I
wSr
De door de stormramp
geteisterde streken.
- u
VAN ALLES EN VAN OVERAL.
liipp
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Vrijdag 14 Augustus 1925
1 «WÉS
De kerk der Witte- Paters te Langeboom, na de ramp. Rechts op den
voorgrond de toren, die, over het naast de kerk staande gebouw heen.
in den boomgaard geslingerd werd.
Mill
Interieur der Kerk te Langeboom, waar groote stuk
ken uit het gewelf gevallen zijn en alle ramen inge-
irukt, zoodat alles met puin overdekt is. Daar de
uuren ontzet zijn, zullen deze zeer waarschijnlijk
moeten worden afgebroken.
Lenige der gaten in het kerkgewelf, waaraan het groote triomfkruis en de
godslamp zijn blijven hangen.
De regeering stelt werkkrachten en materialen ter
beschikking. De proviandeering in Borculo weer
normaal. De Koninklijke deelneming, Groote toe
vloed van vreemdelingen. Ook hulp uit Indië.
Veiligheidsmaatrege
len in Borculo.
Een oproep van het
Geldersche comité.
De Koningin brengt
troost en opbeuring.
Een geteisterd R. K.
opvoedingsgesticht.
De toestand van
vreemdelingen.
Een officieele opdracht
aan het R. K. Huisves
tingscomité.
Giften Ned. R. K. Huis
vestingscomité.
Een gift van Mg*.
Diepen.
Alg. Kleeren-Comité.
Betuigingen van dee
neming.
Hulp uit Indië.
Belangstelling van
Koningin-Moeder.
Een telegram van den
gouverneur van Vlaan
deren.
Een manifest aan de
bevolking van Borculo
Hef Nationaal Steun
comité tegen Maandag
bijeengeroepen.
GEMENGD NIEUWS.
Motor-ongeluk te Hoevelaken.
66.
Borkulo Borkulo Borkulo!
Neen, dat kan ik nou toch niet goed heb
ben.
Wat en waar en wanneer je leest van de
ramp die ons land heeft getroffen, dan heb
ben ze het over Borkulo en nog eens over
Borkulo.
Er worden uitvoeringen gegeven, waarvan
de opbrengst bestemd is voor.... Borkulo.
Er worden wagonladingen kleeren en voed
sel gezonden naar.... Borkulo.
Natuurlijk ben ik blij, dat de menschen zoo
meevoelen met het ongeluk van anderen en
ik weet ook wel, dat Borkulo ontzettend ge
leden heeft onder de ramp, dat het verdient
gesteund te worden.
Maar niet Borkulo alléén.
In Zeeland, Langeboom, Graspeel, Trent,
Het Oventje en nog meer kleine Brabantsche
plaatsjes, is de ellende niet minder groot
dan «laar in Borkulo.
't Is waar, in Borkulo zijn het heele aan
eengesloten straten die vernield zijn, en
maakt dus de ruïne misschien grooter indruk
op den beschouwer, dat kan ik me voorstel
len. Maar hoe erg het ook is, erger dan daar
in Brabant is het beslist niet.
In Borkulo zijn huizen van hun daken be
roofd, rijen huizen ingevallen, dat is erg, dat
is héél erg, en nog eens, ik ben blij, dat er
zoo flink geholpen woedt. Zooals het in Bor
kulo is, zoo heb ik het gezien tijdens den
oorlog, toen ik rondzwierf op het oorlogs
terrein. Ik heb toen steden zien bombardec-
ren, ik heb nog veel meer steden gezien,
nadat ze gebombardeerd waren en die zagen
cr uit, zooals nu Borkulo er uitziet.
Maar daar in Noord-Brabant is het erger.
Daar zijn huizen verdwenen, spoor
loos verdwenen. Daar in het gehucht Het
Oventje, zie je op sommige plaatsen een vier
kant van metselwerk, gelijkmetden
grond, zooals je dat ook ziet, wanneer er
Daar in de Noord-Brabantsche dorpen heb
ben de menschen niets meer, óók geen
betrekking, die hen in het leven kan hou
den en dat is erger.
