EVENTJES LACHEN.
lilillli'
Binnenlandsch Nieuws
„Gratia plena".
9*
iiil
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Donderdag 20 Augustus 1925
De Belgische schuldenconimissie heeft met de Amerikaansche regee-
ring overeenstemming bereikt. In Parijs wordt van 1 tot 6 Septem
ber a.s. een wereldcongres voor den vrede gehouden. De onderhande
lingen tusschen patroons en arbeiders in de Saksiche textielindustrie af
gesprongen.
Onder de Radio-berichten: Het stakende Fransche bankpersoneel
eischt, dat de staat alle banken zal opvorderen. De typhus in Duitsch-
land overgeslagen naar Westfalen, Conflict in de mijnindustrie in
Poolsch-Silezië.
Gem. buitenl. berichten.
AND
De staking van 't t ransche
bankpersoneel.
Caillauxreis naar Londen.
Üe luipaard gedood.
De politieke onrust in
Duitschland.
De typhus.
Loonconflict in de
Silezische mijnindustrie.
Middenstands-actie.
Texel geëlectrificeerd.
De Herdenking van Hugo
De Groot.
P. J. J. Haazevoet.
FEUILLETON.
wordt dat de ontploffing het gevoig is van
gebrekkige ketels. Direct nadat het ongeluk
had plaats gehad, snelden marinesloepen en
torpedojagers te hulp en namen de met zwa
re brandwonden bedekte passagiers over,
die zij naar het marinehospitaal brachten
H.
HUWELIJKEN EN ECHTSCHEIDIN
GEN IN FRANKRIJK.
Een veertigtal jaren geleden waren de
huwelijksbanden in Frankrijk blijkbaar hech
ter dan thans. Men dacht weliswaar aan echt
scheiding, want in 1885 b.v. zijn er 4123 hu
welijken ontbonden. Doch dit cijfer is toch
niet met dat der moderne tijden te vergelij
ken, daar het vorig jaar het aantal niet meer
of minder dan 21.053 bedroeg Het record
werd in 1921 geslagen, toen de gedemobili
seerde echtgenooten van het front terugkeer
den en een „nieuw leven" wilden beginnen.
Bijna 33.000 huwelijken die hetzij de eerste
stormen reeds lange jaren geleden goed had
den doorstaan, hetzij pas in den bewogen
oorlogstijd, tijdens een kort verlof van een
gemobiliseerde waren gesloten, werden zon
der meer ontbonden.
Sedert dit ongelukkige jaar 1921 is dus het
De Belgische schulden
aan de V. S.
Men is tot overeenstemming gekomen ten
aanzien van de regeling der Belgische schuld
aan Amerika.
Ingevolge de overeenkomst zullen de 171
millioen dollar, welke gedurende den oorlog
aan België zijn geleend, worden terugbetaald
over een periode van 62 jaar, zonder interest.
Het bedrag van ca. 246 millioen, dat na
den wapenstilstand is geleend, zal gedurende
dezelfde periode worden terugbetaald. De
rente hiervan zal 3 V2 bedragen na de eer
ste tien jaren.
Een Wereldcongres voor
den vrede te Parijs.
Van 1 tot 6 September zal in de Sorbonne
fe Parijs het 14e Congrès Universel de la
Paix worden gehouden. In 1922 had het in
Londen, in 1924 in Berlijn plaats. Tal van
internationale en nationale vredesorganisa
ties, zooals de Internationale Unie van Vol-
kenbondsvereenigingen, het Europeesch Bu
reau der Carnegie schenking, de Ligue In
ternationale des Droits de l'Homme, alsmede
tal van politieke, volkenrechtelijke en femi
nistische vereenigingen zullen vertegenwoor
digd zijn. Reeds uit Frankrijk alleen zullen
ongeveer 45 vereenigingen (o.a. de Associa
tion de la Paix par le Droit, de Fransche
groep der Parlementaire Unie, enz.) gedele
geerden zenden.
Het congres zal door minister-president
Painlevé worden geopend, terwijl Herriot,
voorzitter der Kamer, en Loebe, voorzitter
van den Duitschen Rijksdag, het woord zul
len voeren. Op de agenda der beraadslagin
gen staan het Trotocol van Genève (dat op
de Vergadering van den Volkenbond te Ge
nève, die 7 September opent, zal worden be
sproken), de Veiligheid, de Ontwapening,
de economische organisatie van den vrede
en de pacifistische propaganda onder de
jeugd.
Het Organisatie Comité, dat Charles Ri-
chet, lid van de Academie des Sciences, tot
president heeft, telt Charles Gide, Jouhaux,
Victor Basch, de oud-minister Franfois Al-
bert, Justin Godart, Violette, alsmede mevr.
Avril de Sainte-Croix tot leden. Secretaris
generaal van het comité, is de heer Lucien
Le Foyer, 43 Rue du Faubourg Sain-Hono-
ré, Parijs.
Het Veiligheidspact.
