EVENTJES LACHEN. BRIEVEN UIT POLEN. DE SPION VAN DE CITADEL feuilleton. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Donderdag 23 Juli 1925 in. Gem. buiten!berichten. DE WERKLOOSHEID IN ENGELAND. DE LIEFHEBBENDE ECHTGENOOT. HANDEL EN NIJVERHEID. Nederlandsch fabrikaat - Officiëele Fransche kringen blijven optimistisch inzake de onderhan delingen betreïfende het veiligheidspact en Duitschland's toetreden tot den Volkenbond. Onder de Radio-berichten: De Britsch(e vlootkwestie in het parlement. Overeenstemming der mogendheden inzake China. KRAKAU, 10 Juli. Het bijeenvoegen van de drie stukken Polen, die bij de onrechtmatige, politieke verdeelingen van het einde der achttiende eeuw even wederrechtelijk als onjuist zijn uiteengescheurd, heeft de verschillen van ethnographischén en anderen aard, die zich toch reeds in elk land voordoen, nog een weinig verscherpt. Maar men zou willen op merken, dat Warschau, de hoofdstad van Polen, die het geweest is van het begin der zeventiende eeuw, daaraan is ontkomen. Voornamelijk wel, omdat Warschau eigenlijk een meer Westersche dan Oostersche stad is. Op de grens liggend tusschen Oosten en Westen, zijn de verschillen, die beide regio nen van Europa scheiden, er niet sterk meer gemarkeerd. Reeds onder de Russische over heersching was Warschau Westersche stad, met mooie ruime straten, en groote gebou wen thans is zij het in nog sterker mate, terwijl haar mondainiteit zeker niet is ver minderd. Eenmaal hoofdstad van Polen geworden, lieten de Poolsche koningen niets na om haar te verfraaien. Dat is in het bij- Zonder geschied door de Saksische Keur vorsten, August de Sterke en August III. Wanneer men nu het koninklijk kasteel ziet, dat min of meer middenpunt vormt van het oude, historische Warschau, ziet men ook het monument, waarop deze beide Saksische keurvorsten in het bijzonder hun stempel hebben gedrukt. Het gebouw wordt niet ge bruikt de minister-jpresident heeft zijn woning in een der vele paleizen, die oor spronkelijk aan de groote Poolsche geslach ten behoorden, en die zich eenigszins gelijk in Genua in de Doriastraat hier aaneenrijen in de Krakauerstraat, die min of meer de hartader van Warschau is. Daarnevens ik er dan de Maarschalkstraat, genoemd naar den maarschalk Bilinsky, die in den loop der achttiende eeuw zooveel voor de ver fraaiing van Warschau heeft gedaan, maat deze is meer winkelstraat, terwijl zich in de Krakauerstraat de groote en monumen tale gebouwen bevinden. Daar is ook het standbeeld van Polen's grooten dichter Miekiewicz, die in de jaren van verdrukking gedurende de achttiende en de negentiende eeuw de Polen met zijn zangen een hart onder den riem stak. Daar is ook de Univer siteit, die vooral in de negentiende eeuw tot stand kwam, al dateert de Warschauer Universiteit van veel vroeger. Toch is die te Krakau ouder het pleit voor de intellec- tueele rol van Polen, dat deze laatste de oudste is van geheel Noord-Europa; en, ziy het ook slechts met enkele jaren, de Uni versiteiten van Praag en Leipzig voorgaat. Wie het niet zou weten, zou zich in War schau niet, althans niet dadelijk, in een Pool sche stad wanen. Warschau heeft dat eigen aardige gemengde, dat nu eenmaal eigen is aan steden, groote steden vooral, die op de grenzen van het Oosten en het Westen lig- gen. Warschau was, reeds onder de voor malige Russische overheersching, eigenlijk meer Westersche en Oostersche stad. Zij gelijkt wat op Praag, maar is mondainer zij gelijkt wat op Boedapest, maar is niet zoo vastueus en gedeeltelijk leeg! Warschau heeft prachtige paleizen, mooie kerken, goede theaters, uitstekende hotels en restaurants. Het grootste deel van het jaar is Warschau de zetel van het hoofd der republiek, den president, die op het Belvédère-slot, even buiten de stad, woont. Hij heeft daar de voormalige Russische gouverneurs-generaal vervangen. Hier woonde in 1830 de broeder van den Czaar, die er namens dezen het be wind voerde. Hier ook hebben toen de eerste vijandelijkheden tegen het Russisch gezag plaats gehad hier is de opstand uitgebarsten, die voor Polen zoo noodlottig zou eindigen. Ja, eigenlijk waar men gaat, zet men in Po len den voet op historischen bodem, en wat altijd zoo sterk spreekt, op historisch-ro- mantischen bodem. Maar, laten wij ons vooral niet overgeven aan de