BRIEVEN UIT FRANKRIJK Binnenlandsch Nieuws. Suzanne Dupré. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Donderdag 18 Juni 1925 Op weg naar huis..* Een kort verblijf in Duitschland. Een afghaansch stoomschip door Italië in beslag genomen als onderpand voor de van Afghanistan geëischte schadeloosstelling. De leider der Indische Swarajisten, C. R. Das, overleden. Onder de Radio-berichten: Het Belgische kabinet-Poullet definitief sa mengesteld. Het wetsontwerp betreffende de amnestie in Duitschland is gereed. De Geneefsche Conferentie betreffende den Wapenhandel gesloten. Nederland onderteekende het protocol inzake den chemi- schen oorlog. KERK EN SCHOOL. De bond van Nederlandscke Onderwijzers. ORDE EN ARBEID. Een uitsluiting van metselaars. Gem. buitenl. berichten. AND De samenstelling van het Belgische Kabinet-Poullet. De amnestie in Duitschland. De conferentie te Genève inzake den Wapenhandel gesloten. Mijnongeluk in Bulgarije. De Fransch-Spaansche conferentie. De beweging in China tegen de vreemdelingen. Het gevaar van den Naarder Straatweg. De opvolger van wijlen Mr. Duparc. De bezoldiging van leeraren bij het Middelbaar Onderwijs FEUILLETON. Van vele zijden was ons verzekerd dat het lieven in Duitschland momenteel zeer duur is. 'Een verblijf in Zuid-Duitsfchland heeft ons bewezen, dat al die geruchten van hoog op gevoerde hotel-en pensionprijzen zeer over dreven zijn. En ongetwijfeld kan Duitsch land in dezen een vergelijking met Zwitser land rustig ondergaan. Wie zijn zomerdagen in het Schwarzwald wil doorbrengen, be hoeft niet lang te zoeken om een pension te vinden van 7 tot 10 mark, waar hij uitnemend is verzorgd en alle noodige comfort aantreft. In Zwitserland durft men prijzen vragen die een normale beurs aan een al te gevoelige aderlating bloot stellen. Dit ter waarschuwing van hen die in den komenden vacantietijd huiverig zijn de Duitsche grens over te steken en er de voor- jkeur aan geven de Zwitsersche bergen te be stijgen. De kleine kosten aan een visum ver bonden, doen zelfs niet de balans ten gunste Wan Zwitserland overslaan. Onze indruk is, dat Duitschland hard op )weg is terug te keeren tot vóór oorlogstoe- Standen. Wij spreken niet van zwaar druk- tkende belastingen, trouwens ook in andere llanden niet te onderschatten en waaronder teen vreemdeling die tijdelijk dit land bezoekt, niet heeft te lijden. Evenmin van de economische ontnuchte ring in bepaalde kringen en de handels moeilijkheden door den wereldoorlog aange richt en tot welks volkomen herstel nog lange jaren noodig zullen zijn. Hoewel ook op handelsgebied zich reeds [zeer gunstige verschieten openen. Hamburg [schijnt de groote zwarigheden te hebben over- iwonnen en een bloeitijd te doorleven die aan tvroeger jaren doet denken, terwijl ook in andere handelscentra de onvermoeide werk- jkracht van het Duitsche volk een spoedige [herleving doet verwachten. En wanneer wij ons aan een vergelijking jmet Frankrijk wagen, dan dringt zich onwil lekeurig het gevoel op, dat hier op menig ge bied bergopwaarts wordt getrokken, terwijl (in Frankrijk, indien geen verandering in treedt, de nasleep van den oorlog tot een steeds grootere inzinking tal leiden, In de eerste plaats denken wij aan de snel achteruitgaande bevolking in Frankrijk, die (steeds bedroevender vormen aanneemt. In Duitschland, waar men ook komt, tot in de kleinste dorpen, lachen ontelbare kin dergezichtjes u tegen, spreken van een opko mend geslacht, dat opnieuw zal werken aan het groot maken van het Duitsche Rijk. In Frankrijk niets van dat alles. De meeste dorpen zijn uitgestorven, de arbeidskrach ten ontbreken en de weinigen die er zijn, trek ken naar de groote steden, of liever naar Pa rijs, dat centrum bij uitstek, waarheen aller verlangen uitgaat. I De depreciatie van de Fransche munt steekt wel zeer ongunstig af bij de herstelde Duitsche munt, die het verklaarbaar maakt dat overal de Duitschers zich wederom neste len, waar de mark een verblijf billijker doet zijn dan in het eigen land. Italië wemelt op het oogenblik van Duit schers. In Rome hadden zij verre de overhand op andere vreemdelingen, en tal van zaken waaronder zeer belangrijke waren in Duit sche handen. Zelfs in Parijs dringen zij wederom door, hoewel minder talrijk