IN EN OM HAARLEM. m imMET] lAnP j FINLAND. m Voor de Juliaanties. Voor Kees f 125.- Dinsdag 4 Augustus 1925 49ste Jaargang No. 16111 Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad Het Land derDuizend Meren Finsch meer bij avond. GEMEENTELIJKE AUTOBUSSEN OF NIET? Overheidsbemoeiing en particulier initiatief. Is een betere verkeers verbinding noodig? Haarlem heeft het grootste tramnet naar verhouding der bevolking. Het tramnet ligt,echter verkeerd. Eea betere verbinding is noodig. Per autobus of per tram? Tramplanneu. %Y\ Het Finsche merenschoon. J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlem. HET KABINET-CO LIJN COMPLEET. De heer Weiter aanvaardt de portefeuille van Koloniën. Telegraphisch Weerbericht De officieele afkondiging. Onze winkelstand. De verbouwing van het Politie bureau in de Smedestraat. t oe abonnementsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen: Per week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij vooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 (3 lijnen-' Postrekening No. 5970. Advertentiën 35 cents per regel Bij contract belangrijke korting: Advertentiën tusschen den tekst als ingezonden mededeeling. 60 ct, per regel op de le Pagina 8 75 ct per regeL Vraag- en aaabod-advere teptiën 14 regels 60 ct. per plaat» sing: elke regel meer 15 ct., bil vooruitbetaling. Alle abonne's op dit blad zijn, ingevolge de verzekermgsvoorwr.arden f legen ongeval'en verzekerd voor een. der volgende u<fkeert'ns»er> levenslange geneeie. ongeschiktheid tot werken door f 7Cf| bij een ongevat mei OCfj verlies van beid" armen beide beerten of beide oogen ÜU. doodelijken afloop fciilU» bij verlies van een hana, oi| verlies van een f Efl duim of wijsvinger du." dij een breuk van f40'. Dij verlies van eer been of arm andere vinger ii. In zangen en sagen is Finland bekend als „het land der duizend meren", In werke lijkheid bedraagt dit aantal intusschen veer tig maal zooveel. De meren beslaan 12 van de geheele oppervlakte van het land en zij zijn het, die met de wouden, welke 56 van de op pervlakte bedekken, aan het Finsche land schap zijn bijzondere bekoring verleenen. van groen. Ranke bootjes, met driehoekige, witte zeilen glijden rustig als blanke zwanen over het rimpellooze water. Langs de boot schieten visschen schichtig weg naar de grondelooze diepte. Een Vlaamsche gaai ver dwijnt met veel geschetter in 't woud. En daar rechts op een open plek tusschen de wouden zijn mannen en vrouwen, de laatste in de kleurige kleederdracht van 't land, bezig met hooi op te stapelen. Verder naar den horizon ligt een dorpje met de eenvou dige houten huisjes. Op het regelmatige gestamp van den mo tor ploegt de boot rustig het water. Witte bakens en hooge palen met witte en zwarte banden geven dc vaargeul aan. Soms lijkt Wie een juist beeld wil krijgen van het geen Finland aan natuurschoon biedt, make een tocht over de meren, waartoe gelegen heid te over bestaat. In en op en om de meren concentreert zich gedurende de zo mermaanden het buitenleven, dat in Finland bijzónder sterk ontwikkeld is. Want op den korten zomer volgt de lange winter. Dan be gint 't eerst tusschen negen en tien uur licht ♦e worden en vroeg in den namiddag, half drie, drie uur vangt reeds weer de duister nis aan. Is het dan te verwonderen, dat de korte zomertijd uitgebuit wordt? De amb tenaar, die het maar eventjes doen kan, heeft in den zomer zijn optrekje buiten en gaat vandaar met een van de vele motorbootjes, die een drukken dienst onderhouden, heen en Weer naar de stad voor zijn bezigheden. De droomerige meren van Finland! Ze worden ingesloten door de ernstige en ma- jestueuse wouden, ofwel omlijst met boom groepen van ijler groei: zilvertintige berken, die