'EUGD A U Lastposten. De kracht van kleine Dieren. De stalen kist met zeven banden en zeven sloten. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde blad. Vrijdag 14 Augustus 1925 HET JAARVERSLAG VAN DEN R. K. NED. BOEREN- EN TUINDERSBOND OVER 1924. ORDE EN ARBEID Het Metaalconflict te Rotterdam. BINNENLANDSCH NIEUWS. Bezuiniging aan „Financiën"» LANDB. EN VISSCHERIJ Na de iepen- de kerseboomen? HET DROOMENVLINDERTJE lüi Wmm ZIm »rT - tar^Vri Wanneer wij "de vorige maal eindigden tnet er op te wijzen, dat de R.K. Nederl. Boeren- en Tuindersbond bij de Regeering ernstig heeft aangedrongen om toch niet over te gaan tot de intrekking der Rijkssubsidie ten behoeve der paardenfokkerij, dan werd dat niet voor niets gedaan. Immers door ge dwongen selectie van goed fokmateriaal, door aanmoedigingen en het verstrekken van subsidiën en premiën was onze vaderland- sche paardenfokkerij tot een vergevorderden staat van ontwikkeling gekomen, wat niet onbelangrijke voordeelen afwierp zoowel voor de landbouwende bevolking als voor de algemeene welvaart. Werd nu de rijks subsidie ingehouden dan zou het reeds be reikte bezwaarlijk op het thans behaalde peil gehouden kunnen worden en met het gevolg, dat vooral ten aanzien van het man nelijk fokmateriaal onze onafhankelijkheid van het buitenland, welke ten koste van zoo veel offers en zooveel moeite en zorg was ver kregen gevaar zou loopen te verdwijnen en ons land voor dit materiaalweer evenals voorheen zou zijn aangewezen op het bui tenland. Toen op 15 October de Vereeniging van Nederl. Zaadhandelaren aan den Minister van L. N. en H. een request had gezonden, waarin op verschillende gronden werd aan gedrongen op herziening van de Wet tot bestrijding van bedrog in den handel in mest stoffen, zaaizaden en veevoeder heeft de R.K. Ned. B. en T. bond onmiddellijk nadat ook hij dit request om advies had ontvangen het in handen gejfeven van zijn Tuinbouw- commissie, die na besprekingen op 4 De cember met vertegenwoordigers van de Ver eeniging van Nederl. Zaadhandelaren het Bestuur mededeelde, dat het gewenscht was tot de Regeering het verzoek te richten om de Wet aan een grondige herziening te onder werpen. Want 'ofschoon deze Commissie zich niet kon vereenigen met het verzoek der Vereeniging van Nederl. Zaadhandelaren om de Wet in haar geheel in te trekken, erkende zij toch, dat er in de Wet deels onbillijke deels onuitvoerbare bepalingen voorkomen. Ech ter werd verlangd, dat de Regeering met be langhebbende organisaties in overleg zou treden. Vervolgens heef de R. K. Nederl. B. en T. bond zich ook tot de Regeering gewend toen, in verband met het besluit der Regee ring om den Veeartsenijkundigen dienst samen te smelten met de Vleeschkeurings- dienst het ook noodig bleek wijziging te brengen in de districtsindeeling van den Veeartsenijkundigen dienst. Het gevolg toch dezer wijziging zou zijn, dat ook de inspectie te Alkmaar werd opgeheven, wat zeer zou te betreuren zijn in verband met de in Noord- Holland in gang zijnde bestrijding van vee ziekten, voor welke bestrijding de mede werking van den te Alkmaar gevestigden inspecteur vrijwel onontbeerlijk was. Aan gedrongen werd dan ook, dat deze inspecteur zou behouden blijven. Wel jammer was het, dat de Minister moest antwoorden, dat de bezuiniging niet toeliet dezen inspecteur te handhaven, maar in ieder geval heeft het werk van den Bond ten deze toch het resul taat gehad, dat de Minister verzekerde, dat hij den