EVENTJES LACHEN.
VAN WET EN WETGEVING.
DE SPION VAN DE CITADEL
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Dinsdag 28 Juli 1925
De handhaving der orde in den Gemeenteraad
KERK EN SCHOOL.
Gem. buitenl. berichten.
KUNST EN KENNIS.
Amundsen naar ons land.
-
De Fransche socialisten en de deelneming aan de regeeTing. De toe
stand aan het Marokkaansche front. Uitwisseling van Duitschers en
Polen.
Onder de Radio-berichten: Bemiddeling van Baldwin in het Britsche
mijneonflict. De houding van Abd-el-Krim.
FEUILLETON.
Het Nieuwe Volk.
Zuidpool-expeditie.
BLUF
VERQODt N
TC.
RoorlfcW.
Voor enkele maanden wijdden wij, eene
beschouwing aan bovenstaand onderwerp.
Wij wezen er toen op dat volgens de be
staande jurisprudentie het eenige middel
dat de voorzitter van den Gemeenteraad
tegen een obstructievoerend raadslid heeft,
is de vergadering te schorsen.
Dat was de algemeene opinie van de in tot
oordeelen bevoegde kringen. Die epinie da
teerde reeds van 1896, toen Gedeputeerde
Staten van Utrecht aan de Kroon ter vernie
tiging voordroegen de bepaling in het regle
ment van orde voor den gemeenteraad van
Eemnes, waarbij den voorzitter het recht
wordt gegeven, een lid, dat de orde in de ver
gadering bleef verstoren, de verdere bijwo
ning dier vergadering te verbieden en hem
desnoods met den sterken arm uit de ver
gaderzaal te doen verwijderen. De toenmalige
Minister van Binnenlandsche Zaken ver
enigde zich met deze zienswijze van Ge
deputeerde Staten van Utrecht, waarbp de
ïaad van Eemnes teneinde vernietiging
fan het reglement van orde te voorkómen
de bewuste bepaling introk.
Van dezelfde opinie gaf nog onlangs het
Gerechtshof te 's -Hage blijk, toen het het
reglement van orde van den Gemeenteraad
van Zwijndrecht onverbindend verklaarde.
De betrekkelijke bepalingen van dit veel-
aesproken reglement geven wij hier gemaks
halve nog even weer.
„Indien een lid zich beleedigende uitdruk
kingen veroorlooft, den goeden naam van
„anderen in verdenking brengt, de orde ver
stoort of tot revolutionaire daden aanspoort,
„een en ander ter beoordeeling van den
„Voorzitter, wordt hij door dezen tot de orde
„geroepen.
„Wanneer een lid de geuite beleediging
„of verdachtmaking niet terstond terug-
„neemt, of mocht voortgaan zich beleedigen-
„de uitdrukkingen of verdachtmakingen te
„veroorlooven, de orde te verstoren, tot re
volutionaire daden aan te sporen, dan wel
„door zijn gedragingen den geregelden gang
„van zaken te belemmeren, is hij verplicht
„op aanzegging van den Voorzitter terstond
„het gebouw, waarin de vergadering wordt
„gehouden te verlaten, tenzij de Raad op
„dadelijk door hem ingestelde beroep, an-
„ders beslist.
„Maakt hij van zijn beroep, in de eerste
„alinea van dit artikel bedoeld, geen gebruik,
„of is afwijzend op dat Beroep beschikt, en
„voldoet hij niet terstond aan de aanzegging
,van den Voorzitter, in die alinea bedoeld,
„dan doet de Voorzitter hem door den ster
ken arm uit het gebouw, waar de vergadering
„wordt gehouden, verwijderen en zorgt, dat
,hij de vergaderingslocaliteit niet weder
.binnentrede, binnen den termijn krachtens
„de laatste alinea van dit artikel bepaald.
„Het aldus verwijderde lid mag geen ver
gadering meer bijwonen gedurende den tijd
„van drie maanden na den dag der verwijde
ring."
Volgens het gerechtshof te 's-Hage misten
deze bepalingen rechtskracht, omdat alleen
de wetgever en niet de Raad voor kan schrij
den dat een rardslid, dat-de orde verstoort,
vorde verwijderd.
De Procureur Generaal bij het Gerechts
hof was het evenwel met deze opvatting niet
eens en bracht de zaak aanhangig bij den
Hoogen Raad.
Teekenend is, dat zoowel de Advocaat-
Generaal bij den Hoogen Raad Mr. Ledeboer
als dit Rechtscollege zelve blijk gaven van
een veel ruimer inzicht in deze materie dan
het Haagsche Gerechtshof, van een veel
ruimere opvatting ook als tot heden door de
diverse organen der administratie werd ge
huldigd.
Zeker de advocaat-generaal concludeerde
tot verwerping van het cassasieberoep, op
grond van onwettigheid van de betrekkelijke
bepaling van het reglement van orde van den
Raad van Zwijndrecht.
Maar de conclusie werd niet genomen,
omdat de Raad niet bevoegd was in het regle
ment van orde verwijdering in bepaalde ge
vallen voor te schrijven, maar omdat aan die
verwijdering tevens het verbod was verbon
den om gedurende drie maanden de raads
vergaderingen bij te wonen.
