Open huid Kloosterbalsem Ingezonden mededeelingen a 60 cents per regel. Aeeltaille wonden STADSNIEUWS. GEMEENTEZAKEN. Hinderwet. INGEZONDEN Historische Processen De moordzaak Jean Cailas t (1762) t> o y o oooöooooooöoo-oö-oo oo RECHTSZAKEN. r Diefstallen van Rijwielplaatjes. Kippen met visitekaartjes. Het weigeren van hulp. Poging tot doodslag. BINNENLANDSCH NIEUWS. Een geweigerde overplaatsing. ORDE EN ARBEID. Congres der algemeene R.-K. W erhgeversvereeniging. KUNST £N KENNIST" De Nobelprijzen. LANDS. EN VISSCHERIJ KERK EN SCHOOL. Curatorium der R.-K. Leer gangen. GEMENGD NIEUWS. Kindermoord door den vader. UIT ONZE OOST. De toestand in de haven te Semarang. KERK EN SCHOOL. Z. E. Mgr. Graaf van Huijn. LUCHTVERKEER. Vlucht over den Atlantischen Oceaan. SPORT EN SPEL. District Haarlem. D. H. V. B. AAM ONZE LEZERS. Indien gij over de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT te-i vreden zijt, zegt het anderen. Indien gij in een of ander op-j zicht niet tevreden zijt, zegt het óns. B. en W. stellen voor aan J. Verhagen Jr. ti erfpacht te geven, een stuk grond ter oppervlakte van 339 M2. gelegen aan de Meester Cornelisstraat tegen een erfpachts- :anon van f 0.97 y2 per M2. per jaar. B. en W. stellen voor met ingang van l September aan de Middelbare school voor meisjes met 5-jarigen cursus tot tijdelijk eerares te benoemen Mej. Dr. J. M. A. ten Broeke. B. en W. stellen voor, voor de gemeente aan te koopen voor 'den prijs van f 10. per M2. een gedeelte grond, gelegen aan het Nauwe Geldelooze pad ter grootte van 8.36 M2. B. en W. stellen voor terug te nemen uit het gemeentelijk woningbedrijf tegen de geschatte waarde van f 2.000.het oerceel aan de Twijnderslaan No. 37, zulks ^net in gang van 1 September 1925 en in te brengen in het gemeentelijk grondbedrijf. In de raadsvergadering van Woensdag a-s- zullen o.m. behandeld worden de vra gen gesteld door de heeren Joh. Visser betreffende het aanbrengen van reclame op de kommiezenhuisjes M. L. A. Klein omtrent de kennisgeving -ntgaande var. den Gemeentelijke Incasso- iienst, betreffende het geldophalen W. v. Liemt betreffende de verkeers regeling op het Frans Halsplein, alsmede oetreffende de verbreeding en verbetering van de Schalkwijkerstraat. Al deze vragen zijn indertijd door ons nieds uitvoerig opgenomen. Ingekomen is een verzoekschrift met bij- legen van J. Mantje, o«i vergunning tot oprichting van er rookrij en kokrij benevans een inrichting tot het machinaal bewerken van vleeschwaren, in het prceel Maarten van Heemskerkstraat no. 83. IToor den inhoud van deze rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. AAN DEN HAARLEMSCHEN WINKELSTAND. In antwoord op het door de Midden standscentrale voor Haarlem en Omliggende Gemeenten uitgebracht advies, berichten Burgmeester en Wethouders ons d.d. heden het volgende: Wij hebben besloten op 28, 29, 30 en 31 Augustus a.s. algemeen ontheffing te ver- leenen van de verbodsbepalingen op de Winkelsluiting ten. aanzien van alle winkels. Wij vertrouwen, zegt het College van B. en W. verder, dat door Uwe Centrale zal worden bevorderd, dat, zoo tengevolge van die ontheffingen het personeel meer dienst moet verrichten, dat meerdere werk extra zal worden beloond, of op andere wijze met de belangen van het personeel in deze zal worden rekening gehouden. Ons Bestuur heeft dit schrijven letterlijk geciteerd, omdat onze Winkelstand er ken nis van kon nemen, dat dit de wensch is van ons gemeentebestuur, een wensch, dien wij van heeler harte ook tot den onze maken. Het Bestuur der Middenstandscentrale voor Haarlem en Omliggende Gemeenten: F. H. SMIT, Voorzitter. -. TEN BOOM. Vice-Voorzitter. P. J. M. v. TETERING, Secretaris O-OOOOOOOOOOOOOOOOOOO-Q 0 De geschiedenis van Frankrijk op den overgang van de negentiende naar de twin tigste eeuw, wordt gekenmerkt door den ge weidien schok, dien het land politiek, mo reel juridisch onderging, tengevolge van de z.g.n. Dreyfus-zaak. Een eenvoudige kwestie: een kapitein, geplaatst bij de afdeeling in lichtingen van het Ministerie van Oorlog, die werd beschuldigd, stukken, de veiligheid van het land betreffende, aan een andere mogendheid te hebben uitgeleverd, die door den krijgsraad schuldig werd bevonden en levenslang verbannen naar een eiland on der het Fransche Guyana, Duivelseiland ge- heelen. Een zaak, waarvan het de vraag is of zij, zoo men terstond na het opvatten er van, de justitieele dwaling had willen erken nen, die erin school, wel ooit de oogen van geheel Europa, ja van geheel de wereld zou hebben getrokken. Juist omdat mén de gevraagde, noodzakelijk geachte revisie wei gerde; juist omdat men tegen