17-VKoiiv/ET!-- RUBFUEJV 7 De geheimzin&ige tiende w m m w Kliekende waarheid. Vilthoeden. NIEUWE HAAKLEMSCHE COURANT Tweede Blad Vrijdag 4 September 1925 ONZE KLEEDING. Lcdci-garaeering. Practische wenken. Recepten. Patronen naar Maat. Weet ge. FEU L LETÖM. v Mgr. Besson, bisschop van Lausanne (Zwitserland) heeft volgend schrijven ge richt aan zijne diocesanen ,Het onbetamelijke der mode heeft lang zamerhand, vooral in de steden, ergernis wekkende afmetingen genomen. De geloovigen, met name katholieke moe ders, moeten echter niet vergeten, dat er ook in dit opzicht Christelijke zedigheidsregelen bestaan, waaraan niemand zich, onder welk voorwendsel ook, mag onttrekken. Het moreele peil moet intusschen wel laag staan, dat de vrouw genoegen neemt met schandelijke modeproducten, welke een gril der bedorven wereld haar voorschrijft. En de zin voor wat betaamt en onbetariielijk is, moet wel zeer verzwakt zijn bij degenen, die niet meer weten, dat men zijn huis niet dient te verlaten, alvorens geheel gekleed te zijn. Het heeft ons pijnlijk getroffen, dat bij de ze afdwaling van den rechten weg, behalve personen van slechten levenswandel ook christinrpi-, ja zelfs katholieke v ouwen, die wegens h sociale positie anderen een voorbeel dienden te wezen, betrokken zijn. En het is 'oor ons een ontzettende gedach te, dat de lichtzinnigheid van zoovele moeders de zielen in gevaar brengt der kinderen, voor al der mei j es, doordat die moeders deze kinderen gewennen aan zekere klèeciings- methoden, welke haar het schaamtegevoel doen verliezen. Tegen een dergelijke herleving van het heidendom hebben wij den ernstigen plicht ons te verzetten. Wij doen derhalve een be roep o den christelijke»! geest der geloovigen. Tegenover de ijdele voorwendsels, welke gij mogelijk zult opwerpen, om uw gedrag te rechtvaardigen, vreezen wij niet u te ver klaren, dat de tegenwoordige mode vaak een bron van zonde is voor haar onnadenkende volgelingen en een gelegenheid tot zonde voor diegenen, wien zij ergernis geeft. Eens zal God u rekenschap vragen van het kwaad dat gij- deedt en van het kwaad, dat gij anderen deedt doen. Dan zal Hij u niet oordeelen volgens het mode-journal, noch volgens de valsche beginselen van een mate rialistische hygiëne, noch ook volgens de z.g. regelen van mondain fatsoen, maar volgens liet H. Evangelie. Volgens het Evangelie, waarin de godde lijke Meester gezegd heeft „Wee dengene, die een oorzaak is van ergernis". Hemel en aarde zullen voorbijgaan dat woord zal niet voorbijgaan. De vrouwen van thans loopen langs de «traten met korte, nauwe - rokken, vleesch- kleurige kousen, de armen, hemdsmouw- tjes, het lijf omhuld door stoffen, die de vormen doen uitkomen het is schaamteloos. Oh, ik weet het wel, men denkt daar, niet zoo bij,men kleedt'z ch zoo,omdat het mode is. maar, vrouwen en meisjes, zegt uw gezond verstand en uw vrouwzijn u niet, dat het ver keerd is, zich zóó te kleeden? vraagt „een moeder" in „de Tijd"? Moeders, geeft niet 't voorbeeld. Kleedt u eenvoudig, stemmig weert alle kleeding waardoor de zindelijkheid wordt opgewekt. Staat niet toe, dat uwe dochters zich kleeden, zooals mondaine vrouwen het aangeven. Er dreigt geen gevaar in de tegenwoordige kleeding, neen, het gevaar is er' al. Weest verstandig aan uwe kinderen zijt gij ver plicht schaamteloos^ kleeding tegen te gaan en daarin moeten wij het voorbeeld geven. De jeugd weet niet, hoe gevaarlijjt het is, maar wij, ouderen, moeten nooit toestaan, dat onze dochters loopen met armen, bloot tot de schouders, kousen, waardoor heel het been te zien komt en van zinneprikkelende kleur. Hoeveel moeten de meisjes, die zoo gekleed zijn, hooren van jongens en mannen, die ze op straat tegen komen, hoeveel slechte