Uit de conclusie van den Advocaat-Gene
raal teekenen wij het navolgende op
Ieder raadslid heeft het recht om de raads
vergaderingen bij te wonen en dientengevolge
vindt de volle omvang van dat recht, zijne
natuurlijke begrenzing daar, waar de wijze
waarop een lid dit zoude uitoefenen, aan
andere leden of aan den Raad onmogelijk
Zoude maken hunne taak te vervullen.
Alles wat noodig is om de ongestoorde ver
vulling van die taak mogelijk te maken, kan
bij Reglement van Orde worden verordend.
Indien derhalve een lid hardnekkig de orde
in de vergadering blijft verstoren en door zijn
gedragingen den geregelden gang van zaken
blijft belemmeren, zoo zal -dit lid gedwongen
kunnen worden de vergadering te verlaten,
ponder dat men daarbij in srtijd komt met
het wettelijk gewaarborgd recht van zoo
danigheid, om zijn taak in haar vollen om
vang uit te oefenen.
Ook de Hooge Raad gaf bij zijn arrest van
4 Mei jl. blijk dezelfde meening te huldigen
als zijn advocaat-Generaal.
In het betrekkelijk ar'est we'd O.m. over
wogen
dat de gemeenteraad gerechtigd is om bij
Reglement van orde te bepalen, dat den Voor
zitter, al dan niet na beroep op den Raad (spa
tieering van ons), de bevoegheid toekomt om
een lid te gelasten de vergadering van dat
college te verlaten, wanneer dat lid na door
den Voorzitter wegens onbehoorlijke hande
lingen tot de orde te zijn geroepen, desniette
min blijft voortgaan de orde te verstoren
dat eveneens dien Voorzitter bij dat reg
lement de bevoegdheid kan worden toege
kend om dat gemeenteraadslid, wanneer het
aan zijn last de vergadering te verlaten, geen
gevolg geeft door den sterken arm uit de
raadsvergadering te doen verwijderen en ge
durende den duur der bijeenkomst uit het
gebouw, waar deze wordt gehouden, verwij
derd re houden
dat toch het recht van een lid van den Ge
meenteraad om de vergaderingen van den
Raad bij te wonen en aldaar dan van de hem
toekomende bevoegdheden gebruikte maken,
zijne grenzen vindt in de gelijke rechten zijner
medeleden, die met recht kunnen verlangen,
dat een medelid hun niet verhindert hunne
functiën op behoorlijke wijze te 'vervullen,
hetgeen het geval is, wanneer dat lid door de
onbehoorlijke wijze waarop het optreedt, den
regelmatigen voortgang der vergadering be
lemmert of verhindert
dat wanneer het Reglement van Orde van
den Raad van Zwijndrecht zich had bepaald
tot het geven aan den Voorzitter van eene be
voegdheid als hiervoren vermeld, dit artikel
niet in strijd zoude zijn geweest met de wet
en de ambtenaren, die op een rechtsgeldig
bevel van den Voorzitter een raadslid uit de
vergadering van den Gemeenteraad verwij
derden, alsdan zijn in de rechtmatige uit
oefening hunner bediening
dat echter het Reglement van Orde van
den Raad van Zwijndrecht veel verder gaat
en bepaalt, dat wanneer een gemeenteraads
lid in het hier bedoelde geval niet voldoet aan
de aanzegging van den Voorzitter om het ge
bouw, waarin de Gemeenteraad vergadert, te
verlaten, die Voorzitter hem door den ster
ken arm uit het gebouw doet verwijderen,
de last tot zoodanige verwijdering tot nood
zakelijk, immers daarmede onverbrekelijk
verbonden gevolg heeft, dat het verwijderde
lid gedurende drie maanden van bijwoning
der raadszittingen is uitgesloten
dat de Gemeenteraad niet a'an den Voor
zitter eene bevoegdheid tor verwijdering
met dit onafscheidelijk gevolg mocht verke
nen, daar hierdoor het recht van het gemeen
teraadslid om gedurende drie maanden aan
de vergadering van den Raad deel te nemen
wordt gekrenkt, en dit, zonder dat de hand
having der orde dit noodzakelijk maakt,
daar toch uit het feit, dat een gemeenteraads
lid zich in een raadsvergadering zoo gedraagt,
dat hij de orde ernstig verstoort, nog niet
volgt, dat hij op een later te houden vergade
ring op ernstige wijze de orde zal verstoren
en ook dan een regelmatige behandeling der
werkzaamheden onmogelijk zal maken
Wij hebben de overweging van den Hoo
gen Raad eenigszins uitvoerig geciteerd, om
dat er duidelijk uit blijkt, dat
1. De Gemeenteraad bevoegd-is bij Regle
ment van orde te bepalen, dat een lid, dat de
vergadering verstoort door zich niet te ge
dragen naar de leiding van den Voorzitter,
op bevel van dien Voorzitter desnoods, met
geweld uit de raadszaal kan worden verwij
derd, zelfs zonder dat hem beroep op den
Raad wordt toegekend.
2. Aan deze verwijdering mag echter niet
zijn verbonden het verbod gedurende een be
paalden tijd de raadzittingen bij te wonen.
Dit laatste was bij het Reglement van Orde
van den Raad van Zwijndrecht wel het geval
en daarom verwierp de Hooge Raad het be
roep in cassatie van het Haagsche Gerechts
hof, waarbij het Zwijndrechtsche reglement
van Orde onverbindend werd verklaard.
