EVENTJES LACHEN. lilillli' Binnenlandsch Nieuws „Gratia plena". 9* iiil NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Donderdag 20 Augustus 1925 De Belgische schuldenconimissie heeft met de Amerikaansche regee- ring overeenstemming bereikt. In Parijs wordt van 1 tot 6 Septem ber a.s. een wereldcongres voor den vrede gehouden. De onderhande lingen tusschen patroons en arbeiders in de Saksiche textielindustrie af gesprongen. Onder de Radio-berichten: Het stakende Fransche bankpersoneel eischt, dat de staat alle banken zal opvorderen. De typhus in Duitsch- land overgeslagen naar Westfalen, Conflict in de mijnindustrie in Poolsch-Silezië. Gem. buitenl. berichten. AND De staking van 't t ransche bankpersoneel. Caillauxreis naar Londen. Üe luipaard gedood. De politieke onrust in Duitschland. De typhus. Loonconflict in de Silezische mijnindustrie. Middenstands-actie. Texel geëlectrificeerd. De Herdenking van Hugo De Groot. P. J. J. Haazevoet. FEUILLETON. wordt dat de ontploffing het gevoig is van gebrekkige ketels. Direct nadat het ongeluk had plaats gehad, snelden marinesloepen en torpedojagers te hulp en namen de met zwa re brandwonden bedekte passagiers over, die zij naar het marinehospitaal brachten H. HUWELIJKEN EN ECHTSCHEIDIN GEN IN FRANKRIJK. Een veertigtal jaren geleden waren de huwelijksbanden in Frankrijk blijkbaar hech ter dan thans. Men dacht weliswaar aan echt scheiding, want in 1885 b.v. zijn er 4123 hu welijken ontbonden. Doch dit cijfer is toch niet met dat der moderne tijden te vergelij ken, daar het vorig jaar het aantal niet meer of minder dan 21.053 bedroeg Het record werd in 1921 geslagen, toen de gedemobili seerde echtgenooten van het front terugkeer den en een „nieuw leven" wilden beginnen. Bijna 33.000 huwelijken die hetzij de eerste stormen reeds lange jaren geleden goed had den doorstaan, hetzij pas in den bewogen oorlogstijd, tijdens een kort verlof van een gemobiliseerde waren gesloten, werden zon der meer ontbonden. Sedert dit ongelukkige jaar 1921 is dus het De Belgische schulden aan de V. S. Men is tot overeenstemming gekomen ten aanzien van de regeling der Belgische schuld aan Amerika. Ingevolge de overeenkomst zullen de 171 millioen dollar, welke gedurende den oorlog aan België zijn geleend, worden terugbetaald over een periode van 62 jaar, zonder interest. Het bedrag van ca. 246 millioen, dat na den wapenstilstand is geleend, zal gedurende dezelfde periode worden terugbetaald. De rente hiervan zal 3 V2 bedragen na de eer ste tien jaren. Een Wereldcongres voor den vrede te Parijs. Van 1 tot 6 September zal in de Sorbonne fe Parijs het 14e Congrès Universel de la Paix worden gehouden. In 1922 had het in Londen, in 1924 in Berlijn plaats. Tal van internationale en nationale vredesorganisa ties, zooals de Internationale Unie van Vol- kenbondsvereenigingen, het Europeesch Bu reau der Carnegie schenking, de Ligue In ternationale des Droits de l'Homme, alsmede tal van politieke, volkenrechtelijke en femi nistische vereenigingen zullen vertegenwoor digd zijn. Reeds uit Frankrijk alleen zullen ongeveer 45 vereenigingen (o.a. de Associa tion de la Paix par le Droit, de Fransche groep der Parlementaire Unie, enz.) gedele geerden zenden. Het congres zal door minister-president Painlevé worden geopend, terwijl Herriot, voorzitter der Kamer, en Loebe, voorzitter van den Duitschen Rijksdag, het woord zul len voeren. Op de agenda der beraadslagin gen staan het Trotocol van Genève (dat op de Vergadering van den Volkenbond te Ge nève, die 7 September opent, zal worden be sproken), de Veiligheid, de Ontwapening, de economische organisatie van den vrede en de pacifistische propaganda onder de jeugd. Het Organisatie Comité, dat Charles Ri- chet, lid van de Academie des Sciences, tot president heeft, telt Charles Gide, Jouhaux, Victor Basch, de oud-minister Franfois Al- bert, Justin Godart, Violette, alsmede mevr. Avril de Sainte-Croix tot leden. Secretaris generaal van het comité, is de heer Lucien Le Foyer, 43 Rue du Faubourg Sain-Hono- ré, Parijs. Het Veiligheidspact. In verpand met de tegenstrijdige mede- deelingen over de vertraging in de overhan diging, te Berlijn, van het Fransche ant woord op de Duitsche