STADSNIEUWS
GEMEENTERAAD VAN HAARLEM.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Derde blad. Donderdag 18 Juni 1925
De verbouw van het politiebureau. De uitvoering van openbare werken
aan „Buitenrust. De asphalteeringsvoorstellen aangenomen. De ver
plaatsing van de R.-K. Huishoudschool. Het voorstel betreffende den
woningbouw aangehouden. De benoeming van een heelkundige aan
het Groote Gasthuis; becritiseerd wordt het feit, dat geen voordracht
van meerdere personen is ingediend. Het geschil tusschen de H. O. V.
en B. en W>; de raad spreekt zich uit, dat de H. O. V. het concert op de
aroote Markt moet geven; de commissie van toezicht zal de zaak nader
onder de oogen zien.
De school aan de Ged.
Voldersgracht en de R. K
deW
(Vervolg.)
Vaststelling kohier.
B. en W. stellen voor, het le suppl. kohier
van de belasting op het bedrijf dezer gemeente
belastingjaar 1925, vast te stellen tot een
bedrag van f 1789.
De heer JOOSTEN zou de vaststelling
van het kohier willen aanhouden, tot de
kwestie, of de courantenbezorgers onder de
verordening vallen, onderzocht is.
Wethouder SLINGENBERG merkt op,
dat de mogelijkheid bestaat, den uitgevers der
couranten ten dezen opzichte vrijstelling te
verleenen van de belasting. Echter zal dit
over 1924 toch niet kunnen, nu in hoogste
instantie uitgemaakt is, dat de couranten
bezorgers onder de belasting vallen. Men kan
de kwestie onder de oogen zien en dan zou de
raad aan het eventueel vrijstelling verleenen
terugwerkende kracht verleenen.
De heer JOOSTEN zou juist om die reden
het kohier nog niet vast willen stellen, doch
wil daaraan niet vasthouden, hoewel het
hem spijt, dat B. en W. niet tegelijk met prae-
advies over deze zaak zijn gekomen.
Het hier wordt vastgesteld.
Exploitatie volksdouche-
badhuizen.
B. en W. stellen voor, goed te keuren de
tekening en verantwoording over, 1924 van
het le, 2e, 3e en 4e douchebadhuis en de bij
dragen te bepalen op f 2.666,67, f 235,43 en
een extra bijdrage in het tekort over 1924 van
het le en 2e badhuis te verleenen ad f 3.224,09.
De heer CASTRICUM acht deze zaak
te gemoedelijk opgevat. Die tekorten moeten
verdwijnen en daartoe zal bezuinigd moeten
worden.
De heer KLEIN vindt het ook vreemd, dat
tusschentijds een extra bijdrage verleend moet
worden. Deze zaak vraagt veel geld en is
een gemeenschapszaak. Spr. zou daarom wen-
;chen, dat in het béstuur van het Witte Kruis
een of meer raadsleden zouden kunnen zit
ting nemen.
De heer GROENENDAAL merkt op, dat
dit indertijd toegezegd is, en vraagt naar het
resultaat daarvan.
Mevr. VAN LOOIJ vraagt, op Woensdag
het badhi s n den Koudenhorn open te stel
len tot 10 uur 's avonds en 's Zaterdags tot
9 uur 's avonds.
Wethouder SLINGENBERG onder
schrijft ook de wenschelijkheid, deze rekening
in de Financieele Commissie te brengen. Door
een misverstand is dit thans niet gebeurd,
hoewel opdracht daartoe gegeven was. Men
heeft de Financieele Commissie niet willen
passeeren.
Het opnemen van raadsleden in het bestuur
van het Witte Kruis zal, naar spr. hoopt, zoo
spoedig mogelijk geregeld kunnen worden.
Thans zal op spoed aangedrongen worden
bij het bestuur van het Witte Krjjis.
Wat. de opmerking Vhn mevr. Van Looij
betreft, spr. gelooft, dat het sluitingsuur van
iet badhuis aan den Koudenhorn niet ver
vroegd wordt op Zaterdagavond. Dit kan
aog nader onderzocht worden.
De VOORZITTER deelt mede, dat reeds
maanden geleden een onderhoud heeft plaats
gehad met den voorzitter van het Witte
Kruis, doch nog steeds is geen antwoord in
gekomen.
Het voorstel van B. en W. wordt 'goedge-
'.urd.
Inrichting gymnastiek
zaal.
B. en W. stellen voor, medewerking te ver
leenen tot de aanschaffing van gymnastiek-
werktuigen in de bijzondere school voor ge
woon lager onderwijs aan de Bakenesser-
gracht 81 én daarvoor beschikbaar te stellen
1664.—.
Goedgekeurd.
Heffing schoolgeld.
B. en W. bieden ter vaststelling aan ver
ordeningen tot heffing en tot invordering
ran schoolgeld op de gemeentelijke scholen
voor voorbereidend lager onderwijs te Haar
lem. Zij merken op dat het bedrag van het te
heffen schoolgeld gelijk is aan dat voor de
scholen van gewoon lager onderwijs
De heer KEESEN meent, dat bij deze
schoolgeldregeling meer rekening had moeten
worden gehouden met de groote gezinnen.
Bij een inkomen van f 1800 met één kind
moet f 7. betaald worden en bij 800 tot
f 1000 met 5 kinderen f 13. Spr. becijfert,
dat de gezinnen voor gas, electriciteit, school
geld, enz. f 4 a f 5 per week moeten betalen.
Dat is z.i. te veel. Spr. stelt voor, de helft
vast te stellen van het door B. en W. vast
gestelde tarief.
