EVENTJES LACHEN.
BRIEVEN UIT POLEN.
DE SPION VAN DE CITADEL
feuilleton.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Donderdag 23 Juli 1925
in.
Gem. buiten!berichten.
DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND.
DE LIEFHEBBENDE ECHTGENOOT.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Nederlandsch fabrikaat
-
Officiëele Fransche kringen blijven optimistisch inzake de onderhan
delingen betreïfende het veiligheidspact en Duitschland's toetreden tot
den Volkenbond.
Onder de Radio-berichten: De Britsch(e vlootkwestie in het parlement.
Overeenstemming der mogendheden inzake China.
KRAKAU, 10 Juli.
Het bijeenvoegen van de drie stukken
Polen, die bij de onrechtmatige, politieke
verdeelingen van het einde der achttiende
eeuw even wederrechtelijk als onjuist zijn
uiteengescheurd, heeft de verschillen van
ethnographischén en anderen aard, die zich
toch reeds in elk land voordoen, nog een
weinig verscherpt. Maar men zou willen op
merken, dat Warschau, de hoofdstad van
Polen, die het geweest is van het begin der
zeventiende eeuw, daaraan is ontkomen.
Voornamelijk wel, omdat Warschau eigenlijk
een meer Westersche dan Oostersche stad
is. Op de grens liggend tusschen Oosten en
Westen, zijn de verschillen, die beide regio
nen van Europa scheiden, er niet sterk meer
gemarkeerd. Reeds onder de Russische over
heersching was Warschau Westersche stad,
met mooie ruime straten, en groote gebou
wen thans is zij het in nog sterker mate,
terwijl haar mondainiteit zeker niet is ver
minderd. Eenmaal hoofdstad van Polen
geworden, lieten de Poolsche koningen niets
na om haar te verfraaien. Dat is in het bij-
Zonder geschied door de Saksische Keur
vorsten, August de Sterke en August III.
Wanneer men nu het koninklijk kasteel ziet,
dat min of meer middenpunt vormt van het
oude, historische Warschau, ziet men ook
het monument, waarop deze beide Saksische
keurvorsten in het bijzonder hun stempel
hebben gedrukt. Het gebouw wordt niet ge
bruikt de minister-jpresident heeft zijn
woning in een der vele paleizen, die oor
spronkelijk aan de groote Poolsche geslach
ten behoorden, en die zich eenigszins gelijk
in Genua in de Doriastraat hier aaneenrijen
in de Krakauerstraat, die min of meer de
hartader van Warschau is. Daarnevens ik
er dan de Maarschalkstraat, genoemd naar
den maarschalk Bilinsky, die in den loop
der achttiende eeuw zooveel voor de ver
fraaiing van Warschau heeft gedaan, maat
deze is meer winkelstraat, terwijl zich in
de Krakauerstraat de groote en monumen
tale gebouwen bevinden. Daar is ook het
standbeeld van Polen's grooten dichter
Miekiewicz, die in de jaren van verdrukking
gedurende de achttiende en de negentiende
eeuw de Polen met zijn zangen een hart
onder den riem stak. Daar is ook de Univer
siteit, die vooral in de negentiende eeuw
tot stand kwam, al dateert de Warschauer
Universiteit van veel vroeger. Toch is die te
Krakau ouder het pleit voor de intellec-
tueele rol van Polen, dat deze laatste de
oudste is van geheel Noord-Europa; en, ziy
het ook slechts met enkele jaren, de Uni
versiteiten van Praag en Leipzig voorgaat.
Wie het niet zou weten, zou zich in War
schau niet, althans niet dadelijk, in een Pool
sche stad wanen. Warschau heeft dat eigen
aardige gemengde, dat nu eenmaal eigen is
aan steden, groote steden vooral, die op de
grenzen van het Oosten en het Westen lig-
gen. Warschau was, reeds onder de voor
malige Russische overheersching, eigenlijk
meer Westersche en Oostersche stad. Zij
gelijkt wat op Praag, maar is mondainer
zij gelijkt wat op Boedapest, maar is niet zoo
vastueus en gedeeltelijk leeg! Warschau
heeft prachtige paleizen, mooie kerken, goede
theaters, uitstekende hotels en restaurants.
Het grootste deel van het jaar is Warschau
de zetel van het hoofd der republiek, den
president, die op het Belvédère-slot, even
buiten de stad, woont. Hij heeft daar de
voormalige Russische gouverneurs-generaal
vervangen. Hier woonde in 1830 de broeder
van den Czaar, die er namens dezen het be
wind voerde. Hier ook hebben toen de eerste
vijandelijkheden tegen het Russisch gezag
plaats gehad hier is de opstand uitgebarsten,
die voor Polen zoo noodlottig zou eindigen.
Ja, eigenlijk waar men gaat, zet men in Po
len den voet op historischen bodem, en wat
altijd zoo sterk spreekt, op historisch-ro-
mantischen bodem. Maar, laten wij ons
vooral niet overgeven aan de fout om de
Polen slechts te zien als een romantisch
- volk zonder meer als roman- of operette
helden, maar laat ons ze zie®, staande mid-
len ih het dagelij ksch nuchtere leven, ge
lijk ze voor een groot deel zijn.
