V erkeer songevallen.
Maandag
22 Juni 1925
49ste Jaargang No. 16074
vaneen
vinger.
Dit nummer bestaat uit 10 bladzijden - Eerste blad
it De financieele
politiek
Gisteren deed een groote groep leden van het Sint Franciscus Liefdewerk haar plechtige Eerste H. Communie.
Pater W. van den Berk O.F.M. te midden van zijn beschermelingen.
VAN HET VATICAAN.
Zaligverklaring van Johannes
de Brebeuf en Gezellen
Martelaren van Canada.
23 Juni
Agenda
HET INTERNATIONAAL
MUZIEKCONCOURS VAN
POLYHYMNIA.
Demonstratie Kinderkoren
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Konlugstraat 10 Haarlem.
Telegraphisch Weerbericht
Gemeentelijke Autobus
diensten.
„Gruno."
De abonnementsprijs bedraagt voor
Haarlem en Agentschappen;
Per week 0.25
Per kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux: NASSAULAAN 49.
Telefoon No. 13866 (3 lijnen).
Postrekening No. 5970.
NIEUWE HAARLEMSCHE
Adrertentiën 35 cents per regel
Bij contract belangrijke korting
Advertentiën tusschen den teks'
als ingezonden mededeeling, 60 ct
per regel op de le Pagina s 75 ct
per regeL Vraag- en aanbod-adver.
tentiën 14 regels 60 ct. per plaat
sing: elke regel meer 15 ct, bi
vooruitbetaling.
Alle aDonné's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden, fOfi.Ifi Levenslange geheele ongeschiktneid tot werken door F IVLft Ö11 eenongeval met OCfl m bij verlies van een hand, f 19K bij -verlies van een f Cf) bij een breuk van f bij verlies
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkéeringen du'UU." verlies van beide armen. beide(beenen of beide oogen I f 3U. doodeli) ken afloop^«JU. een voet of een oog; duim of wnsvmger 1 «JU. been of arm: andere vu
Wij zijn met onze besprekingen over het
beleid der regeering Ruys de Beerenbrouck
gekomen aan het neteligste deel: het finan
cieele beheer. Dit is laten wij het voorop
zetten niet het mooiste hoofdstuk van de
levensgeschiedenis van dit kabinet. Wel is
er een slot, dat pakt, in de maatregelen van
Minister Colijn. Maar, waar wij het beleid der
regeering op ander terrein in zijn geheel
hebben bekeken, dienen wij ook de finan
cieele politiek te bezien van 1918 tot 1925.
Dit is trouwens om de zaak zelf noodzake
lijk.
Er wordt wel eens met de gewone - slor
digheid, waarmee de verschijnselen van den
eigen tijd beschouwd worden, gedacht, dat
de oorlogsjaren met hun distributie en mobi
lisatie ons de das omgedaan hebben. Oud
minister dc Geer heeft er Vrijdagavond in
een vergadering van christelijk-historischen
nog eens aan herinnerd, dat dit niet het ge
val is geweest. De groote stijging der uitga
ven ligt tusschen de jaren 1918 en 1921, dus
:n den na-oorlogschen tijd.
Het is al vaak betoogd, maar wij moeten
het in dit verband nogmaals zeggen: de
schijnwelvaart van de eerste jaren na den
jorlog heeft ons verblind. En nu zal menigeen
wel zeggen; de-massa heeft toch zooveel
weelde niet gehad; na den ellendigen dis
tributietijd mocht men toch wel weer eens
een goed stukje vleesch en fatsoenlijk brood
met boter hebben.... als wij eerlijk zijn,
moeten wij allen bekennen, dat er, zij 't dan
ook heel begrijpelijk, in die jaren van op
luchting na den oorlog en ook al daarvoor
door de oorlogswinstmakers in 't groot en
klein, verteerd is op een overtollige wijze.
Wanneer wij hadden kunnen voorzien, dat de
toenmalige uitzetting van het leven ons na
1921 zoo duur te, staan zou komen, dan had
den wij vermoedelijk de soberheid van den
distributietijd wat langer aangehouden en
waren meer geleidelijk naar een beteren tijd
gestevend. Dan zou ook de malaise van 1921
ons niet zoo gevoelig getroffen hebben.
