BRIEVEN UIT FRANKRIJK
Binnenlandsch Nieuws.
Suzanne Dupré.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 18 Juni 1925
Op weg naar huis..* Een kort verblijf in Duitschland.
Een afghaansch stoomschip door Italië in beslag genomen als onderpand
voor de van Afghanistan geëischte schadeloosstelling. De leider der
Indische Swarajisten, C. R. Das, overleden.
Onder de Radio-berichten: Het Belgische kabinet-Poullet definitief sa
mengesteld. Het wetsontwerp betreffende de amnestie in Duitschland
is gereed. De Geneefsche Conferentie betreffende den Wapenhandel
gesloten. Nederland onderteekende het protocol inzake den chemi-
schen oorlog.
KERK EN SCHOOL.
De bond van Nederlandscke
Onderwijzers.
ORDE EN ARBEID.
Een uitsluiting van metselaars.
Gem. buitenl. berichten.
AND
De samenstelling van het
Belgische Kabinet-Poullet.
De amnestie in Duitschland.
De conferentie te Genève inzake
den Wapenhandel gesloten.
Mijnongeluk in Bulgarije.
De Fransch-Spaansche
conferentie.
De beweging in China tegen
de vreemdelingen.
Het gevaar van den Naarder
Straatweg.
De opvolger van wijlen
Mr. Duparc.
De bezoldiging van leeraren
bij het Middelbaar Onderwijs
FEUILLETON.
Van vele zijden was ons verzekerd dat het
lieven in Duitschland momenteel zeer duur is.
'Een verblijf in Zuid-Duitsfchland heeft ons
bewezen, dat al die geruchten van hoog op
gevoerde hotel-en pensionprijzen zeer over
dreven zijn. En ongetwijfeld kan Duitsch
land in dezen een vergelijking met Zwitser
land rustig ondergaan. Wie zijn zomerdagen
in het Schwarzwald wil doorbrengen, be
hoeft niet lang te zoeken om een pension te
vinden van 7 tot 10 mark, waar hij uitnemend
is verzorgd en alle noodige comfort aantreft.
In Zwitserland durft men prijzen vragen
die een normale beurs aan een al te gevoelige
aderlating bloot stellen.
Dit ter waarschuwing van hen die in den
komenden vacantietijd huiverig zijn de
Duitsche grens over te steken en er de voor-
jkeur aan geven de Zwitsersche bergen te be
stijgen. De kleine kosten aan een visum ver
bonden, doen zelfs niet de balans ten gunste
Wan Zwitserland overslaan.
Onze indruk is, dat Duitschland hard op
)weg is terug te keeren tot vóór oorlogstoe-
Standen. Wij spreken niet van zwaar druk-
tkende belastingen, trouwens ook in andere
llanden niet te onderschatten en waaronder
teen vreemdeling die tijdelijk dit land bezoekt,
niet heeft te lijden.
Evenmin van de economische ontnuchte
ring in bepaalde kringen en de handels
moeilijkheden door den wereldoorlog aange
richt en tot welks volkomen herstel nog
lange jaren noodig zullen zijn.
Hoewel ook op handelsgebied zich reeds
[zeer gunstige verschieten openen. Hamburg
[schijnt de groote zwarigheden te hebben over-
iwonnen en een bloeitijd te doorleven die aan
tvroeger jaren doet denken, terwijl ook in
andere handelscentra de onvermoeide werk-
jkracht van het Duitsche volk een spoedige
[herleving doet verwachten.
En wanneer wij ons aan een vergelijking
jmet Frankrijk wagen, dan dringt zich onwil
lekeurig het gevoel op, dat hier op menig ge
bied bergopwaarts wordt getrokken, terwijl
(in Frankrijk, indien geen verandering in
treedt, de nasleep van den oorlog tot een
steeds grootere inzinking tal leiden,
In de eerste plaats denken wij aan de snel
achteruitgaande bevolking in Frankrijk, die
(steeds bedroevender vormen aanneemt.
In Duitschland, waar men ook komt, tot
in de kleinste dorpen, lachen ontelbare kin
dergezichtjes u tegen, spreken van een opko
mend geslacht, dat opnieuw zal werken aan
het groot maken van het Duitsche Rijk.
In Frankrijk niets van dat alles. De meeste
dorpen zijn uitgestorven, de arbeidskrach
ten ontbreken en de weinigen die er zijn, trek
ken naar de groote steden, of liever naar Pa
rijs, dat centrum bij uitstek, waarheen aller
verlangen uitgaat.
I De depreciatie van de Fransche munt
steekt wel zeer ongunstig af bij de herstelde
Duitsche munt, die het verklaarbaar maakt
dat overal de Duitschers zich wederom neste
len, waar de mark een verblijf billijker doet
zijn dan in het eigen land.
Italië wemelt op het oogenblik van Duit
schers. In Rome hadden zij verre de overhand
op andere vreemdelingen, en tal van zaken
waaronder zeer belangrijke waren in Duit
sche handen.