allerlei bs- wijzen in, de schuld van Dreyfus bleef vol houden, is de openbare meening wakker geworden en heeft zich verzet. Tengevolge van het feit, dat degenen, die ongetwijfeld aanvankelijk tot Dreyfus' veroordeeling heb ben medegewerkt, een begrijpelijke, maar uiteraard meer voorkomende fout niet wil den erkennen, werd de Dreyfus-zaak een aangelegenheid, die geheel Frankrijk tot in de grondvesten schokte, en zelfs op meer dan één oogenblik het bestaan van de Republiek in gevaar bracht.Wij hebben gemeend, en v%- len onzer meenen ongetwijfeld nog, dat de Dreyfus-zaak in haar verschijning als zoo danig een eenig karakter heeft, en wij heb ben allen vergeten, dat iets meer dan een eeuw tevoren, een gelijke zaak, ook van Franschen oorsprong, de aandacht van ge heel Europa reeds had tot zich getrokken, voorzoover het met de gebrekkige nieuws- verbreiding van dien tijd mogelijk was. Er is zekere gelijkenis tusschen de zaak- Dreyfus en de zaak van Jean Cailas. door het Parlement van Toulouse in het jaar 1762 veroordeeld om te worden geradbraakt we gens moord op zijn zoon. Overeenstemming ook in zooverre, dat de zaak-Callas, gelijk men haar kan noemen, in wezen eenvoudig was als de zaak-Dreyfus en slechts door de bijkomstige omstandigheden, door de harts tochtelijke bestrijding over «n weer, tot iets omvangrijks werd opgeblazen! De familie Cailas woonde te Toulouse, in de Rue des Filatiers. De vader, Jean Cailas, was linnenkoopman en zijn bedrijf behoorde tot de meest voorspoedige van Toulouse, zoodat hij dan ook algemeen als zeer welge steld werd gerkend. Hij had zes kinderen, DRIE BEKLAAGDEN VOOR DE ARN- HEMSCHE RECHTBANK. Voor de Rechtbank te Arnhem stond Woensdag terecht de 27-jarige arbeider Th. J. B., wien diefstal van een rijwielbelasting- merk was ten laste gelegd. Bekl. bekende het feit te hebben gepleegd. Op een vraag van den president gaf hij toe reeds 12 plaatjes te hebben gestolen. Door werkloosheid gedwongen was hij tot deze da den gekomen. De Officier van Justitie was van meening dat dit feit ernstig moest worden bestraft, daar nu eindelijk eens een dader gepakt is. Spr. eischte één jaar gevangenisstraf met af trek der preventieve hechtenis. De verdediger, Mr. Roobol voerde aan dat beklaagde's groote armoede de oorzaak was van alles. Spr. vroeg een voorwaardelijke ver oordeeling met hulp en steun van den reclas- seeringsambtenaar. Uitspraak over 8 dagen. Vervolgens had zich te verantwoorden ter zake van heling de 28-jarige W. v. Z. uit Arn hem. Bekl. bekepde van B. voor f 1.50 een belastingplaatje te hebben gekocht. B. had hem gezegd dat hij een fiets met een belasting- merk te koop had. Hierop had bekl. geant woord, dat hij alleen het „loodje" wenschte te koopen. Den volgenden dag had hij dit van B. gekocht voor f 1.50. Hij wist niet dat het gestolen was. Pres. Waarom niet voor f3? Bekl. Ik bood hem f 1.50, omdat er al een half jaar om was. Bekl. gaf toe reeds eerder van B. een „lood je" te hebben gekocht. Get. Th. J. B. uit Arnhem, verklaarde dat hij zijn eigen belastingmerk dat hij als werk- looze gratis had gekregen, aan bekl. had ver kocht. De Officier van Justitie was van meening dat bekl. had moeten begrijpen dat het ge stolen was, temeer waar B. hem vaker rijwiel- belastingplaatjes te koop aanbood. Spr. eischte twee maanden gevangenis straf. Uitspraak over 8 dagen. Eveneens beschuldigd van heling van een rijwielbelastingmerk moest vervolgens te recht staan Th. P. Bekl. was niet verschenen. Get. Th. J. B., verklaarde aan bekl. 5 belas tingplaatjes voor nog geen gulden per stuk te hebben verkocht. Hij had medegedeeld dat die gestolen waren. De Officier van Justitie achtte het feit be wezen en eischte vier maanden gevangenis straf. Uitspraak over 8 dagen. A. P. B. te Oegstgeest leeft niet in goede harmonie met zijn buurman W. Warnaar. Om W. onaangenaam te zijn, liet hij zijn kip pen in diens tuin loopen en daar W. kuikens had in een ren, gingen deze kippen de ren ondergraven, ten einde aldus bij de kuikens te komen. W. heeft toen eens een steen naar de kip pen geworpen en er een getroffen, ten ge volge waarvan deze gestorven is. De politie is er toen bij te pas gekomen, met het ge volg, dat B. zijn kippen heeft vastgehouden. Dit duurde echter maar kort, want eenige dagen later heeft hij de kippen weer in den tuin van W. gestuurd en een dezer een visi tekaartje om den hals gehangen, waarop ge schreven stond Ik wordt belasterd door een idioot. Het O.M. bij het kantongerecht te Leiden heeft tegen B. voor het laten loopen van zijn kippen in den tuin van W. f 5 boete of 5 da gen hechtenis geëischt. Tot drie maanden veroordeeld. De