V erkeersonge vallen. Voor Kees. Voor de Juliaantjes. Vrijdag 21 Augustus 1925 49ste Jaargang No. 16125 Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad Niet zoo eenvoudig. DE FRANSCHEN IN NOORD-AFRIKA. Agenda 22 Augustus Het bezoek van H. M. de Koningin. Auto in de sloot. Aanrijding. Aanrijding voorkomen. Pols gebroken. Het Kamerlid Van der Bilt. 9> J. J. WEBER ZOON OPTICIENS - FABRIKANTEN Koningstraat 10 Haarlet. Telegraphisch Weerbericht NA DE STORMRAMP. J. M. G1 J. S5— Jubileum. Personalia. De «So«netnentsprijs bedraagt voor Haarlem en Agentschappen: Pei week 0.25 Per kwartaal 3.25 Franco per post per kwartaal bij roo-riitbetaling 3.58 Bureaux: NASSAULAAN 49. Telefoon No. 13866 {3 lijnen). Postrekening No. 5970. Adverlenfiên 35 eenta per r«f<& Bij contract belangrijke korting: Advertentiên tusscben den tekst als ingezonden mededeeling. 60 et per regel op de le Pagina s 75 ct, per regel. Vraag- en aanbod-adver- tKitiën 14 regels 60 ct per plaat- sing: elke regel meer 15 ct, bi» rooruitbetaling. Alle abonnes op dit biad zijn, mgevoige ae verzeKeringsvoorwaarden j OjijlJ) tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 uUUU. .evensiange getteeie ongeschiktheid tot werKen door f 7Cfl verlies van beide armen beide beenen of beide oogen dU." dij een ongeva: met f OEI) doodelij ken afloop 1 oij verlies van een nana, f |OC 'en voet of een oog 1 'CU.' dij verlies van een f Cfl duim of wijsvinger uU.' dij een breuk van bij verlies vtmeen been of arm andere vinger Het bestuur van het N. V. V. heeft zich met een uitvoerige memorie in zake het vraagstuk der werkloosheid tot de nieuwe regeering gewend. Ofschoon het roode Ver bond ons alles behalve sympathiek is, wil len wij de beteekenis'van dezen stap niet verkleinen. Het stuk is met zorg en groote kennis van zaken samengesteld, beperkt zich uitsluitend tot het besproken onderwerp zonder in nuttelooze politieke of sociale beschouwingen af te dwalen. Daarom juist verdient het onze aan dacht. Veel in deze memorie kunnen wij als juist ■onderschrijven, zoo de bewering, dat de bestrijding der werkloosheid van overheids* wege tot nu toe wel op loffelijke wijze is geschied maar te veel met de bijgedachte, dat het verschijnsel van tijdelijken en voor- bijgaanden aard zou zijn; zoo ook de om schrijving van de verschillende groepen werkloozen en de oorzaak van hun arbeids loosheid. Zoo wordt er terecht op gewe zen, dat onder de werkloozen van thans allereerst een groep arbeiders is, die van huis uit tot de ongeschoolde arbeiders be hoort dan is er een groep, die zijn oor spronkelijk beroep in afzienbaren tijd geen arbeid zal kunnen vinden door de ver schuiving, die op velerlei terrein heeft plaats gevonden, waardoor het aantal be oefenaren van bepaalde beroepen voorloo- pig belangrijk minder zal zijn dan vroeger het geval was. Wij denken aan diamantbewerkers, typo grafen, meubelmakers, sigarenmakers en waarschijnlijk nog enkele beroepen, waar het verschijnsel minder sterk is dan in de hier genoemde; deze groep zal naar anderen arbeid moeten afvloeien. Voorts is er onder deze werkloozen een niet onbelangrijke groep jonge arbeiders, die, hoewel in hun jeugd in een bepaald vak opgeleid, door mobilisatie en crisis in dat vak niet voldoende zijn geschoold, zoo dat ze in hun oorspronkelijk gekozen be roep moeilijk werk zullen kunnen vinden :n feitelijk zijn gaan behooren tot het leger der ongeschoolde arbeiders. Voor een deugdelijke bestrijding van het ernstige maatschappelijke euvel, dat werk loosheid heet, is niets meer gewenscht dan een juiste omschrijving van de arbeids capaciteiten der werkloozen en het aangeven van de oorzaken, waardoor zij in hun ledigen staat geraakten. Terecht wijst verder het bestuur van het N. V. V, er op, dat de emigratie-mogelijkheden in de oorlogs- en na-oorlogs-jaren uitermate zijn bemoeilijkt, waardoor de normale afvloeiing van arbeidskrachten, zooals dit voor 1914 regelmatig plaats had, zoo goed als geheel tot stilstand is gekomen, en dat, hoewei een aantal bedrijven weer