aandoen als een tremolo, als een dave ring van blijheid, tegenover de zware, mas sale pijnboomen. Langs de oevers, waarin het hoogstammig geboomte weerspiegelt, lig gen in grillige wanorde de rotsige eilandjes, de skaren, sommigen kaal, anderen begroeid. Vitte landhuizen breken hier en daar de lijn het of we in een afgesloten gedeelte varen, maar dan plotseling zwenkt de boot. Door een engte tusschen twee meren varen we verder en even later zijn we weer op een breede watervlakte. De zon brandt op het land, glimschit- tert over het water. Heel het landschap feest in zomerweelde Het proces van groeien en rijpen is kort en intens, zooals in alle noordelijke landen. De Finsche meren bij avond! Als de zon in den laten avond voor enkele uren gaat verdwijnen en den horizon in een onverge lijkelijke pracht van kleuren zet,die met bree de bundels van goud en vermiljoen uitloopen over het water. Als de nevelen gaan stij gen en de omliggende wouden gehuld wor den in een feeërieken sluier. Als uit de zacht voorbijglijdende roeibooten, voortbewogen onder den gelijkmatigen riemslag, liederen weerklinken, die tot ver over het meer hoor baar zijn. Dan, neen dan hebt ge nog niet het schoonst gezien. Dan moet ge nog de meren in Finland zien bij nacht, in de huive rende schemering, kort en geheimzinnig, die de Noordernachten geven. Dan is 't, of heel de natuur iets gewijds krijgt, iets van een tempel, waar door hooge boogramen een ge dempt licht binnenvalt. Dan ligt er een plechtig zwijgen over woud en water en het wordt duidelijk, hoe dit land een vrucht baren bodem voor sage en sproke bood. Het lijkt bijna onbeleefd, dat ik dezen tweeden brief over Finland niet begonnen ben met een beschrijving van de hartelijke ontvangst aan de haven in Helsingfors. Maar hoe geestdriftig de begroeting ook was en hoe welgemeend de welkomstreden waren, in den loDp van den dag gehouden, dieper indruk heeft bij mij achtergelaten de boot tocht naar den Oostelijken skaren-archipel, die voor den namiddag op 't programma stond. De herinnering aan dien tocht ver rijkte ik met indrukken aan latere tochten op de Finsche meren en schreef die in het voorgaande neer. 's Avonds bood de Helsingforser Journa- listenvereeniging een maaltijd aan in het Ca sino op het eiland Brandö. Laat in den nacht reden we per auto naar de stad terug, langs kronkelende, slechte wegen, beurtelings klim mend en dalend. Brandö is door een brug met de stad ver bonden We rijden door de voorstad langs grijze huizen-groepen en onregelmatig aan gelegde straten. Auto's schieten voorbij zon der licht in den mat-lichten nacht. Vóór ons ligt de witte stad. De stad met de hooge, witte gebouwen en kerken, met uitzondering van de Russische Cathedraal, opgetrokken in rooden baksteen, met gouden koepels op de torens. In de stralen van Helsingfors zijn ondanks het late uur nog ontelbare wandelaars, die dc bekoring van den zomernacht zoo lang mogelijk willen rekken. En 't is, of ook de vreemdeling deze ongewone weelde voelt, want lust om te gaan rusten heeft geen van ons Toch besloten we onze kamers te gaan opzoeken, want voor den volgenden dag wachtte ons een uitgebreid programma. EVG. DE BY. keersvraagstuk in Haarlem de voorkeur aan de tram. Met een welwillendheid, waarvoor wij haar dank zeggen, heeft de tramdirectie ons ingelicht omtrent haar uitbreidingsplannen van het tramnet voor de naaste toekomst. En zonder nu onthullingen te doen omtrent een werkelijk grootsch opgezet plan, voor een verdere toekomst, kunnen wij medeaee- len, dat met de aanhangige plannen, naar onze meening, een groot deel van het ver- keersvraagstuk in Haarlem wordt opgelost en zulks op minder kostbare wijze dan door middel van een kostbaren autobusdienst zou kunnen