kantonrechter te Middelburg heelt P. J. v. d. V., roeier bij het Nederiandsche Loodswezen te Vlissingen, overeenkomstig den eisch van het O.M. veroordeeld tot drie maanden hechtenis, omdat hij weigerde hulp te verleenen, toen een jortgetje aader, Oranje van wie vier zonen en twee dochters. Mare Antoine, destijds 29 jaar oud, was de oudste dezer vier; Pierre de tweede, die slechts een jaar met zijn broeder verschilde; Louis, de derde, die 25 jaar telde, en Donat, de vier de, die destijds 22 jaar telde. Op 13 October 1761 bevonden zich in den huize Cailas de vader, de moeder. Pierre en de beide doch ters, terwijl er ais gast vertoefde een jong advocaat. Lavallise, toevallig op zijn door reis te Toulouse. Marc Antoine. aldus luid den de verhalen, was als gewoonlijk onmid dellijk na het eindigen van den maaltijd op gestaan, om zich naar zijn gewoon café te begeven. Louis Cailas vertoefde reeds lang niet meer thuis. De familie Cailas was pro testant; slechts de gedienstige in huis, een oude getrouwe, was Katholiek; maar terecht is er de aandacht op gevestigd, dat Voltaire dit later onjuist als een blijk van verdraag zaamheid der Cailas deed voorkomen, daar een koninklijke ordonnantie van 1696 nog van kracht was, die bediening door Katho lieke gedienstigen voorschreef Louis Cailas was enkel,e jaren tevoren tot den Katholie ken godsdienst overgegaan; dit had zijn va der dermate vertoornd, dat hij hem allen onderstand geweigerd en uit huis had ge zet, en, ondanks de tusschenkomst van ver scheidene vrienden, doof bleef voor zijn smeekbeden Slechts de krachtige stapen, die door den vertegenwoordiger van den heer de St. Priest intendant te Languedoc, werden gedaan om Jean Cailas tot andere gedachten te brengen, nielpen, maar zijn uit- keering aan den in zijn oog afvalligen zoon werd beperkt tot het minimum, waartoe hij zich kon beperken. Nu liep omtrent Mare Antoine sedert eenigen tijd het gerucht, dat ook hij tot het Katholieke geloof zou over gaan; gedeeltelük, zeide men, wijl gods dienstovertuiging hem daartoe gebracht had; gedeeltelijk werd ook beweerd, dat hij, ad vocaat willende worden, genoodzaakt was om Katholiek te worden, teneinde dit beroep te kunnen uitoefenen. Op den avond nu van 13 October 1761, zoo omstreeks half tien, hoorden voorbijgangers in de Rue des Fila tiers, in het huis van Cailas, beweging; men hoorde uitroepen, kreten, zuchten; kortom, men hoorde, dat er iets gebeurde. Enkele voorbijgangers hadden duidelijk waargeno men, dat de oude gedienstige, de deur naar de straat openende, had uitgeroepen: Mijn God. men heeft hem gedood! Voorbijgangers die binnendrongen, vonden in den winkel be neden het lijk van den jongen Mare Antoine liggen. Zijn broer Pierre en de advocaat ston den in de onmiddellijke nabijheid, met de destijds gebruikelijke fakkels in de hand. Men had, zoo luidde hun verklaring,, tot on geveer negen uur aan tafel gezeten; had Mare Antoine reeds lang in zijn café ge waand, en eerst toen Pierre en de advocaat naar beneden waren gegaan om te vertrek ken, hadden zij in den winkel het lijk van den ongelukkige Mare Antoine opgemerkt. Pierre Cailas en Lavallise gingen voo spoe dig mogelijk een chirurgijn halen; Pierre begaf zich bovendien naar het café „Les Quatre Billards", waar zijn broeder in den dijk bij het zwemmen in levensgevaar ver keerde. Het knaapj'e is verdronken. Op Hemelvaartsdag van dit jaar werd een steegje in Amsterdam plotseling in rep en roer gebracht door heftig tumult in een van de vele kroegjes. Gillend liep een forsche vrouw het cafétje uit, terwijl bloed langs haar handen liep. Een man, het bleek later haar wederhelft te zijn, volgde haar bijna oogen- blikkelijk. Het vechtlustige paar werd ge scheiden en de vrouw naar het Wilhelmina- gasthuis gebracht, waar haar wonden aan echterarm en borst werden verbonden. Zij was zoo opgewonden, dat men haar veilig heidshalve niet dadelijk naar huis liet gaan, hoewel de wonden niet veel te beteekenen hadden. De vrouw verklaarde, dat haar man haar met een mes gestoken had, omdat zij, tegen zijn verbod, een glas bier in een café was gaan drinken. De dader stond thans te recht voor den politi: rechter, mr. Servatius, beschuldigd van poging tot doodslag. Mn Servatius „Hoe lang bent u ge trouwd, beklaagde „Met November twee jaar." „En wat is er op Hemelvaartsdag gebeurd „Ik ben met m'n vrouw uitgeweest en kocht cadeaux voor haar. We dronken wat, namen drank mee, en kwamen regen den middag thuis." „Toen bent u naar bed gegaan?" „Ja, Edelachtbare, maar toen ik merkte -ïat de vrouw niet thuis was, ben ik uitgegaan. Een buur vertelde, dat ze in een café zat en