GEMEENTERAAD VAN HAARLEM. i
De heer W.Roodenburg als lid geinstalleerd. De vernieuwing der keuken
van het Stads Armen- en Ziekenhuis. Halte-reclamezuilen. Verdie
ping van de Delft. Een nieuw politie-posthuis op het Leidscheplein.
De aankoop van watermeters; B. en W. wordt daartoe een crediet van
f 66.000 verleend. Het bezoek der Koningin eii de kinder-aubade.
Asphalt-rubberbedekking nabij „Joannes de Deo". Het voorstel tot ver
bouw van „Buitenrust" goedgekeurd, nadat een voorstel tot stichting eener
nieuwe school voor buitengewoon L. O. met 1615 stemmen is
verworpen. Een bewaarschool in de Slachthuisstraat.
Duivenjacht.
(VeVvolg.)
Vaststelling rooilijn.
In verband met de voergenomen bebou
wing ten noorden v^n den Achterweg, is
het noodig om voor de noordzijde van ge-
melden weg een rooilijn vast te stellen,
waartoe B. en \V. voorstellen over te gaan.
Goedgekeurd.
B. en W. stellen voor, vast te stellen de
rooilijn voor de westzijde van den Spaarii-
damsche weg.
Goedgekeurd.
Vereischfen openbare weg en
bestrating.
B. en W. stellen voor te bepalen, dat de
wegen op de gronden tusschen de Rusten
burgerlaan en de Kamperlaan voor de toe
passing der Bouwverordening voldoen aan
de vereischten voor openbaren weg en te
vens te bepalen, dat de bestrating dier
gronden uit klinkers zal bestaan.
De heer GROENENDAAL bepleit het
aanbrengen van anderen ondergron, door
het gebruiken bijv. van rivierzand.
De heer KEESEN vraagt, of op het ge
projecteerde plein vóór de Mariastichting
ook geruischlooze bestrating kan worden
aangebracht.
Wethouder REINALDA merkt op, dat de
deskundigen het nog niet eens zijn omtrént
het gebruik van rivier- of van duinzand. In
dit stratencomplex zal wel een straat te
Vinden zijn, om een proef met beide soor
ten zand te nemen.
Wat de vraag van den heer Keesen be
treft, de proef met geruischlooze bestrating
zal uitgebreid worden, maar op het oogen-
blik is dit niet mogelijk.
De heer VAN DE KAMP wil de proef
met de beide soorten bestrating in één
straat laten nemen.
De heer GERRITSZ wijst er op, dat d*
directeur van O. W. tegen een dergelijke
bestrating is.
Nu wil men weer een proef nemen (de
Smedestraat was niet genoeg) en er zullen
weer jaren mee heengaan, terwijl we maar
duinzand blijven gebruiken.
Spr verlangt toepassing van de nieuwe
methode.
De heer MIEZERUS wil de proef toe
passen op de bestrating aan de Nassau-
laan. Dan behoeven we niet zoolang te
wachten.
De heer GROENENDAAL dringt aan op
het gaan gebruiken van rivierzand. Laten
we ophouden met het nemen van proeven.
Kunnen de straten nog slechter worden,
dan ze nu zijn?
Wethouder REINALDA wijst er op, dat
de bestrating in de Smedestraat thans vol
maakt versleten is en hersteld moet wor
den. Spr. wil de proef met rivierzand ne
men in het nieuwe stratencomplex.
Het voorstel wofdt goedgekeurd.
Toelating leerlingen.
B. en W. stellen voor, met de gemeente
Spaarndam een overeenkomst aan te gaan
inzake de toelating van kinderen uit an
dere gemeenten tot de openbare scholen in
deze gemeente.
Goedgekeurd.
Inrichting school Nagtzaamstraat.
Het R. K. Kerkbestuur der Parochie van
dten H. Joannes den Dooper te Haarlem,
verzoekt de benoodigde gelden uit de ge
meentekas te mogen ontvangen voor de in
richting eener tweede lc klasse in de
school voor gewoon lager onderwijs aan de
Nagtzaamstraat 54.
Volgens de bij het adres overgelegde
voorloopige raming zullen de kosten be
dragen ongeveer 1165.
B. en W. stellen voor het gwraagde te
verleenen.
Goedgekeurd.
Inrichting speelplaats.
B. en W. stellen voor, medewerking-te
verleenen aan het bestuur van den Kerke-
raad van de Vereenigde Doopsgezinde ge
meente te Haarlem voor verbetering van de
speelplaats der school voor gewoon lager
onderwijs aan het Groot Heiligland 10.
Volgens de overgelegde voorloopige ra
ming zullen de kosten daarvan 675 bedra
gen.
Goedgekeurd.
Belooning plaatsvervangende
hoofden van scholen.
B. en W. stellen voor, om, gerekend van
1 Januari 1925 af, aan de onderwijzers der
openbare en der bijzondere lagere scholen,
op grond van hunne aanwijzing tot plaats
vervanger van het hoofd der school, een
bclooning toe te kennen over het tijdvak
of de tijdvakken, dat de onderwijzer als
plaatsvervanger van het hoofd optreedt en
naar het bedrag dat uitmaakt het verseml
tusschen zijn jaarwedde en de jaarwedde
welke de onderwijzer zou genieten, indien
hij in de tijdelijk door hem waargenomen
betrekking vast was aangesteld en hiervoor
beschikbaar te stellen een bedrag van
4000.
Goedgekeurd.
Verbouw Groote Gasthuis.
B. en W. stellen voor het bij raadsbesluit
van 30 Januari 1924 verleende crediet ad
f 123.000.ten behoeve van den ver
bouw vah net St. Elisabeth's of Groote
Gasthuis nader te verhoogen met 12.897.8J
en alzoo vast te stellen op een bedrag van
J Wethouder HEERKENS THIJSSEN
jvraagt aanhouding van het voorstel.
Aldus besloten.