in betrekkelijk gun stige omstandigheden verkeeren, net toch niet te verwachten is, dat de industrie het overschot van deze arbeidskrachten spoedig zal absorbeeren. Na een dergelijke juiste karakteristiek ver wondert hét ons echter, dat het Vakver- bondsbestuur de regeering een oplossing aan de hand doet, welke moeilijk als afdoende kan worden beschouwd. In de memorie worden wel veel woorden besteed om de inrichting van een zelfstandig bureau onder leiding van een daarvoor aangewezen di recteur en in nauw contact met liefst onder voorzitterschap van den minister- presidènt te bepleiten, een bureau, dat dan voor een spoedige en doeltreffende werk verruiming, voornamelijk voor het scheppen van uitgebreide werkgelegenheid voor de arbeiders zal moeten zorgen, maar of hiermee inderdaad meer werk in Nederland zal somen, of daardoor inderdaad nieuwe arbeidsbronnen iullen ontstaan, wordt door aiets aanemclijk gemaakt. Zeker, het Ver- bondsbestüur laat niet na om er op te wijzen, dat tot verruiming van werkgelegen heid het in snel tempo uitvoeren van den aanleg van het Rijn—Twentekanaal, de Maaskanalisatie, drooglegging der Zuiderzee enz. in aanmerking komen. Maar om dat te bevorderen is toch geen nieuwe staats dienst, geen nieuw ambtenarenlegertje noodig? Wij zien niet voorbij, dat kanalisatie, mijn- en boschontginning niet alleen dade lijke werkgelegenheid, maar ook duurzame arbeidsverruiming kunnen verschaffen; maar of zij dit ook werkelijk zullen doen, staaf bij lange na niet vast. Wanneer land en tuinbouwproducten schaarsch zijn en er arbeidskrachten in dit bedrijf te kort ->men, dan kunnen wij begrijpen, dat er streven komt naar cultiveering van den nog woestcn bodem en vorming van landarbeiders. Wan neer er een wereldtekort is aan kolen of in de naaste toekomst een sterke vraag in'dit artikel te verwachten is, dan begrijp'.u wij den aandrang om naar zwart goud in eigen bodem te zoeken. Maar iedereen weet wel, dat het tegendeel het geval is. Daarom zou den wij den opzet van de memorie van het N. V. V., dat n.m. de regeering, gezien de nog altijd groote en vermoedelijk nog lang durige en toenemende werkloosheid, haar ernstige aandacht aan het euvel zal- gaan wijden, willen overnemen, maar een andere werkwijze willen aanbevelen dan tot nu toe geschied is. Wat onlangs in de Engelsche mijnindustrie is gebeurd kan ons hier ter leering zijn. Reeds zeer gerui- naen tijd heerscht in de Engelsche kolen- nijverheid een ernstige crisis. De werkloos- beid nam steeds toe, totdat de mijneigenaars besloten de loonen te verlagen om beter tegen de buitenlandsche concurrentie te kun nen concurreeren. Het bekende groote arbeidsconflict ontstond, waarin ook de regeering ten slotte maar te laat ge moeid werd. Toen bleek, dat de zaak lang niet zoo eenvoudig was op te lossen als de werkgevers voorstelden, n.m. met loonsver laging alleen. Want de arbeidersorganisa ties konden aantoonen, dat de loonfactor maar van zeer geringe beteekenis was in de bedrijfsmalaise. Daar was het toenemend verbruik van stookolie in plaats van bunker kolen; minder uitvoer naar Frankrijk als gevolg van meerdere toepassing van water kracht in dat land enz. Bovendien beweren deskundigen, dat het Engelsche mijnbedrijf slecht is geoutilleerd, verouderde methodes heeft en duur exploiteert. Men kent het voorloopig resultaat: er is een commissie ingesteld, welke naar de juiste oorzaken der malaise een onderzoek zal instellen, waar na een beslissing in hét arbeidsconflict ge nomen zal worden. Dit onderzoek zal minstens een half jaar duren. De staat, dat wil zeggen de belastingbetalers, zullen in middels aan de mijnwerkers bijbbetalen, wat de werkgevers beweren in hun exploi tatie te kort te komen om het bedrijf loonend te houden. Voorloopig is een crediet van 120 millioen toegestaan, maar daarbij ral het wel niet blijven. Het hier toegepaste experiment van staats subsidie aan een noodlijdend bedrijf is van een allerbedenkelijkste soort, al kon in de gegeven omstandigheden niet anders worden