FINLAND. Hef Zilveren Priesterfeest van den Zeereerw. heer pastoor L. J. Willenborg Een enthousiaste huldiging van geheel Roomsch Bloemendaal Een schitterend geslaagd feest Maandag 17 Augustus 1925 49ste Jaargang No. 16121 Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad IHet Land derDuizend Meren N.V. Spaarbank voor Katholiek Nederland 4 pCt. Koniugstraat 10 Haarlem, Op de Finsche stroomversnellingen. De jubilaris te midden der kinderen voor het St. Jozef gesticht op Dennenheuvel. De enthousiaste huldiging bij de Benedictuswoningen. zingen het feestlied. De kinderen De stuurman van de teerboot. Voorafiretraan door bruidjes betreedt pastoor Willenborg de kerk voor d<* plechtige Hoogmis. ■?mïm Oc abomnemenF; prijs bedraagt roof Haarlem en Agentschappen: >Pet week 0.25 Per kwartaal 3.25 (Franco per post per kwartaal bij "ïooruitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 (3 lijnen). Postrekening No. 5970. COURANT Adverfenfiên 35 een!» per refek Bij contract belangrijke kortiné Advertentiën tusscben den tek^ als ingezonden mededeeling. 60 ct per regel op de le Pagina s 75 ct. per regel. Vraag- en aanbod-adver» tentiën 14 regels 60 cl per plaat» iing: elke regel meer 15 cl, rooruitbetaling. bi» ^Jle abonnes op dit blad zijn, ingevolge de verzekerings voorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen f Qfinn - levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Cfl 1 oUllU.'' verlies van beide armpn. beide beenen of beide oogen «JU.' ;.bij een ongevai mei f OCfl b doodeliiken afloop 1 5 bi) verlies van een hano ten voet of een oog f I?1! - 3'' ver'ies. van een f - bi> een breuk van f k fl bij verlies van een 1 IA<J. duim of wnsvincer 1 «JU. been of arm: 1 ^U". andere vinger Onze zwerftocht duurt reeds een week. De steden aan de Zuidkust met het bedrij vige havenleven, met de witte, zonbeschenen rompen van de ontelbare stoombooten, die •passagiers vervoeren of zware houtvlotten wegsleepen, hebben we al dagen achter ons •liggen. Het zuidelijke merengebied van Fin- Hand hebben we in alle richtingen door kruist. Steeds noordelijker gaat de tocht. Het ver schil tusschen dag en nacht vervaagt meer en meer, de fantastische' schemering heeft plaats gemaakt voor een witte klaarte. We zijn gekomen in de zone van de witte nach ten. Varkaus, het stadje dat in ongeveer tien jaar tijd gegroeid is tot zijn tegenwoordigen omvang en dat we van Nyslott na een boot- men, na de ontkleeding plaats. De gloeiende steenen worden met een paar scheppen wa ter begoten. De damp, die zich nu ontwik kelt, verspreidt zich door het vertrekje en bijzonder in de hoogere gedeelten. Het wordt nu zóó verstikkend warm in die hoo gere regionen, dat men nu en dan behoefte voelt den mond te openen. Om de inwerking van het dampbad op de huid nog intenser te doen zijn, wordt men door het bedienende personeel bewerkt, duidelijker gezegd geran seld, met een bundel verschgesneden berken- takken. Heeft men aldus het dampbad gron dig op zich laten inwerken, dan daalt men af, neemt op een bankje plaats en nu vangt een wassching aan van kop tot teen, waarbij de zeep niet gespaard wordt, waarna men met enkele emmers waters overplast wordt, links, rechts, voor, boven, achter, zoodat er in letterlijken zin gevaar bestaat, dat het kind met het bad wordt weggespoeld. Nu een minuut onder een ijskoude douche, waarna men in een badmantel wordt gehuld en lang uit op een houten rustbank gaat liggen, zoo lang tot men duchtig begint te transpireeren. Kan men niet