IN EN OM HAARLEM.
m
imMET]
lAnP j
FINLAND.
m
Voor de Juliaanties.
Voor Kees
f 125.-
Dinsdag 4 Augustus 1925
49ste Jaargang No. 16111
Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad
Het Land derDuizend Meren
Finsch meer bij avond.
GEMEENTELIJKE AUTOBUSSEN OF NIET?
Overheidsbemoeiing en particulier initiatief. Is een betere verkeers
verbinding noodig? Haarlem heeft het grootste tramnet naar verhouding
der bevolking. Het tramnet ligt,echter verkeerd. Eea betere
verbinding is noodig. Per autobus of per tram? Tramplanneu.
%Y\
Het Finsche merenschoon.
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Koningstraat 10
Haarlem.
HET KABINET-CO LIJN
COMPLEET.
De heer Weiter aanvaardt de
portefeuille van Koloniën.
Telegraphisch Weerbericht
De officieele afkondiging.
Onze winkelstand.
De verbouwing van het Politie
bureau in de Smedestraat.
t
oe abonnementsprijs bedraagt voor
Haarlem en Agentschappen:
Per week 0.25
Per kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
vooruitbetaling 3.58
Bureaux: NASSAULAAN 49.
Telefoon No. 13866 (3 lijnen-'
Postrekening No. 5970.
Advertentiën 35 cents per regel
Bij contract belangrijke korting:
Advertentiën tusschen den tekst
als ingezonden mededeeling. 60 ct,
per regel op de le Pagina 8 75 ct
per regeL Vraag- en aaabod-advere
teptiën 14 regels 60 ct. per plaat»
sing: elke regel meer 15 ct., bil
vooruitbetaling.
Alle abonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekermgsvoorwr.arden f
legen ongeval'en verzekerd voor een. der volgende u<fkeert'ns»er>
levenslange geneeie. ongeschiktheid tot werken door f 7Cf| bij een ongevat mei OCfj
verlies van beid" armen beide beerten of beide oogen ÜU. doodelijken afloop fciilU»
bij verlies van een hana,
oi| verlies van een f Efl
duim of wijsvinger du."
dij een breuk van f40'. Dij verlies van eer
been of arm
andere vinger
ii.
In zangen en sagen is Finland bekend als
„het land der duizend meren", In werke
lijkheid bedraagt dit aantal intusschen veer
tig maal zooveel.
De meren beslaan 12 van de geheele
oppervlakte van het land en zij zijn het, die
met de wouden, welke 56 van de op
pervlakte bedekken, aan het Finsche land
schap zijn bijzondere bekoring verleenen.
van groen. Ranke bootjes, met driehoekige,
witte zeilen glijden rustig als blanke zwanen
over het rimpellooze water. Langs de boot
schieten visschen schichtig weg naar de
grondelooze diepte. Een Vlaamsche gaai ver
dwijnt met veel geschetter in 't woud. En
daar rechts op een open plek tusschen de
wouden zijn mannen en vrouwen, de laatste
in de kleurige kleederdracht van 't land,
bezig met hooi op te stapelen. Verder naar
den horizon ligt een dorpje met de eenvou
dige houten huisjes.
Op het regelmatige gestamp van den mo
tor ploegt de boot rustig het water. Witte
bakens en hooge palen met witte en zwarte
banden geven dc vaargeul aan. Soms lijkt
Wie een juist beeld wil krijgen van het
geen Finland aan natuurschoon biedt, make
een tocht over de meren, waartoe gelegen
heid te over bestaat. In en op en om de
meren concentreert zich gedurende de zo
mermaanden het buitenleven, dat in Finland
bijzónder sterk ontwikkeld is. Want op den
korten zomer volgt de lange winter. Dan be
gint 't eerst tusschen negen en tien uur licht
♦e worden en vroeg in den namiddag, half
drie, drie uur vangt reeds weer de duister
nis aan. Is het dan te verwonderen, dat de
korte zomertijd uitgebuit wordt? De amb
tenaar, die het maar eventjes doen kan, heeft
in den zomer zijn optrekje buiten en gaat
vandaar met een van de vele motorbootjes,
die een drukken dienst onderhouden, heen en
Weer naar de stad voor zijn bezigheden.
De droomerige meren van Finland! Ze
worden ingesloten door de ernstige en ma-
jestueuse wouden, ofwel omlijst met boom
groepen van ijler groei: zilvertintige berken,
die aandoen als een tremolo, als een dave
ring van blijheid, tegenover de zware, mas
sale pijnboomen. Langs de oevers, waarin
het hoogstammig geboomte weerspiegelt, lig
gen in grillige wanorde de rotsige eilandjes,
de skaren, sommigen kaal, anderen begroeid.