fout om de Polen slechts te zien als een romantisch - volk zonder meer als roman- of operette helden, maar laat ons ze zie®, staande mid- len ih het dagelij ksch nuchtere leven, ge lijk ze voor een groot deel zijn. Maar Warschau is niet de Koningsstad van Polen, en zeker niet de kroningsstad. Dat is Krakau, hetwelk in de geschiedenis althans alweer wordt voorafgegaan door Thorn, sedert het opnieuw ontstaan der Poolsche republiek weer met den ouden Poolschen naam Torum genoemd, waar de eerste Poolsche koningen begraven liggen. Krakau biedt een geheel ander aspect dan Warschau bieden kan. Dit is de echte oude stad, met de ouden Wawel-burcht vol his torische herinneringen met de kerk, waarin achtereenvolgens de Poolsche koningen zijn gekroond. Krakau is in vele opzichten een heerlijke oude stad, de achtereenvolgende regimes, die er na Polen's val hebben ge- heerscht, hebben daaraan gelukkig weinig kunnen of..,, willen veranderen. Krakau kwam oorspronkelijk, na de betreffende dee lingen, onder Oostenrijk het Weener Con gres maakte er een afzonderlijk republiekj^ van, dat echter maar een dertig jaren bleef b estaan. Daarna is Krakau opnieuw onder Oostenrijksch bewind gekomen, maar de Oostenrijkers.hebben den Wawel, den ko- dinklijken burcht, veel meer gespaard dan Vrii naai het Fransch. Hij boog zich over de tafel. Hoe kon hij tusschen al die papieren 't stuk vinden, dat hij zoo gaarne had ingezien? D.at bundeltje rechts?dat blaadje links?maar er moest .gehandeld worden!.... Hij greep een gevouwen blad, dat den stempel droeg van den generalen .stafhij had het kunnen uitschreeuwen van pleizier. Hij beet zich op de lippen en las: Hel 141e en 113e reg.ment infanterie, het 3de koloniale troepen, oogen- blikkelijk in rust, worden aangewezen om den aanval op Saint-Michiel te steunen, welke door de 12e en 13e brigade moet worden gedaan. Deze aanval zal op den bovengenoemden datum plaats hebben. Lucien vouwde het blad weer dicht en deed zijn best zijn gezicht weer in de ge wone plooi te zetten. Het gonsde nog in zijn ooren, ten gevolge der ontroering nu hij het voorwerp, dat hij zoo begierde zoo spoedig had gevonden. Hij werd weer meester van zich zelf en ging voor een prachtige gavure staan, welke de slag van Jemappes voor stelde. Toen de kapitein weer terugkwam, riep hij uiU ne Russchen^het in Warschau het koninklijk kasteel deden. Krakau is ook de zetel van de oudste Universiteit van het Noorden van Europa, en een middenpunt gelijk overigens Ook Warschau is van intellectueel leven. Dicht daarbij zijn de beroemde zoutmijnen van Wilicza, ook van Bochnia, zonder welke gezien te hebben men nauwelijks kan be weren in Polen te zijn geweest 1 Van Krakau uit gaan bovendien de tochten naar het meest wilde gedeelte van de Karpathen, die op Poolsch grondgebied liggen voor het overige loopt de Zuidgrens van Polen'zoo danig, dat de lagere Noordelijke gedeelten van het Karpathen-gebergte tot Polen en de wilde Zuidelijke toppen tot Tsjecho- Slowakije 'of Roemenië bchooren. Op den weg van Warschau naar Krakau gaat men langs Gzestochowa, ook wel het Poolsche Lourdes genoemd, waar men het prachtige klooster van Yasna Gora, zuiver vertaald: de lichtende berg, aantreft. Dit is een pel grimsoord van den eersten rang daarheen gaan velen om in den vroegen ochtend, te 6 uur, onder muziek het allerkostbaarste, het beeld van de Heilige Maagd, schitterend rijk'oeladen met edelgesteenten, te zien voort brengen. Zelfs onder diegenen, die hier komen uit nieuwsgierigheid en niet uit ge- loovigheid, is de indruk zoo groot, dat zij, wellicht zonder hej: te willen en te weten, zich ter aarde werpen gelijk de overigen. Niets is er, dat in deze rustige, maar tegelijk indrukwekkende omgeving de stilte en de aan dacht verstoort, niets is er wat afleidt van dezen Voorpost van het Katholiek geloof reeds in de moeilijke jaren van het veldwinnend begin 1 Polen is een land van een omvang van 386.000 K.M.2, een oppervlakte dus, die negenmaal Nederland omvat, maar met een aantal inwoners van slechts ruim 27 millioen, dus met een heel wat minder dichte bevolking dan Nederland kent. De afstanden, die men dan ook in Polen per, in het algemeen goed geregeld, spoorwegwe zen volbrengt, zijn niet gering. Degenen, die Polen bezoeken, zullen in het'algemeen niet nalaten om, zij