I wSr De door de stormramp geteisterde streken. - u VAN ALLES EN VAN OVERAL. liipp NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Vrijdag 14 Augustus 1925 1 «WÉS De kerk der Witte- Paters te Langeboom, na de ramp. Rechts op den voorgrond de toren, die, over het naast de kerk staande gebouw heen. in den boomgaard geslingerd werd. Mill Interieur der Kerk te Langeboom, waar groote stuk ken uit het gewelf gevallen zijn en alle ramen inge- irukt, zoodat alles met puin overdekt is. Daar de uuren ontzet zijn, zullen deze zeer waarschijnlijk moeten worden afgebroken. Lenige der gaten in het kerkgewelf, waaraan het groote triomfkruis en de godslamp zijn blijven hangen. De regeering stelt werkkrachten en materialen ter beschikking. De proviandeering in Borculo weer normaal. De Koninklijke deelneming, Groote toe vloed van vreemdelingen. Ook hulp uit Indië. Veiligheidsmaatrege len in Borculo. Een oproep van het Geldersche comité. De Koningin brengt troost en opbeuring. Een geteisterd R. K. opvoedingsgesticht. De toestand van vreemdelingen. Een officieele opdracht aan het R. K. Huisves tingscomité. Giften Ned. R. K. Huis vestingscomité. Een gift van Mg*. Diepen. Alg. Kleeren-Comité. Betuigingen van dee neming. Hulp uit Indië. Belangstelling van Koningin-Moeder. Een telegram van den gouverneur van Vlaan deren. Een manifest aan de bevolking van Borculo Hef Nationaal Steun comité tegen Maandag bijeengeroepen. GEMENGD NIEUWS. Motor-ongeluk te Hoevelaken. 66. Borkulo Borkulo Borkulo! Neen, dat kan ik nou toch niet goed heb ben. Wat en waar en wanneer je leest van de ramp die ons land heeft getroffen, dan heb ben ze het over Borkulo en nog eens over Borkulo. Er worden uitvoeringen gegeven, waarvan de opbrengst bestemd is voor.... Borkulo. Er worden wagonladingen kleeren en voed sel gezonden naar.... Borkulo. Natuurlijk ben ik blij, dat de menschen zoo meevoelen met het ongeluk van anderen en ik weet ook wel, dat Borkulo ontzettend ge leden heeft onder de ramp, dat het verdient gesteund te worden. Maar niet Borkulo alléén. In Zeeland, Langeboom, Graspeel, Trent, Het Oventje en nog meer kleine Brabantsche plaatsjes, is de ellende niet minder groot dan «laar in Borkulo. 't Is waar, in Borkulo zijn het heele aan eengesloten straten die vernield zijn, en maakt dus de ruïne misschien grooter indruk op den beschouwer, dat kan ik me voorstel len. Maar hoe erg het ook is, erger dan daar in Brabant is het beslist niet. In Borkulo zijn huizen van hun daken be roofd, rijen huizen ingevallen, dat is erg, dat is héél erg, en nog eens, ik ben blij, dat er zoo flink geholpen woedt. Zooals het in Bor kulo is, zoo heb ik het gezien tijdens den oorlog, toen ik rondzwierf op het oorlogs terrein. Ik heb toen steden zien bombardec- ren, ik heb nog veel meer steden gezien, nadat ze gebombardeerd waren en die zagen cr uit, zooals nu Borkulo er uitziet. Maar daar in Noord-Brabant is het erger. Daar zijn huizen verdwenen, spoor loos verdwenen. Daar in het gehucht Het Oventje, zie je op sommige plaatsen een vier kant van metselwerk, gelijkmetden grond, zooals je dat ook ziet, wanneer er Daar in de Noord-Brabantsche dorpen heb ben de menschen niets meer, óók geen betrekking, die hen in het leven kan hou den en dat is erger. Ik heb er rondgedoold, heb er op de fiets (daar kan je overal mee doorkruipen, waar je met een auto niet komen kan) vijfenvijftig kilometer afgelegd en ik geloof niet, dat er daar in die buurt één verwoeste boederij is die ik niet heb gezien. Overal was het een troosteloozen aanblik. Och, het is zoo het gewone