Vitte landhuizen breken hier en daar de lijn
het of we in een afgesloten gedeelte varen,
maar dan plotseling zwenkt de boot. Door
een engte tusschen twee meren varen we
verder en even later zijn we weer op een
breede watervlakte.
De zon brandt op het land, glimschit-
tert over het water. Heel het landschap
feest in zomerweelde Het proces van
groeien en rijpen is kort en intens, zooals in
alle noordelijke landen.
De Finsche meren bij avond! Als de zon
in den laten avond voor enkele uren gaat
verdwijnen en den horizon in een onverge
lijkelijke pracht van kleuren zet,die met bree
de bundels van goud en vermiljoen uitloopen
over het water. Als de nevelen gaan stij
gen en de omliggende wouden gehuld wor
den in een feeërieken sluier. Als uit de zacht
voorbijglijdende roeibooten, voortbewogen
onder den gelijkmatigen riemslag, liederen
weerklinken, die tot ver over het meer hoor
baar zijn. Dan, neen dan hebt ge nog niet
het schoonst gezien. Dan moet ge nog de
meren in Finland zien bij nacht, in de huive
rende schemering, kort en geheimzinnig, die
de Noordernachten geven. Dan is 't, of heel
de natuur iets gewijds krijgt, iets van een
tempel, waar door hooge boogramen een ge
dempt licht binnenvalt. Dan ligt er een
plechtig zwijgen over woud en water en
het wordt duidelijk, hoe dit land een vrucht
baren bodem voor sage en sproke bood.
Het lijkt bijna onbeleefd, dat ik dezen
tweeden brief over Finland niet begonnen
ben met een beschrijving van de hartelijke
ontvangst aan de haven in Helsingfors. Maar
hoe geestdriftig de begroeting ook was en
hoe welgemeend de welkomstreden waren,
in den loDp van den dag gehouden, dieper
indruk heeft bij mij achtergelaten de boot
tocht naar den Oostelijken skaren-archipel,
die voor den namiddag op 't programma
stond. De herinnering aan dien tocht ver
rijkte ik met indrukken aan latere tochten
op de Finsche meren en schreef die in het
voorgaande neer.
's Avonds bood de Helsingforser Journa-
listenvereeniging een maaltijd aan in het Ca
sino op het eiland Brandö. Laat in den nacht
reden we per auto naar de stad terug, langs
kronkelende, slechte wegen, beurtelings klim
mend en dalend.
Brandö is door een brug met de stad ver
bonden We rijden door de voorstad langs
grijze huizen-groepen en onregelmatig aan
gelegde straten. Auto's schieten voorbij zon
der licht in den mat-lichten nacht.
Vóór ons ligt de witte stad. De stad met
de hooge, witte gebouwen en kerken, met
uitzondering van de Russische Cathedraal,
opgetrokken in rooden baksteen, met gouden
koepels op de torens.
In de stralen van Helsingfors zijn ondanks
het late uur nog ontelbare wandelaars, die
dc bekoring van den zomernacht zoo lang
mogelijk willen rekken. En 't is, of ook de
vreemdeling deze ongewone weelde voelt,
want lust om te gaan rusten heeft geen van
ons Toch besloten we onze kamers te gaan
opzoeken, want voor den volgenden dag
wachtte ons een uitgebreid programma.
EVG. DE BY.
keersvraagstuk in Haarlem de voorkeur aan
de tram.
Met een welwillendheid, waarvoor wij
haar dank zeggen, heeft de tramdirectie ons
ingelicht omtrent haar uitbreidingsplannen
van het tramnet voor de naaste toekomst.
En zonder nu onthullingen te doen omtrent
een werkelijk grootsch opgezet plan, voor
een verdere toekomst, kunnen wij medeaee-
len, dat met de aanhangige plannen, naar
onze meening, een groot deel van het ver-
keersvraagstuk in Haarlem wordt opgelost
en zulks op minder kostbare wijze dan door
middel van een kostbaren autobusdienst
zou kunnen bereikt worden.
Voor verwezenlijking in een nabije toe
komst is vatbaar een plan, waarbij bet
tramnet er als volgt zou uitzien:
Tijdens de behandeling der Gemeentebe-
grooting, in December 1924, heeft de weth.
voor Openbare Werken, de heer M- A. Rei-
nalda, de slechte verkeersverbinding ter
sprake gebracht van de stadsbuitenwijken
met het centrum van Haarlem en de slechte
verbinding van de stadsbuitenwijken onder
ling.
