt, daarom heeft men dat schit terende en grootsche Quellenbof-hotel met zijn prachtige zalen en zijn 500 kamers ge bouwd. daarom wordt nu de reclame in an dere banen geleid, die ongetwijfeld naar den weg der verbetering zullen voeren. Aken is hetzelfde Aken van vroeger, en toch Als je, op weg naar het Hauptbahnhof het Babnhof West passeert en de trein daar stopt voor de douane-formaliteiten, dan treft het je, daar overal Fransche opschrif ten te lezen, opschriften, die herinneren aan den oorlog, die duiden op de bezetting door de Belgen. En kom je dan, later, in de stad telkens weer Belgische soldaten tegen, Belgische officieren, de khaki-borst zwaar behangen met eere-teek®ien, dan voel je toch, al heb je er oök heelemaal met mee te ma ken, dat Aken, hoezeer ook hetzelfde ge bleven, toch niet meer "hetzelfde is, dat er iets is dat, als een ijzeren band om een boomstam, den groei belemmert. Maar het stadsbestuur blijft voortdurend trachten den beauwenden druk zoo min mogelijk te doen voelen; daarentegen streeft het er met loffelijken ijver naar, de banden die het met het overige Duitsch land en ook met het niet-militaire buiten land verbonden, weer zoo krachtig moge lijk aan te halen. En daartoe is, aldus is .mijn indruk, ook dit feest voor de Pers aangelegd, daartoe ook, en ni^t alléén om de vreugde over het feit der duizendjarige verbinding met het Duitsche rijk, deze -Jahrtause*d-Aus- stelling in het prachtige oude Raadhuis in- I gericht. Die tentoonstelling, dat was toch wel het voornaamste, waarom ik naar Aken ben gegaan en daarom wil ik daarvan ook in de eerste plaats vertellen. De groote beteekenis van Aken in de geschiedenis van Duitschland is wel, dat het de kroningsstad der Duitsche koningen gefeest is. Die koningskroning was steeds een gebeurtenis van zoo groote nationale beteekenis, dat een tentoonstelling daarop betrekking hebbend en nog wel in dezelfde zaal, waarin van de 14de tol de 16de eeuw steeds de officiëele kroningsmaaltijd werd gehouden, zeer velen belangstelling moet in boezemen. De tentoonstelling geeft in kostbare, bij de kroningen gebruikte voorwerpen, zoo wel echter als kopieën, in modellen van gebouwen, in schilderijen, in handschriften en oorkonden, enz. een volledig overzicht j van de kroningen, maar bovendien ook een beeld van de kuituur van dien tijd en ook 1 van de latere tijden, tot op den tegen- woordigen toe. De voornaamste aantrekkelijkheid der tentoonstelling vormen de uiterst getrouwe en kostbare kopieën der in Weenen be- i waarde origineele Rijksinsignes de kroon, j het kroningskrus, het Stephans-relikwie- kistje waarin een weing aarde, gedrenkt 1 met het bloed van den H. Stefanus, be waard wordt, de Heiige lans en het Rijks evangelieboek. Van de kroon, het Rijks kruis en de lans-punt voeg ik hier afbeel dingen bij, die er een zeer goed denkbeeld van geven. De rijk met edelsteener., waar onder zeer groote, bezette gouden kroon en ook het even zoo uiterst kostbaar versierde kruis, zijn stukken van buitengewone waar de, want voor deze kopieën werd geheel hetzelfde materiaal gebruikt, wat ook voor de oorspronkelijke stukken gebezigd werd. De kroon die gedurende bijna 800 jaren het teeken van de hoogste heerschersmacht in Europa is geweest, is waarschijnlijk een ge schenk geweest van Konrad II (1024 1039) en is in Mainz gemaakt; het Rijks kruis, eveneens een geschenk van Konrad II is een relikwie-kist, van den aanvang af bestemd tot het bewaren van een stuk-je van Christus' kruis. De Heilige lans echter waarin een der nagelen uit het kruis van Christus