door de hen in den weg gelegde pasmoeilijkheden. De toegang is allesbehalve vrij. Duitschland is ook na den oorlog gebleken het land waar orde en regelmaat heerschen, discipline troef blijft, de organisatietalenten van het Duitsche volk zijn zoo groot, dat Zelfs binnenlandsche oneenigheid en buiten- landsche moeilijkheden niet in staat zijn ge weest het herstel tegen te houden. Leeft men in Italië nog steeds op een vulkaan, nauwelijks door Mussolini's dicta torschap bedwongen, in Duitschland koestert men slechts geringen angst meer voor het Bolsjewistisch gevaar. Die goede zijden van 't Duitsche karakter hebben ook hun keerzijde. En al te duidelijk blijkt dat de oorlog hen slechts weinig heeft geleerd, dat een werkelijke afschuw van oor log en militairisme nog verre van algemeen is. Hoewel het leger tot minimum afmetin gen is terug gebracht, de uniformen spaar zaam zijn gezaaid op den openbaren weg, blijft niettemin een militaire geest velen be zielen. De bewondering althans voor een gedisciplineerd leger en roemzuchtige krijgs daden is er niet op verminderd. Het militaire zit helaas,niet zoozeer den Zuid-Duitscher dan wel den Noord-Duitscher in het bloed. Men behoeft slechts eenige gymnastiek- geesten mede te maken, de inhuldiging van een gedenkteeken voor gevallen oorlogshelden bij te wonen, de Duitsche jongelingschap bij een of andere heugelijke gebeurtenis in para depas te zien optrekken, om achter deze ongewapende jeugd een krachtig gevormde legerschaar voor de toekomst te vermoeden. En niet zonder angst denkt men daarbij aan de komende tijden, indien niet de ontwape- üingsleuze over geheel de wereld werkelijk heid wordt en de thans nog geldende verbods bepalingen overeenkomstig het verdrag van Versailles eens tot het verleden zullen behooren. Indien één land noodwendig tot den Vol kenbond zal moeten toetreden, is het onge twijfeld Duitschland, al is ons vertrouwen in dit instituut om den wereldvrede te be waren, niet bijster groot. Wij meenden dat in de studentenwereld de onderlinge vechtpartijen met den oorlog, een einde hadden genomen. Dat men eindelijk de dwaasheid was gaan inzien van die ge wilde verminkingen. Het verblijf in eeq, der grootste studentensteden heeft ons deze illu sie benomen. Nog altjjd wordt de sabel ge zwaaid, nog altijd wordt een snede over het gelaat, door een handigen kapper wat aan gedikt, als éen eereteeken van moed en durf beschouwd. Voegen wij er aanstonds bij, dat van ka tholieke zijde heftig tegen deze gedragingen van onmenschelijke wreedheid wordt opge treden en dat ook de katholieke studenten zich veelal van dergelijke minderwaardige heldhaftigheden onthouden. Deze bloedige gewoonte elkanders krach ten te meten, om de meest onbeduidende voorvallen de wapens te trekken, zelfs on der vrienden, gedwongen te worden door de vereenigingen waarvan men lid is elkander toe te takelen, moge al geen directe uiting zijn van militaire gevoelens,het valt niet te ontken nen dat zij, naast het sportief karakter haar door sommigen toegeschreven, getuigt van een onmaatschappelijke ruwheid, die in oorlog voeren het hoogtepunt vindt. Treft men over het algemeen een opbloei aan in het dagehj ksche leven, de kunst en de kunstenaars hebben het nog zwaar te verantwoorden. En de mannen der weten schap deelen dit lot. De opera- en tooneelgezelschappen, voor heen reeds in het gedrang door de bioscoop, gaan gebukt onder zware zorgen en hun samenstelling getuigt op menige plaats van de financieele moeilijkheden, waarmede zij te kampen hebben. Het repertoire vraagt noodig om herziening,maar het geld ont breekt voor een nieuwe ensceneering. Bit ter weinig nieuws wordt er gebracht en de salarissen zijn ver beneden peil. De steun eertijds door vorstelijke personen verleend, ontbreekt thans geheel en de staat is niet bij machte de noodige subsidies te verke nen. Doch wie de energie der Duitschers kent, hun oprechte kunstliefde en vooral hun verlangen op ieder gebied een eerste viool te spelen, twijfelt er niet aan, of ook in het rijk van kunst en wetenschap zullen betere dagen aanbreken. De woningnood is in Duitschland, even als in alle andere landen zeer groot en het bouwen van nieuwe huizen uiterst kostbaar Maar toch rijzen op tal van plaatsen villa parken uit