toen werd ik zoo woedend. „Stak u toen een aardappelmes bij u „Dat zal wel „U weet tpch wel, of u 't al bij u had of niet „Ik was zoo kwaad. Ik ben getrouwd met m'n vrouw en ze heeft in dat café alleen niets te maken. De bezoekers daar deugen niet." „Hebt u haar voor het steken nog iets ge zegd „Neen „Wilde u haar dood hebben „Neen, maar op dat moment heb ik niet aan de gevolgen gedacht." „Het is héél erg. Het middel stond niet in verhouding tot het doel. Het is gezegend af- geloopen. Gelukkig ziet u het verschrikkelijke van uw gedrag in." „Leeft u nu weer samen „Ja, best." ,,'t Is jammer, dat u al meer veroordeeld bent. U bent naar het-Leger des Heils gegaan om raad, nietwaar „Ja, ik wilde graag een voorwaardelijke veroordeeling." Nadat de vrouw nog verklaard had, dat zij haar man vroeger reeds beloofd had geen kroeg meer te bezoeken, verzocht het O.M. waargenomen door mr. Reilingh, de be handeling van de zaak te schorsen, tot een rapport van het Leger des Heils omtrent bekl. in binnengekomen. Mr. Servatius schorste daarop de behan deling. De voorzitter van de afdeeling Rotterdam van den Centralen Bond v. Post-, Telegraaf - en Telefoonpersoneel, werd in Februari 1.1. voor straf overgeplaatst naar Leeuwarden, in verband met ten telegram, door hem aan bet hoofdbestuur van dien bond gezonden^ waarin hij zich een scherpen aanval veroor loofde op een dienstorder, .waarin aan het personeel verbaden werd critiek te oefenen cp het rapport-Nolting. De gestrafte begaf zich niet naar de nieu we hem aangewezen standplaats, wat zijn ontslag tengevolge had. Tegelijkertijd legde hij zijn zaak voor aan de Commissie van Beroep. Deze heeft de straf ewijzigd in een voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van één jaar. De overplaatsing naar Leeuwarden is veranderd in een overplaatsing van den telegraafdienst naar den postdienst te Rot terdam. Met deze wijziging in de str?f heeft de Minister zich dezer dagen vereenigd. Heb bet uUsiekcndste aan te riedin dal iemanj wenschen kan, boe zal ie wereld het weten, indien gij niet adverteert JOHN P. ROCKEFELLER tegel vertoefde, om te vragen of deze daar ook twist met den een of ander had gekre gen, teneinde op die wijze 'n oplossing voor het raadsel te vinden. De chirurgijn kwam; hij onderwierp het lijk aan een beschouwing; verwijderde een opvallend zwarte das, die Mare Antoine om den hals haa, en voiid rond den nek zeer duidelijk waarneembaar, de af drukken, die het bewijs brachten, dat de on gelukkige gewurgd was. Wie heeft dat kun nen doen?" riep aanstonds vader Cailas uit. Niemand kon hem antwoord geven; men had niemand het huis zien binnengaan, niets werd vermist, geen spoor van inbraak was te vinden. Een der buren was zoo vérstnn- dig den chef van den wijkdienst, een zekére David de Beaudriguez, te gaan halen: deze kwam. onderwierp de familie Cailas aan een eerste verhoor en kreeg reeds toen den in druk, dat zij alien tezamen een verhaal de den, tevoren door hen ingestudeerd. Hij vond in elk geval voldoende aanwijzingen om ge heel de familie Cailas in hechtenis te nemen, er. deed met hen ook den jongen Lavallise naar het stadhuis overbrengen. Van de zijde van de aldus beschuldigden hield men aan de oorspronkelrke lezing vast en bewijzen konden niet worden aangevoerd, dat deze lering onjuist was. Een paar dagen later echter kwam alge- heele verandering van het tooneel. De fami lie Cailas, die blijkbaar overleg had gepleegd met haar advocaten, kwam op de aanvanke lijke verklaring terug. Men gaf toe, dat deze verklaringen onjuist waren; maar zij waren afgelegd om de eer van de familie te redden Immers, naar het nu heette, zou Mare An toine zich door ophanging van het leven hebben beroofd, en men wilde aan de fami lie en aan de nagedachtenis van Mare An toine de schande besparen, die op de zelf moordenaars rust. Een beschrijving werd gegeven van de wijze, waarop men den zelf moordenaar zou hebben gevonden. David de Beaudriguez was voor zijn tijd een Sherlock Holmes; hij ondervroeg de beklaagden scherp, en stelde hun een reeks detailvra gen, die zij niet hadden kunnen verwachten en ten aanzien waarvan zij dientengevolge niet geheel eenstemmig waren. Maar ster ker nog, in het afgenomen kruisverhoor stelde hij vast, dat de jonge Mare Antoine zich niet had kunnen bedienen, bij zijn zelf moord, van een stoel of eenige andere ver hooging. Daarentegen was de plaats, die men hem aanwees als die, waar het koord zou zijn bevestigd, zoo hoog, dat een gemid deld man en ook Mare Antoine, daar niet bij kon komen Op deze en andere gronden te gedetailleerd om hier na te gaan. stelde hij vast, dat het verhaal van den