het ook geheel in het Noord- Oosten, naar Wilna trekken Wilna, dat een punt van strijd tusschen Polen en Lithanen was, maar dat bovendien karakteristiek is, de overeenkomst uiterlijk althans met het Russisch karakter vertoont en de nabij heid van Rusland duidelijk demonstreert. Zij zijn daar in een gedeelte van het Pool sche land, waar groote bosschen nog,merk baar zijn, zij het ook, dat de oorlog er gewel dig veel schade heeft gedaan. Dat is in niet mindere mate het geval in het palatinaat van Nowogrodek, en wel het allersterkst in Bialystok, Grodno aan de Njemen gelegen, vroeger de tweede hoofdstad van Lithauen, lag temidden van geweldige maagdelijke bosschenhet nabijgelegen Bialowicza vormde voor den oorlog het „nationale park" van Polen, hetwelk echter door Duit- sche en Russische troepen is verwoest, ter wijl de bolsje'wiki er blijkbaar prijs op ge steld hebben datgene wat nog overbleef ge heel te vernielen. Hier is men in de nabij heid van Brest Litovsk, vroeger een vrij bloeiende stad, waarheen de Poolsche fa brikanten zich begaven, toen de Russen Lodz door tarieven trachtten te treffen. Brest-Litovsk herinnert ons aan het sluiten van den vrede tusschen Rusland en Duitsch- land in 1918, aan den vuist op de tafel van generaal Hoffmann. Brest-Litovsk is gelijk het toen was het is geen stad meer, maar eigenlijk een ruïne. Polen is voor een niet gering gedeelte een landbouwend, maar eveneens industrierijk land. Naar het Westen en dat kan niet verwonderen worden vooral de industrie- rijke gebieden gevonden. Lodz op den weg van Warschau naar Breslau, is het Poolsche Manchester Kalisch, in dezelfde omgeving gelegen,komt het in belangrijkheid nog geens zins nabij, maar is vooral een gewichtig han delscentrum. In Lodz met een bevolking van 450.000 zielen, rijen zich de fabrieken aaneen vooral de textielindustrie is er ont wikkeld Anders weer in Kielce, waar de metaalindustrie en het marmer hoogtij vie ren. Weer anders in Posen en in Silezië, zijnde dit laatste het gedeelte van het voor malig Pruisische gebied van dien naam, dat bij de bekende volksstemmingen aan Polen is toegekend geworden. Hier is aan een be paald gedeelte van Polen zoodanige autono mie gegeven, dat, nevens de afgevaardigden Voor den Poolschen Rijksdag, er gekozen worden'afgevaardigden voor den eigen Sile- zigchen Landdag. Kattowitz, Königshutte, Teschen en tal van andere plaatsen, wier vroeger zoo welbekend klinkende Duitsche namen verpoolscht zijn en nog wat vreemd aandoep, zijn hier de centra van verkeer en van mijnbouw. Een gebied van groote beteekenis voor de Poolsche nijverheid en de verdere Poolsche ontwikkeling 1 Het oude Galicië, dat voor den oorlog een vrij onafhankelijk deel van den federatie ven Oostenrijk-Hongaarschen Staat vormde, is in een aantal palatinaten verdeeld, waar van dat van Leppol, naar de hoofdstad Leo- pol of Lemberg genoemd, wel het voor naamste is. Leopol zelf, in het Poolsch Lwow, met een 219.000 inwoners, heeft een groot verleden, gelijk trouwens ook Lublin, Wat een prachtig stuk! Welk een vuur in de oogen!..en Zijn gelaat kreeg een kleur. Was de kapi tein eenige oogenblikken vroeger binnen gekomen, hij zou op heeterdaad zijn betrapt geworden. Niet waar? glimlachte Frequentin. En mijn toestel? Hier. En weer kwamen de verklaringen over de lippen van Fadi en luisterde de kapitein met volle aandacht. Hij wilde den indruk maken bescheiden te zijn en ging onmiddellijk heen. In het voorportaal ontmoette hij Jean, maar hij wilde voorbij gaan. Jean hield hem echter staande. Zoo, zoo! Men kent zijn vrienden niet meer, omdat men thans mijnheer is! Op zijn beurt ook een welhebbende burger! Ja, ja! Ik heb haast, ik ben alleen in den winkel. Waar? In welken winkel? Boekhandel, St. PaulstraatHoe gaat het met je? Met mij? Voor altijd ontnuchterd, mom. pelde Jean dof, maar ik heb geen berichten van mijn familie. Is je vader gevangen? Ja, maar moeder en de zusjes? Het is nu al veertien dagen geleden, dat vzij mij verlaten hebben. Waarom laten zij niets van zich hoor en? mede in het Galicische gedeelte gelegen. Bei de beschikken over mooie historische mo numenten Leopol over een Universiteit, die reeds in de zeventiende eeuw werd ge sticht. De bekende Oostersche jaarmarkten van Leopol geven een duidelijk bewijs, dat hier Oosten en