gehandeld. Maar het is tevens een vinger wijzing voor Roderen. De malaise in de Engelsche kolenindustrie bestond al lang toen het conflict uitbrak. Een vooruitziende regeering had het initiatief tot een enquête moeten nemen, alvorens zij daartoe genoopt werd. Dat had de gemeenschap tientallen millioenen bespaard en wat misschien nog meer zegt een allerbedenkelijkste stap als een dergelijk staatssubsidie voor komen. Valt hieruit voor de hedendaagsche be strijding der werkloosheid niets te leeren? Wordt het geen tijd, dat eens nauwkeurig wordt nagegaan, welke industrieën na de groote oorlogsomwenteling nog levensvat baarheid hebben; welke voor uitbreiding in ons land geschikt zijn; welke meer voor inkrimping dan voor uitzetting in aanmerking komen? Kan de staat geen nuttig werk doen met, zonder nu juist in een onderzoek van de inrichting van de ondernemingen zelf te vervallen, in ;het algemeen na te gaan, of er ook aan het Nederlandsche bedrijfsleven fouten kleven, welke de industrieele ont wikkeling hier te lande tegen houden? Zou ook een onderzoek naar de capaciteiten van den gemiddelden Nederlandschen arbeider in vergelijking met zijn buitenlandschen kame raad overbodig zijn? Menigeen zal het toch vermoedelijk wel eens zijn gegaan als ons, dat men n.m. werkgevers hoorde klagen niet over gebrek aan werk, maar over gebrek aan goed geschoolde arbeidskrachten. Is er ondet het leger werkloozen en zelfs onder de werkende arbeiders niet een te groot per centage ongeschoolde en halve werkkrach ten? Zou dan een uitmuntend middel tot bestrijding der werkloosheid niet zijn het ontwikkelen van de arbeidskracht? Ziedaar eenige vragen, die aantoonen,- dat het pro bleem van werkloosheidsbestrijding minder eenvoudig is dan het bestuur van het N. V. V. het voorstelt. Meer dan een nieuw staats- bureau met een directeur en ambtenaren, hebben wij behoefte aan een enquête naar den juisten toestand van onze industrie, van de ontwikkelingsmogelijkheden van het Nederlandsche bedrijfsleven en van het aanpassingsvermogen van den gemiddelden Nederlandschen arbeider aan de eischen van den nieuwen tijd. De pas opgetreden regee ring in dien geest een vingerwijzing te geven, lijkt ons vruchtbaarder dan het advies van het N. V. V. Nadat we dit artikel geschreven had den, zagen wij er in de Volkskrant terecht de aandacht op vestigen, dat het N. V, V. hier geen pionierswerk verricht, maar dat het R. K. Werkliedenverbond al lang geleden een veel juistere resolutie in zake werkloos heidsbestrijding heeft aangenomen. Eindelijk dan is het Fransch-Snaan- sche offensief in Marokko en daarmede de voorgenomen beslissende expeditie tegen Abd-el Krim en zijn geduchte troepenmacht begonnen. Volgens de laatste berichten is de strijd, die zie i nu gaat ontwikkelen, met succes door de aanvallers ingezet. De vereeniging der Franschen en Spanjaar den, die in Wesf-Marokko opereeren, is thans een feil Het Sarsar-gebied is grootendeels door de Franschen bezet en nadat de vorige week de aaneensluiting der strijdkrachten bezuiden de I.oekkos was volbracht, is die thans ook ten Noorden van de rivier tot stand gekomen. Bijna tegelijk intusschen met den opmarsch bij Wezzan, hebben de Franschen een offen sief ondernomen in den midden-sector aan de Wergha tusschen Raz-el-Beli en Kilaad- es-Siess Met dit offensief schijnen zij ten doel te hebben, de reeks Fransche posten, die door de Riffs langzamerhand zijn veroverd, weer in handen te krijgen, om daarop bij bet eindoffensief, wanneer de beslissende aanval moet plaats hebben, te kunnen steunen. Ver moedelijk is daarmee een poging in begrepen, om voortdurend voeling te houden met de Spaansche strijdmacht in het Westen. Wat de zelfstandige actie der Spanjaar den betreft, deze schijnt zich in hoofdzaak, zoo niet geheel, te zullen bepalen tot ver kenningstochten van hun eigen kust en van Melilla uit, Idfngs de kust van Marokko. Op 24 dezer het is in de pers reeds aange kondigd wanneer het thans ingeleide of fensief der Franschen in vollen gang is en Abd-el-Krim