Ik heb er rondgedoold, heb er op de fiets
(daar kan je overal mee doorkruipen, waar je
met een auto niet komen kan) vijfenvijftig
kilometer afgelegd en ik geloof niet, dat er
daar in die buurt één verwoeste boederij is
die ik niet heb gezien. Overal was het een
troosteloozen aanblik.
Och, het is zoo het gewone gezegde: De
boomen waren afgeknapt als luciferhoutjes,
maar heusch, beter zeggen kan ik het niet, en
daarom gebruik ik ook dit afgezaagde beeld
maar weer. En niet hier en daar een boom
heele lanen; heel de boombeplanting langs
verschillende wegen is verdwenen, ligt plat
tegen den grond, daar de boomen stuk voor
stuk met wortel en al uit den grond zijn ge
rukt. En met zaag en bijl heeft men er stuk
ken af genomen, om de wegen ten minste
weer eenigermate begaanbaar te maken.
Maar toch, als je niet danig goed in het za
del zit, laat dan je fiets maar thuis, want
over boomstronken hobbelen en door kuilen
rijden, daar moet je en je fiets tegen
kunnen, wil je er door komen.
Op een andere plaats staan de boomen nog,
dat wil zeggen, de stammen. De wortels had
den blijkbaar zoo vast in den grond gegrepen,
dat de orkaan ze niet los kon rukken. Maar,
wat niet buigen wilde voor de woeste kracht
van den reus, moest breken de stammen
werden, onder de kruin, eenvoudig doorge
broken en twintig, vijftig meter verder wer
den de door den wind meegesleurde kruinen
in het veld neergesmakt. Wat een geweldige
kracht moet hier aan het werk zijn geweest,
om in zóó klein tijdbestek, zóó groote ver
nieling aan te richten!
een huis gebouwd zal worden: het is de fun
deering. Maar daar is het niet de fundee
ring van een te bouwen huis, daar is het de
fundeering waarop reeds een huis gestaan
heeft en dat er nu door den wervelstorm af
geblazen is, naar.... ja, waarheen kan ik
niet zeggen, want de huizen zijn, om zoo te
zeggen, niet meer terug te vinden. Er liggen,
een heel eind verder, wel brokken muur en
balken en planken, maar van welk huis die
nu eigenlijk afkomstig zijn, is niet te zeggen.
Best mogelijk, ja, zeer waarschijnlijk zelfs,
liggen er hier en daar op één grooten hoop,
brokstukken van twee, van drie huizen door
zlkaar.
Niet alle huizen daar in Noord-Brabant
zijn het vrijwel allemaal boerderijen die
vernield zijn zijn zoo totaal verdwenen na
tuurlijk; er zijn er ook, en wel de meeste,
die „maar alleen" zijn ingestort, net als in
Borkulo. En toch is het hier erger.
In al die boerderijen immers lag op de zol
ders opgestapeld de vrucht van een heelen
zomer werk: het hooi en het graan, waarvoor
de boer had gezwoegd van den vroegen mor
gen tot den laten avond en waarvan de op
brengst hem nu door den winter moest heen
helpen. En dat alles is nu weg en van wat er
Weer .een ander beeld.
De boomen staan nog alle, waarschijnlijk
omdat ze nog klein zijn, konden buigen dus
en den stormwind langs hun stammen en
takken konden laten wegglijden. Maar hier
zitten alle kruinen vol hooi en korenaren,
weggewaaid van de zolders waar het was
opgestapeld als voorraad voor den winter.
Van welken zoldër?
Ik weet het niet niemand weet het. De
voorraad van den eenen boer hangt hier in
de boomen, ligt verspreid op het veld tus-
schen die van den anderen en nog een derden
en een vierden boer.
Wie zal daar ooit kunnen uitzoeken wat
van hem fs en wat van zijn buurman?
Een zware boerenkar, onderstboven in een
greppel in Trent. Een boer staat er bij.
Ik stap van de fiets, kijk naar de wagen.
„Mijn kar, mijnheer, en daar ginds staat
mijn huis."
Ik kijk om. Vijftig, zestig meter achter me
staat een dak op den grond het huis is er
onder weggeslagen.
„Maar man, hoe ben je daar levend uitge
komen?"
>ee«W^»ecd-
r-
si-ïd v .*1 .v -
nog is overgebleven is veel door den later
gevallen regen bedorven.