den grond en blijkt dat de bouw van moderne landhuizen belangrijke voort schreden maakt. Ook hieraan kan Frankrijk een voorbeeld nemen, waar men ondanks een wereldtentoonstelling van decoratieve kunst, vastgeroest blijft in een oude archi tectuur, waarvan de schoonheid alles behalve te bewonderen valt. Hoe menigmaal hebben wij het in de laat ste dagen niet hooren verzekeren, Duitsch land is over het ergste heen, Duitschland gaat wederom met snelle schreden vooruit. Het zou nog spoediger zijn oude plaats wederom innemen, indien niet onderlinge politieke verdeeldheid belemmerend in den weg stond. Inderdaad de politieke partijtwisten zijn op dit oogenblik voor Duitschland de groot ste hinderpaal naast de drukkende oorlogs lasten, recht op het doel der herleving af te gaan. Maar valt niet van Frankrijk hétzelfde te zeggen? Is ook in Frankrijk niet de binnen landsche politiek de hoofdoorzaak van een steeds verder voortschrijdende achteruit gang In Duitschland althans kent men niet den godsdienststrijd, die Frankrijk ten verderve voert. Welk een verblijdend verschijnsel o.a. te Freiburg in Br. de geestelijke orde te zien weergekeerd, die daar sedert lange jaren niet mochten verblijven. In dit opzicht niet het minst zal Frankrijk goed doen als overwinnaar zich aan den veel geplaagden overwonnene Duitschland te spiegelen. Freiburg, 8 Juni 1925. Mr. P. v. S. Naar men mededeelt, luidt de uitslag van het referendum in den Bond van Nederiand- sche Onderwijzers over de toelating van hoofden tot dien bond als volgt: Voor toela ting stemden 1252 onderwijzers, tegen 1267, zoodat de hoofden van scholen geen lid kun nen zijn van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers. In verband met de thans bijna negen we ken durende staking van de metselaars, op perlieden en voegers te 's-Gravenhage, be sloten de samenwerkende patroonsorganisa ties in haar vergadering van Woensdagavond waar ook een groot aantal ongeorganiseerde patroons aanwezig was, op Maandag, 29 Juni a.s. de uitsluiting te doen ingaan voor alle vakgroepen, in het per 28 Febr. j.l. afgeloo- pen landelijk collectief contract genoemd. Het Belgische scheep vaartcongres. De „Dernière Heure" deelt mee, dat de internationale commissie voor het scheep vaartcongres, die gisterenmorgen te Brussel bijeenkwam, [het programma vastst 1de van het congres dat in 1926 te Caïro zal worden gehouden. In plaats van Helleputte, den overleden president, werd VandeVyvere gekozen. De Spaansche en Italiaansche afgevaardig den vroegen om de quaestie der officieele talen op de agenda van het congres te zetten en dat hun talen ook als officieele talen zou den beschouwd worden. President Doumergue en de buitenlandsche pers. Maandagavond heeft president Doumergue aangezeten aan het jaarlij ksche feestmaal van de „Association syndicale de la Presse étrangère." Met hem zaten verschillende vreemde diplomaten o.a. de Nederlandsche gezant, jhr. Loudon, aan. De president zeide in een tafelrede er zeker van te zijn, dat de buitenlandsche journalisten trachten om hun meening over Frankrijk, de sympathie, die zij voor het land gevoelen, te doen deelen door hun land- genooten en dat zij dezen op hun hoede zul len doen zijn voor de kwaadwillige vooroor- deelen, welke men tegen het land zou kunnen koesteren. Door zoo te handelen, aldus de heer Doumergue, dient gij de zaak van den vrede. Gij zijt ongetwijfeld, als gij politieke, economische of sociale feiten verklaart, en commentarieert, gehouden de waarheid te Zeggen. Maar het is juist de waarheid, die wij u vragen te verkondigen om dat het be lang van Frankrijk is goed bekend te zijn aldus zal het worden bemind. Uit het Engelsche Lager huis. In het Lagerhuis werd Maandag met 2 tegen 135 stemmen het amendement der Labour-partij op het financieele ontwerp, strekkende om de rechten op suiker af te schaffen, verworpen. De Volkenbondscontrole. De „Neue Freie Presse" beweert, dat de mogelijkheid van een beëindiging van de Volkenbondscontröle over Oostenrijk tegen het einde van dit jaar grooter is geworden na de besprekingen te Genève. En dat in elk geval in September hierover de Genève zal worden gesproken. De controle op de ponden blijft echter in elk geval bestaan tot aan den termijn- van terugbetaling der