Verbouw keuken en vernieuwing
Keuken-inrichting.
f Wethouder HEERKENS THIJSSEN deelt
mede, dat hem ter oore is gekomen, dat
men dit punt wil aanhouden, doch het Bur-
gerl. Armbest. stelt er prijs op, de behande
ling thans te doen plaats hebben.
De heer KLEIN. SCHIPHORST acht de
bouwkosten wat hoog. Spr. heeft eenige
firma's om advies gevraagd. Die gegevens
waren voor spr. persoonlijk en dus niet
bindend. De begrooting is te duur. Spr. wil
zijn gegevens gaarne ter inzage geven. Er
is beloofd, dat den raad voprstellen zouden
worden gedaan, om aanbesteding te houden
en nu komt men toch met een voorstel.
'Het Burgerlijk Armbestuur gaat toch zijn
gang. De keuken is noodzakelijk, maar spr.
kan met dit voorstel niet meegaan, omdat
alle arbeid en werken vergeefsch zijn ge-
wcest. -
De heer KLEIN vraagt ook openbare
*aDeeShedef' J. H. VISSER, R. K„ gaat de
voorbereiding van dit voorstel na. Aan de
drie gestelde eischen is voldaan. Het ver
schil tusschen de prijzen van de firma Hoes-
bergen en die van de firma s door den heer
Klein Schiphorst opgegeven zijn slechts
gering, terwijl de eerste nog franco terrein
leveren en de anderen franco ^station.
De heer MIEZERUS protesteert tegen de
(wijze van behandeling. De commissie doet
alles te goeder trouw. Het stuk van den
jheer Klein Schiphorst had met ter inzage
jgelegd moge worden.
De heer VAN DE KAMP vindt het geval
niet gemakkelijk. De zaak zit zoo, dat een
begrooting opgemaakt was door een des
kundige ,in het B. A., dus die begroeting
was veel te hoog. Daarop is zij terug ge
stuurd. Spr. ziet niet in, dat misbrujk ge
maakt is van de door den heer Klein Schip
horst verstrekte cijfers.
Spr. heeft respect voor de technische
kennis van de betrokken leden in de "com
missie van O. W., maar hoe rijmt men de
verschillen. De een zegt, dat slooping 420
kost en de ander meent, dat het voor niets
gaat.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN legt
uit, dat de laatste aanbieding overeenkomt
met die der fa. Hoesbergen. De laatste is
nog goedkooper.
Over de noodz y riijkheid der verbouwing
is 'men het eens. Spr. houdt er aan vast,
dat algeheele aanbesteding duurder kan zijn
dan partieele. In het B. A. heeft men ook
zijn deskundige en die motiveert een derge
lijke meening.
Wat de slooping betreft, daarover
heerscht verschil van meening. De architect
houdt aan zijn begrootingscijfers vast tegen
over de aannemers, die ook deskundig zijn,
maar het B. A. houdt vast aan de meening
van dien architect, zoolang niet het tegen
overgestelde bewezen is. Die architect heeft
nooit het vertrouwen beschaamd en het
B. A. houdt ook nu aan hem vast.
De heer GERRITSZ vraagt het werk te
gunnen aan binnenlandsche adressen.
Stemmen: „Die zijn er niet voor dit
werk."
De heer GERRITSZ wil gaarne die adres
sen verstrekken en vraagt, die adressen
ook in de gelegenheid te stellen, prijsopga
ven te doen.
De heer KLEIN SCHIPHORST vindt het
een grief, dat de leden der Commissie van
O. W. als loopjongen gebruikt worden. Men
vraagt hun advies en gaat er toch niet op
in. Men bereikt toch niets. Dan kan men het
spr. niet kwalijk nemen, dat hij hier met een
opinie komt.
De heer VAN DE KAMP wijst er op, dat
in een berekening door de Duitsche firma
een fout was gemaakt, na welker verbete
ring het prijsverschil wegvalt.
De Commissie van Openbare Werken
is nooit als zoodanig in deze gehoord, doch
wel in een onder-onsje.
Wethouder REINALDA meent, dat de
Commissie van O. W. alleen aan B. en W.
moet adviseeren en niet aan het Burgerlijk
Armbestuur.
De VOORZITTER merkt op, dat de Com
missie van O. W. advies uitgebracht heeft.
Spr. vraagt, hoe de verhouding in deze van
de commissie tot B. en W. is geweest.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
door B. en W. advies gevraagd was aan de
Commissie van O. W.,- welke advies gege
ven heeft, wat doorgezonden was aan het
B. A. Het B. A. heeft daarop antwoord ge
geven aan B. en W. Deze meenden toen
niet opnieuw de Commissie van O, W. te
moeten hooren, maar dadelijk den raad te
moeten adviseeren. Daartusschen in zit mis
schien het onder-onsje, waar de heer v. d.
Kamp van sprak.
Het zou mr. HEERKENS THIJSSEN ge
noegen doen, indien hij binnenlandsche
adressen verkrijgt. Er staat nog niets vast
en men zal er zijn voordeel mee kunnen
doen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen.
Reclame-zuilen aan tramhalten.
B. en W. stellen voor, aan de N. V. Re-
clame-Zuilen Mij. „Rezuma," te Amster
dam. vergunning te verleenen tot het aan
brengen van lichtreclame aan de halten
Proveniershuis, Plein, Wagenweg, Frans
Halsplein en Schoterbrug. Voor de eerste
zuil wordt in rekening gebracht 250 per
jaar, voor de tweede 225, voor de derde
200 en voor elke volgende 175 per jaar.
De heer CASTRICUM meent, dat de op
zet van het voorstel bedoelt, geld aan de
gemeente aan te brengen. Maar waarom
wordt de prijs dan zoo gereducerd? Spr.
vraagt den gewonen prijs te berekenen.
De heer PEPER denkt, dat die enkele
honderden guldens B. en W. verlekkerd
hebben. Spr. vreest van inwilliging van het
voorstel ontsiering der straten en belemme
ring van het verkeer. Het gevaar op den
openbaren weg wordt door plaatsing der
zuilen nog grooter.