Westen samenkomen dat bovendien hier de handel van Kieff aan den eenen kant en Boekarest aan den anderen kant zich vereenigt. Het gebied van Leopol evenals het meer Zuidelijk gelegen van Tarno- pol, is dat gedeelte van Polen, zich bevindend in het Karpathen-slagveld van den grooten oorlog. Vreeselijk is hier gevochten evenals in de Dolomieten en in het Vlaamsche land zijn nog de sporen van den krijg overal en duidelijk merkbaar. Hier is ook het betrek kelijk kleine Prmzemysl, een stadje van een 50.000 inwoners, liefelijk gelegen aan de San, waarom tusschen de Russen en de Oosten rijkers zoo fel is gestreden. De oorlog heeft hier heel wat vertrapt en vernield.... en waarvoor Wanneer Polen zijn land verdeelt in zoo genaamde palatinaten, telt men er 16, maar één met een appendix. Dat is het Poolsche Pommeren, waarbij Danzig geteld wordt. Een detail, maar een detail, dat niet van be lang ontbloot is. Toch is Danzig wie de stad bezoekt, bemerkt het direct een ty pisch voorbeeld van Duitsch Hanzeatischen stedenbouw. Het Duitsch karakter in den bouw en ook in de bevolking der stad is niet te ontkennen. De aanspraken van Polen zijn dan ook niet ethnographisch, maar politiek en economisch, en ze zijn er daarom niet minder sterk om, gesteld althans, dat zij eens kans hebben om verwezenlijkt te HOOFDSTUK XI. Jean zou later de reden vernemen van dit stilzwijgen, dat nu reeds drié weken duurde en hem zwaar begon te drukken. De vijand was, zooals iedereen zich herinnert, met ontzettende snelheid voortgerukt en vernielde alles op zijn doortocht. De meeste inwoners van Noyon waren door dezen inval verrast en hadden den tijd niet gehad om te vluchten. De uitgewekenen van Verdun moesten vöor den tweeden keer hun wei nige zaken haastig inpakken en trachten het achterland zoo spoedig mogelijk, meestal te voet, zien te bereiken. Mme. Daudrelle dacht reeds te vertrek ken. toen de oudste harer dochters doot roodvonk werd aangetast. De geheele fami lie moest blijven en moest den Duitschen ir. ral geduldig verdragen: men dacht even wel, dat het van korten duur zou zijn On mogelijk is het, de smarten te beschrijven, welke deze arme moeder te lijden had. Bij de vrees, welke de ziekte van het kind haar veroorzaakte, kwam daarenboven nog de vreeselijke smart niet in staat te zijn; haar dochtertje de nooTge medicijnen te kunnen geven. Zjj moest dikwijls een bad nemen, en zij had slechts een kleinkuipje. Zij had zien veel moeite gegeven om er een, krijgen, maar er waren 'slechts enkele dozijnen te Noyon, die door de Duitsche officieren wa ren opgevorderd. Het meisje leed bitter veel door de koorts en zij bad geen middel om worden, uanzig heelt ruime navens, die wel het hoofddeel der stad vormen. Het moge dan zijn, 'dat Danzig, na in 1792 aan Pruisen te zijn afgestaan, meer tot den rang eener groote provinciestad is gedaald, de Duitschers hebben in elk geval niets nage laten om de stad in dien tijd te verfraaien en te verbeteren. Danzig brengt ons onmid dellijk „Madame Sans Gêne," de bekende Marechall Lefebvre te binnen, een van de maarschalken van Napoleon, die zich on hoog werkte en, na de inneming van Danzig, kort voor den vrede van Tilsit, met den titel van Hertog van Danzig werd begiftigd. Het moet in Danzig, zelf geweest zijn, dat hij den spotter uit de oude Fransche aristocra tie, die wat neerzag op hem en zijn strijd makkers, toevoegde Gij mijne heeren, telt Uw voorvaderen tot eeuwen terug; ik, ik ben zelf voorvader 1 Danzig zal toen wel heel anders geweest zijn dan tegenwoordig, veel meer vesting. De ligging van Danzig aan de Oostzee is uitnemend een natuur lijke haven zooals er aan die zee niet zoo heel vele worden gevonden. Vlak nabij Danzig, per tram te bereiken, is het bekoorlijke Oliva, en het niet minder bekoorlijke Zop- pot, badplaatsen, waarheen de gemiddelde Danziger zich gaarne begeeft. Daar, en trouwens in het levendig verkeer in geheel de stad zelve, bemerkt men niets of weinig Van de politieke moeilijkheden, die er zich voordoen. Daar gaat het leven ongestoord zijn gang, al zal de latere geschiedschrijver, gelijk die van de middeneeuwen en den te- genwoordigen tijd ook doen, onwilleurig den indru kwek ken als was er niets dan poli tiek geharwar en verwarring die te bestrijden; toen hare temperatuur normaal werd en de eetlust