verwerkt moet zijn, is het oudste stuk onder de kleinodieën en het eenige dat met eenige waarschijnlijkheid met Karei den Groote zelf in betrekking gebracht mag worden. Maar, hoezeer ook deze stukken uit his torisch oogpunt de voornaamste der ten toonstelling zijn, en als kunstvoorwerpen een buitengewoon groote waarde vertegen woordigen, er zijn nog tal van .andere voor- eeuwen heen, die alle met uitgezochte wer ken zijn vertegenwoordigd, komen we dan bij de vitrines waarin werken van heden- daagsche Akensche goudsmeden zijn ten toongesteld, die bewijzen, dat de vakmannen van heden de kunst hunner voorvaderen nog niet zijn verleerd. Om kort te gaan, op deze tentoonstelling zijn onnoemelijke schatten bijeerfgebracht, schatten èn uit historisch, èn uit kunst oogpunt, zooals men ze misscnien nooit meer bijeen zal zien. ARTHUR TERVOOREN. werpen, die vap zeer groot historisch be lang zijn. Daaronder zijn verschillende ori gineele stukken, zooals de kroningsmantel van Richard van Cornwallis en verschillen de andere stukken. Maar buiten de rechtstreeks met de kro ningen in verband staande voorwerpen is er nog zeer veel op allerlei gebied te zien. Zelfs de voor-karolingisclie tijd is er goed vertegenwoordigd. De afdeeling die het meest de aandacht trekt is wel die betref fende de Akensche goudsmeedkunst, die van oudsher zeer hoog aangeschreven stond. Wat daar al niet voor een waarde aan goud en edelsteenen, tot schitterende kunstwerken aaneengevoegd, bij elkaar ge bracht is, is niet met korte woorden te zeggen. Daar staan bijeen werken uit dè 14e en de 15de eeuw; relikwie-kasten en monstransen en altaarsieraden en kelken uit het zuiverste goud en met kostbare edelgesteenten bezet. En door volgende De Arnhemsche Rechtbank behandelde Dinsdag de zaak tegen den 57-jarigen J. G. J., bankier te Nijmegen, gedetineerd. Hem was ten laste gelegd, dat hij te Nijmegen, zijnde hij directeur der Commandit. Venn. ,De Maas- en Waalsche Bank, Kneppers en Cie" aldaar: le opzettelijk valschelijk in het door die bank gehouden boek van diverse debiteuren en crediteuren over het jaar 1922 achtereenvolgens in het eind van het jaar 1922 of in het begin van 1923 of daaromtrent een debeipost aan die bank van 50.000 ten laste van A. J. J. Jurgens en in April of Mei, in elk geval in 1923 een debetpost aan die bank van 154.849.66'A ten laste van den zelfden A. J. J. Jurgens heeft doen opne men, terwijl bekl. wist dat voornoemde^ A. J. J. Jurgens, op wiens rekening deze pos ten waren geboekt, in werkelijkheid voor melde bedragen geenszins aan de Maas- en Waalsche Bank schuldig was. Ten 2e was aan bekl. ten laste gelegd dat hij in den zomer van 1923 of daaromtrent in het balansboek van de Maas- en Waalsche Bank de badans per 31 Dec. 1922 met zijn I handteekening heeft onderteekend, terwijl hij wist, dat op die balans valschelijk'stond vermeld een debetpost aan voormelde Bank van 87212.93 en een debetpost aan die bank van 154849.6654, beiden ten laste van A. J. J. Jurgens, benevens een debetpost aan die bank van 12821.47 ten laste van Ed. Bruns, zijnde het hem immers bekend, dat deze personen in werkelijkheid voor melde bedragen geenszins 'aan die bank schuldig waren. Ten 3e was aan bekl. ten laste gelegd dat hij in 1923 opzetelijk gebruik heeft gemaakt j van voormeld valschelijk opgemaakt boek van div. debiteuren en crediteuren en van i voormelde valschelijk opgémaakte balans dier bank, als waren die echt en oriver- i valscht aan de commissarissen voor voor melde Commandit. Vennootsch. ter contro leering over te leggen, uit welk gebruik na deel zou ontstaan. 