Wethouder REINALDA zal niet meer op
de princip'ieele zijde van het waagstuk in
gaan.
Wat de veiligheid van het verkeer be
treft, de zuilen zullen juist daar komen,
waar punten zijn, waar men veilig kan
staan.
Wat de vraag van den heer Castricum be
treft, spr. acht een prijs van 20 cent vol
doende, daar de lichtreclame slechts zal
branden na de winkelsluiting.
De heer VAN LIEMT uit zijn verwonde
ring over den afkeer, welken de heer Pe
per heeft van reclame. Spr. begrijpt verder
niet, dat de lichtreclame alleen zal branden
na winkelsluiting.
Wethouder REINALDA verbetert zijn
eerste gezegde. De lichtreclame zal nog
eenige uren na de winkelsluiting branden.
De heer PEPER gaat breedvoerig op het
maken van reclame in en verklaart zich
tegen het voorstel.
Het voorstel wordt' goedgekeurd. Tegen
de heer Peper.
Verdieping Delft.
B. en W. vragen een crediet van 30.000
aan voor verdieping van de Delft.
Het crediet wordt verleend.
Bouw politieposthuis.*
B. en W. vragen een crediet van 7600
voor het bouwen van een steenen politie
posthuis op het Leidscheplein. Achter het
posthuis zal een urinoir worden aange
bracht. In het crediet zijn de kosten daar
van inbegrepen, alsmede die van het ver
plaatsen van het houten politieposthuis;
opdat dit kan gebruikt worden gedurende
den bouw van het nieuwe.
De heer LOOSJES vraagt, of de politie
post'niet in een of ander huis kan worden
ondergebracht.
De heer GROENENDAAL vraagt, of de
noodwoningen daar niet het allerlaatste van
alle noodwoningen zullen worden opge
ruimd.
Dit laatste verzekert wethouder REI
NALDA. De noodwoningen moeten zoo
spoedig mogelijk verdwijnen. Het Leidsche
plein zonder noodwoningen is groot ge
noeg voor den bouw van het politieposthuis
De aesthetiek wordt daardoor niet ge
schaad.
Het voorstel wordt aangenomen. t
Statuten „Centraal Woningbeheer.
Ingevolge een verzoek van Ged. Staten
bieden B. en W. eenige aanvullingen van
de statuten der Stichting „Centraal Wo
ningbeheer" ter vaststelling aan.
Aldus besloten.
Vervanging watermeters.
B, en W. vragen een crediet van 16.000
aan voor het doen vervangen van oude me
ters van klein kaliber, door meters van
nieuwe constructie ten behoeve der ge
meentelijke duinwaterleiding.
De heer JOOSTEN zegt, dat er twee vra
gen overgebleven zijn na de aanhouding
den vorigen keer. Het rapport heeft spr.
niet gegeven, wat de raad had mogen ver
wachten. Het geeft een overdreven en on
juist beeld van het behoud der waterme
ters. Het eenzijdige rapport heeft spr. niet
meer duidelijkheid gegeven, waarom hij de
vraag, of watermeters opgeheven kunnen
worden, ontkennend wil beantwoorden.
Spr. geeft voorbeelden omtrent de al of
nieUopzettelijk verkeerde inlichtingen aan
den raad. Daardoor kan deze dus niet oor
deelkundig handelen en moet de waterleve
ring niet veranderd worden.
De watermeters zijn onbetrouwbaar. Dat
zal niet zoo scherp zijn bij de nieuwe wa
termeters, maar toch zal water ongecontro
leerd blijven. Door slijtage van de nieuwe
watermeters zal de onbetrouwbaarheid
weer toenemen. Het resultaat zal zijn, dat
men op een gegeven oogenblik waterprijs
verlaging krijgt, doordat meer water ver
bruikt wordt. Maar dat meerdere wordt
niet verbruikt, doch slechts verkeerd aan
gewezen. Om deze redenen is spr. niet voor
aanschaffing van nieuwe watermeters.
De heer KEESEN is ook van oordeel,
dat de oude watermeters niet goed zijn. Da
nieuwe watermeters wijzen meer zuiver 't
verbruik aan. In de toekomst zullen we een
geregelde controle hebben van het water
verbruik.
Het verschil van gebruik, aangewezen
door den nieuwen meter en den ouden, zal
60 pet. bedragen. Daardoor komen de ïnen-
schen voor grootere uitgaven te staan, ter
wijl de inkomsten voor het waterleidingbe
drijf zullen stijgen. Spr. acht daarom ver
laging van den waterprijs gewettigd.
De heer KLEIN wenscht een andere fi
nanciering van den post. Spr. verzoekt, zoo
spoedig mogelijk de nieuwe meters te plaat
sen, opdat zoo gauw mogelijk aan den over
gangstoestand een einde komt en tot prijs
verlaging zal kunnen worden overgegaan.
De heer CASTRICUM was aanvankelijk
tegen het voorstel, doch na nadere inlich
tingen is zijn meening veranderd. Spr. ont
kent. de mogelijkheid, dat men buiten het
gebruik der watermeters kan. In de toe
komst toch kan zelfs een tekort aan water
ontstaan.
De heer ROODENBURG bespreekt de
financiering van den post. De watermeters
staan wel degelijk geboekt. TJr zou zijn een
geheime reserve, welke door een boek
houdkundige manipulatie een zientbare
wordt. Wat is de bedoeling? Spr. gelooft,
dat de boeking slechts schijn is. De J 50.000
is gebruikt voor de dienstleidingen, naar
spr. meent en men zal ze niet nog eens
kunnen gebruiken voor de meters.
De heer PEPER constateert, dat achter
dit voorstel een tendenz schuilt, welke
vooral den arbeiders vijandig is. De oude
watermeters moeten gehandhaafd worden,
juist omdat ze wat „vrijgevig" zijn.
De heer JOH. VISSER (C.-H.) merkt op,
dat de techniek steeds verbetert en de
nieuwe watermeters goed zijn, wat zeker
tot verlaging van den waterprijs zal leiden.