ge dachten worden er daardoor niet geboren iri de harten van onschuldige meisjes en hoe jong zijn ze daardoor niet reeds bedorven. Aan wie de schuld Aan u moeders, aan uwe verkeerde ijdelheid. Gij zijt de schul dige, als uw kind vroeg in zonde valt, uw kind, dat God u toevertrouwde. Zegt nu niet „Wie er niet tegen kan, draait zijn hoofd maar om Daarmee kunt ge u niet rechtvaardigen, dwaze' vrouwen. Ik, als vrouw zal u zeggen, dat alle vrouwen zeer goed weten dat zij de blikken van mannen en jongens tot zich trekken, als zij zich op zichtig kleeden, dat wil zeggen, zóó dat hun lichaam er verleidelijk door uitkomt. Bijna in iedere vrouw zit aangeboren coquetterie, maar die mag niet in schaamteloosheid ont aarden, zooals dat tegenwóordig geschiedt. Moeders, laten we allen meehelpen om dezen wantoestand te verbeteren, 't Is hoog tijd, dat de kleeding kuischer wordt, dat iedere vrouw meer haar waardigheid beseft. Hier is werk voor de R. K. Vrouwenbonden f Lang had ik dit willen sc' r ,ven, maar 't vol gend voorval is de aanleiding geweest om uitvoering te geven aan dit plan Een van mijn zoons, die met vacantie thuis was, kwam de kamer in om eene dame te begroeten, een jonge vrouw, die op visite was. Hij verdween daarop onmiddellijk weer en toen het bezoek vertrokken was, kwam hij weer binnen en zei :„Moeder, wanneer u weer dames op bezoek hebt met bloote armen en zóo lage japonnen, wilt u mij dan Zooals thans een mouline-costuum of- met meer laten roepen. Dan blijf ik liever S mante1 ^ej-gezeid gaat van dezelfde stof, zal op mijn kamer." Ik schaamde mij voor mijn I de dlkkere wintermantel of door eenzelfde kind, een jongen van zestien jaar. f Komt R. K. Vrouwenbonders, helpt toch allen mee, dat yve ons niet meer voor onze kinderen behoeven te schamen. Laten we moedig 't onbeschaamde tegengaan, met kracht en macht. WM///A 2 S 6 3N? 7Si No. 254. Vele vrouwen bereiden zich den ingang van een zak. Bruine viithoed, 1 drukt in paars en zwart. De mantel heeft kraagje en zoo noodig zwart-lederen cein- reeds vopr op den herfst, om straks, als j beige kousen en zwarte schoenen. Patroon het rechte model met geringe verwijding tuurtje om de heupen. De losse tuniek- de koelere dagen komen, gereed U zijn met 1.35. naar onderen; geen zakken; sluiting op daaroverheen is van zijden voile m pre- hare kleeding. Voor dezen hier een prac-1 No. 255. Nog een model uit de nazomer- twee knoopen; hij is gevoerd met de lila cies dezelfde kleur. Hij heeft geplisseerdt tiscb costuum, dat ook zonder mantel op j mode. Het is van parel-grijze crepe de j crepe de chine der japon. j paneelen en van voren breede spleten wel straat gedragen kan worden. Het is van chine. De hals is gegarneerd met drie Deze laatste heeft onder den taillenaad ke met een gouden biais zijn afgezet. een soliede wollen kasha, grijs me', bruine en donkerblauwe strepen. De nooge staan de hals is ter rechterzijde verlengd met een sjaal, die van onderen als garnaering een strookje beverboni draagt. De mouwen hebben manchetten, g'enre mousquetaire, afgezet met een smalle trais in donker blauw. De rek heeft in de rechterzijde een opgezette baan met in het midden een stolpplooi. De strepen der stof dezer baan rijen ruches van dezelfde stof. De borst is j ingezette, geplisseerde paneelen. welke om- j Rondom deze biais is luchtig goudbor- een apart ingezette strook, in welks nadenj vat zijn door de zwarte ottomanstof. Het. duursel aangebracht dat zich voortzet smalle strookjes zilverkant opgenor.en zwarte par.eci in het midden is «iet geplis- langs den onderkant Beige kousen, en zijn. Een breede strook zilverkant gv r- seerd, maar komt te voorschijn uit twee op- goudleeren schoenen. Patroon .1 1-35 neer' de plaats' der taille, doch alleen