volkenbondsleening. Een bezoek van de Fran sche en Belgische vakver- eenigingsbestuurders aan Moskou. Een achttal bestuurders van Fransche en Belgische- vakvereenigingen, aange sloten bij het Internationaal Vakverbond, Zijn te Moskou aangekomen op uitnoodiging van de Russische vakvereenigingen, om in lichtingen in te winnen nopens den toestand der Unie van Sovjetrepublieken- De dele gatie heeft geenerlei officieel karakter. Het conflict tusschen Ita lië en Afghanistan. De Italiaansche regeering heeft in ver band met het conflict met Afghanistan over de terechtstelling van den Italiaanschen in genieur Piperno, een stoomschip met lading voor de Afghaansche regeering in beslag ge nomen als onderpand voor de Italiaansche eischen inzake schadeloosstelling. C. R. DAS t- Het overlijden van C. R. Das, den leider der Indische Swarajisten, dat gisteren tele- grapisch werd gemeld, komt wel op een kri tiek oogenblik in de Indische politieke con stellatie. Lord Reading, de onderkoning van Indië vertoeft in Engeland, tot het plegen van overleg met den minister van Indië nopens de politieke gedragslijn, in de naaste toe komst in Indië te volgen. Aangenomen werd, dat de kern van dit overleg de politieke her vormingen betrof, die in 1919 in Indië zijn ingevoerd en waaromtrent onder de groote meerderheid der Ind. Nationaliteit groote ontevredenheid heerscht, omdat deze hervor mingen naar hun meening niet ver genoeg gingen. Aanvankelijk waren er onder de nationa listen het gematigd deel hunner niet mede- gerekend twee stroomingen, die voor de geregelde politieke ontwikkeling des lands even gevaarlijk waren, die van Gkhandi, die zich afzijc'i: wilde houden van alle deelne ming aan den wetgevenden arbeid en het volk buiten de wetgevende lichamen tot een onweerstaanbare macht wilde organiseeren, die van Das, die deelneming voorstond uit sluitend tot het plegen van politieke sabotage om aldus de functioneering dezer lichamen en de onafhankelijkheid van Indië te ver krijgen. Das, als advocaat; begiftigd met groote ora torische talenten, slaagde er in, zijn opvat ting te doen zegevieren en Ghandi als on- practisch politicus naar den achtergrond te dringen doch toen hij stond voor de uitvoe ring en de consequenties van zijn politiek, bleek het, dat hij onder bepaalde voorwaar den tenslotte toch bereid was, met de In dische regeering loyaal samen te werken Hij verklaarde namelijk, en verdedigde in zijn partij-organisaties het standpunt, het welk hij na harden strijd aangenomen zag; dat Indië bereid was, deel uit te maken van het Britsche gemeenebest onder beding dat Indië in staat werd gesteld, zijn eigen leven te leven zonder overheersching van buitenaf. Groot gewicht werd in verband met een en ander dan ook gehecht aan het plan van Das om met voorkennis en goedkeuring der Engelsche regeering naar Engeland te gaan om met den Indischen onderkoning en den minister van Indië overleg te plegen over de toekomst van Indië. De verwachting was niet ongegrond, dat hij, dank zij zijn takt, de Engelsche regeering zou kunnen bewegen, een belangrijken stap te zetten op den weg, dien de nationalisten in de naaste toekomst verlangden te gaan. Met het overlijden van Das verdwijnt een figuur, die een groot overwicht had op de niet onbeduidende extremistische elementen, die nog altijd sabotage en terrorisme voor staan en daarvan in Bengalen een poos ge leden nog deden blijken. Das had zich juist bereid verklaard, aan dit terrorisme voor goed het zwijgen op te leggen, mits de re geering ook met daden van onderdrukking zeer voorzichtig wilde zijn. Nu hij van het politieke tooneel verdwijnt, mag men zich met bezorgdheid afvragen, of er wel een fi guur te vinden is, die, bekleed met eenzelfde gezag en tact, Das' arbeid zal kunnen voort zetten en de extremistische elementen in toom houden. De onmiddellijke oorzaak van den plotse- lingen dood van Das, den leider der nationa listen, was een hartverlamming, die het ge volg was van een lichamelijke verzwakking, die intrad na een aanval van koorts Zondag jl. De pers betreurt Das' plotseling verschei den en prijst zijn vurige vaderlandsliefde. De gouverneurs van Aus tralië. De Arbeiderspremiers van Queensland, Tasmanië, Zuid-Australië en de waarnemend premier van West-Australië