Als er nieuwe kwalen opduiken, zoekt men
naar nieuwe geneesmiddelen. Dat geldt ook
in het publieke leven. Tengevolge van de uit
breiding van het kiesrecht, gepaard aan de
prediking van ontevredenheid, treden hier en
daar elementen de raadzaal binnen, die, wat
zij aan burgerlijk fatsoen missen, trachten te
vergoeden door brutaliteit. Tegen zulke ele
menten dient met kracht te worden opgetre
den. Hadde de jurisprudentie zich op dit
stuk niet gewijzigd, dan had de wetgever
moeten ingrijpen. Doch de jurisprudentie
heeft zich gewijzigd. De tijd dat de Voor
zitter van den Raad zich zoowat alles moest
laten welgevallen is voorbij. Herriemakende
raadsleden hebben nu hun mond te houden
op straffe van zonder meer te worden buiten
gesmeten.
REIS PARIJS—LOURDES.
Voor de door het R.K. Werkliedenver
bond georganiseerde reis naar Parijs en
Lourdes van a14 September a.s. zijn nog
enkele plaatsen beschikbaar.
31 Juli a.s. wordt de lijst onheroepelijk
gesloten.
Men wende zich om inlichtingen spoe
dig tot het Verbond, Drift 1012, Utrecht.
zijne koortsige woeligheid en zag, dat hij
alleen was. Hij keek onder het bed, en de
muurkast en wilde zich verwijderen toen
zijn oog viel op een sigarettenétui bij het
venster.... hij nam het en ging zenuwachtig
naar beneden^
De kamer was leeg, zeide hij aan zijn
bezoeker, m%ar ik heb dit bij het venster
gevonden.. Men ziet er vingerafdrukken op-
De burger haalde een vergrootglas uit zij"
zak en tevens twee foto's van de gevonden
vingerafdrukken en vergeleek.... Hij nam
een fleschje en liet een fijne regen op het
étui vallen keek weer en vergeleek.
Na eenige oogenblikken sprak hij:
Generaal, ik ben overtuigd, dat de
eigenaar van étui het individu is, dat twee
maal bij u is binnengedrongen....
Wat zegt u? vroeg de generaal, en zijn
stem was niet zoo vast als gewoonlijk.
Ik bezweer het u voor God. De
duim vertoont aan hei boveneinde een diepe
indrukking. Daarenboven in een kleine wrat
op den ringvinger zichtbaar op de foto's- en
het étui; de noodzakelijke teekens zijn aan
wezig. De gevolgtrekking is dus eenvoudig-
Dank u wel, mijnheer, dank u wel.
Indien u den eigenaar van het étui
kent, kent u ook den spion.... Ik ga, mijn
trein vertrekt binnen twintig minuten
Duizendmaal dank, mij waarde; wacht
een oogenblik.
Hij ging naar de telefoon;
Hallo! Stuur onmiddellijk mijn auto met
den dokter.
Hij wendde zich lot den deskundige.
Mijn auto is in een paar minuten hier.
Zij gingen weer zitten maar zwegen. Zij
beschouwden weer de fotos en het geheim
zinnige étui.
Nauwelijks was de deskundige vertrok
ken of Campran, het hoofd in de hanc|en.
ging in zijn herinneringen - zoeken. Ilij had
die groene étui, waarop in een hoek een
zilveren bloempje, reeds gezien, maar waar
waarHet was lang geleden, zeer
lang, Mijn God, ja, het was het étui
mijner nicht, dat befaamde étui, dat de
oorzaak van een twist geweest was. Cam
pran was verontwaardigd geweest dat een
jong meisje rookteEn sedert dierU
Het scheen hem, dat hij het nog onlangs
gezien had, zelfs had hem de sierlijkheid
van het étui en de boerschheid van den ei
genaar getroffen.... maar wie had dat
fraaie ding in zijne tegenwoordigheid uit
den zak gehaaldEindelijk herinnerde
hij zich, dat moest in de garage op de
Markt geweest zijn, eenige dagen voor den
oorlog... maar wie.... wieO ja, een
kleine werktuigkundigemaardat
was Jean!.... Nu stond de waarheid dui
delijk voor zijn geest.... het étui behoor
de aa"n Jean!.... evenals het horloge dat
zoo geleek op dat van zijn nicht.... dat
kind, over hetwelk zij sedert bijna twintig
jaar niet had willen spreken.... Maar dan
had Jean koorts geveinsd, Jean had straks
gc-iiiacmi en erop io uai tic l lnjcix
beider belang is, de wederzijdsche optanten
rustig te laten waar ze zijn, teneinde een el
lende te voorkomen welke onvermijdelijk
is bij een verdrijving van een 50.000 men
seden in het geheel. Maar toch reeds weer
heeft de Poolsche stookpers in strijd met waar
heid geschreven, dat Duitschland de Polen
verdrijft. Daarmede werd de stemming van
het volk vergiftigd en een atmosfeer van haat
geschapen, waarin zulk een maatregel ge
waagd kon worden. Polen staart als gehyp
notiseerd op den Poolschen „nationalen staat"
en offert aan dat droombeeld alles op. Het
blad zou liever geen represailles willen aan
bevelen, want die uitzetting is iets vreeselijks,
van welke zijde de maatregel ook komt. Maar
het ziet toch aan den anderen kant geen mid
del om den „Poolschen nationalen dolheid"
te keeren en den verantwoordelijke personen
de onverstandigheid en de ruwheid van hun
politiek tegen de minderheiden duidelijk te
maken,
Naar de Berlijnsche correspondent van .de
„Frankf. Z." meldt, waren oorspronkelijk in
Polen 150.000 Duitsche optants, in Duitsch
land ongeveer 75.000 Poolsche. Van de Duit
sche optanten in Polen waren er het laatste
jaar nog 27.000 de Poolsche optanten in
Duitschland zijn een 13 a 15.000 personen
sterk.
