Verkeersongevallen.
f 125.-
Onze Juliaantjes.
m
Vrijdag
1925 DAGBLAD VOOR NOORD- EN ZUID-HOLLAND
49ste Jaargang No; 16096
Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad
Twee factoren*
De Politieke toestand.
Agenda
18 Juli
„Speldjesdag" ten bate van
„Herwonnen Levenskracht".
Winkel diefstallen.
Koningstraat 10 Haarlem.
Telegraphisch Weerbericb
Nog meer rondvaartreizen.
Het bezoek van H. M. de Koningin en
de peuterige S. D. A. P.
Toegelaten tot de 1ste klasse der
H. B. S„ 5 j. c„ Prinsen Bolwerk 3.
Personalia.
rtt
lit
'De abonnementsprijs bedraagt vooi
Haarlem en Agentschappen!
(Per week 0.25
'Per kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
▼oomitbetaling 3.58
Bureaux: NASSAULAAN 49.
Telefoon No. 13866 (3 lijnen).
Postrekening No. 5970.
Advertentiën 35 cents per rege«
Bij contract belangrijke korting,
A.dvertentiën tusscben den -ksl
als ingezonden mededeeling. 60 et
per regel op de 1« Pagina s 75 et
per regel. Vraag- en aanbod-adver.
tsntiën 14 regels 60 ct. per plaat
sing: elke regel meer 15 ct., bii
vooruitbetaling.
Alle abonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden, f 9f> tflfi - Levenslange geheele ongescluktneid tot werken door f 7J!fl pij een ongeval met OCjil
'egen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen Ou verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen 'J l." doodeliiken afloop 'd''1
er,
jn
r-
n
s§n-
rP
ie
bij verlies van een hand.
bij verlies van een Cf)
duim of wiisvinger I öU.'
bij een breuk van f 1(1
been of arm t*U.
bij verlies van ee
andere vinger.
In de Standaard van gisterenavond
Wordt meegedeeld, hoe de heer Colijn zich
voorstelt de kabinetsformatie tof een goed
eind te brengen. Er blijkt wel uil, daty
j Z.Exc. er alles op zal zetten om te slagen.
Het blad schrijft:
Veel is er gegist.
Veel commentaren ook zijn er geleverd.
En inmiddels heeft H. M. rustig overwo-
I gen de adviezen die Haar van de voorzit-
ters van een zestal Kamerfracties bereikf
i hebben.
f Het resultaat van die overweging is
thans, daf de Kroon aan den heer H. Co-
lijn, Minister van Financiën, de vorming
van een nieuw Kabinet heeft opgedragen.
De heer Colijn heeft verzocht deze op
dracht in beraad fe mogen houden, hetgeen
ongetwijfeld beteekent, dat hij bereid is
te beproeven een nieuw Kabinet saam fe
stellen, doch op dit eigen oogenblik nog
geen zekerheid van slagen in uitzicht kon
stellen.
Of hij slagen zal, moef dus worden afge
wacht. Letten wij op de programma's der
drie rcchtsche partijen, dan schijnt ons de
overeenstemming zoo groof, dat wij goeden
moed hebben. Maar bij de besprekingen
die nu aanvangen, kan natuurlijk nader
van meeningsverschil blijken.
Het beste is nu maar om nog een paar
weken geduld te oefenen en in dien tus-
tijd de eenden en eendjes maar rustig te
laten rondfladderen. Zijn wij wel ingelicht,
dan 'ligt het in het voornemen van den heer
Colijn eerst een werkprogram voor hef
nieuwe Kabjnet aan het oordeel der 3
rechtsche fracties te onderwerpen. Om, als
hierop overeenstemming verkregen wordt,
eerst, daarna personen uit te noodigen tot
het bezeften der ministerieele posten.
Men ziet hieruit, dat de heer Colijn niet
den gewonen weg gaat volgen van enkele
vooraanstaande personen uif de drie recht
sche partijen te vragen met hem een Ka
binet te vormen en dan binnen enkele da
gen mee te deelen of hij al of nief geslaagd
is. Neen, deze formateur neemt er een
paar weken voor; stelt een uitvoerig pro
gram op; zendt dif ter beoordeeling aan
de verschillende Kamerfracties en zoekt
eerst daarna zijn ministers. Deze methode
is in de gegeven omstandigheden zeker de
meesf rationeele en hiermee vermijdt de
heer Colijn de moeilijkheid, welke wij gis
teren aangaven.
Op het eerste oog zou men nu zoo zeg
gen: laten wij wachten op het program
van den heer Colijn; met zijn persoon en
de antipathie, welke daartegen bestaat,
hebben wij niets te maken Is dat juist?
Waarom wordt de heer Colijn vooropgescho-
ven met achterstelling van een Katholiek,
die naar alle parlementaire gebruiken de
eerst aangewezene is? Omdat naar men
jegt hij de aangewezen man is. Argu
menten worden daarbij echter niet ge-
loemd. Wanneer de heer Colijn een fi
guur was, boven de middelmaat van leven
de staatslieden uitstekend, als een Thor-
Secke, Pierson, Kuyper, Lohman, Schaep-
man en dergelijke, dan had men gelijk. Dan
was. er aanleiding om het volk fe overtui
gen, dat persoonlijke sympathieën of anti-
oathieën behooren te zwijgen, wanneer het
gaat om een groot algemeen landsbelang.