1 Bekl. zeide met de verschillende hande lingen niet de bedoeling gehad te hebben, iemand te benadeelen. De Officier van Justitie wijst er na het getuigenverhoor op, dat het een herademing is, dat dit de laatste der geheele reeks zaken is der zoogenaamde „betere kringen", welke voor deze rechtbank wordt behandeld. Geenszins is deze de minst belangrijke dezer zaken. Het bewijs in de geheele zaak meent spr, STAT»OM- 8353 te zijm geleverd. De bedoeling was dat de postenrrnoesten worden gelezen als echt en onvervalscht. Voor bekl.'s broer zou hier door nadeel kunnen ontstaan. Bekl. is in'deze als den dader te beschou wen, daar hij de oorspronkelijke lastgever was en dus strafbaar is zooals spr. aantoont met een arrest van den Hoogen Raad. Het is een buitengewoon publiek belang, datdergelijke gevallen streng worden ge straft, waar men den laatsten tijd nog al eens van dergelijke dingen hoort. Spr. eischt daarom wegens valschheid in geschrifte een gevangenisstraf van twee jaar. Als verdediger vap beklaagde trad op mr. dr. H. P. de Wilde. De uitspraak werd bepaald over 14 dagen. kringen, werd hedenavond verklaard, dat Duitschland nooit een veihgheidspaCt zou contra'signeeren op de door Chamberlain en Briand te Genève vastgestelde basis. De hier aan deze beide staatslieden ven ontwerpen worden door de Wilhelm- strasze formeel van de hand gewezen. Het is mogelijk dat de Duitsche regeering binnenkort haar afwijzend standpunt in een fficieus communiqué, dat door het wol» dat de geheele nederzetting van stroom voorziet en dat in normalen tijd werk geett aan honderden Chineezen, wérkt perfect alleen met vrijwilligers. De staking duurt voort en breidt zich langzaam uit. Zondag zijn eenige schepen in de -haven bij de sin king betrokken. Uit Shanghai wordt geseind: De Chineesche zeelieden hebben besloten gemaakt, zal uiteenzetten. Lithausche vliegtuigen boven Wilna. Toen twee Lithausche vliegtuigen boven Wilna verschenen openden Poolsche af- weerbatterijen het vuur. Dertig schoten wer- den gelost. De beide vliegtuigen vlogen daarop over de Lithausche grenzen terug. De revolutionnaire beweging op Samos. De regeeringstroepen zijn zonder ernstige incidenten op Samos ontscheept. Bij hun verschijning ontruimden de insurgenten de hoofdstad en namen zij de wijk naar het mid- den van het eiland. Tot dusver is er geen bloed gevloeid. De strijd in Marokko. Ofschoon de berichten over den strijd, die in Fransch-Marokko wordt gevoerd, allengs schaarscher zijn geworden, blijkt toch uit de mededeeïingen in de Fransche bladen dat er nog steeds hevig gevochten wordt. Wel kan het bevreemding wekken, dat de Franschen feitelijk niets zijn opgeschoten met het zui veren van hun gebied van binnengedrongen Riffs, maar er slechs ten koste van hevigen strijd en vele offers in zijn geslaagd de be zetting van verschillende hunner eigen pos ten, die omsingeld waren, te bevrijden, om dan die posten te ontruimen. Het langzame tempo der krijgsverrichtingen en de hard nekkigheid van den tegenstander doen dan ook een langdurige actie voorzien. Over het geheele front blijft de militaire toestand groote nauwlettendheid vereischen, daar de Riffs een levendige werkzaamheid aan den dag leggen. Eenige schepen der maritieme divisie heb ben in de Marokkaansche territoriale wate ren bij Agadir de Duitsche treiiers „Leipzig" en „Dortmund" aangeroepen. De torpedoja ger „Bambara" heeft de treiiers naar Moga- dor gebracht, waar zij geconsigneerd zijn. Een spoorwegongeluk in Queensland. Bij Gympie is de posttrein