terugkeerde, weende de arme kleine dikwijls van honger. Wat was ook hocderdvijftig gram brood per dag voor een herstellend kind; en ofschoon de moeder herhaaldelijk haar eigen deel aan het kind afstond, kreeg' dit niet zijn gezonde kleur terug, het bleef teer en zwak en ge makkelijk vatbaar voor ziekte. Dan kwam de dag, dat moeder voor den vijand moest werken en hare hulp verleu nen bij den landbouw; dit zware werk putte spoedig hare krachten uit, omdat zij er niet aan gewend wes. Gedurende dezen smartelijken tijd gingen de. kleintjes naar de school, aten op goed geluk af, en hadden nauwelijks kleertjes 'genoeg aan het lijf voor den kouden winter. Arme kindertjes, vroeger zoo zorgeloos en opgeruimd, en thans onder den drifk eener vreemde overheersching. Al hetgeen zij verduurden veroorzaakte hunne moeder zulk 'een harteleed Dat werd nog .heviger wanneer hare gedachten -naar den gelief den echtgenoot gingen, van wien zij niets meer gehoord had. Wanneer zij zch des avonds, uitgeput van vermoeienis on een ellendg stroobed uitstrekte, weende zij. en werd in de stilte van den nacht, lange, lange uren door hare ijselijke ongerustheid ge kweld; hare tranen werden onderbroken door vurige gebeden voor dengene die ver dwenen was, terwijl zij maar niet kw veron derstellen dat hij dood was. de bezetting van Duitsch gebied verwacht. Het tweede hoofdstuk heeft betrekking op de sluiting van arbitrageverdragen en op de in de nota van Briand ontwikkelde denk beelden van een geallieerde of Fransche waar borging dier verdragen. Het betoog van den heer Stresemann toont dat Duitschland blijft staan op het standpunt, dat van een stabilisatie van den status quo in het Oosten geen sprake kan zijn. Het derde hoofdstuk, dat betrekking heeft op den Volkenbond leert, dat Duitschland vasthoudt aan zijn bezwaren tegen een on voorwaardelijke toetreding tot den Bond. Hier is de heer Stresemann waarlijk zeer handig. Hij heeft geen pnncipieele bezwaren te gen de samenkoppeling van het veiligheids pact en de aansluiting bij den Volkenbond. Dat is een zeer belangrijke verklaring.... maar Duitschland heeft wel een practisch bezwaar tegen een onvoorwaardelijke toe treding tot den Volkenbond, dat echter on dervangen zou kunnen worden als men tot een algemeene ontwapening zou overgaan en Duitschland dus in militair opzicht in een gelijke positie zou komen als de andere le den van den Volkenbond. Dat wil zeggen van een onvoorwaardelijke toetreding van Duitschland kan geen sprake zijn. Men ziet het In den vorm al vriendelijk heid en toenadering en erkenning van het standpunt der tegenpartij, maar in het we zen een volkomen handhaving van de Duit sche opvatting. En in het gunstigste geval zal nog een lange, lange weg moeten worden afgelegd voor het Veiligheidspact bereikt is. Van de nota van Stresemann is ten slotte hetzelfde te zeggen als van die van Briand van 16 Juni de verdienste er van is dat het dien weg niet afsluit en verdere besprekingen niet onmogelijk maakt. DE DUITSCHE TARIEVENQUAESTIE. Volgens de „Vorwarts" is Dinsdagavond tusschen de Duitsche regeeringspartijen het compromis betreffende de wetsontwerpen op de beschermende invoerrechten tot stand gekomen. In hoofdzaak komt het hierop neer, dat de minimum-invoerrechten op graan uit de wet wegvallen, maar daarvoor in de plaats komt een bindende overeenkomst, volgens welke handelsverdragen niet worden ge sloten zonder een invoerrecht van 3.50 M. voor de dubb. centenaar tarwe en 3.M. voor de dubbele centenaar rogge. In plaats van de minimum rechten voor graan komen die voor vee en vleesch. Het Centrum heeft dus volgens deze regeling zijn tegenstand opgegeven en schaart zich in zijn geheel aan de zijde der regeering. De soc.