nota inzake het Vei ligheidspact, verklaart men aan de Quai d'Orsay dat het om hoffelijkheidsredenen noodig was om den te Londen vastgestel- den tekst, alvorens hem te overhandigen, eerst aan de andere geallieerden te toonen, Deze tekst is echter definitief en zal niet worden gewijzigd, zelfs niet indien er be zwaren worden geopperd. Men zal met de ze bezwaren eventueel rekening houden tij dens de latere onderhandelingen maar de overhandiging zal spoedig geschieden zon der te wachten voor het geval er nog advie zen vertraagd mochten inkomen. De tekst is reeds in handen van den Franschen ge- Zant te Berlijn. Het Congres der Socia listische partij. Het besluit van het socialistische congres 6m de regeering-Painlevé niet langer te steu nen, wekt bittere critiek van de zijde der aanhangers van het ministerie Painlevé. De „Ere Nouvelle" spreekt de hoop uit, dat in de practijk de geest van het linksche kartel zal blijven bestaan en zal voortgaan, het- mi nisterie te steunen, De „Chronique Radi cale" het officieele orgaan der radicale partij, acht het mogelijk te regeeren zonder den steun der gematigden te vragen. Een welwil lende houding der socialisten in moeilijke momenten is voldoende. De „Quotidien" verklaart, dat het recht- sche deel der socialistische partij zal kun nen voortgaan voor Painlevé te stemmen Zonder de discipline te schenden. aantal echtscheidingen verminderd, helaas echter niet omdat de echtgenooten het beter met elkaar konden vinden, maar veeleer om dat het aantal huwelijken zoo sterk vermin derd is. Terwijl er in 1920 623.869 huwelijken werden gesloten, is dit aantal in 1924 tot 344.923 teruggeloopen. Zoodat men thans één echtscheiding op elke 17 huwelijken te boeken heeft. DE LUIPAARD. De ontvluchte luipaard is nog steeds niet gevonden. De jacht in het Bois de Boulogne duurt voort, maar heeft bescheidener vormen aangenomen, teneinde een grooten menschen- toeloop te vermijden. De politie vat het gebeurde ernstig op en Ziet wel degelijk een gevaar in de aanwezig heid van het roofdier in het bosch. Ze zal daarom niet rusten voor zij den vluchteling te pakken heeft. DE STRAATONGELUKKEN TE LON DEN. Het steeds toenemend aantal straatongeluk ken als gevolg van het steeds vermeerderend aantal automobielen veroorzaakt groote on gerustheid. In de eerste zeventien dagen van Augustus werden 105 personen gedood, 216 gewond. Het conflict in de Saksi sche textielindustrie. De onderhandelingen tusschen de werk gevers en de arbeiders in de Saksische tex tielindustrie zijn mislukt. De werkgevers hebben alle atbeiders te gen 5 September ontslagen. De antisemietische be toogingen te Weenen. De „Wiener Börsenztg" publiceert een brief van bondskanselier Ramek aan het Zionistencongres, waarin hij o.m. zegt Het Zionisme is een der meest omstreden volksbewegingen der laatste tientallen jaren. Ik heb opgemerkt, dat het Zionisme ook in den boezem van het Jodendom zelf tegen standers heeft gevonden en, zij het ook in kleinen getale, nog vindt. Het is derhalve niet te verwonderen, dat het bij de christe lijke bevolking veelvuldig op tegenstand stuit. Ik zelf ben overtuigd, dat het Zionis me geen belangen der christelijke bevolking schendt, dat het integendeel geschikt schijnt de oeroude tegenstellingen te overbruggen en de verbetering van het op achting ge gronde wederkeerige elkaar begrijpen te be vorderen. Ramek wenscht het Congres toe, dat het in de door hem aangeduide richting een wer kelijke verbetering tot stand moge brengen. Het conflict in de Noor- sche papierindustrie ge ëindigd. De werkgevers en de arbeiders in de pa pierindustrie hebben het voorstel van den officieelen bemiddelaar om het bestaande contract met een jaar te verlengen, aanvaard. Militaire vliegtuigen ver ongelukt. Bij vliegoefeningen in de buurt van Du- bendorf (Zwitserland) zijn twee militaire vliegtuigen met elkaar in botsing gekomen. De beide aviateurs kwamen om. De oorlog in Marokko. Aan het front van Taza is het Fransche of fensief ter voorbereiding der groote operatie volgens het plan-Lyautey volkomen geslaagd. Ten Z. van het front der Tsoels zijn ver schillende stammen hun onvoorwaardelijke overgaaf komen aanbieden. Volgens den correspondent van de„Temps" te