Wethouder HEERKENS THIJSSEN zegt,
dat de capaciteit der prise d eau 2 millioen
M3 is, terwijl 1.740.000 M3 geleverd wordt.
We leveren ook aan Schoten en rekening
moet gehouden worden met uitbreiding der
gemeenten. We kunnen dus niet tè vrijgevig
zijn al zijn we nu nog niet in de benauwd
heid. Door den nood gedwongen, moeten we
zuinig zijn.
Wat het onklaar raken der nieuwe wa
termeters betreft, de controle daarop kan
geschieden in de herstelplaats. Als ze op
gebruikt zijn moeten er nieuwe komen,
want spr. gelooft ook wel, dat er nieuwere
systemen komen. Maar daarop moet men
niet wachten. Een afwijking van 5 pCt.
wordt nog steeds als normaal beschouwd.
De 60 pet. afwijking, door den heer Keesen
genoemd, zal wel tot de ernstigste gevallen
behooren.
Het is B, en W. niet om een opbrengst te
doen. Het midden moet gehouden worden
tusschen de zuinigheid en de eischen der
hygiëne. Als er cijfers bekend worden, zal
prijsverlaging volgen naar gelag de op
brengst is.
Spr. komt dan tot de financiering. De
nieuwe watermeters kosten 66.000, welk
bedrag dan B. en W. aanvragen. De finan
ciering kan dan nader onder de oogen
worden gezien. Het bedrag kan over enkele
jaren verdeeld worden.
De discussies worden gesloten.
Het door wethouder Heerkens Thijssen
gewijzigde voorstel wordt aangenomen met
256- stemmen.
Interpellatie-Scholl.
De heer Scholl had de volgende vragen
bij B. en W. ingezonden:
Het zal B. en W. bekend zijn, dat ter ge
legenheid van het Koninklijk bezoek aan
deze gemeente, het hoofdbestuur van de
vereeniging „Koninginnedag" besprekingen
heeft gehouden omtrent plannen tot huldi
ging der gasten.
Onder deze plannen komt ook voor een
aubade van 4000 schoolkinderen op de
Groote Markt.
Dezer dagen heeft de vereeniging „Ko
ninginnedag" een circulaire verzonden aan
de hoofden van scholen.
Zijn B. en W. met den inhoud hiervan be
kend en zijn zij voornemens, daaromtrent
nog nader voorschriften aan het onderwij
zend personeel te geven?
Wanneer dit het geval is, willen B. en
W. er dan tegen waken, dat drang op het
onderwijzend personeel wordt uitgeoefend,
aan de feesten deel te nemen?
Ligt het in het voornemen van B. en W.,
aan dat deel van het onderwijzend perso
neel, dat op grond van zijn overtuiging be
zwaren heeft aan de aubade van 28 Augus
tus mede te werken, oo dien dag zooveel
mogelijk vrijaf te geven?
De heer SCHOLL verklaart deje vragen
alleen gesteld te hebben, om omtrent deze
zaak klaarheid te brengen voor het ge-
meentepersoneel.
Wethouder BRUCH beantwoordt de vra
gen. Drang op het personeel, om aan de
feesten deel te nemen, zal niet worden uit
geoefend. Wel spreken B. en W. de ver
wachting uit, dat zooveel mogelijk mede
werking door het onderwijzend personeel
zal worden verleend.
Aan conscientieuse bezwaren zal steeds
aandacht worden geschonken.
De heer SCHOLL is van oordeel, dat
thans een halfslachtige toestand heerscht.
Wat zal er gebeuren, als het onderwijzend
personeel geen medewerking verleent? Hij
heeft geen vacantie en hij heeft geen dienst.
Spr. betreurt het, dat in de betreffendel
circulaire B. en W. de verwachting uitge
sproken hebben, dat het onderwijzend per
soneel medewerking zal verleenen. Daar
van hadden zij zich moeten onthouden,
meent spr. 1
De heer PEPER hecht niet veel aan de
meening van de sociaal-democraten in deze,
want als de burgemeester en twee wethou
ders verhinderd zijn, moet wethouder Kei-
nalda de Koningin ontvangen en rondlei
den. Spr. vindt het niet goed, dat drang ga-
oefend wordt op de kinderen, om hen
dus te nobiliseeren. wetende, dat zij e^S
iets anders willen dan het gewone.
kinderen worden gebruikt aan een hun vij
andig doel. De Koningin
De VOORZITTER verzoekt den heer
Peper, de persooo der Koningin buiten de
bespreking te laten.
De her PEPER begrijpt dit, maar het ver
zoek is moeilijk te voldoen. Spr. herhaa
zijn reeds gemaakte bezwaren.
Dat er een sociaal-democratisch onderwij
zer met een baloorig gezicht bij de kinde
ren loopt, kan spr. niet schelen, maar niet
moeten de kinderen gemobiliseerd wor
den.
De heer JOH. VISSER (C. H.) wijst er op,
demacratisch president was, de soc.-dem.
niet zou optreden, de gemeente het moest
doen. Spr. meent, dat, als er een sociaal-
democraatisch president was, de soc.-dem.
geen bezwaar zouden hebben tegen huldi
ging.
De heer CASTRICUM wijst er op, dat het
hier de huldiging van het staatshooid be
treft. Daartoe mag de gemeente toch zeker
wel over zijn gemeente-personeel beschik
ken.
Wethouder BRUCH merkt allereerst op,
dat achtbare conscientieuse bezwaren ge
ëerbiedigd moeten worden. Dit standpunt
handhaven B. en W. De consciëntie wordt
niet aangerand. Wat zijn nu de bezwaren
van den heer Scholl?
Spr. gaat het bezwaar van den heer Pe
per na. Als de neutrale school zich neu
traal zou moeten houden tegenover t con-
stitutioneele hoofd van den Staat, heeft t
laatste uur van de neutrale school gesla
gen. De Overheid heeft den plicht, den
verjaardag van het constitutioncele Staats
hoofd te vieren.