In de stad zijn de menschen hun huizen
kwijt en hun huisraad misschien ook dat
is erg. Maar velen er hebben er nog hun be
trekking, ze ontvangen aan t einde der week,
op den laalsten der maand, hun salaris en
kunnen tenminste brood koopen om te blij
ven leven.
„Ik was niet in huis mijnheer, ik was nog
op het land. Toen ik de bui zag aankomen,
zwart en geel door elkaar mijnheer, zoo
dat het pikdonker werd wilde ik naar huis
vluchten, maar onderweg hoorde ik het ach-
er mij kraken en barsten en omkijkend zag ik
een andere boerderij in elkaar storten.
Da's niet veilig in huis, dacht ik ten
minste ik denk dat ik dat gedacht heb, want
ik weet het eigenlijk niet meer en ik ging
achter een tas hooi zitten. Maar ik zat nog
niet of ik was al weer opgesprongen en
holde naar den greppel langs den weg, waar
in ik me liet vallen. Net bijtijds, want met
woest geweld bulderde een zwarte massa
over me heen en toen ik eindelijk durfde op
kijken, lag daar achter me mijn huis in puin
en voor me, in den greppel aan den over
kant van den weg m'n kar, die achter mijn
huis gestaan heeft en over mijn hoofd heen-
gevlogen moet zijn om daar te kunnen ko
men zeker vijftig meter van de plek waar
ze gestaan had.
Zóó komt het, mijnheer, dat ik met onder
het puin van mijn huis heb gelegen. Maar
m'n angst is er niet minder groot om ge
weest."
„Da's alles wat we er onder uit hebben
kunnen krijgen, mijnheer," zei een boer in
Zeeland tegen mij en hij wees op een blank
houten tafeltje, dat voor zijn ineengestorte
boerderij stond en op een stuk of wat wollen
en gewatteerde dekens, die op het beetje
stroo dat nog op den zolder was blijven lig
gen toen het dak er afsloeg, lagen te drogen.
„Da's alles!"
Zijn het geen verschrikkelijke woorden.
Het zijn hier in den omtrek vrijwel alle
maal arme boeren. Dat wil zeggen, met hard
werken verdienen ze behoorlijk hun brood,
maar daarbij blijtf het dan ook; veel over
houden kunnen ze niet. En als ze een jaar te
genspoed hebben met den oogst, dan nebben
zé het een jaar wat armer, maar een volgend
jaar halen ze dat gelukkig wel weer m.
Maar een tegenspoed zooals nu....
„Da's alles, mijnheer!"
Niet allen zijn ze even erg getroffen en
kelen, 't is onbegrijpelijk hoe het mogelijk is,
heelemaal niet.
In Graspeel zag ik een boer, van wiens
huis het dak was afgerukt, maar waar nog
een belangrijk deel van den oogst op den
zolder was blijven liggen, bezig dit deel op
karren te laden om het elders in veiligheid te
brengen. Ik keek er naar en de boer daar
boven op het hooi, mijn foto-toestel ziende,
riep mij toe: „Maar d'r maar een prentje
van, maar stuur d'r mij dan ook een, dan kan
ik het later nog eens bekijken, 't Is zeker
voor de krant, hè?
„Da's weer eens een goed zaakje voor die
krantenmenschen," riep een andere boer, die
toevallig voorbij kwam, zijn vriend daar bo
ven op het hooi toe, „ik zeg maar: „Geen
eenen bok zoo mager, of er braait vet uit.
Ik heb het nu alles zelf gezien enik
moet mij nog geweld aandoen om te gcloo-
ven, dat de wind een onzichtbaar iets -
dat gedaan heeft,
Hoe is het mogelijk, dat zware anderhalf-
steens muren van nieuwe, stevig gebouwde
huizen worden weggeblazen en tien meter
verderop een oud, vervallen huis ongeschon
den blijft?
Hoe is het mogelijk, dat een ijzeren raam,
dat met zware ijzeren staven verankerd is in
een muur van een halven meter dik,
wordt uitgerukt door een windstoot, die met
een nog een stuk van den dikken muur mee
neemt?
Dit laatste is gebeurd met een der ramen
in hel priesterkoor der kerk van de paters
Domiiiikanen te Langeboom.
