EVENTJES LACHEN. VAN WET EN WETGEVING. DE SPION VAN DE CITADEL NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Dinsdag 28 Juli 1925 De handhaving der orde in den Gemeenteraad KERK EN SCHOOL. Gem. buitenl. berichten. KUNST EN KENNIS. Amundsen naar ons land. - De Fransche socialisten en de deelneming aan de regeeTing. De toe stand aan het Marokkaansche front. Uitwisseling van Duitschers en Polen. Onder de Radio-berichten: Bemiddeling van Baldwin in het Britsche mijneonflict. De houding van Abd-el-Krim. FEUILLETON. Het Nieuwe Volk. Zuidpool-expeditie. BLUF VERQODt N TC. RoorlfcW. Voor enkele maanden wijdden wij, eene beschouwing aan bovenstaand onderwerp. Wij wezen er toen op dat volgens de be staande jurisprudentie het eenige middel dat de voorzitter van den Gemeenteraad tegen een obstructievoerend raadslid heeft, is de vergadering te schorsen. Dat was de algemeene opinie van de in tot oordeelen bevoegde kringen. Die epinie da teerde reeds van 1896, toen Gedeputeerde Staten van Utrecht aan de Kroon ter vernie tiging voordroegen de bepaling in het regle ment van orde voor den gemeenteraad van Eemnes, waarbij den voorzitter het recht wordt gegeven, een lid, dat de orde in de ver gadering bleef verstoren, de verdere bijwo ning dier vergadering te verbieden en hem desnoods met den sterken arm uit de ver gaderzaal te doen verwijderen. De toenmalige Minister van Binnenlandsche Zaken ver enigde zich met deze zienswijze van Ge deputeerde Staten van Utrecht, waarbp de ïaad van Eemnes teneinde vernietiging fan het reglement van orde te voorkómen de bewuste bepaling introk. Van dezelfde opinie gaf nog onlangs het Gerechtshof te 's -Hage blijk, toen het het reglement van orde van den Gemeenteraad van Zwijndrecht onverbindend verklaarde. De betrekkelijke bepalingen van dit veel- aesproken reglement geven wij hier gemaks halve nog even weer. „Indien een lid zich beleedigende uitdruk kingen veroorlooft, den goeden naam van „anderen in verdenking brengt, de orde ver stoort of tot revolutionaire daden aanspoort, „een en ander ter beoordeeling van den „Voorzitter, wordt hij door dezen tot de orde „geroepen. „Wanneer een lid de geuite beleediging „of verdachtmaking niet terstond terug- „neemt, of mocht voortgaan zich beleedigen- „de uitdrukkingen of verdachtmakingen te „veroorlooven, de orde te verstoren, tot re volutionaire daden aan te sporen, dan wel „door zijn gedragingen den geregelden gang „van zaken te belemmeren, is hij verplicht „op aanzegging van den Voorzitter terstond „het gebouw, waarin de vergadering wordt „gehouden te verlaten, tenzij de Raad op „dadelijk door hem ingestelde beroep, an- „ders beslist. „Maakt hij van zijn beroep, in de eerste „alinea van dit artikel bedoeld, geen gebruik, „of is afwijzend op dat Beroep beschikt, en „voldoet hij niet terstond aan de aanzegging ,van den Voorzitter, in die alinea bedoeld, „dan doet de Voorzitter hem door den ster ken arm uit het gebouw, waar de vergadering „wordt gehouden, verwijderen en zorgt, dat ,hij de vergaderingslocaliteit niet weder .binnentrede, binnen den termijn krachtens „de laatste alinea van dit artikel bepaald. „Het aldus verwijderde lid mag geen ver gadering meer bijwonen gedurende den tijd „van drie maanden na den dag der verwijde ring." Volgens het gerechtshof te 's-Hage misten deze bepalingen rechtskracht, omdat alleen de wetgever en niet de Raad voor kan schrij den dat een rardslid, dat-de orde verstoort, vorde verwijderd. De Procureur Generaal bij het Gerechts hof was het evenwel met deze opvatting niet eens en bracht de zaak aanhangig bij den Hoogen Raad. Teekenend is, dat zoowel de Advocaat- Generaal bij den Hoogen Raad Mr. Ledeboer als dit Rechtscollege zelve blijk gaven van een veel ruimer inzicht in deze materie dan het Haagsche Gerechtshof, van een veel ruimere opvatting ook als tot heden door de diverse organen der administratie werd ge huldigd. Zeker de advocaat-generaal concludeerde tot verwerping van het cassasieberoep, op grond van onwettigheid van de betrekkelijke bepaling van het reglement van orde van den Raad van Zwijndrecht. Maar de conclusie werd niet genomen, omdat de Raad niet bevoegd was in het regle ment van orde verwijdering in bepaalde ge vallen voor te schrijven, maar omdat aan die verwijdering tevens het verbod was verbon den om gedurende drie maanden de raads vergaderingen bij te wonen. Uit de conclusie van den Advocaat-Gene raal teekenen wij het navolgende op Ieder raadslid heeft het recht om de raads vergaderingen