In verpand met de tegenstrijdige mede-
deelingen over de vertraging in de overhan
diging, te Berlijn, van het Fransche ant
woord op de Duitsche nota inzake het Vei
ligheidspact, verklaart men aan de Quai
d'Orsay dat het om hoffelijkheidsredenen
noodig was om den te Londen vastgestel-
den tekst, alvorens hem te overhandigen,
eerst aan de andere geallieerden te toonen,
Deze tekst is echter definitief en zal niet
worden gewijzigd, zelfs niet indien er be
zwaren worden geopperd. Men zal met de
ze bezwaren eventueel rekening houden tij
dens de latere onderhandelingen maar de
overhandiging zal spoedig geschieden zon
der te wachten voor het geval er nog advie
zen vertraagd mochten inkomen. De tekst
is reeds in handen van den Franschen ge-
Zant te Berlijn.
Het Congres der Socia
listische partij.
Het besluit van het socialistische congres
6m de regeering-Painlevé niet langer te steu
nen, wekt bittere critiek van de zijde der
aanhangers van het ministerie Painlevé. De
„Ere Nouvelle" spreekt de hoop uit, dat in
de practijk de geest van het linksche kartel
zal blijven bestaan en zal voortgaan, het- mi
nisterie te steunen, De „Chronique Radi
cale" het officieele orgaan der radicale partij,
acht het mogelijk te regeeren zonder den
steun der gematigden te vragen. Een welwil
lende houding der socialisten in moeilijke
momenten is voldoende.
De „Quotidien" verklaart, dat het recht-
sche deel der socialistische partij zal kun
nen voortgaan voor Painlevé te stemmen
Zonder de discipline te schenden.
aantal echtscheidingen verminderd, helaas
echter niet omdat de echtgenooten het beter
met elkaar konden vinden, maar veeleer om
dat het aantal huwelijken zoo sterk vermin
derd is. Terwijl er in 1920 623.869 huwelijken
werden gesloten, is dit aantal in 1924 tot
344.923 teruggeloopen. Zoodat men thans
één echtscheiding op elke 17 huwelijken te
boeken heeft.
DE LUIPAARD.
De ontvluchte luipaard is nog steeds niet
gevonden. De jacht in het Bois de Boulogne
duurt voort, maar heeft bescheidener vormen
aangenomen, teneinde een grooten menschen-
toeloop te vermijden.
De politie vat het gebeurde ernstig op en
Ziet wel degelijk een gevaar in de aanwezig
heid van het roofdier in het bosch. Ze zal
daarom niet rusten voor zij den vluchteling
te pakken heeft.
DE STRAATONGELUKKEN TE LON
DEN.
Het steeds toenemend aantal straatongeluk
ken als gevolg van het steeds vermeerderend
aantal automobielen veroorzaakt groote on
gerustheid. In de eerste zeventien dagen van
Augustus werden 105 personen gedood, 216
gewond.
Het conflict in de Saksi
sche textielindustrie.
De onderhandelingen tusschen de werk
gevers en de arbeiders in de Saksische tex
tielindustrie zijn mislukt.
De werkgevers hebben alle atbeiders te
gen 5 September ontslagen.
De antisemietische be
toogingen te Weenen.
De „Wiener Börsenztg" publiceert een
brief van bondskanselier Ramek aan het
Zionistencongres, waarin hij o.m. zegt
Het Zionisme is een der meest omstreden
volksbewegingen der laatste tientallen jaren.
Ik heb opgemerkt, dat het Zionisme ook in
den boezem van het Jodendom zelf tegen
standers heeft gevonden en, zij het ook in
kleinen getale, nog vindt. Het is derhalve
niet te verwonderen, dat het bij de christe
lijke bevolking veelvuldig op tegenstand
stuit. Ik zelf ben overtuigd, dat het Zionis
me geen belangen der christelijke bevolking
schendt, dat het integendeel geschikt schijnt
de oeroude tegenstellingen te overbruggen
en de verbetering van het op achting ge
gronde wederkeerige elkaar begrijpen te be
vorderen.
Ramek wenscht het Congres toe, dat het
in de door hem aangeduide richting een wer
kelijke verbetering tot stand moge brengen.
Het conflict in de Noor-
sche papierindustrie ge
ëindigd.
De werkgevers en de arbeiders in de pa
pierindustrie hebben het voorstel van den
officieelen bemiddelaar om het bestaande
contract met een jaar te verlengen, aanvaard.
Militaire vliegtuigen ver
ongelukt.
Bij vliegoefeningen in de buurt van Du-
bendorf (Zwitserland) zijn twee militaire
vliegtuigen met elkaar in botsing gekomen.
De beide aviateurs kwamen om.
De oorlog in Marokko.
Aan het front van Taza is het Fransche of
fensief ter voorbereiding der groote operatie
volgens het plan-Lyautey volkomen geslaagd.
Ten Z. van het front der Tsoels zijn ver
schillende stammen hun onvoorwaardelijke
overgaaf komen aanbieden.