Maar zóó staan de zaken niet. De heer
Colijn heeft het klaar gespeeld de begroo
ting sluitend te maken. Dif is op zich zelf
geen geniaal werk. De kunst zit in de
wijze waarop zoo iets geschiet. Had
de heer Colijn dit gedaan op een manier,
zooals niemand hef kon, n.m. door op een
dusdanige wijze het ontleedmesje gebrui
ken, dat een ieder had uitgeroepen: zie
daar den meester, dan was hij inderdaad
thans de aangewezen man, dan Vvas hij een
eerste rangs staatsman. Maar dan zou hij
ook pimmer dien storm tegen zijn persoon
hebben verwekt, welken wij het laatste half
jaar hebben waargenomen. Maar hij han
teerde niet het ontleedmes van den chi
rurg, doch het hakmes van den slager. Zijn
kunst was geen genialiteit, maar kracht.
Niet den staatsman, maar den krach-
aiensch hebben wij gezien
Wij willen de waarde van zijn optreden in
het zeer bijzondere tijdperk, dat achter ons
ligt, en waarin een krachtmensch de om
standigheden mee had, niet verkleinen
kmaar ook niet vergrooten. Men moet het
zien, zooals het is.
Na Colijn I komt thans Colijn II. Vermoe
delijk zullen wij den ex-minister van finan
ciën nu als kabinetsformateur met een pro
gramma zien komen, dat het gemiddelde be
vat, van de wenschen der partijprogramma's
waarmee de drie rechtsche partijen bij de
verkiezingen in zee zijn gegaan. Laten
wij eens aannemen wat ons nog lang
niet zeker lijkt dat het program van den
Kabinetsformateur door de drie rechtsche
Kamerfracties kan worden aanvaard. Is daar
mee de zaak dan uit? Formeel schijnbaar
wel. Maar in werkelijkheid niet. De heer
Colijn immers heeft zijn opdracht in beraad
gehouden Wanneer hem dus blijken zou,
dat een aanmerkelijk deel der rechterzijde
bezwaar had tegen zijn persoon, meenende,
dat hij, gezien den verkiezingsuitslag, ge
zien de verhoudingen in de coalitie, gezien
de banden, welke dezen formateur aan het
verleden hechten, niet de aangewezen man
is, dan zou he* plicht zijn hetzelfde te doen,
wat de anti-revolutionaire partij in de da
gen der Vlootwetcrisis tegenover mr. Koo
ien deed, n.m de opdracht doen mislukken.
Wij willen hiermee maar zeggen, dat zij,
die beweren: het gaat nu maar alleen om
het program van Colijn II hef mis hebben:
Ook de "oersonen van Colijn I telt mee!
w-,
De werkwijze van den Kabinets
formateur.
De „Standaard" meldt:
Zijn wij wel ingelicht dan ligt het in het
voornemen van den heer Colijn eeist een
werkprogram voor het nieuwe Kabinet aan
het oordeel der 3 rechtsche Jyacties te on
derwerpen. Om, als hierop overeenstemming
verkregen wordt, eerst daarna personen uit
te noodigen tot het bezetten der ministe
rieele posten.
EEN OPROEP TOT DE HAARLEMMERS.
Wie in Haarlem kent ze nu niet de lieve,
stemmige Roomsche zustertjes in zwarte
japon en met zwarten sluier, waartegen de
witte gelaatsomlijsting zoo aardig afsteekt?
Vraag het den kleinen straatjongen, liefst in
onze volksbuurten, die eerbiedig voor de
zuster ter zijde wijkt, en hij zal het u zeggen:
dat is 'n Juliaantje! Hij heeft er misschien
kennis aan, omdat hij eens door haar werd
vertroeteld toen „moeder ziek was." Of hij
kent ze uit de verhalen van zijn makkers en
hij snakt in zijn onwetendheid naar het
oogenblik dat er ook eens zoo'n zuster een
paar dagen bij hem in huis zal komen. In
alle geval heeft hij ontzag, eerbied voor
de verschijning, die zich in korten tijd in
Haarlem populair in verheven zei-wist te
maken.
Nog meer zijn deze Roomsche zusters bij
onze Roomsche arbeidersvrouwen geëerd en
oprecht bemind. Zij weten het uit eigen
ondervinding of van hooren zeggen, hoe deze
zusters opduiken in het huisgezin in de
meest nijpende oogenblikken dat ziekte of
tegenspoed een schaduw werpen over het
gezinsleven en daar als een zonnestraal
vreugde en blijmoedigheid tooveren.
En geheel belangeloos. Uit edele, zuivere,
pure liefde tot God en den evenaaste.
Dat is het juist wat velen zoo'n groote
bewondering afdwingt.