bij te wonen en dientengevolge vindt de volle omvang van dat recht, zijne natuurlijke begrenzing daar, waar de wijze waarop een lid dit zoude uitoefenen, aan andere leden of aan den Raad onmogelijk Zoude maken hunne taak te vervullen. Alles wat noodig is om de ongestoorde ver vulling van die taak mogelijk te maken, kan bij Reglement van Orde worden verordend. Indien derhalve een lid hardnekkig de orde in de vergadering blijft verstoren en door zijn gedragingen den geregelden gang van zaken blijft belemmeren, zoo zal -dit lid gedwongen kunnen worden de vergadering te verlaten, ponder dat men daarbij in srtijd komt met het wettelijk gewaarborgd recht van zoo danigheid, om zijn taak in haar vollen om vang uit te oefenen. Ook de Hooge Raad gaf bij zijn arrest van 4 Mei jl. blijk dezelfde meening te huldigen als zijn advocaat-Generaal. In het betrekkelijk ar'est we'd O.m. over wogen dat de gemeenteraad gerechtigd is om bij Reglement van orde te bepalen, dat den Voor zitter, al dan niet na beroep op den Raad (spa tieering van ons), de bevoegheid toekomt om een lid te gelasten de vergadering van dat college te verlaten, wanneer dat lid na door den Voorzitter wegens onbehoorlijke hande lingen tot de orde te zijn geroepen, desniette min blijft voortgaan de orde te verstoren dat eveneens dien Voorzitter bij dat reg lement de bevoegdheid kan worden toege kend om dat gemeenteraadslid, wanneer het aan zijn last de vergadering te verlaten, geen gevolg geeft door den sterken arm uit de raadsvergadering te doen verwijderen en ge durende den duur der bijeenkomst uit het gebouw, waar deze wordt gehouden, verwij derd re houden dat toch het recht van een lid van den Ge meenteraad om de vergaderingen van den Raad bij te wonen en aldaar dan van de hem toekomende bevoegdheden gebruikte maken, zijne grenzen vindt in de gelijke rechten zijner medeleden, die met recht kunnen verlangen, dat een medelid hun niet verhindert hunne functiën op behoorlijke wijze te 'vervullen, hetgeen het geval is, wanneer dat lid door de onbehoorlijke wijze waarop het optreedt, den regelmatigen voortgang der vergadering be lemmert of verhindert dat wanneer het Reglement van Orde van den Raad van Zwijndrecht zich had bepaald tot het geven aan den Voorzitter van eene be voegdheid als hiervoren vermeld, dit artikel niet in strijd zoude zijn geweest met de wet en de ambtenaren, die op een rechtsgeldig bevel van den Voorzitter een raadslid uit de vergadering van den Gemeenteraad verwij derden, alsdan zijn in de rechtmatige uit oefening hunner bediening dat echter het Reglement van Orde van den Raad van Zwijndrecht veel verder gaat en bepaalt, dat wanneer een gemeenteraads lid in het hier bedoelde geval niet voldoet aan de aanzegging van den Voorzitter om het ge bouw, waarin de Gemeenteraad vergadert, te verlaten, die Voorzitter hem door den ster ken arm uit het gebouw doet verwijderen, de last tot zoodanige verwijdering tot nood zakelijk, immers daarmede onverbrekelijk verbonden gevolg heeft, dat het verwijderde lid gedurende drie maanden van bijwoning der raadszittingen is uitgesloten dat de Gemeenteraad niet a'an den Voor zitter eene bevoegdheid tor verwijdering met dit onafscheidelijk gevolg mocht verke nen, daar hierdoor het recht van het gemeen teraadslid om gedurende drie maanden aan de vergadering van den Raad deel te nemen wordt gekrenkt, en dit, zonder dat de hand having der orde dit noodzakelijk maakt, daar toch uit het feit, dat een gemeenteraads lid zich in een raadsvergadering zoo gedraagt, dat hij de orde ernstig verstoort, nog niet volgt, dat hij op een later te houden vergade ring op ernstige wijze de orde zal verstoren en ook dan een regelmatige behandeling der werkzaamheden onmogelijk zal maken Wij hebben de overweging van den Hoo gen Raad eenigszins uitvoerig geciteerd, om dat er duidelijk uit blijkt, dat 1. De Gemeenteraad bevoegd-is bij Regle ment van orde te bepalen, dat een lid, dat de vergadering verstoort door zich niet te ge dragen naar de leiding van den Voorzitter, op bevel van dien Voorzitter desnoods, met geweld uit de raadszaal kan worden verwij derd, zelfs zonder dat hem beroep op den Raad wordt toegekend. 