V erkeersonge vallen.
Voor Kees.
Voor de Juliaantjes.
Vrijdag 21 Augustus 1925
49ste Jaargang No. 16125
Dit nummer bestaat uit 8 bladzijden. - Eerste Blad
Niet zoo eenvoudig.
DE FRANSCHEN IN
NOORD-AFRIKA.
Agenda
22 Augustus
Het bezoek van H. M. de
Koningin.
Auto in de sloot.
Aanrijding.
Aanrijding voorkomen.
Pols gebroken.
Het Kamerlid Van der Bilt.
9>
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Koningstraat 10 Haarlet.
Telegraphisch Weerbericht
NA DE STORMRAMP.
J. M. G1
J. S5—
Jubileum.
Personalia.
De «So«netnentsprijs bedraagt voor
Haarlem en Agentschappen:
Pei week 0.25
Per kwartaal 3.25
Franco per post per kwartaal bij
roo-riitbetaling 3.58
Bureaux: NASSAULAAN 49.
Telefoon No. 13866 {3 lijnen).
Postrekening No. 5970.
Adverlenfiên 35 eenta per r«f<&
Bij contract belangrijke korting:
Advertentiên tusscben den tekst
als ingezonden mededeeling. 60 et
per regel op de le Pagina s 75 ct,
per regel. Vraag- en aanbod-adver-
tKitiën 14 regels 60 ct per plaat-
sing: elke regel meer 15 ct, bi»
rooruitbetaling.
Alle abonnes op dit biad zijn, mgevoige ae verzeKeringsvoorwaarden j OjijlJ)
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 uUUU.
.evensiange getteeie ongeschiktheid tot werKen door f 7Cfl
verlies van beide armen beide beenen of beide oogen dU."
dij een ongeva: met f OEI)
doodelij ken afloop 1
oij verlies van een nana, f |OC
'en voet of een oog 1 'CU.'
dij verlies van een f Cfl
duim of wijsvinger uU.'
dij een breuk van bij verlies vtmeen
been of arm
andere vinger
Het bestuur van het N. V. V. heeft zich
met een uitvoerige memorie in zake het
vraagstuk der werkloosheid tot de nieuwe
regeering gewend. Ofschoon het roode Ver
bond ons alles behalve sympathiek is, wil
len wij de beteekenis'van dezen stap niet
verkleinen. Het stuk is met zorg en groote
kennis van zaken samengesteld, beperkt zich
uitsluitend tot het besproken onderwerp
zonder in nuttelooze politieke of sociale
beschouwingen af te dwalen.
Daarom juist verdient het onze aan
dacht.
Veel in deze memorie kunnen wij als juist
■onderschrijven, zoo de bewering, dat de
bestrijding der werkloosheid van overheids*
wege tot nu toe wel op loffelijke wijze is
geschied maar te veel met de bijgedachte,
dat het verschijnsel van tijdelijken en voor-
bijgaanden aard zou zijn; zoo ook de om
schrijving van de verschillende groepen
werkloozen en de oorzaak van hun arbeids
loosheid. Zoo wordt er terecht op gewe
zen, dat onder de werkloozen van thans
allereerst een groep arbeiders is, die van
huis uit tot de ongeschoolde arbeiders be
hoort dan is er een groep, die zijn oor
spronkelijk beroep in afzienbaren tijd geen
arbeid zal kunnen vinden door de ver
schuiving, die op velerlei terrein heeft
plaats gevonden, waardoor het aantal be
oefenaren van bepaalde beroepen voorloo-
pig belangrijk minder zal zijn dan vroeger
het geval was.
Wij denken aan diamantbewerkers, typo
grafen, meubelmakers, sigarenmakers en
waarschijnlijk nog enkele beroepen, waar
het verschijnsel minder sterk is dan in de
hier genoemde; deze groep zal naar anderen
arbeid moeten afvloeien.
Voorts is er onder deze werkloozen een
niet onbelangrijke groep jonge arbeiders,
die, hoewel in hun jeugd in een bepaald
vak opgeleid, door mobilisatie en crisis in
dat vak niet voldoende zijn geschoold, zoo
dat ze in hun oorspronkelijk gekozen be
roep moeilijk werk zullen kunnen vinden
:n feitelijk zijn gaan behooren tot het leger
der ongeschoolde arbeiders.
Voor een deugdelijke bestrijding van het
ernstige maatschappelijke euvel, dat werk
loosheid heet, is niets meer gewenscht dan
een juiste omschrijving van de arbeids
capaciteiten der werkloozen en het aangeven
van de oorzaken, waardoor zij in hun
ledigen staat geraakten. Terecht wijst
verder het bestuur van het N. V. V, er op,
dat de emigratie-mogelijkheden in de
oorlogs- en na-oorlogs-jaren uitermate zijn
bemoeilijkt, waardoor de normale afvloeiing
van arbeidskrachten, zooals dit voor 1914
regelmatig plaats had, zoo goed als geheel tot
stilstand is gekomen, en dat, hoewei een
aantal bedrijven weer in betrekkelijk gun
stige omstandigheden verkeeren, net toch
niet te verwachten is, dat de industrie het
overschot van deze arbeidskrachten spoedig
zal absorbeeren.