Inspecteur, aan wien de leiding van het district Noord-Holland zou worden toe vertrouwd zou opdragen zijn bijzondere aandacht te schenken aan de bestrijding van de tuberculose onder het rundvee, zooals deze in het Noorden dezer provincie door den voormaligen inspecteur was ter hand geno men. Het ontwerp „Melkbesluit" dat steeds nog al als „vertrouwelijk" aan de organisaties werd rondgezonden en dat van meet af aan veel te hooge eischen stelde, kon na ettelijke conferenties eindelijk worden geaccepteerd, omdat met verschillende en de voornaam ste wenschen van den R. K. Nederl. B. en T. bond was rekening gehouden. Zoo o.m. bij de bepalingen betreffende de eischen, waaraan het bedrijf van den melkveehouder moet voldoen, betreffendefde mogelijkheid van voorschriften voor verbeterde melk- winning, etc. Naar aanleiding van de vele ongelukken, die er vooral ten platten lande veroorzaakt I werden (en nog woraenj aoor ae opnettm6 van tal van afsluitingen van overwegen der Spoorwegen, heeft de R. K. Nederl. B. en T. bond zich met een schrijven gericht tot den Minister van Waterstaat, waarbij o.m. gevraagd werd, dat ten deze toch vooral zou worden in acht genomen, dat opheffing van bewaking of afsluiting inderdaad nimmer zal geschieden, wanneer niet van den kruisenden weg naar weerskanten een ruim overzicht over den spporweg bestaat, dat ter plaatse van de overwegen des nachts een zeer be hoorlijke verlichting wordt aangebracht en dat vooral bij mist bijzondere voorzorgs maatregelen worden voorgeschreven. Al hoewel de Minister hierop heeft medegedeeld, dat hij met die desiderata zooveel mogelijk rekening zou houden, hopen wij, dat de activiteit ook van onzen bond in deze on verzwakt zal blijven voortbestaan en dat ten spoedigste niet alleen ten gerieve der dorps bewoners de afsluitboomen overal weer wor den aangebracht. De vreeselijke gevolgen dezer bezuiniging zijn werkelijk te hevig, dan dat een menschenleven verder nog zou mogen worden opgeofferd aan een paar af sluitboomen. Wanneer wij nu nog mededeelen, dat de R. K. Nederl. B. en T. bond |zooals uit dit jaarverslag blijkt ook haar volle aandacht gewijd heeft aan en waar'noodig ook haar algeheele medewerking verleend heeft in de volgende kwesties Wijziging Paarden- wet 1918 Rijksmerk voor honing Landarbeidswet Berperking mollenvangst Ruilverkavelingswet Bedrijfsuitkom- sten van den Landbouw Handelsverdrag met Spanje en Amerika Vleeschkeurings- wet Warenwet Ontwerp Tariefwet etc. etc. dan meenen wij, zij het dan ook heel in *t kort te hebben aangetoond, wat de organisatie voor haar leden in het afgeloopen jaar gedaan heeft. Toch met een enkel woord mag ook nog wel gewezen op het succes, dat de Bond behaalde toen in een onzalig bezuinigingsmoment de Regeering besloot den vertegenwoordiger van Nederland in het Permanent Comité van het Internationaal Landbouw-Instituut te Rome den heer Dr. J. van Rijn, gedelegeerd voor Nederland op wachtgeld te stellen. Toen het bleek, dat deze functie wel zou kunnen behouden blijven, wanneer de gelden hiervoor benoodigd wer den gevonden door bestaande posten op de Landbouwbegrooting met een evenredig bedrag te verminderen, toen heeft ook onze organisatie zich onmiddellijk tot de Regee ring gewend met de mededeeling, dat van de zijde dej landbouworganisaties er zeer zeker prijs op zou worden gesteld als de ver egen woordiger in het Permanent Comité zou gehandhaafd blijven, maar dat het een voudig ondoenlijk was op de Landbouw