Het ergste is echter geweest, dat ook de
overheidslichamen in die dagen niet van den
ernst der tijden doordrongen bleken. De geest
van weelde spreekt nu nog uit de rappor
ten der bezuinigingscommissie. Het waren de
jaren van de ambtenarenverdwazing. Voor
een regeeringsbureau was geen luxe groot
Jenoeg; en het leger ambtenaren was nog al
tijd te klein. Verklaarbaar is deze mentali
teit zeker, wanneer men bedenkt, dal staat
en gemeente, dat „de ambtenaar" in den
distributietijd het geheele leven in handen
had gehad. Dat hij de teugels wilde vast hou
den en zich koninklijk wilde installeeren, is
zeer verklaarbaar. Daarbij kwam de draag
aaar nieuwe sociale maatregelen en de nood
zakelijkheid van uitvoering der financieele
gelijkstelling bij het lager onderwijs.
Dat de in 1918 optredende regeering-Ruys
de Beerenbrouck hier voor onoverkomelijke
bezwaren stond en dat het menschelijkerwij-
ze gesproken onmogelijk was met één slag
het opstuwende leven tegen te houden, de
staathuishouding plotseling in te krimpen en
de geëischte verbeteringen geleidelijk aan in
te voeren, is begrijpelijk. Het binnenkomen
van ongekend hooge belastingbedragen deed
bovendien aanvankelijk de toekomst niet zoo
donker inzien, al had men een waarschuwing
in het feit, dat de uitgaven die fabelachtige
hooge inkomsten nog overtroffen, één jaar
zelfs met honderd millioen.
Nu gaat het met een dergelijke crisis als
met een bergstroom: de kleine beekjes lijken
ieder op zich ongevaarlijk; maar wanneer zij
bijeen komen en zich vereenigen tot een
stroom, dan is de kracht van het water niet
meer te houden.
Zoo ging het met de uitgaven van staat,
provincies en gemeenten. De sterk verhoogde
belastingen bleken steeds maar weer onvol
doende en er moest geleend worden: de eene
leening over de andere. Alleen aan crisis-
leeningen werd voor 1300 millioen opgeno
men. Om met enkele cijfers de uitzetting van
de Nederlandsche schuld te demonstreeren,
herinneren wij er aan, dat in 1887 de geheele
Nederlandsche leeningschuld bedroeg
1.082.564.000, dus ruim één milliard. Acht
en twintig jaar later, m 1915, was die schuld
gestegen tot ruim één milliard-140 millioen of
wel in 28 jaar met 58. millioen. En op 1 Ja
nuari 1925 bedroeg de staatsschuld
2.929.433.000 of bijna drie milliard. Dus in
tien jaar tijds een stijging met één milliard
800 millioen. Al die leeningen eischen aflos
sing en rente. Want thans is niemand meer
zoo dwaas om te beweren, wat in 1915 en
1916 en zelfs in 1918 nog werd gedacht:
laten wij de boel vereffenen met een heffing
in eens. Nu voelt iedereen wel, dat zulk een
zoogenaamde heffing-in-eens tegenover de
bedragen, welke de laatste jaren noodig ble
ken te zijn, een dwaasheid zou geweest zijn.
Het economische, het bedrijfsleven ware met
één slag stop gezet geweest en het gevolg
zou geweest zijn: algemeene werkloosheid.
Die hooge leeningen dan waren mede oor
zaak van de sterke stijging der uitgaven.
Tusschen de jaren 1914 en 1925 stegen de
gewone jaarlijksche staatsuitgaven van 220
tot 610 millioen (onder dit laatste bedrag
is 210 millioen of meer dan één derde aan
loonen en salarissen). Gemiddeld werd in
1910 per hoofd der bevolking aan Neder
landsche belastingen opgebracht 33.24 en
in 1921 al viermaal zooveel, n.m. 139.20.
Zulk een toestand kon niet blijven voortdu
ren, Naast de staat toch stonden de bestu
ren van provincies en gemeenten, wier huis
houden op dezelfde leest of erger waren ge
schoeid en die al maar voortworstelden met
telkens nieuwe leeningen en belastingver-
hoogingen tegen de al maar stijgende uitga
ven. Het nationaal vermogen begon af te ne
men bij gebrek aan voldoende mogelijkheid
tot kapitaalvorming. Op 1 Mei 1920 bedroeg
het 13 milliard 580 millioen, op 1 Mei 1923
12 milliard 174 millioen. Het beschikbare
;_eld was in handen van overheidslichamen,
In 1922 legden de verschillende publiek
rechtelijke organen beslag op 1083 millioen
van het beschikbare Nederlandsche kapitaal
c- in 1923 op 938 millioen. Voor de Ned.
nijverheid bleef er zoodoende in 1922 maar
138 en in 1923 maar 36 millioen beschikbaar.