Na een dergelijke juiste karakteristiek ver
wondert hét ons echter, dat het Vakver-
bondsbestuur de regeering een oplossing aan
de hand doet, welke moeilijk als afdoende
kan worden beschouwd. In de memorie
worden wel veel woorden besteed om de
inrichting van een zelfstandig bureau onder
leiding van een daarvoor aangewezen di
recteur en in nauw contact met liefst
onder voorzitterschap van den minister-
presidènt te bepleiten, een bureau, dat dan
voor een spoedige en doeltreffende werk
verruiming, voornamelijk voor het scheppen
van uitgebreide werkgelegenheid voor de
arbeiders zal moeten zorgen, maar of hiermee
inderdaad meer werk in Nederland zal
somen, of daardoor inderdaad nieuwe
arbeidsbronnen iullen ontstaan, wordt door
aiets aanemclijk gemaakt. Zeker, het Ver-
bondsbestüur laat niet na om er op te
wijzen, dat tot verruiming van werkgelegen
heid het in snel tempo uitvoeren van den
aanleg van het Rijn—Twentekanaal, de
Maaskanalisatie, drooglegging der Zuiderzee
enz. in aanmerking komen. Maar om dat
te bevorderen is toch geen nieuwe staats
dienst, geen nieuw ambtenarenlegertje
noodig? Wij zien niet voorbij, dat kanalisatie,
mijn- en boschontginning niet alleen dade
lijke werkgelegenheid, maar ook duurzame
arbeidsverruiming kunnen verschaffen;
maar of zij dit ook werkelijk zullen doen,
staaf bij lange na niet vast. Wanneer land
en tuinbouwproducten schaarsch zijn en er
arbeidskrachten in dit bedrijf te kort ->men,
dan kunnen wij begrijpen, dat er streven
komt naar cultiveering van den nog woestcn
bodem en vorming van landarbeiders. Wan
neer er een wereldtekort is aan kolen of
in de naaste toekomst een sterke vraag in'dit
artikel te verwachten is, dan begrijp'.u wij
den aandrang om naar zwart goud in eigen
bodem te zoeken. Maar iedereen weet wel,
dat het tegendeel het geval is. Daarom zou
den wij den opzet van de memorie van het
N. V. V., dat n.m. de regeering, gezien de
nog altijd groote en vermoedelijk nog lang
durige en toenemende werkloosheid, haar
ernstige aandacht aan het euvel zal- gaan
wijden, willen overnemen, maar een
andere werkwijze willen aanbevelen dan
tot nu toe geschied is. Wat onlangs in
de Engelsche mijnindustrie is gebeurd kan
ons hier ter leering zijn. Reeds zeer gerui-
naen tijd heerscht in de Engelsche kolen-
nijverheid een ernstige crisis. De werkloos-
beid nam steeds toe, totdat de mijneigenaars
besloten de loonen te verlagen om beter
tegen de buitenlandsche concurrentie te kun
nen concurreeren. Het bekende groote
arbeidsconflict ontstond, waarin ook de
regeering ten slotte maar te laat ge
moeid werd. Toen bleek, dat de zaak lang
niet zoo eenvoudig was op te lossen als de
werkgevers voorstelden, n.m. met loonsver
laging alleen. Want de arbeidersorganisa
ties konden aantoonen, dat de loonfactor
maar van zeer geringe beteekenis was in de
bedrijfsmalaise. Daar was het toenemend
verbruik van stookolie in plaats van bunker
kolen; minder uitvoer naar Frankrijk als
gevolg van meerdere toepassing van water
kracht in dat land enz. Bovendien beweren
deskundigen, dat het Engelsche mijnbedrijf
slecht is geoutilleerd, verouderde methodes
heeft en duur exploiteert. Men kent het
voorloopig resultaat: er is een commissie
ingesteld, welke naar de juiste oorzaken
der malaise een onderzoek zal instellen, waar
na een beslissing in hét arbeidsconflict ge
nomen zal worden. Dit onderzoek zal
minstens een half jaar duren. De staat, dat
wil zeggen de belastingbetalers, zullen in
middels aan de mijnwerkers bijbbetalen,
wat de werkgevers beweren in hun exploi
tatie te kort te komen om het bedrijf loonend
te houden. Voorloopig is een crediet van
120 millioen toegestaan, maar daarbij ral
het wel niet blijven.