de handen vol heeft met zijn Fransche tegenstanders, zullen de Spanjaar den, na duizenden manschappen aan verster kingen te hebben ontvangen, het eiland eu de baai van Alhucemas aanvallen, die met het oog daarop, door hun geduchten vijand krachtig zijn versterkt. En geen wonder; Al hucemas is de sleutel tot Abd-el-Krim's hoofdbazis en residentie Ajdir. De Franschen zijn thans hun grooten aan val van Taza uit begonnen, hebben hun ver sterkingen deels gebruikt om het Tsoels-ge- bied lands de West- en de Oostzijde om te trekken en andere troepen door dat gebied laten vooruitrukken. Luidens de jongste be richten is de „zuivering" van het Ts».els-ter ritoir thans reeds afgeloopen. D.w.z. dat zij de postenreeks tusschen Ain-Aïcha en Bab- Moroej weer hebben bereikt of ze althans bestrijken. Er is één punt, waarop het bij de komende belangrijke gebeurtenissen in 't bijzonder aan komt; een punt waaraan de Fransche bladen dan ook hun bijzondere aandacht wijden Dit strategisch punt is; Kifane, een 50 K.M. ten N. O. van Taza gelegen. Immers, naast het nut der militaire bezetting van het Tsoels- gebied uit defensief oogpunt, ligt de waarde van Kifane voor een beslissend offensief voor het grijpen. Een anval der Spanjaarden op het kustgebied van Alhucemis en gelijktijdig een offensief over Kifane in de richting Ajdir, Abd-el-Krim's residentie, is zeer waarschijn lijk. Het resultaat van beide krijgsbewegingen zou rijn indien ze met succes werden be kroond het drijven van een wig tusschen het Westelijk en het Oostelijk Rifgebied, het afsnijden van versterkingen voor Abd-el- Krim, Echter, zoover zijn we nog niet en den Franschen wacht nog een zware taak, alvo rens zij hun geslepen en krijgskundigen vijand uit het gebergte, waarin hij zich heeft terug getrokken, in de vlakte hebben teruggedre ven. Een verbitterde strijd is dus op komst, een strijd, naar welks afloop we slechts kunnen gissen, al lijkt het ons niet onwaarschijnlijk, dat Frankrijk, bij inspanning van al zijn mili taire krachten, door bekwame generaals aan gevoerd, er in zal slagen, Abd-el-Krim en zijn woestijnbewoners te verslaan, zoo al niet tot algeheele onderwerping te dwingen. Eén ding staat vast. De Republiek kan niet terug op den weg, dien het zich tot heden in het wespennest Marokko Heeft gebaand. Het moet ingrijpen en wel met de sterke vuist. Hier dringt zich van zelf een vergelijking aan ons op tusschen de verovering der tegen woordige, bloeiende Fransche kolonie Alge rije in de jaren 18321847 en den strijd die voor de Franschen in de naaste toekomst ligt tegen Abd-el-Krim en zijn getrouwen. De rust in Algerije werd, na het aanvanke lijk maar niet blijvend succes in 183Q van Maai schalk Bourmont, herhaaldelijk ver stoord door den vermetelen, krijgskundigen Emir van Mascara Abd-el-Kader. Door zijn volgelingen op de handen ge dragen, als de zoon des hemels verafgood, be gaafd met militaire talenten, die de be wondering der Europeesche legerhoofden wekten, onvermoeid in den aanval, hoe dik wijls ook teruggeslagen, onwrikbaar in tegen spoed en onuitputtelijk in )iet uitdenken van krijgslisten om het verlorene te herwinnen, heeft deze telg der woestijn, door meer dan vijftien bijna onafgebroken jaren heen, de Fransche legeraanvoerders tot alleruiterste inspanning van lichaams- en geesteskrachten gedwongen. De Algerijnsche oorlogen blinken dan ook uit als een doorloopend tijdperk van Fran schen krijgsroem onder de regeering van ko ning Louis Philippe. In die voortdurende reeks schermutselin gen en gi'.erilla-gevechten, zelden door een veldslag van eenige beteekenis afgewisseld, verkreeg de Fransche soldaat door zijn blik semsnelle aanvallen, waarin hij met zijn vij anden, de Arabieren, wedijverde, door zijn rusteloozt, geforceerde tochten te midden van het heete woestijnzand, door zijn onver stoorbare koelbloedigheid in 't nijpendst ge vaar, als hij zich eensklaps, ver van zijn operatie-bazis, door een overmafhtigen vij and zag besprongen, door zijn blijmoedigheid en uithoudingsvermogen, die