Zelfs in Parijs dringen zij wederom door,
hoewel minder talrijk door de hen in den weg
gelegde pasmoeilijkheden. De toegang is
allesbehalve vrij.
Duitschland is ook na den oorlog gebleken
het land waar orde en regelmaat heerschen,
discipline troef blijft, de organisatietalenten
van het Duitsche volk zijn zoo groot, dat
Zelfs binnenlandsche oneenigheid en buiten-
landsche moeilijkheden niet in staat zijn ge
weest het herstel tegen te houden.
Leeft men in Italië nog steeds op een
vulkaan, nauwelijks door Mussolini's dicta
torschap bedwongen, in Duitschland koestert
men slechts geringen angst meer voor het
Bolsjewistisch gevaar.
Die goede zijden van 't Duitsche karakter
hebben ook hun keerzijde. En al te duidelijk
blijkt dat de oorlog hen slechts weinig heeft
geleerd, dat een werkelijke afschuw van oor
log en militairisme nog verre van algemeen
is. Hoewel het leger tot minimum afmetin
gen is terug gebracht, de uniformen spaar
zaam zijn gezaaid op den openbaren weg,
blijft niettemin een militaire geest velen be
zielen. De bewondering althans voor een
gedisciplineerd leger en roemzuchtige krijgs
daden is er niet op verminderd. Het militaire
zit helaas,niet zoozeer den Zuid-Duitscher dan
wel den Noord-Duitscher in het bloed.
Men behoeft slechts eenige gymnastiek-
geesten mede te maken, de inhuldiging van
een gedenkteeken voor gevallen oorlogshelden
bij te wonen, de Duitsche jongelingschap bij
een of andere heugelijke gebeurtenis in para
depas te zien optrekken, om achter deze
ongewapende jeugd een krachtig gevormde
legerschaar voor de toekomst te vermoeden.
En niet zonder angst denkt men daarbij aan
de komende tijden, indien niet de ontwape-
üingsleuze over geheel de wereld werkelijk
heid wordt en de thans nog geldende verbods
bepalingen overeenkomstig het verdrag
van Versailles eens tot het verleden zullen
behooren.
Indien één land noodwendig tot den Vol
kenbond zal moeten toetreden, is het onge
twijfeld Duitschland, al is ons vertrouwen
in dit instituut om den wereldvrede te be
waren, niet bijster groot.
Wij meenden dat in de studentenwereld de
onderlinge vechtpartijen met den oorlog, een
einde hadden genomen. Dat men eindelijk
de dwaasheid was gaan inzien van die ge
wilde verminkingen. Het verblijf in eeq, der
grootste studentensteden heeft ons deze illu
sie benomen. Nog altjjd wordt de sabel ge
zwaaid, nog altijd wordt een snede over het
gelaat, door een handigen kapper wat aan
gedikt, als éen eereteeken van moed en durf
beschouwd.
Voegen wij er aanstonds bij, dat van ka
tholieke zijde heftig tegen deze gedragingen
van onmenschelijke wreedheid wordt opge
treden en dat ook de katholieke studenten
zich veelal van dergelijke minderwaardige
heldhaftigheden onthouden.
Deze bloedige gewoonte elkanders krach
ten te meten, om de meest onbeduidende
voorvallen de wapens te trekken, zelfs on
der vrienden, gedwongen te worden door de
vereenigingen waarvan men lid is elkander
toe te takelen, moge al geen directe uiting zijn
van militaire gevoelens,het valt niet te ontken
nen dat zij, naast het sportief karakter haar
door sommigen toegeschreven, getuigt van een
onmaatschappelijke ruwheid, die in oorlog
voeren het hoogtepunt vindt.
Treft men over het algemeen een opbloei
aan in het dagehj ksche leven, de kunst en
de kunstenaars hebben het nog zwaar te
verantwoorden. En de mannen der weten
schap deelen dit lot.
De opera- en tooneelgezelschappen, voor
heen reeds in het gedrang door de bioscoop,
gaan gebukt onder zware zorgen en hun
samenstelling getuigt op menige plaats van
de financieele moeilijkheden, waarmede zij
te kampen hebben. Het repertoire vraagt
noodig om herziening,maar het geld ont
breekt voor een nieuwe ensceneering. Bit
ter weinig nieuws wordt er gebracht en de
salarissen zijn ver beneden peil. De steun
eertijds door vorstelijke personen verleend,
ontbreekt thans geheel en de staat is niet
bij machte de noodige subsidies te verke
nen. Doch wie de energie der Duitschers
kent, hun oprechte kunstliefde en vooral hun
verlangen op ieder gebied een eerste viool
te spelen, twijfelt er niet aan, of ook in het
rijk van kunst en wetenschap zullen betere
dagen aanbreken.