Het hier toegepaste experiment van staats
subsidie aan een noodlijdend bedrijf is van
een allerbedenkelijkste soort, al kon in de
gegeven omstandigheden niet anders worden
gehandeld. Maar het is tevens een vinger
wijzing voor Roderen. De malaise in de
Engelsche kolenindustrie bestond al lang toen
het conflict uitbrak. Een vooruitziende
regeering had het initiatief tot een enquête
moeten nemen, alvorens zij daartoe genoopt
werd. Dat had de gemeenschap tientallen
millioenen bespaard en wat misschien
nog meer zegt een allerbedenkelijkste
stap als een dergelijk staatssubsidie voor
komen.
Valt hieruit voor de hedendaagsche be
strijding der werkloosheid niets te leeren?
Wordt het geen tijd, dat eens nauwkeurig
wordt nagegaan, welke industrieën na de
groote oorlogsomwenteling nog levensvat
baarheid hebben; welke voor uitbreiding
in ons land geschikt zijn; welke meer voor
inkrimping dan voor uitzetting in aanmerking
komen? Kan de staat geen nuttig werk doen
met, zonder nu juist in een onderzoek van
de inrichting van de ondernemingen zelf te
vervallen, in ;het algemeen na te gaan, of
er ook aan het Nederlandsche bedrijfsleven
fouten kleven, welke de industrieele ont
wikkeling hier te lande tegen houden? Zou
ook een onderzoek naar de capaciteiten van
den gemiddelden Nederlandschen arbeider in
vergelijking met zijn buitenlandschen kame
raad overbodig zijn? Menigeen zal het toch
vermoedelijk wel eens zijn gegaan als ons,
dat men n.m. werkgevers hoorde klagen
niet over gebrek aan werk, maar over gebrek
aan goed geschoolde arbeidskrachten. Is er
ondet het leger werkloozen en zelfs onder de
werkende arbeiders niet een te groot per
centage ongeschoolde en halve werkkrach
ten? Zou dan een uitmuntend middel tot
bestrijding der werkloosheid niet zijn het
ontwikkelen van de arbeidskracht? Ziedaar
eenige vragen, die aantoonen,- dat het pro
bleem van werkloosheidsbestrijding minder
eenvoudig is dan het bestuur van het N. V. V.
het voorstelt. Meer dan een nieuw staats-
bureau met een directeur en ambtenaren,
hebben wij behoefte aan een enquête naar
den juisten toestand van onze industrie, van
de ontwikkelingsmogelijkheden van het
Nederlandsche bedrijfsleven en van het
aanpassingsvermogen van den gemiddelden
Nederlandschen arbeider aan de eischen van
den nieuwen tijd. De pas opgetreden regee
ring in dien geest een vingerwijzing te geven,
lijkt ons vruchtbaarder dan het advies van
het N. V. V.
Nadat we dit artikel geschreven had
den, zagen wij er in de Volkskrant terecht de
aandacht op vestigen, dat het N. V, V. hier
geen pionierswerk verricht, maar dat het
R. K. Werkliedenverbond al lang geleden
een veel juistere resolutie in zake werkloos
heidsbestrijding heeft aangenomen.
Eindelijk dan is het Fransch-Snaan-
sche offensief in Marokko en daarmede de
voorgenomen beslissende expeditie tegen
Abd-el Krim en zijn geduchte troepenmacht
begonnen.
Volgens de laatste berichten is de strijd,
die zie i nu gaat ontwikkelen, met succes
door de aanvallers ingezet.
De vereeniging der Franschen en Spanjaar
den, die in Wesf-Marokko opereeren, is thans
een feil Het Sarsar-gebied is grootendeels
door de Franschen bezet en nadat de vorige
week de aaneensluiting der strijdkrachten
bezuiden de I.oekkos was volbracht, is die
thans ook ten Noorden van de rivier tot
stand gekomen.
Bijna tegelijk intusschen met den opmarsch
bij Wezzan, hebben de Franschen een offen
sief ondernomen in den midden-sector aan
de Wergha tusschen Raz-el-Beli en Kilaad-
es-Siess Met dit offensief schijnen zij ten
doel te hebben, de reeks Fransche posten, die
door de Riffs langzamerhand zijn veroverd,
weer in handen te krijgen, om daarop bij bet
eindoffensief, wanneer de beslissende aanval
moet plaats hebben, te kunnen steunen. Ver
moedelijk is daarmee een poging in begrepen,
om voortdurend voeling te houden met de
Spaansche strijdmacht in het Westen.
Wat de zelfstandige actie der Spanjaar
den betreft, deze schijnt zich in hoofdzaak,
zoo niet geheel, te zullen bepalen tot ver
kenningstochten van hun eigen kust en van
Melilla uit, Idfngs de kust van Marokko. Op
24 dezer het is in de pers reeds aange
kondigd wanneer het thans ingeleide of
fensief der Franschen in vollen gang is en
Abd-el-Krim de handen vol heeft met zijn
Fransche tegenstanders, zullen de Spanjaar
den, na duizenden manschappen aan verster
kingen te hebben ontvangen, het eiland eu
de baai van Alhucemas aanvallen, die met
het oog daarop, door hun geduchten vijand
krachtig zijn versterkt. En geen wonder; Al
hucemas is de sleutel tot Abd-el-Krim's
hoofdbazis en residentie Ajdir.