verongelukt. Er zijn negen dooden en veertig gewonden. De stakingspnlusten in Chili. Blijkens een draadloos bericht hebben de Chileensche troepen bij het herstellen van de orde in de noordelijke provincies meer dan 30 personen gedood en 400 gevangen genomen. De onlusten in China. Draadloos wordt gemeld, dat vertegen woordigers van de centrale regeering te Pe sche stoombooten der kust- en riviervaart riet werk gestaakt, maar tot dusver zijn geen zeeschepen er bij betrokken. De Japansche lijnbooten ondervinden eveneens moeilijk heden; overwogen wordt de Chineesche be manningen door Japansche te vervangen. De staking der havenarbeiders belemmert het werk in de havens en er wordt weinig lading verwerkt wegens het feit, dat de Chinee sche banken en scheepvaartfirma's, die de ladingen financieren en verwerken, haar kantoren gesloten hebben. Te Taïyoeanfoe in Sjansi viel de menigte het kantoor van de Asiatic Peftoleum Com pany aan, dat gedeeltelijk verwoest werd. In Nanking werd geagiteerd voor den boy- cott van Britsche en Japansche goederen j dent drong er op aan, dat de zendelinger en handelaars uit het binnenland oudes worden teruggeroepen. HET REGEERINGSJUEILEUM VAN KONING VICTOR-EMANUEL. Uit alle streken van Italië zijn burge meesters, autoriteiten, delegaties van ver- eenigingen en belangstellenden naar Rome getogen om de feesten bij te wonen, die ter eere' van het 25-jarig regeeringsjubileum: van koning Victor Emanuel worden gevierd. De geheele stad is versierd en een ontzag lijke menigte verdringt zich in de straten, j De parade, die in het Stadion is gehou den, werd door prachtig weer begunstigd. Zij werd bijgewoond door den Koning, de. Koningin. den Kroonprins, de prinsessen, den hertog van Aosta, Mussohni, alle minis ters, de maarschalken Cadorna en Diaz en: admiraal Thaon di Revel. d'ANNUNZIO ONGESTELD. d'Annunzio lijdt aan griep en houdt heti bed. STUDENTENWF. A AK Prof. Oscar Turner, die een onderzoek instelde naar eenige vermiste examenpapie ren, naar hij meende gestolen door studenten is op geheimzinnige wijze vermoord, in de universiteit van Louisiana.. Het lijk werd met gekloofden schedel gevonden op de sloep van het gebouw. De moord werd bedreven met een bijl. DE „RUM ROW" VERDWENEN. Twee torpedojagers van de „droge vloot zijn. zoo wordt draadloos gemeld, te^ New- York aangekomen met het officieele bericht, dat de ,.rum row" van Kaap May in New- Jersey tot Boston in Massachusetts ver dwenen is. Men schrijft van de Oostelijke zandgron- den: Op werkelijk schitterende wijze heeft de Meimaand haar taak volbracht. Tal van ene en uapanscne goeuv.^ z heeft ze ons geschon. en wordt een intensieve campagne gevoerd 'maE,r Kook B da[!en Van verrassende voor het bijeenbrengen van gelden voor de -- stakers te Sjanghai. De strijd om Kanton. Vier kanonneerboot en van Kanton ver schenen voor de stad en openden met ma chinegeweren en kleine kanonnen een hevig vuur. De troepen van Yoenenan antwoord den van de kust. Ten slotte voeren de kanonneerbooten weg. De omvang der aan gerichte schade valt nog niet te schatten. Het geweervuur aan beide zijden der vruchtbaarheid. Met alle recht mocht deze Mei bloeimaand genoemd worden. Heel de bloeitijd verliep hier zonder merkwaardige vorstschade, iets zeer ongewoons. Toch blijkt de vruchtenaanztt op verre na niet te beantwoorden aan dien rijken bloei. Zon der twijfel hebben de regendager gedurende den bloeitijd hier geen goed gedaan. Voor het vee is het een beste tijd. Waar de wei- en hooilanden niet worden geteis terd door emelten is over 't algemeen rijk dom