Het was niet in Haarlem. Het was in Den
Haag, dat een Juliaantje in een arm werk
mansgezin haar werk deed. Des morgens
vroeg reeds was zij bij de hand; verzorgde
moeder de vrouw; hielp de kinderen; zorgde
dat ze welgevoed en- netjes naar school
gingen. De man, een robuste kerel, die
hard, moest werken voor een schamel stuk
brood, kwam tehuis en vond zijn potje ge
reed. het huishouden aan kant, zijn vrouw
en kinderen tevreden en opgewekt. Moeder
lachte, de jongens lachten, de zuster lachte,
hoewel het er verre van rooskleurig in huis
uitzag. Dat ging zoo dag aan dag. Hij zag
de zuster bezig des morgens, des middags en
des avonds. En altijd opgewekt en nimmer
was er reden tot klagen. Tot op 'n goede
keer, de baas weer van z'n werk tehuis
kwam en zich met beide handen in de zak
ken voor de kleine zuster plantte: ,Zeg
e'reis, zuster," zoo viel hij uit, „nou mot je
main 's zeggen, wat jou nou beweegt om
hier in die rotzooi te komen." Het was niet
parlementair uitgedrukt, maar 't was duide
lijk.- Hij begreep er niets van dat zoo'n zus
ter er haar levenswerk van maakt om te
helpen daar, waar anders geen verpleegster
te zien, geen hulp wordt geboden.
Een vraag aan onze Roomscbg Haarlem
mers.... Een vraag recht op den man af.
„Wilt gij de Juliaantjes in Haarlem hou
den? Of moeten we ze laten gaan? Laten
gaan, verstaat het wel, verliezen, voortaan
ontberen dus!"
Wij willen hier zelf het antwoord geven op
deze vraag in naam van duizenden arbei
dersvrouwen, die de hulp der Juliaantjes
wellicht wel eens noodig hebben, in naam
van de honderden mannen en vrouwen en
kinderen in Haarlem, die in den korten tijd
dat de Juliaantjes in Haarlem werken door
haar zalvende hand in moeilijke oogenblik
ken zijn geholpen en opgebeurd. Dat ant
woord is: neen, duizendmaal neen, de
Juliaantjes mogen hier niet vandaan; zij
moeten in Haarlem blijven; we kunnen ze
niet meer missen; wij willen ze niet meer
misson; er moeten er nog veel meer komen!
Wij zijn van de Juliaantjes gaan houden.
Zoo luidt het antwoord, uit het dankbare
hart geweld van duizenden, die reeds "en-
maal met de Juliana-zusters kennis maakten
of de kans tegemoet zien eenmaal haar hulp
te moeten inroepen.
Zoo spreken niet alleen de mannen en
vrouwen uit den werkmansstand, zoo spre
ken ook de mannen en vrouwen uit den
kleinen, den -grooten en grooteren midden
stand. Want hoezeer bij voorkeur arbeidend
ter liefde Gods in de gezinnen der armsten
onder de armen, zoo blijft der Juliana-zusier
in Haarlem geen enkele verpleging vreemd.
Overal is zij bereid te helpen, waar hulp
noodig is; altijd staat zij gereed te gaan
daar heen, waar zij het meest noodig is.
En wie zegt u dat nooit of te nimmer in
uw gezin een Juliana-zuster zal noodig zijn?
Oordeel zelf uit wat wij hieronder nog
over haar werk zullen mededeelen.
Wij moeten onze Juliaantjes in Haarlem
behouden; ze zijn langzamerhand in het
stadsbeeld vergroeid; ze zijn een stuk Haar
lem geworden; iets typisch, dat de vreem
delingen even doet opkijken, omdat zij ze
nergens nog zagen dan in Den Haag. We
moeten ze behouden omdat wij haar eenig',
haar nuttig werk niet meer kunnen missen.
En 'toch, en toch is de mogelijkheid dat
wij ze verliezen niet denkbeeldig.
Er is gevaar dat de zusters der St. Juliana-
Stichting haar werk moeten opgeven, om
dat.... omdat.... ja, we aarzelen nu toch
werkelijk om het neer te schrijven, omdat
de Haarlemmers ze niet kunnen onderhou
den.
Het zou echter een smaad zijn voor
Roomsch liefdadig Haarlem als het zoover
kwam. Maar we durven het neer te schrij
ven, omdat het niet gebeuren zal.
Er zal geholpen worden Wij twijfeleen er
geen oogenblik aan.
De zusters vragen voor de diensten, die
zij in de huisgezinnen bewijzen, géén beloo
ning. Geen cent. Zelfs haar eigen brood
brengen zij mede, zoodat zij in geen enkel
opzicht ten laste komen van het gezin, waar
zij verplegen.
Maar ten slotte moeten de zusters toch
eten en al zijn haar levenseischen gering,
ook voor dat weinige is geld noodig.
Welnu het onderhoud der zusters heeft
het bestuur van den R. K. Vrouwenbond,
op wiens initiatief de zusters zich in Haar
lem vestigden, op zich genomen, maar de
giften vloeien zoo traag, dat zij onvoldoende
zijn om in de kosten te voorzien.
Och, verhongeren zullen onze goede
Juliaantjes zeker niet, Ze zijn door haar han
digheid, haar aanpakken, haar kenms der
verpleging het dagelijksch brood ten
volle en overwaard. Geeft Haarletp haar dat
niet, wel dan zijn er andere steden, die l.aar
zullen ontvangen. Maar sinds wanneer zou
den de Haarlemmers geen erkentelijkheid
betuigen tegenover verdienstelijke medebur
gers? Sinds wanneer zouden zij niet waar-
deeren de niet te schatten diensten, die deze
verpleegsters aan de armen van onze ge
meenschap bewijzen? Een rijke kan haar
hulp niet krijgen (tenzij in hoogst bijzondere
gevallen, die wel niet voorkomen) al zou hij
ze met goud willen betalen. Niemand kan
dat, die een andere verpleegster kan be
kostigen. Alleen die gezinnen, waar anders
geen verpleegster in huis kan worden ge
haald, omdat die hulp te duur is, alleen die
gezinnen worden door de Juliaantjes gehol
pen, met evenveel toewijding en liefde en
even. afdoende als andere gezinnen, die
dure verpleegsters in huis kunnen nemen,
Maar dient die moeilijke verpleging dan niet
door ons, Haaarlemmers, te worden be
loond?