2. Aan deze verwijdering mag echter niet zijn verbonden het verbod gedurende een be paalden tijd de raadzittingen bij te wonen. Dit laatste was bij het Reglement van Orde van den Raad van Zwijndrecht wel het geval en daarom verwierp de Hooge Raad het be roep in cassatie van het Haagsche Gerechts hof, waarbij het Zwijndrechtsche reglement van Orde onverbindend werd verklaard. Als er nieuwe kwalen opduiken, zoekt men naar nieuwe geneesmiddelen. Dat geldt ook in het publieke leven. Tengevolge van de uit breiding van het kiesrecht, gepaard aan de prediking van ontevredenheid, treden hier en daar elementen de raadzaal binnen, die, wat zij aan burgerlijk fatsoen missen, trachten te vergoeden door brutaliteit. Tegen zulke ele menten dient met kracht te worden opgetre den. Hadde de jurisprudentie zich op dit stuk niet gewijzigd, dan had de wetgever moeten ingrijpen. Doch de jurisprudentie heeft zich gewijzigd. De tijd dat de Voor zitter van den Raad zich zoowat alles moest laten welgevallen is voorbij. Herriemakende raadsleden hebben nu hun mond te houden op straffe van zonder meer te worden buiten gesmeten. REIS PARIJS—LOURDES. Voor de door het R.K. Werkliedenver bond georganiseerde reis naar Parijs en Lourdes van a14 September a.s. zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. 31 Juli a.s. wordt de lijst onheroepelijk gesloten. Men wende zich om inlichtingen spoe dig tot het Verbond, Drift 1012, Utrecht. zijne koortsige woeligheid en zag, dat hij alleen was. Hij keek onder het bed, en de muurkast en wilde zich verwijderen toen zijn oog viel op een sigarettenétui bij het venster.... hij nam het en ging zenuwachtig naar beneden^ De kamer was leeg, zeide hij aan zijn bezoeker, m%ar ik heb dit bij het venster gevonden.. Men ziet er vingerafdrukken op- De burger haalde een vergrootglas uit zij" zak en tevens twee foto's van de gevonden vingerafdrukken en vergeleek.... Hij nam een fleschje en liet een fijne regen op het étui vallen keek weer en vergeleek. Na eenige oogenblikken sprak hij: Generaal, ik ben overtuigd, dat de eigenaar van étui het individu is, dat twee maal bij u is binnengedrongen.... Wat zegt u? vroeg de generaal, en zijn stem was niet zoo vast als gewoonlijk. Ik bezweer het u voor God. De duim vertoont aan hei boveneinde een diepe indrukking. Daarenboven in een kleine wrat op den ringvinger zichtbaar op de foto's- en het étui; de noodzakelijke teekens zijn aan wezig. De gevolgtrekking is dus eenvoudig- Dank u wel, mijnheer, dank u wel. Indien u den eigenaar van het étui kent, kent u ook den spion.... Ik ga, mijn trein vertrekt binnen twintig minuten Duizendmaal dank, mij waarde; wacht een oogenblik. Hij ging naar de telefoon; Hallo! Stuur onmiddellijk mijn auto met den dokter. Hij wendde zich lot den deskundige. Mijn auto is in een paar minuten hier. Zij gingen weer zitten maar zwegen. Zij beschouwden weer de fotos en het geheim zinnige étui. Nauwelijks was de deskundige vertrok ken of Campran, het hoofd in de hanc|en. ging in zijn herinneringen - zoeken. Ilij had die groene étui, waarop in een hoek een zilveren bloempje, reeds gezien, maar waar waarHet was lang geleden, zeer lang, Mijn God, ja, het was het étui mijner nicht, dat befaamde étui, dat de oorzaak van een twist geweest was. Cam pran was verontwaardigd geweest dat een jong meisje rookteEn sedert dierU Het scheen hem, dat hij het nog onlangs gezien had, zelfs had hem de sierlijkheid van het étui en de boerschheid van den ei genaar getroffen.... maar wie had dat fraaie ding in zijne tegenwoordigheid uit den zak gehaaldEindelijk herinnerde hij zich, dat moest in de garage op de Markt geweest zijn, eenige dagen voor den oorlog... maar wie.... wieO ja, een kleine werktuigkundigemaardat was Jean!.... Nu stond de waarheid dui delijk voor zijn geest.... het étui behoor de aa"n Jean!.... evenals het horloge dat zoo geleek op dat van zijn nicht.... dat kind, over hetwelk zij sedert bijna twintig jaar niet had willen spreken.... Maar dan had Jean koorts geveinsd, Jean had straks gc-iiiacmi en erop io uai tic l lnjcix beider belang is, de wederzijdsche optanten rustig te laten waar ze zijn, teneinde een el lende te voorkomen welke onvermijdelijk is bij een verdrijving van een 50.000 men seden in het geheel. Maar toch reeds weer heeft de Poolsche stookpers in strijd met waar heid geschreven, dat Duitschland de Polen verdrijft. Daarmede werd de stemming van het volk vergiftigd en een atmosfeer van haat geschapen, waarin zulk een maatregel ge waagd kon worden. Polen staart als gehyp notiseerd op den Poolschen „nationalen staat" en offert aan dat droombeeld alles op. Het blad zou liever geen represailles willen aan bevelen, want die uitzetting is iets vreeselijks, van welke zijde de maatregel ook komt. Maar het ziet toch aan den anderen kant geen mid