Volgens den correspondent van de„Temps"
te Fez, zal de reorganisatie van het Fransche
leger in Marokko deze week geheel gereed
zijn. De strijdmacht bestaat uit zeven divisies,
die elk twee gemengde brigades bevatten
deze brigades bestaan uit twee regimenten
van drie bataljons en op zijn minst twee groe
pen artillerie. De divisies op het Marokkaan-
sche front zullen meer infanterie tellen dan
die in Frankrijk 12 bataljons in Marokko
tegen slechts 9 in Frankrijk.
Het feitelijk doel der te verwachten ope
raties zou minder zijn het bezetten van Rif
gebied dan wel het ontwapenen van de wa
pendepots der Rifs, die een gevaar voor Ma
rokko vormen. Zij zouden het midden hou
den tusschen een veroveringsoorlog, welke
onvereenigbaar zou zijn met de verdragen en
verklaringen der Fransche regeering, en een
wintercampagne, die zwaar op het budget
van Frankrijk zou drukken. Kortom, het
plan in quaestie moet Fransch Marokko be
schermen tegen aanslagen als die, welke het
kortelings bijna verloren hebben doen gaan.
De correspondent van de „Temps" legt
er dan ook den nadruk op dat men geen tijd
verloren moet laten gaan, doch nu slag moei
leveren vóór het regenseizoen is gekomen.
De ketelontploffing op de
Amerikaansche plezier
boot.
Het aantal personen dat tengevolge van
de ketelontploffing aan boord van de Ame
rikaansche plezierboot gedood werd, is tot
23 gestegen. De doktoren zeggen, dat nog
tien personen zullen overlijden.
De ontploffing had plotseling plaats toen
hel schip na het uitstapje aan het eind van
den dag te. Pawtucket terugkeerde. Geloofd
In antwoord op een door de banken bij
den Aartsbisschop van Parijs gedanen stap
heeft deze een brief tot de stakers gericht,
waarin hij hun den raad geeft zoo spoedig
mogelijk te staking te eindigen, welke on
der de huidige omstandigheden nadeelig is
voor de belangen des lands.
De Aartsbisschop erkent echter, dat de
bedienden een voldoende salaris moeten
hebben om aan de nooden van het dage-
lijsch leven het hoofd te kunnen bieden.
Het stakende bankpersoneel heeft de on
mogelijkheid ervan ingezien om een bijeen
roeping van het parlement te verkrijgen, ten
einde ten gunste der stakers tusschenbeide
te komen en heeft heden besloten den nieu
wen buitengewoner eisch te stellen, dat alle
banken onmiddellijk en geheel en al zouden
worden opgevorderd, ten einde in net lands
belang de operaties voor de lecning te ver
zekeren. Zij zullen den dienst onder leiding
van den staat, maar buiten hun werkgevers
om, hervatten. Caillaux weigerde officieel
kennis te nemen van een dergelijke resolu
tie.
Bevestigd wordt, dat Caillaux Zondag al
leen naar Londen zal vertrekken.
Caillaux zal, alleen vergezeld van den in
specteur der financiën, verscheiden dagen te
Londen doorbrengen om te spreken over de
schulden en tal van financieele en economi
sche vraagstukken. De mogelijkheid van een
spoedigen terugkeer naar Londen van de
Fransche deskundigen is geenszins onder de
oogen gezien.
Er is nog niets definitiefs besloten no
pens de onderhandelingen met de V. S. en de
personen belast met het voeren daarvan.
De luipaard, die Zaterdagnacht uit de Jar-
din d'Acclimatation te Parijs ontsnapte, is
terniorgen in het Bois de Boulogne dood
geschoten.
Naar het „Berliner Tageblatt" verneemt,
is de Berlijnsche hoofdcommissaris van po
litie voornemens niet* alleen het dragen van
stokken bij optochten te verbieden, maar ook
demonstraties in straten van de z.g. eerste en
tweede orde principieel tegen te gaan. Dit
natuurlijk naar aanleiding van de kloppar
tijen, die den laatsten tijd om de haverklap
in de straten lan Berlijn tusschen aanhan
gers van rechts en van links plaats vinden.
In weerwil van alle voorzorgsmaatregelen,
is de typhus-epidemie ook naar Westfalen
overgeslagen. Te Rheine waren tot Dins
dagavond reeds 60 gevallen geconstateerd.
D'ie personen zijn overleden.
De „Schlesisc'he Ztg." meldt uit Katto-
witz, dat de arbeidsgemeenschap der zwaar-
industrie de bestaande loonregeling bij den
erts- èn kolenmijnbouw tegen 31 Aug. heeft
opgezegd, daar de afzetcrisis en de crediet-
moeilijkheden een verlaging der loonen
noodzakelijk maken.
De vakvereenigingen besloten daarop ook
harerzijds de loonovereenkomst op te zeg
gen, ten einde een verhooging der loonen
overeenkomstig de stijging der prijzen te er
langen.
Men kan het niet ontkennen; cok Ut) -en
middenstand is groote ontevredenheid.
Nief altijd terecht. Maar evenmin altijd
ten onrechte.
Niet altijd terecht, omdat men veelal
niet ziet, wat men wél heeft bereikt, om
dat men zich blind blijft staren op wat
men niet heeft bereikt.