-dem. partij heeft in den rijksdag een uitvoerig uitgewerkt tegenvoorstel inge diend, waarin de regeering wordt verzocht in den vorm van een wetsontwerp een in bijzonderheden uitgewèrkt program voor een intensieve verbetering van de landbouw productie in te dienen. Practische beteekenis heeft dit tegenvoor stel natuurlijk niet, daar vaststaat, dat het regeeringsontwerp, dat de protectie uitbreidt, zal worden aangenomen. AMNESTIE. De rijksraad heeft Dinsdag het wetsont werp inzake een beperkte amnestie ter ge legenheid der verkiezing van den nieuwen rijkspresident aangenomen. DE HITTE TE BERLIJN DUURT VOORT. De hittegolf duurt ook in Duitschland voort, doch vooral iri Berlijn, waar de tem peratuur tot 34 gr. C. gestegen is. Ook doet zich in eenige stadsgedeelten weer watergebrek voor. Verschillende doodelijke ongevallen tengevolge van de warmte worden gemeld. HET CONFLICT IN DE BRITSCHE MIJNIKDUSTRIE. De Btritsclie regeering heeft den Post- qiaster General, Sir William Mitschell Thom son, benoemd tot voorzitter van een com missie, die belast is met het .voorbereiden van maatregelen, met het oog op eventueele moei lijkheden in de industrie. Het aantaal werkloozen in Engeland be droeg op 13 Juli 1.248.500, d.i. 51.850 minder dan een week tevoren, doch 222.507 meer dan verleden jaar. ROEMENIE'S SCHULD AAN DE V. S. De. minister van buitenlandsche zaken te Boekarest heeft den Amerikaanschen zaak gelastigde meegedeeld, dat de Roemeensche regeering besloten heeft een commissie naar Washington te zenden, teneinde met de Amerikaansche regeering te overleggen, op welke grondslagen men tot een schtkking*zou kunnen komen betreffende de Roemeensche schulden. DE AMERIKAANSCHE REGEERINGS- VLOOT. Palmer, de president van de Emergency Fleet Corporation, heeft de Shipping Board geadviseerd, het aanbod van Henry Ford om 200 opgelegde schepen van de regeerings- vloot over te nemen voor 1.706.000 dollar, te aanvaarden. NACHTELIJK AVONTUUR. De doodelijke schrik van mijnheer Ban- cherd toen hij, op zoek naar een inbreker, op baby's pratende pop trapte. RAAK. Zij droeg 'n mantel van t'jgerhuid. Hij waS op de tijgerjacht in Afrika geweest. Hij: „Net zoo'n tijger als jij nu draagt, heb ik in Afrika neergeschoten." Zij: „Wat je zegt! Ook 'n nagemaakte?" GOOCHEM. „Hoe oud is uw koe?" „Twee jaar." „Hoe kunt u dat zien?" „Aan de horens." „O ja! Ik zie 't. Zij heeft er maar twee...„" Een man, die niet ten onrechte als eefl egoïst bekend stond, zat een paar dagen ge leden in een eerste klasse coupé van den <--'■* AmsterdamDen Haag. Zijn vrouw die hij natuurlijk ook niet verwend heeft, zat tegenover hem. „Liefste," vroeg de echtgenoot eensklaps op een zoo bezorgden toon als mevrouw nog nooit uit zijn mond gehoord had „liefste, zit je daar wel goed in dat hoekje?" „Zeer goed, dank je." „Voel je geen tocht?" „Volstrekt niet." „Heb je geen hinder van den kolendamp?' „In het minst niet." „Laten we dan ruilen." 1 DE BEWEGING TEGEN DE VREEM DELINGEN. De Chineesche Kamer van Koophandel ontkent, dat zij een resolutie heeft aangeno men, waarbij zij de beboeting aanbeveelt vac de kooplieden, die niet deelnemen aan den boycot van de Britten en Japanners, welke 30 Juli zal moeten beginnen. In de Juli-aflevering van het maandblad van de Vereeniging „Nederlandsch Fabri kaat" treffen wij vooreerst aan Een overzicht van hetgeen de vereeniging in de laatste maand deed. Het blijkt uit deze sobere opsomming van feiten, dat het terrein, dat deze vereeniging bestrijkt, zeer veel om vattend is. In het bijzonder zij de aandacht gevestigd op een plan, om met bahulp van de verschil lende Kamers van Koophandel en Fabrieken in het bezit te komen van een verfilming var de Nederlandsche Nijverheid, die, aangevat op de wijze, als door „Nederlandsch Fabri kaat" voorgesteld, het mogelijk zou doen zijn, met geringe kosten een beeld in film te krij gen van de geheele Nederlandsche Nijverheid dat vrijwel volmaakt zou kunnen ,worden ge noemd. De heer Ir. S. v. Ravesteijn geeft een be schouwing over het onderwerp „Neder landsch Fabrikaat en de Kunstnijverheid". De schrijver vestigt o.a. de aandacht erop, dat met trots kan worden vastgesteld, dat er geen gebied van kunstnijverheid is, welks ont werpen niet door de Nederlandshe industrie kunnen worden uitgevoerd en gelukkig als regel dan ook bijna steeds door haar worden vervaardigd. In de bijdrage „Reclame" wordt een en an der over dit onderwerp medegedeeld. Aar het slot komt de schrijver tot de overtuiging dat als toekomstige ontwikkeling kan worden gezien de „Collectieve" reclame, waarbij niet elk fabrikant zich bepaalt tot zijn merk en zijn artikel, doch waarbij een reclame kan worden gemaakt voor het verbruik van be paalde artikelen in het algemeen. In een artikel „Perspectieven" wordt de aandacht gevestigd op artikelen, die nog niet hier te lande worden vervaardigd, maar die volgens oordeel van den schrijver, wel