De Franschen zijn thans hun grooten aan
val van Taza uit begonnen, hebben hun ver
sterkingen deels gebruikt om het Tsoels-ge-
bied lands de West- en de Oostzijde om te
trekken en andere troepen door dat gebied
laten vooruitrukken. Luidens de jongste be
richten is de „zuivering" van het Ts».els-ter
ritoir thans reeds afgeloopen. D.w.z. dat zij
de postenreeks tusschen Ain-Aïcha en Bab-
Moroej weer hebben bereikt of ze althans
bestrijken.
Er is één punt, waarop het bij de komende
belangrijke gebeurtenissen in 't bijzonder aan
komt; een punt waaraan de Fransche bladen
dan ook hun bijzondere aandacht wijden Dit
strategisch punt is; Kifane, een 50 K.M. ten
N. O. van Taza gelegen. Immers, naast het
nut der militaire bezetting van het Tsoels-
gebied uit defensief oogpunt, ligt de waarde
van Kifane voor een beslissend offensief voor
het grijpen. Een anval der Spanjaarden op
het kustgebied van Alhucemis en gelijktijdig
een offensief over Kifane in de richting Ajdir,
Abd-el-Krim's residentie, is zeer waarschijn
lijk. Het resultaat van beide krijgsbewegingen
zou rijn indien ze met succes werden be
kroond het drijven van een wig tusschen
het Westelijk en het Oostelijk Rifgebied, het
afsnijden van versterkingen voor Abd-el-
Krim,
Echter, zoover zijn we nog niet en den
Franschen wacht nog een zware taak, alvo
rens zij hun geslepen en krijgskundigen vijand
uit het gebergte, waarin hij zich heeft terug
getrokken, in de vlakte hebben teruggedre
ven.
Een verbitterde strijd is dus op komst, een
strijd, naar welks afloop we slechts kunnen
gissen, al lijkt het ons niet onwaarschijnlijk,
dat Frankrijk, bij inspanning van al zijn mili
taire krachten, door bekwame generaals aan
gevoerd, er in zal slagen, Abd-el-Krim en zijn
woestijnbewoners te verslaan, zoo al niet tot
algeheele onderwerping te dwingen.
Eén ding staat vast. De Republiek kan niet
terug op den weg, dien het zich tot heden in
het wespennest Marokko Heeft gebaand.
Het moet ingrijpen en wel met de sterke
vuist.
Hier dringt zich van zelf een vergelijking
aan ons op tusschen de verovering der tegen
woordige, bloeiende Fransche kolonie Alge
rije in de jaren 18321847 en den strijd die
voor de Franschen in de naaste toekomst
ligt tegen Abd-el-Krim en zijn getrouwen.
De rust in Algerije werd, na het aanvanke
lijk maar niet blijvend succes in 183Q van
Maai schalk Bourmont, herhaaldelijk ver
stoord door den vermetelen, krijgskundigen
Emir van Mascara Abd-el-Kader.
Door zijn volgelingen op de handen ge
dragen, als de zoon des hemels verafgood, be
gaafd met militaire talenten, die de be
wondering der Europeesche legerhoofden
wekten, onvermoeid in den aanval, hoe dik
wijls ook teruggeslagen, onwrikbaar in tegen
spoed en onuitputtelijk in )iet uitdenken van
krijgslisten om het verlorene te herwinnen,
heeft deze telg der woestijn, door meer dan
vijftien bijna onafgebroken jaren heen, de
Fransche legeraanvoerders tot alleruiterste
inspanning van lichaams- en geesteskrachten
gedwongen.
De Algerijnsche oorlogen blinken dan ook
uit als een doorloopend tijdperk van Fran
schen krijgsroem onder de regeering van ko
ning Louis Philippe.
In die voortdurende reeks schermutselin
gen en gi'.erilla-gevechten, zelden door een
veldslag van eenige beteekenis afgewisseld,
verkreeg de Fransche soldaat door zijn blik
semsnelle aanvallen, waarin hij met zijn vij
anden, de Arabieren, wedijverde, door zijn
rusteloozt, geforceerde tochten te midden
van het heete woestijnzand, door zijn onver
stoorbare koelbloedigheid in 't nijpendst ge
vaar, als hij zich eensklaps, ver van zijn
operatie-bazis, door een overmafhtigen vij
and zag besprongen, door zijn blijmoedigheid
en uithoudingsvermogen, die hooge gevechts-
waarde, wier echo tot op den huidigen dag
lans Afrika's Noordkust blijft weerklinken.