hooge gevechts- waarde, wier echo tot op den huidigen dag lans Afrika's Noordkust blijft weerklinken. Aan de namen der „généraux d'Afrique": Lugeaud, Saint-Arnaud, Lamorici re, Fleury, Canrobert, Pélissier, Mac-Mahon, Martim- prey, Changarnier en zooveel anderen, is een oorlogsluister verbonden, die wél vermeer derd, maar niet verhoogd kon worden door de krijgsbedrijven welke de dragers dier na men later op de slagvelden van Europa, in dienst van hun vaderland zouden verrichten. Het was in hoofdzaak voor de cavalerie de meeste généraux d'Afrique waren cava- lerie-officieren dat de onafzienbare zand vlakten van Kabylië een uitstekende leer- en oefenschool boden, waardoor dit wapen tot een ruiterij gevormd «verd, wier wederga men in geen leger ter wereld vond. De vermetele, alles onder den voet trappe lende, alles neersabelende charges dier rui terij, werden zelfs door de Bedoeienen en Arabieren, die geboren rossenbedwingers en als in den zadel gegoten krijgers, met vreeze en schrik tegemoet gezien. Helaas, het vierde van een eeuwkring latei en de bloem dier in Afrika tot keurtroepen geharde regimenten cavalerie, zou bij hon derdtallen op de slagvelden in het Oosten van Frankrijk, door het moorddadig snelvuur uit de naaldgeweren der Pruisische infanterie van hun in toomeloozc vaart galoppeerendc rossen, worden neergebliksemd. Het waren, in den krijg tegen Abd-el-Ka der, de begaafde zonen van koning Louis Philippe, de hertogen van Nemours en Aumaie, die in den aanvang als kapitein, majoor en kolonel, later als generaal aan liet hoofd hunner voortijlende escadrons chasseurs, de in het huis Orleans erfelijke militaire eigenschappen ontplooiden, en in den moeizamen kamp tegen den geduchten Abd-el-Kader, groote strategische bekwaam heden ten toon spreidden. De Fransche prinsen bekleeddireeds op 25-jarigen leeftijd een eervolle plaats in de rijen der „généraux d'Afrique". Het was een ander vorst van Orleans, de prins van Joinville, derde zoon des Konings, die als bevelvoerend admiraal der Fransshe oorlogsvloot, de Marokkaansche kuststeden bombardeerde, toen de door Maarschalk Bu- geaud in het nauw gedreven Abd-el-Kader, een wijkplaats had gezocht bij den sultan van Marokko. Eindelijk, in 1847, lichtte de dai» aan, waar op Frankrijk de vruchten zou plukken van zijn hardnekkig volgehouden, ten koste van duizenden levens zijner beste zonèn en na ongelooflijke krachtsinspanning gevoerden krijg. Abd-el-Kader, wiens hulpbronnen waren uitgeput, gaf zich, verlaten door de zijnen over aan den 26-jarigen divisie-generaal, den hertog van Aumaie. Algerije was veroverd en werd als een nieuwe, kostbare koloniale parel aan de ko ningskroon gehecht, die boven het Moeder land fonkelde. Een prins van Orleans, de hertog van Aumaie, aanvaardde onder toejuiching der geheele natie, het bestuur over Algerije in naam zijns vaders den Koning, en zetelde weldra in het trotsche, in blanke pracht op doemend regeeringspaleis, gebouwd op ae als met een sluier van smaragd omweven heuvelkling aan de zeezijde der hoofdstad Al giers, waar donkergroene olijven en slan ke dadelpalmen statig wuiven, zachtkens be wogen door den frisschen adem van de geest en lichaam sterkende zeebriesje, opstoeiend uit de Middellandsche wateren. Aan den vooravond van den dag, waarop een geduchte Fransche legermacht zich op maakt, om den gevaarlijken tegenstander Abd-el-Krim te tuchtigen en tot onderwer ping te brengen, leek het ons. interessant, een terugblik te werpen op Frankrijk's krijgs geschiedenis, die zich van 18321847 in Noord-Afrika afspeelde, een terugblik, die curieuze punten van vergelijking aanbiedt tusschen toen en nu, punten van vergelijking, die o.i. over 't geheel, niet in het voordeel van het heden uitvallen. Sociëteit St. Bavo. Kringvergadering Bouwvakbond half 4 Vioolonder- wijs 3 uur Gewone zittingen 7 uur. Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran- ciscus Liefdewerk. Zoetestraat 11 Elke» Donderdag van 8914 uur. R.K. Arbeidsbureau voor mannen en j'ongens Sociëteit St. Baro, Smedestraat 23, Telefoon 10049. Alle werkdagen van 9 half 9 uur. 