Dat brengt me, en daarmee wil ik eindigen,
op die kerk en het daarbij behoorende kloos
ter.
'Door de vriendelijke welwillendheid van
den pastoor, die mij door het geheele ge
bouw rondleidde, ben ik ook in staat een
foto te geven van het interieur der kerk, die,
zooals de lezers van de N. H. Crt. reeds we
ten, buitengewoon zwaar heeft geleden. De
pastoor was met een der broeders toevallig
op zolder, toen hij de bui zag aankomen.
Meenende, dat het een zware regen- en don
derbui was, die uit de verte kwam opzetten,
riep hij den broeder toe een raam te sluiten,
maar nauwelijks was dit gedaan, of het raam
vloog weg. De wind smakte den broeder te
gen den muur en zond hem nog een zware
eikenhouten deur na, die hem in het gezicht
Jrof. Een donderend gekraak volgde en daar
ging de toren, die niet midden op het dak
stond, maar op zij daarvan, over het dak
heen, over het naastbijzijnde waschhuis van
het klooster heen en plofte met klokkestoel
en klok en al in den boomgaard (waarin
geen enkele boom is overeind gebleven) twin
tig meter verder neer.... zonder den spits;
waar die gebleven is weet men nog niet. Te
gelijkertijd stortte de kleinere toren van het
klooster omlaag en werden overal in het ge
bouw muren ingedrukt en ramen met kozij
nen en al uitgelicht en ver weggesmakt.
Het klooster is ernstig beschadigd; talrijk
zijn de cellen der paters die niet meer be
woonbaar zijn, zelfs niet voor een toch zoo
weinig eischenden pater.
Maar het ergst is de kerk er aan toe. De
toren weg, het zware gewelf gescheurd en
ontzet, en vol gaten en, wat misschien nog
wel het ergste is, de muren zoodanig ontzet,
dat ze zeer waarschijnlijk geheel zullen moe
ten worden afgebroken.
Aan een der kruisgewelven hangt nog altijd
de Godslamp. „Ik heb 500 gulden willen ge
ven, als ik die weg mocht halen," zei de pas
toor mij, „maar de architect verbood het mij,
ik mocht er niet eens naar wijzen, zei die."
Gevaarlijk was het daarbinnen dan ook
wel. Terwijl ik er mijn foto maakte, vielen
er telkens stukken steen naar beneden; de
muren schijnen nog voortdurend te wijken
en als dat doorgaat en het gaat door
dan moet het gewelf wel naar beneden ko
men.
„We zouden de kerk juist gaan opknap
pen," vertelde mij de pastoor, „ze zou wor
den gepolychromeerd en in het priesterkoor
zouden drie nieuwe gebrandschilderde ramen
komen. De oude zouden er uit genomen wor
den en daarvoor was men juist begonnen een
stelling op te zetten.... nu zijn er zeven
ramen uitgenomen.... zonder stelling."
Als een merkwaardig staaltje, hoe de
menschen door een zoo verschrikkelijk ge
beuren van streek kunnen raken, vertel ik
hier nog even wat de pastoor mij vertelde
van den werkman uit Nijmegen, die met het
opzetten der stelling bezig was. Zes personen
waren er tijdens de ramp in de kerk; paters,
broeders en de werkman. Daar kwam plot
seling het vreeselijke geweld van den voort-
stuivenden stormwind en met de kreet: „O,
God, mijn vrouw en kinderen," stormde de
man weg. Zoodra het noodweer voorbij was
ging men den man zoeken, maar hij was
nergens te vinden men waande hem dood.
Eerst den volgenden morgen vernam men,
dat hij de kerk was uitgehold dat was
even over zessen; de klokken waren op 8
minuten over zessen blijven stilstaan en als
radeloos was doorgeloopen naar zijn woning
in Nijmegen, waar hij 's-avonds om half elf,
dus vier-en-een-half uur later, aankwam.
Zijn patroon, die uit zijn verhalen niet kon
wijs worden, vertrok den volgenden morgen
aanstonds per auto naar Langeboom, om te
weten te komen, wat er eigenlijk was ge
beurd.