Aan de namen der „généraux d'Afrique":
Lugeaud, Saint-Arnaud, Lamorici re, Fleury,
Canrobert, Pélissier, Mac-Mahon, Martim-
prey, Changarnier en zooveel anderen, is een
oorlogsluister verbonden, die wél vermeer
derd, maar niet verhoogd kon worden door
de krijgsbedrijven welke de dragers dier na
men later op de slagvelden van Europa, in
dienst van hun vaderland zouden verrichten.
Het was in hoofdzaak voor de cavalerie
de meeste généraux d'Afrique waren cava-
lerie-officieren dat de onafzienbare zand
vlakten van Kabylië een uitstekende leer- en
oefenschool boden, waardoor dit wapen tot
een ruiterij gevormd «verd, wier wederga men
in geen leger ter wereld vond.
De vermetele, alles onder den voet trappe
lende, alles neersabelende charges dier rui
terij, werden zelfs door de Bedoeienen en
Arabieren, die geboren rossenbedwingers en
als in den zadel gegoten krijgers, met vreeze
en schrik tegemoet gezien.
Helaas, het vierde van een eeuwkring latei
en de bloem dier in Afrika tot keurtroepen
geharde regimenten cavalerie, zou bij hon
derdtallen op de slagvelden in het Oosten
van Frankrijk, door het moorddadig snelvuur
uit de naaldgeweren der Pruisische infanterie
van hun in toomeloozc vaart galoppeerendc
rossen, worden neergebliksemd.
Het waren, in den krijg tegen Abd-el-Ka
der, de begaafde zonen van koning Louis
Philippe, de hertogen van Nemours en
Aumaie, die in den aanvang als kapitein,
majoor en kolonel, later als generaal aan
liet hoofd hunner voortijlende escadrons
chasseurs, de in het huis Orleans erfelijke
militaire eigenschappen ontplooiden, en in
den moeizamen kamp tegen den geduchten
Abd-el-Kader, groote strategische bekwaam
heden ten toon spreidden.
De Fransche prinsen bekleeddireeds op
25-jarigen leeftijd een eervolle plaats in de
rijen der „généraux d'Afrique".
Het was een ander vorst van Orleans, de
prins van Joinville, derde zoon des Konings,
die als bevelvoerend admiraal der Fransshe
oorlogsvloot, de Marokkaansche kuststeden
bombardeerde, toen de door Maarschalk Bu-
geaud in het nauw gedreven Abd-el-Kader,
een wijkplaats had gezocht bij den sultan van
Marokko.
Eindelijk, in 1847, lichtte de dai» aan, waar
op Frankrijk de vruchten zou plukken van
zijn hardnekkig volgehouden, ten koste van
duizenden levens zijner beste zonèn en na
ongelooflijke krachtsinspanning gevoerden
krijg.
Abd-el-Kader, wiens hulpbronnen waren
uitgeput, gaf zich, verlaten door de zijnen
over aan den 26-jarigen divisie-generaal, den
hertog van Aumaie.
Algerije was veroverd en werd als een
nieuwe, kostbare koloniale parel aan de ko
ningskroon gehecht, die boven het Moeder
land fonkelde.
Een prins van Orleans, de hertog van
Aumaie, aanvaardde onder toejuiching der
geheele natie, het bestuur over Algerije in
naam zijns vaders den Koning, en zetelde
weldra in het trotsche, in blanke pracht op
doemend regeeringspaleis, gebouwd op ae
als met een sluier van smaragd omweven
heuvelkling aan de zeezijde der hoofdstad Al
giers, waar donkergroene olijven en slan
ke dadelpalmen statig wuiven, zachtkens be
wogen door den frisschen adem van de geest
en lichaam sterkende zeebriesje, opstoeiend
uit de Middellandsche wateren.
Aan den vooravond van den dag, waarop
een geduchte Fransche legermacht zich op
maakt, om den gevaarlijken tegenstander
Abd-el-Krim te tuchtigen en tot onderwer
ping te brengen, leek het ons. interessant, een
terugblik te werpen op Frankrijk's krijgs
geschiedenis, die zich van 18321847 in
Noord-Afrika afspeelde, een terugblik, die
curieuze punten van vergelijking aanbiedt
tusschen toen en nu, punten van vergelijking,
die o.i. over 't geheel, niet in het voordeel
van het heden uitvallen.
Sociëteit St. Bavo. Kringvergadering
Bouwvakbond half 4 Vioolonder-
wijs 3 uur Gewone zittingen 7
uur.
Arbeidsbemiddelingsbureau van Sint Fran-
ciscus Liefdewerk. Zoetestraat 11 Elke»
Donderdag van 8914 uur.
R.K. Arbeidsbureau voor mannen en j'ongens
Sociëteit St. Baro, Smedestraat 23,
Telefoon 10049. Alle werkdagen van 9
half 9 uur. 's Zaterdags alleen van 92 en
van 2614 en 's avonds van half 8
half 9 uur.
R. K. Arbeidsbeurs voor Vrouwen Bloem
hofstraat 1 Alle werkdagen van v.m.