's Zaterdags alleen van 92 en van 2614 en 's avonds van half 8 half 9 uur. R. K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen Bloem hofstraat 1 Alle werkdagen van v.m. 1012 uur, des middags van 24 uur, «n avonds van 89 uur, behalve Zaterdag avond Tel. 11671. Arbeidsbeurs voor R. K. Ziekenverpleegsters (uitgaande van den Ned R. K. Bond van Ziekenverpleegsters). Aanbiedingen en aanvragen voor verpleegsters aan het Bu reau BI.weg 309 Overveen (dr. C. Bosch). R. K. Leeszaal en oitleenbibliothcek Jansslraaf 49 Eiken dag geopend van 1012, van 25 en van 710 uur, be halve des Maandagsochtends en op Zon en Feestdagen Uitleenen van boeken Van 2 tot 5 uur en van 79 uur. Woens dagmiddag ruilen van kinderboeken. St. Marfbavereeniging. Bloemhofstr. Zon dag.' en Woensdags van 810 uur, n.m. gezellig samenzijn voor Hollandsche meis jes, die hier geen tehuis hebben Tel. 11671 R. K. Bevolkingsbureau Gebouw Sint Bavo Smedestraat 23 van 810 uur op Maandag-, Woensdags- en Vrijdag avond St. Elisabeth's Vereeniging Jansstraat Aanvragen om versterkende middelen voor arme zieken der S. E. V. Maan dags van 23 uur Donderdag van 12. Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge nomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen toegankelijk Reddingsbrigade voor drenkelingen Centrale post. Tel. 11111 (Hólzhaus) en verder bij de leden te kennen aan het groen-wit schild aan den buisgevel. R. K. Kraamverzorging van de Derde Orde Si Franciscus. Aanvragen te richten tot Mevr. Coebergh, Ged. Oude Gracht 74, des Dinsdags van 23 uur. Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg) ingang tusschen kerk ^n pastorie iederen Dinsdagavond. Eerste Hulp bij Ongelukken (Snelverband) Centrale post Te). 11111 (Holzhaus) en verder bij de leden, te kennen aan het zwart schild met wit kruis aan den huis- geveL Bij bet a.s. Koninklijk bezoek zullen in Bavodorp verschillende versieringen worden aangebracht. Zoo worden in de Kruistocht straat lijnen gespannen waaraan talrijke wimpels zullen worden bevestigd. Op kruis punten zooals Emostraalvan Keulenstraat worden bloemenmanden bevestigd. Na het bezoek van de Koningin aan Bavo dorp zullen de kinderen deelnemen aan de kinderhuid? van den Kinderbond „Prinses Juliana" in do Nagtzaamslraat. Een bloem stuk zal worden aangeboden en gezamelijk zal een lied worden gezongen. Waarschijnlijk zal e„.. eerepoort verrij zen op de Nagtzaambrug. 's Avonds zal in - Emostraal het mu ziekcorps .Euphonia" de stemming er in houden, terwijl muzikale rondgangen het slot zullen vormen. Popingen worden in 't werk gesteld om op 't zoogenaamde „Grijze Zandje" een draaimolen geplaatst te krijgen. De Feestcommissie in het Amsterdamsch kwartier is druk in voorbereiding van de feestelijkheden. De inteekenlijsten zijn bij vele buurtbe woners aangeboden en er is reeds aardig op geteekend. Toch zullen cr nog velen zijn, die, wan neer zij het volgende zullen lezen, 'en nog niet hebben bijgedragen, alsnog hunne bij drage aan de commissie willen zenden. De commissie deelde ons dan het vol gende mede: De versiering zal netjes, maar sober zijn, in verband met den wensch van de Konin gin zelve. De gelden welke worden opgehaald en inko,, i, worden, na ar'rek der kosten voor de sobere versiering, geheel afgedragen voor de slachtoffers der stormramp in Ne derland. Wat zeer zeker een mooi doel is. De commissie verricht alle werk geheel belangloos en tracht een zoo groot moge lijk bedrag voor de slachtoffers dezer ramp af te dragen. De secretaris-penningmeester, de heer P J. v. Wunnik, Amsterdamstr. 