Open huid
Kloosterbalsem
Ingezonden mededeelingen
a 60 cents per regel.
Aeeltaille wonden
STADSNIEUWS.
GEMEENTEZAKEN.
Hinderwet.
INGEZONDEN
Historische Processen
De moordzaak Jean Cailas t
(1762)
t> o
y o oooöooooooöoo-oö-oo oo
RECHTSZAKEN. r
Diefstallen van Rijwielplaatjes.
Kippen met visitekaartjes.
Het weigeren van hulp.
Poging tot doodslag.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Een geweigerde overplaatsing.
ORDE EN ARBEID.
Congres der algemeene
R.-K. W erhgeversvereeniging.
KUNST £N KENNIST"
De Nobelprijzen.
LANDS. EN VISSCHERIJ
KERK EN SCHOOL.
Curatorium der R.-K. Leer
gangen.
GEMENGD NIEUWS.
Kindermoord door den vader.
UIT ONZE OOST.
De toestand in de haven
te Semarang.
KERK EN SCHOOL.
Z. E. Mgr. Graaf van Huijn.
LUCHTVERKEER.
Vlucht over den Atlantischen
Oceaan.
SPORT EN SPEL.
District Haarlem.
D. H. V. B.
AAM ONZE LEZERS.
Indien gij over de NIEUWE
HAARLEMSCHE COURANT te-i
vreden zijt, zegt het anderen.
Indien gij in een of ander op-j
zicht niet tevreden zijt, zegt
het óns.
B. en W. stellen voor aan J. Verhagen Jr.
ti erfpacht te geven, een stuk grond ter
oppervlakte van 339 M2. gelegen aan de
Meester Cornelisstraat tegen een erfpachts-
:anon van f 0.97 y2 per M2. per jaar.
B. en W. stellen voor met ingang van
l September aan de Middelbare school voor
meisjes met 5-jarigen cursus tot tijdelijk
eerares te benoemen Mej. Dr. J. M. A.
ten Broeke.
B. en W. stellen voor, voor de gemeente
aan te koopen voor 'den prijs van f 10.
per M2. een gedeelte grond, gelegen aan het
Nauwe Geldelooze pad ter grootte van
8.36 M2.
B. en W. stellen voor terug te nemen uit
het gemeentelijk woningbedrijf tegen de
geschatte waarde van f 2.000.het oerceel
aan de Twijnderslaan No. 37, zulks ^net in
gang van 1 September 1925 en in te brengen
in het gemeentelijk grondbedrijf.
In de raadsvergadering van Woensdag
a-s- zullen o.m. behandeld worden de vra
gen gesteld door de heeren
Joh. Visser betreffende het aanbrengen
van reclame op de kommiezenhuisjes
M. L. A. Klein omtrent de kennisgeving
-ntgaande var. den Gemeentelijke Incasso-
iienst, betreffende het geldophalen
W. v. Liemt betreffende de verkeers
regeling op het Frans Halsplein, alsmede
oetreffende de verbreeding en verbetering
van de Schalkwijkerstraat.
Al deze vragen zijn indertijd door ons
nieds uitvoerig opgenomen.
Ingekomen is een verzoekschrift met bij-
legen van J. Mantje, o«i vergunning tot
oprichting van er rookrij en kokrij benevans
een inrichting tot het machinaal bewerken
van vleeschwaren, in het prceel Maarten
van Heemskerkstraat no. 83.
IToor den inhoud van deze rubriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
AAN DEN HAARLEMSCHEN
WINKELSTAND.
In antwoord op het door de Midden
standscentrale voor Haarlem en Omliggende
Gemeenten uitgebracht advies, berichten
Burgmeester en Wethouders ons d.d. heden
het volgende:
Wij hebben besloten op 28, 29, 30 en 31
Augustus a.s. algemeen ontheffing te ver-
leenen van de verbodsbepalingen op de
Winkelsluiting ten. aanzien van alle winkels.
Wij vertrouwen, zegt het College van B.
en W. verder, dat door Uwe Centrale zal
worden bevorderd, dat, zoo tengevolge van
die ontheffingen het personeel meer dienst
moet verrichten, dat meerdere werk extra
zal worden beloond, of op andere wijze met
de belangen van het personeel in deze zal
worden rekening gehouden.
Ons Bestuur heeft dit schrijven letterlijk
geciteerd, omdat onze Winkelstand er ken
nis van kon nemen, dat dit de wensch is
van ons gemeentebestuur, een wensch, dien
wij van heeler harte ook tot den onze
maken.
Het Bestuur der Middenstandscentrale
voor Haarlem en Omliggende Gemeenten:
F. H. SMIT, Voorzitter.
-. TEN BOOM. Vice-Voorzitter.