De woningnood is in Duitschland, even
als in alle andere landen zeer groot en het
bouwen van nieuwe huizen uiterst kostbaar
Maar toch rijzen op tal van plaatsen villa
parken uit den grond en blijkt dat de bouw
van moderne landhuizen belangrijke voort
schreden maakt. Ook hieraan kan Frankrijk
een voorbeeld nemen, waar men ondanks
een wereldtentoonstelling van decoratieve
kunst, vastgeroest blijft in een oude archi
tectuur, waarvan de schoonheid alles behalve
te bewonderen valt.
Hoe menigmaal hebben wij het in de laat
ste dagen niet hooren verzekeren, Duitsch
land is over het ergste heen, Duitschland
gaat wederom met snelle schreden vooruit.
Het zou nog spoediger zijn oude plaats
wederom innemen, indien niet onderlinge
politieke verdeeldheid belemmerend in den
weg stond.
Inderdaad de politieke partijtwisten zijn
op dit oogenblik voor Duitschland de groot
ste hinderpaal naast de drukkende oorlogs
lasten, recht op het doel der herleving af te
gaan.
Maar valt niet van Frankrijk hétzelfde te
zeggen? Is ook in Frankrijk niet de binnen
landsche politiek de hoofdoorzaak van een
steeds verder voortschrijdende achteruit
gang
In Duitschland althans kent men niet den
godsdienststrijd, die Frankrijk ten verderve
voert. Welk een verblijdend verschijnsel o.a.
te Freiburg in Br. de geestelijke orde te
zien weergekeerd, die daar sedert lange jaren
niet mochten verblijven.
In dit opzicht niet het minst zal Frankrijk
goed doen als overwinnaar zich aan den
veel geplaagden overwonnene Duitschland
te spiegelen.
Freiburg, 8 Juni 1925. Mr. P. v. S.
Naar men mededeelt, luidt de uitslag van
het referendum in den Bond van Nederiand-
sche Onderwijzers over de toelating van
hoofden tot dien bond als volgt: Voor toela
ting stemden 1252 onderwijzers, tegen 1267,
zoodat de hoofden van scholen geen lid kun
nen zijn van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers.
In verband met de thans bijna negen we
ken durende staking van de metselaars, op
perlieden en voegers te 's-Gravenhage, be
sloten de samenwerkende patroonsorganisa
ties in haar vergadering van Woensdagavond
waar ook een groot aantal ongeorganiseerde
patroons aanwezig was, op Maandag, 29 Juni
a.s. de uitsluiting te doen ingaan voor alle
vakgroepen, in het per 28 Febr. j.l. afgeloo-
pen landelijk collectief contract genoemd.
Het Belgische scheep
vaartcongres.
De „Dernière Heure" deelt mee, dat de
internationale commissie voor het scheep
vaartcongres, die gisterenmorgen te Brussel
bijeenkwam, [het programma vastst 1de van
het congres dat in 1926 te Caïro zal worden
gehouden.
In plaats van Helleputte, den overleden
president, werd VandeVyvere gekozen.
De Spaansche en Italiaansche afgevaardig
den vroegen om de quaestie der officieele
talen op de agenda van het congres te zetten
en dat hun talen ook als officieele talen zou
den beschouwd worden.
President Doumergue en
de buitenlandsche pers.
Maandagavond heeft president Doumergue
aangezeten aan het jaarlij ksche feestmaal
van de „Association syndicale de la Presse
étrangère." Met hem zaten verschillende
vreemde diplomaten o.a. de Nederlandsche
gezant, jhr. Loudon, aan.
De president zeide in een tafelrede er
zeker van te zijn, dat de buitenlandsche
journalisten trachten om hun meening over
Frankrijk, de sympathie, die zij voor het
land gevoelen, te doen deelen door hun land-
genooten en dat zij dezen op hun hoede zul
len doen zijn voor de kwaadwillige vooroor-
deelen, welke men tegen het land zou kunnen
koesteren. Door zoo te handelen, aldus de
heer Doumergue, dient gij de zaak van den
vrede. Gij zijt ongetwijfeld, als gij politieke,
economische of sociale feiten verklaart, en
commentarieert, gehouden de waarheid te
Zeggen. Maar het is juist de waarheid, die
wij u vragen te verkondigen om dat het be
lang van Frankrijk is goed bekend te zijn
aldus zal het worden bemind.
Uit het Engelsche Lager
huis.
In het Lagerhuis werd Maandag met 2
tegen 135 stemmen het amendement der
Labour-partij op het financieele ontwerp,
strekkende om de rechten op suiker af te
schaffen, verworpen.
De Volkenbondscontrole.
De „Neue Freie Presse" beweert, dat de
mogelijkheid van een beëindiging van de
Volkenbondscontröle over Oostenrijk tegen
het einde van dit jaar grooter is geworden
na de besprekingen te Genève. En dat in elk
geval in September hierover de Genève zal
worden gesproken.
De controle op de ponden blijft echter in
elk geval bestaan tot aan den termijn- van
terugbetaling der volkenbondsleening.
Een bezoek van de Fran
sche en Belgische vakver-
eenigingsbestuurders aan
Moskou.