bereikt worden. Voor verwezenlijking in een nabije toe komst is vatbaar een plan, waarbij bet tramnet er als volgt zou uitzien: Tijdens de behandeling der Gemeentebe- grooting, in December 1924, heeft de weth. voor Openbare Werken, de heer M- A. Rei- nalda, de slechte verkeersverbinding ter sprake gebracht van de stadsbuitenwijken met het centrum van Haarlem en de slechte verbinding van de stadsbuitenwijken onder ling. Wij spreken van een slechte verbmuing der. stadsbuitenwijken, want de verbinding met de buitengemeenten laat met veel te wenschen over. Die is zoo goed als in weinig steden van ons land en zelfs van het buiten- land. De heer Reinalda liet zich bij die gele genheid ontvallen, dat hij voor de verbin ding der stadsbuitenwijken onderling en vodr haar verbinding met het centrum der stad gedacht had aan autobus^pn. Gras heeft de wethouder over zijn plan nen niet laten groeien, want uit een bericht in ons blad bleek onlangs dat van het onder werp een gedegen studie werd gemaakt. Een deputatie van ons gemeentebestuur, be staande uit den burgemeester, den wethou der en den waarnemend directeur van de Gemeentereiniging had een studiereis naar Apeldoorn en Arnhem gemaakt en wij konden er aan toevoegen, dat de exploi tatie van een gemeentelijken autobusdienst werd overwogen. Wij zitten hiermede al dadelijk in medias res. Het voornemen, een gemeentelijken autobusdienst in te richten, heeft'al heel wat pennen en tongen m beweging gebracht. Maar tot nu toe bepaalde zich de strijd zoo goed als uitsluitend tot de vraag: moe ten autobussen door de gemeente worden ge ëxploiteerd ofwel door particulieren? Wij wenschen ons artikel breeder op te zetten en daarbij, uitsluitend lettend op het algemeen belang, tevens de vraag te betrekken: moe ten er überhaupt autobussen voor stadsver bindingen in Haarlem komen? Het autobus-vraagstuk in Haarlem is er een van practische waardeering der omstandig heden. Allereerst dient te worden nagegaan, of de verkeersverbindingen in Haarlem van dien aard zijn, dat verbetering of aanvulling daarvan noodig is. Blijkt die noodzakelijkheid, dan dient men zich de vraag te stellen, door welk vervoer middel die betere verbinding tot stand moet worden gebracht. In aanmerking komen hiervoor, naar onze meening, slechts twee soorten vervoermiddelen: de tram of de autobus. Geeft men de vodrkeur aan een verbinding per autobus, dan komt de vraag naar voren of de exploitatie dient te geschieden door de gemeente of door particulieren. Nu willen wij, wat dit laatste betreft,.wel reeds dadelijk zeggen, dat wij, waar zulks maar mogelijk is, de voorkeur geven aan een exploitatie door particulieren boven over heidsbemoeiing. Wij geven toe dat een ex ploitatie door particulieren aan goede eischen moet voldoen, maar is dit het geval,, dan houde de gemeente haar handen van dit be drijf af: Het zuivere standpunt in dezen is, dat de overheid het particulier initiatief vrij moet laten, als dit zelf daartoe in staat is; zij moet het particulier innitiatief steunen als het niet geheel en al bij machte is dit werk voor het algemeene welzijn tot stand te brengen. Slechts als hei particulier initiatief beslist onvoldoende is, mag de overheid de zaak zelf ter hand nemen. Wij weten wel, dat er anderen zijn, met name de sociaal-democraten en dus onze wethouder voor Openbare Werken, die van meening zijn, dat de overheid zooveel mo gelijk werken van algemeen nut tot zich moet trekken, ten koste zelfs van het par ticulier initiatief, maar dat maakt op ons geen indruk. Wij, Katholieken, hebben daar over een principieel geheel andere meening en het is nutteloos te trachten elkander in dezen te overtuigen Wij zijn overtuigd dat in het algemeen het beginsel waar de so