Zijn ons, Haarlemmers, de Juliaantjes dan
het offer van een aalmoes niet waard?
Natuurlijk wel!
Wij zullen het trachten aan te toonen.
Het was de ZeerEerw, Pater J. Jorna S.J.,
toen pastoor van de Da Costastraat te
Den Haag en thans pastoor van de Krijtberg
te Amsterdam, die in de jaren 1914 zoozeer
begaan was met het lot van die arme huis
gezinnen en huismoeders, die bij ziekte van
moeder de vrouw, geheel verstoken waren
van hulp in de huishouding of daarin een
hulp kregen, die gansch onvoldoende soms
zelfs gevaarlijk was, dat hij het initiatief nam
voor dit doel een vereeniging in het leven te
roepen. Hij stichtte de „St, Julianavereeni-
ging tot Hulp in de Huishouding."
De vereeniging wilde, dat hare leden uit
zuivere naastenliefde, die haar door het H.
Sacrament der liefde wordt ingegeven, zich
wijden aan de zorg vooral der armste huis
gezinnen, waar deze zich vaak in de aller
droevigste omstandigheden bevinden door
ziekte of afwezigheid der moeder. Die moe
der gedurende den tijd der ziekte vervangen,
d.i. al hare werkzaamheden overnemen, zoo
dat het gemis der moeder niet gevoeld wordt
en het huisgezin niet, gelijk menigmaal ge
schiedde, gedurende eenige dagen als geheel
verwaarloosd wordt: dat is haar doel.
Dit mooie sociale werk van Pater Jorna
nam wel op en verschillende katholieke
-jonge dames gaven zich op kosteloos ver
pleegstersdiensten te gaan verrichten in
arme en minvermogende huisgezinnen.
Maar spoedig bleek, dat zulk een verheven
arbeid voor een sociale vereeniging te zwaar
is. De eigenaardige moeilijkheden aan dit
groot liefdewerk verbonden, maakten dat
spoedig de noodzakelijkheid werd ingezien,
de mooie sociale vereeniging om te zetten in
een religieuse Congregatie, We hebben al de
nadeelen van de religieuse congregatie, zoo
oordeelden de zusters zelf, en wij missen er
de voordeelen van. In het jaar 1917, op den
eersten Vrücag der maand van het H. Hart,
op 1 Juni, behaagde het Z. D. H. Mgr.
Augustinus Josephus Callier, bisschop van
Haarlem, die immer zrn hooge bescherming
aan het uitmuntend liefdewerk had geschon
ken, Zijn volle goedkeuring te hechten aan
de constitutiën der religieuse Congregatie
van de H. Juliana van Falconerie. Daarmede
was de Congregatie opgericht.
Ook in Den Haag kregen de Zusters den
naam van Juliaantjes en aldra bracht men
dien naam'en de stichting in verband met
de jongst^ telg van ons Vorstelijk Huis,
Prinses Juliana.
Toch is dit niet het geval, hoezeer de
naam .Juliaantjes" bijdroeg aan de popula
riseering yan doel, streven en goeden, faam
der zusters.
De partrones der zuster-stichting is de H,
Juliana van Falconerie, een lieve heilige
Gods, van hooge afkomst, die in Italië
leefde in de 13e eeuw en uitmuntte door
haar godsvrucht, vooral tot het H. Sacra
ment, haar nederigheid en liefderijke verzor
ging van armen en zieken.
Naar dit heilig voorbeeld wijdden zich de
zusters ook aan het gebed en aan de zieken
verpleging.
Na zich reeds des morgens te hebben
gesterkt door het bijwonen der H. Mis en
het menigmaal ontvangen der LI. Communie,
trekken de Juliaantjes hier in Haarlem er
reeds om 7 uur op uit om in de haar toever
trouwde huisgezinnen het huishouden waar
te nemen.
Dit zijn die gezinnen, waar moeder de
vrouw door ziekte verhinderd is het huis
houden waar te nemen. In den regel zal dit
zijn in de gélukkige dagen dat moeder in
het kraambed ligt, maar ook bij andere
ziekten en als moeder in het ziekenhuis is
opgenomen, springen de Juliaantjes in.
Wat 'n geluk voor zoo'n huisgezin. Niet al
leen het huishouden in zijn grooten, vollen
omvang, (zelfs de wasch wordt door de zus
ters gedaan!) maar ook de verpleging, waar
onder ook en vooral de zware, moeilijke
kraamverpleging. De zusters zijn in het huis
houden van 7 uur tot 2 uur en van 4 tot
6 uur. Deze uren zijn met overleg gekozen.