P. J. M. v. TETERING, Secretaris
O-OOOOOOOOOOOOOOOOOOO-Q
0
De geschiedenis van Frankrijk op den
overgang van de negentiende naar de twin
tigste eeuw, wordt gekenmerkt door den ge
weidien schok, dien het land politiek, mo
reel juridisch onderging, tengevolge van de
z.g.n. Dreyfus-zaak. Een eenvoudige kwestie:
een kapitein, geplaatst bij de afdeeling in
lichtingen van het Ministerie van Oorlog,
die werd beschuldigd, stukken, de veiligheid
van het land betreffende, aan een andere
mogendheid te hebben uitgeleverd, die door
den krijgsraad schuldig werd bevonden en
levenslang verbannen naar een eiland on
der het Fransche Guyana, Duivelseiland ge-
heelen. Een zaak, waarvan het de vraag is
of zij, zoo men terstond na het opvatten er
van, de justitieele dwaling had willen erken
nen, die erin school, wel ooit de oogen van
geheel Europa, ja van geheel de wereld
zou hebben getrokken. Juist omdat mén de
gevraagde, noodzakelijk geachte revisie wei
gerde; juist omdat men tegen allerlei bs-
wijzen in, de schuld van Dreyfus bleef vol
houden, is de openbare meening wakker
geworden en heeft zich verzet. Tengevolge
van het feit, dat degenen, die ongetwijfeld
aanvankelijk tot Dreyfus' veroordeeling heb
ben medegewerkt, een begrijpelijke, maar
uiteraard meer voorkomende fout niet wil
den erkennen, werd de Dreyfus-zaak een
aangelegenheid, die geheel Frankrijk tot in
de grondvesten schokte, en zelfs op meer dan
één oogenblik het bestaan van de Republiek
in gevaar bracht.Wij hebben gemeend, en v%-
len onzer meenen ongetwijfeld nog, dat de
Dreyfus-zaak in haar verschijning als zoo
danig een eenig karakter heeft, en wij heb
ben allen vergeten, dat iets meer dan een
eeuw tevoren, een gelijke zaak, ook van
Franschen oorsprong, de aandacht van ge
heel Europa reeds had tot zich getrokken,
voorzoover het met de gebrekkige nieuws-
verbreiding van dien tijd mogelijk was.
Er is zekere gelijkenis tusschen de zaak-
Dreyfus en de zaak van Jean Cailas. door
het Parlement van Toulouse in het jaar 1762
veroordeeld om te worden geradbraakt we
gens moord op zijn zoon. Overeenstemming
ook in zooverre, dat de zaak-Callas, gelijk
men haar kan noemen, in wezen eenvoudig
was als de zaak-Dreyfus en slechts door de
bijkomstige omstandigheden, door de harts
tochtelijke bestrijding over «n weer, tot iets
omvangrijks werd opgeblazen!
De familie Cailas woonde te Toulouse, in
de Rue des Filatiers. De vader, Jean Cailas,
was linnenkoopman en zijn bedrijf behoorde
tot de meest voorspoedige van Toulouse,
zoodat hij dan ook algemeen als zeer welge
steld werd gerkend. Hij had zes kinderen,
DRIE BEKLAAGDEN VOOR DE ARN-
HEMSCHE RECHTBANK.
Voor de Rechtbank te Arnhem stond
Woensdag terecht de 27-jarige arbeider Th.
J. B., wien diefstal van een rijwielbelasting-
merk was ten laste gelegd.
Bekl. bekende het feit te hebben gepleegd.
Op een vraag van den president gaf hij toe
reeds 12 plaatjes te hebben gestolen. Door
werkloosheid gedwongen was hij tot deze da
den gekomen.
De Officier van Justitie was van meening
dat dit feit ernstig moest worden bestraft,
daar nu eindelijk eens een dader gepakt is.
Spr. eischte één jaar gevangenisstraf met af
trek der preventieve hechtenis.
De verdediger, Mr. Roobol voerde aan dat
beklaagde's groote armoede de oorzaak was
van alles. Spr. vroeg een voorwaardelijke ver
oordeeling met hulp en steun van den reclas-
seeringsambtenaar.
Uitspraak over 8 dagen.
Vervolgens had zich te verantwoorden ter
zake van heling de 28-jarige W. v. Z. uit Arn
hem. Bekl. bekepde van B. voor f 1.50 een
belastingplaatje te hebben gekocht. B. had
hem gezegd dat hij een fiets met een belasting-
merk te koop had. Hierop had bekl. geant
woord, dat hij alleen het „loodje" wenschte
te koopen. Den volgenden dag had hij dit
van B. gekocht voor f 1.50. Hij wist niet dat
het gestolen was.
Pres. Waarom niet voor f3?
Bekl. Ik bood hem f 1.50, omdat er al een
half jaar om was.
Bekl. gaf toe reeds eerder van B. een „lood
je" te hebben gekocht.
Get. Th. J. B. uit Arnhem, verklaarde dat
hij zijn eigen belastingmerk dat hij als werk-
looze gratis had gekregen, aan bekl. had ver
kocht.
De Officier van Justitie was van meening
dat bekl. had moeten begrijpen dat het ge
stolen was, temeer waar B. hem vaker rijwiel-
belastingplaatjes te koop aanbood.
Spr. eischte twee maanden gevangenis
straf.
Uitspraak over 8 dagen.
Eveneens beschuldigd van heling van een
rijwielbelastingmerk moest vervolgens te
recht staan Th. P. Bekl. was niet verschenen.
Get. Th. J. B., verklaarde aan bekl. 5 belas
tingplaatjes voor nog geen gulden per stuk
te hebben verkocht. Hij had medegedeeld dat
die gestolen waren.
De Officier van Justitie achtte het feit be
wezen en eischte vier maanden gevangenis
straf.
Uitspraak over 8 dagen.
A. P. B. te Oegstgeest leeft niet in goede
harmonie met zijn buurman W. Warnaar.
Om W. onaangenaam te zijn, liet hij zijn kip
pen in diens tuin loopen en daar W. kuikens
had in een ren, gingen deze kippen de ren
ondergraven, ten einde aldus bij de kuikens
te komen.
W. heeft toen eens een steen naar de kip
pen geworpen en er een getroffen, ten ge
volge waarvan deze gestorven is. De politie
is er toen bij te pas gekomen, met het ge
volg, dat B. zijn kippen heeft vastgehouden.