Fez, zal de reorganisatie van het Fransche leger in Marokko deze week geheel gereed zijn. De strijdmacht bestaat uit zeven divisies, die elk twee gemengde brigades bevatten deze brigades bestaan uit twee regimenten van drie bataljons en op zijn minst twee groe pen artillerie. De divisies op het Marokkaan- sche front zullen meer infanterie tellen dan die in Frankrijk 12 bataljons in Marokko tegen slechts 9 in Frankrijk. Het feitelijk doel der te verwachten ope raties zou minder zijn het bezetten van Rif gebied dan wel het ontwapenen van de wa pendepots der Rifs, die een gevaar voor Ma rokko vormen. Zij zouden het midden hou den tusschen een veroveringsoorlog, welke onvereenigbaar zou zijn met de verdragen en verklaringen der Fransche regeering, en een wintercampagne, die zwaar op het budget van Frankrijk zou drukken. Kortom, het plan in quaestie moet Fransch Marokko be schermen tegen aanslagen als die, welke het kortelings bijna verloren hebben doen gaan. De correspondent van de „Temps" legt er dan ook den nadruk op dat men geen tijd verloren moet laten gaan, doch nu slag moei leveren vóór het regenseizoen is gekomen. De ketelontploffing op de Amerikaansche plezier boot. Het aantal personen dat tengevolge van de ketelontploffing aan boord van de Ame rikaansche plezierboot gedood werd, is tot 23 gestegen. De doktoren zeggen, dat nog tien personen zullen overlijden. De ontploffing had plotseling plaats toen hel schip na het uitstapje aan het eind van den dag te. Pawtucket terugkeerde. Geloofd In antwoord op een door de banken bij den Aartsbisschop van Parijs gedanen stap heeft deze een brief tot de stakers gericht, waarin hij hun den raad geeft zoo spoedig mogelijk te staking te eindigen, welke on der de huidige omstandigheden nadeelig is voor de belangen des lands. De Aartsbisschop erkent echter, dat de bedienden een voldoende salaris moeten hebben om aan de nooden van het dage- lijsch leven het hoofd te kunnen bieden. Het stakende bankpersoneel heeft de on mogelijkheid ervan ingezien om een bijeen roeping van het parlement te verkrijgen, ten einde ten gunste der stakers tusschenbeide te komen en heeft heden besloten den nieu wen buitengewoner eisch te stellen, dat alle banken onmiddellijk en geheel en al zouden worden opgevorderd, ten einde in net lands belang de operaties voor de lecning te ver zekeren. Zij zullen den dienst onder leiding van den staat, maar buiten hun werkgevers om, hervatten. Caillaux weigerde officieel kennis te nemen van een dergelijke resolu tie. Bevestigd wordt, dat Caillaux Zondag al leen naar Londen zal vertrekken. Caillaux zal, alleen vergezeld van den in specteur der financiën, verscheiden dagen te Londen doorbrengen om te spreken over de schulden en tal van financieele en economi sche vraagstukken. De mogelijkheid van een spoedigen terugkeer naar Londen van de Fransche deskundigen is geenszins onder de oogen gezien. Er is nog niets definitiefs besloten no pens de onderhandelingen met de V. S. en de personen belast met het voeren daarvan. De luipaard, die Zaterdagnacht uit de Jar- din d'Acclimatation te Parijs ontsnapte, is terniorgen in het Bois de Boulogne dood geschoten. Naar het „Berliner Tageblatt" verneemt, is de Berlijnsche hoofdcommissaris van po litie voornemens niet* alleen het dragen van stokken bij optochten te verbieden, maar ook demonstraties in straten van de z.g. eerste en tweede orde principieel tegen te gaan. Dit natuurlijk naar aanleiding van de kloppar tijen, die den laatsten tijd om de haverklap in de straten lan Berlijn tusschen aanhan gers van rechts en van links plaats vinden. In weerwil van alle voorzorgsmaatregelen, is de typhus-epidemie ook naar Westfalen overgeslagen. Te Rheine waren tot Dins dagavond reeds 60 gevallen geconstateerd. D'ie personen zijn overleden. De „Schlesisc'he Ztg." meldt uit Katto- witz, dat de arbeidsgemeenschap der zwaar- industrie de bestaande loonregeling bij den erts- èn kolenmijnbouw tegen 31 Aug. heeft opgezegd, daar de afzetcrisis en de crediet- moeilijkheden een verlaging der loonen noodzakelijk maken. De vakvereenigingen besloten daarop ook harerzijds de loonovereenkomst op te zeg gen, ten einde een verhooging der loonen overeenkomstig