Een achttal bestuurders van Fransche
en Belgische- vakvereenigingen, aange
sloten bij het Internationaal Vakverbond,
Zijn te Moskou aangekomen op uitnoodiging
van de Russische vakvereenigingen, om in
lichtingen in te winnen nopens den toestand
der Unie van Sovjetrepublieken- De dele
gatie heeft geenerlei officieel karakter.
Het conflict tusschen Ita
lië en Afghanistan.
De Italiaansche regeering heeft in ver
band met het conflict met Afghanistan over
de terechtstelling van den Italiaanschen in
genieur Piperno, een stoomschip met lading
voor de Afghaansche regeering in beslag ge
nomen als onderpand voor de Italiaansche
eischen inzake schadeloosstelling.
C. R. DAS t-
Het overlijden van C. R. Das, den leider
der Indische Swarajisten, dat gisteren tele-
grapisch werd gemeld, komt wel op een kri
tiek oogenblik in de Indische politieke con
stellatie.
Lord Reading, de onderkoning van Indië
vertoeft in Engeland, tot het plegen van
overleg met den minister van Indië nopens
de politieke gedragslijn, in de naaste toe
komst in Indië te volgen. Aangenomen werd,
dat de kern van dit overleg de politieke her
vormingen betrof, die in 1919 in Indië zijn
ingevoerd en waaromtrent onder de groote
meerderheid der Ind. Nationaliteit groote
ontevredenheid heerscht, omdat deze hervor
mingen naar hun meening niet ver genoeg
gingen.
Aanvankelijk waren er onder de nationa
listen het gematigd deel hunner niet mede-
gerekend twee stroomingen, die voor de
geregelde politieke ontwikkeling des lands
even gevaarlijk waren, die van Gkhandi, die
zich afzijc'i: wilde houden van alle deelne
ming aan den wetgevenden arbeid en het
volk buiten de wetgevende lichamen tot een
onweerstaanbare macht wilde organiseeren,
die van Das, die deelneming voorstond uit
sluitend tot het plegen van politieke sabotage
om aldus de functioneering dezer lichamen
en de onafhankelijkheid van Indië te ver
krijgen.
Das, als advocaat; begiftigd met groote ora
torische talenten, slaagde er in, zijn opvat
ting te doen zegevieren en Ghandi als on-
practisch politicus naar den achtergrond te
dringen doch toen hij stond voor de uitvoe
ring en de consequenties van zijn politiek,
bleek het, dat hij onder bepaalde voorwaar
den tenslotte toch bereid was, met de In
dische regeering loyaal samen te werken
Hij verklaarde namelijk, en verdedigde in
zijn partij-organisaties het standpunt, het
welk hij na harden strijd aangenomen zag;
dat Indië bereid was, deel uit te maken van
het Britsche gemeenebest onder beding dat
Indië in staat werd gesteld, zijn eigen leven
te leven zonder overheersching van buitenaf.
Groot gewicht werd in verband met een
en ander dan ook gehecht aan het plan van
Das om met voorkennis en goedkeuring der
Engelsche regeering naar Engeland te gaan
om met den Indischen onderkoning en den
minister van Indië overleg te plegen over de
toekomst van Indië. De verwachting was
niet ongegrond, dat hij, dank zij zijn takt,
de Engelsche regeering zou kunnen bewegen,
een belangrijken stap te zetten op den weg,
dien de nationalisten in de naaste toekomst
verlangden te gaan.
Met het overlijden van Das verdwijnt een
figuur, die een groot overwicht had op de
niet onbeduidende extremistische elementen,
die nog altijd sabotage en terrorisme voor
staan en daarvan in Bengalen een poos ge
leden nog deden blijken. Das had zich juist
bereid verklaard, aan dit terrorisme voor
goed het zwijgen op te leggen, mits de re
geering ook met daden van onderdrukking
zeer voorzichtig wilde zijn. Nu hij van het
politieke tooneel verdwijnt, mag men zich
met bezorgdheid afvragen, of er wel een fi
guur te vinden is, die, bekleed met eenzelfde
gezag en tact, Das' arbeid zal kunnen voort
zetten en de extremistische elementen in
toom houden.
De onmiddellijke oorzaak van den plotse-
lingen dood van Das, den leider der nationa
listen, was een hartverlamming, die het ge
volg was van een lichamelijke verzwakking,
die intrad na een aanval van koorts Zondag jl.
De pers betreurt Das' plotseling verschei
den en prijst zijn vurige vaderlandsliefde.
De gouverneurs van Aus
tralië.
De Arbeiderspremiers van Queensland,
Tasmanië, Zuid-Australië en de waarnemend
premier van West-Australië besloten, de rijks-
regeering te verzoeken voortaan Australiërs
als gouverneurs te benoemen.
De onlusten in Nieuw-
Schotland.
De ongeregeldheden in de kolenmijnen
van Cape Breton duren voort. Ondanks de
tegenwoordigheid van meer dan 700 man
troepen in het stakingsgebied, zijn de brand
stichters druk in actie. Gisternacht zijn een
aantal gebouwen bij Sydney door brand ver
nield, o.a. het kruitmagazijn van een der mij
nen.