Dit is een fout, die waarlijk niet alleen
aan Middenstanders eigen is!
Maar men klaagt ook wel terecht, vooral
wanneer men moet constafeeren, dat bij
Regeering en Volksvertegenwoordiging
veel te weinig met gerechtvaardigde wen-
schen en grieven van den Middenstand
rekening wordt gehouden.
Hoe komt dit?
De Redacteur van het Weekblad „Han
del en Nijverheid" schrijft dit toe, aan de
al te zoetsappige wijze, waarop de Mid
denstand zijn actie pleegt te voeren.
Nadat in rouwrand! eerst dit wijze
woord van Dr. De Visser, gesproken op
het in 1902 te Amsterdam gehouden Mid
denstands-congres is geciteerd.
„Beter dan zenuwachtige opwellingen of
ontevreden uitingen is de stalen veer
kracht van het solidaire willen", schrijft
de heer Koopmeiners, redacteur van Han
del en Nijverheid'
„Het is we! opmerkelijk, dat het woord
arbeiders-organisafie iets anders weer
geeft, anders op het gemoed inwerkt, dan
het woord middenstands-organisatie.
Merk maar eens op: indien in de mid
denstandsbeweging iets op touw wordt ge
zet, indien hij op werkelijk rechtvaardige
gronden fer behartiging van zijn bestaans- derzoek houden
rechter iets onderneemt, hoe weinig zich A
daar de publieke opinie mee bemoeit; zelfs
bij hel allergrootste gedeelte van den
middenstand zelf kan dit worden opge-
merkt.
Geschiedt zoo iets bij de arbeiders-or
ganisatie, dan leeft en woelt en bruischt
het in den boezem der arbeiders, terwijl,
als om strijd, de geheele pers het vóór en
het tegen daarvan in ellenlange artikelen,
dag in dag uit, aan den volke kond doet.
Dat is het groote succes der arbeiders
organisatie; en niet alleen daarvan, doch
ook van de groote politieke partijen
Men zoekt een leus, men vindt iets waar
mede men een ander nadeel kan berokke
nen en dan wordt daarmede over geheel
ons land een inslaand bombast-spektakel
op touw gezet, eclatante redevoeringen ge
houden, grootscheepsche meetings belegd,
van welke reclame gunstige resultaten
worden verwacht.
Jaar in jaar uit heber. we een en an
der kunnen constafeeren, en zij, die deze
bombastmiddelen hebben toegepast, heb
ben belangrijke zeggenschap gekregen in
het besturen van het schip van staat, ter
wijl de arbeiders, mede door toedoen en
als vrucht van hun geruchtmakende acties,
heel wat kroote resultaten ten hunne voor
deele hebben geboekt.
De middenstands-organisatie heeft nim
mer van protest-meetings gehouden. nim
mer in het kielzog der arbeiders- en poli
tieke organisaties gevaren, en, als eens een
enkele keer hem het water aan de lippen
kwam en zij inplaats van eerbiedig smee-
kend eén kreet van verontwaardiging deed
booren, dar zijn haar medestrijders ter
stond daar en roepen haar rust en kalmte
toe, om toch vooral de „waardigheid" van
den middenstand niet te kwetsen
Wij hebben ons dikwijls afgevraagd, of dit
wel de goede weg is, om den middenstand
in zijn strijd om het bestaan te helpen of
te handhaven, want dit is toch onafwijsbaar
onze taak, daarvoor is toch de midden
stands-organisatie in het leven geroepen; de
middenstand is toch medegerechtigde vooi
wat betreft zijn bestaansrecht in de samen
leving, al komen wij zoo langzamerhand tot
de conclusie, dat dit slechts erkend wordt,
als hij dient als belasfingobject.
Grootkapitaal en arbeid, aangemoedigd en
gesteund door de overheid, dringen den
middenstand van zijn plaats, van het pla
teau, waar ruimschoots voor de drie stan
den plaats was. Zij slaan met alle macht er
op los. Nu kan de middenstand wel, met
inachtneming van zijn waardigheid, vragen,
bidden en smeeken, om het niet zoo hard
te doen, om hem een beetje tv ontzien,
doch na tal van jaren dit te hebben ge
daan, zien we toch. dat we steeds verder
worden teruggedrongen en dat wc ons thans
op een „gevaarlijke helling' bevinden.
Moet hij zich nu, terwille van zijn z.g.n.
waardigheid, maar in het moeras laten drin
gen en daar verdrinken? Of is hij verplicht
te trachten gelijke wapenen machtig te
worden, waarmede hij zijn tegenstanders
uit volle borst een krachtig „halt" kan toe
roepen?
De voorzitter van den Ned. Middenstands
bond, de heer Ed. G. Schürmaon, heeft dit
„half" zoo forsch en zoo krachtig op het
Asser Congres doen hooren.
„Laten wij steeds paraat zijn, om een
ieder, die ons in den strijd om een eerlijk
bestaan wil tegenhouden, uit yolle borst
toeroepen: „halt!"