aan geperste plooien in de zwarte stof. De sjaal den voorkant, zoodat de rug gqheel recht i kraag der japon is van witte crepe de en garneert»)gloos wordt, met uitzondering i chine; hij gaat op de borst door twee split- van het onderste gedeelte, dat evenals de tenf dwarse strook) en wordt daarna in. voorkant, van eenige ingezette" plooigroe- j een strik gelegd. De ceintuur is van de zien. Een groote hoed van grijs i zwarte ottoman. Hoed in zwarte zijde, pen is voorP —IP I P loopen in de lengte; het boveneinde gaat j stroo, grijs-rose kousen en zwarte schoenen j kousen grijs-rose en schoenen zwart. Pa- onder een strookje door, wordt naar buiten! Patroon 1.35, j troon 1.57/4. omgeslagen en met een knoop en knoopsgat) No. 256. Een zeer elegante complet van j No, 257. Twee robes in een. De onder- vastgezet, na in een ovalen vorm te zijn j een zwarte zijden mantel van Ottoman-stof j ste is een eenvoudige rechte jurk v;l geknipt. Tegelijk vormt dit boveneinde'! me! een robe van lila crepe de chime, be- I zalmkleurig crêpe marocain, met rond N. 255. Een charmante sportrok vac witte kasha. De hals gaat over in 'n rond kraagje afgezet met een zwarte trais. Van vore» twee ingezette geplisseerde paneeler. en een sluiting vpn mooie parelmoeren knoo pen. De mouwen hebben een omslag me zwarte trais. De ceintuur is van zwart ge lakt leer met nikkelen sluiting. Kousen rose en schoenen wit of zwart. Patroon 1.35. den ook veel gedragen, ho w t het meeren- deel der vilthoeden toch een „iet te hoogen en gladden bol hebben. Men voorspelt den viit hoed een lang leven 1 In het najaar en in den winter zal hij een succèsvollen tijd beleven. Er worden thans al meerdere modellen in den handel gebracht en naast het kleine dopje zullen ook grootere en schilderachtige modellen gezien worden. Zooals in het zomer-seizoen costuum en hoed veelal een uitgesproken garnituur vor men, zoo zal dit ook in het najaar de opval lende noot'in de kleedingmode zijn. Er zullen ook dit seizoen heel veel vilt hoeden worden gedragen, meest van klein dirp-in het-hoofd sluitend model, maar van verschillende tinten. Voor de warmere dagen is een wit vilten hoedje heel aardig bij een luchtig, licht toi letje. Maar ook al die zoogenaamde „nieuwe" kleuren zijn erg gewild, zooals fuchsia, fles- schengroen, kaneelbruin, nieuw-rood, enz De heel kleine „dopjes" voor kort-geknip- te „kopjes" met 'n smal, haar beneden loo pend randje van voren en waaraan de rand van achteren bijna geheel ontbreekt, zijn heel jeugdig en flatteus. Een .eenvoudig ripslintje maakt meestal de geheeie garneering uit. De klok- en helmvormige vilthoeden wor- IN OQGENBLIKKEN VAN SPANNING. Zeer zenuwachtige echtgenoot (in aiwac hting van de blijde tijding): „Is 't is 't 'n jongen?" Dienstmeisje; „Nee, -meneer, 't is de was ch!" garneering óf door dezelfde kleur een „ein- heitlich" geheel vormen. Gestikte vilthoeden worden veel vpor sport- en reisdoeleinden gebruikt. Ze zijn zeer gemakkelijk in het dragen en bovendien zóó soepel, dat ze in zak of koffer weinig plaats innemen, daar- ze opgei old kunnen worden. Garneering van leder is op het oogen- blik nog zeer gewild. Het terrein waarop deze versiering zich beweegt, wordt groo- ter en grooter. Misschien zal spoedig de geheeie kleeding in aanmerking komen om met alle denkbare ieer-garneeringen ver sierd te worden. De nieuwe herlst- en winterhoeden van pluche, fluweel of velvet hebben dikwijls een leder-omboording in bijkomende of contrasteerende kleur en het meest nog in metaal-kleur. Blauwe hoedjes in vele nuancen, tentoon gesteld in de étalages der groote magazij nen, evenals lila en fraise hoedjes van fluweel, zijn veelal met goud- of zilver kleurig leder omboord. Zwart fluweel ziet men het meest