Wij spreken van een slechte verbmuing
der. stadsbuitenwijken, want de verbinding
met de buitengemeenten laat met veel te
wenschen over. Die is zoo goed als in weinig
steden van ons land en zelfs van het buiten-
land.
De heer Reinalda liet zich bij die gele
genheid ontvallen, dat hij voor de verbin
ding der stadsbuitenwijken onderling en
vodr haar verbinding met het centrum der
stad gedacht had aan autobus^pn.
Gras heeft de wethouder over zijn plan
nen niet laten groeien, want uit een bericht
in ons blad bleek onlangs dat van het onder
werp een gedegen studie werd gemaakt. Een
deputatie van ons gemeentebestuur, be
staande uit den burgemeester, den wethou
der en den waarnemend directeur van de
Gemeentereiniging had een studiereis naar
Apeldoorn en Arnhem gemaakt en wij
konden er aan toevoegen, dat de exploi
tatie van een gemeentelijken autobusdienst
werd overwogen.
Wij zitten hiermede al dadelijk in medias
res. Het voornemen, een gemeentelijken
autobusdienst in te richten, heeft'al heel
wat pennen en tongen m beweging gebracht.
Maar tot nu toe bepaalde zich de strijd
zoo goed als uitsluitend tot de vraag: moe
ten autobussen door de gemeente worden ge
ëxploiteerd ofwel door particulieren? Wij
wenschen ons artikel breeder op te zetten en
daarbij, uitsluitend lettend op het algemeen
belang, tevens de vraag te betrekken: moe
ten er überhaupt autobussen voor stadsver
bindingen in Haarlem komen?
Het autobus-vraagstuk in Haarlem is er een
van practische waardeering der omstandig
heden.
Allereerst dient te worden nagegaan, of
de verkeersverbindingen in Haarlem van
dien aard zijn, dat verbetering of aanvulling
daarvan noodig is.
Blijkt die noodzakelijkheid, dan dient men
zich de vraag te stellen, door welk vervoer
middel die betere verbinding tot stand moet
worden gebracht. In aanmerking komen
hiervoor, naar onze meening, slechts twee
soorten vervoermiddelen: de tram of de
autobus.
Geeft men de vodrkeur aan een verbinding
per autobus, dan komt de vraag naar voren
of de exploitatie dient te geschieden door de
gemeente of door particulieren.
Nu willen wij, wat dit laatste betreft,.wel
reeds dadelijk zeggen, dat wij, waar zulks
maar mogelijk is, de voorkeur geven aan een
exploitatie door particulieren boven over
heidsbemoeiing. Wij geven toe dat een ex
ploitatie door particulieren aan goede eischen
moet voldoen, maar is dit het geval,, dan
houde de gemeente haar handen van dit be
drijf af:
Het zuivere standpunt in dezen is, dat de
overheid het particulier initiatief vrij moet
laten, als dit zelf daartoe in staat is; zij moet
het particulier innitiatief steunen als het niet
geheel en al bij machte is dit werk voor het
algemeene welzijn tot stand te brengen.
Slechts als hei particulier initiatief beslist
onvoldoende is, mag de overheid de zaak
zelf ter hand nemen.
Wij weten wel, dat er anderen zijn, met
name de sociaal-democraten en dus onze
wethouder voor Openbare Werken, die van
meening zijn, dat de overheid zooveel mo
gelijk werken van algemeen nut tot zich
moet trekken, ten koste zelfs van het par
ticulier initiatief, maar dat maakt op ons
geen indruk. Wij, Katholieken, hebben daar
over een principieel geheel andere meening
en het is nutteloos te trachten elkander in
dezen te overtuigen Wij zijn overtuigd dat
in het algemeen het beginsel waar de so
ciaal-democraten van uitgaan, verkeerd is
en kunnen ons beginsel met glans tegenover
dat van de sociaal-democraten veVdedigen.
Wil de wethouder gemeentelijke exploi
tatie van autobusdiensten, dan krijgt hij ons
aan zijn zijde, wanneer een verbinding per
autobusdienst noodig is en deze niet door
particulieren met of zonder (billijk te verde
digen) hulp der gemeente is tot stand te
brengen.
Of dit het geval is, willen wij even be
spreken.
Allereerst de vraag of een betere verbin
ding met de stadsbuitenwijken noodig is.