Wethouder BRUCH zegt, dat reeds pro
gressie in het voorstel ligt. Voor het L. O.
is door den Minister zgn. dubbele progessie
verboden. Voor het voorbereidend L. O. moet
dit ook niet ingevoerd worden, daar dit niét
juist zou zijn, omdat het onverplicht onder
wijs is.
Van het belastbaar inkomen wordt f800.
afgetrokken.
De heer KEESEN merkt op, dat iemand,
die geen f 800 verdient, geen belasting be
taalt, doch verder is géén aftrek toegestaan.
De heer MIEZERUS zegt, dat er geen
aftrek is, doch dat deze verdisconteerd is
in de percentages.
Er blijkt eenig verschil van meening té
bestaan omtrent den al- of niet aftrek voor
levensonderhoud bij de rijksinkomstenbe
lasting.
De heer JOOSTEN acht het een moeilijke
kwestie, een andere regeling te treffen dan
voor het L. O. Er is geen enkele reden daar
toe.
Wethouder BRUCH onderschrijft dit ten
volle en wijst er nogmaals op, dat dit onder
wijs onverplicht is. Afgetrokken moet wor-
len de f 800 volgens de verordening. Daarbij
Komt de kinderaftrek Spr. wil zich alleen tot
de vraag beperken, welke reden er is tot an
dere regeling van de heffing van schoolgeld
voor het voorbereidend L. O. Daar is geen
ïnk'ele reden toe.
De heer KEESEN wijst er «>p, dat juist
de groote gezinnen hun kinderen naar de
lewaarschool sturen. Als werkelijk de f 800
iftrek nog plaats vindt, zal spr. geen voor
stel tot verlaging indienen,
i De verordeningen worden vastgesteld.
Overplaatsing onderwijzeres.
B. en W. stellen voor, in hun handen ter
afdoening te stellen een verzoek van mej. G.
Ph. Charbon om overgeplaatst te "worden
van school 29 aan de Bakkerstraat naar school
9 aan de Tempelierstraat.
Goedgekeurd.
Onderhoud vaargeul.
B. en W. vragen machtiging, aan Gede
puteerde Staten van 'Noord-Holland te be
richten, dat geen bezwaar bestaat tegen de
voorloopig stilzwijgende verlenging van de
regeling, volgens welke de in 1883 door de
gemeente Haarlem gebaggerde geul in het
Noorder Buitenspaarne, door het Rijk, de
provincie Noord-Holland, het hoogheem
raadschap Rijnland en de gemeente Haar
lem wordt onderhouden, zulks onder voor
behoud, dat ieder der participanten bevoegd
zal zijn tot opzegging dier regeling op een
termijn van één jaar.
De machtiging wordt verleend.
Beheer en onderhoud brug.
B. en W. vragen machtiging, de vanwege
het Rijk gebouwde brug over de omgelegde
Heksloot te Spaarndam in beheer en onder
houd voor de gemeente Haarlem over te ne
men.
De machtiging wordt verleend.
Erfpacht grond.
B. en W. stellen voor, aan S. L. Blom er. j
Tj. de Vries in voortdurende erfpacht tc
geven 2111 M2 grond, gelegen aan de Leid-
schevaart, tegen een erfpachtscanon van
f 1.04 per TW? per jaar.
Goedgekeurd.
Verkoop grond.
B. en W. stellen voor aan G. G. Groene-
weg te verkoopen een gedeelte bouwgrond,
gelegen aan de op het terrein aan den Kinder
huissingel geprojecteerde straat, tegen den
prijs van f 17 per M2.
Goedgekeurd.
Verbouw Hoofdbureau
van Politie.
B. en W. stellen voor, om voor nog uit te
voeren wérken aan het Hoofdbureau van
Politie alsnog beschikbaar te stellen een be
drag van f 8950.
De heer PEPER wil geacht worden, tegen
gestemd te hebben.
De heer KLEIN vraagt, of ook de stoe
len, waar het yorig jaar over gesproken is,
onder het meubilair begrepen zijn. Spr. klaagt
verder over den slechten toestand van het
hulp-politiebureau aan de Houtpoort.
Wethouder REINALDA antwoordt, dat
reeds ontworpen is het plan tot bóuw van
een nieuwen politiepost aan het Leidsche-
plein.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
Openbare werken Buiten
rust.
B. en W. vragen een crediet van f 95.000
aan voor de kosten van bestratings- en rio-
leeringswerken op en in de gronden van het
voormalige buitenverblijf „Buitenrust", om
bouwblokken in exploitatie te brengen. Zij
deelen mede dat in verband met de daar ter
plaatse aanwezige noodwoningen, de ver
breeding van de Rustenburgerlaan voorloo
pig nog niet ter hand zal kunnen worden
genomen.
De heer KEESEN vraagt enkele inlich
tingen.
Wethouder REINALDA merkt op, dat
dé bestaande bestrating der Rustenburger
laan niet zal kunnen worden vernieuwd,
daar het hoogtepeil die? laan omhoog moet.
De noodwoningen daar moeten zoo spoedig
mogelijk verdwijnen.
Het crediet wordt aan B. en W. verleend.
Uitvoering asphalteering.
B. en W. stellen voor/voor het asphaltee
ren van de Kleine Houstraat, de straatge
deelten onder dé viaducten in den Kruisweg
en den Jansweg en het gedeelte van de Kruis
straat nabij de Krocht, beschikbaar te stellen
f66.000.