transpireeren, dan is het raad- dert. Maar Zijn hand is vast en zijn oog ge oefend hij kent de verraderlijke plekken en de ondiepe gedeelten van het water even goed als de knaap de gevaarlijke punten van den bergweg, dien hij van af zijn jonge jaren beklommen heeft. Achttien passagiers, mitsgaders de bagage, een stuurman en een roeier worden in dit ranke vaartuig geborgen, dat bij ongelijk matige belasting voortdurend naar links of rechts dreigt om te slaan. Geen nood, er gebeurt niets. Aanvankelijk worden we over een gedeelte geroeid, waar geen verval in den stroom is. En voor we er erg in hebben zit de boot midden in de stroomverversnellingen, op de woelige golven. Een blik op den oever maakt ons duidelijk met welk een vaart we over het wilde water schieten. Het water spat over ons heen. We glijden door rustiger gedeelten langs den hoogen oever van gra niet en even verder deint en werkt en kraakt onze boot weer, gaat rakelings langs hooge granietrotsen, die midden in den stroom op rijzen, wordt naar den anderen oever ge leid, zwenkt plotseling.Het is een wonder van stuurmanskunst. Zoo gaat het verder, afwisselend door ruwe en gelijkmatige stroomvakken, tot we de pleisterplaats be reiken, ongeveer halverwege, waar ons ver- sche koffie met gebak wacht en waar we, voor het tweede gedeelte, in een andere boot overstappen. Het hoogtepunt van dezen tocht over de stroomversnellingen was wel het laatste vak, vóór we in Muhos aankwamen. Hier is de stroom aan weeszijden ingesloten door hooge rotsen, rijk begroeid met statige pijnboomen en prachtige berkengroepen met de zacht-klaterende loovertrossen, die als pluimen uitwuiven. Hier is het verval zóó sterk, dat er van een formeele branding kan worden gesproken. De snelheid bedraagt op sommige plinten 50 K.M. per uur De roeier heeft de spanen neergelegd, alleen de stuurman is in volle actie. De schuimende en kolkende golven slaan hoog op. We zijn druipnat nu en dan moet het overtollige water uitgeschept worden. Onze boot werkt er zifch doorheen, wor stelend en stampend, ploft telkens met den even opgetilden voorsteven terug stoot en slaat de golven uiteen. Het is een wild-fan- tastisch spel dit woelende water, waarover onie boot dansend en deinend heenglijdt, laveerend, nu den middenstroom nemend, dan rakelings om een scherpe bocht weg schietend. Met drie uur vertraging en veel honger bereiken we Muhos en Stappen dadelijk over op de stoomboot, die ons naar Uleaborg zal brengen. Daar komen we ongeveer elf uur in den avond of liever in den vollen dag aan. Een groote menigte is bij den steiger aanwezig. Per omnibus rijden we naar de stad, naar het Sociteitshuis. Uleaborg is gelegen op 65u noorderbreedte. Hier kan men niet meer van nacht spreken, hier is het land der niet-eindigende dagen, althans in den zomer. Automatisch knip je het licht op, als je op je kamer komt in den heel vroegen morgen, maar de rood-gloeiende draadjes in het peertje kunnen tegen deze witte klaarte niets beginnen. Het is kwart over een. Er ligt een krant op tafel en ik ga rustig aan het raam den welkomst-groet zit ten lezen aan de Hollandsche journalisten. De zon is reeds boven de kim. Van uit mijn venster zie ik de witte stad, die in zachte glooiing afdaalt naar de zee, de blauwe zee, die aan den einder vervloeit met de parel grijze lucht. Eug. de BY. (Nationale Spaarbank) (Direct ingaande), bijkantoor NASSAULAAN 18. Zitdagen: Maandags, Woensdags, Vrij dags van 69 uur n.m. en Zaterdags van 59'4 uur en in het St. Joseph- gebouw