Een bevestigend antwoord op deze vraag
wordt vrijwel algemeen in Haarlem als een
axioma, een waarheid, die geen verder be
wijs noodig heeft, aangenomen.
Ook wij meenen, dat een betere verbin
ding wenschelijk is, maar wij willen volle
digheidshalve toch niet onvermeld 'aten,
dat er andere Haarlemmers zijn en dit
zijn menschen van gezag op het gebied van
verkeersvraagstukken die de behoefte
op dit moment van meer verkeersverbin
dingen niet toegeven.
Haarlem heeft van alle steden in ons
land de meeste verkeersmiddelen.
In Amsterdam ligt er 0.85 K.M. tram
baan per 10000 inwoners; in Groningen 1
K.M. per 10000; in Den Haag 1.4 K.M.; in
Haarlem (alleen in de stad dus niet naar
buiten) 1.7 K.M. trambaan per 10000 inwo-
SOtKM
nnST£RD»rt
Niet alleen was Haarlem dus de eerste
stad, die een electrische trambaan had,
maar zij heeft ook het dichtste tramnet en
wat de verbindingen voor de buitengemeen
ten betreft, dat lijkt wel een spinneweb en
niemand zal beweren, dat deze verbindin
gen onvoldoende zijn. Intusschen gelooven
wij ook, dat er geen enkele stad in ons land
is, waar het tramnet zoo onpractisch ligt
met het oog op de verbindingen der stads-
deelen. Ondanks het groote net, kan men
lang niet in alle deelen der stad gemakke
lijk komen. Dat zit 'm vooral in de onprnc-
tische wijze, waafop de ceintuurbaan is
aangelegd. Deze omcirkelt 'n klein gedeel
te van de stad. Wanneer de cirkel, die de
ceintuurbaan nu beschrijft, vee! en veel
grooter was, dan zou men natuurlijk een
prachtverbinding met alle deelen en bui
tenwijken der stad hebben. In de toekomst
zal die grootere ceintuurbaan er ook wel
komen, en zooals bekend is, ligt het in het
voornemen der tramdirectie, de tegenwoor
dige ceintuurbaan te laten vervallen en daar
twee tramlijnen van te maken, waarvan de
een loopt; StationKleine Houtweg en de
andere; StationWilbelminastraat, Emma-
brug, Leidsche Vaart.
Het Haarlemsche tramnet ligt dus ver
keerd, maar ook met de tegenwoordige lig
ging van het net, bewer ende deskundigen
dat meer verbindingen niet noodig zijn,
Wanneer men op een kaart van Haariem
vanuit het centrum de Groote Markt
cirkels trekt, dan bemerkt men, dat bet
Leidsche kwartier slechts 1 K.M. van de
Markt af ligt. Evenzoo het Amsterdamsche
kwartier. Dat wil zeggen, dat men binnen
10 a 15 minuten vanuit dat kwartier in het
centrum der stad kan zijn.
Deze opmerking is van belang om de
kansen van rendabiliteit te berekenen van
een verkeersmiddel vanuit zoo n kwartier
naar de stad. Een autobus bijv., die om het
kwartier zou rijden, zou vele klanten ver
spelen, omdat deze terecht in de
meening zijn, dat zij beter kunnen loopen
dan te wachten op de autobus, die over
één kwartier, tien of vijf minuten pas s er-
trekt. Zou deze autobus dus niet alleen on
ze vrouwen en kleine kinderen willen ver
voeren, dan zou er een inlensieve dienst
moeten zijn, die minstens om de 5, 6, 7 mi
nuten loopt
Anders neemt zoo n busdienst niet op.
Wie een kaart van Amsterdam voor zich
neemt, ziet ook, dat er vele kwartieren zijn
van 1 a 2 K.M. doorsnede, waardoor geen
enkele trambaan gaat.
Er zijn er dus, die meenen, dat aan uit
breiding van het aantal verkeersmiddelen
geen behoefte is.
Wij van onzen kant achten het isolement
van het Amsterdamsche kwartier, Bosch en
Vaart en Leidsche Vaartkwartier wel zoo
groot, dat er behoefte aan een betere ver
binding is.
De eerste vraag, die we ons stelden, of
een betere verkeersverbinding noodig is,
beantwoorden wij alzoo bevestigend.
Er moet komen een betere verbinding
met het centrum van de stad. een 'betere
verbinding tusschen de stadsbuitenwijken
onderling, alsook tusschen de stadsbuiten
wijken met de buitengemeenten.