De heer PEPER meent, dat men zoo gauw
mogelijk de achterstand wil inhalen. Het is
echter erg, dat men alleen aan gegoede win
kelstraten en andere deftige straten gedacht
heeft. Geen een straat met een proletarisch
karakter wordt verbeterd. De Amsterdam
straat of Houtmarkt worden niet verbeterd,
ook de vesten niet. De Wilhelminastraat bijv.
heeft goede bestrating. Spr. meent dat Leid-
schestraat, Spaarnwouderstraat en Amster
damstraat eerst geasphalteerd moeten wor
den.
De heer GROENENDAAL meent, dat
hier wel wat voor te zeggen is, maar spr.
wijst ook op den Jansweg en Jansstraat, wel
ke eerst in 1928 geasphalteerd zal worden.
Spr. vraagt, hoe B. en W. den gevaarlij ken
toestand daar nog 2 jaar willen laten voort
duren.
De heer CASTRICUM wilde bij de be
grooting een voorstel Groenendaal tot ver
hooging van den post voor verbetering van
straten niet steunen, maar hij dringt er op
aan, dat ook de gewone straten spoedig zullen
volden.
De heer GERRITZ bespreekt de bestra
ting der Parklaan en vraagt zich af, waarom
men er de oude bestrating weer heeft gelegd.
De kosten daarvan acht spr. weggegooid
geld. Beter had men de bestrating definitief
kunnen regelen.
De heer DE BRAAL vraagt naar de plot
selinge staking der werkzaamheden aan den
Schotersingel.
Wethouder REINALDA meent, dat geen
onderscheid gemaakt moet worden tusschen
proletarische en niet-proletarische straten.
Het eerst moet de binnenstad geasphalteerd
worden. De achterstand bij de bestrating in
het centrum is groot en die bestrating is duur.
Het is heel goed mogelijk, dat een andere
wegorde voor de geheele asphalteering zal
gevolgd worden. Than6 kunnen echter ge
makkelijk de voorgestelde straten geasphal
teerd worden.
Spr. merkt op, dat het toegestane crediet
ad f 117.000 voor herstelling van straten niet
voldoende is er zal dan misschien
met een aanvrage tot een aanvullend crediet
komen.
Spr. beantwoordt de heeren De Braai en
Gerritz. Als men de Parklaan ook had willen
asphalteereii, had men er een betonbed moe
ten leggen. Men meende echter tot 1929 eerst
de winkelstraten te moeten asphalteeten en
herstrating van de Parklaan kon niet wachten.
Wat Jansweg en Jansstraat betreft, daar
omtrent moet de trammaatschappij nog een
beslissing nemen omtrent smal-of breedspoor.
De decisie moet echter spoedig komen en
het besluit moet de asphalteering overeen
komstig zijn.
Spr. is overtuigd, dat de Leidschestraat
een andere bestrating moet hebben en dit
zal nader overwogen worden. Mét de Amster
damstraat is dit anders, daar hier geen zwaar
verkeer is. De Spaarnwouderstraat zal de eer
ste jaren nog niet geasphalteerd worden.
De heer PEPER meent, dat eerst die stra
ten geasphalteerd moeten worden, welke
dit het meest noodig hebben. En niet moet
gekeken worden naar de winkelstraten.
De heer GROENENDAAL vraagt B en
W. het daarheen te willen leiden, dat de
Jansweg en Jansstraat in 1927 in plaats van
in 1928 worden geasphalteerd.
De heer GERRITSZ merkt op, dat de in
lichtingen, welke hij van den heer Reinalda
gekregen heeft, verschillen met die van wet
houder Reinalda. Spr. wijst op het zware
verkeer naar het industrieterrein aan de
Parklaan. De nieuwe bestrating daar heeft
nu reeds veel geleden.
Wethcuder REINALDA merkt op, dat,
welk systeem van asphaltbestrating men ook
op de Parklaan toegepast had, toCh een be
tonbed gelegd had moeten worden. Men heeft
de nieuwe bestrating uit den begrootings-
post willen bestrijden. Een proef zal nog ge
nomen worden met het leggen van een nieuw
soort bestrating over de bestaande kei- en
klinkerbestrating.
Het voorstel van B, en W. wordt dan goed
gekeurd en het-crediet verleend.
Aankoop motorboot.
B. en W. vragen machtiging tegen afstand
van de voor den gemeentelijken havendienst
niet meer bruikbaar motorvlet (voormalige
overzetschuit Koudenhorn), alsmede een
roeiboot, zgn. groot inspectie-roeiboot, voor
f 775 ten behoeve van dienst een motorbootje
-in te koopen.
Gocdg-keurd.
Huishoudschool.
B. en Wéstellen voor, in beginsel tot ver
huur van de voormalige school aan de Ge
dempte Voldersgracht aan het bestuur der
R. K. Industrie- en Huishoudschool te be
sluiten.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM
heeft 1V2 jaar geleden gepleit, het terrein
voor gemeentelijke doeleinden te bewaren
als bijv. voor een school voor zwakzinnigen,
bewaarschool of lagere huishoudschool voor
meisjes.
In beginsel is door den raad tot stichting van
laatstgen. school besloten. Een commissie
is daartoe ingesteld en deze acht het terrein
aan de Ged. Voldersgracht zeer geschikt.
Een idéé is aan de hand gedaan omtrent de
bestemming van het terrein. Spr. zou daarom
het verzoek der R. K. Huishoudschool wil
len aanhouden. Anders zouden de andere
plannen ook van de baan zijn. Overwogen
moet eerst worden, of aan terrein en gebouw
een andere bestemming kan worden gegeven.