Dit duurde echter maar kort, want eenige
dagen later heeft hij de kippen weer in den
tuin van W. gestuurd en een dezer een visi
tekaartje om den hals gehangen, waarop ge
schreven stond Ik wordt belasterd door een
idioot.
Het O.M. bij het kantongerecht te Leiden
heeft tegen B. voor het laten loopen van zijn
kippen in den tuin van W. f 5 boete of 5 da
gen hechtenis geëischt.
Tot drie maanden veroordeeld.
De kantonrechter te Middelburg heelt
P. J. v. d. V., roeier bij het Nederiandsche
Loodswezen te Vlissingen, overeenkomstig
den eisch van het O.M. veroordeeld tot drie
maanden hechtenis, omdat hij weigerde hulp
te verleenen, toen een jortgetje aader, Oranje
van wie vier zonen en twee dochters. Mare
Antoine, destijds 29 jaar oud, was de oudste
dezer vier; Pierre de tweede, die slechts een
jaar met zijn broeder verschilde; Louis, de
derde, die 25 jaar telde, en Donat, de vier
de, die destijds 22 jaar telde. Op 13 October
1761 bevonden zich in den huize Cailas de
vader, de moeder. Pierre en de beide doch
ters, terwijl er ais gast vertoefde een jong
advocaat. Lavallise, toevallig op zijn door
reis te Toulouse. Marc Antoine. aldus luid
den de verhalen, was als gewoonlijk onmid
dellijk na het eindigen van den maaltijd op
gestaan, om zich naar zijn gewoon café te
begeven. Louis Cailas vertoefde reeds lang
niet meer thuis. De familie Cailas was pro
testant; slechts de gedienstige in huis, een
oude getrouwe, was Katholiek; maar terecht
is er de aandacht op gevestigd, dat Voltaire
dit later onjuist als een blijk van verdraag
zaamheid der Cailas deed voorkomen, daar
een koninklijke ordonnantie van 1696 nog
van kracht was, die bediening door Katho
lieke gedienstigen voorschreef Louis Cailas
was enkel,e jaren tevoren tot den Katholie
ken godsdienst overgegaan; dit had zijn va
der dermate vertoornd, dat hij hem allen
onderstand geweigerd en uit huis had ge
zet, en, ondanks de tusschenkomst van ver
scheidene vrienden, doof bleef voor zijn
smeekbeden Slechts de krachtige stapen,
die door den vertegenwoordiger van den
heer de St. Priest intendant te Languedoc,
werden gedaan om Jean Cailas tot andere
gedachten te brengen, nielpen, maar zijn uit-
keering aan den in zijn oog afvalligen zoon
werd beperkt tot het minimum, waartoe hij
zich kon beperken. Nu liep omtrent Mare
Antoine sedert eenigen tijd het gerucht, dat
ook hij tot het Katholieke geloof zou over
gaan; gedeeltelük, zeide men, wijl gods
dienstovertuiging hem daartoe gebracht had;
gedeeltelijk werd ook beweerd, dat hij, ad
vocaat willende worden, genoodzaakt was
om Katholiek te worden, teneinde dit beroep
te kunnen uitoefenen. Op den avond nu van
13 October 1761, zoo omstreeks half tien,
hoorden voorbijgangers in de Rue des Fila
tiers, in het huis van Cailas, beweging; men
hoorde uitroepen, kreten, zuchten; kortom,
men hoorde, dat er iets gebeurde. Enkele
voorbijgangers hadden duidelijk waargeno
men, dat de oude gedienstige, de deur naar
de straat openende, had uitgeroepen: Mijn
God. men heeft hem gedood! Voorbijgangers
die binnendrongen, vonden in den winkel be
neden het lijk van den jongen Mare Antoine
liggen. Zijn broer Pierre en de advocaat ston
den in de onmiddellijke nabijheid, met de
destijds gebruikelijke fakkels in de hand.
Men had, zoo luidde hun verklaring,, tot on
geveer negen uur aan tafel gezeten; had
Mare Antoine reeds lang in zijn café ge
waand, en eerst toen Pierre en de advocaat
naar beneden waren gegaan om te vertrek
ken, hadden zij in den winkel het lijk van
den ongelukkige Mare Antoine opgemerkt.
Pierre Cailas en Lavallise gingen voo spoe
dig mogelijk een chirurgijn halen; Pierre
begaf zich bovendien naar het café „Les
Quatre Billards", waar zijn broeder in den
dijk bij het zwemmen in levensgevaar ver
keerde. Het knaapj'e is verdronken.
Op Hemelvaartsdag van dit jaar werd een
steegje in Amsterdam plotseling in rep en
roer gebracht door heftig tumult in een van
de vele kroegjes. Gillend liep een forsche
vrouw het cafétje uit, terwijl bloed langs haar
handen liep. Een man, het bleek later haar
wederhelft te zijn, volgde haar bijna oogen-
blikkelijk. Het vechtlustige paar werd ge
scheiden en de vrouw naar het Wilhelmina-
gasthuis gebracht, waar haar wonden aan
echterarm en borst werden verbonden. Zij
was zoo opgewonden, dat men haar veilig
heidshalve niet dadelijk naar huis liet gaan,
hoewel de wonden niet veel te beteekenen
hadden. De vrouw verklaarde, dat haar man
haar met een mes gestoken had, omdat zij,
tegen zijn verbod, een glas bier in een café
was gaan drinken. De dader stond thans te
recht voor den politi: rechter, mr. Servatius,
beschuldigd van poging tot doodslag.
Mn Servatius „Hoe lang bent u ge
trouwd, beklaagde
„Met November twee jaar."