Wat er geleden is in die korte oogen-
blikken van het noodweer, wat een angst er
is uitgestaan, wie zal het kunnen beschrij
ven. Maar dat er zoo weinig menschenlevens
zijn verloren gegaan, is, voor die gezien heeft
wat hier gebeurd is, onbegrijpelijk 't is
werkelijk een wonder, waarvoor we dank
baar mogen zijn.
ARTHUR TERVOOREN.
Dat het in de bedoeling der Regeering lag
om werkkrachten en materialen ter beschik
king te stellen voor den wederopbouw van
Borculo was niet ander* denkbaar. Daarover
heeft de burgemeester van het verwoeste
stadje een onderhoud op het departement
van Binnenlandsche Zaken gehad. Er zal on
verwijld een aanvang met de werkzaamhe
den gemaakt worden Tot dit doel zal te Bor
culo een bouwbureau worden opgericht.
De burgemeester helt de rijksregeering in
Den Haag weten te overtuigen, dat het abso
luut noodzakelijk is dat vóór 1 November
voorloopig tenminste a!!e huizen eenigszins
bewoonbaar moeten zijn en dat voor de to
taal vernietigde huizen barakken moeten
worden opgesteld
Hij deelde de regeering mede, alleen voor
overmacht opzij te gaan, doch indien het
niet tot stand komen van het onmiddellijk
voorloopig herstel het gevolg zou zijn van te
weinig medewerking van de bevoegde auto
riteiten, hij de verantwoording niet verder
wilde drager
Naar de Tel verneemt, was het gemeente
bestuur van hel geteisterde stadje vol lof
over de medewerking van de regeering, om
dat die vooral heeft bijgedragen tot het ge
ruststellen der bevolking, die nu in het vol
ste vertrouwen de toekomst tegemoet gaat,
waardoor ook alles verder ordelijk kon ver-
loopen
Het gemeentebestuur zou het betreuren
wanneer volksafgevaardigden afzonderlijk
zouden optreden in hun functie, om overi
gens zeer gewaardeerde hulp te gaan verlce-
nen. Het gemeentebestuur is van oordeel, dat
waar de rijksregeering - oor alles zorgt, geen
aparte steun van volksvertegenwoordigers
gewenscht is.
De Commissaris der Koningin is ook in
Borculo aangekomen. Voorts is aangekomen
kolonel Van Oort, commandant van de Ma
réchaussees, die onmiddellijk in conferentie
ging met het gemeentebestuur over de ver
dere regeling van het verkeer en de orde.
De burgemeester hoopte dat alle inwoners
tegen November wee- in hun woning of
noodwoning zullen zijn ondergebracht.
Er is nog opgericht een rijksbureau van
herstel der electricittitsvoorzieningen in de
gemeenten Borculo, Eibergen, Neede Die-
penheim en Ruurlo, die te samen één
coöperatie vormen genaamd. ,De Berkel-
streek"
Als een bewijs van snel handelen, wees
de burgemeester nog hierop dat de heele
watervoorziening die bij de stormramp to
taal was verwoest, dank zij het optreden van
Ir Hugenholtz weer geheel is hersteld
Naar door den burgemeester werd mee
gedeeld, is de proviandeering van het stad
je weer in zoover normaal, dat aan giften
in natura voor het oogenblik minder be
hoefte is en dat alle krachten voortaan
^concentreer^ worden op het bij-
e-, oren gen van geldelijKen rceun. voorland, neett de commissaris hei gemachtigd.
dit laatste doel is het vormen van een
plaatselijk comité in iedere gemeente ten
zeerste gewenscht.
In verband met de orde en veiligheid in
Borculo, heeft de politie de volgende
maatregelen getroffen: voorloopig is het
verkeer zoodanig geregeld, dat Borculo
alleen bereikt kan worden uit de richting
Ruurlo en Haarle; alle overige toegangs
wegen zijn afgesloten. Borculo kan alleen
verlaten worden in de richting Barchem en
Lochem. Op de wegen op 2 K. M, afstand
van Borculo mogen geen auto's en andere
voertuigen halt houden. Overdag is de toe
gang tot de binnenstad verboden.
Het provinciaal centraal comité in Gel
derland doet een dringenden oproep ver
schijnen tot steun der getroffenen van de
orkaanramp.