Dat zijn woorden, die ons uit hef hart
gegrepen zijn.
Wij hebben het meermalen geprobeerd,
maar toen wij het ondernamen werd ons,
van meer dan één zijde, het verwijt toege-
duwd, dat wij niet zoo luid moesten roe
pen, dat we moesten zorgen, dat we keu
rig netjes en waardig zouden blijven.
Maar als men bezig is te verdrinken, en
het water is aan de lippen, dan is het zoo
uiterst moeilijk het „help"- op een zuiver
aristocratischen toon uit te spreken; in
zulk een toestand is het geoorloofd om
zich zelfs heesch te schreeuwen, onver
schillig van welke afkomst men is.
En verkeert een zéér groot gedeelte van
den middenstand dan nief in zulk een toe
stand? Wordt niet van alle zijden getracht
ons „kopje-onder" te duwen?
Hij, die dit niet ziet of voelt, kent den
strijd om het bestaan van den doorsnee
middenstander niet, heeft geen deel aan de
bovenmenschelijke pogingen en inspanning,
die hij moet doen en voeren om dien strijd
vol te houden.
Neen, onderdanig fluisteren doen wij niet
niet meer en we maken de woorden van
den Bondsvoorzitter tof de onze:
„Laten wij steeds paraat zijn om een
ieder, die ons in den strijd om een eerlijk
bestaan wil tegenhouden, uit volle borst
toeroepen „half!"
Zij, die daarmede niet instemmen of het
liever niet wenschen „toe te passen ver
staan de teekenen des tijds niet, tenmin
ste niet, die er op wijzen, dat de midden-
stands-organisatie een zwaren strijd moet
voeren, 5n aller belang.
Zeker is niet alles, wat hier gezegd
wordt, onjuist, schrijft „Het Centrum".
„Maar wij zijn 't toch meer eens met Dr.
de Visser
Neen, de Middenstand moet zijn kracht
niet gaan zoeken in S.D.A.P.-manieren,
maar .moet eens een ernstig gewetenson-
VERSTROpIDHEID.
Als men ziet, hoe slap soms de actie
wordt gevoerd, niet omdat het de leiders
aan kracht en durf ontbreekt, maar omdat
zij door hun volgelingen eenvoudig in den
steek worden gelaten, als men nagaat
hoevele middenstanders georganiseerd zijn,
en hoe ontzaglijk veel meer er niet georga
niseerd zijn als men beluistert, hoe
moeilijk het den leiders valt, om de leden
tot een behoorlijke contributiebetaling te
krijgen, dan begrijpt men ook, waarom
vaak zoo weinig succes geboekt kon wor
den.
Niet in hard schreeuwen, niet in felle
kritiek, niet in scherpe polemieken, niet
in bombastische krachttermen, niet in
spektakel-congressen en donder-redevoe-
ringen schuilen de kracht en invloed van
een organisatie.
Vrouw van den professor: „Weet je ook
waar mijnheer is, Marie? Hij zou voot^ mij
dezen brief mee naar de post nemen.
„Marei: „Ik weef 't niet, mevrouw. Maar
u zult hem makkelijk kunnen vinden, want
hij heeft hier juist een paar boeken staan
inpakken en hij heeft vergeten het touw
af te snijden."
HAAR ANTWOORD
De nieuwe dienstbode had de leelijke ge
woonte om altijd met wijd open mond te
loopen. Eens toen zij binnen kwam om tafel
te dienen, zei mevrouw tegen haar: „Maar
Marie, je mond staat weer wijd open.
Dienstmeisje: „Ja mevrouw, ik heb hem
zooeven zelf open gezet
DAT WIST HIJ NIET.
Marie," riep de minnaar uit, terwijl hij
zich aan de voeten wierp van de rijke we
duwe, „wilt ge mijn vrouw zi;n?
„Ja," fluisterde zij en sloeg de .armer
om zijn hals, „al beduidt dat dan ook de
opoffering van mijn fortuin, want als ik
hertrouw, komt het geld, dat mijn man me
naliet, weer aan zijn familie..
„Marie," antwoordde de minnaar mei
gebroken stem, „dat offer mag ik niet aan
nemen Het is te veel! Ik zal een broeder
voor je zijn!"
BETER BESTAND.
Marietje: „Hé. moe, ik wou, dat ik een
echte baby had voor in m'n kinderwagen.
Mn poppen vallen altijd kapot, als ze er
uti vallen."
Maar de kracht schuilt in.... die orga
nisatie-zelve.
Is die zwak, is die zonder fui en zondet
geestdrift, welke kracht, welke invloed
kan er dan van uitgaan?
Het ontbreekt den Middenstand niet aan
krachtige leiders, noch aan bekwame pen
en wool d voerders.
Maar het ontbreekt hem wel aan wat
Dr. De Visser zoo juist noemde: de stalen
een geest van daadkrachtig willen.
Zoo deze er niet komt, zal er van den
Middenstand nooit voldoende kracht uit
gaan.
Er moet komen een geest van samen
werking. een geest van offervaardigheid,
een geest van daodkraebfig willen.