1012 uur, des middags van 24 uur, «n
avonds van 89 uur, behalve Zaterdag
avond Tel. 11671.
Arbeidsbeurs voor R. K. Ziekenverpleegsters
(uitgaande van den Ned R. K. Bond van
Ziekenverpleegsters). Aanbiedingen en
aanvragen voor verpleegsters aan het Bu
reau BI.weg 309 Overveen (dr. C. Bosch).
R. K. Leeszaal en oitleenbibliothcek
Jansslraaf 49 Eiken dag geopend van
1012, van 25 en van 710 uur, be
halve des Maandagsochtends en op Zon
en Feestdagen Uitleenen van boeken
Van 2 tot 5 uur en van 79 uur. Woens
dagmiddag ruilen van kinderboeken.
St. Marfbavereeniging. Bloemhofstr. Zon
dag.' en Woensdags van 810 uur, n.m.
gezellig samenzijn voor Hollandsche meis
jes, die hier geen tehuis hebben Tel.
11671
R. K. Bevolkingsbureau Gebouw Sint
Bavo Smedestraat 23 van 810 uur
op Maandag-, Woensdags- en Vrijdag
avond
St. Elisabeth's Vereeniging Jansstraat
Aanvragen om versterkende middelen
voor arme zieken der S. E. V. Maan
dags van 23 uur Donderdag van 12.
Bisschoppelijk Museum. Dagelijks, uitge
nomen Zaterdag, Zon- en Feestdagen
toegankelijk
Reddingsbrigade voor drenkelingen
Centrale post. Tel. 11111 (Hólzhaus) en
verder bij de leden te kennen aan het
groen-wit schild aan den buisgevel.
R. K. Kraamverzorging van de Derde Orde
Si Franciscus. Aanvragen te richten
tot Mevr. Coebergh, Ged. Oude Gracht
74, des Dinsdags van 23 uur.
Parochiale Bibliotheek (Kleverparkweg)
ingang tusschen kerk ^n pastorie iederen
Dinsdagavond.
Eerste Hulp bij Ongelukken (Snelverband)
Centrale post Te). 11111 (Holzhaus) en
verder bij de leden, te kennen aan het
zwart schild met wit kruis aan den huis-
geveL
Bij bet a.s. Koninklijk bezoek zullen in
Bavodorp verschillende versieringen worden
aangebracht. Zoo worden in de Kruistocht
straat lijnen gespannen waaraan talrijke
wimpels zullen worden bevestigd. Op kruis
punten zooals Emostraalvan Keulenstraat
worden bloemenmanden bevestigd.
Na het bezoek van de Koningin aan Bavo
dorp zullen de kinderen deelnemen aan de
kinderhuid? van den Kinderbond „Prinses
Juliana" in do Nagtzaamslraat. Een bloem
stuk zal worden aangeboden en gezamelijk
zal een lied worden gezongen.
Waarschijnlijk zal e„.. eerepoort verrij
zen op de Nagtzaambrug.
's Avonds zal in - Emostraal het mu
ziekcorps .Euphonia" de stemming er in
houden, terwijl muzikale rondgangen het
slot zullen vormen.
Popingen worden in 't werk gesteld om
op 't zoogenaamde „Grijze Zandje" een
draaimolen geplaatst te krijgen.
De Feestcommissie in het Amsterdamsch
kwartier is druk in voorbereiding van de
feestelijkheden.
De inteekenlijsten zijn bij vele buurtbe
woners aangeboden en er is reeds aardig
op geteekend.
Toch zullen cr nog velen zijn, die, wan
neer zij het volgende zullen lezen, 'en nog
niet hebben bijgedragen, alsnog hunne bij
drage aan de commissie willen zenden.
De commissie deelde ons dan het vol
gende mede:
De versiering zal netjes, maar sober zijn,
in verband met den wensch van de Konin
gin zelve.
De gelden welke worden opgehaald en
inko,, i, worden, na ar'rek der kosten voor
de sobere versiering, geheel afgedragen
voor de slachtoffers der stormramp in Ne
derland.
Wat zeer zeker een mooi doel is.
De commissie verricht alle werk geheel
belangloos en tracht een zoo groot moge
lijk bedrag voor de slachtoffers dezer ramp
af te dragen.
De secretaris-penningmeester, de heer
P J. v. Wunnik, Amsterdamstr. 20, belast
zich met het in ontvangst nemen van gel
den.
Voorts deelde de commissie ons nog me
de, dat alsnog gelegenheid is voor jöngens-
en meisjes van 814 jaar, om aan de Hul-
debetooging deel te nemen, waarvoor zij
zich zoo spoedig mogelijk gelieve op te ge
ven eveneens Amsterdamstraat 20.
De secretaris-penningmeester verstrekt
voorts alle gewenschte inlichtingen.
Van onzen kant wekken wij gaarne op
lot een zoo groot mogelijke deelname aan
gezien het vooral voor de kinderen, een ge
zellig feest belooft te worden.