In de vroege morgenuren is de zuster present
om moeder te helpen, vader en de kinderen
aan hun ontbijt te helpen, de kinderen te
wasschen, te kleeden en te zorgen dat zij
op tijd in school komen. De man gaat naar
zijn werk zonder kopzorgen over het huis
houden, de vrouw wacht met gerustheid de
komst van de zuster af, zij weet da thaar
huishouden op orde komt, Zjjn de kinderen
naar school, dan wordt het huishouden be
redderd en om 12 uur vinden vader en
de kinderen het huishouden aan kant. Van
2 tot 4 uur heeft de zieke vrouw dan ge
legenheid om te rusten en de zuster gaat
middagmalen in haar klooster. Als de kin
deren uit school komen, vinden zij weer
wat zij behoeven, totdat om 6 uur, wanneer
vader thuis verwacht wordt de taak der
zuster afgeloopen is. Een ieder begrijpt, dat
de zuster op geen half uurtje kijkt. Op de
eerste plaats moet het huishouden geregeld
marcheeren. Zoo g^at het dag in dag uit
tot moeder weer beter is. Haar brood brengt
de Juliana-zuster mede en door haar heilig,
stichtend leven gaat er van haar verblijf in
huis een heilzamen invloed uit. We hebben
ze gesproken, mannen en vrouwen, die op
geiogen waren van vreugde over den bij
stand dien zij in moeilijke dagen van zoo'n
zuster ondervonden; wij hebben zé gespro
ken eenvoudigen van harte, die ons de zus
ters teekenden als Engelen der vreugde.
Welk een schoone zending hebben zij te
vervuil ende natuurlijke zoowel als de bo
vennatuurlijke vreugden in die huisgezinnen
te brengen, in huisgezinnen, die in hun be
staan soms nog zoo weinig ware en reine
vreugde ontmoetten; in huisgezinnen soms
waar ellende en straf de roede gezwaaid
heeft, het leven verbitterd en tot een kwel
ling heelt gemaakt. Zooals Mgr. von Keppler
het schetste weten zij als fijne tuiniersters
uit de meest waardelooze dingen de aar
digste vreugde-roosjes te tooveren. De liefde
lot den evennaaste vindt duizenden gelegen
heden zich te openbaren. Het is de won
dere kracht der bovennatuurlijke liefde, die
de zusters in staat stelt niet alleen haar
zware taak te vervullen, maar ook die zoele
bekoring te geven die van haar daden uit-
siraalt.
Wij overdrijven niet en als bewijs daarvan
mogen wij enkele briefjes overdrukken
jlie dankbare vaders en moedets aan de
zusters richten. Het zijn geen briefjes uit
Haarlem; de zusters zijn te kiesch om ons
daarvan inzage te geven Niettemin zijn zij
welsprekend.
„Hiermede betuigen wij onze hartelijke
dank aan de Eerwaarde Zusters voor de
goede verzorging van het huishouden en in
het bijzonder van Moeder en Kind. Met leed
wezen zien wij de zusters vertrekken, maar
we weten dat nu andere gezinnen de be
hulpzame hand noodig hebben. Een prach
tig iets, Up perk, waar wij God dagelijks
vcor danken en nimmer zullen vergeten,
Een andere brief;
.11: kom u, eerwaarde moeder, hartelijk
bedanken voor alles wat u, eerwaarde moe
der en de zustertjes voor mij en mijn gezin
hebt gedaan. Och, eerwaarde moeder, hoe
zou ik u kunnen danken voor zooveel schoo
ne werken, die u ons gedaan hebt, doch Eén
is er die u nog belocnen kan en O. L. Heer,
die zelfs geen glas water onbeloond laat
2^1 u toch zeker ook beloon en..,. Moge u
nog rijk gezegend worden met zulke goede
zusters als thans bij u zijn en moge Hij
nog vele zustertjes zenden voor dat schoo
ne liefdewerk. Wat heb ik mij in die dagen
toch gelukkig gevoeld, een waar geluk, dat
de wereld ons niet geven kan. Nooit zal ik
het vergeten en morgen op den eersten
Vrijdag zal ik nog eens extra voor uw zus
tertjes laten bidden. De kleine maakt het
heel goed. Het is een schatje."
Uit een Nieuwjaarsbrief:
„De Hemel zegene u en allen dit
jaar in uw zoo prijzenswaardig Liefdewerk.
Ik zal niet verzuimen den Hemel te danken
en kracht en gezondheid en voorspoed in uw
mooi werk te vragen dat duizenden hulp
biedt. Mijn vrouw gaat goed vooruit en zal
de andere week in het ziekenhuis communi-
ceeren enz
Uit een anderen brief:
zoowel mijn vrouw als mijn kinde
ren hebben gedurende den tijd dat een uwer
zusters aanwezig was aan niets gebrek ge
had. Moge God u1 loonen met de kroon,
dien Hij heeft weggelegd voor hen, die zich
zoo geven voor hun naasten'
Nog dit:
...Voorwaar mijn vrouw zeide menig
maal: als de zuster binnenkomt, dan is het
of de vrede over de geheele wereld komt.
Een dankbare moeder schrijft:
„Door dezen brengt ondergt, aan de zus
ters der St. Juliana-Stichting haar oprech
ten dank. In 't bijzonder aan de zusters
Agatha, Juliana en Agnes, voor hunne be
wezen diensten en voor het mooie voorbeeld
van christelijke deugd door zuster Agnes
aan ons gezin gegeven."