Over de technische organisatie meldt de
correspondent, dat Buitenlandsche Zaken
daarin samenwerkt met den minister van ar
beid. Het Duitsche consulaat-generaal in Po
len is versterkt. Tevens is een vertegenwoor
diger van Arbeid daarbij gedetacheerd. Het
in Schneidemühl aanwezige kamp wordt
uitgebreid vandaar heeft dan de distributie
plaats over het rijk. Het betreft voorname
lijk gezinnen van landarbeiders. Volgens me-
dedeelingen van bevoegde zijde zouden dui
zenden arbeidswoningen voor hen gereser
veerd worden. Verder worden de woningen
van de Poolsche optanten te hunner beschik
king gehouden.
De „Fr, Z," twijfelt tenslotte niet aan de
goede bedoelingen van de autoriteiten ten
opzichte van de slachtoffers, maar waar
schuwt hen toch, op grond van de ervaringen,
het niet te laten bij theorie.
DE ONTRUIMING VAN HET RUHR-
GEBIED.
De tweede phase van de ontruiming van
het Ruhrgebied is Zondag begonnen met
het vertrek der troepen uit Essen.
Op 31 Juli zal het Ruhrgebied definitief
worden teruggegeven aan de Duitsche auto
riteiten, ingevolge het verdrag van Londen.
HET IN EERE HERSTELDE ZWART-
ROOD-GOUD
In de Hessische universiteitstad Giessen
wordt van 29 Juli tot 1 Aug. een groot turn-
feest gehouden, waaraan ruim 25.000 man
nen en vrouwen, ook uit het bezette gebied,
deelnemen. De feestcommissie had met een
stem meerderheid besloten, van de vlaggen-
versiering van het terrein de republikeinsche
rijksvlag uit te sluiten. Zoodra dit bekend
werd, ontstond groot rumoer in het republi
keinsche kamp. Ook onder de jeugdige tur
ners werd heftig geprotesteerd, en al spoedig
werd door verschillende afdeelingen besloten
niet aan het feest deel te nemen, wanneer
het zwart-rood-goud geboycot bleef. Ook de
schoolautoriteiten deelden de feestcommissie
mede, dat men thuis zou blijven, indien het
besluit van de commissie gehandhaafd bleef.
Dit algemeen verzet heeft geholpen de
commissie is op haar besluit teruggekomen
en heeft gelast dat ook de rijkskleuren het
feestterrein zullen versieren.
AARDVERSCHUIVING OP DEN
MATTERHORN.
Uit Genève wordt gemeld, dat op den
Matterhorn een aardverschuiving is begon
nen. Een aantal dorpen en gehuchten aan de
Italiaansche zijde worden bedreigd bedolven
te worden. De bewoners van Usaino en an
dere bedreigde oorden zijn reeds naar Breuil
vertrokken.
gerookt. Jean was de spion!.... Jean!....
Jean.
En vreeselijk gekweld woonde de gene
raal als toehoorder de woordenwisseling
bij, die in zijn geest plaats hadDe be
wijzen voor of tegen Jean kwamen met de
snelheid van den bliksem.... zij brachten
hem van zijn stuk....
Met moeite stond hij op en hield het
étui in zijne handen; hij ging door den gang
naar den frap en ontmoette Fadé, die met
de handen in zijn zakken naar beneden
kwam.
Dag, generaal, neem me niet kwalijk
dat ik u even ophou, maar mijn vriend
komt mij erg voor, ik ben maar even in en
uit geweest. Hij is buitengewoon onrustig.
Daar hij alleen is, wilde ik u waarschuwen.
Dank je, besfe jongen, dank je.
Hij ging naar boven, verpletterd door de
vreeselijke verdenking, die in zijn geest op
kwam.... Hij trad binnen. Het vertrek zag
er juist f zelfde uit als een uur te voren,
alleen Jean was meer en meer koortsig ge
worden, nauwelijks herkende hij zijn chef...
Campran constateerde het klamman der
handen, de hooge koortskleur van het ge-
laaf en een verschrikkelijke verdenking
kwam nog bij de anderen:
Straks heeft Jean den deskundige aan
het raam hooren zeggen, dat er vingeraf
drukken genomen waren. Radeloos door het
vooruitzicht onfdekt te worden, nog zwak,
tengevolge der verwondingen die hii ODge-
„Als de baas zijn woorden nie intrekt
kom ik hier nie meer terug!"
„Wat heet-ie dan tegen je gezegd?"
„Dat ik kon ophoepelen!"
EEN GEZOND DORP.
Gast: „Dit lijkt me hier een gezond dorp,
kastelein; de mannen en vouwen zien el
zeer welvarend uit.
Kastelein: „Gezond mieneer! Hier starfl
gien mins. Toen we lest 't oije kerkho!
moste inwije, hé wie 'n dooie motte leene.