20, belast zich met het in ontvangst nemen van gel den. Voorts deelde de commissie ons nog me de, dat alsnog gelegenheid is voor jöngens- en meisjes van 814 jaar, om aan de Hul- debetooging deel te nemen, waarvoor zij zich zoo spoedig mogelijk gelieve op te ge ven eveneens Amsterdamstraat 20. De secretaris-penningmeester verstrekt voorts alle gewenschte inlichtingen. Van onzen kant wekken wij gaarne op lot een zoo groot mogelijke deelname aan gezien het vooral voor de kinderen, een ge zellig feest belooft te worden. Terwijl bakker K. aan het venten was, reed een neef van hem de auto. Blijkbaar was hij daar niet erg vaardig in, want nabij de Zwarte Weg te Vijfhuizen, reed hij achter uit in de sloot. Eenige menschen, die aan het werk waren aan de in aanbouw zijnde huizen daar in de nabijheid, wisten met vereende krachten de auto, welke op zijn kant over de sloot hing, weer op den weg te krijgen. Gisteravond om ongeveer 10 uur had op den Schoterweg, nabij de Spaansche Vaart straat, een aanrijding plaats tusschen een luxe-auto en een tram. De auto werd ern stig. terwijl de tram slechts licht bescha digd werd. Het verkeer ondervond eenige vertraging. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor Donderdag kwam op den Kruisweg te Hoofddorp een auto, waarvan de bestuurder bij het passeeren van een wielrijder te ver uitweek, in botsing met een groot reclame bord, dat tegen den grond werd geslagen. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Donderdag had nabij den Hoofdweg alhier een wielrijder, die bij het uitwijken voor een passeerende auto, te ver naar den waterkant moest rijden. het ongeluk, zoodanig te vallen, dat hij een pols brak. Geneeskundige hulp werd ingeroepen. Naar wij vernemen zal het Tweede Ka merlid, de heer Ch. v. d. Bilt, zich eerlang metterwoon te Haarlem vestigen. Wij leven in een tijd, waarin de snelheids duivel hoogtij viert. Auto en motor en vlieg machine razen als gebaarde duivels over wegen.en door de lucht. Voetgangers wor den beschouwd als muggen, welke worden verpletterd als zij niet zorgen uit de onmid dellijke nabijheid van de monsters te blij ven. Hoe rustig ging het vroeger. Ging men met vacantie, dan reisde men met de rustig voortglijdende trekschuit. Onder genoegelijk gekout, gemêleerd met een gesmoord pijpje was de vacantie om als men ter bestemder plaatse kwam. Of men reed met de diligence, een voertuig wat merkwaardige overeen komst vertoonde met onze moderne auto bussen. Slechts de snelheid verschilt. Het hobbelen ging even gelijkmatig of ongelijk matig, als tegenwoordig. Vroolijk schudde men dan ook dooreen terwijl de hoorn des postillons even vroolijk schalde als thans de chauffeur toetert. Een voertuig evenwel, dat de diligence nog meer in vorm en wezen benadert, is „het aapje". Soms lijkt het alsof én paard en wagen nog stammen uit de vo rige eeuw, beide voorwerpen zijn even hou terig. Ook de koetsier heeft meestal zijn eer ste jeugd gehad. Het geheel maakt overigens wel een sma kelijke en gemoedelijke indruk. Ik herinner mij het volgende staaltje van gemoedelijkheid: Het was in een klein stadje. Op het sta tionsplein stonden een viertal aapjes op een vrachtje te wachten. De zon wierp haar zen gende stralen naar beneden. Het was warm, intens warm. Wie niet per sé op straat be hoefde te zijn, bleef thuis In de middaguren waren dan ook maar weinig menschen te zien. De koetsiers zaten in hun diverse ve hikels. Zij sliepen de slaap der rechtvaardi gen, waarom ook niet. Ook de paarden slie pen, zooals gewoonlijk. Hun koppen en staar ten hingen allerakeligst slap naar beneden, moedeloos, treurig. Evenwel de rust was niet van langen duur.Één der paarden werd her haaldelijk door een bepaalde bromvlieg ge stoken. Hierdoor opgeschrikt trachtte het zoo goed en zoo kwaad als het ging de kwelgeest met zijn staart te verjagen. Het hielp echter niet voldoende. Zijn baas sliep en kon hem niet helpen, hoewel het paard herhaaldelijk omkeek en magertjes hinnikte. Wat moest het doen. Eindelijk liet het toen zijn gedachtengang blijken; we! als de baas niet helpt, ga ik naar mijn stal. En kalm stapte het op. De baas sliep.... 