zelfmoord een fabel moest zijn. Men had daarbij de kreten, door de buren gehoord, trachtten te verklaren; de buren hadden toch iemand hooren uitroepen: O vader, o vader, o God, en het heette nu, dat deze kreten van Pierre Cailas afkomstig waren, op het oogenblik, dat hij den zelfmoordenaar ont dekte. David de Beaudriguez, verwierp, aan de hand van de hem gebleken feiten, de lezing van den zelfmoord volkomen, voerde daartegen tal van bezwaren aan. ook dit, dat het wel zonderling was, dat Mare An toine, alvorens zelfmoord te plegen, zich Op Donderdag 3 September ten 2 ure, zal, ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan door bovengenoemde Verecniging een con gres gehouden worden in haar Bureau, Lange Voorhout 19, in Den Haag. Op dit congres zal het onderwerp „Welvaartspolitiek worden behandeld. De 25ste uitkeering. Uit Stockholm wordt gemeld: De 'vijf Nobelprijzen zullen dit jaar elk 118.165 kronen bedragen, 't Is nu de 25ste maal, dat de Zweedsche Nobelprijzen zullen worden toegekend. Van 1901 tot 1924 zijn in 't geheel 13.866.670 kronen verdeeld. Het Nobelfonds heeft thans een kapitaal van 30.626.597 kronen. Gedurende deze 24 jaar zijn 26' prijzen verleend aan Duitschers, 21 aan Franschen, 14 aan Engelschen, 9 aan Amerikanen, 7 aan Zweden, 6 aan Denen, 6 aan Nederlanders, 5 aan Zwitsers, 4 aan Oostenrijkers, 4 aan Belgen, 4 aan Noren. 4 aan Italianen, 3 aan Spanjaarden 2 aan Polen, 1 aan een Rus en 1 aan een bewoner van Indië. MACHINAAL MELKEN. De ervaringen met de Imperia-machine. In de laatste aflevering van het tijdschrift voor diergeneeskunde deelt prof. Kroon zijn ervaringen mede omtrent het gebruik van de „Imperia", waaraan wij het volgende ontleenen Evenals voor elke melkmachine zijn ook voor de „Imperia" noodig een kleine motor, een luchtpomp, een luchtklok en een daar van uitgaande buisleiding door den stal, waarop tusschen de koeien in, kranen zijn aangebracht, waaraan door een gummislang de melkmachine wordt verbonden. De druk in de buizen wordt op een atmospheer gebracht. De melkbekers worden aan de tepels geplaatst en vastgezogen en door middel van een pulsator worden de gummi luchtkamers in de speenbekers afwisselend gevuld met buitenlucht en daarna weer op atmospheer gebracht. Dit geschiedt trou wens bij alle tegenwoordig in gebruik zijnde melkmachines. De „Imperia" vertoont echter verschil lende afwijkingen in de constructie en wel de volgende a. De luchtleiding, welke naar den pul sator gaat, wordt eerst afgetakt van de gum mibuis, waarmede de melkmachine aan de buisleiding vergonden is, en niet, als bij an dere machines, reeds veel eerder b. De pulsator is geplaatst op de verbin ding der melkbekers en hangt daarmee aan de tepels. Het gewicht, dat daardoor bij het melken aan de tepels hangt, bedraagt 6% K.G. en wordt niet door een band om het lichaam der koe gesteund c. In de afvoerbuis voor de melk is geen kijkglaasje aangebracht. d. De luchtkamers in de speenbekers reiken niet tot in het onderste gedeelte van den speenbeker, zooals dat bij de andere systemen wel het geval is en de vorm ver schilt ook eenigszins van die der andere systemen. Hieraan zijn de volgende voordeelen ver bonden De aanleg is eenvoudiger geworden, door dat slechts één metalen buisleiding in den stal noodig is, die tevens als schoftboom kan dienen en dus de stalstaken verbindt tus schen de koeien in zijn de aansluitkr'anen geplaatst. Bij andere machines hebben we vaak twee buisleidingen, één voor het permanente Zuigen der melkbekers en één voor den pul sator der luchtkamers. De aanleg voor de „Imperia" is dus eenvoudiger en minder kostbaar. Dat de pulsator is geplaatst op de verbin- geheel in costuum zou hebben gestoken, en bovendien hebben gebruik gemaakt van een das, dien niemand erkende als tot zijn be zit te behooren, De beklaagden bleven op deze nadere vragen het antwoord schuldig. Men denke zich daarbij de leugens, die zij aanvankelijk hadden gebruikt; de kreten om hulp, die door de buren waren verno men; de klachten, door den vader tegen den jongeren zoon ter zake van zijn geloofsover gang geuit en het kan niet verwonderen, dat men in elk geval materiaal genoeg meen de te hebben om hen definitief in staat van beschuldiging te stellen. Zij werden dan ook eerst veroordeeld tot de ondervraging met scherpe middelen, zijnde het gebruik van de pijnbank; zij werden daarna door het Parlement van Toulouse, krachlens de con- clusiën van den onpartijdigen conseiller- rapporteur de Cassan-Clérac, schuldig be vonden. Op 9 Maart 1762 verklaarde het Parle ment van Toulouse den vader Cailas schul dig en veroordeelde hem tot den dood door