del om den „Poolschen nationalen dolheid" te keeren en den verantwoordelijke personen de onverstandigheid en de ruwheid van hun politiek tegen de minderheiden duidelijk te maken, Naar de Berlijnsche correspondent van .de „Frankf. Z." meldt, waren oorspronkelijk in Polen 150.000 Duitsche optants, in Duitsch land ongeveer 75.000 Poolsche. Van de Duit sche optanten in Polen waren er het laatste jaar nog 27.000 de Poolsche optanten in Duitschland zijn een 13 a 15.000 personen sterk. Over de technische organisatie meldt de correspondent, dat Buitenlandsche Zaken daarin samenwerkt met den minister van ar beid. Het Duitsche consulaat-generaal in Po len is versterkt. Tevens is een vertegenwoor diger van Arbeid daarbij gedetacheerd. Het in Schneidemühl aanwezige kamp wordt uitgebreid vandaar heeft dan de distributie plaats over het rijk. Het betreft voorname lijk gezinnen van landarbeiders. Volgens me- dedeelingen van bevoegde zijde zouden dui zenden arbeidswoningen voor hen gereser veerd worden. Verder worden de woningen van de Poolsche optanten te hunner beschik king gehouden. De „Fr, Z," twijfelt tenslotte niet aan de goede bedoelingen van de autoriteiten ten opzichte van de slachtoffers, maar waar schuwt hen toch, op grond van de ervaringen, het niet te laten bij theorie. DE ONTRUIMING VAN HET RUHR- GEBIED. De tweede phase van de ontruiming van het Ruhrgebied is Zondag begonnen met het vertrek der troepen uit Essen. Op 31 Juli zal het Ruhrgebied definitief worden teruggegeven aan de Duitsche auto riteiten, ingevolge het verdrag van Londen. HET IN EERE HERSTELDE ZWART- ROOD-GOUD In de Hessische universiteitstad Giessen wordt van 29 Juli tot 1 Aug. een groot turn- feest gehouden, waaraan ruim 25.000 man nen en vrouwen, ook uit het bezette gebied, deelnemen. De feestcommissie had met een stem meerderheid besloten, van de vlaggen- versiering van het terrein de republikeinsche rijksvlag uit te sluiten. Zoodra dit bekend werd, ontstond groot rumoer in het republi keinsche kamp. Ook onder de jeugdige tur ners werd heftig geprotesteerd, en al spoedig werd door verschillende afdeelingen besloten niet aan het feest deel te nemen, wanneer het zwart-rood-goud geboycot bleef. Ook de schoolautoriteiten deelden de feestcommissie mede, dat men thuis zou blijven, indien het besluit van de commissie gehandhaafd bleef. Dit algemeen verzet heeft geholpen de commissie is op haar besluit teruggekomen en heeft gelast dat ook de rijkskleuren het feestterrein zullen versieren. AARDVERSCHUIVING OP DEN MATTERHORN. Uit Genève wordt gemeld, dat op den Matterhorn een aardverschuiving is begon nen. Een aantal dorpen en gehuchten aan de Italiaansche zijde worden bedreigd bedolven te worden. De bewoners van Usaino en an dere bedreigde oorden zijn reeds naar Breuil vertrokken. gerookt. Jean was de spion!.... Jean!.... Jean. En vreeselijk gekweld woonde de gene raal als toehoorder de woordenwisseling bij, die in zijn geest plaats hadDe be wijzen voor of tegen Jean kwamen met de snelheid van den bliksem.... zij brachten hem van zijn stuk.... Met moeite stond hij op en hield het étui in zijne handen; hij ging door den gang naar den frap en ontmoette Fadé, die met de handen in zijn zakken naar beneden kwam. Dag, generaal, neem me niet kwalijk dat ik u even ophou, maar mijn vriend komt mij erg voor, ik ben maar even in en uit geweest. Hij is buitengewoon onrustig. Daar hij alleen is, wilde ik u waarschuwen. Dank je, besfe jongen, dank je. Hij ging naar boven, verpletterd door de vreeselijke verdenking, die in zijn geest op kwam.... Hij trad binnen. Het vertrek zag er juist f zelfde uit als een uur te voren, alleen Jean was meer en meer koortsig ge worden, nauwelijks herkende hij zijn chef... Campran constateerde het klamman der handen, de hooge koortskleur van het ge- laaf en een verschrikkelijke verdenking kwam nog bij de anderen: Straks heeft Jean den deskundige aan het raam hooren zeggen, dat er vingeraf drukken genomen waren. Radeloos door het vooruitzicht onfdekt te worden, nog zwak, tengevolge der verwondingen die hii ODge- „Als de baas zijn woorden nie intrekt kom ik hier nie meer terug!" „Wat heet-ie dan tegen je gezegd?" „Dat ik kon ophoepelen!" EEN GEZOND DORP. Gast: „Dit lijkt me hier een gezond dorp, kastelein; de mannen en vouwen zien el zeer welvarend uit. Kastelein: „Gezond mieneer! Hier starfl gien mins. Toen we lest 't oije kerkho! moste inwije, hé wie 'n dooie motte leene. JEUGD-ILLUSIE. „Wat zal je worden, vent, als je