„En wat is er op Hemelvaartsdag gebeurd
„Ik ben met m'n vrouw uitgeweest en
kocht cadeaux voor haar. We dronken wat,
namen drank mee, en kwamen regen den
middag thuis."
„Toen bent u naar bed gegaan?"
„Ja, Edelachtbare, maar toen ik merkte
-ïat de vrouw niet thuis was, ben ik uitgegaan.
Een buur vertelde, dat ze in een café zat en
toen werd ik zoo woedend.
„Stak u toen een aardappelmes bij u
„Dat zal wel
„U weet tpch wel, of u 't al bij u had of
niet
„Ik was zoo kwaad. Ik ben getrouwd met
m'n vrouw en ze heeft in dat café alleen niets
te maken. De bezoekers daar deugen niet."
„Hebt u haar voor het steken nog iets ge
zegd
„Neen
„Wilde u haar dood hebben
„Neen, maar op dat moment heb ik niet
aan de gevolgen gedacht."
„Het is héél erg. Het middel stond niet in
verhouding tot het doel. Het is gezegend af-
geloopen. Gelukkig ziet u het verschrikkelijke
van uw gedrag in."
„Leeft u nu weer samen
„Ja, best."
,,'t Is jammer, dat u al meer veroordeeld
bent. U bent naar het-Leger des Heils gegaan
om raad, nietwaar
„Ja, ik wilde graag een voorwaardelijke
veroordeeling."
Nadat de vrouw nog verklaard had, dat zij
haar man vroeger reeds beloofd had geen
kroeg meer te bezoeken, verzocht het O.M.
waargenomen door mr. Reilingh, de be
handeling van de zaak te schorsen, tot een
rapport van het Leger des Heils omtrent bekl.
in binnengekomen.
Mr. Servatius schorste daarop de behan
deling.
De voorzitter van de afdeeling Rotterdam
van den Centralen Bond v. Post-, Telegraaf -
en Telefoonpersoneel, werd in Februari 1.1.
voor straf overgeplaatst naar Leeuwarden,
in verband met ten telegram, door hem aan
bet hoofdbestuur van dien bond gezonden^
waarin hij zich een scherpen aanval veroor
loofde op een dienstorder, .waarin aan het
personeel verbaden werd critiek te oefenen
cp het rapport-Nolting.
De gestrafte begaf zich niet naar de nieu
we hem aangewezen standplaats, wat zijn
ontslag tengevolge had. Tegelijkertijd legde
hij zijn zaak voor aan de Commissie van
Beroep. Deze heeft de straf ewijzigd in een
voorwaardelijk ontslag met een proeftijd van
één jaar. De overplaatsing naar Leeuwarden
is veranderd in een overplaatsing van den
telegraafdienst naar den postdienst te Rot
terdam. Met deze wijziging in de str?f heeft
de Minister zich dezer dagen vereenigd.
Heb bet uUsiekcndste aan te riedin dal
iemanj wenschen kan, boe zal ie wereld
het weten, indien gij niet adverteert
JOHN P. ROCKEFELLER
tegel vertoefde, om te vragen of deze daar
ook twist met den een of ander had gekre
gen, teneinde op die wijze 'n oplossing voor
het raadsel te vinden. De chirurgijn kwam;
hij onderwierp het lijk aan een beschouwing;
verwijderde een opvallend zwarte das, die
Mare Antoine om den hals haa, en voiid rond
den nek zeer duidelijk waarneembaar, de af
drukken, die het bewijs brachten, dat de on
gelukkige gewurgd was. Wie heeft dat kun
nen doen?" riep aanstonds vader Cailas uit.
Niemand kon hem antwoord geven; men
had niemand het huis zien binnengaan, niets
werd vermist, geen spoor van inbraak was
te vinden. Een der buren was zoo vérstnn-
dig den chef van den wijkdienst, een zekére
David de Beaudriguez, te gaan halen: deze
kwam. onderwierp de familie Cailas aan een
eerste verhoor en kreeg reeds toen den in
druk, dat zij alien tezamen een verhaal de
den, tevoren door hen ingestudeerd. Hij vond
in elk geval voldoende aanwijzingen om ge
heel de familie Cailas in hechtenis te nemen,
er. deed met hen ook den jongen Lavallise
naar het stadhuis overbrengen. Van de zijde
van de aldus beschuldigden hield men aan
de oorspronkelrke lezing vast en bewijzen
konden niet worden aangevoerd, dat deze
lering onjuist was.