Maar Warschau is niet de Koningsstad
van Polen, en zeker niet de kroningsstad.
Dat is Krakau, hetwelk in de geschiedenis
althans alweer wordt voorafgegaan door
Thorn, sedert het opnieuw ontstaan der
Poolsche republiek weer met den ouden
Poolschen naam Torum genoemd, waar de
eerste Poolsche koningen begraven liggen.
Krakau biedt een geheel ander aspect dan
Warschau bieden kan. Dit is de echte oude
stad, met de ouden Wawel-burcht vol his
torische herinneringen met de kerk, waarin
achtereenvolgens de Poolsche koningen zijn
gekroond. Krakau is in vele opzichten een
heerlijke oude stad, de achtereenvolgende
regimes, die er na Polen's val hebben ge-
heerscht, hebben daaraan gelukkig weinig
kunnen of..,, willen veranderen. Krakau
kwam oorspronkelijk, na de betreffende dee
lingen, onder Oostenrijk het Weener Con
gres maakte er een afzonderlijk republiekj^
van, dat echter maar een dertig jaren bleef
b estaan. Daarna is Krakau opnieuw onder
Oostenrijksch bewind gekomen, maar de
Oostenrijkers.hebben den Wawel, den ko-
dinklijken burcht, veel meer gespaard dan
Vrii naai het Fransch.
Hij boog zich over de tafel. Hoe kon hij
tusschen al die papieren 't stuk vinden, dat
hij zoo gaarne had ingezien? D.at bundeltje
rechts?dat blaadje links?maar er
moest .gehandeld worden!.... Hij greep een
gevouwen blad, dat den stempel droeg van
den generalen .stafhij had het kunnen
uitschreeuwen van pleizier. Hij beet zich op
de lippen en las: Hel 141e en 113e reg.ment
infanterie, het 3de koloniale troepen, oogen-
blikkelijk in rust, worden aangewezen om
den aanval op Saint-Michiel te steunen,
welke door de 12e en 13e brigade moet
worden gedaan. Deze aanval zal op den
bovengenoemden datum plaats hebben.
Lucien vouwde het blad weer dicht en
deed zijn best zijn gezicht weer in de ge
wone plooi te zetten. Het gonsde nog in zijn
ooren, ten gevolge der ontroering nu hij het
voorwerp, dat hij zoo begierde zoo spoedig
had gevonden. Hij werd weer meester van
zich zelf en ging voor een prachtige gavure
staan, welke de slag van Jemappes voor
stelde. Toen de kapitein weer terugkwam,
riep hij uiU
ne Russchen^het in Warschau het koninklijk
kasteel deden. Krakau is ook de zetel van de
oudste Universiteit van het Noorden van
Europa, en een middenpunt gelijk overigens
Ook Warschau is van intellectueel leven.
Dicht daarbij zijn de beroemde zoutmijnen
van Wilicza, ook van Bochnia, zonder welke
gezien te hebben men nauwelijks kan be
weren in Polen te zijn geweest 1 Van Krakau
uit gaan bovendien de tochten naar het
meest wilde gedeelte van de Karpathen, die
op Poolsch grondgebied liggen voor het
overige loopt de Zuidgrens van Polen'zoo
danig, dat de lagere Noordelijke gedeelten
van het Karpathen-gebergte tot Polen en
de wilde Zuidelijke toppen tot Tsjecho-
Slowakije 'of Roemenië bchooren. Op den
weg van Warschau naar Krakau gaat men
langs Gzestochowa, ook wel het Poolsche
Lourdes genoemd, waar men het prachtige
klooster van Yasna Gora, zuiver vertaald:
de lichtende berg, aantreft. Dit is een pel
grimsoord van den eersten rang daarheen
gaan velen om in den vroegen ochtend, te
6 uur, onder muziek het allerkostbaarste,
het beeld van de Heilige Maagd, schitterend
rijk'oeladen met edelgesteenten, te zien voort
brengen. Zelfs onder diegenen, die hier
komen uit nieuwsgierigheid en niet uit ge-
loovigheid, is de indruk zoo groot, dat zij,
wellicht zonder hej: te willen en te weten,
zich ter aarde werpen gelijk de overigen.
Niets is er, dat in deze rustige, maar tegelijk
indrukwekkende omgeving de stilte en de aan
dacht verstoort, niets is er wat afleidt van
dezen Voorpost van het Katholiek geloof reeds
in de moeilijke jaren van het veldwinnend
begin 1
Polen is een land van een omvang van
386.000 K.M.2, een oppervlakte dus, die
negenmaal Nederland omvat, maar met
een aantal inwoners van slechts ruim
27 millioen, dus met een heel wat minder
dichte bevolking dan Nederland kent. De
afstanden, die men dan ook in Polen per, in
het algemeen goed geregeld, spoorwegwe
zen volbrengt, zijn niet gering. Degenen, die
Polen bezoeken, zullen in het'algemeen niet
nalaten om, zij het ook geheel in het Noord-
Oosten, naar Wilna trekken Wilna, dat een
punt van strijd tusschen Polen en Lithanen
was, maar dat bovendien karakteristiek is,
de overeenkomst uiterlijk althans met
het Russisch karakter vertoont en de nabij
heid van Rusland duidelijk demonstreert.