gezegde: De boomen waren afgeknapt als luciferhoutjes, maar heusch, beter zeggen kan ik het niet, en daarom gebruik ik ook dit afgezaagde beeld maar weer. En niet hier en daar een boom heele lanen; heel de boombeplanting langs verschillende wegen is verdwenen, ligt plat tegen den grond, daar de boomen stuk voor stuk met wortel en al uit den grond zijn ge rukt. En met zaag en bijl heeft men er stuk ken af genomen, om de wegen ten minste weer eenigermate begaanbaar te maken. Maar toch, als je niet danig goed in het za del zit, laat dan je fiets maar thuis, want over boomstronken hobbelen en door kuilen rijden, daar moet je en je fiets tegen kunnen, wil je er door komen. Op een andere plaats staan de boomen nog, dat wil zeggen, de stammen. De wortels had den blijkbaar zoo vast in den grond gegrepen, dat de orkaan ze niet los kon rukken. Maar, wat niet buigen wilde voor de woeste kracht van den reus, moest breken de stammen werden, onder de kruin, eenvoudig doorge broken en twintig, vijftig meter verder wer den de door den wind meegesleurde kruinen in het veld neergesmakt. Wat een geweldige kracht moet hier aan het werk zijn geweest, om in zóó klein tijdbestek, zóó groote ver nieling aan te richten! een huis gebouwd zal worden: het is de fun deering. Maar daar is het niet de fundee ring van een te bouwen huis, daar is het de fundeering waarop reeds een huis gestaan heeft en dat er nu door den wervelstorm af geblazen is, naar.... ja, waarheen kan ik niet zeggen, want de huizen zijn, om zoo te zeggen, niet meer terug te vinden. Er liggen, een heel eind verder, wel brokken muur en balken en planken, maar van welk huis die nu eigenlijk afkomstig zijn, is niet te zeggen. Best mogelijk, ja, zeer waarschijnlijk zelfs, liggen er hier en daar op één grooten hoop, brokstukken van twee, van drie huizen door zlkaar. Niet alle huizen daar in Noord-Brabant zijn het vrijwel allemaal boerderijen die vernield zijn zijn zoo totaal verdwenen na tuurlijk; er zijn er ook, en wel de meeste, die „maar alleen" zijn ingestort, net als in Borkulo. En toch is het hier erger. In al die boerderijen immers lag op de zol ders opgestapeld de vrucht van een heelen zomer werk: het hooi en het graan, waarvoor de boer had gezwoegd van den vroegen mor gen tot den laten avond en waarvan de op brengst hem nu door den winter moest heen helpen. En dat alles is nu weg en van wat er Weer .een ander beeld. De boomen staan nog alle, waarschijnlijk omdat ze nog klein zijn, konden buigen dus en den stormwind langs hun stammen en takken konden laten wegglijden. Maar hier zitten alle kruinen vol hooi en korenaren, weggewaaid van de zolders waar het was opgestapeld als voorraad voor den winter. Van welken zoldër? Ik weet het niet niemand weet het. De voorraad van den eenen boer hangt hier in de boomen, ligt verspreid op het veld tus- schen die van den anderen en nog een derden en een vierden boer. Wie zal daar ooit kunnen uitzoeken wat van hem fs en wat van zijn buurman? Een zware boerenkar, onderstboven in een greppel in Trent. Een boer staat er bij. Ik stap van de fiets, kijk naar de wagen. „Mijn kar, mijnheer, en daar ginds staat mijn huis." Ik kijk om. Vijftig, zestig meter achter me staat een dak op den grond het huis is er onder weggeslagen. „Maar man, hoe ben je daar levend uitge komen?" >ee«W^»ecd- r- si-ïd v .