de stijging der prijzen te er langen. Men kan het niet ontkennen; cok Ut) -en middenstand is groote ontevredenheid. Nief altijd terecht. Maar evenmin altijd ten onrechte. Niet altijd terecht, omdat men veelal niet ziet, wat men wél heeft bereikt, om dat men zich blind blijft staren op wat men niet heeft bereikt. Dit is een fout, die waarlijk niet alleen aan Middenstanders eigen is! Maar men klaagt ook wel terecht, vooral wanneer men moet constafeeren, dat bij Regeering en Volksvertegenwoordiging veel te weinig met gerechtvaardigde wen- schen en grieven van den Middenstand rekening wordt gehouden. Hoe komt dit? De Redacteur van het Weekblad „Han del en Nijverheid" schrijft dit toe, aan de al te zoetsappige wijze, waarop de Mid denstand zijn actie pleegt te voeren. Nadat in rouwrand! eerst dit wijze woord van Dr. De Visser, gesproken op het in 1902 te Amsterdam gehouden Mid denstands-congres is geciteerd. „Beter dan zenuwachtige opwellingen of ontevreden uitingen is de stalen veer kracht van het solidaire willen", schrijft de heer Koopmeiners, redacteur van Han del en Nijverheid' „Het is we! opmerkelijk, dat het woord arbeiders-organisafie iets anders weer geeft, anders op het gemoed inwerkt, dan het woord middenstands-organisatie. Merk maar eens op: indien in de mid denstandsbeweging iets op touw wordt ge zet, indien hij op werkelijk rechtvaardige gronden fer behartiging van zijn bestaans- derzoek houden rechter iets onderneemt, hoe weinig zich A daar de publieke opinie mee bemoeit; zelfs bij hel allergrootste gedeelte van den middenstand zelf kan dit worden opge- merkt. Geschiedt zoo iets bij de arbeiders-or ganisatie, dan leeft en woelt en bruischt het in den boezem der arbeiders, terwijl, als om strijd, de geheele pers het vóór en het tegen daarvan in ellenlange artikelen, dag in dag uit, aan den volke kond doet. Dat is het groote succes der arbeiders organisatie; en niet alleen daarvan, doch ook van de groote politieke partijen Men zoekt een leus, men vindt iets waar mede men een ander nadeel kan berokke nen en dan wordt daarmede over geheel ons land een inslaand bombast-spektakel op touw gezet, eclatante redevoeringen ge houden, grootscheepsche meetings belegd, van welke reclame gunstige resultaten worden verwacht. Jaar in jaar uit heber. we een en an der kunnen constafeeren, en zij, die deze bombastmiddelen hebben toegepast, heb ben belangrijke zeggenschap gekregen in het besturen van het schip van staat, ter wijl de arbeiders, mede door toedoen en als vrucht van hun geruchtmakende acties, heel wat kroote resultaten ten hunne voor deele hebben geboekt. De middenstands-organisatie heeft nim mer van protest-meetings gehouden. nim mer in het kielzog der arbeiders- en poli tieke organisaties gevaren, en, als eens een enkele keer hem het water aan de lippen kwam en zij inplaats van eerbiedig smee- kend eén kreet van verontwaardiging deed booren, dar zijn haar medestrijders ter stond daar en roepen haar rust en kalmte toe, om toch vooral de „waardigheid" van den middenstand niet te kwetsen Wij hebben ons dikwijls afgevraagd, of dit wel de goede weg is, om den middenstand in zijn strijd om het bestaan te helpen of te handhaven, want dit is toch onafwijsbaar onze taak, daarvoor is toch de midden stands-organisatie in het leven geroepen; de middenstand is toch medegerechtigde vooi wat betreft zijn bestaansrecht in de samen leving, al komen wij zoo langzamerhand tot de conclusie, dat dit slechts erkend wordt, als hij dient als belasfingobject. Grootkapitaal en arbeid, aangemoedigd en gesteund door de overheid, dringen den middenstand van zijn plaats, van het pla teau, waar ruimschoots voor de drie stan den plaats was. Zij slaan met alle macht er op los. Nu kan de middenstand wel, met inachtneming van zijn waardigheid, vragen, bidden en smeeken, om het niet zoo hard te doen, om hem een beetje tv ontzien, doch na tal van jaren dit te hebben ge daan, zien we toch. dat we steeds verder worden teruggedrongen en dat wc ons thans op een „gevaarlijke helling' bevinden. Moet hij zich nu, terwille van zijn z.g.n. waardigheid, maar in het moeras laten drin gen en daar verdrinken? Of is hij verplicht te trachten gelijke wapenen machtig te