begrooting, die al zoo zuinig mogelijk was samengesteld nog posten aan te wijzen, die voor een vermindering in aanmerking kon den komen. En nu mag zeer zeker met vol doening worden geconstateerd, dat de Mi nister kans Heeft gezien om bij Nota van Wij ziging een post uit te trekken, waaruit de kosten bestreden kónden worden om Dr. van Rijn in zijn functie te handhaven. Het zij ons toegestaan in een volgend (slot) artikel nog te wijzen op eenige andere in teressante punten uit dit verslag. H. J. GANZEBOOM. EEN BRIEF VAN DEN METAALBOND AAN DE ORGANISATIES. De Metaalbond heeft aan de samenwer kende vakorganisaties in de Metaalnijver heid en wel aan den Alg. Ned. Metaalbe- werkersbond, Ned. R.K. Mefaalbewerkers- bond, Chr Metaalbewerkersbond in Ne derland en Ned Neutralen Bond van Me taalbewerkers en arb. in aanverw. vakken een schrijven gericht. Dit schrijven luidt aldus: „De kwesti" van het conflict te Rotter dam is, op verzoek van het Dagelijksch Be stuur, in alle Afdeelingen van den Metaal- bond uitvoerig besproken, nadat het Dage lijksch Bestuur de Afdeelingen en ver spreide leden nauwkeurig van den loop der gebeurtenissen en van den stand van het conflict op de hoogte had gebracht. Hierna is de aangelegenheid opnieuw behandeld door de afgevaardigden der Af deelingen en der verspreide leden, dhartoe met het Dagelijksch Bestuur in een verga dering van het Algemeen Bestuur ver- eenigd. Hetgeen het Dagelijksch Bestuur had medegedeeld, was in hef kort dit: de Vak- vereenigingen hebben, als voorwaarde voor hare medewerking aan de oplossing van het conflict, aan den Metaalbond een principieelen eiscb gesteld, van zoodanige strekking, dat de beslissingen van de Re- geering in zake algemeene overwerkver- gunningen niet doorslaggevend zouden zijn. De Metaalbond verklaarde met alge meene stemmen, dat, indien dit de bedoe ling der Vakvereenigingen mocht zijn, zulks een hervatting van de pogingen ter beëindiging'van het conflict v.oor den Me taalbond onmogelijk zou maken, aangezien de Metaalbond zich op het standpunt sfelt, dat de Vakvereenigingen zich niet mogen verzetten tegen het uitvoeren van alge meene overwerkvergunningen, langs volko men weftelijken weg verkregen De gedachtengang van den Metaalbond is als volgt. Indien de werkgever een algemeene overwerkvergunning voot zijn bedrijf noo dig acht, is hij gehouden, deze aan de Re geering door bemiddeling van de daartoe aangewezen ambtenaren aan te vragen, en heeft hij de gelegenheid, de noodzake lijkheid van deze overwerkvergunning met mondelinge en schriftelijke argumenten te bepleiten. De Vakvereenigingen hebben, indien zij de overwerkvergunning ongewenscht achten blijkens de ervaring, harerzijds de gelegen heid, haar zienswijze en tegenargumenten mondeling of schriftelijk voor den betrok ken regeeringsambtenaar te brengen. De beslissing in zake het al of niet ver- leenen der vergunning berusf dan bij de Regeering. Valt deze beslissing in hoogste instantie voor den werkgever ongunstig uit, dan is deze verplicht en genoodzaakt, daarin te berusten Valt deze beslissing echter ten gunste van den werkgever doch tegen de wenschen van de Vakvereenigingen uit, dan zijn deze laatste evenzeer gehouden, in déze beslissing te beiusten, hoe zwaar haar dit ook moge vallen. De Metaalbond acht het ontoelaatbaar, dat de Vakvereenigingen tegen een derge lijke beslissing in verzet komen door bij den betreffenden werkgever actie te voe ren, op deze wijze een macht