Zij zijn daar in een gedeelte van het Pool
sche land, waar groote bosschen nog,merk
baar zijn, zij het ook, dat de oorlog er gewel
dig veel schade heeft gedaan. Dat is in niet
mindere mate het geval in het palatinaat
van Nowogrodek, en wel het allersterkst in
Bialystok, Grodno aan de Njemen gelegen,
vroeger de tweede hoofdstad van Lithauen,
lag temidden van geweldige maagdelijke
bosschenhet nabijgelegen Bialowicza
vormde voor den oorlog het „nationale
park" van Polen, hetwelk echter door Duit-
sche en Russische troepen is verwoest, ter
wijl de bolsje'wiki er blijkbaar prijs op ge
steld hebben datgene wat nog overbleef ge
heel te vernielen. Hier is men in de nabij
heid van Brest Litovsk, vroeger een vrij
bloeiende stad, waarheen de Poolsche fa
brikanten zich begaven, toen de Russen
Lodz door tarieven trachtten te treffen.
Brest-Litovsk herinnert ons aan het sluiten
van den vrede tusschen Rusland en Duitsch-
land in 1918, aan den vuist op de tafel van
generaal Hoffmann. Brest-Litovsk is gelijk
het toen was het is geen stad meer, maar
eigenlijk een ruïne.
Polen is voor een niet gering gedeelte een
landbouwend, maar eveneens industrierijk
land. Naar het Westen en dat kan niet
verwonderen worden vooral de industrie-
rijke gebieden gevonden. Lodz op den weg
van Warschau naar Breslau, is het Poolsche
Manchester Kalisch, in dezelfde omgeving
gelegen,komt het in belangrijkheid nog geens
zins nabij, maar is vooral een gewichtig han
delscentrum. In Lodz met een bevolking
van 450.000 zielen, rijen zich de fabrieken
aaneen vooral de textielindustrie is er ont
wikkeld Anders weer in Kielce, waar de
metaalindustrie en het marmer hoogtij vie
ren. Weer anders in Posen en in Silezië,
zijnde dit laatste het gedeelte van het voor
malig Pruisische gebied van dien naam, dat
bij de bekende volksstemmingen aan Polen
is toegekend geworden. Hier is aan een be
paald gedeelte van Polen zoodanige autono
mie gegeven, dat, nevens de afgevaardigden
Voor den Poolschen Rijksdag, er gekozen
worden'afgevaardigden voor den eigen Sile-
zigchen Landdag. Kattowitz, Königshutte,
Teschen en tal van andere plaatsen, wier
vroeger zoo welbekend klinkende Duitsche
namen verpoolscht zijn en nog wat vreemd
aandoep, zijn hier de centra van verkeer
en van mijnbouw. Een gebied van groote
beteekenis voor de Poolsche nijverheid en de
verdere Poolsche ontwikkeling 1
Het oude Galicië, dat voor den oorlog
een vrij onafhankelijk deel van den federatie
ven Oostenrijk-Hongaarschen Staat vormde,
is in een aantal palatinaten verdeeld, waar
van dat van Leppol, naar de hoofdstad Leo-
pol of Lemberg genoemd, wel het voor
naamste is. Leopol zelf, in het Poolsch
Lwow, met een 219.000 inwoners, heeft een
groot verleden, gelijk trouwens ook Lublin,
Wat een prachtig stuk! Welk een vuur
in de oogen!..en
Zijn gelaat kreeg een kleur. Was de kapi
tein eenige oogenblikken vroeger binnen
gekomen, hij zou op heeterdaad zijn betrapt
geworden.
Niet waar? glimlachte Frequentin. En
mijn toestel?
Hier.
En weer kwamen de verklaringen over de
lippen van Fadi en luisterde de kapitein met
volle aandacht.
Hij wilde den indruk maken bescheiden
te zijn en ging onmiddellijk heen. In het
voorportaal ontmoette hij Jean, maar hij
wilde voorbij gaan. Jean hield hem echter
staande.
Zoo, zoo! Men kent zijn vrienden niet
meer, omdat men thans mijnheer is! Op zijn
beurt ook een welhebbende burger! Ja, ja!
Ik heb haast, ik ben alleen in den
winkel.
Waar? In welken winkel?
Boekhandel, St. PaulstraatHoe
gaat het met je?
Met mij? Voor altijd ontnuchterd, mom.
pelde Jean dof, maar ik heb geen berichten
van mijn familie.
Is je vader gevangen?