Spr. zegt, dat de kinderen ook onderda
nen zijn. Zij weten heel goed dat er een
„baas" moet zijn, dat er orde en regelmaat
moet zijn. Het grootste deel der bpvolking
is overtuigd, dat we thans leven onder de
gezegende regeering van H. M. Koningin
Wilhelmina, (Applaus bij een deel van den
raad.)
De interpellatie wordt gesloten.
Leggen asphalt-rubberbedekking.
B. en W. vragen een crediet van 4.750
aan voor het bedekken met een asphalt-
rubberlaag van dat gedeelte van de Macr-
ten van Heemskerkstraat, waar het zieken
huis „St. Joannes de Deo" staat, welk nieuw
procédé als proeve' van geruischlooze be
strating zal gelden.
Het crediet wordt verleend.
Wijziging Bouwverordening.
B. en W. bieden ter vaststelling aan een
verordening tot wijziging der Bouwverorde
ning.
Dc heer VAN LIEMT vraagt, 'of reeds
een radicale poging is gedaan tot een an
dere oplossing van verbetering van den
Spaarndamsche weg.
De heer KLEIN vraagt naar den gang van
zaken, welke van den gewonen gang van
zaken is afgeweken
De heer CASTRICUM vraag inlichtingen.
De heer JOOSTEN acht het voorstel on
voldoende.
De heer KLEIN SCHIPHORST vreest,
dat er iets achter de haast van dit voorstel
zit. Spr. vindt het beter, de heele zaak te
bekijken.
De lieer GERRITSZ meent, dat daar niets
anders achter kan zitten dan het gemeen
tebelang. Spr. vraagt zich af, of het ver
standig is, dat de heeren de vraag „of er
iets achter ziet" stellen en of dit wel :n
het belang der gemeente is.
De heer KLEIN SCHIPHORST: „Ik heb
geen lesjes van je noodig."
De heer GERRITSZ merkt op, dat het hier
betreft een verschil van inzicht. Als men
wil wachten tot een algeheele herziening
der Bouwverordening, wordt de zaak op de
lange baan geschoven.
Wethouder REINALDA deelt mede, dat
het indienen van dit voorstel verband
houdt met een arrest van den Hoogen Raad
betreffende interpretatie van den Hoogen
Raad van Bouwverordeningen en wel be
treffende de erfpachtsafscheiding, waar
spr. nader op wijst.
Spr. begrijpt de bemerking van den heer
Van Liemt niet. In dit raadsstukje wordt
heelemaal niet gesproken van den Spaarn
damsche weg.
De interpretatie van den Hoogen Raad
van Bouwverordeningen dringt op spoed
san.
Spr. adviseert aanneming van de wijzi
ging, in afwachting van #eventueele nadere
wijzigingen.
De heer VAN LIEMT zegt, dat bedoeld
arrest van den Hoogen Raad een jaar oud
is. Hebben B. en W. nooit er aan gedacht
eerder met een wijziging te komen?
De heer KLEIN voorziet, dat deze wijzi
ging den druk voor de menschen nog onre
gelmatiger zal maken, waarom hij tegen het
voorstel zal stemmen.
Weth(ouder REINALDA maakt opmerkin
gen over eventueele onteigening. De gele
genheid staat open tot onteigening of aan
koop. Het voorstel is een continueering van
beperking van eigendomsrecht.
Aan den heer Van Liemt antwoordt spr.,
dat aan het arrest van den Hoogen Raad
eerst publiciteit verleend is, op 2 Maart
1925. Het voorstel heeft geen betrekking op
thans aanhangige voorstellen.
Het voorstel van B. en W, wordt aange
nomen met 265 stemmen.
Verbouwing „Buitenrust."
B. en W. stellen voor, het bedrag van
23000, beschikbaar gesteld voor verbouw
en inrichting van de villa „Buitenrust", aan
de Twijnderslaan No. 49, tot 90500 te ver
hoogen tot bijbouw van eenige lokalen, een
en ander ten behoeve van school No. 2 voor
buitengewoon lager onderwijs.
De heer VAN LIEMT stelt voor, dit voor
stel aan te houden en B. en W. uit te noo-
digen, den Raad nadere voorstellen en tee-
keningen te doentoekomen, beantwoor
dende aan de voorwaarde, waaronder de
Commissie van Bijstand in het beheer der
Openbare Werken hare goedkeuring heeft
verleend aan den voorgestelden bouw eener
school voor B. O.
Spr. wijst er op, dat de thans aanhangige
voorstellen afwijken van de plannen voor
gelegd aan de Commissie van Openbare
Werken. Er zijn gebouwen, welke vloeken
met huii omgeving. Spr. vraagt aanhou
ding van het voorstel, tot een meer harmo
nieus geheel zal kunnen worden verkregen.
De heer KLEIN SCHIPHORST is ge
schrokken van de oplossing omtrent de ge
vels. Er is tegenstrijdigheid in dc gevels.
De huidige gevels kunnen gewijzigd worden.
De stijl van Haarlem behoeft toch niet
Gymnasiumstijl te zijn! Het geheel wordt
leelijk. Spr. maakt zich sterk, dat voor iets
meer geld èn dit gebouw behouden kan blij
ven èn een nieuwe school gesticht kan
worden. De verbouw der villa zal komen op
20 per M2. en de scholen, welke spr. ge
bouwd heeft, kosten 17 per M2. Spr. zou
het besluit van B. en W. zoodanig willen
wijzigen, dat aan punt 1 toegevoegd wordt,
dat de gevels als een éénvormigheid aan
elkander moeten sluiten.
De heer JOH. VISSER, C.-H., zal zich
niet verzetten tegen nieuwen stijl als het
een nieuw gebouw betreft. Maar hier gaat
het om een bestaand gebouw en daarnaast
komt er een, dat niet sterker af kan wijken.