ciaal-democraten van uitgaan, verkeerd is en kunnen ons beginsel met glans tegenover dat van de sociaal-democraten veVdedigen. Wil de wethouder gemeentelijke exploi tatie van autobusdiensten, dan krijgt hij ons aan zijn zijde, wanneer een verbinding per autobusdienst noodig is en deze niet door particulieren met of zonder (billijk te verde digen) hulp der gemeente is tot stand te brengen. Of dit het geval is, willen wij even be spreken. Allereerst de vraag of een betere verbin ding met de stadsbuitenwijken noodig is. Een bevestigend antwoord op deze vraag wordt vrijwel algemeen in Haarlem als een axioma, een waarheid, die geen verder be wijs noodig heeft, aangenomen. Ook wij meenen, dat een betere verbin ding wenschelijk is, maar wij willen volle digheidshalve toch niet onvermeld 'aten, dat er andere Haarlemmers zijn en dit zijn menschen van gezag op het gebied van verkeersvraagstukken die de behoefte op dit moment van meer verkeersverbin dingen niet toegeven. Haarlem heeft van alle steden in ons land de meeste verkeersmiddelen. In Amsterdam ligt er 0.85 K.M. tram baan per 10000 inwoners; in Groningen 1 K.M. per 10000; in Den Haag 1.4 K.M.; in Haarlem (alleen in de stad dus niet naar buiten) 1.7 K.M. trambaan per 10000 inwo- SOtKM nnST£RD»rt Niet alleen was Haarlem dus de eerste stad, die een electrische trambaan had, maar zij heeft ook het dichtste tramnet en wat de verbindingen voor de buitengemeen ten betreft, dat lijkt wel een spinneweb en niemand zal beweren, dat deze verbindin gen onvoldoende zijn. Intusschen gelooven wij ook, dat er geen enkele stad in ons land is, waar het tramnet zoo onpractisch ligt met het oog op de verbindingen der stads- deelen. Ondanks het groote net, kan men lang niet in alle deelen der stad gemakke lijk komen. Dat zit 'm vooral in de onprnc- tische wijze, waafop de ceintuurbaan is aangelegd. Deze omcirkelt 'n klein gedeel te van de stad. Wanneer de cirkel, die de ceintuurbaan nu beschrijft, vee! en veel grooter was, dan zou men natuurlijk een prachtverbinding met alle deelen en bui tenwijken der stad hebben. In de toekomst zal die grootere ceintuurbaan er ook wel komen, en zooals bekend is, ligt het in het voornemen der tramdirectie, de tegenwoor dige ceintuurbaan te laten vervallen en daar twee tramlijnen van te maken, waarvan de een loopt; StationKleine Houtweg en de andere; StationWilbelminastraat, Emma- brug, Leidsche Vaart. Het Haarlemsche tramnet ligt dus ver keerd, maar ook met de tegenwoordige lig ging van het net, bewer ende deskundigen dat meer verbindingen niet noodig zijn, Wanneer men op een kaart van Haariem vanuit het centrum de Groote Markt cirkels trekt, dan bemerkt men, dat bet Leidsche kwartier slechts 1 K.M. van de Markt af ligt. Evenzoo het Amsterdamsche kwartier. Dat wil zeggen, dat men binnen 10 a 15 minuten vanuit dat kwartier in het centrum der stad kan zijn. Deze opmerking is van belang om de kansen van rendabiliteit te berekenen van een verkeersmiddel vanuit zoo n kwartier naar de stad. Een autobus bijv., die om het kwartier zou rijden, zou vele klanten ver spelen, omdat deze terecht in de meening zijn, dat zij beter kunnen loopen dan te wachten op de autobus, die over één kwartier, tien of vijf minuten pas s er- trekt. Zou deze autobus dus niet alleen on ze vrouwen en kleine kinderen willen ver voeren, dan zou er een inlensieve dienst moeten zijn, die minstens om de 5, 6, 7 mi nuten loopt Anders neemt zoo n busdienst niet op. Wie een kaart van Amsterdam voor zich neemt, ziet ook, dat er vele kwartieren zijn van 1 a 2 K.M. doorsnede, waardoor geen enkele trambaan gaat. Er zijn er dus, die meenen, dat aan uit breiding van het aantal verkeersmiddelen geen behoefte is. Wij van onzen kant achten het isolement