Terwijl bakker K. aan het venten was,
reed een neef van hem de auto. Blijkbaar
was hij daar niet erg vaardig in, want nabij
de Zwarte Weg te Vijfhuizen, reed hij achter
uit in de sloot.
Eenige menschen, die aan het werk waren
aan de in aanbouw zijnde huizen daar in
de nabijheid, wisten met vereende krachten
de auto, welke op zijn kant over de sloot
hing, weer op den weg te krijgen.
Gisteravond om ongeveer 10 uur had op
den Schoterweg, nabij de Spaansche Vaart
straat, een aanrijding plaats tusschen een
luxe-auto en een tram. De auto werd ern
stig. terwijl de tram slechts licht bescha
digd werd.
Het verkeer ondervond eenige vertraging.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor
Donderdag kwam op den Kruisweg te
Hoofddorp een auto, waarvan de bestuurder
bij het passeeren van een wielrijder te ver
uitweek, in botsing met een groot reclame
bord, dat tegen den grond werd geslagen.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor.
Donderdag had nabij den Hoofdweg alhier
een wielrijder, die bij het uitwijken voor een
passeerende auto, te ver naar den waterkant
moest rijden. het ongeluk, zoodanig te
vallen, dat hij een pols brak.
Geneeskundige hulp werd ingeroepen.
Naar wij vernemen zal het Tweede Ka
merlid, de heer Ch. v. d. Bilt, zich eerlang
metterwoon te Haarlem vestigen.
Wij leven in een tijd, waarin de snelheids
duivel hoogtij viert. Auto en motor en vlieg
machine razen als gebaarde duivels over
wegen.en door de lucht. Voetgangers wor
den beschouwd als muggen, welke worden
verpletterd als zij niet zorgen uit de onmid
dellijke nabijheid van de monsters te blij
ven.
Hoe rustig ging het vroeger. Ging men met
vacantie, dan reisde men met de rustig
voortglijdende trekschuit. Onder genoegelijk
gekout, gemêleerd met een gesmoord pijpje
was de vacantie om als men ter bestemder
plaatse kwam. Of men reed met de diligence,
een voertuig wat merkwaardige overeen
komst vertoonde met onze moderne auto
bussen. Slechts de snelheid verschilt. Het
hobbelen ging even gelijkmatig of ongelijk
matig, als tegenwoordig. Vroolijk schudde
men dan ook dooreen terwijl de hoorn des
postillons even vroolijk schalde als thans de
chauffeur toetert.
Een voertuig evenwel, dat de diligence
nog meer in vorm en wezen benadert, is
„het aapje". Soms lijkt het alsof én
paard en wagen nog stammen uit de vo
rige eeuw, beide voorwerpen zijn even hou
terig. Ook de koetsier heeft meestal zijn eer
ste jeugd gehad.
Het geheel maakt overigens wel een sma
kelijke en gemoedelijke indruk.
Ik herinner mij het volgende staaltje van
gemoedelijkheid:
Het was in een klein stadje. Op het sta
tionsplein stonden een viertal aapjes op een
vrachtje te wachten. De zon wierp haar zen
gende stralen naar beneden. Het was warm,
intens warm. Wie niet per sé op straat be
hoefde te zijn, bleef thuis In de middaguren
waren dan ook maar weinig menschen te
zien. De koetsiers zaten in hun diverse ve
hikels. Zij sliepen de slaap der rechtvaardi
gen, waarom ook niet. Ook de paarden slie
pen, zooals gewoonlijk. Hun koppen en staar
ten hingen allerakeligst slap naar beneden,
moedeloos, treurig. Evenwel de rust was niet
van langen duur.Één der paarden werd her
haaldelijk door een bepaalde bromvlieg ge
stoken. Hierdoor opgeschrikt trachtte het
zoo goed en zoo kwaad als het ging de
kwelgeest met zijn staart te verjagen. Het
hielp echter niet voldoende. Zijn baas sliep
en kon hem niet helpen, hoewel het paard
herhaaldelijk omkeek en magertjes hinnikte.
Wat moest het doen. Eindelijk liet het toen
zijn gedachtengang blijken; we! als de baas
niet helpt, ga ik naar mijn stal. En kalm
stapte het op. De baas sliep.... 'als een
roos. Een lief blosje bedekte zijn stoppel
baard. Het zachte schokken van den wagen
deden blijkbaar aangename droomen in zijn
brein ontstaan. hij glimlachte. En waarom
niet; hij was misschien voor het eerst van
zijn leven voor zijn genoegen uit rijden. Lie
felijke rust straalde uit het aapje.