*1 .v - nog is overgebleven is veel door den later gevallen regen bedorven. In de stad zijn de menschen hun huizen kwijt en hun huisraad misschien ook dat is erg. Maar velen er hebben er nog hun be trekking, ze ontvangen aan t einde der week, op den laalsten der maand, hun salaris en kunnen tenminste brood koopen om te blij ven leven. „Ik was niet in huis mijnheer, ik was nog op het land. Toen ik de bui zag aankomen, zwart en geel door elkaar mijnheer, zoo dat het pikdonker werd wilde ik naar huis vluchten, maar onderweg hoorde ik het ach- er mij kraken en barsten en omkijkend zag ik een andere boerderij in elkaar storten. Da's niet veilig in huis, dacht ik ten minste ik denk dat ik dat gedacht heb, want ik weet het eigenlijk niet meer en ik ging achter een tas hooi zitten. Maar ik zat nog niet of ik was al weer opgesprongen en holde naar den greppel langs den weg, waar in ik me liet vallen. Net bijtijds, want met woest geweld bulderde een zwarte massa over me heen en toen ik eindelijk durfde op kijken, lag daar achter me mijn huis in puin en voor me, in den greppel aan den over kant van den weg m'n kar, die achter mijn huis gestaan heeft en over mijn hoofd heen- gevlogen moet zijn om daar te kunnen ko men zeker vijftig meter van de plek waar ze gestaan had. Zóó komt het, mijnheer, dat ik met onder het puin van mijn huis heb gelegen. Maar m'n angst is er niet minder groot om ge weest." „Da's alles wat we er onder uit hebben kunnen krijgen, mijnheer," zei een boer in Zeeland tegen mij en hij wees op een blank houten tafeltje, dat voor zijn ineengestorte boerderij stond en op een stuk of wat wollen en gewatteerde dekens, die op het beetje stroo dat nog op den zolder was blijven lig gen toen het dak er afsloeg, lagen te drogen. „Da's alles!" Zijn het geen verschrikkelijke woorden. Het zijn hier in den omtrek vrijwel alle maal arme boeren. Dat wil zeggen, met hard werken verdienen ze behoorlijk hun brood, maar daarbij blijtf het dan ook; veel over houden kunnen ze niet. En als ze een jaar te genspoed hebben met den oogst, dan nebben zé het een jaar wat armer, maar een volgend jaar halen ze dat gelukkig wel weer m. Maar een tegenspoed zooals nu.... „Da's alles, mijnheer!" Niet allen zijn ze even erg getroffen en kelen, 't is onbegrijpelijk hoe het mogelijk is, heelemaal niet. In Graspeel zag ik een boer, van wiens huis het dak was afgerukt, maar waar nog een belangrijk deel van den oogst op den zolder was blijven liggen, bezig dit deel op karren te laden om het elders in veiligheid te brengen. Ik keek er naar en de boer daar boven op het hooi, mijn foto-toestel ziende, riep mij toe: „Maar d'r maar een prentje van, maar stuur d'r mij dan ook een, dan kan ik het later nog eens bekijken, 't Is zeker voor de krant, hè? „Da's weer eens een goed zaakje voor die krantenmenschen," riep een andere boer, die toevallig voorbij kwam, zijn vriend daar bo ven op het hooi toe, „ik zeg maar: „Geen eenen bok zoo mager, of er braait vet uit. Ik heb het nu alles zelf gezien enik moet mij nog geweld aandoen om te gcloo- ven, dat de wind een onzichtbaar iets - dat gedaan heeft, Hoe is het mogelijk, dat zware anderhalf- steens muren van nieuwe, stevig gebouwde huizen worden weggeblazen en tien meter verderop een oud, vervallen huis ongeschon den blijft? Hoe is het mogelijk, dat een ijzeren raam, dat met zware ijzeren staven verankerd is in een muur van een halven meter dik, wordt uitgerukt door een windstoot, die met een nog een stuk van den dikken muur mee neemt? Dit laatste is gebeurd met een der ramen in hel priesterkoor der kerk van de paters Domiiiikanen te Langeboom. Dat brengt me, en daarmee wil ik eindigen, op die kerk en het daarbij behoorende kloos ter. 