Een paar dagen later echter kwam alge-
heele verandering van het tooneel. De fami
lie Cailas, die blijkbaar overleg had gepleegd
met haar advocaten, kwam op de aanvanke
lijke verklaring terug. Men gaf toe, dat deze
verklaringen onjuist waren; maar zij waren
afgelegd om de eer van de familie te redden
Immers, naar het nu heette, zou Mare An
toine zich door ophanging van het leven
hebben beroofd, en men wilde aan de fami
lie en aan de nagedachtenis van Mare An
toine de schande besparen, die op de zelf
moordenaars rust. Een beschrijving werd
gegeven van de wijze, waarop men den zelf
moordenaar zou hebben gevonden. David de
Beaudriguez was voor zijn tijd een Sherlock
Holmes; hij ondervroeg de beklaagden
scherp, en stelde hun een reeks detailvra
gen, die zij niet hadden kunnen verwachten
en ten aanzien waarvan zij dientengevolge
niet geheel eenstemmig waren. Maar ster
ker nog, in het afgenomen kruisverhoor
stelde hij vast, dat de jonge Mare Antoine
zich niet had kunnen bedienen, bij zijn zelf
moord, van een stoel of eenige andere ver
hooging. Daarentegen was de plaats, die
men hem aanwees als die, waar het koord
zou zijn bevestigd, zoo hoog, dat een gemid
deld man en ook Mare Antoine, daar niet
bij kon komen Op deze en andere gronden
te gedetailleerd om hier na te gaan. stelde
hij vast, dat het verhaal van den zelfmoord
een fabel moest zijn. Men had daarbij de
kreten, door de buren gehoord, trachtten
te verklaren; de buren hadden toch iemand
hooren uitroepen: O vader, o vader, o God,
en het heette nu, dat deze kreten van
Pierre Cailas afkomstig waren, op het
oogenblik, dat hij den zelfmoordenaar ont
dekte. David de Beaudriguez, verwierp, aan
de hand van de hem gebleken feiten, de
lezing van den zelfmoord volkomen, voerde
daartegen tal van bezwaren aan. ook dit,
dat het wel zonderling was, dat Mare An
toine, alvorens zelfmoord te plegen, zich
Op Donderdag 3 September ten 2 ure, zal,
ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan
door bovengenoemde Verecniging een con
gres gehouden worden in haar Bureau, Lange
Voorhout 19, in Den Haag. Op dit congres
zal het onderwerp „Welvaartspolitiek
worden behandeld.
De 25ste uitkeering.
Uit Stockholm wordt gemeld:
De 'vijf Nobelprijzen zullen dit jaar elk
118.165 kronen bedragen, 't Is nu de 25ste
maal, dat de Zweedsche Nobelprijzen zullen
worden toegekend. Van 1901 tot 1924 zijn in
't geheel 13.866.670 kronen verdeeld. Het
Nobelfonds heeft thans een kapitaal van
30.626.597 kronen.
Gedurende deze 24 jaar zijn 26' prijzen
verleend aan Duitschers, 21 aan Franschen,
14 aan Engelschen, 9 aan Amerikanen, 7 aan
Zweden, 6 aan Denen, 6 aan Nederlanders,
5 aan Zwitsers, 4 aan Oostenrijkers, 4 aan
Belgen, 4 aan Noren. 4 aan Italianen, 3 aan
Spanjaarden 2 aan Polen, 1 aan een Rus
en 1 aan een bewoner van Indië.
MACHINAAL MELKEN.
De ervaringen met de Imperia-machine.
In de laatste aflevering van het tijdschrift
voor diergeneeskunde deelt prof. Kroon zijn
ervaringen mede omtrent het gebruik van
de „Imperia", waaraan wij het volgende
ontleenen
Evenals voor elke melkmachine zijn ook
voor de „Imperia" noodig een kleine motor,
een luchtpomp, een luchtklok en een daar
van uitgaande buisleiding door den stal,
waarop tusschen de koeien in, kranen zijn
aangebracht, waaraan door een gummislang
de melkmachine wordt verbonden. De druk
in de buizen wordt op een atmospheer
gebracht. De melkbekers worden aan de
tepels geplaatst en vastgezogen en door
middel van een pulsator worden de gummi
luchtkamers in de speenbekers afwisselend
gevuld met buitenlucht en daarna weer op
atmospheer gebracht. Dit geschiedt trou
wens bij alle tegenwoordig in gebruik zijnde
melkmachines.
De „Imperia" vertoont echter verschil
lende afwijkingen in de constructie en wel
de volgende
a. De luchtleiding, welke naar den pul
sator gaat, wordt eerst afgetakt van de gum
mibuis, waarmede de melkmachine aan de
buisleiding vergonden is, en niet, als bij an
dere machines, reeds veel eerder
b. De pulsator is geplaatst op de verbin
ding der melkbekers en hangt daarmee aan
de tepels. Het gewicht, dat daardoor bij het
melken aan de tepels hangt, bedraagt 6%
K.G. en wordt niet door een band om het
lichaam der koe gesteund
c. In de afvoerbuis voor de melk is geen
kijkglaasje aangebracht.
d. De luchtkamers in de speenbekers
reiken niet tot in het onderste gedeelte van
den speenbeker, zooals dat bij de andere
systemen wel het geval is en de vorm ver
schilt ook eenigszins van die der andere
systemen.
Hieraan zijn de volgende voordeelen ver
bonden
De aanleg is eenvoudiger geworden, door
dat slechts één metalen buisleiding in den
stal noodig is, die tevens als schoftboom kan
dienen en dus de stalstaken verbindt tus
schen de koeien in zijn de aansluitkr'anen
geplaatst.
Bij andere machines hebben we vaak twee
buisleidingen, één voor het permanente
Zuigen der melkbekers en één voor den pul
sator der luchtkamers. De aanleg voor de
„Imperia" is dus eenvoudiger en minder
kostbaar.
Dat de pulsator is geplaatst op de verbin-
geheel in costuum zou hebben gestoken, en
bovendien hebben gebruik gemaakt van een
das, dien niemand erkende als tot zijn be
zit te behooren, De beklaagden bleven op
deze nadere vragen het antwoord schuldig.
Men denke zich daarbij de leugens, die zij
aanvankelijk hadden gebruikt; de kreten
om hulp, die door de buren waren verno
men; de klachten, door den vader tegen den
jongeren zoon ter zake van zijn geloofsover
gang geuit en het kan niet verwonderen,
dat men in elk geval materiaal genoeg meen
de te hebben om hen definitief in staat van
beschuldiging te stellen. Zij werden dan ook
eerst veroordeeld tot de ondervraging met
scherpe middelen, zijnde het gebruik van
de pijnbank; zij werden daarna door het
Parlement van Toulouse, krachlens de con-
clusiën van den onpartijdigen conseiller-
rapporteur de Cassan-Clérac, schuldig be
vonden.