En eerst wanneer deze geest ove- on
zen middenstand vaardig wordt, zal ook
hij van overwinningen kunnen soreken.
De gemeenteraad van Texel heeft beslotef»
tot electrificatie van het heele eiland. De
kosten zijn op 34.000 geraamd
Het comiaé voor de nationale Grotius-'
herdenking, die op Vrijdag 28 Augustus i.s.
in het koor der Nieuwe Kerk te Delft za'
plaats vinden, heeft de heeren mr H. C.
Dresselhuys, lid van de Tweede Kamer, ou-
sccretaris-generaal van het Departement vat
Justitie en voorzitter van de centrale org i-
nisatie voor een duurzamen vrede, en prof.
mr. W. M. Treub, voorzitter van de Ver-
eeniging voor Volkenbond en Vrede, oud-
voorzitter van de Union des Associations
pour la Société des Notions, bereid gevon
den om als sprekers bij de herdenking op
te treden.
De herdenking zal des namiddags t
drie aanvangen.
Bij K. B. is aan den heer P. J. J Haaze
voet, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als lid van de Centrale Commissie
voor de Statistiek, onder dankbetuiging
voor de als zoodanig bewezen diensten.
(Eene Legende.)
„Dan is hij een gezegende des Heeren,
want zijn huis bergt een schat, grooter dan
kostbare robijnen en edelgesteenten."
„Gij hebt gelijk, ofschoon gij niet weet
van welk soort die edelsteen is. Doch, zeg
gij nu op uwe beurt, wie gij zijt en waarom
gij in uw ouderdom zoo zwaren arbeid moet
verrichten?"
„Ik ben Lea, de sl vin van Jair ben Is-
sachar, daar beneden in het dorp."
„Is uw heer zoo arm, dat hij zijn dienst
boden niet genoegzaam voeden kan? Heeft
hij geen knecht, dat een zwakke vrouw
voor hem hout aansleepen moet?"
Lea liet bedroefd het hoofd zinken. „Ach
schoonste meesteres, Jair is niet arm aan
geld en goed of knechten, maar ondanks
da' ia hij de armste van allen! De hand des
Heprtrt heeft hem zwaar getroffen. Eens
wa, hij een vroolijk, gelukkig man, een va
der voor zijn dienstboden. Toen hadden wij
het goed. Maar thans leeft hij onder ons
en ziet ons niet en laat ons over aan den
willekeur der opzichters, want een onover
winnelijke zwaarmoedigheid beheerschl zijn
zinnen."
„Heeft de dood hem zijn geliefden ont
rukt?"
„Gij zegt het. Eerst stierven zijn beide
ouders, die hij zoo innig liefhad. Zij stierven
op denzelfder. dag Issachar de rechtvaar
dige en Sara de goedige. De kwade koorts
rukte hen weg. En nauwelijks waren de
klaagtoonen over hen verstomd, of de jonge
schoone gade van Jair werd met het pas
geboren zoontje door den dood weggerukt.
O, wee ons.
Welk een schrikkelijk lijden. Esther was
schoon als de roos van Saron en slank als
de gazel der bergen. Hare liefde en trouw
voor haar echtgenoot waren diep als de
zee; hij koesterdè zich in haar zonnigen
lach Esther was zijn gesloten tuin, ziin
palmboom, zijn verkwikkende lenteregen.
Hare hoop was voor hem als een gezegend
veld, en nu, nu was alles weg.
Toen verduisterde zijn denkvermogen. Hij
leeft wel naar het lichaam, maar zijn geest
is altijd in het doodenrijk bij de gestorve
nen. Daarom ziet hij niet, hoe wij behandeld
worden, hoogstens bekommert hij zich een
weinig over zijne knechten. Wij, dienstmaag
den, zijn overgelaten aan de willekeur eener
opzichtster, eene booze vrouw, die geld bij
eenschraapt om zich vrij te koopen en het
meel achterhoudt, waarvan wij ons brood
bakken moeten.
Lea begon hier bitter te weenen. De toe-
gesprokene streek zachtjes over hare hand.
,Gij bemint uw meester?"
„Hoe zou ik hem niet beminnen? Ik heb
hem verzorgd en bewaakt toen hij een kind
was. Ik heb zijne moeder geholpen, eerst bij
het weven van zijn rokje en later bij het
vervaardigen zijner feestkleederen. Ik heb
hem verpleegd, toen hij ziek was, ik. heb het
maagdenkoor geleid toen wij hem het brui
loftslied toezongen en later ook helaas
bij het zingen der klaagliederen. Toen hij
mij de vrijheid geven wilde, nam ik ze niet
aan. Daarop ging hij met mij naar de over
heid, zooals het behoort en doorboorde mij
het oorlelletje, als teeken mijner levenslange
dienstbaarheid.. zie hier!" En de oude
vrouw trok haastig haar slechten hoofddoek
ter zijde.
„En ondanks dat alles acht hij uw trouw
niet en bekommert hij zich niet om u?"