'Door de vriendelijke welwillendheid van den pastoor, die mij door het geheele ge bouw rondleidde, ben ik ook in staat een foto te geven van het interieur der kerk, die, zooals de lezers van de N. H. Crt. reeds we ten, buitengewoon zwaar heeft geleden. De pastoor was met een der broeders toevallig op zolder, toen hij de bui zag aankomen. Meenende, dat het een zware regen- en don derbui was, die uit de verte kwam opzetten, riep hij den broeder toe een raam te sluiten, maar nauwelijks was dit gedaan, of het raam vloog weg. De wind smakte den broeder te gen den muur en zond hem nog een zware eikenhouten deur na, die hem in het gezicht Jrof. Een donderend gekraak volgde en daar ging de toren, die niet midden op het dak stond, maar op zij daarvan, over het dak heen, over het naastbijzijnde waschhuis van het klooster heen en plofte met klokkestoel en klok en al in den boomgaard (waarin geen enkele boom is overeind gebleven) twin tig meter verder neer.... zonder den spits; waar die gebleven is weet men nog niet. Te gelijkertijd stortte de kleinere toren van het klooster omlaag en werden overal in het ge bouw muren ingedrukt en ramen met kozij nen en al uitgelicht en ver weggesmakt. Het klooster is ernstig beschadigd; talrijk zijn de cellen der paters die niet meer be woonbaar zijn, zelfs niet voor een toch zoo weinig eischenden pater. Maar het ergst is de kerk er aan toe. De toren weg, het zware gewelf gescheurd en ontzet, en vol gaten en, wat misschien nog wel het ergste is, de muren zoodanig ontzet, dat ze zeer waarschijnlijk geheel zullen moe ten worden afgebroken. Aan een der kruisgewelven hangt nog altijd de Godslamp. „Ik heb 500 gulden willen ge ven, als ik die weg mocht halen," zei de pas toor mij, „maar de architect verbood het mij, ik mocht er niet eens naar wijzen, zei die." Gevaarlijk was het daarbinnen dan ook wel. Terwijl ik er mijn foto maakte, vielen er telkens stukken steen naar beneden; de muren schijnen nog voortdurend te wijken en als dat doorgaat en het gaat door dan moet het gewelf wel naar beneden ko men. „We zouden de kerk juist gaan opknap pen," vertelde mij de pastoor, „ze zou wor den gepolychromeerd en in het priesterkoor zouden drie nieuwe gebrandschilderde ramen komen. De oude zouden er uit genomen wor den en daarvoor was men juist begonnen een stelling op te zetten.... nu zijn er zeven ramen uitgenomen.... zonder stelling." Als een merkwaardig staaltje, hoe de menschen door een zoo verschrikkelijk ge beuren van streek kunnen raken, vertel ik hier nog even wat de pastoor mij vertelde van den werkman uit Nijmegen, die met het opzetten der stelling bezig was. Zes personen waren er tijdens de ramp in de kerk; paters, broeders en de werkman. Daar kwam plot seling het vreeselijke geweld van den voort- stuivenden stormwind en met de kreet: „O, God, mijn vrouw en kinderen," stormde de man weg. Zoodra het noodweer voorbij was ging men den man zoeken, maar hij was nergens te vinden men waande hem dood. Eerst den volgenden morgen vernam men, dat hij de kerk was uitgehold dat was even over zessen; de klokken waren op 8 minuten over zessen blijven stilstaan en als radeloos was doorgeloopen naar zijn woning in Nijmegen, waar hij 's-avonds om half elf, dus vier-en-een-half uur later, aankwam. Zijn patroon, die uit zijn verhalen niet kon wijs worden, vertrok den volgenden morgen aanstonds per auto naar Langeboom, om te weten te komen, wat er eigenlijk was ge beurd. Wat er geleden is in die korte oogen- blikken van het noodweer, wat een angst er is uitgestaan, wie zal het kunnen beschrij ven. Maar dat er zoo weinig menschenlevens zijn verloren gegaan, is, voor die