Op 9 Maart 1762 verklaarde het Parle
ment van Toulouse den vader Cailas schul
dig en veroordeelde hem tot den dood door
radbraking; over het lot der overige be
klaagden zou worden beslist na de tenuit
voerlegging van het vonnis. Men hoopte
blijkbaar op een bekentenis van den vader,
die uitbleef. Wat men moge denken van
schuld- of onschuld van Jean Cailas, dit
staat vast: tot op het laatste oogenblik
heelt hij zijn onschuld volgehouden; hij is
met moed en zielskracht den dood tegemoet
getreden, en zelfs degenen, die het sterkst
aan zijn schuld geloofden, werden een
oogenblik door zijn optreden ontwapend.
O- 18 Maart d. a. v. werden de overige
beklaagden vrijgelaten; slechts de jongste
zoon Cailas werd gestraft met verbanning
buiten het Fransche gebied.
De zaak-Callas scheen daarmede ten
einde; de schuldige of onschuldige was ver
oordeeld; herstel was slechts mogelijk en
wenschelijk voor de eer der familie. In Tou
louse was klein het aantal dergenen, die
aan de onschuld van Cailas geloofden; men
moge dit aan geloofsverschil hebben toege
schreven, doch zelfs Voltaire kon later niet
ontkennen, dat ook onder Protestanten, die
hij raadpleegde, aan de schuld van Cailas
werd geloofd. Maar een kleine kring van
trouwe vrienden blbef aan zijn onschuld
gelooven en een dezer, een koopman, Domi-
minique Audibert, vervoegde zich op het
landgoed Ferney in de nabijheid van Genèvc
Hij Voltaire, om dezen de onschuld van
Cailas voor te dragen en hem te verzoeken
zijn eerherstel te bewerken. Voltaire, de
vrijdenker, de man, die reeds in zijn jeugd
cynisch spotte met allen en alles, bevond
zich toen op ongeveer zestigjarigen leeftijd;
dank zij het fortuin waarover hij beschikte,
leefde hij bijna vorstelijk op Ferney; hij
onderhield betrekkingen rechtstreeks met
den Koning van Pruisen en de Keizerin van
Rusland; hij diende ministers en vorsten van
advies; hij had een grooten kring van ge
leerden en dichters om zich heen. Voltaire
was een persoonlijkheid, niet alleen in
Frankrijk, maar in Europa. Audibert heeft
dat zeer juist ingezien; hij had zich kunnen
wenden tot een bekwaam advocaat, maar
deze zou slechts juridische middelen heb
ben kinnen aanwenden. Voltaire, die in zijn
jeugd op den wensch van zijn .vader
r ain6 aer viei meikpekers en aan den uier
hangt, is een belangrijke verbetering
le. wordt na het melken de pulsator bui
ten den stal opgeborgen het is wenschelijk
geen machinedeelen in den stal te hebben.
Bij verschillende systemen is de pulsator
in den stal vast aan de metalen buizen ver
bonden.
2e. De pulsator heeft een gewicht van 654
:.G., zoodat bij het melken meer dan 6 Lu
K.G. aan de spenen hangt. Door den pulsato.
,;rijgt de machine bij het melken een eenigs
zins schommelende beweging. Dit schom
melende zware gewicht oefent een voldoen
den prikkel op de melklier uit, zoodat al
tijd goed uitgemolken worat, niet nagemol-
ken behoeft te worden en wij geen sneller
vermindering der melksecretis krijgen dan
bij het handmelken. Daar het hier het over
winnen betreft van twee groote bezwaren,
welke nog aan de melkmachines verbonden
zijn, worden met de „Imperia" belang
rijke voordeelen bereikt.
Bij alle Amerikaansche en ook bij de mees
te andere melkmachines moet steeds met
de hand nagemolken worden, omdat anders
te veel melk en melk met zeer hoog vetge
halte in den uier zou blijven. Dit namelken
is dan tevens noodig omdat daaraoor een
prikkel van de melkleir verkregen wordt om
de productie op voldoende hoogte te
houden.
Bij de „Imperia" nu is het namelken
overbodig, daar geen melk meer verkregen
wordt en om reden door het zware op en neer
gaande gewicht aan de tepels voldoende
prikkel op de melklieren wordt uitgeoefend
om een vermindering der productie te voor
komen. In den stal aan de Veeartsenijkun-
dige Hoogeschool bleek, dat bij het namel
ken even weinig melk verkregen wordt als
bij het namelken van een koe, door een goed
melker met de hand gemolken.
Aan het Staatszuivelstation te Gembloux
heeft men een onderzoek ingesteld, of de
„Imperia" goed uitmolk. Door het melken
werd gedurende een periode bij 12 koeien
door machinaal melken verkregen 4185.2
Liter en door het namelken, telkens tersfond
nadat de machines afgenomen waren, 15.61
Liter, zoodat dus met de melkmachine ver
kregen werd 99.63 van de aanwezige
melk, een percentage, even hoog als bij het
handmelken.
Daar het melken even lang duurt als met
de hand (gemiddeld bleken de koeien in
Gembloux 1.05 Liter per minuut te geven)
is de duur van den prikkel op de melklier
gelijk.
De meeste nfelkmachines, die tot nu toe
in ons land beproefd zijn, bleken niet prac-
tisch te zijn, vooral omdat de melkproductie
der koeien geleidelijk te sterk achteruitging.