met wit leder bewerkt, ook wel met rood. Dergelijke hoeden hebben meestal een sportief karakter en onder hen is het jockey-pet model wel het meest gezien. Ook de collecties sjaals 'voor den overgangstijd en voor den winter hebben heel veel ledergarneering, doch het aan brengen van bont in overeenstemming met de bontgarneering van het wandelcostuum zal,, in den wie,ter toonaangevend zijn. In den winter, ja, dan zal bontgarneering de overhand hebben, maar voor de milde dagen van den na-zomer, zal men fijne en gedistingeerde mantelcostuumpjes zien, waarop ledergarneering is aangebracht, o.a. aan kraagjes, revers en mouwomslagen. Een vestje van fijn, soepel leder, waar op de een of andere garneering van knoop jes of geperforeerd lederen biesjes, is aan gebracht, geeft een complet of mantelcos- luum iets zeer voornaams, vooral in de samenstelling van wit en zwart of zwart met rood. Een garnituurtie in een der i^note etala ges trok bijzonder mijn aandacht. Het was een fluweelen hoedje in mat- fraise tint met dof-goud leder omboord sels en een stijlvol figuurtje, aangebracht tegen het van-vofen omhoog geslagen randje. Dezelfde afwerking van dof goud biesje was aan de beide uiteinden van een precies-dezelfde-tint gehouden sjaaal aangebracht en het stijlvolle 'figuurtje in goudkleur herhaalde zich eenige malen op de sjaal. Het was een smaakvol en apart geheel. Kralen of andere voorwerpen van barn steen moeten van tijd tot tijd in melk wor den gewasschen, om ze goed schoon te krij gen en ze mooi glanzend te houden. De Chineesche vrouwen passen dit middel altijd toe Vlekken op een gepolitoerde tafel, die ontstonden door warme schotels, welke er op hebben gestaan, verdwijnen geheel of verminderen in ieder geval sterk, wanneer men er met kamferspiritus overheen wrijft. Vlekken, door bét schillen van vruchten op messen ontstaan, kan men gemakkelijk verwijderen door de messen met een beetje asch van steenkool te wrijven. Aardbeienvlekken in wit goed verdwijnen met wasschen; hierna een nacht in een slappe chlooroplossing laten staan en flink naspoelen. MUGGEN EN VLJEGEN VANGEN. Door honing op te lossen in wijn of rozen water krijgt men een goede kleefstof voor het vangen van muggen. De geur en de zoete sm'aak trekken de muggen aan,, de kleefstof houdt ze vast. Middelen ofn vliegen te vangen moet men in den zonneschijn en liefst nabij vensters plaatsen. Bier is uitstekend om vliegen te lok ken. TRANSPIREEREN. Middelen hiertegen zijn In de eerste plaats de armsgaten dieper uitsnijden, dan de oksels bestrooien met rijste- meel of talk of salicylpoeder of tannine. VLEKKEN IN MATRASSEN. Deze verwijdert men door een papje van keurig glad worden als men ze een halven of heelen dag in den kelder laat hangen. Weet ge dat uw kachel gauwer glimt wanneer ge door het potlood wat parafine mengt. Weet ge dat parafine ook een goed middel is om schoenzolen te verduurzamen smeer een beetje op de zolen. Weet ge dat ge inkt uit gekleurde stoffen kunt verwijderen met warme melk of citroensap. TOMATEN-SALADE. Men neemt daarvoor goed rijpe tomaten. Maak met een scherp mesje van boven een kruisje in het vel, ontdoe ze van het kroontje, v/asch te af en plaats ze in een emaille ver giet of in een schoone filtreermand. Zet een pan met water op het vuur. Als het water kookt zet men de tomaten met haar mand in het kokend water, laat het water' weer tegen den kook komen, haal den mand of vergiet met tomaten er uit en dompel ze schielijk in koud water. Ontdoe nu de tomaten met een mesje van hun schil, snij ze aan dunne schijven en schik ze schuin op een glazen of steenen slabak. Besprenkel ze met een weinig slaolie en bestrooi ze met fijn gesneden uien en fijn gehakte peterselie. Men diene deze salade meestal