gezien heeft wat hier gebeurd is, onbegrijpelijk 't is werkelijk een wonder, waarvoor we dank baar mogen zijn. ARTHUR TERVOOREN. Dat het in de bedoeling der Regeering lag om werkkrachten en materialen ter beschik king te stellen voor den wederopbouw van Borculo was niet ander* denkbaar. Daarover heeft de burgemeester van het verwoeste stadje een onderhoud op het departement van Binnenlandsche Zaken gehad. Er zal on verwijld een aanvang met de werkzaamhe den gemaakt worden Tot dit doel zal te Bor culo een bouwbureau worden opgericht. De burgemeester helt de rijksregeering in Den Haag weten te overtuigen, dat het abso luut noodzakelijk is dat vóór 1 November voorloopig tenminste a!!e huizen eenigszins bewoonbaar moeten zijn en dat voor de to taal vernietigde huizen barakken moeten worden opgesteld Hij deelde de regeering mede, alleen voor overmacht opzij te gaan, doch indien het niet tot stand komen van het onmiddellijk voorloopig herstel het gevolg zou zijn van te weinig medewerking van de bevoegde auto riteiten, hij de verantwoording niet verder wilde drager Naar de Tel verneemt, was het gemeente bestuur van hel geteisterde stadje vol lof over de medewerking van de regeering, om dat die vooral heeft bijgedragen tot het ge ruststellen der bevolking, die nu in het vol ste vertrouwen de toekomst tegemoet gaat, waardoor ook alles verder ordelijk kon ver- loopen Het gemeentebestuur zou het betreuren wanneer volksafgevaardigden afzonderlijk zouden optreden in hun functie, om overi gens zeer gewaardeerde hulp te gaan verlce- nen. Het gemeentebestuur is van oordeel, dat waar de rijksregeering - oor alles zorgt, geen aparte steun van volksvertegenwoordigers gewenscht is. De Commissaris der Koningin is ook in Borculo aangekomen. Voorts is aangekomen kolonel Van Oort, commandant van de Ma réchaussees, die onmiddellijk in conferentie ging met het gemeentebestuur over de ver dere regeling van het verkeer en de orde. De burgemeester hoopte dat alle inwoners tegen November wee- in hun woning of noodwoning zullen zijn ondergebracht. Er is nog opgericht een rijksbureau van herstel der electricittitsvoorzieningen in de gemeenten Borculo, Eibergen, Neede Die- penheim en Ruurlo, die te samen één coöperatie vormen genaamd. ,De Berkel- streek" Als een bewijs van snel handelen, wees de burgemeester nog hierop dat de heele watervoorziening die bij de stormramp to taal was verwoest, dank zij het optreden van Ir Hugenholtz weer geheel is hersteld Naar door den burgemeester werd mee gedeeld, is de proviandeering van het stad je weer in zoover normaal, dat aan giften in natura voor het oogenblik minder be hoefte is en dat alle krachten voortaan ^concentreer^ worden op het bij- e-, oren gen van geldelijKen rceun. voorland, neett de commissaris hei gemachtigd. dit laatste doel is het vormen van een plaatselijk comité in iedere gemeente ten zeerste gewenscht. In verband met de orde en veiligheid in Borculo, heeft de politie de volgende maatregelen getroffen: voorloopig is het verkeer zoodanig geregeld, dat Borculo alleen bereikt kan worden uit de richting Ruurlo en Haarle; alle overige toegangs wegen zijn afgesloten. Borculo kan alleen verlaten worden in de richting Barchem en Lochem. Op de wegen op 2 K. M, afstand van Borculo mogen geen auto's en andere voertuigen halt houden. Overdag is de toe gang tot de binnenstad verboden. Het provinciaal centraal comité in Gel derland doet een dringenden oproep ver schijnen tot steun der getroffenen van de orkaanramp. „Bedenkt", wordt er in gezegd, „hoe fortuinlijk gij Uwe have en