De zaak was vastgeloopen; de inflatie stond
voor de deur. De afkeer van de staatspapie
ren Ned, werkelijke schuld, de aankoop van
buitenlandsche waarden in dollars en pon
den en de drang naar belegging van geld in
vaste góederen, waren onmiskenbare teeke
nen, dat de staat geen stap verder meer
moest gaan met zijn stijging van uitgaven en
nieuwe leeningen, of wij zouden den weg der
inflatie opgaan als België, Frankrijk, om niet
te spreken van Duitschland en Oostenrijk.
Mocht dat? Laten wij even het woord ge
ven aan een in deze onverdachten getuige,
den heer Wijnkoop, die indertijd over de in
flatie dit zeide:
„Het economisch krachtigste deel van de
kapitalisen men heeft het in Duitschland
kunnen bestudeeren en weet het dus
zet, zei hij o.a., zijn liquide kapitaal om in
waarden van landen met hooge valuta. Dat
deel der kapitalisten, het economisch krach
tigste deel, gaat zelfs het land verlaten en
treedt ten slotte nog als buitenlandsch geld
schieter op.
Voor grondkapitalisten, voor grondbezit
ters en huizenbezitters en voor degenen, die
productiemiddelen bezitten, staat de zaak
anders, want zij kunnen niet weg. Zij kunnen
zelf wel weg, maar hun kapitaal blijft in het
land. Men kan niet zeggen, dat die menschen
in elk geval arm en ellendig zullen worden,
maar men kan wel zeggen, dat er onder hen
zullen zijn. die dit lot zal treffen
Maar hoe gaat het met de klasse der klei
ne bezitters, de renteniers, de middenstan
ders en intellectueelen, allen die een vast
inkomen hebben?
Voor ben, zegt de heer Wijnkoop, betee-
kent inflatie, d.i. waardedaling van den gul
den: onteigening en armoede. Men mag ook
niet vergeten, zegt alweer de heer- Wijn
koop, dat een dergelijke inflatie het kapitaal
uit het land weghaalt en naar andere landen
voert.
Het ergste wordt het echter, wanneer hij
dc gevolgen opnoemt voor de arbeidersklas
se. Hij ziet voor deze daarvan komen: eco
nomische verzwakking, physieke ondermij
ning, werkloosheids vergrooting ongetwijfeld
op den duur, ondèrvoeding, loonsverlaging,
nederlagen van de vakvereenigingen met wat
daarbij behoort, ontmoediging, verzwakking
enz., verdeeling van de arbeidsklasse.
Zijn conclusie is dan ook:
„Onder de gegeven maatschappelijke en
politieke omstandigheden moeten wij in deze
landen een inflatie vreezen als een kwaad
voor de arbeiders, materieel en geestelijk, en
daarom moeten wij tegen de oorzaken van
mogelijke inflatie strijden, tegen het voort
duren van dc groote tekorten op de staats-
begrooting."
Wijnkoop zei het alleen maar met woor
den: we moeten geen inflatie hebben; zijn da.
den waren er echter niet naar.
De regeering heeft die daad gesteld, zij
kwam met de bezuiniging.
Maandag, 22 Juni.
Onze Romeinsche correspondent seint 21
Juni:
Heden, Zondag, had met de gebruikelijke
plechtigheden de Zaligverklaring plaats van
de Eerbw, Dienaren Gods Johannes - de
Brebeuf en Gezellen behoorende tot de
Sociëteit van Jezus, Martelapen van Ca
nada.
Om 10 uur werd met de gebruikelijke
plechtigheden, in tegenwoordigheid van de
Kardinalen, van de geheele Ritencongre-
gatie en talrijke belangstellenden, waaron
der ook een groote groep Canadeesche
pelgrims, het dekreet der Zaligverklaring
voorgelezen, waarna het Tc Deum werd
gezongen en Mgr. Pelizzo, Kanunnik van
het Vaticaansch Kapittel de H. Mis ponti
ficeerde van de nieuwe Zalige Martelaren.
De plechtigheid eindigde tegen den middag.
In den namiddag tegen 6 uur, kwam de
H. Vader de nieuwe martelaren vereeren
wier beeltenis prijkte in de gloria van het
hoofdaltaar van Sint Pieter. Ontvangen
door het College der Kardinalen en door
het Vaticaansch Kapittel, begaf zich de
Paus onder het geschal der bazuinen en het
voortdurend gejuicht der aanwezigen naar
de -absis der Basiliek. Het Allerheiligste
werd uitgesteld waarna het „O Salutaris"
werd gezongen en de hymne van de nieu
we Zaligen: „Sanctorum merilis inclyta
gauida" en Z. H. de Paus het gebed zong
van de nieuwe Zaligen. Na het Tantum Er
go werd de zegen met het Allerheiligste
gegeven door een Canadeeschen Bisschop.