De Chineesche troebelen.
De Fransche bladen melden dat de pant
serkruiser „Jules-Michelet" in verband met
de gebeurtenissen in China, op weg is naar
Sjanghai.
De verwachte demonstraties tegen de
vreemdelingen te Kanton hebben niet plaats
gehad, terwijl de staking in Sjameen, 't Euro-
peesche kwartier, is uitgesteld, doch verno
men wordt, dat er definitief toe besloten is.
De autoriteiten beweren, dat zij. na de
overwinning op de huurlingen uit Yoenman
veertienduizend hunner hebben ontwapend.
Gemeld wordt, dat de bolsjewistische or
ganisatie, die het bewind voert en waartoe
de zg. christengeneraal behoort, besloten
heeft tot de afschaffing van de functie van
civiel-gouverneur en het leggen van de re
geering in de handen van een „commissie
van Zeven."
Vele bestaande belastingen zijn afgeschaft.
Alle speelhuizen worden gesloten. De wetten
tegen den opium worden doorgevoerd.
Naar uit Peking wordt gemeld rukt Tsjang
Tso Lin met 13.000 man naar Peking op.
EEN GOOCHELTOER.
De vertegenwoordiger te Parijs van een
firma in paarlen te Bombay is het slachtoffer
[geworden van een behendig oplichter, die
kans heeft gezien hem voor een waarde van
ruim 600.000 francs aan paarlen te ontfutse
len. Een Russisch makelaar had hem in
kennis gebracht met een klant, een Ameri
kaan, die voorgaf Benjamin Silver te heeten,
en zijn keus liet vallen op een partij paarlen
van de boven aangegeven waarde. De kost
bare waar werd in een enveloppe gedaan,
echter op verzoek van den kooper niet in een
enveloppe van de firma maar een van hem
zelf. Zelf lakte hij de enveloppe dicht, plaat
ste er zijn zegel op en legde haar ook zelf in
de brandkast van den vertegenwoordiger
der firma uit Bombay. Den volgenden dag
zou hij komen betalen en *ijn aankoop mee
nemen.
Maar de volgende dag blééf de volgende
dag en „mr. Silver from New York" ver
scheen niet. Ongerust geworden haalde de
verkooper de enveloppe uit zijn brandkast
opende haar en constateerde dat zij slechts
een collier bevatte ter waarde van nog geen
60 francs De Amerikaan heeft blijkbaar
kans gezien om in tegenwoordigheid van zijn
slachtoffer en nog twee personen de envelop
pe te verwisselen voor een andere. In het
door hem opgegeven hotel tie ik hij onbe
kend te zijn.
EEN VIERVOUDIGE MOORD.
Te Willesden Green, een plaatsje onder
den rook van Londen, heeft zich Maandag
nacht in alle stilte een tragedie atgespeeid, me
aan vier menschen het leven heeft gekostj
Een gezagvoerder, genaamd William Mistun
die door de scheepvaartmaatschappij, waar-|
bij hij in dienst was, was ontslagen nadat hij
met zijn schip een ongeluk had gehad, was
daarvan zoo sterk onder den indruk geko
men, dat zijn geestvermogens werden aan
getast. Maandagnacht nu heeft hij als gevolg
daarvan zijn vrouw en zijn dochter van veer
tien en zijn zoon van elf jaar met revolver
schoten in den slaap van het leven beroofd
en daarna zichzelf doodgeschoten. Ook zijn
hond heeft hij hetzelfde lot doen deelen. Hel
geval is te tragischer, omdat de verhouding
in de familie uitmuntend was en Miskin nog
een groot deposito op de bank had.
EEN INVAL IN DE MISDADIGERS
WERELD TE CHICAGO.
De politie te Chicago heeft Zondag ter
getale van niet minder dan zes duizend man
een inval gedaan in de holen, waar de mis
dadigers verblijf plegen te houden, en twee
honderd van deze heeren geknipt plus 300C
kogels een groot aantal revolvers 1500 gal
lons alcohol en verscheidene vaten wijn.
De politie had alle reden om eens oprui
ming te houden. In de afgeloopen week toch
werden vijf politieagenten gedood en twee
zwaar gewond in gevechten met smokkel
benden.
Het kabinet is als volgt samengesteld:
Poullet (katholiek) premier en economi
sche zaken;
Vandervelde (socialist) buitenlandsche' za
ken;
Rolin Jacquemyns (liberale neigingen) bin
nenlandsche zakeri;
Kamiel Huysmans (socialist) kunsten en
wetenschappen;
Tschoffen (katholiek) justitie;
Albert Janssens (katholiek) financiën;
Generaal Kestens (liberale neigingen) na
tionale verdediging;
Anseele (sosialist) spoorwegen;
Laboulle (socialist) openbare werken;
Van de Vyvere (katholiek) landbouw;
Wauters (Socialist) industrie en arbeid;
Carton (katholiek) koioniën.