daar voor in aanmerking zouden komen. In het bijzonder wordt in dit artikel een beschou wing gegeven over het artikel „lintzagen." Tenslotte zij nog de aandacht gevestigd op het verslag der Textielschool te Tilburg ovet het jaar 1924, waarbij is opgenomen een af beelding van de Mechanische Weverij var deze school. Dc Duitsche nota. De eerste indruk van de Duitsche nota was te Parijs nogal bevredigend geweest. Men was ermee ingenomen, dat zij verdere be sprekingen toeliet, en vooral dat niet aange drongen werd op onmiddellijke bijeenkomst eener conferentie, die voor Frankrijk volstrekt onaannemelijk was. Ook bleek van invloed de commentaar van von Hösch bij de overrei king, die verklaard had, dat men niet te veel aan de woorden hechten moest, die veelal aldus gekozen waren om de binnenlandsche tegenstanders der Duitsche regeering te verzoenen, maar dat de nadruk behoorde te worden gelegd op den wensch tot overeen stemming te komen. Briand, in wiens lijn dit trouwens ligt, oefende daarom invloed op enkele voornan e Fransche journalisten, schrijvers over bui tenlandsche politiek, om zich toch vooral niet te afkeurend uit te laten. Nu echter de tekst zelf gepubliceerd is, ontstaat zekere teleurstelling en hernemen vooral de meer rechts georienteerde bladen de rol van waar- schuwers om toch vooral niet op deze listige Duitsche eischen in te gaan. In den redelijksten vorm erkennen deze commentaren, dat Stresemann, wiens han digheid geprezen wordt, op verschillende punten tot Briand's stelling genaderd is. Hij erkent, dat het sluiten van het pact op zich zelf geen wijziging kan brengen in de be staande verdragen. Hij laat het sluiten van het pact niet afhangen van wijziging in de Rijnbezetting of ontruiming van Keulen. Hij verzet zich niet tegen het verband door de geallieerden gelegd tusschen de veiligheid en de toetreding van Duitschland tot den Volkenbond, maar dadelijk wordt daar bij gevoegd, dat deze zoogenaamde concessies slechts schijnen te moeten dienen om aller lei reserves te maken, waarvan er verschil lende door Frankrijk volstrekt verworpen moeten worden. Zoo verklaart men, dat het natuurlijk is dat later, indien het pact langzamerhand een betere stemming heeft gewekt, de voor waarden der bezetting gewijzigd worden maar dat er geen sprake' van is dat men thans reeds zal laten tornen aan de artike len van hét verdrag, die de waarborgen der bezetting regelen. Eveneens is dit het ge val met de sancties voor de nietnakoming der voorwaarden voor de schadevergoeding of ontwapening, die onaantastbaar blijven,. Ten aanzien van de arbitrage zal Frankrijk zich zeker niet vergenoegen met bepalingen als die in het verdrag tusschen Duitschland en Zwitserland, waar die arbitrage niet eens verplichtend is. Resumeerende merkt men op, dat uit den zoozeer verschillenden toon van de Fransche en de Duitsche nota blijkt, dat Frankrijk slechts denkt aan één ding de veiligheid, terwijl Duitschland er op allerlei gebied voordeelen uit slaan wil. Deze opmerking vindt men zelfs in de zeer internationaal ge zinde pers. Zoo schrijft de „Quotidien" weliswaar sluit Duitschland de deur niet voor verdere onderhandelingen, maar in wer- kelijkheid doet het geen enkele concessie." Het blad voorziet dan ook uiterst langdurige besprekingen. Toon en vorm van de Duitsche nota van antwoord Waarborgen de mogelijkheid van deze voortzetting der besprekingen. Verme den is, en in dit opzicht is de heer Strese- rhann de Duitsch-nationalen de baas geble ven, vermeden is alles wat een voortzetting van de onderhandelingen zou hebben be- bemoeilijkt, en een door Duitschland ge- wenschtë conferentie vocy goed onmoge lijk zou hebben gemaakt. Niettemin kun nen natuurlijk de Duitsche bedoelingen niet geheel en al verborgen worden gehouden en zoo is het dan ook te verklaren, dat de kennismaking met den tekst van het Duit sche antwoord de rechtsche bladen in Frank rijk heeft opgeschrikt. De woordvoerders van het Fransche nationalisme, zooals Per- tinax en Buré, betoogen dan ook al reeds, dat men verstandig zal doen de heele zaak in den doofpot te stoppen, omdat het gevaarlijk is zich in te laten met de Duitschers die niets anders willen dan de omverwerping van het bouwwerk van Versailles. Van hun standpunt spreken Pertinax en zijn geestverwanten aldus