te Halfweg de 2e Dinsdag van iedere maand, van 56/4 uur. De ontvangst in de kerk. Het kerkje is stampvol, geen plaats is on bezet en velen moeten zich met een staan plaats tevreden stellen. Doch dat hebben zij er graag voor over. Als de jubilaris voor het hoogaltaar gezeten is, dondert het welkomstlied hem tegen en pastoor Willenborg is zichtbaar ontroerd. Zulk een ontvangst en niet anders had hij ge wild. Dat was duidelijk te zien. Zoo echt en waarachtig oprecht gemeende hartelijkheid, dat was de blijde ontvangst dat gaf innige voldoening. Als het lied geëindigd is, beklimt de wel- eerw. heer kapelaan J. v. Muijen den kansel. Nu eindelijk het langverbeide oogenblik is aangebroken, aldus spr. waarop gij, onZe pastoor onder de jubeltonen van het orgel uw intrede deed en in het feestlied zoo op recht gemeend het welkom u werd toege zongen, nu wil ik met een enkel woord de gevoelens uiten, die ons nu vervullen. Spr. weet dat hij namens heel de parochie spreekt, wanneer hij zegt, dat allen blij zijn, kinderlijk blij, zooals de jubilaris zelve altijd kinderlijk blij is, omdat allen nu vieren zijn priesterfeest. Barometerstand, 9 uur v.m., 768 Stilstand. OPGAVE: J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN De bloemenpracht, gerangschikt en uitge voerd door de firma Barnhoorn uit Over» veen, getuigt van smaak. De heerlijkste bloemen prijken in man-, den. Het altaar is geheel van lelies omgeven Slingers groen hangen van de zoldering. Het is een lust voor de oogen. Geen wonder dan ook, dat de kerk nog tot laat in den avond talrijke bewonderaars trok. De Zondag begon met de schoonste plech tigheid, de algemeene H. Communie der ge heele Parochie reis van vijf uur bereikten, zal om verschil lende redenen bij ons blijven voortleven. Eerstens door zijn bouw. Echte kolonie- bouw. Breede straten, vierkante, witte, hou ten huizen. De groote fabriekscomplexen van de firma Ahlström, met hun moderne in stallaties en hooge, ruime lokaliteiten, zijn reeds op verren afstand zichtbaar. Aan de hoe ken van de straten kleine groepjes berken. Overal in Finland zie je die prachtige ber ken, die in de Noorderlanden Zoo goed ge dijen. Groepen van berken, lanen van berken, berken in de steden, langs wegen en weiden en wouden, berkentakken in de huizen, in de feestzalen Gastvrijheid is een der hoofddeugden van de Finnen. Maar wat ons in Varkaus ten deel viel, stelde al het voorgaande in de )chaduw. De ontvangst in Varkaus was zóó grandioos, het samenzijn tot diep in den nacht van een zoo intieme gezelligheid, dat we met weemoed in den ochtend scheidden van dit oord, om de reis naar Kuopio te aanvaarden. Kuopio is behalve als hoofdplaats van Savo nog belangrijk als industrie-centrum. Wij bezochten hier de lucifers-fabriek van de N. V. Savo. Van Kuopio ging de reis per trein naar Kajani. We zijn den 64sten breedtegraad overschreden. zaam andermaal een dampbad te nemen, om ongewenschte gevolgen te vermijden. De nawerking van het Finsche bad is ver rukkelijk. Alle vermoeidheid is geweken, men voelt zich verjongd, herboren, tot groote din gen in staat. Kajani is een plaats, die nog geheel in op komst is; met een erbarmelijke bestrating en onregelmatige huizenrijen. Na de bezichtiging van een groote hout zagerij werd het middagmaal gebruikt even buiten Kajani. Tegen elf uur keerden we terug en waren omstreeks middernacht weer in ons hotel. Het is hel licht als over dag. Een visscher komt met zijn hengel langs het hotel gewan deld, zijn vrouw draagt den buit. Dit