Toen kwam een straatjongen. Merkwaar
dig, dat deze steeds daar zijn, waar iets
bijzonders voorvalt. Hij liep vlak langs het
rijtuigje, grinnikte en hief plotseling een ver
vaarlijk gehuil aan. Zelfs engelen zouden ge
schrokken zijn, zoodat de koetsier met een
ruk uit de kussens opveerde en met groote
schrikoogen rondkeek. Het paard liep rus
tig voort, het had al zooveel in zijn leven
gezien en gehoord, dat het zelfs niet meer
schrok van een straatjongen.
Verbaasd keek de koetsier rond. Nee, dat
was toch niet in den haak.
Vlug als een aapjesk» Hsier steeg hij uit
en greep het paard vast.
Hij grijnslachte. „Nee, Kobus, we zalle nog
effe teruggaan, jonkie."
Barometerstand, 9 uur v. m., 757 Vooruifc
OPGAVE:
Medegedeeld door het Ned. Kon. Meteorolo
gisch Instituut te De Bildt
Naar waarnemingen in den morgen va»
21 Augustus.
Hoogste barometerstand 764.9 m.M. te
Vardoo.
Laagste barometerstand 747.0 m.M. te
V alentia.
Verwachting van den avond van 21 tot
den avond van 22 Augustus.
Matige Zuidoostelijken tot Zuidwestelij
ken wind, zwaarbewolkt of betrokken met
tijdelijke opklaring, waarschijnlijk regen
buien met kans op onweer, zelfde tempera
tuur.
„Voortdurend blijven verschillende auto
riteiten Bo.culo bezoeken; allen verklaar
den den burgemeester, dat de werkelijkheid
de beschrijvingen Ver overtreft
Aldus lazen wij heden in een beschrijving
over den opbouw van het verwoeste Gel-
dersche stadje. En wat voor Borculo geldt,
geldt evenzeer van de verwoeste streken in
Brabant.
De werkelijkheid overtreft de beschrij
ving!
En de beschrijving was 'toch huivering
wekkend. Zijn velen dat al weer vergeten?
Zoo neen, dan moeten de Katholieken van
Haarlem en omgeving ook meer dan in de
afgeloopen twee weken hun daadwer
kelijke belangstelling toonen in het lot
van onze zwaar beproefde landgenooten!
Zend nog heden Uw bijdrage, wanneer g»
tot nog toe hebt verzuimd!
Vorige bedrag 798.01
Van een fabrieksarbeider 4.
G. S2.5C
N. Nf 0.50
Wed. J. A. L1-
H. J. L2.56
M. en A2.
N.N. ter eere v. h. H. Sacrament 1.50
Eerste collecte bezoekers
café de Zijlpoort 24.15
B100—
H. T. K. te Haarlem 15—
Ingekomen bij het .R-K.
Huisvestingscomité:
J. H. M0.75
957.91 J4
In een gehouden vergadering van het be
stuur en den raad van toezicht van de.
Coöperatieve Boerenleenbank Haarlemmer
meer is met algemeene stemmen besloten uit
het reservefonds der bank een bedrag van
1000 beschikbaar te stellen voor de
noodlijdende leden van de bij de Rail-
faisenbank aangesloten boerenleenbanken in
het bij de sormramp geteisterde gebied
in den Achterhoek.
Verder schijnt de voorzitter van de af-
deeling van het Roode Kruis na over
leg met het dagelijksub bestuur van de ge
meente voornemens te zijn om een be
stuursvergadering bijeen te roepen, teneinde
van dit bestuur hef initiatief te laten uit
gaan tot het houden vrn een algemeen#
collecte bij de ingezetenen.
DE HULPACTIE VAN HET R.K. HUIS-
VESTINGSCOMIT
Het Ned. R.K. Huisvestingscomité te
's-Bosch deelt ons mede, dat over het ge
heele land een hulpactie zal worden onder
nomen voor de slachtoffers van deze
stormramp.
Gaarne ondersteunen wij deze actie en
bevelen haar krachtig aan bij onze E.E.
Geestelijkheid en de geloovigen van oni
Bisdom.
Haarlem, den 15 Augustus 1925.
t AUGUST1NUS JOSEPHUS,
Bisschop van Haarlem.
Vorig bedrag 449.05
N. N. 1
N.N. Laat Kees een Wees-gegroetje
bidden tot herstel van 'n zieke 2.5C
N.N. ter eere van het H. Sacrf 1.50
J. P. M2.50
Totaal 456.55
Gisteren herdacht de heer J. de Nobel
den dag, waarop hij vóór 25 jaar bij de N.
V Haarlemsche Machinefabriek v.h Gebr.
Figée in dienst trad. Het heeft hem niet aan
bewijzen van sympathie ontbroken. Het be
stuur van het pensioen- en ziekenfonds
zond een fraai rookstel. De dag werd ver
der in iqtiemen kring gevierd.
Voor het examen boekhouden M. O.,
slaagden te 's Gravenhage de heeren F. M.
Schneider en N. P. P. J. Roorda van Eyzitfr
ga, alhier.
Vorig bedrag 960.94
N.N. ter eere van het H. Sacr1.50
Totaal 962.44