Pater Faiella S. J. postulator der zaak der
Zaligverklaring bood den Paus de gebrui
kelijke geschenken aan, relieken van de
nieuwe Zaligen, een kostbaren bloemen
mand, hun beeltenis en hun lpven gebon
den in wit maroquin.
De H. Vader keerde alsdan naar het Va-
ticaan terug, uitgeleide gedaan door het
college der Kardinalen, onder voortdurend
gejuich der aanweziger
Sociëteit „St. Bavo" Aandeelhouders
vergadering N.V. Drukkerij de „Spaarne-
stad" -balf 5 uur Politieke Propa-
ganda-club 8 uur Rechtskundig Bu
reau half 9 uur Tooneelclub Jonge
Vrouwenbond 8 'uur.
Brongebouw Leden-concert H. O. V.
8 uur.
Grobte Kerk Orgelbespeling door den
heer George' Robert Van 2 tot 3 uur.
Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran
ciscus Liefdewerk, Zoefesvraat 11 Eiken
Donderdag van 8-r-94j uur
R. K. Arbeidsbeurs voor mannen en jongens
Sociëteit St. Bavo, Smedestraat 23
Telefoon 10049 Alle werkdagen vaq\ 9
half 9 uur. 's Zaterdags alleen van 92 en
154 van 26H en s avonds van half 8
van half 8half 9 uur.
k.K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen Bloem-
hofstraat 1 Alle werkdagen van v.ro
v 10—12 uur. des middags van 2—4 uur, en
s avonds van 89 uui behalve Zaterdag
avond Tel 11671.
Arbeidsbeurs voor R. K. Ziekenverpleegsters
(uitgaande van den Ned R. K Bond van
Ziekenverpleegsters). Aanbiedingen en
aanvragen voor verpleegsters aan het Bu
reau BI weg 309. Overveen (dr C. Bos).
R K. Leeszaal en uitleenbibliotheek
Jansstraat 49 Eiken dag geopend van
1012, van 25 en van 710 uur, be
halve des Maandagsochtends en op Zon
en Feestdagen Uitleen en van boeken
van 2 tot 5 uur en van 79 uur. Woens
dagmiddag ruilen van kindfboéken.
S: Marthavereeniging Bloemhofstr. Zon
dags en Woensdags van 810 uur, n.m
gezellig samenzijn voor Hollandsche meis
jes, die hier geen tehuis hebben Tel.
11671.
R. K. Bevolkingsburean Gebouw Sint
Bavo Smedestraat 23 van 810 i«"
op Maandag- Woensdag- en Vrijdagavond
St. Elisabeths Vereeniging Jansstraat
Aanvragen om versterkende middelen
voor armen zieken der S. E. V. Maan
dags van 23 uur. Donderdag van 1—2.
Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge
nomen Zaterdag. Zon- en Feestdagen
toegankelijk.
Reddingsbrigade voor drenkelingen
Centrale post Tel. 11111 (Holzbaus) en
verder bij de leden te kennen aan het
groen-wit schild aan den huisgevel.
R.K. Kraamverzorging van de Derde Orde
v. St. Franciscus. Aanvragen te richten
tot mevr Coebergh, Ged. Oude Gracht
74, des Dinsdags van 23 uur.
Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg)
ingang tusschen kerk en pastorie,, iederen
Dinsdagavond.
Eerste Hulp bij Ongelukken (Snelverband)
Centrale post Tel 11111 (Hólzbaus) en
verder bij de leden, te kennen aan het
zwarte schild met wit kruis aan den buis
gevel.
Zaterdagavond.
De Zaterdagavond was gewijd aan dc
derde afdeeling mannenkoren (onbekroond).
Het programma was niet uitgebreid; 7 ko
ren zouden er optreden. Door organisatie
kwestie was een Rotterdamsch ensemble
echter niet aanwezig, ook een Amster-
damsch koor verscheen niet, zoodat de be
slissing betrekkelijk vroeg viel.
Voor deze afdeeling waren geen verplich
te koren uitgeschreven. Elk koor zong twee
werken naar keuze.