ziet er al even mal uit, als de agent van politie, die met een streng dienstgezicht over het plein heen en weer loopt en tuurt in de verte. En het kost je moeite je even in te denken, dat die man nachtdienst heeft. Rechts van het hotel was een kleine waterval en ik had hoop op het eentonig geruisch van het water spoedig in te slapen. Het wordt lichter en lichter en om één uur staat de zon al weer boven de huizen, die elke gedachte aan slaap schijnt t e bannen. Voor den volgenden dag stond het laatste traject, vóór we het noordelijkste punt van onzen tocht zouden bereiken, 'Op het pro gramma. Kajani-Uleaborg. De laatste, groo- «i Dat was eerst een feest Zoo heeft Roomsch Bloemendag het nog nooit beleefd Voor perceelen 32 en 34 is een groot plan kier opgeslagen, waarop een koor van jon- 't Was in alle opzichten schitterend van'gens en meisjes uit de Alberdingh Thijmlaan „M/ln», n» nT A If /I 13 Ir van opzet, schitterend van uitvoering en schitterend van succes. Daar kon men nu eens echt zien, hoe een parochie met zijn priesters kan en moet le ven, daar kon men zien welk een enthousias me er heerschte voor den alom beminden pastoor. 't Was alles oprecht en welgemeend, 't was onopgesmukte waarachtige hartelijk heid, die uit 't geheele feest telkens weer naar voren trad. Zoo moet een priesterfeest zijn Bloemendaal in feestdos. De vreugde van de parochianen van Bloe mendaal kon niet onder stoelen of banken ge stoken worden. onder leiding van mej. J. A. v. d. Bronk. Als de rijtuigen stilhouden treedt allereerst wethouder E. W. A. van Nederhasselt naar voren en verwelkomt pastoor Willenborg na mens het College van B. en W. van Bloemen daal. Dan, als een der meisjes den jubilaris gecomplimenteerd heeft, klinkt het welkomst lied, het feestlied, zooals het getiteld was bij het zilveren priesterfeest van onzen goe den pastoor. Daarmede was al weer een klinkend be wijs van aanhankelijkheid gegeven jegens den herder. Hartelijk zegt de jubilaris dank voor die kinderhulde in zijn parochie, een hulde zooals hij die het allerliefste had gewild. Dit vond hij heerlijk. In Kajani werden we in de gelegenheid gesteld een Finsch bad te, nemen. In geen enkele Finsche woning ontbreekt een bad huisje, dat uit ruwe balken opgetrokken, op eenige passen van het woonhuis staat. De inrichting, die wij bezochten, was eenigszins gemoderniseerd, maar het typi sche van het Finsche bad was in.alle opzich ten bewaard gebleven. Stel u voor een klein, laag vertrek. In den rechterhoek ziet men een oven van baksteen. Links daarvan is een soort schavot opgericht, dat met een klein trapje beklommen wordt. Hierop neemt degene, die een bad wil ne- Die vreugde moest er uit, ze moest naar buiten zichtbaar worden. In den loop van den Zaterdag kwamen de vlaggen en ze gaven al direct dejfeestelijke kleur aan alles. Groot was 't aantal en fier wapperde de driekleur met pauselijken wimpel in den stevigen wind. Bijna geen parochiaan was achtergebleven en niet alleen parochianen, ook andersdenken den in Bloemendaal schaamden zich er niet voor, ook te toonen, dat ze 't feest wilden meevieren. Zoo was alles voorbereid voor den intocht van den jubilaris. De intocht. Het was 6 uur in den middag, toen in een drietal open landauers de geestelijkheid en leden der feestcommissie naar het station Santpoort vertrok om den jubilaris daar af te halen. Op tijd, 6.21. komt de trein binnenge- stoomd en als pastoor Willenborg aan den uitgang verschijnt, gevolgd door de leden der commissie gaat er uit