Een ander moedertje eindigt haar brief
aldus:
„Als het mooie weer aankomt en de kleine
komt buiten, dan kom ik is gauw met haar
na de zusters toe. Directrice veele groele
van jufvrouw.
Met tientallen zijn deze brieven te ver
meerderen, maar nog deze eene, die aan
toont hoe weldadig het werk der zusters is
niet alleen naar het lichaam, maar ook naar
de ziel. Het is de brief van een huisvader:
„Eerw. zuster, Dankbaar ben ik Uw v. d.
hulp in mijn hooge nood aan mijn gezin ver
leend. Noch dankbaarder voor 't genot wat
ik met de Kerstmorgen zag, daar zat Koba
met haar twee broertjes voor haar bedje te
bidde dit herinnerde aan mijn kinderjaren,
zal er eene keering in mijn gezin komen, ik
heb voor 14 daag geleden den hemel om hulp
gesmeekt voor mijn gezin en behoud van
mijn vrouw, ik gelool mijn gebed werd ver
hoord. want vanaf dien dag heeft de ziekte
van mijn vrouw een keering genomen en blijf
ik op den hemel vertrouwen en hoop ik voor
mijn gezin weer op 't goede pad terug te
kunnen keeren waarvan ik kerkelijk ver
verwijderd was, ik zal mij in verbinding stel
len met mijn zuster. Deze zal ik a.s. Sondag
mijn mededeeling doen en dit zal haar doen
leven, ik was haar eenigste broer die van de
kerk was afgeweken en die zoo dikwijls voor
mij heeft gebede ook haar gebed wordt ver
hoord. U achtend enz."
Wij hebben, we weten 't, hier danig de
loflrompet gestoken over de Juliaantjes.
Maar 't is niet zonder bedoeling.
Wij moeten de Juliaantjes voor Haarlem
behouden
Gij, arbeidersvrouwen, zijt daarvan over
tuigd, want gij bemint de zusters; maar ook
gij, moeders uit beter met aardsche goederen
gezegende gezinnen, gij voelt veel voor het
werk der Juliaantjes. Jlebt gij u nimmer, toen
gij in 't kraambed waart en van alle goede
hulp waart voorzien, in gedachten verplaatst
bij die moeders, die in een groot gezin van
411e hulp verstoken waren? Wij behoeven er
niets aan toe te voegen. Gij begrijpt net:
we moeten de Juliaantjes in Haarlem
houden.
Nu staat de zaak zóó
De Juliaantjes wenschen geen vergoeding
voor haar werk. Ze gaan in die gezinnen
hulp verleenen, waar de nood het meest
nijpt, zonder aanzien des persoons, in let-
teerlijk alle gezinnen, bij voorkeur echter in
die gezinnen, die er het slechtst en armst
aan toe zijn. Maar het bestuur van den R.-K.
Vrouwenbond, die de Juliaantjes onder
houdt, ziet zich door het steeds trager
vloeien van giften verplicht op andere wijze
aan'inkomsten te komen. En zoo wordt van
de gezinnen, waar de zusters verplegen naar
draagkracht een bijdrage gevraagd. Die bij
drage wordt aan den Vrouwenbond gaar-
ne gegeven, maar de zusters zouden het
liefst zien dat die maatregel ten spoedigste
werd afgeschaft. Dat kan, als de giften en
aalmoezen voor onze Juliaantjes maar zóó
ruim toevloeien dat geen andere inkomsten
meer noodig zijn.
Dat nu, Roomsche Haarlemmers, zij ons
streven.
Er moet geld komen, veel geld voor onze
Juliaantjes. Geld genoeg om onze vier zus
ters in Haarlem te onderhouden, maar nog
meer geld om het aantal zusters te kunnen
uitbreiden. Want het getal aanvragen is zoo
groot, dat niet aan alle kan worden voldaan.
Én wat 'n leed. als zoo'n aanvrage wordt af
gewezen!
Laten we nu eens geld bijeen brengen. Als
men aan uw deur klopt, stuur dan de--eia-
tricen niet weg. Geeft ze veel als ge veel
kunt geven; geeft minder als ge weinig hebt
te geven. Maar geeft.
Tot de mannen en vrouwen, die reeds de
hulp der Juliaantjes aan den lijve gevoelden
richten wij de vraag of zij de mogelijkheid
niet eens onder het oog kunnen zien een
comitétje te vormen dat ijvert om bijdragen
te krijgen, groote en kleine.
Allen, die zich in staat achten op
eenigerlei wijze fondsen te vormen tot on
dersteuning van het liefdewerk, roepen we
op om dit te doen, hetzij door uitvoeringen,
giften of wat ook.
Wie legaten te geven heeft, vindt
hier een nuttig arbeidsveld om een mooi
fonds te stichten, een prachtig werk te steu
nen.
De aanvragen dit voor huismoeders, die
gebruik willen maken van de hulp der Juli
aantjes de aanvragen om hulp moeten
gericht worden tot de Eerw. Moeder Overste
der Sint Juliana-Stichting, Alexanderstraat
14, (een zijstraat der Wilhelminastraat).
Verder deelen wij de namen mede van de
bezoekdames, aan wie tevens giften kunnen
worden overgedragen voor onze St.
Juliana-Zusters. Mogen die nu in ruime mate
toevloeien. Er is groote nood!