Zelfs de lijnen der ramen correspondeeren
niet. Spr. protesteert tegen deze opvatting
van den bouw en is tegen dit voorstel.
De heer KLEIN vraagt zich ook af, of
de gevel van het nieuwe gebouw niet aan
kan sluiten bij het bestaande gebouw.
De heer SCHOLL uit zijn verwondering
over den langen duur dezer zaak. Aan de
behoefte dezer school is niet getornd. Uit
stel van bouw acht spr. ongewenscht. De
oplossing omtrent den bouw acht spr. niet
gunstig, maar hij is leek op dat gebied; hij
gelooft, dat de commissie van Openbare
Werken daaromtrent ook niet zoo deskun
dig is. Die commissie moet adviseeren,
maar geen uitvoering geven.
Wethouder BRUCH merkt op, dat nie
mand het bestaan der school heeft betwist.
B. en W. hebben geen schuld aan de ver-
traging der zaak, wat spr. nader toelicht.
B. en W. hebben niet bet minste bezwaar
bij de uitvoering der werkzaamheden reke-
ning te houden met de wenschen der Com
missie van O. W. omtrent conformiteit in
den bouw en spr. verzekert zelfs die uit
voering.
De heer GERRITSZ acht die toezegging
te ver gaande. Een dergelijke architectoni
sche oplossing is onjuist. Men kan de zaak
nog bekijken. Veel gezonder is de gedachte
een nieuw gebouw te zetten. Zou daartoe
geen plan kunnen worden ontworpen? Dan
zou men een vroeger begane fout herstellen
en een goede oplossing krijgen, n.l. een ge
bouw, waarin de school goed onderge
bracht kan worden, terwijl hel ook ar
chitectonisch verzorgd kan worden.
De heer JOH. VISSER (C.H.) is van oor
deel, dat ook bij het voorstel van B. en W.
een harmonisch geheel kan worden verkre
gen. Dat moet iedere architect kunnen.
De heer VAN LIEMT wil den bouw der
school niet ophouden. Meermalen is de
meening tegenover den heer Dumont ge
uit, een gehjeel nieuwe school te bouwen.
Doch deze zei, dat er dan nog wel 90.000
bij zou komen. Dat heeft spr. verwonderd
en hij vraagt zich af, of men dan niet den
voorgestelden bouw a tort et a travers wil
doorvoeren.
Wethouder REINALDA: Daaromtrent
moet u zich tot B. en W. wenden en niet
tot den directeur van O. W.
De heer VAN LIEMT blijft voor aanhou
ding, daar niet voldaan zal kunnen worden
aan den eisch van conformiteit van de ge
bouwen.
De heer KLEIN-SCHIPHORST denkt er
over, een plan voflr een nieuwe school in
te dienen, daar hij daarvoor steun zal krij
gen. Maar dat houdt de zaak maar op. Spr.
hekelt de voorgestelde plannen.
Spr. vraagt, aan Openbare Werken een
nieuwe schets te laten maken voor een
nieuwe school, welke schetst in de volgende
raadsvergadering ter tafel zal kunnen liggen.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM is niet
verrukt over het gebouw, vooral niet over
de lichtverdeeling. Wel is het de tijd niet,
een nieuwe school te bouwen, maar als dit
voor hetzelfde geld kan, zou spr. dat wel
wenschen omdat dan een ideaal-school zal
kunnen worden verkregen.
De vergadering wordt even geschorst, op
dat B. en W. zich kunnen beraden over
het voorstel-Klein Schiphorst.
Na heropening deelt wethouder BRUCH
mede, dat B. en W. niet voor dit voorstel
zijn.
Daarmede zal veel tijd heengaan. Ook
meenen B. en W. dit voorstel op finanri-
eele gronden te moeten ontraden. Thans
wordt 78.000 aangevraagd. Het is de
vraag, of men veel minder dan een ton
duurder zal uitkomen. Het zal zeker het
dubbele van het thans aangevraagde bedrag
zijn.
In September 1924 is zonder hoofdelijke
stemming besloten tot vestiging der school
ir. „Buitenrust". Spr. meent, dat van dit be
sluit niet moet worden afgeweken. Afwij
king van dit besluit zou blijk geven van een
slecht beleid. Dit voorstel wordt alleen ge
daan naar aanleiding van het leelijke der
gevels. Dit acht spr. geen motief. Openbare
Werken heeft het voorstel goedgekeurd.
Spr. herinnert aan zij belofte omtrent het
tegemoetkomen aan de bezwaren in zake
de gevels. Daaromtrent moet men ver
trouwen hebben in B. en W.
De heer GERRITSZ wijst er op, dal in
dertijd niet aan een dergelijk groot bedrag
voor verbouw is gedacht. Er heeft zich
dus een nieuwe toestad voorgedaan. Spr.
zou eerst nog willen zien, of een nieuwe
school 175.000 zou moeten kosten. Het
gebouw voor de baden in het Amsterdam-
dan geraamd was.
Een nieuwe school zou geheel aan het doel
beantwoorden, terwijl men nu toch maar
lapwerk krijgt. Spr. vraagt B. en W„ als
nog een opdracht te geven aan Openbare
Werken, voor 110.000 een nieuwe school
te bouwen. De kosten van bijzondere scho
len moeten eens vergeleken worden met den
bouw door Openbare Werken en ais deze
laatste duurder bouwt, moet voor dit bij
zonder geval opdracht gegeven worden aan
een particulier.
Spr. stelt voor B. en W. uit te noodigen
een nieuw gebouw te stichten voor de
buitengewone school.
De heer VAN LIEMT: „Dat is hetzelfde
voorstel als van den heer Klein Schip
horst." Spr. wijst er op, dat men wel voor
23.000 een verbouwing wenscht, maar als
men 90.000 daarvoor vraagt, praat men
anders. Spr. vraagt wat voor vertraging uit
nieuwbouw zou ontstaan.