Dit nu is door het melken met de „Imperia"
niet te vreezen, zooals trouwens in België
reeds gebleken is waar deze machines gedu
rende twee jaar gebruikt 'werden.
We hebben hier dus te doen met een prin
cipieel verschil met andere melkmachines,
waardoor de praktische bruikbaarheid zeer
wordt verhoogd.
Het gewicht van 6% K.G. oefent abso
luut geen nadeeligen invloed uit op uier of
spenen, de dieren geven geenszins blijk dit
onaangenaam te vinden. Bovendien werd
waargenomen dat wonden aan de spenen
zooals onvermijdelijk plaatsvindt bij het
handmelken, bij het melken met de machine
wordt voorkomen.
Z. D, H. Mgr. L. Schrijnen, Bisschop van
Roermond, heeft benoemd ter vervulling der
vacature in het curatorium der R. K. Leer
gangen, ontstaan door de ontslagname van
Z.Exc, ir. M. C. E. Bongaerts, den heer jhr.
mr. Ch. Ruys 4e Beerenbrouck, lid van de
Tweede Kamer, oud-minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw.
Te Assen is gevankelijk binnengebracht
en ter beschikking van de justitie gesteld
een arbeider te Annen (Drente] verdacht
-van gepleegden kinderdoodslag in de maand
Juni op het kind, waarvan zijn echtgenoote
bevallen is. Hij is na verhoor in ^rest ge
steld.
een korten tijd voor advocaat had gestu
deerd, hield zich met de juridische zijde
van de zaak slechts in het voorbijgaan
bezig; hij zag in de veroordeeling Cailas,
wilde er im elk geval in zien een intrige, uit
gélcofsoverwegingen opgezet, en hem was
er dienlenevolge alles aan gelegen cm het
vonnis tegen Cailas uitgesproken, ongedaan
te maken.
Voltaire, die korten tijd te voren aan een
vriend vrij spottend over het geval-Callas
had geschreven, heeft zich daarna jaren
lang met de zaak Calles bezig gehouden.
Hij organiseerde een campagne; hij verza
melde een klein comité rond zich, dat het
eerherstel van Cailas in zijn vaandel
schreef. Hij verzamelde getuigenissen ten
gunste van Jean Cailas. Hij bracht stukken
bijeen, die het oorspronkelijk dossier van
Cailas konden aantasten. Voltaire was er
de man niet naar om dat alles zelf te be
kostigen; neen. hij wist belangstelling voor
de zaak te wekken tot in Rusland, in Prui
sen, in Holland, zelfs in het toen aan Fran
krijk behocrende Canada. Van alle zijden
stroomden de giften, die Voltaire in staat
stelden om alles in naam van den jong-
sten Cailas memories te doen drukken
en verspreiden, waarbij zijn vrienden hem
ijverig hielpen. Hierbij moet aangeteekend
worden, dat Voltaire bij den aanvang zij
ner pogingen, zich tot den kardinaal de
Bernis wendde met het verzoek om Zijne
Eminentie de vraag te mogen doen, of hij
geloofde aan de schuld van Jean Cailas,
waarop de Kardinaal terecht antwoordde,
dat hij een Protestant niet meer dan een
Katholiek in. staat achte een zoo ernstig
misdrijf te begaan maar ook niet, zonder
doorslaand bewijs, geloofde aan de vergis
sing van een doorslaande meerderheid van
zoo bekwame juristen als waaruit het par
lement van Toulouse was samengesteld. Een
antwoord, dat moeilijk anders kon zijn, maar
dat Voltaire weinig grond onder de voeten
gaf.
De campagne, door Voltaire gevoerd, is
en hier mag men 'n zekere tegenstelling
met de zaak-Dreyfus aanwezig achten
geen juridische campagne in de eerste
plaats geweest. Neen, integendeel: Voltaire
gaf aan zijn vrienden, in brieven tot hen
gericht, het wachtwoord uit: over de zaak
te spreken en te schrijven waar en zooveel
men maar kon.
Inderdaad, alle organen, in staat om de
openbare meening te beïnvloeden, werden
ir hel werk gesteld, en dezelfde Voltaire,
die aanvankelijk de zaak-Callas van weinig
beteekenis had geoordeeld, maakt haar nu
tot inzet van een strijd, die in Frankrijk en
daarbuiten de golven van de discussie hoog
deed opgaan. Het slot is dan ook geweest,
dat, tengevolge van een verzoekschrift, door
Donat Cailas ingediend, bij het bureau van
cassatie van den koninklijken raad, dit bu
reau de zaak voor cassatie ontvankelijk
oordeelde. Dat geschiedde in 1764, en op
9 Maart 1765, dus drie jaren na de vcroor-
deeling vanCailas, werd hij door het Par-
'ement van Parijs op plechtige wijze gere
habiliteerd; het arrest van Toulouse ver
nietigd en alle daaruit voortspruitende ge
volgen ongedaan gemaakt. Voltaire gaf zelf,
wellicht zonder het te weten, aan de waar-
Eenige verbetering.
Volgens de „Locomotief"-, is de toestand
in de haven gunstiger. Het herstellen van de
prauwen is binnenkort afgeloopen. Ver
schillende stakers hebben zich op de oude
voorwaarden aangemeld. De handel is minder
optimistisch. Er wordt veel lading voot
Semarang en Priok gelost. Men oordeelt, dat
de oorzaak van het conflict deels een machfs-
kwestie en deels een gevolg van een onge-
wenschte verhouding tusschen matrozen
en prauwenvoerders is.