goed voor de ontzettende uitwerking van den cycloon zijt gespaard en bepaalt in die stemming de grootte van Uw gift voor de slacht offers." De oproep is onderteekenc door: mr. S. Baron van Heemstra, Commissaris der Koningin, voorzitter; H. P. J. Bloemers, burgemeester van Rheden, oud-burgemees ter van Borculo; A. Numans, kapitein-in tendant te Arnhem; jhr. ir. R. A. L. de Muralt, burgemeester van Borculo; mr. F. W. R Wittewaal, burgemeester van Lo chem; jhr. mr. P. A. G. de Milly van Hei den Reinestein. burgemeester van Warns- veld, oud-burgemeester van Borculo; H. J. Mulders, wethouder waarnemend burge meester van Zutfen; mr. A. F. Leeman, te Arnhem, secretaris-penningmeester; G. J. Rapvoo te Oosterbeek, waarnemend secre taris-penningmeester. Postrekening 110847. Over het 'bezoek, dat H. M. de Koning in aan Borculo heeft gebracht^ meldt de „Standaard" nog de volgende treffende bijzonderheden: Beiden, Koningin en Prin ses, waren zeer eenvoudig gekleed en kon den te midden der talrijke menigte alleen opgemerkt worden doordat zij van haar gevolg en vooraanstaande stadgenooten vergezeld waren, terwijl de marechaussee ruim baan maakte. Bij den rondgang liepen naast H. M. de Koningin. de Commissaris der provincie Gelderland, mr Baron van Heemstra en de gemeente-architect der stad Borculo. Aan beide zijden van den weg stonden de inwoners, enkele met verbonden won den; 'bijna allen ontblootten het hoofd als de hooge gasten passeerden. Minzaam bo gen dezen naar beide zijden en heel dik wijls wendde H M. de Koningin zich tot de gewonden om naar hun toestand te in- formeeren. Zoo zagen wij haar belangstel lend spreken met een jonge man, bakker van beroep, die een ernstige kwetsuur aan zijn rechterarm had opgeloopen, met de moeder van een klein meisje, wier geheele hoofd verbonden was en dat daarom door een soldaat van het Roode Kruis in een auto moest worden vervoerd. Een eindje verder stond een klein arbeidershuisje waar, als van de meeste huizen in die buurt, het geheele dak was weggeslagen, terwijl de deuren en kozijnen door de kracht van den wind waren weggerukt. Een oude vrouw verscheen, toen de grijze linnen doek, welke voor de deuropening hing, werd weggeschoven, en onder tra nen vertelde zij haar wedervaren aan onze Vorstin. Vooral het feit. dat haar eigen huisje zoo verschrikkelijk geleden had, greep haar sterk aan. Troostend klonk toen de stem der lands vrouwe: „Wees daarover maar gerust, moedertje, dat wordt wel weer voor je in orde gemaakt. Daarna richtte de Koningin zich tot de ouders van een kind, dat bij den storm is omgekomen. De moeder vertelde haar snikkende, hoe zich alles toegedragen heeft. Ook de vele genie-soldaten, die allerwe gen met het opruimingswerk bezig zijn, werden door H. M. toegesproken. Vlak tegenover het zeer gehavende ho tel „Stad Borculo onderhield H. M. zich geruimen tijd met den Commissaris der Voedselvoorziening, om zich daarna nog te wenden tot een ernstig aan haar han den gewonde vrouw. In het Gemeentehuis werden aan de Ko ningin en de Prinses verschillende perso nen voorgesteld. Ook onderhield zich H. M. hier met de echtgenoote en dochter van een bejaarden man, die tijdens den cycloon onder neerstortend puin gedood werd. Op een half uur afstand van Borculo ligt de Opvoedingsinrichting „St. Leo-Stichting eene instelling van het Aartsbisdom. Zooals we reeds meedeelden, is ook daar aanzien lijke schade aangericht. Het dak van het gesticht is vernield, terwijl de boerderij ge heel en al tegen den grond ligt. In het prach tige beukenbosch is de verwoesting ontzet