Bezoekdames zijn:
Mevrouw Bar, Ruysdaelweg 7, Parochie
Overveen.
Mevr. Cobelens, Parklaan 31, Parochie
St. Jozeph.
Mej. Kordelaar, Assendelverstr. 43, Pa
rochie St. Bavo.
Mevr. Kroes, Kampersingel 68, parochie
O. L. V. Rozenkrans.
Mevr. Lauw, Cronjéstraat 2r., parochie
Elisabeth* en Barbara, Lidwina, H. Hart.
Mej. Royakkers, Parklaan 14b, parochie
St. Anfonius.
Mevr. Vollaerts, Anegang 21, parochie
Joh. de Dooper.
Penningmeesteressen: Mevr. Bar, Ruys
daelweg 7, Overveen; Mevr. Cobelens, Park
laan 31, St. Jozeph; Mej. Kordelaar, As-
sendelverstraat 43, St, Bavo, Joh. de Dooper.
Mevr. Teeuwen, Schoterweg, Parochies
Schoten; Mevr. v. d. Vangst, Kampersingel,
Parochie O. L. V. Rozenkrans; Mevr.
Schorus-van Delft, Zijlweg 38, Overveen,
Sociëteit St. Bavo. Zangles 1 uur
Vioolonderwijs 3 uur. Gewone zit
tingen 7 uur.
Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran-
ciscus Liefdewerk. Zoetestraat 11 Eiken
Donderdag van 89/4 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor mannen en jongens
Sociëteit St. Bavo, Smedestraat 23,
Telefoon 10049 Alle werkdagen van 9
half 9 uur. 's Zaterdags alleen van 92 en
van 2654 en 's avonds van half 8
half 9 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen Bloem
hofstraat 1 Alle werkdagen van v.m.
1012 uur, des middags van 24 uur, en
's avonds van 89 uur, behalve Zaterdag
avond Tel. 11671.
Arbeidsbeurs voor R. K. Ziekenverpleegsters
(uitgaande van den Ned. R. K. Bond van
Ziekenverpleegsters). Aanbiedingen en
aanvragen voor verpleegsters aan net Bu
reau Bl.weg 309. Overveen (dr. C. Bosch).
R. K. Leeszaal en uitleenbibliotheek
Jansstraat 49 Eiken dag geopend van
1012, van 25 en van 710 uur, be
halve des Maandagsochtends en op Zon
en Feestdagen. Uitleenen van boeken
van 2 tot 5 uur en van 79 uur. Woens
dagmiddag ruilen van kinderboeken.
St. Marthavereeniging. Bloemhofstr. Zon
dags en Woensdags van 810 uur, n.m.
gezellig samenzijn voor Hollandsche meis
jes, die hier geen tehuis hebben Tel.
11671.
R, K. Bevolkingsbureau Gebouw Sint
Bavo Smedestraat 23 van 810 uur
op Maandag-, Woensdags- en Vrijdag
avond.
St. Elisabeths Vereeniging Jansstraat
Aanvragen om versterkende middelen
voor arme zieken der S. E. V. Maan
dags van 23 uur. Donderdag van 12.
Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge
nomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen
toegankelijk.
Reddingsbrigade voor drenkelingen
Centrale post. Tel. 11111 (Holzhaus) en
verder bij de leden te kennen aan het
gröen-wit schild aan den huisgevel.
R. K. Kraamverzorging van de Derde Orde
v. St. Franciscus. Aanvragen te richten
tot mevr. Coebergh, Ged. Oude Gracht
74, des Dinsdags van 23 uur.
Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg)
ingang tusschen kerk en pastorie iederen
Dinsdagavond.
Eerste Hulp bij Ongelukken (Snelverband)
Centrale post Tel. 11111 (Holzhaus) en
verder bij de leden, te kennen aan het
zwart schild met wit kruis aan den huis
gevel.
Vrijdagavond 8 uur zal in het gebouw
„St. Bavo", een bijeenkomst worden ge
houden, van de verschillende Parochie-lei
ders, ten einde middelen te eramen om
den a.s. Speldjesdag goed te doen slagen.
Het bestuur is er van overtuigd, dat de
Parochie-Comité's niet stil hebben gezeten,
doch de laatste voorbereidingen eischen
soms nog veel werk. Voorts zullen de speld
jes, busjes enz. des avonds uitgereikt wor
den zoodat allen zeer zeker aanwezig zul
len zijn. Zooal gewoonlijk zal de voorzitter
de heer W. Molenkamp nog een opwekkend
woord spreken, opdat, alle Parochie leiders
en Comife-leden, naar het ééne doel zullen
streven: Den Speldjesdag te doen slagen,
ten bate voor het fonds „Herwonnen Le- j
venskracht".
Als het weer mee werkt en de animo
der Dames nog meer toe neemt, dan zal
met vereende krachten, dat groote doel wel
bereikt worden. Een ieder kan hiertoe het
zijne bijdragen.
Door de recherche alhier/werd aangehou
den de 28-jarige C. S., huisvrouw van C. K.,
de 26-jarige W. H. K„ huisvrouw van J. E.
~en de 23-jarige C. S., huisvrouw van B. N.,
verdacht van het plegen van diefstallen van
diverse goederen bij een aantal firma's hier
ter stede, zooals: Gerzon.Vroom Drees-1
«-■
Barometerstand 9 uur v.m.: 761 Stilstand.