op als voorgerecht vóór het middagmaal, maar zij laat zich ook zeer goed gebruiken als een „toetje" na ons „twaalf uurtje" of 's avonds. TOMATENSAUS.. Men fruit in boter een gesneden ui, wat gestooten peperkorrels en een takje thijm. Als de uien gaar zijn, roert men er met een gard een lepel bloem door, doe er wat vleesch- jus op, en zes in vieren gesneden tomaten. Laat alles gedekt koken, ongeveer een half uur. Wrijf de saus door een puntzeef en maak haar af met een scheut Japansche Soya. Deze saus gebruikt men bij kalfsvleesch, lamscote- letten, kalfstong en ook bij gekookte ma kreel en riviervisch. GEZOUTEN TOMATEN. Wil men tomaten zoo bewaren, dan kan op een vergiet afdrogen. Den intusschen ge- kookten en afgekoelden azijn in een pot of flesch met wijden hals gieten, daarna de kruiderijen en de augurken toevoegen. Der. pot met een stuk perkamentpapier bedekken en op een koele, droge plaats bewaren. APPELPUDDING. Benoodigd 1 K.G. moesappelen, sap van V.. citroen, K liter water, 1 dun citroen schilletje, 100 gram griesmeel of sago, 150 a 200 gram suiker. Bereiding De appelen schillen, in vieren deelen en de klokhuizen er uitsnijden de vruchten vervolgens in het water met het citroenschilletje geheel fijn koken en daarna door een fijne, haren zeef wrijven. Her ap pelmoes opnieuw aan den kook 1 r ngen, het citroensap toevoegen, griesmeel of sago, met de suiker vermengd, er in laten loopen en dr massa, onder voortdurend roeren, tot pud dingdikte laten inkoken. Men presenteert er vanillesaus of stijf- geslagen room bij. Palieren patronen op maat gemaakt, kunnen besteld worden onder toezending of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus 15 cent porto, aan het Comptoir des Pa trons, Molenstraat 48 B, den Haag. De maten op te geven volgens onderstaande teekening. zout en citroensap te maken doe dit op de i men dit op de volgende manier dóen. Ontdoe vlekken en laat het er op drogen. Daarna óe tomaten van hun kroon. Wasch ze goed flink uitborstelen. schoon. Doe een weinig zout in een grooten Keulschenpot. Dan een laagje tomaten, dan weer zout en zoo vervolgens tot de pot vol is. De tomaten prikt men van te voren met een stopnaald (één prikje is voldoende). Op 10 K.G. tomaten gebruikt men 100 gram zout Dus evenveel als op zuurkool. Bedek de to maten met een doekje waarop een plankje en bezwaar ze met een klein steentje, zóó dat ze niet te hard gedrukt worden. Weet ge dat ge koper het gemakkelijkst kunt onder houden door het, na het poetsen even met sla olie in te wrijven, den volgenden dag het koper droog te wrijven en daarna met parafine te besmeren. Weet ge dat ge vuil geworden marmer kun schoonmaken door eerst ruim metpettro- leum in te smeren, daarna met zeep af te wasschen en met een wollen lap nawrijven. Weet ge dat gekreukte kleeren welke soms lang in een koffer hebben gezeten meestal weer AUGURKEN IN AZIJN. Benoodigd 300 kleine augurken, 250 gram zout, 2 liter geurige wijna zijn, 15 gram witte peperkorrels, 15 laurierbladen, 4 scher men versche venkel, 1 stuk mierikwortel. Bereiding De augurken met water af borstelen, aan weerszijden de puntjes er afsnijden, ze vermengen met het zout en 8 a 10 uur laten pekelen. Dan de augurken. gevaar voorzeker nog niet voorbij was. Hij' luisteren, maar juist was hij aan de deur. achterna te durven loopen, hij zag hen niet liep nu de gang door tot hij bij een dwars- van de kamer, toen door den gang het ge- j meer ging kwam, waarin 'bij een eind verder luid weerklonk als van een pistoolschot Nu s licht zag. Dit licht, kwam door een open- Lord Nibblington bleef in de kamer met de 10 „Die is raak," mompelde de lord, maar 'af zich geen tijd de persoon, die hij zoo "ad toegetakeld, verder te beschouwen. Hij v'°°g