Ja, maar moeder en de zusjes? Het is
nu al veertien dagen geleden, dat vzij mij
verlaten hebben. Waarom laten zij niets van
zich hoor en?
mede in het Galicische gedeelte gelegen. Bei
de beschikken over mooie historische mo
numenten Leopol over een Universiteit,
die reeds in de zeventiende eeuw werd ge
sticht. De bekende Oostersche jaarmarkten
van Leopol geven een duidelijk bewijs, dat
hier Oosten en Westen samenkomen dat
bovendien hier de handel van Kieff aan den
eenen kant en Boekarest aan den anderen
kant zich vereenigt. Het gebied van Leopol
evenals het meer Zuidelijk gelegen van Tarno-
pol, is dat gedeelte van Polen, zich bevindend
in het Karpathen-slagveld van den grooten
oorlog. Vreeselijk is hier gevochten evenals
in de Dolomieten en in het Vlaamsche land
zijn nog de sporen van den krijg overal en
duidelijk merkbaar. Hier is ook het betrek
kelijk kleine Prmzemysl, een stadje van een
50.000 inwoners, liefelijk gelegen aan de San,
waarom tusschen de Russen en de Oosten
rijkers zoo fel is gestreden. De oorlog heeft
hier heel wat vertrapt en vernield.... en
waarvoor
Wanneer Polen zijn land verdeelt in zoo
genaamde palatinaten, telt men er 16, maar
één met een appendix. Dat is het Poolsche
Pommeren, waarbij Danzig geteld wordt.
Een detail, maar een detail, dat niet van be
lang ontbloot is. Toch is Danzig wie de
stad bezoekt, bemerkt het direct een ty
pisch voorbeeld van Duitsch Hanzeatischen
stedenbouw. Het Duitsch karakter in den
bouw en ook in de bevolking der stad is niet
te ontkennen. De aanspraken van Polen
zijn dan ook niet ethnographisch, maar
politiek en economisch, en ze zijn er daarom
niet minder sterk om, gesteld althans, dat
zij eens kans hebben om verwezenlijkt te
HOOFDSTUK XI.
Jean zou later de reden vernemen van
dit stilzwijgen, dat nu reeds drié weken
duurde en hem zwaar begon te drukken. De
vijand was, zooals iedereen zich herinnert,
met ontzettende snelheid voortgerukt en
vernielde alles op zijn doortocht. De meeste
inwoners van Noyon waren door dezen inval
verrast en hadden den tijd niet gehad om
te vluchten. De uitgewekenen van Verdun
moesten vöor den tweeden keer hun wei
nige zaken haastig inpakken en trachten het
achterland zoo spoedig mogelijk, meestal te
voet, zien te bereiken.
Mme. Daudrelle dacht reeds te vertrek
ken. toen de oudste harer dochters doot
roodvonk werd aangetast. De geheele fami
lie moest blijven en moest den Duitschen
ir. ral geduldig verdragen: men dacht even
wel, dat het van korten duur zou zijn On
mogelijk is het, de smarten te beschrijven,
welke deze arme moeder te lijden had. Bij
de vrees, welke de ziekte van het kind haar
veroorzaakte, kwam daarenboven nog de
vreeselijke smart niet in staat te zijn; haar
dochtertje de nooTge medicijnen te kunnen
geven. Zjj moest dikwijls een bad nemen, en
zij had slechts een kleinkuipje. Zij had zien
veel moeite gegeven om er een, krijgen,
maar er waren 'slechts enkele dozijnen te
Noyon, die door de Duitsche officieren wa
ren opgevorderd. Het meisje leed bitter veel
door de koorts en zij bad geen middel om
worden, uanzig heelt ruime navens, die
wel het hoofddeel der stad vormen. Het
moge dan zijn, 'dat Danzig, na in 1792 aan
Pruisen te zijn afgestaan, meer tot den rang
eener groote provinciestad is gedaald, de
Duitschers hebben in elk geval niets nage
laten om de stad in dien tijd te verfraaien
en te verbeteren. Danzig brengt ons onmid
dellijk „Madame Sans Gêne," de bekende
Marechall Lefebvre te binnen, een van de
maarschalken van Napoleon, die zich on
hoog werkte en, na de inneming van Danzig,
kort voor den vrede van Tilsit, met den titel
van Hertog van Danzig werd begiftigd. Het
moet in Danzig, zelf geweest zijn, dat hij
den spotter uit de oude Fransche aristocra
tie, die wat neerzag op hem en zijn strijd
makkers, toevoegde Gij mijne heeren,
telt Uw voorvaderen tot eeuwen terug; ik,
ik ben zelf voorvader 1 Danzig zal toen wel
heel anders geweest zijn dan tegenwoordig,
veel meer vesting. De ligging van Danzig
aan de Oostzee is uitnemend een natuur
lijke haven zooals er aan die zee niet zoo heel
vele worden gevonden. Vlak nabij Danzig,
per tram te bereiken, is het bekoorlijke
Oliva, en het niet minder bekoorlijke Zop-
pot, badplaatsen, waarheen de gemiddelde
Danziger zich gaarne begeeft. Daar, en
trouwens in het levendig verkeer in geheel
de stad zelve, bemerkt men niets of weinig
Van de politieke moeilijkheden, die er zich
voordoen. Daar gaat het leven ongestoord
zijn gang, al zal de latere geschiedschrijver,
gelijk die van de middeneeuwen en den te-
genwoordigen tijd ook doen, onwilleurig
den indru kwek ken als was er niets dan poli
tiek geharwar en verwarring
die te bestrijden; toen hare temperatuur
normaal werd en de eetlust terugkeerde,
weende de arme kleine dikwijls van honger.