Woensdagmiddag is in Tilburg a-inge
komen Zijne Excellentie Mgr. Graaf van
Huijn, patriarch van Alexandrië, die de gast
is der familie JanssensEras aldaar.
Z.Exc. was voorheen Prins Aartsbisschop
van Praag, resideert thans te Rome en is
voorzitter van de commissie van voorberei
ding in het Zaligverklaringsproces van
Pius X, aldus de Msb.
De Fransche vliegers Paul Tarascon eu
Coly treffen de laatste voorbereidinger
voor een tocht over den Atlantischen Oceaat
van Parijs naar New-York zonder tusschen-
landing. Zij zullen den tocht doen met eet
tweedekker met een motor van 510 P.K
De tocht zal op 2 September aanvangen.
(Officieel.)
In verband met de benoeming van den
ZeerEerw. Pater F. L. Essqr, O. E. S. A.,
tot geestelijk adviseur van de Haarlemsche
Sportvereer.igingen, heeft het Districtsbe-
stuur eenige wijzigingen ondergaan en is nu
alsvolgt samengesteld:
Pater F. L. Esser, O. E. S. A„ geestelijk
adviseur.
H. N. Smits, Voorzitter.
N. H. v. d. Linden, vice-voorzitter.
H. v. Turnhout, Secretaris, Emmaplein 38,
Haarlem.
P. P. Smit, competitieleider, Atjehstr. 12,
Schoten.
S. Hooij, A. J. van BLricum en J. Boot,
Het bestuur vergadert a.s. Dinsdagavond,
8 'A uur, in het R.-K. Lyceum, aan den Zijl-
weg, ter vaststelling van de Junioren-com
petitie voor het seizoen 1925/1926.
H.H Secretarissen van de hij het District
aangesloten vereenigingen worden beleefd
verzocht alle correspondentie te richten
aan het secretariaat: Emmaplein 38, met
uitzondering echter van de zaken be
treffende de junioren-competitie ,die aan
den heer P. P. Smit moeten worden.
de van dit arrest zijn juiste beteekenis, toen
hij zeide, dat het reeds lang tevoren door
de openbare meening was yitgesproken.
Koning Lodewijk XV, die zich niet zonder
moeite had laten overhalen om tot deze
herziening mede te werken, wilde wel ge
looven, dat rechters vergissingen konden
begaan, maar hij wilde niet gelooven, dal
geheel een Parlement zich zou vergissen.
Het merkwaardige van de zaak is wel dit,
dat de stemming, die zich ten gunste van
de familie Cailas en van haar onschuld had
meester gemaakt, geheel deed vergeten, dat
men dan toch te zoeken had naar den wer-
kelijken schuldige, aangezien het verhaal
van den zelfmoord door niemand werd ge
loofd. Zoo sterk bleek nog jaren later de
stemming ten gunste van de familie Cailas,
dat een kleinzoon van dien o'ngelukkigen
David de Beaudriguez, die toch niet anders
deed dan zijn plicht, al deed hij dien mis
schien wat scherp, in 1793 door het gepeu
pel van de revolutie op het schavot werd
gebracht, alleen uit overweging, dat zijn
grootvader tot de ongelukkige veroordeeling
van Jean Cailas had bijgedragen. Die groot
vader was zelf reeds voldoende gestraft,
toen men hem uit zijn betrekking zette.
Er zijn van die eigenaardige justitieele
aangelegenheden, dwalingen of niet, die het
onderwerp vormen voor blijvende naspo
ringen. Het mag bekend worden veronder
steld, dat nog slechts korten tijd geledèn
een arrest is opgeheven, dat ongeveer 500
jaar tevoren werd gewezen tegen Blauw
baard, die in de omgeving van het hof van
Karei VII vertoefde ten tijde van Jeanne
d'Arc, Hij was de man, die beschuldigd werd
een groot aantal medemenschen te hebben
vermoord, omdat men hem in het bezit van
het geheim van goudmaken achtte. Men
was overtuigd in die tijden, dat hij dat goud
verkreeg met het bloed der vermoorden, en
eerst korten tijd geleden is ontdekt, dat in
den grond van het kasteel, dat hij bewoon
de, goudaders aanwezig moeten zijn ge
weest, zoodat de ware beteekenis van zijn
geheim, dat hij uiteraard zorgvuldig ver
borgen hield, eerst nu zou zijn gebleken.
Nu is er over het vonnis, tegen Jean Cailas
uitgesproken door het Parlement van Tou
louse, wel drie jaren later gekomen eên
vrijsprekend vonnis van het Parlement van
Parijs, en altijd heeft men te Toulouse ge
weigerd het arrest te schrappen en de ge
volgen ervan op te heffen. Bovendien, in
den loop der laatste tientallen van jaren is
er meer dan een studie verschenen, die den
aanvankelijken twijfel aan de schuld van
Cailas weer ophief. Het moge zijn, dat de
rechters van Toulouse op wat lichtvaardige
gronden hebben geoordeeld; niet al het
materiaal hebben bijeengebracht, dat men
van hen verwachtte; het moge ook zijn, dat
't wat zonderling aandoet om de medeplich
tigen van vader Jean Cailas, vrij te laten
en den jongen Donat te verbannen zonder
andere straf dit bewijst nog geenszins de
onschuld van Jean Cailas. Hoogstens zou
men kunnen vaststellen, dat er twijfel was
aan schuld; twijfel zoo sterk, dat men geen
doodvonnis, door middel van radbraking
nog -"el, had moeten uitspreken.