Wethouder BRUCH merkt allereerst op
dat deze school aan de Ged. Voldersgracht
een lange geschiedenis heeft n herinnert
er aan, wat gezegd is bij het aanbod dier
school aan de neutrale schoolvereenigmg
„Den Hout". Sindsdien is de school be-
schouwd'als een, welke beter kan worden ge
sloopt, dan verbeterd. Ni:mand heeft voor
behoud dier school gepleit, behalve mej.
Berdenis van Berlekom.
Ook de Koningstraat-zusters zijn om die
school geweest, doch de fundamenten zijn te
licht. Nooit is er belangstelling voor die
school geweest, tot nu de R.K. Huishoud
school er om komt. Er is een spreekwoord
dat zegt „Als de bruid is aan den man, wil
iedereen er 'an"
Bij de installatie der betreffende commis
sie is ook niets gezegd, van andere menta
liteit blijkende dan in den Raad heerschte.
B. en W. zijn volkomen afgegaan op wat
steeds uit den Raad is gesuggereerd. Zij heb
ben zich gebaseerd op de ervaring van jaren.
Nooit maakte men aanspraak op de school
voor lager onderwijs. Spr. meent het moreel
onjuist, de verzoekers teleur te stellen.
B. en W. zijn diligent betreffende de on-
derwijs-instellingen, door Mej. Berdenis van
Berlekom ter sprake gebracht, doch de on
derhandelingen met het bestuur der R.K.
Huishoudschool kunnen niet afgebroken
worden, zonder het goed vertrouwen, waar
in zij zijn gevoerd, in gevaar te brengen.
Mej. BERDENIS "VAN BERLEKOM
dringt er nogmaals op aan, het stuk tot nader
onderzoek aan te houden.
Wethouder BRUCH merkt op, dat ook
de commissie, behalve Mej. Berdenis van
Berlekom, de school aan de Ged. Volders
gracht niet voor openbare onderwijs-inrich-
ting wilde bestemmen. B. en V/. hebben on-
onderhandeld in de richting, welke de Raad
wenschte blijkens de ervaring van jaren en
nu kan men niet terugtreden.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM
dient een voorstel in, het voorstel aan te
houden.
Wethouder BRUCH kan dit voorstel niet
anders beschouwen dan als een afbreken der
onderhandelingen.
De heer BOE'S vraagt, of de meening van
B. en W. al vaststond, toen de commissie
geinstalleerd werd.
Wethouder BRUCH antwoordt, dat reeds
gesproken is over deze zaak het vorige jaar
November, terwijl het verzoek der R.K.
Huishoudschool inkwam 28 April De
commissie is geinstalleerd 4 Mei.
De heer KLEIN SCHIPHORST zegt,
dat een verbouw van f 26.000 aan- dit ge
bouw niet overdreven is. Elke verbouwing
zal dit bedrag vorderen, maar dan kan het
gebouw nog jaren medegaan. Wil men dit
b edrag niet besteden, dan moet men het ge
bouw sloopen en er een openbaar terrein
van maken, maar ook dat kost geld.
Het voorstel-Berdenis van Berlekom
wordt met 248 stemmen verworpen. Vóór
de leden Adrian, Maarschall, Bakker, Ber
denis van Berlekom, Willekes Macdonald,
Boes, Koppen en Van Vliet.
Woningbouw.
B. en W. bieden ter vaststelling aan plan
nen omtrent den bouw van woningen door
woningstichtingen. Volgens die plannen zul
len door 8 Woningbouwvereenigingen in
totaal 427 woningen gebouwd worden, waar
van de kosten op f 1.449.000 zijn te stellen.
B. en W. stellen voor aan die woning
bouwverenigingen de voorschotten noodig
om de woningen te kunnen bouwen, te ver
leenen tegen een rente van 5 pCt., aflosbaar
tn 5b jaarlijkscne annuïteiten, berekend
naar een percentage van 5.48.
De heeren KLEIN c.s. stellen voor, om
de behandeling van het Raadstukje aan te
houden, omdat de stukken te laat zijn ont
vangen.
Dit voorstel wordt aangehouden.
Benoemingen.
De heer JOOSTEN vraagt het woord over
de benoemingen. Spr. stelt voor, voorloopig
aan te houden de benoeming tot leden der
commissie van beheer van den stadsschouw
burg.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit
in de gegeven omstandigheden kan geschieden
De heer JOOSTEN bespreekt dan de be
noeming van een heelkundige aan het Groote
Gasthuis. Eenige schriftelijke mededeeling
van B. en W. is er niet. Dat heeft opjspr. een
zonderlingen indruk gemaakt. Ook het briefje
van de regenten heeft spr. teleur gesteld. Dit
college is volgens spr. te kort gekomen in wat
de verordening voorschrijft. Er had een voor
dracht van twee of meerdere personen moe
ten worden ingediend. De regenten eigenen
zich nu een bevoegdheid toe, welke aan den
raad toekomt. Deze aanbeveling beteekent,
dat men den raad het onmogelijk maakt, een
vrije keuze te maken. Spr. zou alsnog wen-
schen, dat een voordracht werd ingediend,
waartoe spr. ten voorstel indient.
Den heer PEPER is het ook opgevallen,
dat niet alleen het college van Regenten den
Raad in het zonneje zet, maar ook B. en W.
14 April was deze zaak voor het college van
regenten reeds uitgemaakt en het bereikt den
raad eerst in Juni. Spr. heeft er nog in Mei
naar geïnformeerd, doch ook toen is ei niet
op geantwoord.
De heer GERRITZ is het niet eens met
den heer Joosten, die z.i. slechts formeel ge
lijk heeft. Als de weg, door den heer Joosten
aangewezen, gevolgd wordt, komen er solli
citaties in en dan is de raad toch incompe
tent, zelfstandig een benoeming te doen. Dr.