tend Het is in een wildernis herschapen. Doch bij 't gesticht ligt een plas. Die is, naar de Msb. meldt, het middelpunt gewor den van fantastische onderzoekingstochten. Men vertelde namelijk in het gesticht en omgeving beslist gezien te hebben, dat tij dens den storm 'n vliegtuig in de omgeving van den plas was neergestort. Tóen men nu een onderzoek instelde, in de omgeving en niets vond, vatte de meening post, dat het vliegtuig dan waarschijnlijk in het wa ter was neergestort. Men geloofde dit zóó stellig, dat nog een afdeeling van de genie den plas heeft afgedregd. Men heeft niets gevonden en heel het verhaal van het vlieg tuig moet dan ooknaar 't rijk der fantasie verwezen worden. Het kan zijn, dat men afgerukte boomen, die in de lucht werden geslingerd, hiervoor heeft aangezien. Het geval, en hierom alleen vermelden wij het curiositeitshalve, bewijst echter welk een spookbeeld de natuur moet hebben opge leverd. De angst en schrik hebben vele personen voor een wijle geheel verdwaasd. Men wist later niet eens meer, wat men gedaan had en wat men zag. Dc- toevloed van vreemdelingen is enorm, groot Ieder die in Borculo aankomt, slaat de handen in elkaar en verklaart, dat hij ook na het lezen der verslagen in de kran ten, zoo iets niet verwacht had. Men staat eenvoudig paf. En de Gelder sche menschen uit de omstreken, die op boerenkarren den tocht naar Borculo heb ben gemaakt, roepen uit: t is slim, t is slim Van officieele zijde wordt medegedeeld: De Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Brabant als voorzitter van het provinciaal comité tot hulpverleening bij rampen, heeft hedenochtend een onderhoud gehad met het bestuur van het R. K. Huis vestingscomité te 's-Hertogenbosch. Daar dit comité beschikt over veel ervaring en uit stekende betrekkingen heeft in geheel het onmiddellijk een algemeene hulpbewcging te organiseeren en geldinzamelingen te hou den voor de getroffenen door de -amp te Zeeland en Langenboom Het Ned. R. K. Huisvestings-Comiié ver zoekt om bij de giften welke het voor de slachtoffers van de stormramp worden toe gezonden, wanneer men de gift voor een be paalde streek wil bestemmen, te vermelden: „Voor den Achterhoek" of „Voor Noord- Brabant." Naar het R. K. Huisvestings-Comité be richt heeft Z. D. H. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van Den Bosch aan genoemd Co mité 300.geschonken voor de slacht offers van de stormramp in deze provincie Het Algemeene Kleeren-comité, samen werkende met het hoofdbestuur van het Roode Kruis, verzoekt dringend toezending van boven- en onderkleeding, schoenen en kousen voor alle leeftijden, ook lakens en dekens, alles voor de door den cycloon geteisterde plaatsen van ons land. Het adres van het comité is. Prinsegracht 77 (Ons Huis) te 's-Gravenhage. De goede ren worden daar gesorteerd en gepakt en worden gezonden door bemiddeling van l et Roode Kruis. De Fransche gezant heeft een bezoek ge bracht aan het Departement van Buiienland- sche Zaken om aan de Nederlanlsche Regeering de deelneming van do Fransche Regeering te betuigen naar aanleiding van de ramp die het Oosten van ons land neeft getroffen. De Hongaarsche zaakgelastigde en de tijdelijke zaakgelastigden van Japan en China betuigden hun sympathie aan het Departement van Buitenlandsche Zaken. Bij het bestuur van het Oranjeicruis is telegrafisch door het Smeroe-fonds te Batavia gevraagd of geldelijke steun uit Indië gewenscht is met het oog op den ramp, die het Oosten des lands getroffen heeft. Hierop is door den w.n. voorzitter, dr. N. M. Josephus Jitta, geantwoord, dat