Hoe? Per autobus of per tram?
Wij geven, na bestudeering van het /er-
lU>tni«N'v
Barometerstand 9 uur v.m.: 760. Achteruit
OPGAVE:
Lijn SchotenHeemstede. Lijn: Bloemen-
daal Station Rozenstraat Wilbel
minastraat Koninginneweg brug
Leidsche Vaart naar het meer en meer
bebouwde gedeelte langs de Leidsche Vaart
waardoor tevens Bosch en Vaart een ver
binding met het, station en Bloemenriaal
krijgt.
Lijn: Julianaweg, Verspronckweg. Station.
Jansweg, Spaarne, Kleine Houtweg.
En ten slotte:
Lijn: Overveen, Verwulft, Turfmarkt, Lange
brug, Zomervaart in de richting van het
slachthuis of Nachtzaamplein.
Hieruit blijkt, dat de ceintuur vervalt, maar
wat ons vooral interesseert is de lijn Ver
wulftSlachthuis.
Dat is dan de verbinding, die het Amster
damsche kwartier noodig heeft.
Deze lijn brengt de bewoners van het
Amsterdamsche kwartier naar het Verwulft,
het hart van de stad, maar bovendien kunnen
zij bij de Turfmarkt overstappen op de lijn
naar het station en den Vérspronckweg; bij
het Verwulft op de lijn naar Schoten of
Heemstede; bij de Raaks op de lijn naar
Bloemendaal en Leidsche Vaart of Bosch en
Vaart.
Ze kunnen ook langs den Zijlweg in Over
veen komen, met alle mogelijkheden, die
verlenging van de lijnen in Bloemendaal nog
in zich sluiten.
Met doortrekken van de tramlijn van bet
Verwulft krijgt het Amsterdamsche kwar
tier dus een verbinding met het centrum
van de stad, met de buitenwijken en de
buitengemeenten.
Bovendien meenen wij, dat de tram
directie wel te vinden moet zijn om de
E. S. M. dienstbaar te maken aan de ver
binding Arastercfomsche KwartierLeidsche
Kwartier en Leidsche Vaar'.kwartier en
Bosch en Vaart. Op dit oogenblik kan men
an Amsterdamsche Poort naar de Tempe
lierstraat rijden voor één dubbeltje. Indien
de directie nog een halte instelde nabij de
Nagtzaamstraat b.v. en gelegenheid open
stelde voor 10 cent te rijden tot aan de
Kwakel of remise LeLidsche, Vaart, dan zou
dat een. welkome tramverbinding zijd.
Is nu de tramverbinding Overveen
VerwulftSlachthuis slechts melodieuse
toekomstmuziek?
Neen. Naar wij vernemen, wordt die lijn
doorgetrokken naar het Amsterdamsche
Kwartier, zoodra de onmogeijke verkeers-
toestand op de Lange Brug en de Anthónie-
straat is verbeterd.
Het heele vraagstuk is dus ten slotte
teruggebracht tot de kwestie: de Lange-
brug, Anthoniestraat en Dubbele Buurt ge
schikt te maken voor een tramverbinding.
Wij zijn overtuigd, dat deze oplossing
verre de voorkeur verdient boven een,
vooral in Haarlem, lastige autobusverbio-
ding. De vraag particuliere of gemeentelijke
exploitatie en in dit laatste geval de
vraag hoeveel de gemeente er op toe zal
moeten leggen vervalt dan tevens.
Intusschen wenschen wij nog andere
gronden aan te voeren, waarom wij aan
tamverbindiogen de voorkeur geven boven
een autobusdienst, maar de stof ter bespre,
king van dit simpele onderwerp is zoo
overvloedig, dat wij deze argumenten in
een volgend artikel wij zijn overigens
gen voorstanders van vervolgartikelen
zullen verwerken
Naar de Tel.' verneemt, is Maandag te
legrafisch bericht ontvngen. dt de heef Ch.
J L. M. Welter (R.-K.) lid van den Raad
van Ned.-Indië, zijn benoeming tot minister
va Koloniën aanvaardt.
De heer Welter, die zich nog in Ned.-lndië
bevindt, zal met de eerste gelegenheid naar
ons land vertrekken.
De nieuwe titularis werd in 1880 te Den
Haag geboren en is pas 45 jaar oud. In 1902
kwam hij in Indischen dienst als derde com
mies bij het Bmnenlandsch Bestuur; in 1906
werd hij controleur in Pekalongan; in 1919
referendaris Tijdens een ziekteverlof in
1911 was bij tijdelijk werkzaam aan het de
partement van Koloniën. In 1917 volgde zijn
Medegedeeld door het Ned. Kon. Meteorolo
gisch Instituut te De Bildt.