Westerman heeft indertijd een wensch te
kennen gegeven en een aanbeveling gedaan.
Hier heeft nien een autoriteit, die bekend
was met de plaatselijke toestanden en met wat
daarbij paste. Formeel heeft de heer Joosten
gelijk dus, maar practisch zal het er op neer
komen, dat toch de door dr. Westerman
aangewezene benoemd worde.
Beter is het daarom, den practischen weg
te volgen en nu over te gaan tot de benoeming
opdat deze niet op de lange baan geschoven
wordt.
De heer JOH. VISSER (C.H.) betreurt het,
dat de regenten niet overwogen hebben, dat
op deze wijze van handelen door hen critiek
zou kunnen worden uitgeoefend. De handel
wijze heeft spr. betreurd.
Den heer CASTRICUM komt het ook
voor, dat regenten juister zouden hebben ge
handeld, als twee namen er op voorgekomen
hadden. Spr. zal zich niet tegen de benoeming
verzetten, maat hoopt, dat met de gemaakte
bemerkingen rekening zal worden gehouden.
Dr. ADRIAN is het er mee eens, dat de
heer Joosten formeel gelijk heeft, maar hier
geldt een uitzonderingsgeval. De voorge-
dragene is de algemeen gewenschte persoon,
ook volgens het oordeel der medici in de stad.
Regenten kennen diens eigenschappen. Het
aantal te benoemen personen in deze functie
is zeer klein. Men had een voordracht kun
nen maken, maar deed dit niet, omdat men
den gewer.schtïn persoon had. De doktoren
weten, dat ietiere professor gaarne een assis
tent wil plaatsen. Hij denkt ten slotte „Ik
wou, dat ik hem maar kwijt was:" Dan zoekt
hij een baantje voor hem en de assistent wil
graag een zelfstandig baantje. Zoo is de toe
stand.
Spr. noemt de eigenschappen van den heer
Joosten Hattink. Door deze aanbeveling
meende men geheel te handelen in het be
lang van het ziekenhuis en van de patiënten.
Wethouder SLINGENBERG staat prin
cipieel volkomen aan de zijde van den heer
Joófeten en zou niet de woorden van den heer
Gerritsz onderschrijven, dat de raad incom
petent is vcot deze benoeming.
Spr. is zeer teleurgesteld door de houding
van de regenten. Wat weten de regenten
meer af van deze zaak dan de raad Als no. 1
had geplaatst kunnen worden degene, die nu
voorgesteld wordt. Dan zou die no. I met
meer eer benoemd geworden zijn dan nu zaï
geschieden en de regenten zouden de eer ge
had hebben, het beste uit het beste te kie
zen. Uit practische overwegingen zal spr.
niet stemmen voor het voorstel-Joosten,
daar thans een oproep een slag zou zijn in
het aangezicht van den thans voorgedragene.
Wethouder HEERKENS THIJSSËN
merkt op, dat de regenten niet te kort hebben
willen doen aan het recht van den raad. Spr.
betwist zelfs, of de deferentie voor denra ad
meer betracht zou zijn dan thans door de
houding der regenten geschiedt.
Spr. gaat na, hoe de regenten van hun ad
viseurs hoorden, hoe dr. Joosten Hattink ge
heel trad in de voetstappen van dr. Wester
man, die gelijk gesteld werd met hooglee
raren en doctor' honoris causa werd benoemd.
De eerste aanwezende was dr. Joosten Flat-
tink, zoo genoemd door dr. Westerman zelf.
De beproefde man was bij de hand. Die ge
tuigenissen hadden wij. en op grond daarvan
werd geen oproeping geplaatst. Een oproe
ping zou ten gevolge hebben gehad, dat an
dere bekwame personen gesolliciteerd had
den,, maar die'n andere richting gevolgd zou
den hebben. Wilde men in den geest van dr.
Westerman voortgaan, dan moest dr. Joosten
Hattink benoemd worden, was het algemeen
oordeel.
Had men toch een oproeping geplaatst»
dan zou het den schijn hebben gewekt, alsof
er twee richtingen gevolgd worden, n.l. dat
men wél in' den geest van dr. Westerman
wilde voortgaan, maar daarnaast toch ér
weer van wilde afwijken. Het was een wegen
van systeem tegen- systeem. Een man, wer
kende in dezen geest, is misschien in Neder
land niet te vinden. Een ander is op andere
manier bekwaam. Dit alleen is de eenige
reden, waarom geen voordracht van meerde
re personen is ingediend.
De heer PEPER meent, dat deze verde
diging voer elke benoeming kan gelden, ook
voor die van een directeur van het Slacht-,
huis bijv. Spr. vindt het slechte argumen
ten. Als waar is, wat dr. Adrian opmerkte
omtrent het kwijtraken van assistenten door
professoren, dan hecht spr. ook geen waarde
aan de aanbevelingen van de doktoren in
Haarlem omtrent de benoeming van een be
paald persoon. Daarbij is ook met gezegd
dat de leerling van dr. Westerman even be
kwaam is als de meester zelf.
De heer JOOSTEN becritiseert de pas
sieve houding van B. en W. in deze. B. en W.
hadden zelf een oproeping kunnen plaatsen
en de stukken hadden gezonden kunnen
worden naar de regenten.
Spr. gaat de bezwaren tegen zijn voorstel
na. Het zou, gevaarlijk zijn, het standpunt
van den heer Gerritsz in te hemen, dat de
regenten bekwaam genoeg zijn voor een be
noeming. Zou men dan ook een benoeming
van iemand moeten overlaten aan B. en W.
of zelfs een ambtenaar, omdat die er beter
in zitten.