OPGAVE:
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Medegedeeld door het Kon. -Ned.
Meteorol. Instituut te de BildL
Naar waarnemingen in den morgen vai
17 Juli.
Hoogste Barometerstand 765.9 m.M. te
Vardoe.
Laagste Barometerstand 754.3 m.M. te
Seydisfjord.
Verwachting van den avond van 17 tot
den avond van 18 Juli.
Zwakke tot matigen, zuidelijke tot we*
telijken wind, meest zwaarbewolkt of be*
trokken, waarschijnlijk eenige regen mei
kans op onweer, iets koeler.
man, Wester kamp, Bon Ton, Spruyt en Riet
schoten.
Bij W. H. K., die ontkent, zijn verschil
lende goederen thuis gevonden. C. S. en J.
E. bekenden. De 26-j. W. H. K. werd in ver
zekerde bewaring gesteld. Het onderzoek
wordt voortgezet.
Behalve de dagkaarten voor een tram- en
bootreis van Haarlem via Leiden en een
rondvaart over de Brasemer -en Kagermeren
geeft de directie van de N. Z. H. T. M. met
ingang van 15 Juli tot 14 September nieuwe
dagkaarten uit voor een trambootreis via
Amsterdam. Van deze dagabonnementen, die
3 kosten (voor kinderen van 5 tot en met
12 jaar 2) kan iederen dag gebruik ge
maakt worden, óók op Zondag, echter uit
sluitend op den dag van afgifte.
Van Haarlem gaat de reis per E. S. M.
naar Amsterdam. Te 10 uur 's morgens vaart
Van der Schuit's stoomjacht van de Schinkel
kade af via de Ringvaart en Kagermeer naar
Leides; voorts langs den Ouden Rijn, de
Brasemermeer en Ringvaart weer naar Am
sterdam. Met de tram naar Haarlem terug.
Behalve de door de N. Z. a. T. M. ge
organiseerde rondreizen naar Marken 2.25)
bestaat ook gelegenheid om een aangenaam
uitstapje naar genoemd eiland te maken doo:
de „Helena Maria" van den heer H. J. Feije
Deze aardige boot maakt Dinsdags en Don
derdags den tocht over Spaarndam, Broek
in Waterland, Monnikendam en terug over
zee via Amsterdam. De prijs bedraat 2
Door het gemeenteraadslid Scholl (S. D.
A. P.) werden de volgende vragen schrifte
lijk bij B. en W. ingediend:
Dezer dagen heeft de vereeniging „Konin
ginnedag" een circulaire verzonden aan de
hoofden van scholen bij gelegenheid van het
Koninklijk bezoek aan Haarlem op 2S
Augustus.
Zijn B. en W. met den inhoud van dezï
circulaie bekend en zijn zij voonemens hier
omtrent nog nadere voorschriften aan het
onderwijzend personeel te geven?
Wanneer dit laatste het geval is, willen
B. en W. er dan tegen waken, dat dwang
wordt uitgeoefend op het onderwijzend per
soneel om aan de. feesten deel te nemen?
Ligt het in het voornemen van B. en W.
om dat deel van .het onderwijzend personee*
dat op grond van zijn overtuiging bezwaren,
heeft om aan de aubade van 28 Augustus
mede te werken op dien dag vrijaf te geven?
Tot zoover de vragen
Het ontgaat ons ten eenenmale of er nu
ook maar de minste aanleiding is om deze
vragen te stellen. Of duidt een en ander
alleen maar op wat gepeuter van de S. D.
A. P.? Van dit college van B. en W. zijn
geen dingen te verwachten, die den open
baren onderwijzers onaangenaam zijn.
B. C. Vogel; J. A. v. Breemen; Th. L. H.
Leeman; C. W. E. v. Eyk; G. J. Dissevelt;
Re. Hillebrand; H. J. H. Viets; D. Heineke;
Aa. E. Val; A, M. Cats; G. J. Ferwerde;
J. Ch. Maurer; N. Visser; P. J Mink; J.
Kuiper; D. Kuiper; L. F? v. d. Belt; Ga. A.
Garssen: J. J. J. Waldenmaier; Ja. C. Wol-
terson; J. L. Hamel; J. Boerkoel; Ch. G.
Schuiling (voorwaarlijk); M. G. Botman;
A. Meinesz; J. Meinesz; J. H. G. v. Beek;
Ba. E. Noordeloos; La. C. M. Vastmaar.
Bij beschikkintf van den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid zijn de volgende
wijzigingen gebracht in de samenstelling der
Raden van Arbeid: te Haarlem plaatsvervan
gend arbeider-lid N. de Bie, Spoorwegstraat
18rood, Haarlem.
Ernstige autobotsing.
Gisterenmiddag heeff op den Haarlem
merweg nabij de Liebrug een ernstige auto
botsing plaats gehad. Een personen-auto
rijdende in de richting Haarlem kwam in
botsing met een vrachtauto, die op weg was
naar Amsterdam. Beide auto's reden eers'
aan de goede zijde van den weg, doch plot
seling schoot de personen-auto naar links
waardoor de botsing plaats had. Beide
voertuigen werden vrij ernstig beschadigd.
De beide personen van de vrachtauto
werden niet gewond. De chauffeur van den
personen-auto, waarin niemand anders zat,
klaagde over pitn.