worden, waarmede hij zijn tegenstanders uit volle borst een krachtig „halt" kan toe roepen? De voorzitter van den Ned. Middenstands bond, de heer Ed. G. Schürmaon, heeft dit „half" zoo forsch en zoo krachtig op het Asser Congres doen hooren. „Laten wij steeds paraat zijn, om een ieder, die ons in den strijd om een eerlijk bestaan wil tegenhouden, uit yolle borst toeroepen: „halt!" Dat zijn woorden, die ons uit hef hart gegrepen zijn. Wij hebben het meermalen geprobeerd, maar toen wij het ondernamen werd ons, van meer dan één zijde, het verwijt toege- duwd, dat wij niet zoo luid moesten roe pen, dat we moesten zorgen, dat we keu rig netjes en waardig zouden blijven. Maar als men bezig is te verdrinken, en het water is aan de lippen, dan is het zoo uiterst moeilijk het „help"- op een zuiver aristocratischen toon uit te spreken; in zulk een toestand is het geoorloofd om zich zelfs heesch te schreeuwen, onver schillig van welke afkomst men is. En verkeert een zéér groot gedeelte van den middenstand dan nief in zulk een toe stand? Wordt niet van alle zijden getracht ons „kopje-onder" te duwen? Hij, die dit niet ziet of voelt, kent den strijd om het bestaan van den doorsnee middenstander niet, heeft geen deel aan de bovenmenschelijke pogingen en inspanning, die hij moet doen en voeren om dien strijd vol te houden. Neen, onderdanig fluisteren doen wij niet niet meer en we maken de woorden van den Bondsvoorzitter tof de onze: „Laten wij steeds paraat zijn om een ieder, die ons in den strijd om een eerlijk bestaan wil tegenhouden, uit volle borst toeroepen „half!" Zij, die daarmede niet instemmen of het liever niet wenschen „toe te passen ver staan de teekenen des tijds niet, tenmin ste niet, die er op wijzen, dat de midden- stands-organisatie een zwaren strijd moet voeren, 5n aller belang. Zeker is niet alles, wat hier gezegd wordt, onjuist, schrijft „Het Centrum". „Maar wij zijn 't toch meer eens met Dr. de Visser Neen, de Middenstand moet zijn kracht niet gaan zoeken in S.D.A.P.-manieren, maar .moet eens een ernstig gewetenson- VERSTROpIDHEID. Als men ziet, hoe slap soms de actie wordt gevoerd, niet omdat het de leiders aan kracht en durf ontbreekt, maar omdat zij door hun volgelingen eenvoudig in den steek worden gelaten, als men nagaat hoevele middenstanders georganiseerd zijn, en hoe ontzaglijk veel meer er niet georga niseerd zijn als men beluistert, hoe moeilijk het den leiders valt, om de leden tot een behoorlijke contributiebetaling te krijgen, dan begrijpt men ook, waarom vaak zoo weinig succes geboekt kon wor den. Niet in hard schreeuwen, niet in felle kritiek, niet in scherpe polemieken, niet in bombastische krachttermen, niet in spektakel-congressen en donder-redevoe- ringen schuilen de kracht en invloed van een organisatie. Vrouw van den professor: „Weet je ook waar mijnheer is, Marie? Hij zou voot^ mij dezen brief mee naar de post nemen. „Marei: „Ik weef 't niet, mevrouw. Maar u zult hem makkelijk kunnen vinden, want hij heeft hier juist een paar boeken staan inpakken en hij heeft vergeten het touw af te snijden." HAAR ANTWOORD De nieuwe dienstbode had de leelijke ge woonte om altijd met wijd open mond te loopen. Eens toen zij binnen kwam om tafel te dienen, zei mevrouw tegen haar: „Maar Marie, je mond staat weer wijd open. Dienstmeisje: „Ja mevrouw, ik heb hem zooeven zelf open gezet DAT WIST HIJ NIET. Marie," riep de minnaar uit, terwijl hij zich aan de voeten wierp van de rijke we duwe, „wilt ge mijn vrouw zi;n? „Ja," fluisterde zij en sloeg de .armer om zijn hals, „al beduidt dat dan ook de opoffering van mijn fortuin, want als ik hertrouw, komt het geld, dat mijn man me naliet, weer aan zijn familie.. „Marie," antwoordde de minnaar mei gebroken stem, „dat offer mag ik niet aan nemen Het is te veel! Ik zal een broeder voor je zijn!" BETER BESTAND. Marietje: „Hé. moe, ik wou, dat ik een echte baby had voor in m'n kinderwagen. Mn poppen vallen altijd kapot, als ze er uti vallen." Maar de kracht schuilt in.... die orga nisatie-zelve. Is die zwak, is die zonder fui en zondet geestdrift, welke kracht, welke invloed kan er dan van uitgaan? Het ontbreekt den Middenstand niet aan krachtige leiders, noch aan bekwame pen en