„Ik zeide u reeds, meesteres, dat zijne
zinnen verstoord zijn. Hij ziet en ziet toch
niet. Daardoor heeft de booze vrouw macht
over ons. Mij haat zij, omdat ik vertrouwen
stel in den meester en haar naspeur als zij
onrechtvaardig is. Zij heeft het verschrikke
lijk op mij gemunt. Zij overlaadt mij met
werk, om mij, wanneer ik van afmatting als
gebroken ben, te kunnen verwijten dat ik
tot gex arbeid meer geschikt ben, en dan wil
zij me in het geheim wegzenden."
„Kan zij dat zonder de inwilliging van
Jaïr?"
„Hij is in alles zoo onverschillig, dat hij
slechts knikt bij alles wat zü hem zegt. Ach.
ik doe al wat ik kan, om hare wraak te
ontgaan. Maar gisteren zag ik haar met den
meelhandelaar Zacheüs luisteren, toen hij
op onze hofstede kwam, en ontzetting greep
mij aan!"
„Gelooft gij, dat gij aan dien man ver
kocht zult worden?"
Lea beefde, „God beware mij! Ik vrees
het! Gij moet namelijk weten, meesteres,
dat Zacheüs zeer goede zaken maakt, door
overal voor weinige drachmen oude, waar-
helder licht in mijne ziel opgegaan en mijn
verzoek is dit, dat de meesteres met Jaïr
spreken zal en hem zeggen, hoe het mij ge
steld is."
Lea wendde zich nu tot Maria, terwijl zij
smeekend haar kleed vastnam: „Meesteres
er licht eene macht in u, er schittert een
licht in uwe oogen, er klinkt een toon in'
uwe stem, waaraan niemand weerstaan kan!
Ik weet, ik gevoel het: de droefheid en i
zwaarmoedigheid van Jaïr zal voor uwe te-
delooze slavinnen op te koopen. Hij weet ze genwoordigheid vluchten als nevel voor de
rir*<5' rlicrtctirf c mnlfPtl Tn oorto AnrtV'o.TO. vrvn I T-Tü -rol 11 -mnlinnrpn Viii 7ACn D0-
nog dienstig te maken. In eene donkere
schuur worden ze opgesloten, met ketenen
aan de voeten.
Op den naakten grond moeten zij slapen,
zonder mat, zonder deken; haar voedsel be
staat uit eene handvol gerstenbrij en een
teug water. En daarvoor moeten zij dag en
nacht aan den molen zitten. Malen, malen
moeten zij onder vloeken en slagen, tot zij
dood nedervallen O, God van barmhar
tigheid, bewaar mij voor die ellende!"
De jammerklacht der beangstigde oude
vrouw klonk hartverscheurend door de
vreedzame stilte van het woud.
Maria wisselde een blik met haren bege
leider en Jozef trok zijn schralen geldbuidel
uit zijn gordel en begon de drachmen en
kleinere geldstukjes te tellen.
„Wellicht is het toereikend, om de arme
vrouw los te koopen. Uwe verwanten zullen
haar wel tot vich nemen," fluisterde hij, zich
tot Maria overbuigend.
Lea had die woorden verstaan. Zij wierp
zich voor den goeden man neder en kuste
den zoom van zijn mantel. „Meester, gij z')i
liefderijk als de zon en mild als de maan!
Vergeef uwe dienstmaagd, zoo zij het waagt
hare stem te verheffen en u iets te vragen.
Zie; als gij mij van Jaïr loskocht, zou ik
het wel goed hebben, maar mijn arme ge
bieder zou alsdan niemand meer bezitten
die hem bemint, die heimelijk voor hem
zorgt, die voor hem bidt tot God den Al
machtige! Neen, ik zou niet verre kunnen
zijn van hem, dien ik als een zoon liefheb.
De booze vrouw zal mij echter ook niet
langer kwellen Sinds ik dc Meesteres, Ma
ria, uwe echtgenoot» beb aangezien, is een
zon! Hij zal u aanhooren, hij zal zich be
zinnen en de arme Lea, die hem op hare
armen gedragen heeft, wederom aanzien! En
als hij zich eenmaal weer meer hecht aan
het leven, dan zal 'f van lieverlede weer
beter met hem worden! Daarom smeek ik
u deemoedig, meesteres Maria, spreek voor
mij ten beste bij mijn meester!"
De stem van Lea stokte. Er ontstond eene
plotselinge stiltp. Maria zat als stom, in
zich gekeerd, als luisterde ze naar eene al
leen voor haar hoorbare stem. Jozef wilde
haar toefluisteren; toen legde zij haar vin
ger op de lippen en ook hij zweeg. Men
hoorde het zachte ruischen der bladeren in
de kruinen der boomen, het kabbelen van
het beekje, het zware, angstige ademhalen
der oude slavin, wier oogen met verterende
vurigheid aan het gelaat der bevallige vrouw
hingen.
Eindelijk richtte Maria zich op, nam de
magere handen der biddende vrouw in de
hare en legde ze aan haar hart. Een stroom
van warmte ging vandaar uit en trok wel
doende door de sidderende ledematen der
oude vrouw.