Ofschoon het twee en een halve maand
geduurd heeft alvorens men er in is ge
slaagd een ministerie samen te stellen, kan
van het kabinet-Poullet aanstonds gezegd
worden, dat het een sterk kabinet is, al
thans wat de personen betreft, die er zit
ting in hebben. Zelden maakten zulk een
groot aantal mannen van beteekenis deel uit
van éénzelfde regeering.
Het wetsontwerp betreffende de amnes
tie is gereed. Het ontwerp zal ook aan de
nog niet veroordeelde beklaagden in dt
Kapp-putsch ten goede komen. In den Rijks
raad zullen besprekingen gehouden worden
over gemeenschappelijke stappen, die de
verschillende landen in verband met de am
nestie zullen nemen.
De conferentie inzake den wapenhandel
is gisteren gesloten. Achttien staten onder
teekenden reeds de conventie en zeven-en-
twintig het protokol over het verbod be
treffende den chemischen en bacteriologi-
schen oorlog. Nederland onderteekende dit
protokol, doch de conventie nog niet.
Amerika, Engeland, Italië en Japan onder
teekenden alles, terwijl Frankrijk de con
ventie onderteekende en ook het protokol
inzake den chemischen oorlog onderteeke
nen zal, zoodra de afwezige Paul Boncour
persoonlijk daartoe in staat is.
In de bekende Bulgaarsche kopergroev»
Blakalnitza, 100 km. ten noorden van Sofii
heeft een ernstige ontploffing plaats ge
had, waardoor alle toegangen tot de groe
ve werden dicht geworpen. Er zijn 27 mijn
werkers in de groeve, die naar men aan
neemt, allen verloren zijn.
De Fransche vertegenwoordigers voor de
conferentie over Marokko zijn gisteren te
Madrid aangekomen.
Volgens Japansche berichten hebben 4000
arbeiders, behoorende tot de spoorweg-
werkplaatsen van de lijn PekingMoekden
te Tongshan het werk neergelegd, na dc
studenten-demonstraties.
De „Chicago Tribune" beweert, dat
Tsjang Tso Lin's opmarsch naar Peking zijn
aanleiding vindt in een verzoek van den
Japanschen gezant, die vreest dat Feng's
troepen zich bij de studentenbeweging zul
len aansluiten, de regeeringsgebouwen be
stormen, een regeering van commissarissen
instellen en de legatiewijk zullen binnen
dringen. Op verscheidene gezantschappen
heersche een uitgesproken zenuwachtige
stemming, doch de correspondent kan geen
enkel communistisch gevaar te Peking ont
dekken.
Uit Peking wordt gemeld, dat het corps
diplomatique heden bijeenkwam en beslo
ten heeft een nota aan de Chineesche re
geering voor te bereiden, waarin er op ge
wezen wordt dat in verschillende plaatsen
de onrust nog voortduurt en waarin de na
druk wordt gelegd op de groote verant
woordelijkheid welke op de centrale regee
ring rust ten aanzien van personen en ei
gendom der vreemdelingen.
Reuter verneemt dat er geen sprake ii
van eenige gemeenschappelijke actie der mo
gendheden ir. China, daar zij allen een po
litiek van non-interventie en die der Open
Deur volgen.
Een actie tegen den minister.
In de vergadering van den gemeenteraad
van Naarden werd een schrijven behandeld
van den minister van Waterstaat, waarbij
deze mededeelde, dat het rijwielpad langs
den straatweg AmsterdamHet Gooi be-
klinkerd zal worden, aldus meldt men aan
de „Tel." Deze maatregel werd door de
raadsleden zeer gevaarlijk geacht, omdat
de automobilisten nu nog veel meer op het
fietspad zullen gaan rijden, waardoor het
gevaar voor de wielrijders nog grooter
wordt. De heer Groenhart stelde voor, den
minister op hef gevaar van dezen maatre
gel te wijzen. De heer v. Raaijen vond de
bestrating veel duurder dan de aanleg van
een nieuw pad aan de overzijde van den
weg. Hij wenschte nog eens een bespreking
met verschillende autoriteiten over dit
vraagstuk. Wethouder Smits wilde een actie
beginnen in samenwerking met den A. N.
W. B. en de K. N. A. C„ ten einde een
grintpal voor de wielrijders te verkrijgen.
Besloten werd om met deze beide licha
men om advies te vragen.
De heer v. Dalen wees er nog op, dat men
heel spoedig met de actie moet beginnen,
want men is reeds bezig met de bestrating.
Naar het Corr. Bur. verneemt, heeft de
minister van Onderwijs, K. en W. benoemd
tot chef van de afd. Kunsten en Weten
schappen van zijn departement, als opvolger
van wijlen mr. Duparc, den heer P. Visser,
tot nu toe waarnemend chef dier afdeeling.
Door het Tweede Kamerlid, den heer Su-
ring zijn aan den minister van Onderwijs.