willende vormen, die boven de Regeering staat; hij zal met alle middelen, die hem. Metaal bond, ten dienste staan. een dergelijke machtsontwikkeling tegengaan. Gezien de buitengewoon ernstige gevol gen, die er uit kunnen voortvloeien, in dien de Vakvereenigingen het bovenbe doelde standpunt zouden handhaven, ver zoeken wij u, een duidelijke schriftelijke verklaring indeze principieele kwestie te willen geven De Metaalbond verklaart zich ten slott* bereid om, indien uit het antwoord der organisaties blijkt, dat op dit punt over eenstemming tusschen den Aletaalbond en de vier organisaties ten spoedigste met de organisaties in overleg te tre den, ten einde te trachten, het conflict in Rotterdam tot een voor beide partijen aannemelijke oplossing te brengen. Het antwoord op dit schrijven wordt spoedig liefst binnen 8 dagen, verwacht. Naar de „N R. Crt." verneemt zijn voot de éetrekking van hoofddirecteur der de- gistratie en domeinen aan het departement van financiën op de begrooting voor 1926 geen gelden uitgetrokken. Men schrijft aan ,,De Tijd Het is bekend, dat hier te lande duizend^ tallen iepenboomen aan de zg. „iepenziekte zijn ten gronde gegaan. Nog voortdurend moeten massa's dezer boomen vroegtijdig worden gerooid, ten doode gedoemd als zij zijn door deze verraderlijke boomenkwaal. Naar thans uit Mierlo (N.-Br.) wordt gemeld, doen zich soortgelijke verschijnselen voor in de kersenboomgaarden onder die gemeente. Boomen van 8 a 10 jaar, in fleurigen opbloei, worden van bovenaf door een dorheid aan getast, welk verschijnsel zich in beneden- waartsche richting op de boomen voortzet. Wij meenen goed te doen, hierop speciaa. de aandacht te vestigen, opdat bevoegde autoriteiten er niet onkundig van blijven. Want véél meer dan de iepenziekte, zou een dergelijke kersenboomiekte voor talrijke streken des lands een ernstige ramp betee- kenen. ^ooi^Onze. De regen is 'n lastig heer,. Hij smijt met kouwe knikkers Hij mikt ze liefst maar in je hals, Of even laf als vuil en valsch Pets- op je neus en blikkers JoehadeliJoehadeli 1 Ik fluit 'm wat uit, En 't deert me nie De wind is ook 'n bolleboos In 't treiteren en tempteeren. Hij rukt jehoed af, woelt je haar Met schei en alles door mekaar, Spaart dametjes noch heeren JoehadeliJoehadeli 1 Ik fluit 'm wat uit, En 't deert me hie De zon zoo deftig als die is, Is idem 'n eerste plager. Hij braait je uit, hij stooft je lam, Hij bakt ie bruin met z'n gevlam dellijn aan den voet van 100 meter Nog een sterker voorbeeld. Verbeeldt je, dat een oorworm zijn kracht eens geven kon aan 'n kunstenmaker in een circus Op het plaatje (I) kun je zien welken toer hij uit zou kunnen halen Met het meeste gemakdraagt een oorworm een gewicht 14 maal zwaarder dan hij zelf is. Dit is natuurlijk heel gemakke lijk na te gaan als men oplet wat een oor worm (II) versjouwt als dat gewogen wordt en de kleine athleet wordt ook gewogen, dan is de berekening makkelijk te maken. Als men dus iemand een compliment over zijn kracht wil maken, is 't veel beter om in plaats En poft je mal en mager JoehadeliJoehadeli I Ik fluit 'm wat uit En 't deert me nie De kou, da's nog zoo'n galgenaas, Heel niet om mee te mallen Hij maakt 'n druipsteen van je fok Hangt witte kegeis aan je lok En aan je snor kristallen JoehadeliJoehadeli Ik fluit 'm wat uit, En 't deert me nie Maar weet je wat zoo tusschénbei Je ergste plaag kan wezen Je eigen wil, die niet en wil, Je eigen harte dat niet stil Kan zijn en zonder