JEUGD-ILLUSIE.
„Wat zal je worden, vent, als je groO*
bent?"
„Eerst officier, omdat pappie dat wil.
dan boekhouder, omdat mammie 't wil en
dan schoorsteenveger, omdat ik 't wil."
INFORMATIES.
Bij sollicitaties: „Hebt u ook grootmoe
ders?"
„Neen, geen enkele meer"
„Nou dan kan je in betrekking komen
want uw voorganger had zeker wel vier
grootmoeders en die stierven alle meerma
len in de maand."
voornaamste bezit der maatschappij uit1
maakt, zal het bankroet dezer laatste wel nie<
zijn te voorkomen.
BOLSJEWISTISCHE INVLOEDEN Tl
KANTON.
Gemeld wordt, dat de roode generaal
Borodin den Amerikaanschen rechtsgeleerde
Norman zal opvolgen als adviseur van de
regeering te Kanton. Verder wordt gemeld,
dat het opperbevel van leger, vloot en lucht
macht in handen van Russen is gesteld.
EEN ROOVERSAANVAL OP MOHAM-
MARAH.
Vrijdagavond deden 400 Arabieren plotse
ling een aanval op de stad Mohammarah.
Zij plunderden den bazar en werden ten
slotte teruggedreven door de Perzische troe
pen, die dapper streden. Aan beide zijden
vielen vele dooden en gewonden, waaronder
twee Engelschen.
De Anglo-Persian Oil Company heeft geen
schade gelden.
Het Britsche oorlogsschip „Triad" kwam
binnen vier uur na den aanval uit Basrah tv
Mohammarah aan.
Een lezing te-Amsterdam op 24 Sept. a.s.
Naar de „Tel." verneemt, is het de Höl-
landsche Concertdirectie, dr. G. de Koos,
mogen gelukken, den beroemden poolreizi
ger Amundsen, voor hij in October naai
Amerika vertrekt waar hij over nieuwe pool
reizen moet onderhandelen, voor. een korte
tournee door Europa te contracteeren. Be
halve verschillende groote steden in Duitsch
land en Frankrijk zal Amundsen ook Neder
land bezoeken. Hij zal op Donderdag 24 Sep
tember a.s. te Amsterdam in het Concertge
bouw (groote zaal) een lezing met lichtbeel
den houden over zijn jongste reis.
loopeu heeft op den avond dat hij door het
raam bij mij is willen binnensluipen, is hij
plotseling aangetast door een hevige koort»
Zonder medelijden nu beschouwde hij den
jongen, die hem zoo schandelijk bedrogen
en vaderlandsliefde en vertrouwen geveinsd
had.... Hij moest wel 'n zoon van inbre
kers zijn, menschen die zijne nicht besto
len hadden en aan hem, Jean de gestolen
voorwerpen hadden gegeven
Terwijl hij met deze gedachten bezig was.
kwam de dokter binnen: hij onderzocht
Jean en wendde zich erg ongerust tot den
generaal:
Ik neem een aandrang van bloed naar
de longen waar, zonder twijfel een gevolg
van de buitengewone afkoeling. Het is niet
te verwonderen. Zoo'n verzwakt lichaam is
aan alles blootgesteld. Maar u hoeft op hef
oogenblik toch niet het ergste te vreezen,
Het zou goed zijn een beetje vuur te ma
ken. Morgen vroeg kom ik terug. Hef is
natuurlijk niet noodig u te zeggen, dat ab
solute rust noodzakelijk is.
Ook niet met hem praten, dokter?
Geen woord. Rusten nog eens rust. Er
laat niemand bij hem toe.
Best, dokter, dank u tof morgen.
De dokter ging naar beneden en de ge
neraal bleef den zieke beschouwen. Hij kon
dus dezen avond onmogelijk de vingeraf
drukken van den jongen nemen; absolute
rust! Morgen zou men wel zien!
(Wordt vervolgd.)
De Fransche socialisten
en de regeering.
De Fransche socialisten hebben Zondag
op het congres der Fédération de la Seine,
dat de voorbereiding vormt tot het nationale
congres van 15 Augustus het vraagstuk van
de deelneming aan de regeering opnieuw
besproken. Blum, die erkende, dat op het
oogenblik in de Kamer een ministerie van
de nuance van Herriot niet mogelijk zou zijn
en deswege den toestand troebel noemde,
omdat een dergelijk ministerie juist wel zou
beantwoorden aan de stemming in het ge-
heele land, sprak, gelijk verwacht, opnieuw
tegen deelneming. Zoolang de socialisten
nog niet alleen de baas kunnen zijn, doen ze
beter, de verantwoordelijkheid aan anderen
over te laten, al kunnen ze een ministerie
steunen. Het ministerie Painlevé behooren
ze trouwens in het geheel niet te steunen
want dit is geen kartel-ministerie en het kar
tel is thans weer in de oppositie. Over dit
feit toonden verschillende andere sprekers
zich trouwens zeer tevreden, omdat het meer
beantwoordt aan de socialistische tradities en
hun geen onaangename verplichtingen op
legt. Ten slotte werd een commissie be
noemd tot het opstellen eener motie voor het
nationale congres in welke de voorstanders
der deelneming door vijf, en de tegenstan
ders door negentien leden zijn vertegen
woordigd.