Wat was ook hocderdvijftig gram brood per
dag voor een herstellend kind; en ofschoon
de moeder herhaaldelijk haar eigen deel aan
het kind afstond, kreeg' dit niet zijn gezonde
kleur terug, het bleef teer en zwak en ge
makkelijk vatbaar voor ziekte.
Dan kwam de dag, dat moeder voor den
vijand moest werken en hare hulp verleu
nen bij den landbouw; dit zware werk putte
spoedig hare krachten uit, omdat zij er niet
aan gewend wes.
Gedurende dezen smartelijken tijd gingen
de. kleintjes naar de school, aten op goed
geluk af, en hadden nauwelijks kleertjes
'genoeg aan het lijf voor den kouden winter.
Arme kindertjes, vroeger zoo zorgeloos en
opgeruimd, en thans onder den drifk eener
vreemde overheersching. Al hetgeen zij
verduurden veroorzaakte hunne moeder
zulk 'een harteleed Dat werd nog .heviger
wanneer hare gedachten -naar den gelief
den echtgenoot gingen, van wien zij niets
meer gehoord had. Wanneer zij zch des
avonds, uitgeput van vermoeienis on een
ellendg stroobed uitstrekte, weende zij. en
werd in de stilte van den nacht, lange, lange
uren door hare ijselijke ongerustheid ge
kweld; hare tranen werden onderbroken
door vurige gebeden voor dengene die ver
dwenen was, terwijl zij maar niet kw veron
derstellen dat hij dood was.
de bezetting van Duitsch gebied verwacht.
Het tweede hoofdstuk heeft betrekking
op de sluiting van arbitrageverdragen en op
de in de nota van Briand ontwikkelde denk
beelden van een geallieerde of Fransche waar
borging dier verdragen.
Het betoog van den heer Stresemann
toont dat Duitschland blijft staan op het
standpunt, dat van een stabilisatie van den
status quo in het Oosten geen sprake kan
zijn.
Het derde hoofdstuk, dat betrekking heeft
op den Volkenbond leert, dat Duitschland
vasthoudt aan zijn bezwaren tegen een on
voorwaardelijke toetreding tot den Bond.
Hier is de heer Stresemann waarlijk zeer
handig.
Hij heeft geen pnncipieele bezwaren te
gen de samenkoppeling van het veiligheids
pact en de aansluiting bij den Volkenbond.
Dat is een zeer belangrijke verklaring....
maar Duitschland heeft wel een practisch
bezwaar tegen een onvoorwaardelijke toe
treding tot den Volkenbond, dat echter on
dervangen zou kunnen worden als men tot
een algemeene ontwapening zou overgaan
en Duitschland dus in militair opzicht in een
gelijke positie zou komen als de andere le
den van den Volkenbond. Dat wil zeggen
van een onvoorwaardelijke toetreding van
Duitschland kan geen sprake zijn.
Men ziet het In den vorm al vriendelijk
heid en toenadering en erkenning van het
standpunt der tegenpartij, maar in het we
zen een volkomen handhaving van de Duit
sche opvatting.
En in het gunstigste geval zal nog een
lange, lange weg moeten worden afgelegd
voor het Veiligheidspact bereikt is.
Van de nota van Stresemann is ten slotte
hetzelfde te zeggen als van die van Briand
van 16 Juni de verdienste er van is dat het
dien weg niet afsluit en verdere besprekingen
niet onmogelijk maakt.
DE DUITSCHE TARIEVENQUAESTIE.
Volgens de „Vorwarts" is Dinsdagavond
tusschen de Duitsche regeeringspartijen het
compromis betreffende de wetsontwerpen
op de beschermende invoerrechten tot stand
gekomen.
In hoofdzaak komt het hierop neer, dat
de minimum-invoerrechten op graan uit de
wet wegvallen, maar daarvoor in de plaats
komt een bindende overeenkomst, volgens
welke handelsverdragen niet worden ge
sloten zonder een invoerrecht van 3.50 M.
voor de dubb. centenaar tarwe en 3.M.
voor de dubbele centenaar rogge. In plaats
van de minimum rechten voor graan komen
die voor vee en vleesch.
Het Centrum heeft dus volgens deze
regeling zijn tegenstand opgegeven en schaart
zich in zijn geheel aan de zijde der regeering.
De soc.-dem. partij heeft in den rijksdag
een uitvoerig uitgewerkt tegenvoorstel inge
diend, waarin de regeering wordt verzocht
in den vorm van een wetsontwerp een in
bijzonderheden uitgewèrkt program voor een
intensieve verbetering van de landbouw
productie in te dienen.
Practische beteekenis heeft dit tegenvoor
stel natuurlijk niet, daar vaststaat, dat het
regeeringsontwerp, dat de protectie uitbreidt,
zal worden aangenomen.
AMNESTIE.
De rijksraad heeft Dinsdag het wetsont
werp inzake een beperkte amnestie ter ge
legenheid der verkiezing van den nieuwen
rijkspresident aangenomen.
DE HITTE TE BERLIJN DUURT
VOORT.