vreezen. JoehadeliJoehadeli Ik fluit ze wat uit. Maar.'t helpt soms nie Als de mensch, die zich zelf zoo ver boven ie dieren verheven vindt, eens plotseling al ae eigenschappen van de dieren, en nog wel van-de «peest verachte, bezat, dan zou hij een voudig de grootste wonderen kunnen ver richten, en van die wonderen wil ik jullie hier eens een en ander vertellen. in nog geen twee jaar dien tunnel graven Je gelooft 't niet Dan zal ik 't je bewijzen. Een mol, die 15 centimetrs ongeveer lang is, maakt per dag een gat van 6 meters lengte, dat is dus 40 maal zijn eigen lengte een mensch van l.M. 80 zou dus een gat van 73 meter op een dag kunnen maken. Men kan natuurlijk pret Jp hebt waarschijnlijk al wel gehoord, dat cies berekenen, hoeveel aarde hij daarbij heef er over gedacht wordt een on- derzeeschetunnel te maken tus schen Engeland Vijf a zes jaar zijn millioenen menschen bezig zeweest om den Sint Gothard en den Simplon te doorboren, je begrijpt, dat aan dien tunnel van 16 kilometers nog heel wat langer gewerkt zou moeten worden. Welnu, als een man de kracht had van een mol (naar evenredigheid natuurlijk) dan zou hij alleen uitgegraven en men kan ook pre cirs berekenen hoeveel grond uitgevragen zou moeten worden voor dien onderzeeschen tunnel. Welnu, wie nu maar een deelsom kan maken, die is er De man, die in twee jaar dat werk deed, zou 144,372 kubieke meters aarde ver plaatst hebben, dat zou ongeveer wezen een kegelvormige berg van de hoogte van den Mont- Blanc (4,810 meter) met een mid- vau „je Dein zoo sterk als een ïeeuw te zeg gen „je bent zoo sterk als een oorworm" een leeuw zou het heelemaal afleggen tegen een oorworm Wonderlijk om te denken, Eh Waar zit die formidabele kracht in dat kleine lichaam En dan nog een veel kleiner insect de vloo. Als een mensch de springkracht van een vloo had, dan sprong hij met 't grootste ge mak over huizen en kerken, zelfs de Eiffel- toren zou hem niet afschrikken En wat die kleine rakkert trekken kan? 1 493 maal zijn eigen gewicht. Als een olifant kon wat een vloo kan, dan trok hij zoo ongeveer al de in woners van Amiëns voort. Dat zijn er zoo wat 85.000, een gewicht van circa 5.972.000 kilo Als ie nu eens ziet te weten te komen, hoe zwaar ongeveer een wagon van een trein is, dan moet je zelf eens uitrekenen van welke stad al de inwoners door één olifant, met vlooien kracht toegerust, in een trein konden worden voortgetrokken. Een klein wagentje met 40 lucifers er op kan een sprinkhaan met gemak voorttrekken en als je nu deze twee plaatjes ziet, dan wed ik, dat je veel meer medelijden voelt met dit paard, dat dit kleine vrachtje voort moet trekken hij zou het ook onmogelijk vooruit kunnen krijgen, en het is toch nog 5 maal minder zwaar voor hem, dan dit wagentje met lucifers voor den sprinkhaan is. De persoon die dit alles in eert Fransch tijdschrift vertelt, zegt, hoe hij zelf eens een proef nam met een vlieg, die hij bij de vleu gels vasthield, en die met zijn pootjes stuk jes karton van de tafel opnam, 25 maal groo- ter dan hij zelf 1 Een lucifer, die 6 maal haar eigen lengte heeft, draagt een vlieg met het grootste gemak, en wat kunnen wij mieren zien versjouwen, als wij hen bezig zien aan 't bouwen van hun nest. Maar 't is wonder lijk dat gewoonlijk deze kracht van het klei ne ons niet zoo treft, terwijl 't toch in waar heid veel merkwaardiger en onbegrijpelij ker is. Als wij hooren van een leeuw, die met een buffel in zijn bek over een heining