van het Amsterdamsche kwartier, Bosch en Vaart en Leidsche Vaartkwartier wel zoo groot, dat er behoefte aan een betere ver binding is. De eerste vraag, die we ons stelden, of een betere verkeersverbinding noodig is, beantwoorden wij alzoo bevestigend. Er moet komen een betere verbinding met het centrum van de stad. een 'betere verbinding tusschen de stadsbuitenwijken onderling, alsook tusschen de stadsbuiten wijken met de buitengemeenten. Hoe? Per autobus of per tram? Wij geven, na bestudeering van het /er- lU>tni«N'v Barometerstand 9 uur v.m.: 760. Achteruit OPGAVE: Lijn SchotenHeemstede. Lijn: Bloemen- daal Station Rozenstraat Wilbel minastraat Koninginneweg brug Leidsche Vaart naar het meer en meer bebouwde gedeelte langs de Leidsche Vaart waardoor tevens Bosch en Vaart een ver binding met het, station en Bloemenriaal krijgt. Lijn: Julianaweg, Verspronckweg. Station. Jansweg, Spaarne, Kleine Houtweg. En ten slotte: Lijn: Overveen, Verwulft, Turfmarkt, Lange brug, Zomervaart in de richting van het slachthuis of Nachtzaamplein. Hieruit blijkt, dat de ceintuur vervalt, maar wat ons vooral interesseert is de lijn Ver wulftSlachthuis. Dat is dan de verbinding, die het Amster damsche kwartier noodig heeft. Deze lijn brengt de bewoners van het Amsterdamsche kwartier naar het Verwulft, het hart van de stad, maar bovendien kunnen zij bij de Turfmarkt overstappen op de lijn naar het station en den Vérspronckweg; bij het Verwulft op de lijn naar Schoten of Heemstede; bij de Raaks op de lijn naar Bloemendaal en Leidsche Vaart of Bosch en Vaart. Ze kunnen ook langs den Zijlweg in Over veen komen, met alle mogelijkheden, die verlenging van de lijnen in Bloemendaal nog in zich sluiten. Met doortrekken van de tramlijn van bet Verwulft krijgt het Amsterdamsche kwar tier dus een verbinding met het centrum van de stad, met de buitenwijken en de buitengemeenten. Bovendien meenen wij, dat de tram directie wel te vinden moet zijn om de E. S. M. dienstbaar te maken aan de ver binding Arastercfomsche KwartierLeidsche Kwartier en Leidsche Vaar'.kwartier en Bosch en Vaart. Op dit oogenblik kan men an Amsterdamsche Poort naar de Tempe lierstraat rijden voor één dubbeltje. Indien de directie nog een halte instelde nabij de Nagtzaamstraat b.v. en gelegenheid open stelde voor 10 cent te rijden tot aan de Kwakel of remise LeLidsche, Vaart, dan zou dat een. welkome tramverbinding zijd. Is nu de tramverbinding Overveen VerwulftSlachthuis slechts melodieuse toekomstmuziek? Neen. Naar wij vernemen, wordt die lijn doorgetrokken naar het Amsterdamsche Kwartier, zoodra de onmogeijke verkeers- toestand op de Lange Brug en de Anthónie- straat is verbeterd. Het heele vraagstuk is dus ten slotte teruggebracht tot de kwestie: de Lange- brug, Anthoniestraat en Dubbele Buurt ge schikt te maken voor een tramverbinding. Wij zijn overtuigd, dat deze oplossing verre de voorkeur verdient boven een, vooral in Haarlem, lastige autobusverbio- ding. De vraag particuliere of gemeentelijke exploitatie en in dit laatste geval de vraag hoeveel de gemeente er op toe zal moeten leggen vervalt dan tevens. Intusschen wenschen wij nog andere gronden aan te voeren, waarom wij aan tamverbindiogen de voorkeur geven boven een autobusdienst, maar de stof ter bespre, king van dit simpele onderwerp is zoo overvloedig, dat wij deze argumenten in een volgend artikel wij zijn overigens gen voorstanders van vervolgartikelen zullen verwerken Naar de Tel.' verneemt, is Maandag te legrafisch bericht ontvngen. dt de heef Ch. J L. M. Welter (R.-K.) lid van den Raad van Ned.-Indië, zijn benoeming tot minister va Koloniën aanvaardt. De heer Welter, die zich nog in Ned.