Waar de school thans is, is het een su
bliem plekje voor haar, zoodat geen nieuwe
plaats gezocht behoeft te worden. Slecht
beleid wordt niet getoond, daar de omstan
digheden door de prijsverhooging geheel
gewijzigd zijn.
De heer KLEIN SCHIPHORST heelt
reeds in de commissie van O. W. voor een
nieuwe school gepleit. Daar zou de ge
meente meer mee gebaat zijn. De school in
de Stoofsteeg heeft 14 lokalen, 5 fröbelklas-
sen 2 kamers voor het hoofd der school,
is geheel prima ingericht en den bouw
daarvan heeft spr. aangenomen voor
111.000. De kosten er van liggen dus aan
den ontwerper. Laat men dan tevreden zijn
met een behoorlijke school en niet het
massale, het dure wenschen.
De heeren KLEIN en JOH. VISSER, c.h.
zullen voor het voorstel van B. en W. stem
men.
Wethouder BRUCH dankt deze heeren
namens B. en W., wijl dit voorstemmen een
logisch uitvloeisel is van de besprekingen.
Wat voor waarde moet gehecht worden aan
een advies van een commissie, die bij de
eerste de beste discussie uit elkaar valt.
Men heeft bezwaar tegen de gevels en als
contra-maatregel wil men een nieuwe
school. Spr. weet uit de praclijk, hoe het
loopt met nieuwe plannen.
Door het voorstel van B. en W. wordt
zoo spoedig mogelijk de huisvesting der
school verzekerd. Die oplossing is niet on
voldoende. Het wegnemen van het bezwaar
tegen de gevels wil men misschien niet
hoog genoeg achten. Maar de raad kan daar
controle op houden.
De heeren VAN LIEMT en GERRITSZ
trekken hun voorstellen in.
Het voorstel-Klein Schiphorst komt in
stemming en wordt verworpen met 1615
stemmen.
Voor de leden de Boer, Groenendaal,
Maarschalk Berdenis van Berlekom, v .d.
Kamp, Adrian, Peper, Boes, Keerwolf,
Koppen, v. Looy, v. Liémt, Kingma, Klein
Schiphorst en Gerritsz.
Het voorstel van B. en W. wordt dan zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Overplaatsing onderwijzend personeel.
B. en W. stellen voor het aanwezige
leeraarspersoneel der le H. B. S. over te
plaatsen naar het Gemeentelijk Lyceum.
Verder bieden zij ter vaststelling aan een
regeling omtrent overplaatsing van onder
wijzend personeel aan de openbare lagere
scholen.
In het eerste voorstel worden eenige wij
zigingen aangebracht en aldus wordt het
aangenomen terwijl ook" het tweede voor
stel goedgekeurd wordt.
Op verzoek van den heer BOES zegt
wethouder BRUCH toe, over te leggen een
staat van de klasse-bevolking van alle'
klassen van openbare scholen en van aan
gifte van nieuwe leerlingen.
Stichting school voorbereidend L. O.
B. en W. stellen voor, over te gaan tot
stichting van een school voor voorbereidend
lager onderwijs in de z.g.n. Slachthuisbuurt
en hun uit te noodigen, de bouwplannen
spoedig aan de goedkeuring van den raad te
onderwerpen en zóó tijdig maatregelen te
nemen, dat uiterlijk 1 September 1926 het
geDOUw in gebruik kan worden genomen en
het onderricht een aanvang kan nemen.
De heer CASTRICUM verwondert er zich
over, dat het particulier initiatief niet eer
der begonnen is met stichting van een der
gelijke school, welke scholen van bii|onder
voorbereidend lager onderwijs reeds lang
bestaan. Spr. vraagt betere subsidieregeling
voor die bijzondere bewaarscholen.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM ver
heugt zich over het voorstel van B. en \X
doch zou uit hét voorstel willen lichten,:
thans reeds te bepalen het aantal leerlingen
op 165 te stellen.
Wethouder BRUCH antwoordt, dat het,
aantal kinderen per klasse op 36 gesteld is.
Er zijn '300 kinderen tusschen 3 en 6 jaar,
voor de school, waarom B. en W. een flink®
school wenschen. gebaseerd op niet te kleine
klassen. B. en W. zullen bij den raad met
tertijd voorstellen indienen omtrent een be
tere subsidieering van bijzondere bewaar
scholen. Spr. persoonlijk stelt zich ten dezen
aanzien op het standpunt van den heer
Castricum.
Mej. BERDENIS VAN BERLEKOM meent,:
dat men voorzichtig moet zijn met de 300
handteekeningen uit de Amsterdamsche
buurt. Die dekken niet de school in de
Slachthuisbuurt in verband met den verren'
afstand.
Mevr. MAARSCHALK zegt. dat de so--
ciaal-democratische Vrouwenclub reeds ja-"
ren geleden moeite genoeg gedaan heeft tot
stichting van een openbare bewaarschool.,
Verzoeken zijn bij den raad ingediend daar
toe.
Het voorstel van B. en W. wordt aange-j
nomen.
Benoemingen
Herbenoemd worden tot Regenten!
(raadsleden) van het St. Elisabeth s of]
Groote Gasthuis, de heeren: W. Koppen,j
G. Adriaan, G. Wolzak Hzn.. en mevr. M.j
Benoemd worden tot lid der Commissie:
van Plaatselijk toezicht op het Lager On„
derwijs: J. Roza. j
neel aan den ver-
finitief onderwijzen
en H. F. Lijnbacn;}
es) de dames: Mj
tot tijdelijke leeraressen aan de Middel-*
bare School voor Meisjes de dames: R. Bj
de Jong, M. E. van der Boon en A. P. vani
Rijn. l
tot tijdelijk leerares aan het 'Gemeentelijk)
Lyceum: mej. N. Groenewegen;
tot leeraar in de wiskunde aan het Ge^
meentelijk Lyceum: drs. K. Gorter;
tot onderwijzend personeel aan de C®*
meentelijke Avondschool voor Nijverheids*
onderwijs: 1. G. Brakel, 2. A. Wensing. 3j
H. Felix, 4. A. van Harreveld, 5. N. GJ
Schultheiss, 6. H. A. Oosterlee, 7. J. Gj
Rijlceboer en 8. H. Eebes.