springt dan vinden wij dit bewijs van kracht veel grooter dan wat ik van den oorworm ver- elde. Dat komt omdat wij het eenvoudig tiet begrijpen. Wij zien de kracht van den euw, maar wij zien niets van de kracht van -en oorworm, en wij kunnen ons niet voor stellen, dat 't verplaatsen van een stroo- halm aan een wezen evenveel inspanning kan kosten als 't verplaatsen van een buffel aan een ander wezen kost. Wij zijn zoo ge wend om iederen maatstaf waarnaar wij de dingen beoordeelen, te nemen uit ons leven en uit onze waarneming, dat wij, wat daar buitengaat, niet begrijpen en niet waardee- ren. 't Is wel merkwaardig, vinden wij, en wij vinden 't wel aardig om te weten, maar zeg nu eens eerlijk of die leeuw met den buf fel niet veel meer indruk op je maakt dan de oorworm met den stroohalm, en of je het wel erg prettig zou vinden als je( eens „zoo sterk als een Vlieg" werd genoemd aanschouwde Bhagon haar. die hem over wonnen had, stralende in de vreugde over haar triomf, terwijl hij als een vertrapt on gedierte hulpeloos aan hare voeten lag. „Wees barmhartig kermde hij. „Dat is juist mijn bedoeling," antwoordde Melusina, „barmhartig jegens allen, die in gevaar zijn of zouden komen door uw slecht heid, indien ik niet voor altijd een einde aan uw macht maakte." En terwijl zij sprak, trok ze met de punt van haar tooverstaf een lijn in 't zand om zijn lichaam heen, en toen de cirkel getrok ken was, zonk 't zand binnen dien omtrek weg in de diepte en voerde den toovenaar mede naar 't binnenste der aarde, en het zand aan den kant van den kuil vermengde zich korrel, bij korrel, twintig geel en twintig rood, en volgde hem, totdat niets overbleef om zijn graf aan te duiden dan een lichte Ondiepte, die door de eerste de beste flinke windvlaag vereffend zou worden. zelfs niet door degenen, die voor zijn vrien den doorgingen, als een nationale ramp be schouwd. Tusschen het hof van koningin Gracinda en dat van koning Ernestus ontstond spoedig een groote vertrouwelijkheid, want de ko ningin had weldra ontdekt, dat de jonge ko ning de beste en beminnelijkste hoedanig heden bezat als buurman en nog wel iets meer en toen 't bekend werd dat zij hem hare hand had toegezegd, was de vreugde van beide volken boven beschrijving groot. Bij de huwelijksplechtigheid en als in drukwekkend besluit van de schitterend* feesten bij die gelegenheid werd de stalen kist met de zeven sterke stalen sloten rond gedragen als middelpunt van een schitte renden optocht, vooraan de tooverfee Me lusina, wier sleep gedragen werd door Zbrill en Zbroll, aan wie zij nu alle voorrechten geschonken had, die ze voorheen misten t schoonheid en normale ontwikkeling, en (Vervolg.) De twee kleine kereltjes konden niet zien wat er gebeurd was, maar 't kwam hun voor, dat, wie ook de persoon was, de krachtige bons tegen de stalen kist hem verscheidene meters achteruitgeworpen had en dat hij pijnlijk genoeg in 't zand was terecht geko men, want zij hoorden hem kermen. „Ellendelingen, waar is mijn tooverstaf gebleven riep hij „ware 't niet dat Melu sina duizend mijlen ver was, dan zou mijn opdracht zelfs nu nog mislukken," „Dan kunt ge er zeker van zijn dat 't mis lukt is," antwoordde een stem in de lucht boven hem, „want Melusina is niet alleen hier, maar maakt u machteloos door de kracht van uw eigen tooverstaf." Op dar oogenblik werd de hemel, die zoo donker was geweest als hij te middernacht maar zijn kan, verlicht door de stralen van millioenen