groO* bent?" „Eerst officier, omdat pappie dat wil. dan boekhouder, omdat mammie 't wil en dan schoorsteenveger, omdat ik 't wil." INFORMATIES. Bij sollicitaties: „Hebt u ook grootmoe ders?" „Neen, geen enkele meer" „Nou dan kan je in betrekking komen want uw voorganger had zeker wel vier grootmoeders en die stierven alle meerma len in de maand." voornaamste bezit der maatschappij uit1 maakt, zal het bankroet dezer laatste wel nie< zijn te voorkomen. BOLSJEWISTISCHE INVLOEDEN Tl KANTON. Gemeld wordt, dat de roode generaal Borodin den Amerikaanschen rechtsgeleerde Norman zal opvolgen als adviseur van de regeering te Kanton. Verder wordt gemeld, dat het opperbevel van leger, vloot en lucht macht in handen van Russen is gesteld. EEN ROOVERSAANVAL OP MOHAM- MARAH. Vrijdagavond deden 400 Arabieren plotse ling een aanval op de stad Mohammarah. Zij plunderden den bazar en werden ten slotte teruggedreven door de Perzische troe pen, die dapper streden. Aan beide zijden vielen vele dooden en gewonden, waaronder twee Engelschen. De Anglo-Persian Oil Company heeft geen schade gelden. Het Britsche oorlogsschip „Triad" kwam binnen vier uur na den aanval uit Basrah tv Mohammarah aan. Een lezing te-Amsterdam op 24 Sept. a.s. Naar de „Tel." verneemt, is het de Höl- landsche Concertdirectie, dr. G. de Koos, mogen gelukken, den beroemden poolreizi ger Amundsen, voor hij in October naai Amerika vertrekt waar hij over nieuwe pool reizen moet onderhandelen, voor. een korte tournee door Europa te contracteeren. Be halve verschillende groote steden in Duitsch land en Frankrijk zal Amundsen ook Neder land bezoeken. Hij zal op Donderdag 24 Sep tember a.s. te Amsterdam in het Concertge bouw (groote zaal) een lezing met lichtbeel den houden over zijn jongste reis. loopeu heeft op den avond dat hij door het raam bij mij is willen binnensluipen, is hij plotseling aangetast door een hevige koort» Zonder medelijden nu beschouwde hij den jongen, die hem zoo schandelijk bedrogen en vaderlandsliefde en vertrouwen geveinsd had.... Hij moest wel 'n zoon van inbre kers zijn, menschen die zijne nicht besto len hadden en aan hem, Jean de gestolen voorwerpen hadden gegeven Terwijl hij met deze gedachten bezig was. kwam de dokter binnen: hij onderzocht Jean en wendde zich erg ongerust tot den generaal: Ik neem een aandrang van bloed naar de longen waar, zonder twijfel een gevolg van de buitengewone afkoeling. Het is niet te verwonderen. Zoo'n verzwakt lichaam is aan alles blootgesteld. Maar u hoeft op hef oogenblik toch niet het ergste te vreezen, Het zou goed zijn een beetje vuur te ma ken. Morgen vroeg kom ik terug. Hef is natuurlijk niet noodig u te zeggen, dat ab solute rust noodzakelijk is. Ook niet met hem praten, dokter? Geen woord. Rusten nog eens rust. Er laat niemand bij hem toe. Best, dokter, dank u tof morgen. De dokter ging naar beneden en de ge neraal bleef den zieke beschouwen. Hij kon dus dezen avond onmogelijk de vingeraf drukken van den jongen nemen; absolute rust! Morgen zou men wel zien! (Wordt vervolgd.) De Fransche socialisten en de regeering. De Fransche socialisten hebben Zondag op het congres der Fédération de la Seine, dat de voorbereiding vormt tot het nationale congres van 15 Augustus het vraagstuk van de deelneming aan de regeering opnieuw besproken. Blum, die erkende, dat op het oogenblik in de Kamer een ministerie van de nuance van Herriot niet mogelijk zou zijn en deswege den toestand troebel noemde, omdat een dergelijk ministerie juist wel zou beantwoorden aan de stemming in het ge- heele land, sprak, gelijk verwacht, opnieuw tegen deelneming. Zoolang de socialisten nog niet alleen de baas kunnen zijn, doen ze beter, de verantwoordelijkheid aan anderen over te laten, al kunnen ze een ministerie steunen. Het ministerie Painlevé behooren ze trouwens in het geheel niet te steunen want dit is geen kartel-ministerie en het kar tel is thans weer in de oppositie. Over dit feit toonden verschillende andere sprekers zich trouwens zeer tevreden, omdat het meer beantwoordt aan de socialistische tradities en hun geen onaangename verplichtingen op legt. Ten slotte werd een commissie be noemd tot het opstellen eener motie voor het nationale congres in welke de voorstanders der deelneming door vijf, en de tegenstan ders door negentien leden zijn vertegen woordigd. De onderhandelingen tus- schen Spanje en Frankrijk over de samenwerking in Marokko zijn thans geëindigd, zooals onze Radio-berichten gis teren hebben gemeld. De verkregen