de menigte die er ver zameld is een luid hoera op, gevolgd door een ,,Lang zal hij leven." Blij, hartelijk groetend neemt de jubilaris deze begroeting in ontvangst en dan gaat het naar de St. Benedictus woningen aan de Alberdingh Thijmlaan. te boottocht van Kajani naar Vaala. In Vaala zouden we overstappen in een zoogenaamden teerboot, speciaal gebouwd voor de stroom versnellingen. Gevaar was er niet aan verbonden, hadden onze Finsche leiders gezegd. Dat kon even wel niet beletten, dat één van ons besloot van Vaala tot Muhos per auto te gaan. Toch, ondanks alle geruststelling, huiver je evenj als je de lange, smal toeloopende boo ten aan den steiger ziet liggen en speciaal, als je den stuurman ziet, een lange, magere ke rel (zie de foto), met een raar hoedje op, dat bij de bwieste '"<nden niet va» nlaats veran De huldiging bij de Bene dictus-woningen. Kosten noch moeiten waren door de be woners der St. Benedictus-woningen ge spaard, om al den grootst mogelijken luis ter aan het feest bij te zetten. Schitterend is de versiering als de stoet er aankomt. Overal de vlaggen uit. Een tweetal groote pilaren, beladen met een rijke vracht bloe men staan aan den ingang. Overal rondom langs de huizen groen en bloemen. Rondom het plantsoen lampions, die straks voor de verlichting zullen dienen. Als de rijtuigen zichtbaar worden laait het enthousiasme op en uit zich in een geestdriftige begroeting. Overal roept en wuift men, overal wil- men den jubilaris zien. Een prachtvolle bloemenmand werd den jubilaris aangeboden. De meisjes en jongens, allen komen ze den pastoor de hand drukken, die ze allen een hartelijk woord toevoegt. De kinderschare groepeert zich voor de rij tuigen en dan gaat het stapvoets om 't plant soen. Aan het gejuich en gewuif komt schier geen einde. De echte feestvreugde zit er al goed in. Dat belooft iets. De huldiging op Dennen heuvel. Nog een huldiging moet er plaats hebben, voordat pastoor Willenborg zijn kerkje mag binnentreden. We gaan naar Dennenheuvel. Langs den geheelen weg volgen de be langstellenden en 't is een zegetocht, een vreugde al. Voor het St. Jozef gesticht keeren de rijtuigen en houden halt. Alle kinderen staan in rijen geschaard en een bloemenboog siert den hoofdingang. Alle kinderen dragen bloemen en het feest lied klinkt luid op. In de kloostergang zijn de eerw. zusters zichtbaar. Ook hier is de be" langstelling enorm en de jubilaris wordt als 't ware onder de bloemen bedolven. Prach tige bouquetten dahlia's en lelies met rozen moet hij in ontvangst nemen. Dan neemt de jubilaris het woord. Het was een hulde naar zijn hart. Zoo zag hij ze zoo gaarne en daarvoor is hij de kinde ren hartelijk dankbaar. De kinderen hebben pastoor nu zulk een heerlijken ontvangst be reid, hij zal ook goed aan hen denken. Als de zusters den priesterlijken zegen heb ben ontvangen gaat het op Bloemendaal aan en overal is 't feestvreugde. Uit de ramen, voor de vensters, langs de straat groeten en wuiven de parochianen. Het is een heerlijke aanblik 't had niet mooier kunnen zijn, Eindelijk houden de rijtuigen Voor de rijk versierde parochiekerk stil. Een stoet van bruidjes staat bij den ingang om den feeste ling in te halen en onder de jubelende tonen van het orgel doet pastoor Willenborg zijn intrede in zijn kerkgebouwtje, nu tot °"<i waren bloementuin herschaoen. Het was een voorrecht,toen God zijn pries ter 25 jaar geleden uitkoos en die 25 jaren heeft hij gearbeid, werkend en zwoegend met noesten vlijt om de hem toevertrouwde