„Wat weervaart mij, meesteres? Welk
een gevoel van zaligheid doordringt mij? Zijt
gij een engel, die in menschengedaante
onder ons rondwandelt?"
Met een gullen glimlach op het gelaat
schudde Maria met het hoofd. „Het is niet
mijne kracht, welke op u overging. Het is
slechts een teeken, dat de Heer uw gebed
verhoord heeft."
„Hejt schijnt mij toe, als schittert een glans
door uw a-waad. D-aagt gii eezi „--a die
eóelsteenen bij u, welke in hun eigen licht
fonkelen?"
„Ja en wel den kostbaarsten edelsteen
der wereld!"
„Wees dan wel op uw hoede, dat geen
roover hem u ontneemt."
„Hij behoedt zich zelf en tevens mij. Doch
kom thans, laten wij uwen gebieder opzoe
ken. De Heer za! mij de genade geven, dat
wij hem vinden en zijn hart leiden zooals
gij wenscht
Bij deze woorden stond Maria op en zei-
de tot haar echtgenoot: „Het is de wil Gods.
Hij zal ons'den weg effenen."
Jozef bukte z;ch. raapte de reisbenoodigd-
heden bij elkaar en ging dan met zijne door
geheimen omschaduwde gezellin den weg op
dien Lea hun aanwees.
De oude vrouw had den rijsbundel weder-
om opgenomen en strompelde onder dien
last hijgend en met moeite voort, zoodat
zij slechts langzaam voortkwamen op den
weg welken zij hadden af te leggen.
Eindelijk bereikten zij den boord van het
woud. Gele tarwe-velden schitierden hun
legen. Op een ervan was de oogst reeds
begonnen. Een deftig man, die echter diep
gebogen en vermoeid kwam aanstappen,
wandelde in een bruin en geel-gestreepten
mantel langs den zoom van het veld.
„De Heer zendt ons Jaïr tegemoet,"
fluisterde Lea. Daar is mijn gebieder."
Maria fluisterde enkele woorden tot Jozef
en sprak dan tot de oude vrouw „Blijf met
uwen last in het bosch en let op het tee
ken, dat ik u geven zal. Als ik u wenk, kunt
gij komen en voor het aangezicht van uw
heer verschijnen.
Daarop sloeg Maria haren sluier vast om
Zich heen en schreed met Jozef op den een
zamen, gebogen man op het oogstveld oe.
Jair de zoon van Issachar, stond stil en
blikte over zijn akkers. Waarlijk, het was
een gezegend jaar. De verschillende weers
gesteldheden hadden samengewerkt om den
oogst tot een buitengewonen te maken.
Brood en koren zouden in overvloed voor
handen zijn.
Onwillekeurig gleed een licht welgevallen
over d- J->nkere, onverschillige trekken van
den man, toen hij het dichte korenveld zag.
welks zwaargevulde aren hem toeknikten,
terwijl de sterke armen der maaiers er lus
tig hunne zichten indreven. Achter de maai
ers liepe de dienstmaagden en bonden de
garven. Arenleessters, met bonte hoofddoe
ken, gingen door de stoppels op en neer,
bukten zich van tijd lot tijd en verzamelden
de gevondene halmen tot een bundel in
har armen.
Het was een schoon, vreedzaam beeld van
het landleven. Jair's hart werd er door ge
troffen. Hij onderging den invloed dezer gul
den stonde. Maar dan verdween die halve
glimlach weder, die om zijn lippen spelen
wilde, want hij dacht, voor wien oogst ik?
Voor wien vul ik mijne voorraadschuren?
Mijne vrouw, die er zich in zou verheugd
hebben, is dood! Mijn zoon. voor wie ik
schatten zou vergaren, heeft nauwelijks ge
ademd! Mijne ouders kan ik op hun ouden
dag niet verplegen, om hun al hunne goed
heid te vergelden! Wat heb ik aan dién
overvloed, als ik niemand bezit, met wien ik
hem deelen kan!
Terwijl hij zich aan deze treurige gedach
ten overgaf, kwamen opeens" twee reizigers
vanuit het woud naderbij en recht op hem
tan. Jair placht anders vreemdelingen geen
blik waardig te keuren, dezen echter trokken
zijn oogen onweerstaanbaar aan. De man
zag er in zijn eenvoud zoo voiwaaidig uit,
zooals hij daar beschermend voortschreed
naast zijn gezellin, wier bevallige gang den
waarnemer aan een slanken palmboom de
den denken, die door den wind zacht be
wogen wordt.
Jaïr bleef rustig staan en lief het paar
aldus naderen. Het was hem daarbij als be
gon een zoet gezang heel zachtjes door de
luchf te klinken... Waar had hij dien zang
reeds meer gehoord? Dal hei gleed over
zijn hart, als de zachte lente-regen over
een verdorden akker.
Nu waren de vreemden hem genaderd.
De man begroette hen in waardige houding.
„De vrede zij met u!"
„Met u zij de «'-ede-' Jaïr maakte een«
buiging
(Wordt vervolgd.)