tot onderwijzend personeel aan den Ver-»
volgcursus No. 2: de dames Wed. H. L. E}
UitermarkHulshoff, J. van Gelder, KJ
van Oosterom. Th. KulingVcrtregt en L*
Roawens en de heeren W. W. Weide en»
J. Panman.
tot onderwijzend personeel aan den Vcr-f
volgcursus No. 3: E. Geerts, A. H. Bloem,'
H. Paul, mej. J. P. van den Berg, mevr. de^
Wed. W. H. VersteegSchouw en mevr,'
de Wed. A. P. HiemstraIn 't Veld;
tot onderwijzend personeel aan den Ver-1
volgcursus No. 4: tot definitief
(es) mej. S. M. Hulshof en
tot tijdelijk onderwijzer(es)
G. Botman en M. B. Roosen en de heeren;
D. de Boer, G. Brouwer en C. J. Rijkers.
Geen rondvraag.
Op voorstel van den VOORZITTER wordt,
besloten, geen rondvraag te houden.
Daarna gaat de raad in geheime zitting.
Mededeelingen Raad d.d. 12 Aug. 1925^
a. Ingekomen zijn:
1. het rapport van de Commissie Ad H03
voor het Ziekenhuiswezen;
2. een adres van de Middenstandscentraloj
voor Haarlem en omliggende gemeentenJ
waarbij wordt afgekeurd elke uitbreiding den
gemeentelijke bemoeiingen zonder zeer drin-J
gende noodzaak en waarbij wordt opgekoJ
men tegen de aanhangige plannen om vani
gemeentewege autobuslijnen te exploiteerend
3. een verzoekschrift van Gebrs. RuigroA
te Bennebroek-Vogelenzang om toezending
van de voorschriften en de te verleenen fa-i
ciliteiten betreffende de exploitatie van ge-]
meentelijke autobusdiensten;
4. een brief van Martin C. van der WaTJ
houdende mededeeling, dat hij bereid is een)
omnibusdienst in deze gemeente te vesti-i
gen en te exploiteeren en waarin hij vciv^
zoekt in de gelegenheid te worden gesteld)
den Raad van de bijzondere hoedanigheden)
van het materiaal te overtuigen;
5. een dankbetuiging van H. Wieringaö
voor het ontslag als directeur der Avond-;
school voor Handelsonderwijs en als leeraars
aan de le Hoogere Burgerschool met 5-;
jarigen cursus en voor de wijze, waarop diti
ontslag is verleend;
6. een verzoekschrift van de afdeelinjJ^
Haarlem van den Centralen Bond van
Transportarbeiders om een andere verkeers
regeling bij de Kennemerbrug;
7. Brieven van Gedeputeerde Staten 1«
deze provincie, houdende mededeeling van
goedkeuring van het raadsbesluit:
van 8 Juli 1925, nrs. 8 en 9, tot verkoop)
van grond, gelegen aan den Zijlweg en aan]
de Schoterveenstraat;
van 15 Juli 1925, nr. 11, tot uitgifte vani
grond in erfpacht, gelegen aan de Leidsche
Vaait.
b. Voorgesteld wordt te stellen in handeaf
van Burg. en Weth. om prae-advies:
1. een verzoekschrift van de Vereeniginjf
„De Apostolische Kas" om aan haar een
stukje grond aan de Jacobijnestraat te verJ
koopen:
2. een -."rzoekschrift van de afdeelinjJ
Haarlem dar Nederlandsche Banketbakkers-
vereeniging om wijziging van de verorde
ning op de winkelsluiting in dier voege, dal]
ook op 30 December die verordening niet;
van toepassing is tei> aanzien van het slui-4
tingsuur;
c. Ter visie zijn gelegd de overeenkomt
sten door Burgemeester en Wethouder*
aangegaan, ter uitvoering van het raadsbe^
sluit van 14 Mei 1919, nr. 8 Ila en b (gewij
zigd bij raadsbesluit van 30 Juni 1920, nri
15) met de Moeder-Overste van de Veree
niging der Ziekenverpleegsters FranciscaJ
nessen van de Mariastichting, den Genees-i
heer-Directeur van de Vrouwenkliniek van)
de Joanna van Lijnden Teding van BerkJ
houtstichting en den Broeder-Overste vat*
het gesticht St. Joannes cle Deo.
Indien ten aanzien daarvan geen opme
kingen worden gemaakt .worden dez
overeenkomsten geacht te zijn bekrachtig,
d. Burgemeester en Wethouders stelle:
voor het raadsbesluit van 14 September
1904. no. 12, waarbij aan H. Tunge en Co-
te Halfweg, tot wederopzeggens toe ver-(
gunning is verleend tot het hebben van een'
waterstoepje in de Amsterdamsche Vaarr
in te trekken.
Men schrijft ons uit Haarlemmermeer.
De laatste jaren wordt hier om dezen tijd)
i'an het jaar nog al veel jacht gemaakt opr
de z. g. houtduiven. Deze beesten komen
des morgens in grooten getale uit de bosJ
schen om in de Haarlemmermeer bun voed
sel te zoeken, wat nu, in den korenbouw,
ruimschoots te vinden is. Tegen den avond
zoeken ze, goed verzadigd, hun nachtelij
ke schuilplaatsen weer op, doch verschil-)
lende bereiken deze niet weer, daar zij)
door het ver-dragend geweer van den jaJ
ger, die verscholen zit achter een landhek]
of in een droge sloot, worden neer gescho
ten, en groot is soms het getal, dat hij als,'
buit mede naar huis neemt. Doch opvallend)
is het, dat het dit jaar zooveel minder isj
Men ziet bijna geen duif meer trekken. Men}
veronderstelt, dat de duiven bij instinct het,
gevaar miiden een meer veilige rich-1
ting gaan kiezen.