zielen tot Jezus te brengen. En niet te vergeefs hebt gij gearbeid, aldus spr., want langs uw pries terlijken weg staan uw verdiensten en de vruchten van uw werk. God alleen weet, hoeveel goeds gij deed. Dat zal op den oordeelsdag eerst mogen blij ken. Ge hebt gearbeid, niet voor u zeiven, maar voor de glorie van God en daarom zijn alle parochianen verheugd met u God te kun nen danken. Maar ook wij zijn dankbaar aan God, omdat hij u als herder aan ons gaf. Daarvoor kunnen we God niet genoeg dan ken. Wat deed ge al niet Wie zou dit intieme kerkje willen missen Als we er van moesten scheiden zou het zwaar vallen. We voelen hier ons dichter bij Jezus. In 't kort memoreert spr. de werken, in de jaren van het bestaan van de parochie tot stand gekomen. Alles hebt ge, aldus spr., met liefde gedaan; ge gaaft u zeiven. Nooit zocht ge uw eer, daarom willen wij deze gelegenheid te baat nemen om uw eer te verkondigen, u te eeren. Ge hebt gezien hoe u de parochianen lief hebben. Wij zijn blij u onze liefde te kunnen toonen. Alle parochianen' zullen het schoonste ge schenk u geven, n.l. hun H. Communie. Spr. besluit met den hartelijken wensch, dat God den Jubilaris nog lang moge spare. Dan celebreerde de Jubilaris een Solem neel Lof, geassisteerd door den ZeerEerw. heer rector J. Schimmel, neef van den jubilaris en den ZeerEerw. heer rector J. P. J. Kok. Het versterkt zangkoor voerde de gezan gen op zeer lofwaardige wijze uit. Dat was het besluit van den vooravond. De kerk. Met een enkel woord mag wel melding gemaakt worden van de artistieke versiering van het kerkgebouwtje. De plechtige Hoogmis. Reeds vóór 10 uur was de kerk wede» overvol. De HoogEerw. Heer Mgr. M. P. J. Möll- mann, vicaris-generaal van het Bisdom, had in het priesterkoor plaats genomen. Klokslag 10 uur kwam de groote stoet bruidjes en misdienaars met de geestelijk heid de kerk binnen. De plechtige Hoogmis werd door den Ju bilaris opgedragen, geassisteerd als presbij- ter assisténs, door den ZeerEerw. Heer pas toor Zwart, van Zaandam, als diaken door de» ZeerEerw. heer rector J. Schimmel, als subdiaken door den ZeerEerw. Heer rector J. P. J. Kok. Het zangkoor voerde bp voortreffelijke wijze de Missa in honorem Sanctae Mathii- dis van Hubert Cuypers uit. Rector J. Schimmel hield de feestpredi katie naar aanleiding van den tekst „Door de genade Gods ben ik wat ik ben en zijne ge nade jegens mij is in mij niet ijdel geweest." De katholieken van Bloemendaal vieren feest, groot feest. Roomsch Bloemendaal zingt vandaag een blijden jubelzang, en niei alleen wilden de parochianen hun vreugde en dankbaarheid uitzingen, hier binnen de muren dezer kerk, maar ook daarbuiten moest men weten, dat de Roomschen van daag feest vierden. De katholieken, die hier leven tusschen een meerderheid van anders denkenden beperkten deze vreugde niet voor zichtig tot in hunne huizen of in de kerk neen, openlij k brachten zij gisteren hun feest vierenden Herder zijn parochie binnerq zij staken de vlaggen uit, niet om de anders denkenden te kwetsen of uit te dagen, maar om hun in het openbaar te zeggen welken eerbied en dankbaarheid het Roomsche volk heeft voor zijn priesters. Mij is opgedragen op dezen blijden dag, een woord tot u te spreken. Wat zou die' taak mij gemakkelijk gevallen zijn, wel ke instemming zouden mijn woorden bij u, parochianen van Bloemendaal gevonden hebben, als ik hier zijn lof mocht gaan ver kondigen, als ik hier vandaag op het Zilve-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1