sterren) en in dat glanzende licht Voor nog de zon hare stralen wierp op den marmeren gevel van koningin Gracin- da's paleis, had reeds de goede tooverfee de stalen kist met zijn kostbaren inhoud te ruggebracht in zijn steenen vertrek, zoodat de vrede en de rust van de koningin en hare onderdanen geen oogenblik onderbroken werden. Maar koning Malicon zond, na een slape- loozen nacht, nog vóór 't aanbreken van den dag naar Bhagon, maar niemand in 't huis van den toovenaar wist wat er van hem ge worden was, en niemand heeft 't ooit gewe ten dan de goede tooverfee Melusina en hare getrouwe kleine dienaren, die zij alles schonk wat de natuur hun om de een of andere on begrijpelijke reden aan vorm en schoonheid had onthouden. Toen de tijding van Baghon's onbegrijpe lijke verdwijning aan koning Malicon werd meegedeeld, schreeuwde hij het uit van woe de, en eindelijk beukte hij zijn hoofd met zooveel geweld tegen den muur, dat hij zijn schedel verbrijzelde en onmiddellijk dood was, en dit einde van zijn booze loopbaan werd door niemand van zijn onderdanen verder alle vertegenwoordigde autoriteiten van het rijk, omgeven door prachtige banie ren, en alles begeleid door heerlijke muziek. Toen de stoet de kerk bereikt had, waar 't koninklijk paar getrouwd was, werd de kist op de bovenste trede vóór de groot* kerkdeuren gebracht en op een tapijt van goudlaken geplaatst. En toen nam de rijks kanselier uit een gouden doosje, dat met d* kostbaarste juweelen versierd was, zeven gouden sleutels en ontsloot daarmede d« zeven sterke stalen sloten, terwijl het kerk orgel het zonnelicht, waarin alles straalde, deed trillen van hemelsche muziek. Nu ontslóot hij de stalen kist, lichtte he» deksel op en nam er een met fluweel bekleed doosje uit, opende dat en toonde aan de blij de menigte drie met elkaar verbonden gou den harten, en op elk stond een woord in diamanten van schitterenden glans. En die drie woorden waren Rechtvaardigheid Goedheid Geestkracht die te zamen koningin Gracinda's amulet vormden, de gids en steun van hare regeering en de bron van den voorspoed en 't geluk van haar volk. „Ga je mee, dan zal ik je weer in je bed brengen," zei het vrouwtje. „Weet je wel, dat je huisje haast vol is?" vroeg ze verder. „Ik zal je dan spoedig gaan verlaten. Ik ga zelf het geld weg brengen," zei het vrouw tje. „Er zitten een heele- boel negerkindertjes op me tè wachten. Zoodra het vel is, ga ik weg. Ze komén dan met uitge strekte armpjes op me af. Kom," zei ze, toen te Ida's teleurgesteld ge- tichtje zag, „kijk niet ;oo treurig, ik kom toch wel weer terug Toen Ida weer in bed lag, moest ze nog een heelen tijd aan hetgeen het vrouwtje gezegd had denken. Eindelijk viel ze in slaap, en droomde, dat er een heele neger familie in haar huisje was komen wonen. O, wat was dat leuk. Die kleine zwartjes liepen maar in en uit, en lachten en dansten van plezier. Vader Zwart zat aan de deur zijn pijpje te rooke;i, en moeder Zwart zat met een snoezig klein neger kindje op haar schoot. j „Wat zou ik daar graag mee spelen," dacht Ida. Opeens zat het vrouwtje weer naast haar. Ze streek even over Ida's hoofd, en nam haar mee naar de negertjes. Ze deden juist een rondedansje. Het vrouwtje ging met Ida midden in den kring staan en zei „Hier breng ik jullie een aardig blank meisje, dat graag met jullie mee wil spelen. De negertjes ontvingen Ida met blijdschap. Dat werd me nu een dolle pret. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 9