Voor dien avond was de jury als volgt
samengesteld:
Willem Hespe, voorzitter, Amsterdam;
Hendrik Andriessen, Haarlem; Jac. Bonset,
Amsterdam; Isr. J. Olman, Amsterdam; Jos.
de Klerk, Haarlem.
Over 't algemeen werd goed gezongen.
Met het op toon zingen hadden echter
heel veel koren 't te kwaad.
Niet minder dan drie koren hadden „Zo
meravond" van Olman op hun program ge
nomen en „Haarlemsch Liedeke" van Wil
lem Hespe, door Bergen's Mannenkoor ge
zongen, bezorgde den componist een ware
ovatie van het publiek.
Als compensatie voor het niet verschij
nen van twee ensembles, zongen A. D. V.
E. N. D. O., Orpheus en De Y-Zangers
gezamenlijk, onder leiding van den ^com
ponist Isr. Olman, zijn „Zomeravond."
Dan werd de uitslag als volgt bekend
gemaakt:
le Prijs, met algemeene stemmen, „Ber
gen's Mannenkoor," Bergen, directeur Corn.
druischt" is zeer onprac-
effect wordt bereikt door de
bassen denzelfden noot te laten uithouden
Een van die onpractische dingen die we bij
Schönberg; „Gurrelieder" zoo herhaaldelijk
tegenkomen.
Intusschen staat reeds het Amsterd. koor
„Willen is kunnen" (Karei Böhne) op het
podium; de le tenoren zijn ongelukkig bij
„ruige kruinen", zingen a voor gis, de twee
de maal slaat dc kuste" g voor fis. Maar
bovenal aan 't slot is dit koor al heel onfor
tuinlijk. de dirigent, jong kunstenaar, slaat
nijdig op den lessenaar, waar wellicht de
oude concoursrot eieren voor zijn geld kiest
Als vrij werk zong. Böhne met zijn mannen
het oude beproefde „Populus Sion" van
Olman. Ai nam de dirigent, wellicht om re
vanche te nemen over 't voorgaande werk,
de tempi te snel en vuurde hij 't enthousias
me zijner zangers tot het kookpunt (men
rees een heelen toon), men kon toch hooren
dat dit koor wel in staat was, een goed ge
schreven werk naar behooren uit te voeren
„Kunst na Arbeid" Dordrecht (Piet Ver
sloot) nam de tempi breeder; het gelukte
den dirigent, hierdoor naast de duidelijkheid
van lijn ook het toonpeil té bewaren tot de
gewraakte plaats: „dreigend druischt de
zee". In het krijgsgewoel dezer klanken ver
mocht zelfs deze dirigent niet, het toonpeil
klaar te bewaren, en lot nog toe was het
ons niet mogelijk ook met behulp der parti-
meester, toen Gatharina van tuur een klaar klankenbeeld te krijgen van
i i j-j slotdeel. Bepaald klankschoon was het
Jonker; 2e prijs, met Algemeene stemmen Idie sextale op
„De Y-Zangers" Amsterdam, directeur Ka- tisch: 't zelfde effei
rel Böhne: 3e prijs, mpt 41 stem „Een
dracht maakt Macht" 's-Gravenzande, di
recteur L. van Batuim; 4e prijs met alge
meene stemmen, Orpheus" Amsterdam, di
recteur Meyer Smeer.
Zondagmiddag.
Een middag dien we niet graag hadden
willen missen. Wij hebben al zoo dikwijls
geschreven over het nut, de kinderen te
laten zingen in koren die onder vakkundige
leiding staan, dat we ons nu wel mogen
bepalen tot het constateeren van den indruk
dien de zang van kinderen maakt op den
hoorder. Hoe een kinderkoor werkt, wan
neer hel in combinatie niet een gemengd
koor die prachtige werken uitvoert als
„Lentezang" van Loots, heeft men hier her
haaldelijk kunnen opmerken. De mogelijk
heden zijn vele: gevoegd bij een vrouwen
koor, schept het de heerlijkste klankmen
ging, zooais wij dezen middag gelegenheid
hadden, te hooren aan 't slot van dit con
cert, toen 490 blijde stemmen uitvoerden het
werk van onze veterane van den Holland-
schen kipderzang, Catharina van Rennes,
de vrouw die zeker hoogen roem mag weg
dragen voor wat zij deed voor zingend Hol
land.
Een ongekende geestdrift maakte zich van
het publiek
Rennes, die in zoovele huisgezinnen leeft
door haar zang, maar die zoovelen dan ook
alléén als zoodanig kennen, zich genood
zaakt zag, van de jury-tafel op te staan en
voor de spontane hulde te danken.