'als een roos. Een lief blosje bedekte zijn stoppel baard. Het zachte schokken van den wagen deden blijkbaar aangename droomen in zijn brein ontstaan. hij glimlachte. En waarom niet; hij was misschien voor het eerst van zijn leven voor zijn genoegen uit rijden. Lie felijke rust straalde uit het aapje. Toen kwam een straatjongen. Merkwaar dig, dat deze steeds daar zijn, waar iets bijzonders voorvalt. Hij liep vlak langs het rijtuigje, grinnikte en hief plotseling een ver vaarlijk gehuil aan. Zelfs engelen zouden ge schrokken zijn, zoodat de koetsier met een ruk uit de kussens opveerde en met groote schrikoogen rondkeek. Het paard liep rus tig voort, het had al zooveel in zijn leven gezien en gehoord, dat het zelfs niet meer schrok van een straatjongen. Verbaasd keek de koetsier rond. Nee, dat was toch niet in den haak. Vlug als een aapjesk» Hsier steeg hij uit en greep het paard vast. Hij grijnslachte. „Nee, Kobus, we zalle nog effe teruggaan, jonkie." Barometerstand, 9 uur v. m., 757 Vooruifc OPGAVE: Medegedeeld door het Ned. Kon. Meteorolo gisch Instituut te De Bildt Naar waarnemingen in den morgen va» 21 Augustus. Hoogste barometerstand 764.9 m.M. te Vardoo. Laagste barometerstand 747.0 m.M. te V alentia. Verwachting van den avond van 21 tot den avond van 22 Augustus. Matige Zuidoostelijken tot Zuidwestelij ken wind, zwaarbewolkt of betrokken met tijdelijke opklaring, waarschijnlijk regen buien met kans op onweer, zelfde tempera tuur. „Voortdurend blijven verschillende auto riteiten Bo.culo bezoeken; allen verklaar den den burgemeester, dat de werkelijkheid de beschrijvingen Ver overtreft Aldus lazen wij heden in een beschrijving over den opbouw van het verwoeste Gel- dersche stadje. En wat voor Borculo geldt, geldt evenzeer van de verwoeste streken in Brabant. De werkelijkheid overtreft de beschrij ving! En de beschrijving was 'toch huivering wekkend. Zijn velen dat al weer vergeten? Zoo neen, dan moeten de Katholieken van Haarlem en omgeving ook meer dan in de afgeloopen twee weken hun daadwer kelijke belangstelling toonen in het lot van onze zwaar beproefde landgenooten! Zend nog heden Uw bijdrage, wanneer g» tot nog toe hebt verzuimd! Vorige bedrag 798.01 Van een fabrieksarbeider 4. G. S2.5C N. Nf 0.50 Wed. J. A. L1- H. J. L2.56 M. en A2. N.N. ter eere v. h. H. Sacrament 1.50 Eerste collecte bezoekers café de Zijlpoort 24.15 B100— H. T. K. te Haarlem 15— Ingekomen bij het .R-K. Huisvestingscomité: J. H. M0.75 957.91 J4 In een gehouden vergadering van het be stuur en den raad van toezicht van de. Coöperatieve Boerenleenbank Haarlemmer meer is met algemeene stemmen besloten uit het reservefonds der bank een bedrag van 1000 beschikbaar te stellen voor de noodlijdende leden van de bij de Rail- faisenbank aangesloten boerenleenbanken in het bij de sormramp geteisterde gebied in den Achterhoek. Verder schijnt de voorzitter van de af- deeling van het Roode Kruis na over leg met het dagelijksub bestuur van de ge meente voornemens te zijn om een be stuursvergadering bijeen te roepen, teneinde van dit bestuur hef initiatief te laten uit gaan tot het houden vrn een algemeen# collecte bij de ingezetenen. DE HULPACTIE VAN HET R.K. HUIS- VESTINGSCOMIT Het Ned. R.K. Huisvestingscomité te 's-Bosch deelt ons mede, dat over het ge heele land een hulpactie zal worden onder nomen voor de slachtoffers van deze stormramp. Gaarne ondersteunen wij deze actie en bevelen haar krachtig aan bij onze E.E. Geestelijkheid en de geloovigen van oni Bisdom. Haarlem, den 15 Augustus 1925. t AUGUST1NUS JOSEPHUS, Bisschop van Haarlem. Vorig bedrag 449.05 N. N. 1 N.N. Laat Kees een Wees-gegroetje bidden tot herstel van 'n zieke 2.5C N.N. ter eere van het H. Sacrf 1.50 J. P. M2.50 Totaal 456.55 Gisteren herdacht de heer J. de Nobel den dag, waarop hij vóór 25 jaar bij de N. V Haarlemsche Machinefabriek v.h Gebr. Figée in dienst trad. Het heeft hem niet aan bewijzen van sympathie ontbroken. Het be stuur van het pensioen- en ziekenfonds zond een fraai rookstel. De dag werd ver der in iqtiemen kring gevierd. Voor het examen boekhouden M. O., slaagden te 's Gravenhage de heeren F. M. Schneider en N. P. P. J. Roorda van Eyzitfr ga, alhier. Vorig bedrag 960.94 N.N. ter eere van het H. Sacr1.50 Totaal 962.44

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1