De zaak moet gescheiden worden van de
personen. Sprekers bezwaar geldt niet den
man, maar de wijze van handelen, dat n.l.
de Raad niet vrijgelaten is in de keuze.
Spr. wil zijn voorstel intrekken, als de re
genten willen verklaren, dat zij in deze met
juist gehandeld hebben en zich niet aan de
verordening gehouden hebben. Een voor
dracht van meerdere personen moet inge
diend worden, als dit mogelijk is. En moge
lijk is het.
De heer CASTRICUM herinnert er aan,
dat indertijd de benoemde directeur van den
Keuringsdienst heeft bedankt. De te benoe
men dokter kan morgen sterven. Een voor
dracht zo« aewenscht zijn, opdat men dan
meer keus zou hebben en weten uft wie
men een benoeming zou kunnen doen.
Dr. KUENEN acht reeds te veel gezegd
omtrent deze kwestie. De buitenwacht gaat
toch reeds zeggen, dat er wat meer „loos" is.
Spr. acht het maar beter te gaan stemmen.
Wethouder SLINGENBERG deelt me
de, dat B. en W. aan de regenten gevraagd
hebben, een schriftelijke nadere beschou
wing te geven, doch zij achtten dit niet noo
dig. Uit een oproeping door B. en W. zou
het conflict met heeren regenten geboren
zijn, wat B. en W. niet wepschelijk achtten,
ook al omdat men niet overtuigd was, dat
de benoemde niet geschikt zou zijn. Spr.
hoopt van harte, dat de regenten een ver
klaring zullen afleggen, dat zij voortaan rui
mere keuze zullen geven, want gaan zij op
den ingeslagen weg voort (er is meer ge
beurd de benoeming van acimet-direc
trice en de verbouwing), dan voorriet spr.
een conflict met regenten mettertijd.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN wil
zelfs'zonder ruggespraak met zijn mede-re
genten gaarne de gevraagde verklaring bij
deze geven. Zij zijn zich bewust, geen rad
voor de oogen te moeten draaien, maar voort-
werken in het belang van het Gasthuis. Voor
alle gevallen, waarmede de raad heeft te ma
ken/Zuilen regenten zich naarstiglijk afv.agen
(en misschien ook geleerd door wat heden-
m 'dag gebeurd i wat zij hebben te doen.
De heer JOOSTEN trekt zijn voorstel in.
Overgegaan wordt dan tot de benoemingen
Benoemd worden tot lid der Plaatselijke
Commissie van toezicht op het Middelbaar
Onderwijs mevr. H. KeyserHoek
tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
(vacature G. Wolzak Hzn.) de heer G. Wol-
*^ctk Hzn*
tot heelkundige aan het St. Elisabeth's of
Groote Gasthuis dr. J. Ph. Joosten Hattink.
Rondvraag.
De hger GROENENDAAL vraagt, wat de
oorzaak is, dat de Groote Markt aangewezen-
is, om de een concert door de H.O.V. te laten
geven en als dit is geweest, omdat de Groote
Markt het centrum is, of B. en W. dan niet
van oordeel zijn, dat de muziek daar niet te
genieten is en of alsnog een andere plaats
aangewezen kan worden.
Spr. heeft reeds op 2 Juni gevraagd, het
concert in het Brongebouw te geven. B. en
W. hebben toen geantwoord, dat dit niet kon
omdat de Broederschap der Notarissen den
bepaalden avond op het Stadhuis wordt ont
vangen en die leden dus in het centrum der
stad verkeeren.
Als de H.O.V. tot de beste muziekkorp
sen behoort, neemt spr. aan, dat B. en W.
niet aan de ongunstige ligging voor de mu
ziekuitvoering gedacht hebben door het. rij
den der tram", auto's enz.? Als het mogelijk
is, het verkeer daar zoolang af te sluiten, ont
staan er weer andere moeilijkheden. Waar
om wordt de Broederschap vjn Notarissen
geen concert in het Brongebouw aangeboden.
De H.O.V. wordt gezet op de Groote Markt
in een tent zoogoed als zonder dak- Spr. ver
zoekt B. en W. alsnog de H.O.V. voor het ge
ven van het concert een andere plaats aan te
wijzen, waar de muziek der H.O.V. beter ge
hoord zou kunnen worden.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN-
heeft opgevraagd retroacta omtrent muziek
uitvoeringen op de Groote Markt. Daaruit
is gebleken, dat een dergelijk geval zich veel
voordoet, maar het is toch meer gebeurd.
In 1921 is gevraagd aan de H.O.V., een con
cert te geven op de Groote Markt bij gele
genheid van de 144e Algemeene Vergadering
der Mij. van Nijverheid.
In 1922 is een opdracht gegeven aan de
Harmonie „Crescendo", omdat toen Haar
lem's Muziekkorps verhinderd was, 31 Aug.
1923 heeft de H.O.V. een concert gegeven
in den Hout en op 2 September d.a.v. op de
Groote Markt.
Geregeld geeft iedere week de H.O.V.
haar uitvoering in den Hout, waar ook een
groote verkeersweg is en het ook niet rustig
is. Dat heeft geen bezwaren gegeven, al acht
te men het niet het prettigste van zijn taak.