Ik zeg: jury-tafel. Beter was het, te spre
ken van: tafel waaraan was gezeten de
B'eoordéelingscommissie. Zeer terecht heeft
mer. hier geen wedstrijd georganiseerd in den
geest der concoursen. De commissie, die be
halve Cath. van Rennes bestond uit de
dames mevrouw Frensel W.gener, Koop
man en mevr. Schuil-Hol en de heeren Jos.
de Klerk en Jan de Nobel (voorzitter), stelt
zich tot taak, haar bevindingen schriftelijk
vast te stellen en die aan de koren te doen
toekomen. Te verwachten is, dat zij zich
zal uitspreken over het feit dat niet al deze
ensembles gerekend mogen worden tot de
eigenlijke kinderkoren. Toen ik mijn bewon
dering uitsprak over den klank van een der
groote koren, verraste een enthousiaste
moeder mij met de mededeeling, dat haar
19-jarige dochter daarin meezong! Zie, dacht
ik, zou die jonge vrouw geen andere plaats
kunnen krijgen dan in een kinderkoor?
En gelukkig dat we geen 19-jarige jongens
laten meezingen. Welk effect dit zou maken,
konden we ons indenken bij meerdere koren
waar de directeur zich vergat en een octaaf
lager de melodie der kinderen meezong. Om
't zakken te voorkomen? (Want men moest
één nummer zingen zónder begeleiding). Laat
ik dan opmerken dat dit zakken een heel
andere oorzaak heeft. Men verzuimt blijk
baar de kinderen in te deelen in sopranen
mezzo's en alten; en niet enkel de meisjes,
maar ook de jongens, 7,00 moest men komen
tot combinaties, waarin de hoogste sopraan-
-partijen mede worden uitgevoerd door jon
gens, terwijl de laagste partijen zoowel over
de jongens als over de meisjes verdeeld zijn.
Voor zoover ik het kon bekijken was er
van de tien koren slechts één, waar men in
't a cappella-stuk deze verdeeling zag toe
gepast, n.l. bij Inter Nos", Schpten. Voor
al in de middenstem komt door de mooie
mezzo's der jongens 'n mooie leurschakée-
ring in 't geheel, die meisjes-alleen niet ver
mogen te geven. En jongens-sopranen be
hooren nog altijd tot 't schoonste wat.men
in de, concertzaal kan hooren.
Hoe echter de verschillende koren ook
waren gecombineerd: wij hebben vee! en
veel genoten van het blijde lied dat dezen
middag in de concertzaal opklonk. Spijtig
dat de ouders niet in de zaal konden worden
tóegelaten, maar daar was nu eenmaal niets
aan te doen; de kinderen der beide laatste
koren waren reeds 850 in getal. Maar ook
den kinderen was 't aan te zie» dat deze
„groote dag" voor hen was een dag die
zal meetellen: ze zullen bem niet licht ver
geten
De vleugel was belangloos afgestaan door
de firma Goldschmeding. Het was een zeer
goed instrument, dat uitnemende diensten
bewees dezen middag.
EERSTE AFD. MANNENKOREN.
Zondagavond.
Zes koren hadden ingeschreven voor deze
afdeeling, waarvoor J. C. Anderson het ver
plichte werk had geschreven, n.l. „Na Zons
ondergang aan Zee", op tekst van Dr. Fred,
van Eeden. Op het moment dat de wedstrijd
een aanvang neamt, wordt ons de partituur
voorgelegd en het gelukt me neit, in dit werk
meer dan een enkele plaats aan te wijzen,
die waarlijk mooi van vinding is: bet is de
tweede strofe en de opzet der derde. Ook
van den aanvang zal allicht iets goeds te
maken zijn. Als zeer moeilijk laat zich aan
stonds aanzien de vierde strofe: „op het
woelend vlak der zee", vooral de herhaling
zal wel door geen enkel mannenkoor naar
behooren kunnen worden gezongen. We zul
len zien. De volgende strofe landt ook in het
land der onbegrensde mogelijkheden. Vooral
koor ook niet i» 't vrije werk „Jom Kipoer"
van Olman; stond 't nog onder den invloed
van 't slotdeel van 't verplichte koor? Wel
was 't duidelijk, dat dedirigent Veel zorg
had besteed aan de afwerking van dit stuk.
Zaanlands Mannenkoor" (F. J. Sicking)
"was al heel spoedig aan het rijzen. De beide
aanvangswoorden van „op het woelend vlak
der kusten" werden bij dit koor tot triolen:
Men eindigde een halven toomboven peil,
een knappe praestatie, na dit kritiek begin.