ged delijke steun zeer gewenscht is. De Koningin heeft aan den commissaris der Koningin in Noord-Brabant nadere mededeehngen over den toestand in de geteisterde streek gevraagd en aan den burgemeester van Escharen, die aan H. M. kennis gegeven had van de ramp, hare deelneming betuigd. De commissaris der Koningin heeft van den secretaris van de Koningin Moeder hef volgende telegram ontvangen: H. M. de Koningin Moeder is ten zeer ste getroffen door de groote verwoestin gen die op zoovele plaatsen in Noord* Brabant door den storm werden aange richt en draagt mij op Hoogstderzelve diep gevoeld leedwezen daarover uit fe spre ken. De gourverneur var. Vlaanderen, graai de Kerckhove de Renterghem, heeft aar onze' Regeering een telegram van deelne. ming gezonden, terwijl de Belgische minis ter van buitenlandsche zaken, de heer Van dervelde, den heer Costermans, secretaris generaal van zijn departement, heeft opge dragen aan onzen gezanf te Brussel, jhr. van Vredenburch, mededeeling te doen van sympathie van de Belgische regeering. De Pauselijke nuntius in Den Haag heeft aan het R.-K. Huisvestings-comité een gift van 1000 lire doen toekomen. De burgemeester van Borculo beeft Don derdagmiddag aan zijn gemeentenaren he- volgende meegedeeld: „De Burgemeester bericht aan de bevol king, dat hij gisteren een langdurig onder houd heeft gehad met de rijksregeering ir Den Haag. Van die zijde is alle mogelijk) medewerking toegezegd en deels reed' verkregen. De wederopbouw van de particuliere ge bouwen en overheidsgebouwen zal onmid dellijk ter hand worden genomen, waartoe reeds een bouwbureau, samengesteld uil rijksbouwingenieurs met het noodige per soneel, is ingesteld; voor aanvoer van ma terialen en werkkrachten wordt zorg ge dragen. Gerekend wordt op voldoende geldelijke bijdragen van binnen- en buitenland om een en ander te kunnen bekostigen. De burgerij kan ten deze volkomen g» rusf gesteld zijn." Het Nat. Steuncomité tot leniging van den nood in de geteisterde streken is door den Min. van Binn. Zaken en Landbouw tegen Maandagmiddag a.s. bijeengeroepen Het ligt in de bedoeling in die bijeenkomsf o.m. over te gaan tot de benoeming van een dagelijksch bestuur. Ter beantwoording van ingekomen vra gen kan reeds thans worden meegedeeld, dat de oprichting van plaatselijke en pro vinciale comité's door hef Nationaal Co mité ten zeerste gewaardeerd wordt, a zal het, in het belang van eenjuiste er billijke verdeeling der ingekomen gelden gewenscht zijn deze later aan het Nat Comité af te dragen. Tot liet nationale steuncomité is nog toegetreden mgr. C. C. Prinsen, voorzitter van het R.-K. huisvestingcomité te 's Her- Een dokter weigert assistentie. Donderdagavond heeft in de gemeente Hoevelaken (Geld.) een motorongeluk plaats gehad. De motorrijder K. uit Urecht, werd van zijn motorfiets geslingerd, toen hij, uitwij kende voor een paard, dat plotseling uit een zijweg van den hoofdweg verscheen, uit alle macht trachtte te remmen De motorfiets kantelde, de vader van de motorrijder, de politie-agent K. uit Utrecht, die op de duo zat en de moeder, die een plaatsje in den zijspan had, w*erden eveneens over dc straat geslingerd. De motorrijder K. werd vrij ernstig en de politie-agent K. licht gekwetst. Het duurde geruimen tijd eer eeH arts ter plaatse was. oggetuigen deelden ons mede, schrijft V. D., dat dr. Morren uit Amersfoort ge weigerd heeft assistentie te verleenen omdat niet gegarandeerd kon worden, dat de gemeent- Hoevelake** <1* kasten zon drageik

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5