van deugdelijk gras. De grazende run- O UU1I1 Vftll UvUwUCiiui j v J. - - rivier duurt nu reeds bijna onafgebroken deren toonen dan 0ok in melk en vleesch veertig uur lang voort. Er vielen weinig da{ zij het goed hebben. slachtoffers. Twee Japansche destroyers zijn te Kac- ton aangekomen. Een verklaring voor de huidige beweging. De correspondent van de „Times" te Sjanghai heeft uit een Chineesche bron, die gewoonlijk goed ingelicht is gebleken een verklaring ontvangen voor de huidige bewe- gin, die door ervaren waarnemers algemeen als juist wordt beschouwd. Volgens zijn zegsman maken de moeilijk heden deel uit van een uitgebreide bewe ging, geleid door Feng Joe Hsiang, den christengeneraal, gesteund door Moskou en krachtig bevorderd door de Koeomintang, de revolutionaire partij, tegen Tsjang Tso Lin en de huidige Anfoe—regeering te Peking. In groote trekken is het plan overal der gelijke onlusten te verwekken teneinde de buitenlanders te nopen tusschenbeide te komen. Hierdoor zou' Peking openstaan voor Feng en de Koeomintang, die gelooven dat zij op een lateren datum met de - vreemdelingen zullen kunnen doen wat zij kmg, te Sjanghai zijn aangekomen, en ja willen. De datum der uitbarsting, die oor- fcegonnen met het houden van conferenties den ?omer ZQU om een eind te maken aan de beweging j vefhaast door de komst van Tsjang tegen de vreemdelingen. j .j,^ groote troepenmacht te De „Times" meldt uit Sjanghai d.d. 8 Juni: w j .j e Het verbazingwekkend hoe de buitenlan- Op 28 Mei had er een langdurige bespre- d,„ .ld, hebben de M*. kW JTÊ omstandigheden. De levensmiddelenvoorziening is practisch hai, waar het plan werd gemaakt voor de uitbarsting op den volgenden Zaterdag, in geheel in buitenlandsche handen en werkt de hoop het politiebureau var. Louza te uitstekend. Er doet zich geen 'enkele moei- nemen, waar een groot tuighuis van geweren lijkheid voor. De telefoonmaatschappij wordt en munitie is en de geheele stad in wan- geheel geleid door buitenlanders en functio- j orde te brengen-, terwijl de meeste menschen neert beter dan in gewone tijden, hoewel naar verschillende wedstrijden waren, geen Chineesche oproepen aanvaard wor- De zegsman van den .,Times"-correspon- De veldgewassen staan algemeen ook prachtig. De roggevelden beloven een ruimen oogst van broodkoren. Haver, gerst, aardap pelen en boekweit en peulvruchten laten niets te wenschen. In sommige streken is de hooioogs.t reeds aangevangen De opbrpngst is beter dan middelmatig, de kwaliteit uitstekend en bu het prachtig weer der laatste dagen ver loopt alles snel. En op de talrijke ontgin ningen dezer streken heeft de -natuur won deren verricht. Men zou gerust mogen zeg- gen: er is veel reden tot dankbaarheid. Be driegen deze gunstige voorteekenen niet dan wordt 1925 een schitterend oogstjaar. In de St. Catharina-Kerk te Amsterdam, had Zondag een plech'ige eerste H Mis plaats, welke in dit opzicht merkwaar dig genoemd mag worden, daar de neomist, de" weleerw. Heer L. Roelvink. bijna uitslui tend door familieleden werd geassisteerd, n.l. door den Zeereerw. Heer Pastoor L. Slolk als presbyter-assistens, zijn heeroom den ZEw. Heer H. Sondaal, Pastoor te Haar lem, als diaken, den ZeerEerw Heer G. Kuys, Pastoor te Rotterdam, als sub-diaken, zijn heerneef den VCLEerw. Heer L. Beune, Kape laan te Schiedam, met den Weleerw. heer W. van Rhijn als canfores, terwijl kapelaan B. Koesters als caeremoniarius fungeerde. Na het evangelie hield de heerbroer vat den neomist, de WelEerw. Heer H. Roelvink, kapelaan te Heemskerk, een hooggestemde feestpredicatie. 