„Bedenkt", wordt er in gezegd, „hoe
fortuinlijk gij Uwe have en goed voor de
ontzettende uitwerking van den cycloon
zijt gespaard en bepaalt in die stemming
de grootte van Uw gift voor de slacht
offers."
De oproep is onderteekenc door: mr. S.
Baron van Heemstra, Commissaris der
Koningin, voorzitter; H. P. J. Bloemers,
burgemeester van Rheden, oud-burgemees
ter van Borculo; A. Numans, kapitein-in
tendant te Arnhem; jhr. ir. R. A. L. de
Muralt, burgemeester van Borculo; mr. F.
W. R Wittewaal, burgemeester van Lo
chem; jhr. mr. P. A. G. de Milly van Hei
den Reinestein. burgemeester van Warns-
veld, oud-burgemeester van Borculo; H. J.
Mulders, wethouder waarnemend burge
meester van Zutfen; mr. A. F. Leeman, te
Arnhem, secretaris-penningmeester; G. J.
Rapvoo te Oosterbeek, waarnemend secre
taris-penningmeester. Postrekening 110847.
Over het 'bezoek, dat H. M. de Koning
in aan Borculo heeft gebracht^ meldt de
„Standaard" nog de volgende treffende
bijzonderheden: Beiden, Koningin en Prin
ses, waren zeer eenvoudig gekleed en kon
den te midden der talrijke menigte alleen
opgemerkt worden doordat zij van haar
gevolg en vooraanstaande stadgenooten
vergezeld waren, terwijl de marechaussee
ruim baan maakte.
Bij den rondgang liepen naast H. M. de
Koningin. de Commissaris der provincie
Gelderland, mr Baron van Heemstra en
de gemeente-architect der stad Borculo.
Aan beide zijden van den weg stonden
de inwoners, enkele met verbonden won
den; 'bijna allen ontblootten het hoofd als
de hooge gasten passeerden. Minzaam bo
gen dezen naar beide zijden en heel dik
wijls wendde H M. de Koningin zich tot
de gewonden om naar hun toestand te in-
formeeren. Zoo zagen wij haar belangstel
lend spreken met een jonge man, bakker
van beroep, die een ernstige kwetsuur aan
zijn rechterarm had opgeloopen, met de
moeder van een klein meisje, wier geheele
hoofd verbonden was en dat daarom door
een soldaat van het Roode Kruis in een
auto moest worden vervoerd. Een eindje
verder stond een klein arbeidershuisje
waar, als van de meeste huizen in die
buurt, het geheele dak was weggeslagen,
terwijl de deuren en kozijnen door de
kracht van den wind waren weggerukt.
Een oude vrouw verscheen, toen de grijze
linnen doek, welke voor de deuropening
hing, werd weggeschoven, en onder tra
nen vertelde zij haar wedervaren aan onze
Vorstin. Vooral het feit. dat haar eigen
huisje zoo verschrikkelijk geleden had,
greep haar sterk aan.
Troostend klonk toen de stem der lands
vrouwe: „Wees daarover maar gerust,
moedertje, dat wordt wel weer voor je
in orde gemaakt.
Daarna richtte de Koningin zich tot de
ouders van een kind, dat bij den storm is
omgekomen. De moeder vertelde haar
snikkende, hoe zich alles toegedragen
heeft.
Ook de vele genie-soldaten, die allerwe
gen met het opruimingswerk bezig zijn,
werden door H. M. toegesproken.
Vlak tegenover het zeer gehavende ho
tel „Stad Borculo onderhield H. M. zich
geruimen tijd met den Commissaris der
Voedselvoorziening, om zich daarna nog
te wenden tot een ernstig aan haar han
den gewonde vrouw.
In het Gemeentehuis werden aan de Ko
ningin en de Prinses verschillende perso
nen voorgesteld. Ook onderhield zich H. M.
hier met de echtgenoote en dochter van
een bejaarden man, die tijdens den cycloon
onder neerstortend puin gedood werd.
Op een half uur afstand van Borculo ligt
de Opvoedingsinrichting „St. Leo-Stichting
eene instelling van het Aartsbisdom. Zooals
we reeds meedeelden, is ook daar aanzien
lijke schade aangericht. Het dak van het
gesticht is vernield, terwijl de boerderij ge
heel en al tegen den grond ligt. In het prach
tige beukenbosch is de verwoesting ontzet
tend Het is in een wildernis herschapen.