K. en W. de volgende schriftelijke vragen
gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat er meer
dere op 31 December 1924 gehuwde en met
hen gelijkgestelde leeraren zijn bij het mid
delbaar en voorbereidend hooger onderwijs,
wien ingevolge artikel 27 van het bezoldi-
gingsbesluit 1925 en zoodanige persoonlijke
toelage is toegekend, dat hun inkomen over
1925 minder bedraagt dan 90 pCt. hunner
jaarwedde volgens het bezoldigingsbesluit
1920, zooals dit bedrag voor hen op 1 Oc
tober 1924 voor hen was bepaald!
2. Is de minister niet van oordeel, dat dit
niet in overeenstemming is met de uitdruk
kelijke verklaring van Regeeringzijde -dai
voor gehuwde ambtenaren gedurende 1925
dc toestand van October 1924, voor wat be
treft het uil te keeren gehandhaafd.
3. Is de minister bereid, maatregelen te
treffen, waardoor ook aan de in vraag 1 be
doelde leeraren in 1925 een inkomen zal
worden verzekerd, overeenkomende met he(
bedrag, dat door hen aan salaris op 1 Oc
tober werd genoten.
49.
De heer de Roquépine vroeg haar weer,
of ze dat vast had beloofd.
En daarop antwoordde Suzanne weer,
dat ze door eene belofte was gebonden.
Die kleine leugen viel haar zwaar.
Maar ze zag geen anderen uitweg.
En om die onwaarheid zoo kort mogelijk
te laten duren, besloot ze nog denzelfden
avond aan Arabella te schrijven, dat ze
haar aanbod aannam."
1 Suzanne's antwoord was voor den heer
de Roquépine een groote teleurstelling,
„Dien Engelschen zijn ons toch altijd de
baas," zoo antwoordde hij. „In alle dingen
zijn zij ons voor."
Suzanne had een gevoel, alsof ze door
Ihare weigering zich schuldig had gemaakt
aan gebrek aan vaderlandsliefde, en ze ge
voelde zich treurig daarover gestemd.
De heer de Roquépine antwoordde nu,
idat hij niet mer op zijn verzoek zou terug
komen.
Eigenlijk had Suzanne gewenscht, dat hij
er wel op was teruggekomen, maar toch
schold ze zichzelve erover uit, omdat ze
«ichzelv-e niet galijk bleei.
De heer de Roquépine ging zich nu weer
met zijn andere gasten bezig houden.
Maar Marie Thérèse riep Suzanne.
En zóó was ze wel genoodzaakt, zich
naar het tafeltje te begeven, waar de koffie
werd gereed gemaakt.
In het voorbijgaan raakte ze den arm van
prins Alberto Gottifreddi aan.
Die aanraking zou haar tenminste be
spaard blijven, als ze zich in Tirol bij hare
vriendin Arabella bevond.
Het vooruitzicht van dit rustig verblijf in
die versterkende frissche berglucht werkte
verkwikkend op haar gemoed, en gaf haar
de gewone veerkracht weer terug.
„En wat zijn nu uwe plannen yo°r den
aanstaanden zomer, donna Flavia? zoo
vroeg op hetzelfde oogenblik de heer de
Roquépine.
„Ik blijf te Rome," antwoordde ze kortaf
Allen protesteerden.
Dat was immers niet ernstig gemeend!
Dat was immers onzinnig! Waarom zou don
na Flavia zich vrijwillig in zulk een
gloeienden oven begraven!
Maar donna Flavia verdedigde Rome.
Ze antwoordde, dat de avonden en de
nachten daar ook in den zomer heerlijk
frisch waren.
En om verder alle tegenspraak af te snij
den, die ze voorzag, dat al te lang zou wor
den, besloot ze verder:
„Bovendien of het mij nu aangenaam of
onaangenaam is, ik ben üe<lwo»-den te Rome
te blij ven."
Die stellige verklaring had een kleine ont
stemming tengevolge.
Iedereen dacht, dat Donna Flavia zich
dien avond weer bijzonder zenuwachtig ge
voelde.
Alleen Suzanne bemerkte de uitdrukking
van groot zielelijden, die op haar gelaat te
lezen stond.
En dadelijk maakte ze zichzelve er een
verwijt van dat ze Rome wilde verlaten om
ook zelve wat licht en vroolijkheid te ge
nieten, dat zij wilde vërtrekken en hare
vriendin alleen te Rome in haar doodeiijken
angst wilde laten.
Maar tegelijk kwam de vurige wensen bij
haar op, Donna Flavia ,van hare angst te
bevrijden.
De dwaze eigenzinnigheid der trotsche Ro-
mcinsche jonge vrouw mocht het medelijden
met haar ongeluk niet in den weg staan!
Maar hoe moest ze in deze omstandighe
den handelen? Welken weg moest ze in
slaan? Zou ze regelrecht aan het door Sarno
opgegeven adres schrijven?
Neen, dat zou niet doeltreffend zijn.