resulta ten voldoen niet geheel en al aan hetgeen de Franschen verlangden, maar op een zeer be langrijk punt hebben dezen dan toch hun zin gekregen. Wederkeerig is het recht erkend om de vervolging van den vijand op elkan ders gebied voort te zetten. Dat is voor de Franschen van overwegend belang. Zoolang immers de troepen van Abd el Krim door zich op het gebied der Spaansche zóne terug •e trekken zich aan een Fransche vervolging zouden kunnen onttrekken, zou er geen spra ke kunnen zijn van een beslissende actie. Van de hun door de Franschen toegebrach te slagen zouden de Rifkabylen zich telkens weer op Spaansch gebied kunnen herstellen. En zij zouden na een rustpoos telkens op nieuw kunnen beginnen.* Het is een succes voor de Fransche onderhandelaars, dat de Spanjaarden den Franschen troepen de over schrijding van de grenze'n der Spaansche zone willen toestaan, indien dat ter vervol ging van den vijand noodig mocht zijn. De wederkeerigheid is in dit geval natuurlijk maar een mooie phrase, want van een Spaan sche actie tegen Abd el Krim zal op groote schaal geen sprake zijn en de Spanjaarden zullen dus wel niet in de noodzakelijkheid komen om de Fransche grens te overschrij den. Zij zullen zich niet in nieuwe militaire avonturen steken en hoogstens zich tot klei nere acties bepalen, om den gemeenschap^ pelijken vijand een weinig bezig te houden en af te leiden. In zooverre is het resultaat van de onderhandelingen te Madrid een te leurstelling voor de Franschen, die wel gaar ne een gemeenschappelijke militaire actie zouden hebben gewild. Hiervan zal echter geen sprake zijn, het eigenlijke corlogswerk zullen de Franschen alleen moeten doen, als Abd el Krim zou weigeren de door Fran schen en Spanjaarden ontworpen vredesre geling te aanvaarden. Deze vredesregeling, die zeer tegemoetkomend heet te zijn, zal niet officieel aan Abd el Krim worden aan geboden. Men zal alleen zorgen, dat hij er van in kennis wordt gesteld indien hij hier toe het verlangen mocht doen blijken. Maar het initiatief tot den vrede moet van Abd el Krim uitgaan. Om vrede vragen doen Frank rijk of Spanje niet. Tot dusver is er nog geen blijk, dat Abd el Krim op zijn beurt geneigd is om vrede te vragen. Alleen heeft hij offi cieus te kennen gegeven op welke voorwaar den hij tot vredesonderhandelingen bereid zou zijn. En deze voorwaarden indien al thans de daaromtrent gepubliceerde bijzon derheden juist zijn toonen, dat hij zich eigenlijk als de overwinnaar beschouwt. Op den door hem aangegeven grondslag zal wel geen vrede kunnen tot stand komen. Zal dat wel het geval zijn op den door Spanje en Frankrijk gedachten grondslag? Dat zal zeker afhangen van de verdere re sultaten van het thans blijkbaar door de Franschen ingezette offensief. Voorloopig schijnen de resultaten hiervan zeer gunstig De Riffkabylen worden weer naar het noor den teruggedrongen. Het zal nu nog maar de vraag zijn of de Fransche troepen reeds vol doende versterkt zijn, om over het uitge strekte front den vijand te vervolgen. Want de Fransche legerleiding moet er steeds re kening mee houden, dat de Marokkaansche stammen achter het front ontrouw worden en moet dus in het van Riffkabylen gezui verd gebied toch steeds flinke troepenmach ten achterlaten. En al is aan het eindresultaat van dezen strijd - als Abd el Krim waarlijk geneigd zou blijken dien voort te zetten niet te twijfelen, bereiking er van zal nog wel zware kosten en moeiten met zich brengen. N och maarschalk Lyautey, noch maarschalk Pé- tain, of generaal Naulin zullen zich hierover illusies maken of illusies te Parijs kunnen wekken. f6 Vri] naar het Fransch. HOOFDSTUK XIV. De volgende dagen verscheen Lucie'n niet meer in het paviljoen. Op den avond van der^ zesden dag daalde de temperatuur vrij plotseling en maakte den gewonde koort sig, hij was zoo terneergedrukt, dat hij nauwelijks wist, dat iemand bif hem binnen kwam. Men deed de deur zacht dicht, naderde het bed, hij opende even de oogen, draaide zich naar den muur, de bezoeker bleef bij 't bed staan en beschouwde het schoone koortsige gelaat van den lijder. De lucht 'n het vertrek was bedorven, en maakte het verblijf onaangenaam. De bezoeker ging naar het venstes, opende het en stak een sigaret op. Er was geen levend wezen te zien, noch in den tuin, noch op de vesting werken. Het gebulder van het kanon in de richting van Bethincourt deed de ruiten schudden.. Aan den horizon kon men zwarte stippen zien, welke aanduidden dat vliegers zich boven de