De hittegolf duurt ook in Duitschland
voort, doch vooral iri Berlijn, waar de tem
peratuur tot 34 gr. C. gestegen is. Ook
doet zich in eenige stadsgedeelten weer
watergebrek voor. Verschillende doodelijke
ongevallen tengevolge van de warmte worden
gemeld.
HET CONFLICT IN DE BRITSCHE
MIJNIKDUSTRIE.
De Btritsclie regeering heeft den Post-
qiaster General, Sir William Mitschell Thom
son, benoemd tot voorzitter van een com
missie, die belast is met het .voorbereiden van
maatregelen, met het oog op eventueele moei
lijkheden in de industrie.
Het aantaal werkloozen in Engeland be
droeg op 13 Juli 1.248.500, d.i. 51.850 minder
dan een week tevoren, doch 222.507 meer
dan verleden jaar.
ROEMENIE'S SCHULD AAN DE V. S.
De. minister van buitenlandsche zaken
te Boekarest heeft den Amerikaanschen zaak
gelastigde meegedeeld, dat de Roemeensche
regeering besloten heeft een commissie naar
Washington te zenden, teneinde met de
Amerikaansche regeering te overleggen, op
welke grondslagen men tot een schtkking*zou
kunnen komen betreffende de Roemeensche
schulden.
DE AMERIKAANSCHE REGEERINGS-
VLOOT.
Palmer, de president van de Emergency
Fleet Corporation, heeft de Shipping Board
geadviseerd, het aanbod van Henry Ford
om 200 opgelegde schepen van de regeerings-
vloot over te nemen voor 1.706.000 dollar, te
aanvaarden.
NACHTELIJK AVONTUUR.
De doodelijke schrik van mijnheer Ban-
cherd toen hij, op zoek naar een inbreker,
op baby's pratende pop trapte.
RAAK.
Zij droeg 'n mantel van t'jgerhuid. Hij waS
op de tijgerjacht in Afrika geweest.
Hij: „Net zoo'n tijger als jij nu draagt, heb
ik in Afrika neergeschoten."
Zij: „Wat je zegt! Ook 'n nagemaakte?"
GOOCHEM.
„Hoe oud is uw koe?"
„Twee jaar."
„Hoe kunt u dat zien?"
„Aan de horens."
„O ja! Ik zie 't. Zij heeft er maar twee...„"
Een man, die niet ten onrechte als eefl
egoïst bekend stond, zat een paar dagen ge
leden in een eerste klasse coupé van den
<--'■* AmsterdamDen Haag. Zijn vrouw
die hij natuurlijk ook niet verwend heeft, zat
tegenover hem.
„Liefste," vroeg de echtgenoot eensklaps
op een zoo bezorgden toon als mevrouw nog
nooit uit zijn mond gehoord had „liefste,
zit je daar wel goed in dat hoekje?"
„Zeer goed, dank je."
„Voel je geen tocht?"
„Volstrekt niet."
„Heb je geen hinder van den kolendamp?'
„In het minst niet."
„Laten we dan ruilen."
1
DE BEWEGING TEGEN DE VREEM
DELINGEN.
De Chineesche Kamer van Koophandel
ontkent, dat zij een resolutie heeft aangeno
men, waarbij zij de beboeting aanbeveelt vac
de kooplieden, die niet deelnemen aan den
boycot van de Britten en Japanners, welke
30 Juli zal moeten beginnen.
In de Juli-aflevering van het maandblad
van de Vereeniging „Nederlandsch Fabri
kaat" treffen wij vooreerst aan
Een overzicht van hetgeen de vereeniging
in de laatste maand deed. Het blijkt uit deze
sobere opsomming van feiten, dat het terrein,
dat deze vereeniging bestrijkt, zeer veel om
vattend is.
In het bijzonder zij de aandacht gevestigd
op een plan, om met bahulp van de verschil
lende Kamers van Koophandel en Fabrieken
in het bezit te komen van een verfilming var
de Nederlandsche Nijverheid, die, aangevat
op de wijze, als door „Nederlandsch Fabri
kaat" voorgesteld, het mogelijk zou doen zijn,
met geringe kosten een beeld in film te krij
gen van de geheele Nederlandsche Nijverheid
dat vrijwel volmaakt zou kunnen ,worden ge
noemd.
De heer Ir. S. v. Ravesteijn geeft een be
schouwing over het onderwerp „Neder
landsch Fabrikaat en de Kunstnijverheid".
De schrijver vestigt o.a. de aandacht erop,
dat met trots kan worden vastgesteld, dat er
geen gebied van kunstnijverheid is, welks ont
werpen niet door de Nederlandshe industrie
kunnen worden uitgevoerd en gelukkig als
regel dan ook bijna steeds door haar worden
vervaardigd.
In de bijdrage „Reclame" wordt een en an
der over dit onderwerp medegedeeld. Aar
het slot komt de schrijver tot de overtuiging
dat als toekomstige ontwikkeling kan worden
gezien de „Collectieve" reclame, waarbij niet
elk fabrikant zich bepaalt tot zijn merk en
zijn artikel, doch waarbij een reclame kan
worden gemaakt voor het verbruik van be
paalde artikelen in het algemeen.