Doch bij 't gesticht ligt een plas. Die is,
naar de Msb. meldt, het middelpunt gewor
den van fantastische onderzoekingstochten.
Men vertelde namelijk in het gesticht en
omgeving beslist gezien te hebben, dat tij
dens den storm 'n vliegtuig in de omgeving
van den plas was neergestort. Tóen men
nu een onderzoek instelde, in de omgeving
en niets vond, vatte de meening post, dat
het vliegtuig dan waarschijnlijk in het wa
ter was neergestort. Men geloofde dit zóó
stellig, dat nog een afdeeling van de genie
den plas heeft afgedregd. Men heeft niets
gevonden en heel het verhaal van het vlieg
tuig moet dan ooknaar 't rijk der fantasie
verwezen worden. Het kan zijn, dat men
afgerukte boomen, die in de lucht werden
geslingerd, hiervoor heeft aangezien. Het
geval, en hierom alleen vermelden wij het
curiositeitshalve, bewijst echter welk een
spookbeeld de natuur moet hebben opge
leverd. De angst en schrik hebben vele
personen voor een wijle geheel verdwaasd.
Men wist later niet eens meer, wat men
gedaan had en wat men zag.
Dc- toevloed van vreemdelingen is enorm,
groot Ieder die in Borculo aankomt, slaat
de handen in elkaar en verklaart, dat hij
ook na het lezen der verslagen in de kran
ten, zoo iets niet verwacht had.
Men staat eenvoudig paf. En de Gelder
sche menschen uit de omstreken, die op
boerenkarren den tocht naar Borculo heb
ben gemaakt, roepen uit: t is slim, t is
slim
Van officieele zijde wordt medegedeeld:
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noord-Brabant als voorzitter van
het provinciaal comité tot hulpverleening bij
rampen, heeft hedenochtend een onderhoud
gehad met het bestuur van het R. K. Huis
vestingscomité te 's-Hertogenbosch. Daar dit
comité beschikt over veel ervaring en uit
stekende betrekkingen heeft in geheel het
onmiddellijk een algemeene hulpbewcging
te organiseeren en geldinzamelingen te hou
den voor de getroffenen door de -amp te
Zeeland en Langenboom
Het Ned. R. K. Huisvestings-Comiié ver
zoekt om bij de giften welke het voor de
slachtoffers van de stormramp worden toe
gezonden, wanneer men de gift voor een be
paalde streek wil bestemmen, te vermelden:
„Voor den Achterhoek" of „Voor Noord-
Brabant."
Naar het R. K. Huisvestings-Comité be
richt heeft Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen,
Bisschop van Den Bosch aan genoemd Co
mité 300.geschonken voor de slacht
offers van de stormramp in deze provincie
Het Algemeene Kleeren-comité, samen
werkende met het hoofdbestuur van het
Roode Kruis, verzoekt dringend toezending
van boven- en onderkleeding, schoenen en
kousen voor alle leeftijden, ook lakens en
dekens, alles voor de door den cycloon
geteisterde plaatsen van ons land.
Het adres van het comité is. Prinsegracht
77 (Ons Huis) te 's-Gravenhage. De goede
ren worden daar gesorteerd en gepakt en
worden gezonden door bemiddeling van l et
Roode Kruis.
De Fransche gezant heeft een bezoek ge
bracht aan het Departement van Buiienland-
sche Zaken om aan de Nederlanlsche
Regeering de deelneming van do Fransche
Regeering te betuigen naar aanleiding van
de ramp die het Oosten van ons land neeft
getroffen.
De Hongaarsche zaakgelastigde en de
tijdelijke zaakgelastigden van Japan en
China betuigden hun sympathie aan het
Departement van Buitenlandsche Zaken.
Bij het bestuur van het Oranjeicruis is
telegrafisch door het Smeroe-fonds te
Batavia gevraagd of geldelijke steun uit
Indië gewenscht is met het oog op den
ramp, die het Oosten des lands getroffen
heeft.
Hierop is door den w.n. voorzitter, dr.