Op dien grond hebben B. en W. de op
dracht gegeven. Ieder 'onzer ontmoet wel
eens zaken, welke niet aangenaam zijn. De
symphonie muziek zal r.iet zoo te genieten
zijn op de Groote Markt, maar dat is ook in
den Hout het geval. Het muziekkorps moet
dergelijke openbare uitvoeringen geven. Nu
komt plots de kreet, dat het beneden de
waardigheid der H.O.V. is. B. en W. doen
niet anders, dan laten doen, wat anders op
een andere plaats gebeurt. Het gaat toch niet
aan, nu plotseling plat te vallen en te zeggen,
dat men wel op zijde zal gaan voor de eischen
en hen nu niet op de Groote Markt zal laten
spelen, doch straks niet in den Hout. Die
consequentie toch voorziet spr.
De heer GERRITSZ kan niet instemmen
met het besluit van B. en W„ de muziekuit
voering op de Groote Markt te laten houden.
B. en W. hebben veel gedaan voor de cultu-
reele ontwikkeling en wijst in dit verband
op wat wethouder Bruch in deze gedaan
heeft, zoodat hij zelfs gekscherend „wethou
der van kunsten en wetenschappen" ge
noemd werd.
Spr. gelooft, dat men begrijpen moet, dat
van een orkest als de H. O. V. niet verlangd
moet worden, „after dinner" een concert
te laten geven. Toen B.' en W. dat besluit
namen, moeten zij geslapen hebben. Spr.
vertrouwt, dat B. en W. eigener beweging
niet meer tot een dergelijken stap zullen
besluiten.
De heer JOH. VISSER (C.H.) gelooft
niet, dat van een misstap van B. en W. ge
sproken kan worden. Als in 1922 en 1923
wel een concert door de H.O.V. op de Groote
Markt gegeven kon worden,, waarom moet
eenzelfde opdracht dan in 1925 met ontslag
van bestuursleden beantwoord worden
Spr. vraagt, of niet een ensemble uit het
orkest zou gevormd kunnen worden tot
vorming van een harmonie-orkest. Dan
zouden misschien onaangenaamheden kun
nen vermeden worden.
De heer PEPER'acht ook de zaak erg op
geblazen door den-voorzitter der H.O.V.
De muziek toch komt in den tuin van het
Brongebouw ook niet tot haar recht. Ais de
voorzitter der H.O.V. zijn zin niet krijgt,
gaat hij heen. Dat zou zoo erg niet zijn, als
hij niet enkele duizenden guldens per jaar
zou geven, als dit noodig was. Dat is de heele
kwestie. Spr. zou de zaak zoo willen inrich
ten, dat men niet afhankelijk is van de kuren
van een voorzitter.
Mevr. WILLEKES MACDONALD wil
niet de daden van iemand, die belangloos
zijn tijd aan het muziekkorps geeft, belache
lijk maken. Spr. begrijpt, dat B. en W. in
hun recht staan, maar vraegt, of zij niet aan
de wenschen der H.O.V. te gemoet kunnen
komen, door het concert op een andere
plaats dan op de Groote Markt te laten ge
ven. Spr. noemt ook het Brongebouw. Dat
zou ook van waardeering jegens het korps
getuigd hebben.
De VOORZITTER wijst er op, dat hij
getroffen is geworden door de bezwaren der
H.O.V., omdat nooit gebleken is, dat dergelij
ke bezwaren zouden kunnen worden geuit
Dinsdag heeft spr. een onderhoud gehad met
den heer Dyserinck en hem gezegd, dat voor
een concert in den Hout dezelfde bezwaren
gelden als voor dat op de Groote Markt.
Spr. heeft toen toegezegd, dat aan alle be
zwaren tegemoet zouden worden gekomen,
o.m. door stópzetting van het heele verkeer,
bijv. van half 8—half 11. Het tramverkeer
zou zoo rustig mogelijk kunnen geschieden.
Bereden politie zou de trams vooruit rijden,
doch ae neer Dyserinck ging aaar met op in.
Van de zijde van het Dagelijksch Bestuur
is dus wel van bereidwilligheid en waardeering
jegens het korps gebleken.
De heer GROENENDAAL „Dan is de
Groote Markt zelfs veel beter."
De VOORZITTER beaamt dit ten volle
en hij dacht deze oplossing de juiste De heer
Dyserinck was echter niet te overtuigen.
Spr. wil nog deze maatregelen op de Groote
Markt tijdens het concert toepassen. Rede
lijkerwijze is gedaan door het Dagelijksch;
Bestuur, wat gedaan kon worden, (applaus.)
De heer GROENENDAAL kent het con
tract met de H. O. V., dat B. en V- de be
doelde bevoegdheid geeft. Spr. kan zich ook
wel indenken, dat de H. O. V. van oordeel
verandert omtrent het verkiezen van een
plaaats voor 'het geven van een concert.
Spr. geeft toe, dat bij het slagen der maat-
régelen, door den voorzitter toegezegd, een
concert op de Groote Markt veel beter te ge-j
nieten is. Dan krijgt men ook de muzieklief-,
hebbers daar. Anders trekt men daar degenen,}
die gewoonlijk in de Groote Houtstraat flanee-
ren.
Het is misschien gewenscht, het oude con
tract met de H. O. V. te herzien. Spr. gelooft
niet, dat de H. O. V. ooit bezwaar zal maken
tegen het geven van concerten in den Hout.'
Daarvoor zou zij meerdere stemmen in den
raad niet krijgen.
Volgens spr. geeft de gemeente geen sub-,
sidie aan de H. O. V. Het is meer een ver-,
goeding voor gemaakte onkosten.
De oplossing zal moeten-zijn, dat de mu-,
ziektent op een rustiger plaats moet komen:
Als de heer Dyserinck naar huis wi'
gaan,moet hij maar gaan. Er is best-een andere
voorzitter te vinden,al heeft hij misschien niet
enkele duizenden guldens te missen. Het
spijt spr. echter, dat B. en W. niet willen
omvallen voor de H.O.V., maar de tegemoet
komende houding wijst daar toch op.