De onderhandelingen tus-
schen Spanje en Frankrijk
over de samenwerking in Marokko zijn thans
geëindigd, zooals onze Radio-berichten gis
teren hebben gemeld. De verkregen resulta
ten voldoen niet geheel en al aan hetgeen de
Franschen verlangden, maar op een zeer be
langrijk punt hebben dezen dan toch hun zin
gekregen. Wederkeerig is het recht erkend
om de vervolging van den vijand op elkan
ders gebied voort te zetten. Dat is voor de
Franschen van overwegend belang. Zoolang
immers de troepen van Abd el Krim door
zich op het gebied der Spaansche zóne terug
•e trekken zich aan een Fransche vervolging
zouden kunnen onttrekken, zou er geen spra
ke kunnen zijn van een beslissende actie.
Van de hun door de Franschen toegebrach
te slagen zouden de Rifkabylen zich telkens
weer op Spaansch gebied kunnen herstellen.
En zij zouden na een rustpoos telkens op
nieuw kunnen beginnen.* Het is een succes
voor de Fransche onderhandelaars, dat de
Spanjaarden den Franschen troepen de over
schrijding van de grenze'n der Spaansche
zone willen toestaan, indien dat ter vervol
ging van den vijand noodig mocht zijn. De
wederkeerigheid is in dit geval natuurlijk
maar een mooie phrase, want van een Spaan
sche actie tegen Abd el Krim zal op groote
schaal geen sprake zijn en de Spanjaarden
zullen dus wel niet in de noodzakelijkheid
komen om de Fransche grens te overschrij
den. Zij zullen zich niet in nieuwe militaire
avonturen steken en hoogstens zich tot klei
nere acties bepalen, om den gemeenschap^
pelijken vijand een weinig bezig te houden
en af te leiden. In zooverre is het resultaat
van de onderhandelingen te Madrid een te
leurstelling voor de Franschen, die wel gaar
ne een gemeenschappelijke militaire actie
zouden hebben gewild. Hiervan zal echter
geen sprake zijn, het eigenlijke corlogswerk
zullen de Franschen alleen moeten doen,
als Abd el Krim zou weigeren de door Fran
schen en Spanjaarden ontworpen vredesre
geling te aanvaarden. Deze vredesregeling,
die zeer tegemoetkomend heet te zijn, zal
niet officieel aan Abd el Krim worden aan
geboden. Men zal alleen zorgen, dat hij er
van in kennis wordt gesteld indien hij hier
toe het verlangen mocht doen blijken. Maar
het initiatief tot den vrede moet van Abd el
Krim uitgaan. Om vrede vragen doen Frank
rijk of Spanje niet. Tot dusver is er nog geen
blijk, dat Abd el Krim op zijn beurt geneigd
is om vrede te vragen. Alleen heeft hij offi
cieus te kennen gegeven op welke voorwaar
den hij tot vredesonderhandelingen bereid
zou zijn. En deze voorwaarden indien al
thans de daaromtrent gepubliceerde bijzon
derheden juist zijn toonen, dat hij zich
eigenlijk als de overwinnaar beschouwt. Op
den door hem aangegeven grondslag zal wel
geen vrede kunnen tot stand komen.
Zal dat wel het geval zijn op den door
Spanje en Frankrijk gedachten grondslag?
Dat zal zeker afhangen van de verdere re
sultaten van het thans blijkbaar door de
Franschen ingezette offensief. Voorloopig
schijnen de resultaten hiervan zeer gunstig
De Riffkabylen worden weer naar het noor
den teruggedrongen. Het zal nu nog maar de
vraag zijn of de Fransche troepen reeds vol
doende versterkt zijn, om over het uitge
strekte front den vijand te vervolgen. Want
de Fransche legerleiding moet er steeds re
kening mee houden, dat de Marokkaansche
stammen achter het front ontrouw worden
en moet dus in het van Riffkabylen gezui
verd gebied toch steeds flinke troepenmach
ten achterlaten.
En al is aan het eindresultaat van dezen
strijd - als Abd el Krim waarlijk geneigd
zou blijken dien voort te zetten niet te
twijfelen, bereiking er van zal nog wel zware
kosten en moeiten met zich brengen. N och
maarschalk Lyautey, noch maarschalk Pé-
tain, of generaal Naulin zullen zich hierover
illusies maken of illusies te Parijs kunnen
wekken.
f6
Vri] naar het Fransch.
HOOFDSTUK XIV.
De volgende dagen verscheen Lucie'n niet
meer in het paviljoen. Op den avond van
der^ zesden dag daalde de temperatuur vrij
plotseling en maakte den gewonde koort
sig, hij was zoo terneergedrukt, dat hij
nauwelijks wist, dat iemand bif hem binnen
kwam.
Men deed de deur zacht dicht, naderde
het bed, hij opende even de oogen, draaide
zich naar den muur, de bezoeker bleef bij
't bed staan en beschouwde het schoone
koortsige gelaat van den lijder. De lucht 'n
het vertrek was bedorven, en maakte het
verblijf onaangenaam. De bezoeker ging naar
het venstes, opende het en stak een sigaret
op. Er was geen levend wezen te zien, noch
in den tuin, noch op de vesting werken. Het
gebulder van het kanon in de richting van
Bethincourt deed de ruiten schudden.. Aan
den horizon kon men zwarte stippen zien,
welke aanduidden dat vliegers zich boven
de vijandelijke linies bewogen. Achter hem
bet geluid van een onregelmatige adem
haling, die van Jean.... Plotseling boog de
bezoeker naar buiten en luisterde. Een raam
werd beneden geopend en het blooie hoofd
van den generaal werd zichtbaar.... naast
hem een burger. De generaal wees op de
^versterkingen.