radbraking; over het lot der overige be klaagden zou worden beslist na de tenuit voerlegging van het vonnis. Men hoopte blijkbaar op een bekentenis van den vader, die uitbleef. Wat men moge denken van schuld- of onschuld van Jean Cailas, dit staat vast: tot op het laatste oogenblik heelt hij zijn onschuld volgehouden; hij is met moed en zielskracht den dood tegemoet getreden, en zelfs degenen, die het sterkst aan zijn schuld geloofden, werden een oogenblik door zijn optreden ontwapend. O- 18 Maart d. a. v. werden de overige beklaagden vrijgelaten; slechts de jongste zoon Cailas werd gestraft met verbanning buiten het Fransche gebied. De zaak-Callas scheen daarmede ten einde; de schuldige of onschuldige was ver oordeeld; herstel was slechts mogelijk en wenschelijk voor de eer der familie. In Tou louse was klein het aantal dergenen, die aan de onschuld van Cailas geloofden; men moge dit aan geloofsverschil hebben toege schreven, doch zelfs Voltaire kon later niet ontkennen, dat ook onder Protestanten, die hij raadpleegde, aan de schuld van Cailas werd geloofd. Maar een kleine kring van trouwe vrienden blbef aan zijn onschuld gelooven en een dezer, een koopman, Domi- minique Audibert, vervoegde zich op het landgoed Ferney in de nabijheid van Genèvc Hij Voltaire, om dezen de onschuld van Cailas voor te dragen en hem te verzoeken zijn eerherstel te bewerken. Voltaire, de vrijdenker, de man, die reeds in zijn jeugd cynisch spotte met allen en alles, bevond zich toen op ongeveer zestigjarigen leeftijd; dank zij het fortuin waarover hij beschikte, leefde hij bijna vorstelijk op Ferney; hij onderhield betrekkingen rechtstreeks met den Koning van Pruisen en de Keizerin van Rusland; hij diende ministers en vorsten van advies; hij had een grooten kring van ge leerden en dichters om zich heen. Voltaire was een persoonlijkheid, niet alleen in Frankrijk, maar in Europa. Audibert heeft dat zeer juist ingezien; hij had zich kunnen wenden tot een bekwaam advocaat, maar deze zou slechts juridische middelen heb ben kinnen aanwenden. Voltaire, die in zijn jeugd op den wensch van zijn .vader r ain6 aer viei meikpekers en aan den uier hangt, is een belangrijke verbetering le. wordt na het melken de pulsator bui ten den stal opgeborgen het is wenschelijk geen machinedeelen in den stal te hebben. Bij verschillende systemen is de pulsator in den stal vast aan de metalen buizen ver bonden. 2e. De pulsator heeft een gewicht van 654 :.G., zoodat bij het melken meer dan 6 Lu K.G. aan de spenen hangt. Door den pulsato. ,;rijgt de machine bij het melken een eenigs zins schommelende beweging. Dit schom melende zware gewicht oefent een voldoen den prikkel op de melklier uit, zoodat al tijd goed uitgemolken worat, niet nagemol- ken behoeft te worden en wij geen sneller vermindering der melksecretis krijgen dan bij het handmelken. Daar het hier het over winnen betreft van twee groote bezwaren, welke nog aan de melkmachines verbonden zijn, worden met de „Imperia" belang rijke voordeelen bereikt. Bij alle Amerikaansche en ook bij de mees te andere melkmachines moet steeds met de hand nagemolken worden, omdat anders te veel melk en melk met zeer hoog vetge halte in den uier zou blijven. Dit namelken is dan tevens noodig omdat daaraoor een prikkel van de melkleir verkregen wordt om de productie op voldoende hoogte te houden. Bij de „Imperia" nu is het namelken overbodig, daar geen melk meer verkregen wordt en om reden door het zware op en neer gaande gewicht aan de tepels voldoende prikkel op de melklieren wordt uitgeoefend om een vermindering der productie te voor komen. In den stal aan de Veeartsenijkun- dige Hoogeschool bleek, dat bij het namel ken even weinig melk verkregen wordt als bij het namelken van een koe, door een goed melker met de hand gemolken. Aan het Staatszuivelstation te Gembloux heeft men een onderzoek ingesteld, of de „Imperia" goed uitmolk. Door het melken werd gedurende een periode bij 12 koeien door machinaal melken verkregen 4185.2 Liter en door het namelken, telkens tersfond nadat de machines afgenomen waren, 15.61 Liter, zoodat dus met de melkmachine ver kregen werd 99.63 van de aanwezige melk, een percentage, even hoog als bij het handmelken. Daar het melken even lang duurt als met de hand (gemiddeld bleken de koeien in Gembloux 1.05 Liter per minuut te geven) is de duur van den prikkel op de melklier gelijk. De meeste nfelkmachines, die tot nu toe in ons land beproefd zijn, bleken niet prac- tisch te zijn, vooral omdat de melkproductie der koeien geleidelijk te sterk achteruitging. Dit nu is door het melken met de „Imperia" niet te vreezen, zooals trouwens