vijandelijke linies bewogen. Achter hem bet geluid van een onregelmatige adem haling, die van Jean.... Plotseling boog de bezoeker naar buiten en luisterde. Een raam werd beneden geopend en het blooie hoofd van den generaal werd zichtbaar.... naast hem een burger. De generaal wees op de ^versterkingen. Het individu, zeide hij, is daar langs geslepen, maar sedert dien nacht wacht er een schildwacht. Hij is hier moeten binnen gekomen, den eersten nacht door 't geopend raam en den tweeden keer door dat van de voorkamer, het derde raam rechts, zooals ik u straks weesHet is gemakkelijk om er op te klimmen.... Dat heeft trouwens mijn kleine bediende gedaan om den spion te pakken te krijgen. Arme vent! Welnu generaal, het komt mij voor, nu I wij hier op de plaats zelve zijn, dat uw ver onderstelling juist is. Overigens zijn wij overtuigd, dat de twee bezoekers maar een enkele en dezelfde is, dit blijkt duidelijk uit mijn onderzoek van de vingerafdrukken, welke beide dezelfde zijn Eensklaps zwegen zij en hieven verrast het hoofd op. Dat is buitengewoon riep de burger uit, deze asch van een sigarette op onze vingers, terwijl niemand boven is. Dat kan alleen van de kamer van Jean komen, gaf de generaal ten antwoord: zou hij soms rooken! De onvoorzichtige! Wacht een oogenblik. Eenige minuten later was de generaal in de kamer van Jean, was verontrust over De hoofden der Djebala's en Anjera's heb ben zich naar Sjesjoeën begeven, waar volgens de agenten van Abd el Krim deze hun zou verplichten, in massa tegen de Franschen en Spanjaarden in opstand te komen. Als reden wordt opgegeven, dat, daar de Riffijnen den toestand niet zien verbeteren, zij bereid zouden zijn, te weigeren den strijd voort te zetten. Aan het heele front is het kalm. De vijand is in korten tijd uit de omgeving van Tafrant geworpen. Het land ten zuiden van de Wergha tusschen Ain Aisja (ten noorden van Tissa) en Kelaad es Sless is van vijanden gezuiverd. Abd el Krim heeft aan den correspondent van de „Times" te Tanger medegedeeld, dat hij op de nota van Frankrijk en Spanje nopens de vredesvoorwaarden geantwoord heeft, dat hij met vertegenwoordigers van beide landen wil samenkomen, mits de on afhankelijkheid van de Riffijnen vooraf wordt gewaarborgd. In dat geval is hij bereid, een duurzamen vrede te sluiten en de vijandelijk heden te staken. Dit antwoord zou heden aan beide regeeringen worden gegeven. Het a.s. over de grens zetten van Poolsche en Duitsche opstandelingen. Met 1 Aug, dreigt Europa een. zij het op kleiner schaal, herhaling te zien van de Grieksch-Turksche uitwisseling van dui zenden burgers, die hun woonplaatsen moe ten verlaten, Duizenden Polen zullen uit Duitschland. duizenden Duitschers uit Polen verdreven worden, Met alle daaraan voor de betrokkenen verbonden ellende, Grondslag voor deze maatregelen is de Weensche Over eenkomst van 30 Aug, '24. tusschen vertegen woordigers van beide landen, waarbij bepaald werd, dat de Duitschers in Polen, die voor Duitschland geopteerd hadden, na 1 Augus tus '25 Polen verlaten moesten en tevens de Polen, die in Duitschland wonen en voor Po len hebben geopteerd, uit het Duitsche rijk gezet kunnen worden na dien datum. For meel is dus op deze „volksverhuizing" niets te zeggen, Tusschen het treffen der overeenkomst en 1 Aug, '25 lag echter een tijdruimte van elf maanden. En nu stelde de „Voss. Z." met nadruk de vraag wat gedurende dezen tijd van de zijde der Duitsche regeering is gedaan om de uitzetting der Duitschers. die in de thans Poolsche gebieden voor het grooteste deel sinds hun kindsheid wonen, te voorko men. Van officieele Duitsche zijde wordt hierop geantwoord, dat weliswaar dadelijk na de Weensche overeenkomst onderhande lingen met Polen zijn ingeleid over de vraag hoe men de uitzetting zou kunnen beletten of verzachten, maar dat daarmede geen suc ces van beteekenis is bereikt. De Polen had den slechts enkele concessies verleend ten behoeve van oude en gebrekkige lieden en van optanten, wier verwanten voor Polen hadden geopteerd. De „Voss, Z," wijst er nu op. dat de voor stelling van den stand van zaken van Pool sche zijde anders luidt, Volgens een schtrij- ven nl, van het Poolsche gezantschap aan de „Voss, Z," hebben de Duitsche autoriteiten in Polen den toestand voor de daar wonende Duitschers blijkbaar niet zoo ernstig opgevat als deze in werkelijkheid was, De Duitsche consul-generaal in Polen nl, moet. volgens dit schrijven, reeds enkele maanden geleden in een openbaren oproep den Duitschen