Prospero Sinibaldi kende haar niet Mis
schien had hij zelfs nooit haar naam ge
hoord, en waarschijnlijk zou hij aan die
waarschuwing van een hem volkomen onbe
kend persoon niet de geringste waarde hech
ten. De raad, die ze Donna Flavia gegeven
had, was de eenige practische geweest: don
Alberto in den arm te nemen.
Maar hoe zou zijne medewerking te win
nen zijn? Nu de belanghebbende persoon
weigerde, hem om zijn medewerking te vra
gen, wie moest het dan doen?
Wel fluisterde een inwendige stem Suzan
ne toe, dat zij de daartoe aangewezen per
soon was, maar ze wilde die stem onder
drukken.
Toch deed die stem zich nog duide.ijk
hooren. En bij dien inwendigen tweestrijd
en besluiteloosheid had ze zich, zonder zich
daarvan bewqst te zijn, van de anderen af
gezonderd.
„Naar welk tooverland zijn uw gedachten
afgedwaald," hoorde ze opeens Marie Thè-
rése lachend uitroepen. m
„Neem me niet kwalijk, ik dacht
„Waaraan dacht ge?"
De onmogelijkheid, om Marie Thèrése een
antwoord ojp die vraag te geven, bracht Su
zanne in verwarring.
En toen ze zich afwendde, om de door
dringende blikken van Marie Thèrése te
ontgaan, ontmoette ze de oogen van don Al
berto, die een lachende, eenigszins «potten
de, maar toch geen boosaardige uitdrukking
hadden.
Zóó was de uitdrukking van zijn oogen ge
weest, foen ze hem vroeger gekend 'nad, in
het atelier van haar vader.
De inwendige stem liet zich weer hooren:
„Neen, gij moogt uwe vriendin niet prijs
geven aan het ongeluk, waaraan zij zich
door eigen lichtzinnigheid blootstelt! Leg
uw trots, uw wrok het zwijgen op, en dwing
hem, die u zooveel leed heeft aangedaan,
ook eens een goede cLnd te verricht*»-"
Zou dat de stem van haar geweten zijn?
Ja, ze kreeg de overtuiging, dat het haar
plicht was, aan die stem gehoor te geven.
En daarom vond ze het beter, het maar
dadelijk te doen. Inplaats van het hoofd af
te wenden, zag ze don Alberto recht in het
gelaat, en gaf hem zelfs een wenk, haar naar
de deur van het balcon te volgen.
Don Alberto toonde, dat hij haar begrepen
had.
Nadat ze even bij de zuster van den heer
de Roquépine had verwijld, om de kussens
op hare sofa recht te leggen, nam ze, alsof
zé in gedachten verzonken was, een boek
van de tafel, en toen ging ze met langzame
schreden naar het balcon.
Op dén drempel bleef ze even staan, alsof
ze aarzelde, en toen ging ze langzaam voor
uit, en boog zich over de balustrade, maar
zonder een oog te hebben voor het betoo-
verend schoone tafereel, dat zich in het hel
dere maanlicht voor haar ten toon spreidde.
„De maneschijn schijnt mij beslist gunstig
te zijn. Herinnert ge u nog dien avond in het
Coliseum?"
Het was de stem van Alberto Gottifreddi,
die haar al gevolgd was.
Door den half vleienden, half vertrouwe
lijk brutalen toon, waarop hij die woorden
uitsprak, scheen hij haar duidelijk zijne min
achting te willen toonen.
Maar ze stond hem niet toe, op denzelfden
toon voort te gaan. Ze viel hem kortaf in.
de rede, door hem met duidelijke, vlugge)
woorden p>ede te deelen. wat ze omtrent 4
Prospero Sinibaldi had vernomen, en ze
voegde erbij, dat Donna Flavia vast besloten
was, om wanneer deze nieuwe schande haar
zou treffen, liever te sterven dan iemand
met deze zaak lastig te vallen.
„Ik heb haar aangeraden, zich tot u te
wenden," zoo vervolgde Suzanne, „maar ze
wilde dat niet doen. En nu wordt ze dage
lijks bleeker en magerder. Zij vervalt op
onrustbarende wijze. Hebt u dat ook niet
opgemerkt?
„Wie zou dat niet opmerken?" antwoord
de Alberto. „Maar ik heb die verandering
toegeschreven aan haar treurig leven zon
der liefde, en ik heb dat al lang bemerkt,
vóór het bericht, waarover u mij daar juist
hebt gesproken.... Arme Flavia!"
„Vooral vanavond heb ik met schrik be
merkt. hoe zij eruit ziel," vervolgde Suzan
ne. „Ze zal sterven, dat zeg ik u vooruit,
wanneer er een nieuw schandaal gebeurt.
Ik heb het als lafhartig beschouwd, haar aan
haar lot over te laten, zonder tenminste ietr
tot hare redding te beproeven. En gij zijt dc
eenige, die in deze zaak iets zoudt kunnen
ondernemen."
„Gij houdt mij dus toch nog in staat, een
goede daad te verrichten!"
Op bitteren toon had don Alberto die
woorden gesproken* v
LWaoU- \yrrvcd£dj