42 Intuschen had het rijtuig het einde van de Piazza Cavour bereikt. Links zag men de donkere massa van het amphitheater, dat zich tegen den helderen hemel met groote duidelijkheid afteekende, die er evenwel niets van de geheimzinnige bekoring aan ontnam. Suzanne's hart klopte onrustig. Hoe dikwijls had ze vroeger met haar va der in zulke heldere maannachten door het Coliseum gewandeld! Dat was als 't ware een manie van den bejaarden schilder Sébastien Dupré. Dan verscl^pen voor zijn verbeelding het Rome van den ouden keizertijd: de gladia toren in de arena, de wilde dieren en de christen-martelaren, die daar ten aanschou- we van het keizerlijk hof en het ontaarde Romeinsche volk hun bloed vergoten, voor hun heilig geloof Ontelbare schetsen had hij daar gemaakt, om die later, volgens den raad van zijne dochter, op wier oordeel hij hoogen prijs st^de, tot aangrijpende tooneelen uit te werken. Dat alles stond weer plotseling vóór haar (geest, en alles scheen hier voor haar te wor- deu bezield tot grijpbare werkelijkheid, die haar van de buitenwereld afscheidde. Maar spoedig verstrooiden die beelden zich weer, als nevelachtige schaduwen in den nacht, en werd ze er zich weer van be wust, dat ze daar in het rijtuig zat, naast Marie Thérèse, tegenover Alberto Gottl- Ireddi! O, als haar vader haar nu op dit oogen- blik in dit gezelschap zag, wat zou hij dan van haar denken? Weer sloot ze de oogen, om de blikken te vermijden van hem, die daar tegenover haar zat Harde woorden kwamen haar op de lip pen En ze gevoelde, dat de gestadige aanblik van dat gelaat tegenover haar, haar bijna die woorden zou ontrukken. Het rijtuig hield stil. Nu moest ze de oogen wel opslaan, of ze wilde of niet. \óórdat de lakei nog van den bok had kunnen springen, was don Alberto uit het rijtuig gestapt, om beide jonge meisjes de hand te bieden. En Suzanne was nu gedwongen, die hand aan te raken! Als ze die hand weigerde, dan zou Marie Thérèse het immers bemerken! En welke verklaring zou ze dan voor die zonderlinge handelwijze kunnen geven? Maar bij die vluchMe aanraking der vin gers beefde zoowel Alberto als Suzanne, en beiden bemerkbui het van elkaar.. De trotsche Romein gevoelde het als een vernedering, dal bij zulk een onbeduidende aanleiding zijn gewone koelbloedigheid hem in den steek liet, en uit zijn mond klonk een schaterlach. De klank van dien lach was Suzanne maar al te goed bekend, en herinnerde haar aan het pijnlijkste oogenblik van haar geheele leven. „Nu moeten wij vergeten, dat wij m de twintigste eeuw leven," zei Marie Thérèse, terwij' ze door de hooge portiek van het amphitheater gingen. „Ik stel mij nu in mijn verbeelding voor, dat u, don Alberto, de gunsteling en de vertrouwde van keizer Nero zijt, evenals Petronius, de arbiter elegantia- rum, en wij zijn de Vestaalsche maagden, die recht hebben op de eereplaats bij den strijd der gladiatoren." Op schertsenden toon had ze die woorden uitgesproken, maar toch was er een lichte beving in haar stem. De-aanblik was hier te overweldigend. Het heldere maanlicht bescheen de gehee le geweldige ruimte, en een gedeelte der muren ter rechterzijde Het overige was in diepe schaduwen ge huld, die het geheimzinnige verhoogden. Het was, alsof elke steen hier de herin nering deed herleven aan de tijden van wreede tyrannie, bloedige geloofsvervolging en heldenmoed. Don Alberto, die zijn kalmte weef had te ruggevonden, gaf geschiedkundige verklarin gen, beschreef de b»a~«kenis van all" onder deden van het gebouw, de plaats waar de j Ze keerde zich om en ging midden