Het individu, zeide hij, is daar langs
geslepen, maar sedert dien nacht wacht er
een schildwacht. Hij is hier moeten binnen
gekomen, den eersten nacht door 't geopend
raam en den tweeden keer door dat van de
voorkamer, het derde raam rechts, zooals ik
u straks weesHet is gemakkelijk om
er op te klimmen.... Dat heeft trouwens
mijn kleine bediende gedaan om den spion
te pakken te krijgen. Arme vent!
Welnu generaal, het komt mij voor, nu
I wij hier op de plaats zelve zijn, dat uw ver
onderstelling juist is. Overigens zijn wij
overtuigd, dat de twee bezoekers maar een
enkele en dezelfde is, dit blijkt duidelijk uit
mijn onderzoek van de vingerafdrukken,
welke beide dezelfde zijn
Eensklaps zwegen zij en hieven verrast
het hoofd op.
Dat is buitengewoon riep de burger
uit, deze asch van een sigarette op onze
vingers, terwijl niemand boven is.
Dat kan alleen van de kamer van Jean
komen, gaf de generaal ten antwoord: zou
hij soms rooken! De onvoorzichtige! Wacht
een oogenblik.
Eenige minuten later was de generaal in
de kamer van Jean, was verontrust over
De hoofden der Djebala's en Anjera's heb
ben zich naar Sjesjoeën begeven, waar volgens
de agenten van Abd el Krim deze hun zou
verplichten, in massa tegen de Franschen
en Spanjaarden in opstand te komen. Als
reden wordt opgegeven, dat, daar de Riffijnen
den toestand niet zien verbeteren, zij bereid
zouden zijn, te weigeren den strijd voort te
zetten.
Aan het heele front is het kalm. De vijand
is in korten tijd uit de omgeving van Tafrant
geworpen. Het land ten zuiden van de Wergha
tusschen Ain Aisja (ten noorden van Tissa)
en Kelaad es Sless is van vijanden gezuiverd.
Abd el Krim heeft aan den correspondent
van de „Times" te Tanger medegedeeld,
dat hij op de nota van Frankrijk en Spanje
nopens de vredesvoorwaarden geantwoord
heeft, dat hij met vertegenwoordigers van
beide landen wil samenkomen, mits de on
afhankelijkheid van de Riffijnen vooraf wordt
gewaarborgd. In dat geval is hij bereid, een
duurzamen vrede te sluiten en de vijandelijk
heden te staken. Dit antwoord zou heden
aan beide regeeringen worden gegeven.
Het a.s. over de grens
zetten van Poolsche en
Duitsche opstandelingen.
Met 1 Aug, dreigt Europa een. zij het op
kleiner schaal, herhaling te zien van de
Grieksch-Turksche uitwisseling van dui
zenden burgers, die hun woonplaatsen moe
ten verlaten, Duizenden Polen zullen uit
Duitschland. duizenden Duitschers uit Polen
verdreven worden, Met alle daaraan voor de
betrokkenen verbonden ellende, Grondslag
voor deze maatregelen is de Weensche Over
eenkomst van 30 Aug, '24. tusschen vertegen
woordigers van beide landen, waarbij bepaald
werd, dat de Duitschers in Polen, die voor
Duitschland geopteerd hadden, na 1 Augus
tus '25 Polen verlaten moesten en tevens de
Polen, die in Duitschland wonen en voor Po
len hebben geopteerd, uit het Duitsche rijk
gezet kunnen worden na dien datum. For
meel is dus op deze „volksverhuizing"
niets te zeggen,
Tusschen het treffen der overeenkomst
en 1 Aug, '25 lag echter een tijdruimte van
elf maanden. En nu stelde de „Voss. Z." met
nadruk de vraag wat gedurende dezen tijd
van de zijde der Duitsche regeering is gedaan
om de uitzetting der Duitschers. die in de
thans Poolsche gebieden voor het grooteste
deel sinds hun kindsheid wonen, te voorko
men. Van officieele Duitsche zijde wordt
hierop geantwoord, dat weliswaar dadelijk
na de Weensche overeenkomst onderhande
lingen met Polen zijn ingeleid over de vraag
hoe men de uitzetting zou kunnen beletten
of verzachten, maar dat daarmede geen suc
ces van beteekenis is bereikt. De Polen had
den slechts enkele concessies verleend ten
behoeve van oude en gebrekkige lieden en
van optanten, wier verwanten voor Polen
hadden geopteerd.