Naar waarnemingen in den morgen van
4 Augustus 1925.
Hoogste Barometerstand 764.5 m. M. te
Janmayen.
Laagste Barometerstand 751.8 m. M. te
Stockholm.
Verwachting van den avond van 4 tot
den avond van 5 Augustus:
Meest zwakke Zuidwestelijke tot Zuid
oostelijken wind; half- tot zwaar bewolkt,
later waarschijnlijk regen; aanvankelijk
warmer.
benoeming tot secretaris en kort daarna van
algemeen secretaris van het gouvernement.
In 1924 werd hij lid van den Raad van N^d.
Indië.
De Staatscourant van Maandag bevat een
K. B. waarbij ten eerste niet aangeboden
wordt het ontslag van den heer Colijn, mi
nister van Financiën en van de heer Van
Karnebeek, minister van Buitenlandsche
Zaken; ten tweede met ingang van 4 Aug.,
met dankbetuiging voor de vele en gewich
tige diensten, door hen aan de Kroon en
aan den lande bewezen eervol ontslag wordt
verleend aan de ministers Ruys de Beeren-
brouck. Heemskerk, De Visser, Westerveld,
Van Dijk, Van Swaay, Aalberse en De Graaff
en ten derde benoemd met ingang van 4
Augustus, de nieuwe ministers onder ver
melding. dal tijdens de ontstentenis van den
minister van Koloniën het beheer van het
departement van Koloniën ad intirim is op
gedragen aan den minister van Financiën,
den heer Colijn
In verband met de omstandigheden, dat de
Koningin 't verzoek om ontslag van de mi
nisters Colijn en van Karnebeek niet beeft
ingewilligd, zullen, naar het Corr. Bureau
meldt, deze beide ministers niet worden be-
ëedigd, doch alleen de in dit kabinet nieuw
optredende ministers.
Vorig bedrag 687.15/..
Van J. KI K2.50.
Ingekomen bij mevr. v. d. Vangst:
Van N. N. tot zekere intentie..,, 5.
Van N. N. tot zekere intentie 2.50.
Ter eere v.d. H. Gerard. Majella,. 2.
N.N. ter eere v. d. H. Ger Maj.„ 1.
Fam. H. tot zekere intentie 2.50.
Mevr v d. L„ uit dankbaarheid 2.50.
Totaal 705.155-ii.
Penningmeesteressen zijn; Mevr Bar.
Ruysdaelweg 7, Overveen; Mevr. Cobelens,
Parklaan 31, St. Joseph; mej Kordelaar,
Assendelverstraat 43, St Bavo; Job de
Dooper; Mevr. Teeuwen, Schotcrweg. Pa
rochies Schoten; Mevr. v d Vangst. Gast
huissingel, Parochie O. L Vrouw Rozen
krans; Mej T Kamerbeek, Zijlstraat 95.
Parochie St Antonius
Bij de heropening van het oianomagaziin
van den heer Willem J, van Wouw, Kruis
straat 41, arhier, is ons gebleken dat door
de restauratie he magazijn een aanmerkelijke
verbetering heeft ondergaan.
De nieuwe eiken-parketvloer .alsmede het
moderne Japansche behang doen bijzonder
aangenaam aan. De instrumenten komen
dcor de encadreering thans bijzonder tot
hun recht.
Bij gelegenheid van de heropening mocni
de firma van verschillende zijden bewijzen
van belangstelling ontvangen.
Zooals bekend is de verbouwing van het
hoofdbureau van politie in de Smedestraat
in vollen gang. De bovenlokalen zijn thans
bijna geheel uitgebroken, zoodat binnenkort
begonen zal worden aa den ieuve kamers.
Ook de aanleg van de Centrale Verwarming
vordert uitstekend.
Vorig bedrag 293.80
Van een oud-Heemsteder 1
I Van J. K. K2 50
Dr H. J. F3.-.
Dr. H. N 5.-.
Drie dames uit Hees 15.
j Mevr. V. R10
i Familie K. en L. voor Kees 1.80
Mevr. N. N.., ter eere v. d. H. An
tonius 2.50
Van W. E. S. voor Keês 5.
j Tothal 339.60
Ziezoo, het ga-at nu weer beter, laat bel
j zóó doorgaan. Kees zal er steeds dankbaar
voor blijven.