Aan Sicking komt lof toe, dat hij dit werk
zoo uitstekend in klank zette. En hoe echt
mannelijk van uitdrukking en toongeving
was het vrije werk van Tilman „Israël".
„Excelsior", Amsterdam (Jacob Hamel)
bleef zeer en zeer fortuinlijk tot „het woe
lend vlak der zee", dat harmonisch ondui
delijk was; 't slot: naderschrijdt (eeis) was
niet juist. Uitstekend was het moeilijke
„Dreigend druischt de zee".. Roeske's
„Gebed voor den Tempel" een halven toon
hooger gezongen dan de partituur aanwees,
werd in prachiige metalen klank weerge
geven; Vooral het slot werd fascineerend
gedirigeerd.
„Aurora", Amsterdam. (Otto de Nobel)
gaf de kritieke plaats „Op 't woelend vlak
der zee" met de noodige duidelijkheid, hoe
wel 't gedeelte vóór „starre lach der doode
maan" mij nog immer een vokaal probleem
blijft. Het stevige, gezonde koor gaf een
klankvolle weergaf van „Lied v. d. arbeid
toonzetting van den dirigent, waarin de
plaats „voert zijn wagen door markt en
kerk" ietwat afvalt tegenover de overigens
frissche harmonieën van het werk.
„Haarlem's Zangenot" (L. C. Keereweer)
zette scherp op, behield het geheel frisch,
maar bleef toch ook problematisch bij 't be
ruchte „wisselend dansen" der tweede teno
ren. 't Slot „vaalgewiekte oneindigheid" bij
den overgang in drievierde maat werd door
de bassen leukweg een halven toon hooger
geïntotieerd (g voor iis). Het vrije werk stond
in den klank van metaal, zooals Keereweer
dat weet te bewerken.
De jury besloot, nog een extra prijs toe
te kennen, en wil instede van een prijs 4B
een 3A toevoegen, zulks met 't oog op den
moeilijkheidsgraad van 't verplichte koor.
Voorzitter Hespe begreep terecht dat de
mededingers om de lagere prijzen elkaar
zeer na op de hielen zaten, bij een koor
scheelde het zelfs een halve punt. De jury,
die behalve de heeren Hespe en Anderson
was samengesteld uit de heeren Hendr.
Andriessen, Hub. Cuypers en Jos. de Klerk,
kende de prijzen toe als volgt: le prijs 32
st., „Zaanlands M.koor, F. J. Sicking: 2e
prijs alg. st „Haari. Zanggenot." L. C. Kee
reweer; 3A. 32 st. „Kunst na Arbeid'
Dordrecht, P. Versloot; 3e B. 32 st. „Ex
celsior", A'dam, Jac. Hamel; 4e alg. st.
„Aurora", A'dam Otto W. de Nobel.
Het koor „Excelsior" hadden wij iets
hooger getaxeerd.
Hierna volgde een zeer geanimeerde
Eerewedstrijd.
Om redenen van godsdienstigen aard kon
de eerste prijswinnaar der 3e aid. onbe
kroond Bergen's M.koor, niet op dezen
Zondag uitkomen.
Zoo kwam 't koor „Transvaal," dat in
de 3e afd. bekroond zoo schitterend „Dc
Gravers" had gezongen, thans weer met
dit werk uit. Evenwel: de glanzende stem
men klonken ditmaal heesch, men had blijk
baar nog te veel gerepeteerd, het was zeer
spijtig, doch 't was te voorzien, dat een
•eereprijs niet kon behaald worden.
„Harmonie" A'dam (Böhne) zong t vrÜe
werk (de dirigent had anders gewild.) Bij
„in Monte Oliveli" hier geen oppoetserij,
de dirigent liet hier alle eerste tenoren de
partij zingen. Het was schoon werk, al
klonk dan alles niet zoo orkestraal als bij
„Zanggenot." Het was straal op toon. Een
Barometerstand 9 uur v.m.: 755. Stilstand,
J
OPGAVE:
Medegedeeld door het Kon. Ned.
MeteoroL Instituut te de Bildt
Naar waarnemingen in den morgen van
22 Juni.
Hoogste Barometerstand 768.4 m.M. te
Vestmanoer.
Laagste Barometerstand 752.9 m.M. te
Groningen.