terecht, want als men van meening is dat bij de onderhande lingen over een westelijk veiligheidspact van geven en nemen geen sprake kan zijn, doet men zeker het verstandigst en eerlijkst geen onderhandelingen te beginnen Zoo is echter niet het standpunt van de wederzijdsche leidende staatslieden. Zij stre ven er slechts wederkeerig naar zoo min mogelijk te geven en zdoveel mogelijk te ne men en zoo blijft er dus nog altijd een kans je op een bevredigende oplossing. Al is dat kansje ook klein, nu zoowel uit de nota van Briand, als uit die van Stresemann blijkt hoe volkomen tegenstrijdig de bedoelingen zijn, die men te Parijs en te Berlijn hoopt te kunnen bereiken. De Duitsche nota is in drie deelen ge splitst. In de eerste plaats verklaart de Duit sche regeering zich voldaan over de princi- cipieele bereidverklaring van de Fransche regeering en hare geallieerden tot gedach- tenwisseling over het vraagstuk van vrede en verzoening en geeft zij de verzekering in een zelfden geest van toenadering hare meening te zullen uiteen zetten. Zij erkent daarbij, dat haar initiatief geen verandering van de bestaande verdragen ten doel heeft, maar merkt toch tevens op, dat niet voor al tijd de mogelijkheid mag worden uitgesloten om in vriendschappelijk overleg bestaande verdragen te eeniger tijd te wijzigen. De Duitsche regeering erkent dan, dat de sluiting van een veiligheidspact niet afhan kelijk mag worden gesteld van een wijziging van de verdragsbepalingen in zake de mili taire bezetting van Duitsch gebied. Zoo is ook het standpunt van Briand. Maar de Duitsche regeering laat onmiddel lijk hierop volgen, dat de totstandkoming van een waarborgsverdrag toch wel zal rea- geeren op het vraagstuk der bezetting. En zij erkent dus hiermede, dat zij van het vei ligheidspact dus toch wel degelijk een wij ziging van de verdragsbepalingen omtrent Dagelijks ook dacht zij aan Jean. Wat had hij gelijk gehad in zijn geboortestad te blijven! Maar hoe ging het hem? Onder ging hij den invloed van goede vrienden, of gaf hij zich aan deo drank over?Neen, zoo iets kon niet mogelijk zijn!.... Zsj wrong hare handen in wanhoop! Om weer tot kalmte te komen stond zij dan cp en ging bij de slapende kinderen staan, die door den glans van het maanlicht bestraald werden. Haar hart werd opgefrischt bij het zien van die reine engelenkopjes, en zij luisterde met welgevallen naar hunne re gelmatige ademhaling; maar langzamerhand maakte zich een nieuwe kwelling van haar meester. Wat zou er van hare knderen wor den, die zoo veel ontberingen moesten ver duren, die den heelen dag van haar geschei den waren en die misschien onwillekeurig minder aanhankelijk zouden worden! Dat was te veel! Marie viel dan op de knieën en smeekte de moeder Gods deze lieve hoofden te beschutten voor alle leed en alle pijn La^t in den nacht ontrukte een korte rust haar aan hare vreeselijke gedachten, om bij het ontwaken opflieuw hare smartelijke lasten te torschen. Tegen het einde van October dacht Jean bedroefd na over het lot der zijnen, want een vrouw uit zijne buurt, welke uit Noyon vertrokken was, had hem geschreven dat moeder Duadrelle aldaar gebleven was. Hij vroeg zich af wat er van hen zou geworden. Zijn gevoelig hart deed pijn wanneer hij aar zijne dierbare kleine zusjes dacht, die reeds zoo vroeg door de beproeving bezocht wer den. Je ziet er treurig uit. jongen, zeide hem eens daags de generaal Iets niet in orde? Pardon, generaal, met mij wel, maar ik ben ongerust over de zusjes. Arme jongen! De Duitschers blijven niet altijd te Noyon Dat denk ik ook wel. generaal ant woordde Jean, wiens oogen, de prachtige zwarte oogen, vuur schoten; maar het is toch hard dat men op het óogenblik niet» doen kan Wie spreekt hier van niets doen? riep de aalmoezenier uit, die juist was aangeko men. Men kan altijd iets doen. Gelooft u dat, eerwaarde? Welnu, wat kan ik dan doen om*te voorkomen dat mijn stiefmoeder en mijn zusjes van honger t» Noyon sterven? Beste jongen, en hij legde zijn hand op de schouders van Jean, je kunt en je moe' iets doen. Ja maar, Wat dan? Bidden!.... Het gebed is het machtigsti wapen. Is dat alles? grinnikte Jean. Bidt maar zooveel u wilt; ik doe er niet aan, ik wee.' heel goed dat dat alles maar illusies zijn. [Wordt volgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5