Hiertegen wordt algemeen geprotesteerd
in drti raad.
De heer GROENENDAAL heeft zich
dan in deze vergist.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN wil
een verkeerden indruk wegr.emefi. Spr.
heeft het allereerst gepoogd, den heer Dyse
rinck van zijn voornemen heen te gaan als,
voorzitter der H. O. V. terug te brengen. Hij;
waardeert, wat de heer Dyserinck voor het
orkest doet en misschien nog doen zal. Er is:
geen verschil tusschen het standpunt van den,
burgemeester en dat van spr.
Het gaat er alleen om, dat zonder behoorlijk
beraad uitgesproken wordt, dat het orkestj
nooit meer op de Groote Markt zal spelen.j
De heer VAN DE KAMP heeft ook ge-j
tracht, olie op de golven te gooien. Spr. heeft,
den indruk ^gekregen, dat de heer Dyse-j
rinck niet heen zal gaan. Men heeft behcefte,
aan burgers, die wat doen voor de stad en zoo
iemand is de heer Dyserinck.
Het is de plicht van den raad, in deze achter,
B. en W. te staan, omdat zij een goede daad-
gedaan hebben. Nooit toch is gebleken van;
den tegenzin der H. O. V. tot een dergelijk
concert. Op 22 Juni moet dus het cöncertj
door de H. O. V. op de Groote Markt gege
ven worden.
Wel echter is spr. van oordeel, dat dergelij-,'
ke concerten buiten de sfeer van het orkest
vallen.
Spr. dient een voorstel in, dat de raad zich:
uitspreekt, dat hij, kennis genomen hebbende:
van het geschil tusschen de H. O. V. en B. en;
W.- van oordeel is, dat het concert op Maan
dag 22 Juni door de H. O. V. op de Groote i
Markt behóórt te worden gegeven en besluit
de Commissie van Toezicht uit te nocdigen,
nader deze materie onder de oogen te zien
en haar advies daaromtrent spoedig uit te
brengen.
De heer KEESEN vraagt om, wanneer be-^
strating onderhanden is, in andere straten
tijdelijk het rijverbod op te heffen.
Spr. noemt als voorbeeld de open
gebroken Ged. Oude Gracht, waardoor hetj
bijv. moeilijk is voor de Anegangbewoners,,
om met voertuigen in het westelijk deel der,
stad te komen.
Spr. informeert naar de herstelling van
een topgevel in de Smedèstraat en ol er;
reeds maairegelen zijn genomen tegen de;
vervuiling van het terrein aan de Vijfhuizen-
straat.
Wethouder REINALDA merkt op, das,
tijdelijke opheffing van het rijverkeer reedt»
overwogen is en den commissaris van politie,
opdracht is gegeven omtrent elk afzonderlijk-
geval van advies te dienen.
Inzake de herstelling van den topgevel aan,
de Smedestraat zal spr. een nader onderzoek
instellen. De kwestie van het terrein is in
handen van de directeuren van O. W. en G.-
R„ die rapport zullen uitbrengen.
De heer VAN LIEMT vraagt antwoord op;
zijn ingediende vragen omtrent den verkoop,
door een pottenbakker van niet door hemj
vervaardigde artikelen in scholen voor M. O.
Wethouder BRUCH deelt mede, dat geen,
bezwaar bestond, den aanvrager toestemming,
te geven tot het houden van een demonstra
tie. Inderdaad is juist gebleken, dat hij op]
verschillende scholen voorwerpen verkocht}
heeft. Dit is in strijd met de verleende toe
stemming en aan de hoofden van scholen
is medegedeeld, dat op deze wijze niet moet
worden voortgegaan.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM acht
de demonstratie zeer goed voor het onderwijs^
Het zou haar spijten, als een vdergelijke de
monstratie moeilijkheden in den weg gelegd;
werden en zij zou het niet erg vinden, als de;
artikelen, jloor den man vervaardigd verkocht'
werden.
De heer VAN LIEMT wijst er op, dat de
demonstratiegever geen philantroop is Hi;
heeft af te blijven van den handel op die scho
len. Het zijn geen artikelen, door den man ver-,
vaardigd. Artikelen zijn meegegeven, om ze
op die wijze aan den man te brengen.
De heer GROENENDAAL acht het
kleinzielig van den middenstand, op die ma-j
nier als beschermer van den middenstand 05)
te treden. Laat dan de vertegenwoordigers
van den middenstand maar naar huis gaan.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM aphl
het van paedagogische waarde, datgene te
verkoopen, wat voor de oogen der kinderen
vervaardigd wordt.
Wethouder BRUCH deelt mede, dat B:
en W. van oordeel zijn, dat de schoo]»niet de
plaats is, waar handel gedreven wordt, zelf;
niet in afgekeurde artikelen.
Hierna sluiting der vergadering.
aan
Mededeelingen
Raad.
a. T„w'-omen zijn
Een ocrTcht van den Commissaris de.
Koningin in de provincie Noordhoiland, dat
*bij Koninklijk Besluit van 20 Mei 1925
No. 21 de heer C. Maarschalk met ingang
van 16 Juni 1925 opnieuw is benoemd tot
burgemeester dezer gemeente.
De begrooting 1926 van het Burgerlijk
Armbestuur.
b Gesteld worden in handen van B. en W«
opdat deze geen signalen zouden behoeven o.n prae-advies
te|geven. Heel lang is daarover gesproken,J le. Een verzoekschrift van de directie'#