besloten, de rijks- regeering te verzoeken voortaan Australiërs als gouverneurs te benoemen. De onlusten in Nieuw- Schotland. De ongeregeldheden in de kolenmijnen van Cape Breton duren voort. Ondanks de tegenwoordigheid van meer dan 700 man troepen in het stakingsgebied, zijn de brand stichters druk in actie. Gisternacht zijn een aantal gebouwen bij Sydney door brand ver nield, o.a. het kruitmagazijn van een der mij nen. De Chineesche troebelen. De Fransche bladen melden dat de pant serkruiser „Jules-Michelet" in verband met de gebeurtenissen in China, op weg is naar Sjanghai. De verwachte demonstraties tegen de vreemdelingen te Kanton hebben niet plaats gehad, terwijl de staking in Sjameen, 't Euro- peesche kwartier, is uitgesteld, doch verno men wordt, dat er definitief toe besloten is. De autoriteiten beweren, dat zij. na de overwinning op de huurlingen uit Yoenman veertienduizend hunner hebben ontwapend. Gemeld wordt, dat de bolsjewistische or ganisatie, die het bewind voert en waartoe de zg. christengeneraal behoort, besloten heeft tot de afschaffing van de functie van civiel-gouverneur en het leggen van de re geering in de handen van een „commissie van Zeven." Vele bestaande belastingen zijn afgeschaft. Alle speelhuizen worden gesloten. De wetten tegen den opium worden doorgevoerd. Naar uit Peking wordt gemeld rukt Tsjang Tso Lin met 13.000 man naar Peking op. EEN GOOCHELTOER. De vertegenwoordiger te Parijs van een firma in paarlen te Bombay is het slachtoffer [geworden van een behendig oplichter, die kans heeft gezien hem voor een waarde van ruim 600.000 francs aan paarlen te ontfutse len. Een Russisch makelaar had hem in kennis gebracht met een klant, een Ameri kaan, die voorgaf Benjamin Silver te heeten, en zijn keus liet vallen op een partij paarlen van de boven aangegeven waarde. De kost bare waar werd in een enveloppe gedaan, echter op verzoek van den kooper niet in een enveloppe van de firma maar een van hem zelf. Zelf lakte hij de enveloppe dicht, plaat ste er zijn zegel op en legde haar ook zelf in de brandkast van den vertegenwoordiger der firma uit Bombay. Den volgenden dag zou hij komen betalen en *ijn aankoop mee nemen. Maar de volgende dag blééf de volgende dag en „mr. Silver from New York" ver scheen niet. Ongerust geworden haalde de verkooper de enveloppe uit zijn brandkast opende haar en constateerde dat zij slechts een collier bevatte ter waarde van nog geen 60 francs De Amerikaan heeft blijkbaar kans gezien om in tegenwoordigheid van zijn slachtoffer en nog twee personen de envelop pe te verwisselen voor een andere. In het door hem opgegeven hotel tie ik hij onbe kend te zijn. EEN VIERVOUDIGE MOORD. Te Willesden Green, een plaatsje onder den rook van Londen, heeft zich Maandag nacht in alle stilte een tragedie atgespeeid, me aan vier menschen het leven heeft gekostj Een gezagvoerder, genaamd William Mistun die door de scheepvaartmaatschappij, waar-| bij hij in dienst was, was ontslagen nadat hij met zijn schip een ongeluk had gehad, was daarvan zoo sterk onder den indruk geko men, dat zijn geestvermogens werden aan getast. Maandagnacht nu heeft hij als gevolg daarvan zijn vrouw en zijn dochter van veer tien en zijn zoon van elf jaar met revolver schoten in den slaap van het leven beroofd en daarna zichzelf doodgeschoten. Ook zijn hond heeft hij hetzelfde lot doen deelen. Hel geval is te tragischer, omdat de verhouding in de familie uitmuntend was en Miskin nog een groot deposito op de bank had. EEN INVAL IN DE MISDADIGERS WERELD TE CHICAGO. De politie te Chicago heeft Zondag ter getale van niet minder dan zes duizend man een inval gedaan in de holen, waar de mis dadigers verblijf plegen te houden, en twee honderd van deze heeren geknipt plus 300C kogels een groot aantal revolvers 1500 gal lons alcohol en verscheidene vaten wijn. De politie had alle reden om eens oprui ming te houden. In de afgeloopen week toch werden vijf politieagenten gedood en twee zwaar gewond in gevechten met smokkel benden. Het kabinet is als volgt samengesteld: Poullet (katholiek) premier en economi sche zaken; Vandervelde (socialist) buitenlandsche' za ken; Rolin Jacquemyns (liberale neigingen) bin nenlandsche zakeri; Kamiel Huysmans (socialist) kunsten en wetenschappen; Tschoffen (katholiek) justitie; Albert Janssens (katholiek) financiën; Generaal Kestens (liberale neigingen) na tionale verdediging; Anseele (sosialist) spoorwegen; Laboulle (socialist) openbare werken; Van de Vyvere (katholiek) landbouw; Wauters (Socialist) industrie en arbeid; Carton (katholiek) koioniën. Ofschoon het twee en een halve maand geduurd heeft alvorens men er in is ge slaagd een ministerie samen te stellen, kan van het kabinet-Poullet aanstonds gezegd worden, dat het een sterk kabinet is, al thans wat de personen betreft, die er zit ting in hebben. Zelden maakten zulk een groot aantal mannen van beteekenis deel uit van éénzelfde regeering. Het wetsontwerp betreffende de amnes tie is gereed. Het ontwerp zal ook aan de nog niet veroordeelde beklaagden in dt Kapp-putsch ten goede komen. In den Rijks raad zullen besprekingen gehouden worden over gemeenschappelijke stappen, die de verschillende landen in verband met de am nestie zullen nemen. De conferentie inzake den wapenhandel is gisteren gesloten. Achttien staten onder teekenden reeds de conventie en zeven-en- twintig het protokol over het verbod be treffende den chemischen en bacteriologi- schen oorlog. Nederland onderteekende dit protokol, doch de conventie nog niet. Amerika, Engeland, Italië en Japan onder teekenden alles, terwijl Frankrijk de con ventie onderteekende en ook het protokol inzake den chemischen oorlog onderteeke nen zal, zoodra de afwezige Paul Boncour persoonlijk daartoe in staat is. In de bekende Bulgaarsche kopergroev» Blakalnitza, 100 km. ten noorden van Sofii heeft een ernstige ontploffing plaats ge had, waardoor alle toegangen tot de groe ve werden dicht geworpen. Er zijn 27 mijn werkers in de groeve, die naar men aan neemt, allen verloren zijn. De Fransche vertegenwoordigers voor de conferentie over Marokko zijn gisteren te Madrid aangekomen. Volgens Japansche berichten hebben 4000 arbeiders, behoorende tot de spoorweg- werkplaatsen van de lijn PekingMoekden te Tongshan het werk neergelegd, na dc studenten-demonstraties. De „Chicago Tribune" beweert, dat Tsjang Tso Lin's opmarsch naar Peking zijn aanleiding vindt in een verzoek van den Japanschen gezant, die vreest dat Feng's troepen zich bij de studentenbeweging zul len aansluiten, de regeeringsgebouwen be stormen, een regeering van commissarissen instellen en de legatiewijk zullen binnen dringen. Op verscheidene gezantschappen heersche een uitgesproken zenuwachtige stemming, doch de correspondent kan geen enkel communistisch gevaar te Peking ont dekken. Uit Peking wordt gemeld, dat het corps diplomatique heden bijeenkwam en beslo ten heeft een nota aan de Chineesche re geering voor te bereiden, waarin er op ge wezen wordt dat in verschillende plaatsen de onrust nog voortduurt en waarin de na druk wordt gelegd op de groote verant woordelijkheid welke op de centrale regee ring rust ten aanzien van personen en ei gendom der vreemdelingen. Reuter verneemt dat er geen sprake ii van eenige gemeenschappelijke actie der mo gendheden ir. China, daar zij allen een po litiek van non-interventie en die der Open Deur volgen. Een actie tegen den minister. In de vergadering van den gemeenteraad van Naarden werd een schrijven behandeld van den minister van Waterstaat, waarbij deze mededeelde, dat het rijwielpad langs den straatweg AmsterdamHet Gooi be- klinkerd zal worden, aldus meldt men aan de „Tel." Deze maatregel werd door de raadsleden zeer gevaarlijk geacht, omdat de automobilisten nu nog veel meer op het fietspad zullen gaan rijden, waardoor het gevaar voor de wielrijders nog grooter wordt. De heer Groenhart stelde voor, den minister op hef gevaar van dezen maatre gel te wijzen. De heer v. Raaijen vond de bestrating veel duurder dan de aanleg van een nieuw pad aan de overzijde van den weg. Hij wenschte nog eens een bespreking met verschillende autoriteiten over dit vraagstuk. Wethouder Smits wilde een actie beginnen in samenwerking met den A. N. W. B. en de K. N. A. C„ ten einde een grintpal voor de wielrijders te verkrijgen. Besloten werd om met deze beide licha men om advies te vragen. De heer v. Dalen wees er nog op, dat men heel spoedig met de actie moet beginnen, want men is reeds bezig met de bestrating. Naar het Corr. Bur. verneemt, heeft