in België reeds gebleken is waar deze machines gedu rende twee jaar gebruikt 'werden. We hebben hier dus te doen met een prin cipieel verschil met andere melkmachines, waardoor de praktische bruikbaarheid zeer wordt verhoogd. Het gewicht van 6% K.G. oefent abso luut geen nadeeligen invloed uit op uier of spenen, de dieren geven geenszins blijk dit onaangenaam te vinden. Bovendien werd waargenomen dat wonden aan de spenen zooals onvermijdelijk plaatsvindt bij het handmelken, bij het melken met de machine wordt voorkomen. Z. D, H. Mgr. L. Schrijnen, Bisschop van Roermond, heeft benoemd ter vervulling der vacature in het curatorium der R. K. Leer gangen, ontstaan door de ontslagname van Z.Exc, ir. M. C. E. Bongaerts, den heer jhr. mr. Ch. Ruys 4e Beerenbrouck, lid van de Tweede Kamer, oud-minister van Binnen- landsche Zaken en Landbouw. Te Assen is gevankelijk binnengebracht en ter beschikking van de justitie gesteld een arbeider te Annen (Drente] verdacht -van gepleegden kinderdoodslag in de maand Juni op het kind, waarvan zijn echtgenoote bevallen is. Hij is na verhoor in ^rest ge steld. een korten tijd voor advocaat had gestu deerd, hield zich met de juridische zijde van de zaak slechts in het voorbijgaan bezig; hij zag in de veroordeeling Cailas, wilde er im elk geval in zien een intrige, uit gélcofsoverwegingen opgezet, en hem was er dienlenevolge alles aan gelegen cm het vonnis tegen Cailas uitgesproken, ongedaan te maken. Voltaire, die korten tijd te voren aan een vriend vrij spottend over het geval-Callas had geschreven, heeft zich daarna jaren lang met de zaak Calles bezig gehouden. Hij organiseerde een campagne; hij verza melde een klein comité rond zich, dat het eerherstel van Cailas in zijn vaandel schreef. Hij verzamelde getuigenissen ten gunste van Jean Cailas. Hij bracht stukken bijeen, die het oorspronkelijk dossier van Cailas konden aantasten. Voltaire was er de man niet naar om dat alles zelf te be kostigen; neen. hij wist belangstelling voor de zaak te wekken tot in Rusland, in Prui sen, in Holland, zelfs in het toen aan Fran krijk behocrende Canada. Van alle zijden stroomden de giften, die Voltaire in staat stelden om alles in naam van den jong- sten Cailas memories te doen drukken en verspreiden, waarbij zijn vrienden hem ijverig hielpen. Hierbij moet aangeteekend worden, dat Voltaire bij den aanvang zij ner pogingen, zich tot den kardinaal de Bernis wendde met het verzoek om Zijne Eminentie de vraag te mogen doen, of hij geloofde aan de schuld van Jean Cailas, waarop de Kardinaal terecht antwoordde, dat hij een Protestant niet meer dan een Katholiek in. staat achte een zoo ernstig misdrijf te begaan maar ook niet, zonder doorslaand bewijs, geloofde aan de vergis sing van een doorslaande meerderheid van zoo bekwame juristen als waaruit het par lement van Toulouse was samengesteld. Een antwoord, dat moeilijk anders kon zijn, maar dat Voltaire weinig grond onder de voeten gaf. De campagne, door Voltaire gevoerd, is en hier mag men 'n zekere tegenstelling met de zaak-Dreyfus aanwezig achten geen juridische campagne in de eerste plaats geweest. Neen, integendeel: Voltaire gaf aan zijn vrienden, in brieven tot hen gericht, het wachtwoord uit: over de zaak te spreken en te schrijven waar en zooveel men maar kon. Inderdaad, alle organen, in staat om de openbare meening te beïnvloeden, werden ir hel werk gesteld, en dezelfde Voltaire, die aanvankelijk de zaak-Callas van weinig beteekenis had geoordeeld, maakt haar nu tot inzet van een strijd, die in Frankrijk en daarbuiten de golven van de discussie hoog deed opgaan. Het slot is dan ook geweest, dat, tengevolge van een verzoekschrift, door Donat Cailas ingediend, bij het bureau van cassatie van den koninklijken raad, dit bu reau de zaak voor cassatie ontvankelijk oordeelde. Dat geschiedde in 1764, en op 9 Maart 1765, dus drie jaren na de vcroor- deeling vanCailas, werd hij door het Par- 'ement van Parijs op plechtige wijze gere habiliteerd; het arrest van Toulouse ver nietigd en alle daaruit voortspruitende ge volgen ongedaan gemaakt. Voltaire gaf zelf, wellicht zonder het te weten, aan de waar- Eenige verbetering. Volgens de „Locomotief"-, is de toestand in de haven gunstiger. Het herstellen van de prauwen is binnenkort afgeloopen. Ver schillende stakers hebben zich op de oude voorwaarden aangemeld. De handel is minder optimistisch. Er wordt veel lading voot Semarang en Priok gelost. Men oordeelt, dat de oorzaak van het conflict deels een machfs- kwestie en deels een gevolg van een onge- wenschte verhouding tusschen matrozen en prauwenvoerders is. Woensdagmiddag is in Tilburg