De „Voss, Z," wijst er nu op. dat de voor
stelling van den stand van zaken van Pool
sche zijde anders luidt, Volgens een schtrij-
ven nl, van het Poolsche gezantschap aan de
„Voss, Z," hebben de Duitsche autoriteiten
in Polen den toestand voor de daar wonende
Duitschers blijkbaar niet zoo ernstig opgevat
als deze in werkelijkheid was, De Duitsche
consul-generaal in Polen nl, moet. volgens
dit schrijven, reeds enkele maanden geleden
in een openbaren oproep den Duitschen op
tanten te verstaan hebben gegeven, dat zij
maar niet al te veel haast moesten maken om
Polen te verlaten, daar er nog wel wijzigingen
in de zaak zouden komen, Ofschoon de Duit
sche delegatie tijdens onderhandelingen over
een handelsverdrag nooit den eisch heeft ge
steld van uitstel van de uitzettingen, is toch
steeds in de Duitsche pers beweerd, dat deze
quaestie besproken werd met het gevolg,
dat een groot deel van de Duitsche optanten
nog steeds gelooft, dat dank zij de interventie
van de Duitsche regeering hun blijven in
Polen mogelijk is, Verder wordt in den brief
gezegd, dat uit verschillende aanwijzingen
kan worden afgeleid, dat de optanten waar
schijnlijk instructies hebben gekregen, hun
woonplaats niet te verlaten en het op schan
daal te laten aankomen, d.w.z. op geweld
dadige verwijdering. De Poolsche autoriteiten
hebben besloten, dat de woningen der Duit
sche optanten gegeven moeten worden aan de
uit Duitschland gezette Poolsche optanten,
met dien verstande, dat nog niet ontruifnde
woningen slechts dan aan Polen gegeven mo
gen worden, indien geen ontruimde woningen
meer ter beschikking staan.
De „Voss, Z," meent. dat. indien deze
voorstelling juist is, de Duitsche regeering
zich veel te verwijten heeft, daar al het moge
lijke had moeten beproefd zijn om de uit
zetting te verhinderen en om, als dat niet kon.
een goede organisatie van de verhuizingen
voor te bereiden.
Ten slotte eischt het blad mededeeling van
hetgeen gedaan is om de Duitsche optanten
zoo straks in Duitschland onder dak te bren
gen en aan werk te helpen,
De „Frankf. Ztg,". die ook deze a.s. volks
verhuizing bespreekt, verzekert, dat velen
der Duitsche optanten niet eens vrijwillig
voor Duitschland hebben geopteerd. Zij wil
den in Polen blijven, dat voor hen een tweede
vaderland is geworden. Maar de Poolsche
NOODWEER.
Deelen van Oost Stiermarken hebben ont
zettend te lijden gehad van een allesverwoes-
tenden hagelslag, waardoor de te velde staan
de oogst vrijwel geheel vernield is. In de
wijnbergen is een schade voor jaren aange
richt. Het ooft is van de boomen afgescheurd.
Veel wijd is gedood. De hagelsteenen waren
tot ijsklompen samengesmolten, zoodat de
pannen op de daken werden vernield. In het
Ilchdal moesten de boeren, die het in gevaar
verkeerende vee wilden redden, tot de borst
door het ijs en het water waden. In Opper-
Oostenrijk zijn twaalf boerderijen door den
bliksem getroffen en zijn afgebrand. Ook
ontstonden verschillende boschbranden door
het hemelvuur
DE STAAT VAN BELEG IN PORTU
GAL OPGEHEVEN.
Het demissionaire kabinet besloot aan den
Kamervoorzitter te vragen een voorloopig
twaalde voor Augustus goed te keuren.
De staat van beleg is opgeheven.
MIJNBRAND TE SPITSBERGEN.
Reeds meer dan twee maanden staat een
kolenmijn op Spitsbergen, eigendom eener
Zweedsche maatschappij, in brand. Alle po
gingen tot blusschen waren, ofschoon zij vol
gens moderne methoden geschieden, tot dus
ver vergeefsch en volgens deskundigen zui
len zij vermoedelijk vruchteloos blijven, zoo
dat de mijn geheel zal uitbranden, wat tien
tallen jaren kan duren. Daar de betrokken
mijn zeer productief is voor 1925 schatte
men de opbrengst op 140.000 ton en het
Uit „Het Nieuwe Volk", weekblad voor
Nederland, dat deze week onder gereorgani
seerde leiding verscheen, blijkt dat de Hoofd
redactie in handen gesteld is van het Eerste
Kamerlid P. J. J. Haazevoet en den heer B.
Th. de Wolff.
In een uitvoerige inleiding geven zij ant
woord op de vraag „wat wil „Het Nieuwe
Volk".
Voorts blijkt uit een artikel dat zij de mas
sa van ons Katholieke Volk oproepen ten
einde door massa-actie te verkrijgen wat door
jaren lang overleg in het Parlement niet be
reikt kon worden n.l. intrekking of wijziging
van artikel 123 R.R.
Overigens blijkt dat de nieuwe leiding den
ouden beproefden weg, tot verheffing
volksmassa, betreden wil.
Het voormalige expeditieschip van wijlen
kapitein Scott den Zuidpoolreiziger is
te Portsmouth aan een ingrijpende verbou
wing onderworpen en gereed gekomen. Het
schip is voor een nieuwe Zuidpoolexpeditie
vertrokken, welke twee-en-een half jaar zal
duren. De tocht gaat eerst naar de Golf van
Biscaye, waar de instrumenten voor loodin
gen en peilingen zullen worden beproefd. In
October kan het schip bij Zuid-Georgië zijn.
Het doel van de expeditie is, een onderzoek
in te stellen naar de levensgewoonten van de
walvisschen in de wateren, die tot het gebiec
1 van de Falkiand-eilanden behooren.