In een artikel „Perspectieven" wordt de
aandacht gevestigd op artikelen, die nog niet
hier te lande worden vervaardigd, maar die
volgens oordeel van den schrijver, wel daar
voor in aanmerking zouden komen. In het
bijzonder wordt in dit artikel een beschou
wing gegeven over het artikel „lintzagen."
Tenslotte zij nog de aandacht gevestigd op
het verslag der Textielschool te Tilburg ovet
het jaar 1924, waarbij is opgenomen een af
beelding van de Mechanische Weverij var
deze school.
Dc Duitsche nota.
De eerste indruk van de Duitsche nota
was te Parijs nogal bevredigend geweest. Men
was ermee ingenomen, dat zij verdere be
sprekingen toeliet, en vooral dat niet aange
drongen werd op onmiddellijke bijeenkomst
eener conferentie, die voor Frankrijk volstrekt
onaannemelijk was. Ook bleek van invloed de
commentaar van von Hösch bij de overrei
king, die verklaard had, dat men niet te veel
aan de woorden hechten moest, die veelal
aldus gekozen waren om de binnenlandsche
tegenstanders der Duitsche regeering te
verzoenen, maar dat de nadruk behoorde te
worden gelegd op den wensch tot overeen
stemming te komen.
Briand, in wiens lijn dit trouwens ligt,
oefende daarom invloed op enkele voornan e
Fransche journalisten, schrijvers over bui
tenlandsche politiek, om zich toch vooral
niet te afkeurend uit te laten. Nu echter de
tekst zelf gepubliceerd is, ontstaat zekere
teleurstelling en hernemen vooral de meer
rechts georienteerde bladen de rol van waar-
schuwers om toch vooral niet op deze listige
Duitsche eischen in te gaan.
In den redelijksten vorm erkennen deze
commentaren, dat Stresemann, wiens han
digheid geprezen wordt, op verschillende
punten tot Briand's stelling genaderd is. Hij
erkent, dat het sluiten van het pact op zich
zelf geen wijziging kan brengen in de be
staande verdragen. Hij laat het sluiten van
het pact niet afhangen van wijziging in de
Rijnbezetting of ontruiming van Keulen.
Hij verzet zich niet tegen het verband door
de geallieerden gelegd tusschen de veiligheid
en de toetreding van Duitschland tot den
Volkenbond, maar dadelijk wordt daar bij
gevoegd, dat deze zoogenaamde concessies
slechts schijnen te moeten dienen om aller
lei reserves te maken, waarvan er verschil
lende door Frankrijk volstrekt verworpen
moeten worden.
Zoo verklaart men, dat het natuurlijk is
dat later, indien het pact langzamerhand
een betere stemming heeft gewekt, de voor
waarden der bezetting gewijzigd worden
maar dat er geen sprake' van is dat men
thans reeds zal laten tornen aan de artike
len van hét verdrag, die de waarborgen der
bezetting regelen. Eveneens is dit het ge
val met de sancties voor de nietnakoming
der voorwaarden voor de schadevergoeding
of ontwapening, die onaantastbaar blijven,.
Ten aanzien van de arbitrage zal Frankrijk
zich zeker niet vergenoegen met bepalingen
als die in het verdrag tusschen Duitschland
en Zwitserland, waar die arbitrage niet eens
verplichtend is.
Resumeerende merkt men op, dat uit den
zoozeer verschillenden toon van de Fransche
en de Duitsche nota blijkt, dat Frankrijk
slechts denkt aan één ding de veiligheid,
terwijl Duitschland er op allerlei gebied
voordeelen uit slaan wil. Deze opmerking
vindt men zelfs in de zeer internationaal ge
zinde pers. Zoo schrijft de „Quotidien"
weliswaar sluit Duitschland de deur niet voor
verdere onderhandelingen, maar in wer-
kelijkheid doet het geen enkele concessie."
Het blad voorziet dan ook uiterst langdurige
besprekingen.
Toon en vorm van de Duitsche nota van
antwoord Waarborgen de mogelijkheid van
deze voortzetting der besprekingen. Verme
den is, en in dit opzicht is de heer Strese-
rhann de Duitsch-nationalen de baas geble
ven, vermeden is alles wat een voortzetting
van de onderhandelingen zou hebben be-
bemoeilijkt, en een door Duitschland ge-
wenschtë conferentie vocy goed onmoge
lijk zou hebben gemaakt. Niettemin kun
nen natuurlijk de Duitsche bedoelingen niet
geheel en al verborgen worden gehouden
en zoo is het dan ook te verklaren, dat de
kennismaking met den tekst van het Duit
sche antwoord de rechtsche bladen in Frank
rijk heeft opgeschrikt. De woordvoerders
van het Fransche nationalisme, zooals Per-
tinax en Buré, betoogen dan ook al reeds,
dat men verstandig zal doen de heele zaak in
den doofpot te stoppen, omdat het gevaarlijk
is zich in te laten met de Duitschers die niets
anders willen dan de omverwerping van het
bouwwerk van Versailles.