de minister van Onderwijs, K. en W. benoemd tot chef van de afd. Kunsten en Weten schappen van zijn departement, als opvolger van wijlen mr. Duparc, den heer P. Visser, tot nu toe waarnemend chef dier afdeeling. Door het Tweede Kamerlid, den heer Su- ring zijn aan den minister van Onderwijs. K. en W. de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat er meer dere op 31 December 1924 gehuwde en met hen gelijkgestelde leeraren zijn bij het mid delbaar en voorbereidend hooger onderwijs, wien ingevolge artikel 27 van het bezoldi- gingsbesluit 1925 en zoodanige persoonlijke toelage is toegekend, dat hun inkomen over 1925 minder bedraagt dan 90 pCt. hunner jaarwedde volgens het bezoldigingsbesluit 1920, zooals dit bedrag voor hen op 1 Oc tober 1924 voor hen was bepaald! 2. Is de minister niet van oordeel, dat dit niet in overeenstemming is met de uitdruk kelijke verklaring van Regeeringzijde -dai voor gehuwde ambtenaren gedurende 1925 dc toestand van October 1924, voor wat be treft het uil te keeren gehandhaafd. 3. Is de minister bereid, maatregelen te treffen, waardoor ook aan de in vraag 1 be doelde leeraren in 1925 een inkomen zal worden verzekerd, overeenkomende met he( bedrag, dat door hen aan salaris op 1 Oc tober werd genoten. 49. De heer de Roquépine vroeg haar weer, of ze dat vast had beloofd. En daarop antwoordde Suzanne weer, dat ze door eene belofte was gebonden. Die kleine leugen viel haar zwaar. Maar ze zag geen anderen uitweg. En om die onwaarheid zoo kort mogelijk te laten duren, besloot ze nog denzelfden avond aan Arabella te schrijven, dat ze haar aanbod aannam." 1 Suzanne's antwoord was voor den heer de Roquépine een groote teleurstelling, „Dien Engelschen zijn ons toch altijd de baas," zoo antwoordde hij. „In alle dingen zijn zij ons voor." Suzanne had een gevoel, alsof ze door Ihare weigering zich schuldig had gemaakt aan gebrek aan vaderlandsliefde, en ze ge voelde zich treurig daarover gestemd. De heer de Roquépine antwoordde nu, idat hij niet mer op zijn verzoek zou terug komen. Eigenlijk had Suzanne gewenscht, dat hij er wel op was teruggekomen, maar toch schold ze zichzelve erover uit, omdat ze «ichzelv-e niet galijk bleei. De heer de Roquépine ging zich nu weer met zijn andere gasten bezig houden. Maar Marie Thérèse riep Suzanne. En zóó was ze wel genoodzaakt, zich naar het tafeltje te begeven, waar de koffie werd gereed gemaakt. In het voorbijgaan raakte ze den arm van prins Alberto Gottifreddi aan. Die aanraking zou haar tenminste be spaard blijven, als ze zich in Tirol bij hare vriendin Arabella bevond. Het vooruitzicht van dit rustig verblijf in die versterkende frissche berglucht werkte verkwikkend op haar gemoed, en gaf haar de gewone veerkracht weer terug. „En wat zijn nu uwe plannen yo°r den aanstaanden zomer, donna Flavia? zoo vroeg op hetzelfde oogenblik de heer de Roquépine. „Ik blijf te Rome," antwoordde ze kortaf Allen protesteerden. Dat was immers niet ernstig gemeend! Dat was immers onzinnig! Waarom zou don na Flavia zich vrijwillig in zulk een gloeienden oven begraven! Maar donna Flavia verdedigde Rome. Ze antwoordde, dat de avonden en de nachten daar ook in den zomer heerlijk frisch waren. En om verder alle tegenspraak af te snij den, die ze voorzag, dat al te lang zou wor den, besloot ze verder: „Bovendien of het mij nu aangenaam of onaangenaam is, ik ben üe<lwo»-den te Rome te blij ven." Die stellige verklaring had een kleine ont stemming tengevolge. Iedereen dacht, dat Donna Flavia zich dien avond weer bijzonder zenuwachtig ge voelde. Alleen Suzanne bemerkte de uitdrukking van groot zielelijden, die op haar gelaat te lezen stond. En dadelijk maakte ze zichzelve er een verwijt van dat ze Rome wilde verlaten om ook zelve wat licht en vroolijkheid te ge nieten, dat zij wilde vërtrekken en hare vriendin alleen te Rome in haar doodeiijken angst wilde laten. Maar tegelijk kwam de vurige wensen bij haar op, Donna Flavia ,van hare angst te bevrijden. De dwaze eigenzinnigheid der trotsche Ro- mcinsche jonge vrouw mocht het medelijden met haar ongeluk niet in den weg staan! Maar hoe moest ze in deze omstandighe den handelen? Welken weg moest ze in slaan? Zou ze regelrecht aan het door Sarno opgegeven adres schrijven? Neen, dat