op tanten te verstaan hebben gegeven, dat zij maar niet al te veel haast moesten maken om Polen te verlaten, daar er nog wel wijzigingen in de zaak zouden komen, Ofschoon de Duit sche delegatie tijdens onderhandelingen over een handelsverdrag nooit den eisch heeft ge steld van uitstel van de uitzettingen, is toch steeds in de Duitsche pers beweerd, dat deze quaestie besproken werd met het gevolg, dat een groot deel van de Duitsche optanten nog steeds gelooft, dat dank zij de interventie van de Duitsche regeering hun blijven in Polen mogelijk is, Verder wordt in den brief gezegd, dat uit verschillende aanwijzingen kan worden afgeleid, dat de optanten waar schijnlijk instructies hebben gekregen, hun woonplaats niet te verlaten en het op schan daal te laten aankomen, d.w.z. op geweld dadige verwijdering. De Poolsche autoriteiten hebben besloten, dat de woningen der Duit sche optanten gegeven moeten worden aan de uit Duitschland gezette Poolsche optanten, met dien verstande, dat nog niet ontruifnde woningen slechts dan aan Polen gegeven mo gen worden, indien geen ontruimde woningen meer ter beschikking staan. De „Voss, Z," meent. dat. indien deze voorstelling juist is, de Duitsche regeering zich veel te verwijten heeft, daar al het moge lijke had moeten beproefd zijn om de uit zetting te verhinderen en om, als dat niet kon. een goede organisatie van de verhuizingen voor te bereiden. Ten slotte eischt het blad mededeeling van hetgeen gedaan is om de Duitsche optanten zoo straks in Duitschland onder dak te bren gen en aan werk te helpen, De „Frankf. Ztg,". die ook deze a.s. volks verhuizing bespreekt, verzekert, dat velen der Duitsche optanten niet eens vrijwillig voor Duitschland hebben geopteerd. Zij wil den in Polen blijven, dat voor hen een tweede vaderland is geworden. Maar de Poolsche NOODWEER. Deelen van Oost Stiermarken hebben ont zettend te lijden gehad van een allesverwoes- tenden hagelslag, waardoor de te velde staan de oogst vrijwel geheel vernield is. In de wijnbergen is een schade voor jaren aange richt. Het ooft is van de boomen afgescheurd. Veel wijd is gedood. De hagelsteenen waren tot ijsklompen samengesmolten, zoodat de pannen op de daken werden vernield. In het Ilchdal moesten de boeren, die het in gevaar verkeerende vee wilden redden, tot de borst door het ijs en het water waden. In Opper- Oostenrijk zijn twaalf boerderijen door den bliksem getroffen en zijn afgebrand. Ook ontstonden verschillende boschbranden door het hemelvuur DE STAAT VAN BELEG IN PORTU GAL OPGEHEVEN. Het demissionaire kabinet besloot aan den Kamervoorzitter te vragen een voorloopig twaalde voor Augustus goed te keuren. De staat van beleg is opgeheven. MIJNBRAND TE SPITSBERGEN. Reeds meer dan twee maanden staat een kolenmijn op Spitsbergen, eigendom eener Zweedsche maatschappij, in brand. Alle po gingen tot blusschen waren, ofschoon zij vol gens moderne methoden geschieden, tot dus ver vergeefsch en volgens deskundigen zui len zij vermoedelijk vruchteloos blijven, zoo dat de mijn geheel zal uitbranden, wat tien tallen jaren kan duren. Daar de betrokken mijn zeer productief is voor 1925 schatte men de opbrengst op 140.000 ton en het Uit „Het Nieuwe Volk", weekblad voor Nederland, dat deze week onder gereorgani seerde leiding verscheen, blijkt dat de Hoofd redactie in handen gesteld is van het Eerste Kamerlid P. J. J. Haazevoet en den heer B. Th. de Wolff. In een uitvoerige inleiding geven zij ant woord op de vraag „wat wil „Het Nieuwe Volk". Voorts blijkt uit een artikel dat zij de mas sa van ons Katholieke Volk oproepen ten einde door massa-actie te verkrijgen wat door jaren lang overleg in het Parlement niet be reikt kon worden n.l. intrekking of wijziging van artikel 123 R.R. Overigens blijkt dat de nieuwe leiding den ouden beproefden weg, tot verheffing volksmassa, betreden wil. Het voormalige expeditieschip van wijlen kapitein Scott den Zuidpoolreiziger is te Portsmouth aan een ingrijpende verbou wing onderworpen en gereed gekomen. Het schip is voor een nieuwe Zuidpoolexpeditie vertrokken, welke twee-en-een half jaar zal duren. De tocht gaat eerst naar de Golf van Biscaye, waar de instrumenten voor loodin gen en peilingen zullen worden beproefd. In October kan het schip bij Zuid-Georgië zijn. Het doel van de expeditie is, een onderzoek in te stellen naar de levensgewoonten van de walvisschen in de wateren, die tot het gebiec 1 van de Falkiand-eilanden behooren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5