a-inge komen Zijne Excellentie Mgr. Graaf van Huijn, patriarch van Alexandrië, die de gast is der familie JanssensEras aldaar. Z.Exc. was voorheen Prins Aartsbisschop van Praag, resideert thans te Rome en is voorzitter van de commissie van voorberei ding in het Zaligverklaringsproces van Pius X, aldus de Msb. De Fransche vliegers Paul Tarascon eu Coly treffen de laatste voorbereidinger voor een tocht over den Atlantischen Oceaat van Parijs naar New-York zonder tusschen- landing. Zij zullen den tocht doen met eet tweedekker met een motor van 510 P.K De tocht zal op 2 September aanvangen. (Officieel.) In verband met de benoeming van den ZeerEerw. Pater F. L. Essqr, O. E. S. A., tot geestelijk adviseur van de Haarlemsche Sportvereer.igingen, heeft het Districtsbe- stuur eenige wijzigingen ondergaan en is nu alsvolgt samengesteld: Pater F. L. Esser, O. E. S. A„ geestelijk adviseur. H. N. Smits, Voorzitter. N. H. v. d. Linden, vice-voorzitter. H. v. Turnhout, Secretaris, Emmaplein 38, Haarlem. P. P. Smit, competitieleider, Atjehstr. 12, Schoten. S. Hooij, A. J. van BLricum en J. Boot, Het bestuur vergadert a.s. Dinsdagavond, 8 'A uur, in het R.-K. Lyceum, aan den Zijl- weg, ter vaststelling van de Junioren-com petitie voor het seizoen 1925/1926. H.H Secretarissen van de hij het District aangesloten vereenigingen worden beleefd verzocht alle correspondentie te richten aan het secretariaat: Emmaplein 38, met uitzondering echter van de zaken be treffende de junioren-competitie ,die aan den heer P. P. Smit moeten worden. de van dit arrest zijn juiste beteekenis, toen hij zeide, dat het reeds lang tevoren door de openbare meening was yitgesproken. Koning Lodewijk XV, die zich niet zonder moeite had laten overhalen om tot deze herziening mede te werken, wilde wel ge looven, dat rechters vergissingen konden begaan, maar hij wilde niet gelooven, dal geheel een Parlement zich zou vergissen. Het merkwaardige van de zaak is wel dit, dat de stemming, die zich ten gunste van de familie Cailas en van haar onschuld had meester gemaakt, geheel deed vergeten, dat men dan toch te zoeken had naar den wer- kelijken schuldige, aangezien het verhaal van den zelfmoord door niemand werd ge loofd. Zoo sterk bleek nog jaren later de stemming ten gunste van de familie Cailas, dat een kleinzoon van dien o'ngelukkigen David de Beaudriguez, die toch niet anders deed dan zijn plicht, al deed hij dien mis schien wat scherp, in 1793 door het gepeu pel van de revolutie op het schavot werd gebracht, alleen uit overweging, dat zijn grootvader tot de ongelukkige veroordeeling van Jean Cailas had bijgedragen. Die groot vader was zelf reeds voldoende gestraft, toen men hem uit zijn betrekking zette. Er zijn van die eigenaardige justitieele aangelegenheden, dwalingen of niet, die het onderwerp vormen voor blijvende naspo ringen. Het mag bekend worden veronder steld, dat nog slechts korten tijd geledèn een arrest is opgeheven, dat ongeveer 500 jaar tevoren werd gewezen tegen Blauw baard, die in de omgeving van het hof van Karei VII vertoefde ten tijde van Jeanne d'Arc, Hij was de man, die beschuldigd werd een groot aantal medemenschen te hebben vermoord, omdat men hem in het bezit van het geheim van goudmaken achtte. Men was overtuigd in die tijden, dat hij dat goud verkreeg met het bloed der vermoorden, en eerst korten tijd geleden is ontdekt, dat in den grond van het kasteel, dat hij bewoon de, goudaders aanwezig moeten zijn ge weest, zoodat de ware beteekenis van zijn geheim, dat hij uiteraard zorgvuldig ver borgen hield, eerst nu zou zijn gebleken. Nu is er over het vonnis, tegen Jean Cailas uitgesproken door het Parlement van Tou louse, wel drie jaren later gekomen eên vrijsprekend vonnis van het Parlement van Parijs, en altijd heeft men te Toulouse ge weigerd het arrest te schrappen en de ge volgen ervan op te heffen. Bovendien, in den loop der laatste tientallen van jaren is er meer dan een studie verschenen, die den aanvankelijken twijfel aan de schuld van Cailas weer ophief. Het moge zijn, dat de rechters van Toulouse op wat lichtvaardige gronden hebben geoordeeld; niet al het materiaal hebben bijeengebracht, dat men van hen verwachtte; het moge ook zijn, dat 't wat zonderling aandoet om de medeplich tigen van vader Jean Cailas, vrij te laten en den jongen Donat te verbannen zonder andere straf dit bewijst nog geenszins de onschuld van Jean Cailas. Hoogstens zou men kunnen vaststellen, dat er twijfel was aan schuld; twijfel zoo sterk, dat men geen doodvonnis, door middel van radbraking nog -"el, had moeten uitspreken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 8