Naar waarnemingen van den avond van 22
tct den avorfd van 23 Juni:
Krachtige tot matige later afnemende
noordwesclijke iot noordooseiijken wind, af
wisselend bewolkt, aanvankelijk waarschijn-
prachtig en gezond gefundeerd koor, dit
„Harmonie.
Nu nog „Zaanlands M. koor" (Koog a.d.
Zaan (F. J. Sicking), die 't verplichte koor
zong en daarmee den eersten eereprijs be
haalde (32 st.) De tweede werd toege
kend met 'alg. stemmen aan „Harmonie"
A'dam (Karei Böhne).
De zaal was overbezet, zoodat de toe
hoorders zelfs op 't podium een plaats
moesten zoeken. Een succes dat wij 't vol
ijverige „Polyhymnia" hartelijk gunnen.
G. J. K.
EEN BEZOEK AAN ARNHEM.
Naar wij vernemen hebben de burge
meester van Haarlem en de heer M. A.
Reinalda, wethouder van Openbare Wer
ken, de vorige week een bezoek gcbrach!
aan Arnhem om daar de gemeentelijke au
tobussen te bekijken en kennis te nemen
van den dienst, zulks in verband met de
plannen om voorstellen te doen aan der,
gemeenteraad van Haarlem tol invoering
van gemeentelijke autobusdiensten ia
Haarlem.
Te IJmniden.
Vrijdagmorgen om half 12 reed een met
paard bespannen boerenwagen in de Oran
jestraat een petroleumwagentje aan. Het
wagentje werd onderste boven gereden,
terwijl ook de bestuurder, A. v. S. uit IJ-
muiden tegen den grond werd geslingerd.
De man bekwam een bloedende hoofdwon
de, welke door dr. Rutte werd verbonden.
Daarna werd hij naar zijn woning gebracht.
DE NIEUWE ORGANISATIE VAN HET
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Dr. Spoelder en ir. Van Mourik Broek
man aan het woord.
In de gymnastiekzaal der 1ste H. B. S. al
hier had een bijeenkomst der ouders van de
leerlingen uit de eerst vier klassen plaats.
Na een woord van welkom en dank voor
de talrijke opkomst aan ouders en leeraren
zette de directeur ir. W. C. G. H. van Mourik
Broekman, uitvoerig de nieuwe organisatie
van het Gemeentelijk Voorbereidend Hooger
en Middelbaar Onderwijsuiteen en besprak
in het bijzonder de samenstelling van het te
gen 1 September a.s. op te richten Lyceum.
Doel van dit schooltype, uitstel van beroeps
keuze en de hieraan verbonden voordeelen
werden toegelicht, alsmede het verschil tus
schen den mathematisch-physieken en lit-
tarair-economischen bovenbouw.
De directeur wees er op, hoe vooral voor
die H.B.S.-leerlingën, wier aanleg en capa
citeiten niet in wiskundige richting gaan*
deze afdeeling een heilzame uitkomst zou zijn
ter vorming van maatschappelijk flink uit
geruste jongemenschen. In verband hiermede
werd een overzicht van het leerplan gegeven.
Hierna greeg de medeleider van het Ly
ceum, dr. C. Spoelder, rector van het gym-,
nasium, als gast aanwezig, het woord ter be
spreking van den klassieken bovenbouw vaa
het Lyceum. Dr. Spoelder wees er op, hoe
met name talrijke a.s. juristen onder de H.B.'
S.'ers, die anders met %reel moeite en kosten,
aanvullings-examens moeten afleggen, zon-j
der eenig tijdverlies op degelijker wijze via
het Lyceum hun doel kunnen bereiken. Ook
de splitsing der Ve klasse, die beroepskeuze
op ruim zeventienjarigen leeftijd mogelij fc
maakt, achtte spreker van groot voordeel.'
Beide redèvoeringen werden met groote;
aandacht aangehoord en verschillende ouderal
vroegen nadere inlichtingen. Om half tiea
werd de vergadering gesloten.
Ongeveer 150 ouders hadden aan de uit-
noodiging van den directeur gehoor gegeven,1
Men schrijft ons t
Door het succes dat de vereeniging „Gnmo'*|
in November jJ. heeft gehad met de opvoe
ring van de revue „Dut ja niks of", is ze
herhaalde malen aangespoord om deze nog-,
maals voor het voetlicht te brengen.
Ter gelegenheid van de algemeene ver
gadering van de Groninger vereenigingen id
Nederland, welke hier op 27 Juni zal worden
gehouden, zal aan deze uitnoodiging gevolg
worden gegeven, hopende dat de uitslag thans
even gunstig zal zijn.
1