N. M. Josephus Jitta, geantwoord, dat ged
delijke steun zeer gewenscht is.
De Koningin heeft aan den commissaris
der Koningin in Noord-Brabant nadere
mededeehngen over den toestand in de
geteisterde streek gevraagd en aan den
burgemeester van Escharen, die aan H. M.
kennis gegeven had van de ramp, hare
deelneming betuigd.
De commissaris der Koningin heeft van
den secretaris van de Koningin Moeder
hef volgende telegram ontvangen:
H. M. de Koningin Moeder is ten zeer
ste getroffen door de groote verwoestin
gen die op zoovele plaatsen in Noord*
Brabant door den storm werden aange
richt en draagt mij op Hoogstderzelve diep
gevoeld leedwezen daarover uit fe spre
ken.
De gourverneur var. Vlaanderen, graai
de Kerckhove de Renterghem, heeft aar
onze' Regeering een telegram van deelne.
ming gezonden, terwijl de Belgische minis
ter van buitenlandsche zaken, de heer Van
dervelde, den heer Costermans, secretaris
generaal van zijn departement, heeft opge
dragen aan onzen gezanf te Brussel, jhr.
van Vredenburch, mededeeling te doen
van sympathie van de Belgische regeering.
De Pauselijke nuntius in Den Haag heeft
aan het R.-K. Huisvestings-comité een gift
van 1000 lire doen toekomen.
De burgemeester van Borculo beeft Don
derdagmiddag aan zijn gemeentenaren he-
volgende meegedeeld:
„De Burgemeester bericht aan de bevol
king, dat hij gisteren een langdurig onder
houd heeft gehad met de rijksregeering ir
Den Haag. Van die zijde is alle mogelijk)
medewerking toegezegd en deels reed'
verkregen.
De wederopbouw van de particuliere ge
bouwen en overheidsgebouwen zal onmid
dellijk ter hand worden genomen, waartoe
reeds een bouwbureau, samengesteld uil
rijksbouwingenieurs met het noodige per
soneel, is ingesteld; voor aanvoer van ma
terialen en werkkrachten wordt zorg ge
dragen.
Gerekend wordt op voldoende geldelijke
bijdragen van binnen- en buitenland om
een en ander te kunnen bekostigen.
De burgerij kan ten deze volkomen g»
rusf gesteld zijn."
Het Nat. Steuncomité tot leniging van
den nood in de geteisterde streken is door
den Min. van Binn. Zaken en Landbouw
tegen Maandagmiddag a.s. bijeengeroepen
Het ligt in de bedoeling in die bijeenkomsf
o.m. over te gaan tot de benoeming van
een dagelijksch bestuur.
Ter beantwoording van ingekomen vra
gen kan reeds thans worden meegedeeld,
dat de oprichting van plaatselijke en pro
vinciale comité's door hef Nationaal Co
mité ten zeerste gewaardeerd wordt, a
zal het, in het belang van eenjuiste er
billijke verdeeling der ingekomen gelden
gewenscht zijn deze later aan het Nat
Comité af te dragen.
Tot liet nationale steuncomité is nog
toegetreden mgr. C. C. Prinsen, voorzitter
van het R.-K. huisvestingcomité te 's Her-
Een dokter weigert assistentie.
Donderdagavond heeft in de gemeente
Hoevelaken (Geld.) een motorongeluk plaats
gehad.
De motorrijder K. uit Urecht, werd van
zijn motorfiets geslingerd, toen hij, uitwij
kende voor een paard, dat plotseling uit een
zijweg van den hoofdweg verscheen, uit alle
macht trachtte te remmen De motorfiets
kantelde, de vader van de motorrijder, de
politie-agent K. uit Utrecht, die op de duo
zat en de moeder, die een plaatsje in den
zijspan had, w*erden eveneens over dc
straat geslingerd. De motorrijder K. werd
vrij ernstig en de politie-agent K. licht
gekwetst.
Het duurde geruimen tijd eer eeH arts
ter plaatse was.
oggetuigen deelden ons mede, schrijft
V. D., dat dr. Morren uit Amersfoort ge
weigerd heeft assistentie te verleenen
omdat niet gegarandeerd kon worden, dat
de gemeent- Hoevelake** <1* kasten zon
drageik