-lndië bevindt, zal met de eerste gelegenheid naar ons land vertrekken. De nieuwe titularis werd in 1880 te Den Haag geboren en is pas 45 jaar oud. In 1902 kwam hij in Indischen dienst als derde com mies bij het Bmnenlandsch Bestuur; in 1906 werd hij controleur in Pekalongan; in 1919 referendaris Tijdens een ziekteverlof in 1911 was bij tijdelijk werkzaam aan het de partement van Koloniën. In 1917 volgde zijn Medegedeeld door het Ned. Kon. Meteorolo gisch Instituut te De Bildt. Naar waarnemingen in den morgen van 4 Augustus 1925. Hoogste Barometerstand 764.5 m. M. te Janmayen. Laagste Barometerstand 751.8 m. M. te Stockholm. Verwachting van den avond van 4 tot den avond van 5 Augustus: Meest zwakke Zuidwestelijke tot Zuid oostelijken wind; half- tot zwaar bewolkt, later waarschijnlijk regen; aanvankelijk warmer. benoeming tot secretaris en kort daarna van algemeen secretaris van het gouvernement. In 1924 werd hij lid van den Raad van N^d. Indië. De Staatscourant van Maandag bevat een K. B. waarbij ten eerste niet aangeboden wordt het ontslag van den heer Colijn, mi nister van Financiën en van de heer Van Karnebeek, minister van Buitenlandsche Zaken; ten tweede met ingang van 4 Aug., met dankbetuiging voor de vele en gewich tige diensten, door hen aan de Kroon en aan den lande bewezen eervol ontslag wordt verleend aan de ministers Ruys de Beeren- brouck. Heemskerk, De Visser, Westerveld, Van Dijk, Van Swaay, Aalberse en De Graaff en ten derde benoemd met ingang van 4 Augustus, de nieuwe ministers onder ver melding. dal tijdens de ontstentenis van den minister van Koloniën het beheer van het departement van Koloniën ad intirim is op gedragen aan den minister van Financiën, den heer Colijn In verband met de omstandigheden, dat de Koningin 't verzoek om ontslag van de mi nisters Colijn en van Karnebeek niet beeft ingewilligd, zullen, naar het Corr. Bureau meldt, deze beide ministers niet worden be- ëedigd, doch alleen de in dit kabinet nieuw optredende ministers. Vorig bedrag 687.15/.. Van J. KI K2.50. Ingekomen bij mevr. v. d. Vangst: Van N. N. tot zekere intentie..,, 5. Van N. N. tot zekere intentie 2.50. Ter eere v.d. H. Gerard. Majella,. 2. N.N. ter eere v. d. H. Ger Maj.„ 1. Fam. H. tot zekere intentie 2.50. Mevr v d. L„ uit dankbaarheid 2.50. Totaal 705.155-ii. Penningmeesteressen zijn; Mevr Bar. Ruysdaelweg 7, Overveen; Mevr. Cobelens, Parklaan 31, St. Joseph; mej Kordelaar, Assendelverstraat 43, St Bavo; Job de Dooper; Mevr. Teeuwen, Schotcrweg. Pa rochies Schoten; Mevr. v d Vangst. Gast huissingel, Parochie O. L Vrouw Rozen krans; Mej T Kamerbeek, Zijlstraat 95. Parochie St Antonius Bij de heropening van het oianomagaziin van den heer Willem J, van Wouw, Kruis straat 41, arhier, is ons gebleken dat door de restauratie he magazijn een aanmerkelijke verbetering heeft ondergaan. De nieuwe eiken-parketvloer .alsmede het moderne Japansche behang doen bijzonder aangenaam aan. De instrumenten komen dcor de encadreering thans bijzonder tot hun recht. Bij gelegenheid van de heropening mocni de firma van verschillende zijden bewijzen van belangstelling ontvangen. Zooals bekend is de verbouwing van het hoofdbureau van politie in de Smedestraat in vollen gang. De bovenlokalen zijn thans bijna geheel uitgebroken, zoodat binnenkort begonen zal worden aa den ieuve kamers. Ook de aanleg van de Centrale Verwarming vordert uitstekend. Vorig bedrag 293.80 Van een oud-Heemsteder 1 I Van J. K. K2 50 Dr H. J. F3.-. Dr. H. N 5.-. Drie dames uit Hees 15. j Mevr. V. R10 i Familie K. en L. voor Kees 1.80 Mevr. N. N.., ter eere v. d. H. An tonius 2.50 Van W. E. S. voor Keês 5. j Tothal 339.60 Ziezoo, het ga-at nu weer beter, laat bel j zóó doorgaan. Kees zal er steeds dankbaar voor blijven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1