wool d voerders. Maar het ontbreekt hem wel aan wat Dr. De Visser zoo juist noemde: de stalen een geest van daadkrachtig willen. Zoo deze er niet komt, zal er van den Middenstand nooit voldoende kracht uit gaan. Er moet komen een geest van samen werking. een geest van offervaardigheid, een geest van daodkraebfig willen. En eerst wanneer deze geest ove- on zen middenstand vaardig wordt, zal ook hij van overwinningen kunnen soreken. De gemeenteraad van Texel heeft beslotef» tot electrificatie van het heele eiland. De kosten zijn op 34.000 geraamd Het comiaé voor de nationale Grotius-' herdenking, die op Vrijdag 28 Augustus i.s. in het koor der Nieuwe Kerk te Delft za' plaats vinden, heeft de heeren mr H. C. Dresselhuys, lid van de Tweede Kamer, ou- sccretaris-generaal van het Departement vat Justitie en voorzitter van de centrale org i- nisatie voor een duurzamen vrede, en prof. mr. W. M. Treub, voorzitter van de Ver- eeniging voor Volkenbond en Vrede, oud- voorzitter van de Union des Associations pour la Société des Notions, bereid gevon den om als sprekers bij de herdenking op te treden. De herdenking zal des namiddags t drie aanvangen. Bij K. B. is aan den heer P. J. J Haaze voet, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. (Eene Legende.) „Dan is hij een gezegende des Heeren, want zijn huis bergt een schat, grooter dan kostbare robijnen en edelgesteenten." „Gij hebt gelijk, ofschoon gij niet weet van welk soort die edelsteen is. Doch, zeg gij nu op uwe beurt, wie gij zijt en waarom gij in uw ouderdom zoo zwaren arbeid moet verrichten?" „Ik ben Lea, de sl vin van Jair ben Is- sachar, daar beneden in het dorp." „Is uw heer zoo arm, dat hij zijn dienst boden niet genoegzaam voeden kan? Heeft hij geen knecht, dat een zwakke vrouw voor hem hout aansleepen moet?" Lea liet bedroefd het hoofd zinken. „Ach schoonste meesteres, Jair is niet arm aan geld en goed of knechten, maar ondanks da' ia hij de armste van allen! De hand des Heprtrt heeft hem zwaar getroffen. Eens wa, hij een vroolijk, gelukkig man, een va der voor zijn dienstboden. Toen hadden wij het goed. Maar thans leeft hij onder ons en ziet ons niet en laat ons over aan den willekeur der opzichters, want een onover winnelijke zwaarmoedigheid beheerschl zijn zinnen." „Heeft de dood hem zijn geliefden ont rukt?" „Gij zegt het. Eerst stierven zijn beide ouders, die hij zoo innig liefhad. Zij stierven op denzelfder. dag Issachar de rechtvaar dige en Sara de goedige. De kwade koorts rukte hen weg. En nauwelijks waren de klaagtoonen over hen verstomd, of de jonge schoone gade van Jair werd met het pas geboren zoontje door den dood weggerukt. O, wee ons. Welk een schrikkelijk lijden. Esther was schoon als de roos van Saron en slank als de gazel der bergen. Hare liefde en trouw voor haar echtgenoot waren diep als de zee; hij koesterdè zich in haar zonnigen lach Esther was zijn gesloten tuin, ziin palmboom, zijn verkwikkende lenteregen. Hare hoop was voor hem als een gezegend veld, en nu, nu was alles weg. Toen verduisterde zijn denkvermogen. Hij leeft wel naar het lichaam, maar zijn geest is altijd in het doodenrijk bij de gestorve nen. Daarom ziet hij niet, hoe wij behandeld worden, hoogstens bekommert hij zich een weinig over zijne knechten. Wij, dienstmaag den, zijn overgelaten aan de willekeur eener opzichtster, eene booze vrouw, die geld bij eenschraapt om zich vrij te koopen en het meel achterhoudt, waarvan wij ons brood bakken moeten. Lea begon hier bitter te weenen. De toe- gesprokene streek zachtjes over hare hand. ,Gij bemint uw meester?" „Hoe zou ik hem niet beminnen? Ik heb hem verzorgd en bewaakt toen hij een kind was. Ik heb zijne moeder geholpen, eerst bij het weven van zijn rokje en later bij het vervaardigen zijner feestkleederen. Ik heb hem verpleegd, toen hij ziek was, ik. heb het maagdenkoor geleid toen wij hem het brui loftslied toezongen en later ook helaas bij het zingen der klaagliederen. Toen hij mij de vrijheid geven wilde, nam ik ze niet aan. Daarop ging hij met mij naar de over heid, zooals het behoort en doorboorde mij het oorlelletje, als teeken mijner levenslange dienstbaarheid.. zie hier!" En de oude vrouw trok haastig haar slechten hoofddoek