in het I moesten boeten, dat zij de1 deiRo- keizer met zijn gevolg troonde, en de deu- Coliseeum zitten. I ™eins1che keizers met hadden ren, waaruit de gladiatoren en de wilde beesten te voorschijn kwamen. Marie Thérèse luisterde naar hem met een belangstelling, die duidelijk bleek uit hare stralende oogen en hare half geopende lip- pen Ze wilde alles zien, begaf zich vlug van de eene plaats naar de andere, ging vooruit, keerde dan weer om, als ze don Alberto een verklaring wilde vragen, en liet niets onbe merkt. Soms trachtte Suzanne tevergeefs haar te volgen, wanneer ze plotseling in de donkere zuilengangen verdween en hare bewegingen waren onberekenbaar. Op zeker oogenblik scheen het Coliseum haar geheel ledig. Nergens ontdekte Suzanne een mensche- lijke gedaante en nergens kon haar oor een geluid opvangen. Tot haar onbeschrijfelijken schrik bemerk te ze. dat het haar niet zou gelukken, Marie Thérèse in te halen. Ze was spoorloos verdwenen. Angstig riep Suzanne haar bij den naam. Toen antwoordde een vroolijke stem: „Maak u niet ongerust, Suzanne! Don Al berto is een volkomen betrouwbaar geleider. Ga maar rustig op een steenblok midden in de arena zitten, en wacht bedaard tot ik kom!" Wat bleef er voor Suzanne xm over éU» te ö»hoorzamen2, De geheele arena, door de heldere maan verlicht, maakte den indruk van een sneeuw veld. Suzanne's gedachten werden te zeer door het tegenwoordige in beslag genomen, dan dat ze tijd gevonden zou hebben, de tragische beelden uit het verledene weer te doen herleven, toen de grond, waarop nu hare voeten rustten, door bloed gedrenkt was, het bloed der martelaren, dat het zaad zou worden van het Cnristendom. Z<* gevoelde den last van een verantwoor delijkheid, die voor hare krachten te zwaar was O, waarom had ze toch een taak op zich genomen, die een bezorgd vader haar had toevertrouwd? Ze hpd het immers moeten voorzien, dat ze machteloos was, tegen don Alberto den strijd op te nemen. Ze had moeten weten, dab reeds alleen de tegenwoordigheid van don Alberto voldoen de was, haar wilskracht te verlammen. Nauwelijks had de trein, die den heer de Roquépine naar Parijs zou bre'ngen, Rome verlaten, of ze had door haar onhandigheid aan don Alberto de gelegenheid van een lête a tête met Marie Thérèse verschaft, en nog wel in een omgeving, waarvan de sluwe Ro mein maar al te goed partij had weten te trekken. Hoe klein, zwak en verlaten gevoelde ze zich te midden van die groote arena, waar da -overwonnenen met hun bloed er voor staanf^M 'Ook zij behoorde tot de zwakker, dat was nu eenaal iets, waarin ze moest berusten, maar nooit had ze dat zoo gevoeld als nu. Opeens zag ze eene donkere schaduw naderen. Ze herkende Giovanni Sarno. en bijn» gelijktijdig klonk het van beider lippen: „Suzanne „Giovanni!" „Hoe komt het, dat ik u hier geheel al leen vind, Suzanne?" „En gij, Giovanni, vanwaar komt gij? De jonkman wees haar met de hand naar de zuilengangen van het amphitheater en antwoordde: „Ik meende, alleen te zijn temidden vac deze puinhoopen, en toen zag ik opeens een kleine schaduw op de plaats, waar eens de christen-maagden gestorven zijn. Was het de geest van de H. Lucia, Agnes of Cecilia? zoo vroeg ik mij af." Een glimlach lag op zijn gelaat, dal een» kinderlijke uitdrukking had, en hem bijm op èen student liet gelijken. Als Suzanne hem zóó zag. dan dacht z^ altijd aan Nathanaël uit het Evangelie, des Israëliet, in wien geen bedrog was, en in zijne tegenwoordigbeid had ze altijd een gevoel vui Hehageiiike rust. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5