zou niet doeltreffend zijn. Prospero Sinibaldi kende haar niet Mis schien had hij zelfs nooit haar naam ge hoord, en waarschijnlijk zou hij aan die waarschuwing van een hem volkomen onbe kend persoon niet de geringste waarde hech ten. De raad, die ze Donna Flavia gegeven had, was de eenige practische geweest: don Alberto in den arm te nemen. Maar hoe zou zijne medewerking te win nen zijn? Nu de belanghebbende persoon weigerde, hem om zijn medewerking te vra gen, wie moest het dan doen? Wel fluisterde een inwendige stem Suzan ne toe, dat zij de daartoe aangewezen per soon was, maar ze wilde die stem onder drukken. Toch deed die stem zich nog duide.ijk hooren. En bij dien inwendigen tweestrijd en besluiteloosheid had ze zich, zonder zich daarvan bewqst te zijn, van de anderen af gezonderd. „Naar welk tooverland zijn uw gedachten afgedwaald," hoorde ze opeens Marie Thè- rése lachend uitroepen. m „Neem me niet kwalijk, ik dacht „Waaraan dacht ge?" De onmogelijkheid, om Marie Thèrése een antwoord ojp die vraag te geven, bracht Su zanne in verwarring. En toen ze zich afwendde, om de door dringende blikken van Marie Thèrése te ontgaan, ontmoette ze de oogen van don Al berto, die een lachende, eenigszins «potten de, maar toch geen boosaardige uitdrukking hadden. Zóó was de uitdrukking van zijn oogen ge weest, foen ze hem vroeger gekend 'nad, in het atelier van haar vader. De inwendige stem liet zich weer hooren: „Neen, gij moogt uwe vriendin niet prijs geven aan het ongeluk, waaraan zij zich door eigen lichtzinnigheid blootstelt! Leg uw trots, uw wrok het zwijgen op, en dwing hem, die u zooveel leed heeft aangedaan, ook eens een goede cLnd te verricht*»-" Zou dat de stem van haar geweten zijn? Ja, ze kreeg de overtuiging, dat het haar plicht was, aan die stem gehoor te geven. En daarom vond ze het beter, het maar dadelijk te doen. Inplaats van het hoofd af te wenden, zag ze don Alberto recht in het gelaat, en gaf hem zelfs een wenk, haar naar de deur van het balcon te volgen. Don Alberto toonde, dat hij haar begrepen had. Nadat ze even bij de zuster van den heer de Roquépine had verwijld, om de kussens op hare sofa recht te leggen, nam ze, alsof zé in gedachten verzonken was, een boek van de tafel, en toen ging ze met langzame schreden naar het balcon. Op dén drempel bleef ze even staan, alsof ze aarzelde, en toen ging ze langzaam voor uit, en boog zich over de balustrade, maar zonder een oog te hebben voor het betoo- verend schoone tafereel, dat zich in het hel dere maanlicht voor haar ten toon spreidde. „De maneschijn schijnt mij beslist gunstig te zijn. Herinnert ge u nog dien avond in het Coliseum?" Het was de stem van Alberto Gottifreddi, die haar al gevolgd was. Door den half vleienden, half vertrouwe lijk brutalen toon, waarop hij die woorden uitsprak, scheen hij haar duidelijk zijne min achting te willen toonen. Maar ze stond hem niet toe, op denzelfden toon voort te gaan. Ze viel hem kortaf in. de rede, door hem met duidelijke, vlugge) woorden p>ede te deelen. wat ze omtrent 4 Prospero Sinibaldi had vernomen, en ze voegde erbij, dat Donna Flavia vast besloten was, om wanneer deze nieuwe schande haar zou treffen, liever te sterven dan iemand met deze zaak lastig te vallen. „Ik heb haar aangeraden, zich tot u te wenden," zoo vervolgde Suzanne, „maar ze wilde dat niet doen. En nu wordt ze dage lijks bleeker en magerder. Zij vervalt op onrustbarende wijze. Hebt u dat ook niet opgemerkt? „Wie zou dat niet opmerken?" antwoord de Alberto. „Maar ik heb die verandering toegeschreven aan haar treurig leven zon der liefde, en ik heb dat al lang bemerkt, vóór het bericht, waarover u mij daar juist hebt gesproken.... Arme Flavia!" „Vooral vanavond heb ik met schrik be merkt. hoe zij eruit ziel," vervolgde Suzan ne. „Ze zal sterven, dat zeg ik u vooruit, wanneer er een nieuw schandaal gebeurt. Ik heb het als lafhartig beschouwd, haar aan haar lot over te laten, zonder tenminste ietr tot hare redding te beproeven. En gij zijt dc eenige, die in deze zaak iets zoudt kunnen ondernemen." „Gij houdt mij dus toch nog in staat, een goede daad te verrichten!" Op bitteren toon had don Alberto die woorden gesproken* v LWaoU- \yrrvcd£dj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5