ter zijde. „En ondanks dat alles acht hij uw trouw niet en bekommert hij zich niet om u?" „Ik zeide u reeds, meesteres, dat zijne zinnen verstoord zijn. Hij ziet en ziet toch niet. Daardoor heeft de booze vrouw macht over ons. Mij haat zij, omdat ik vertrouwen stel in den meester en haar naspeur als zij onrechtvaardig is. Zij heeft het verschrikke lijk op mij gemunt. Zij overlaadt mij met werk, om mij, wanneer ik van afmatting als gebroken ben, te kunnen verwijten dat ik tot gex arbeid meer geschikt ben, en dan wil zij me in het geheim wegzenden." „Kan zij dat zonder de inwilliging van Jaïr?" „Hij is in alles zoo onverschillig, dat hij slechts knikt bij alles wat zü hem zegt. Ach. ik doe al wat ik kan, om hare wraak te ontgaan. Maar gisteren zag ik haar met den meelhandelaar Zacheüs luisteren, toen hij op onze hofstede kwam, en ontzetting greep mij aan!" „Gelooft gij, dat gij aan dien man ver kocht zult worden?" Lea beefde, „God beware mij! Ik vrees het! Gij moet namelijk weten, meesteres, dat Zacheüs zeer goede zaken maakt, door overal voor weinige drachmen oude, waar- helder licht in mijne ziel opgegaan en mijn verzoek is dit, dat de meesteres met Jaïr spreken zal en hem zeggen, hoe het mij ge steld is." Lea wendde zich nu tot Maria, terwijl zij smeekend haar kleed vastnam: „Meesteres er licht eene macht in u, er schittert een licht in uwe oogen, er klinkt een toon in' uwe stem, waaraan niemand weerstaan kan! Ik weet, ik gevoel het: de droefheid en i zwaarmoedigheid van Jaïr zal voor uwe te- delooze slavinnen op te koopen. Hij weet ze genwoordigheid vluchten als nevel voor de rir*<5' rlicrtctirf c mnlfPtl Tn oorto AnrtV'o.TO. vrvn I T-Tü -rol 11 -mnlinnrpn Viii 7ACn D0- nog dienstig te maken. In eene donkere schuur worden ze opgesloten, met ketenen aan de voeten. Op den naakten grond moeten zij slapen, zonder mat, zonder deken; haar voedsel be staat uit eene handvol gerstenbrij en een teug water. En daarvoor moeten zij dag en nacht aan den molen zitten. Malen, malen moeten zij onder vloeken en slagen, tot zij dood nedervallen O, God van barmhar tigheid, bewaar mij voor die ellende!" De jammerklacht der beangstigde oude vrouw klonk hartverscheurend door de vreedzame stilte van het woud. Maria wisselde een blik met haren bege leider en Jozef trok zijn schralen geldbuidel uit zijn gordel en begon de drachmen en kleinere geldstukjes te tellen. „Wellicht is het toereikend, om de arme vrouw los te koopen. Uwe verwanten zullen haar wel tot vich nemen," fluisterde hij, zich tot Maria overbuigend. Lea had die woorden verstaan. Zij wierp zich voor den goeden man neder en kuste den zoom van zijn mantel. „Meester, gij z')i liefderijk als de zon en mild als de maan! Vergeef uwe dienstmaagd, zoo zij het waagt hare stem te verheffen en u iets te vragen. Zie; als gij mij van Jaïr loskocht, zou ik het wel goed hebben, maar mijn arme ge bieder zou alsdan niemand meer bezitten die hem bemint, die heimelijk voor hem zorgt, die voor hem bidt tot God den Al machtige! Neen, ik zou niet verre kunnen zijn van hem, dien ik als een zoon liefheb. De booze vrouw zal mij echter ook niet langer kwellen Sinds ik dc Meesteres, Ma ria, uwe echtgenoot» beb aangezien, is een zon! Hij zal u aanhooren, hij zal zich be zinnen en de arme Lea, die hem op hare armen gedragen heeft, wederom aanzien! En als hij zich eenmaal weer meer hecht aan het leven, dan zal 'f van lieverlede weer beter met hem worden! Daarom smeek ik u deemoedig, meesteres Maria, spreek voor mij ten beste bij mijn meester!" De stem van Lea stokte. Er ontstond eene plotselinge stiltp. Maria zat als stom, in zich gekeerd, als luisterde ze naar eene al leen voor haar hoorbare stem. Jozef wilde haar toefluisteren; toen legde zij haar vin ger op de lippen en ook hij zweeg. Men hoorde het zachte ruischen der bladeren in de kruinen der boomen, het kabbelen van het beekje, het zware, angstige ademhalen der oude slavin, wier oogen met verterende vurigheid aan het gelaat der bevallige vrouw hingen. Eindelijk richtte Maria zich op, nam de magere handen der biddende vrouw in de hare en legde ze aan haar hart. Een stroom van warmte ging vandaar uit en trok wel doende door de sidderende ledematen der oude