Van hun standpunt spreken Pertinax en
zijn geestverwanten aldus terecht, want als
men van meening is dat bij de onderhande
lingen over een westelijk veiligheidspact van
geven en nemen geen sprake kan zijn, doet
men zeker het verstandigst en eerlijkst geen
onderhandelingen te beginnen
Zoo is echter niet het standpunt van de
wederzijdsche leidende staatslieden. Zij stre
ven er slechts wederkeerig naar zoo min
mogelijk te geven en zdoveel mogelijk te ne
men en zoo blijft er dus nog altijd een kans
je op een bevredigende oplossing. Al is dat
kansje ook klein, nu zoowel uit de nota
van Briand, als uit die van Stresemann blijkt
hoe volkomen tegenstrijdig de bedoelingen
zijn, die men te Parijs en te Berlijn hoopt te
kunnen bereiken.
De Duitsche nota is in drie deelen ge
splitst. In de eerste plaats verklaart de Duit
sche regeering zich voldaan over de princi-
cipieele bereidverklaring van de Fransche
regeering en hare geallieerden tot gedach-
tenwisseling over het vraagstuk van vrede
en verzoening en geeft zij de verzekering
in een zelfden geest van toenadering hare
meening te zullen uiteen zetten. Zij erkent
daarbij, dat haar initiatief geen verandering
van de bestaande verdragen ten doel heeft,
maar merkt toch tevens op, dat niet voor al
tijd de mogelijkheid mag worden uitgesloten
om in vriendschappelijk overleg bestaande
verdragen te eeniger tijd te wijzigen.
De Duitsche regeering erkent dan, dat de
sluiting van een veiligheidspact niet afhan
kelijk mag worden gesteld van een wijziging
van de verdragsbepalingen in zake de mili
taire bezetting van Duitsch gebied.
Zoo is ook het standpunt van Briand.
Maar de Duitsche regeering laat onmiddel
lijk hierop volgen, dat de totstandkoming
van een waarborgsverdrag toch wel zal rea-
geeren op het vraagstuk der bezetting. En
zij erkent dus hiermede, dat zij van het vei
ligheidspact dus toch wel degelijk een wij
ziging van de verdragsbepalingen omtrent
Dagelijks ook dacht zij aan Jean. Wat
had hij gelijk gehad in zijn geboortestad te
blijven! Maar hoe ging het hem? Onder
ging hij den invloed van goede vrienden, of
gaf hij zich aan deo drank over?Neen,
zoo iets kon niet mogelijk zijn!.... Zsj
wrong hare handen in wanhoop! Om weer
tot kalmte te komen stond zij dan cp en
ging bij de slapende kinderen staan, die
door den glans van het maanlicht bestraald
werden. Haar hart werd opgefrischt bij het
zien van die reine engelenkopjes, en zij
luisterde met welgevallen naar hunne re
gelmatige ademhaling; maar langzamerhand
maakte zich een nieuwe kwelling van haar
meester. Wat zou er van hare knderen wor
den, die zoo veel ontberingen moesten ver
duren, die den heelen dag van haar geschei
den waren en die misschien onwillekeurig
minder aanhankelijk zouden worden! Dat
was te veel! Marie viel dan op de knieën
en smeekte de moeder Gods deze lieve
hoofden te beschutten voor alle leed en
alle pijn
La^t in den nacht ontrukte een korte rust
haar aan hare vreeselijke gedachten, om bij
het ontwaken opflieuw hare smartelijke
lasten te torschen.
Tegen het einde van October dacht Jean
bedroefd na over het lot der zijnen, want
een vrouw uit zijne buurt, welke uit Noyon
vertrokken was, had hem geschreven dat
moeder Duadrelle aldaar gebleven was. Hij
vroeg zich af wat er van hen zou geworden.
Zijn gevoelig hart deed pijn wanneer hij aar
zijne dierbare kleine zusjes dacht, die reeds
zoo vroeg door de beproeving bezocht wer
den.
Je ziet er treurig uit. jongen, zeide
hem eens daags de generaal Iets niet in
orde?
Pardon, generaal, met mij wel, maar ik
ben ongerust over de zusjes.
Arme jongen! De Duitschers blijven niet
altijd te Noyon
Dat denk ik ook wel. generaal ant
woordde Jean, wiens oogen, de prachtige
zwarte oogen, vuur schoten; maar het is
toch hard dat men op het óogenblik niet»
doen kan
Wie spreekt hier van niets doen? riep
de aalmoezenier uit, die juist was aangeko
men. Men kan altijd iets doen.
Gelooft u dat, eerwaarde? Welnu, wat
kan ik dan doen om*te voorkomen dat mijn
stiefmoeder en mijn zusjes van honger t»
Noyon sterven?
Beste jongen, en hij legde zijn hand op
de schouders van Jean, je kunt en je moe'
iets doen.
Ja maar, Wat dan?
Bidden!.... Het gebed is het machtigsti
wapen.
Is dat alles? grinnikte Jean. Bidt maar
zooveel u wilt; ik doe er niet aan, ik wee.'
heel goed dat dat alles maar illusies zijn.
[Wordt
volgd.)