vrouw. „Wat weervaart mij, meesteres? Welk een gevoel van zaligheid doordringt mij? Zijt gij een engel, die in menschengedaante onder ons rondwandelt?" Met een gullen glimlach op het gelaat schudde Maria met het hoofd. „Het is niet mijne kracht, welke op u overging. Het is slechts een teeken, dat de Heer uw gebed verhoord heeft." „Hejt schijnt mij toe, als schittert een glans door uw a-waad. D-aagt gii eezi „--a die eóelsteenen bij u, welke in hun eigen licht fonkelen?" „Ja en wel den kostbaarsten edelsteen der wereld!" „Wees dan wel op uw hoede, dat geen roover hem u ontneemt." „Hij behoedt zich zelf en tevens mij. Doch kom thans, laten wij uwen gebieder opzoe ken. De Heer za! mij de genade geven, dat wij hem vinden en zijn hart leiden zooals gij wenscht Bij deze woorden stond Maria op en zei- de tot haar echtgenoot: „Het is de wil Gods. Hij zal ons'den weg effenen." Jozef bukte z;ch. raapte de reisbenoodigd- heden bij elkaar en ging dan met zijne door geheimen omschaduwde gezellin den weg op dien Lea hun aanwees. De oude vrouw had den rijsbundel weder- om opgenomen en strompelde onder dien last hijgend en met moeite voort, zoodat zij slechts langzaam voortkwamen op den weg welken zij hadden af te leggen. Eindelijk bereikten zij den boord van het woud. Gele tarwe-velden schitierden hun legen. Op een ervan was de oogst reeds begonnen. Een deftig man, die echter diep gebogen en vermoeid kwam aanstappen, wandelde in een bruin en geel-gestreepten mantel langs den zoom van het veld. „De Heer zendt ons Jaïr tegemoet," fluisterde Lea. Daar is mijn gebieder." Maria fluisterde enkele woorden tot Jozef en sprak dan tot de oude vrouw „Blijf met uwen last in het bosch en let op het tee ken, dat ik u geven zal. Als ik u wenk, kunt gij komen en voor het aangezicht van uw heer verschijnen. Daarop sloeg Maria haren sluier vast om Zich heen en schreed met Jozef op den een zamen, gebogen man op het oogstveld oe. Jair de zoon van Issachar, stond stil en blikte over zijn akkers. Waarlijk, het was een gezegend jaar. De verschillende weers gesteldheden hadden samengewerkt om den oogst tot een buitengewonen te maken. Brood en koren zouden in overvloed voor handen zijn. Onwillekeurig gleed een licht welgevallen over d- J->nkere, onverschillige trekken van den man, toen hij het dichte korenveld zag. welks zwaargevulde aren hem toeknikten, terwijl de sterke armen der maaiers er lus tig hunne zichten indreven. Achter de maai ers liepe de dienstmaagden en bonden de garven. Arenleessters, met bonte hoofddoe ken, gingen door de stoppels op en neer, bukten zich van tijd lot tijd en verzamelden de gevondene halmen tot een bundel in har armen. Het was een schoon, vreedzaam beeld van het landleven. Jair's hart werd er door ge troffen. Hij onderging den invloed dezer gul den stonde. Maar dan verdween die halve glimlach weder, die om zijn lippen spelen wilde, want hij dacht, voor wien oogst ik? Voor wien vul ik mijne voorraadschuren? Mijne vrouw, die er zich in zou verheugd hebben, is dood! Mijn zoon. voor wie ik schatten zou vergaren, heeft nauwelijks ge ademd! Mijne ouders kan ik op hun ouden dag niet verplegen, om hun al hunne goed heid te vergelden! Wat heb ik aan dién overvloed, als ik niemand bezit, met wien ik hem deelen kan! Terwijl hij zich aan deze treurige gedach ten overgaf, kwamen opeens" twee reizigers vanuit het woud naderbij en recht op hem tan. Jair placht anders vreemdelingen geen blik waardig te keuren, dezen echter trokken zijn oogen onweerstaanbaar aan. De man zag er in zijn eenvoud zoo voiwaaidig uit, zooals hij daar beschermend voortschreed naast zijn gezellin, wier bevallige gang den waarnemer aan een slanken palmboom de den denken, die door den wind zacht be wogen wordt. Jaïr bleef rustig staan en lief het paar aldus naderen. Het was hem daarbij als be gon een zoet gezang heel zachtjes door de luchf te klinken... Waar had hij dien zang reeds meer gehoord? Dal hei gleed over zijn hart, als de zachte lente-regen over een verdorden akker. Nu waren de vreemden hem genaderd. De man begroette hen in waardige houding. „De vrede zij met u!" „Met u zij de «'-ede-' Jaïr maakte een« buiging (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5