terstond de trap op, vond het luik open en kwam in een donkere gang. Toen lij deze wilde ingaan, hoorde hij iemand naderen waarschhniip, staande deur uit een vertrek, waarin meer dere personen aanwezig schenen te zijn. Lord Nibblington hoorde tenminste ge lach en gepraat. Het was een gevaarlijk waagstuk, doch hij kon den lust niet weer staan op zijn teenen'naar die deur te slui pen, teneinde te trachten gewaar te wor den, wat daa: binnen voorviel en de perso nen te zien, die er zich bevonden. Dus sloop hij naderbij. .Even hield hij op voor de open slaande deur van een ander vertrek, waarin geen licht brandde, dohh dat door een raam degene die het op wekkend ^middel was gaan halen. De edel- uitzicht scheen te hebben op straat. De lord Irl?.rl zijn vuisten klaar, drukte zich I kreeg een goed idee, hij ging deze donkere stijf tegen den inuur achter de openstaande) kamer binnen en liep naar het raam, schoof kelderdeur. Daar bleef hij wachten met bon zend hart. 1 ol zoover was zijn plan uitste kend verloopen, wjlde zich nu liever dood vechten dan zich weder gevangen geven. De andere naderde intusschen in zich zelf vloekend over de diepe duisternis. Hij be merkte den lord niet, doch- ging de trap af, op het schijnsel van den lantaarn, die in den kelder hing. Nog kon hij niet halverwege beneden zijn, toen de lord de deur dicht drukte, tastend naar een grendel zocht 'en dadelijk vond en dichtschoof. De schurken waren in hun eigen val gevangen. Maar hij had geen lijd zich daarover te Verheugen, want voort moest hij, daar alle de gordijnen op zijde en zag nu uit op een stille straat. Het was blijkbaar weer reeds laat in den avond. In de straat brandden enkele gaslantaarns, die maar weinig licht verspreidden. Behoedzaam schoof de prac- tische Engelschman het raam op. Hij had zich nu een weg voor een overhaaste terug tocht 'verzekerd. Het veiligst zou geweest zijn nu ook terstond te vluchten, doch dat wilde hij niet. De gelegenheid leek hem te schoon, om de Broeders des Verderls af te luisteren en zoo misschien hun geheimen te vernemen. Eh dan in dit huis waren nog ge- deur in de hand. Hij hoorde, hoe verschei dene personen den gang insnijden en nu werd hem eensklaps duidelijk wat er vdor- viel. De man, die hij had opgesloten, trachtte door te schieten zijn makkers te waarschu wen en te hulp te r.oepen om verlost te worden. „Te drommel," mompelde de lord, „het wordt tijd, dat ik beenen maak." Hij luister de nog even, hoorde nu woeste kreten en aarzelde geen oogenblik langer. In een oog wenk was hij door het raam gewipt en stond nu op de straat, waar hij het op een loopen zette. Want reeds hoorde hij een deur openen, mén zou hem achtervolgen, Daarom liep d® lord, wat hij loopen kon de straat uit, een andere even stille straat in. Op den hoek omkijkend zag hij eenige per sonen komen aanhollen, die hem nazaten. Zij volgden hem dicht op de hielen en groot was de kans, dat zij hem zouden inhalen. De lord, zooals bijna iedere Engelschman voelde zich verzwakt, doordat hij sinds den vorigen dag niets meer gegeten had, verzwakt, ook door zijn urenlange bedwelming. Maar hij spande zijn uiterste krachten in en bemerkte tot zijn onuitsprekelijke vreugde, dat hij een drukker stadsgedeelte bereikje, waar meer vangen zijn twee vrienden, wie hij zoo mo- j dere gersonen liepen. Hij bleef staan, haal- gelijk dadelijk hulp bieden moest. Dus be- de diep adem en keek om naar zijn vervol- sloot hii don gand weder in to gaan om 'e j gers. Maar deze schenen hem niet verdol sprak hij een voorbijganger aan en vroeg den weg naar het bureau van poliiie. Door een gelukkig toeval bevond hij zich daarvan niet ver meer af en had hij dit bin nen eenige oogenblikken bereikt. Hij vroeg oogenbliklielijk.het hoofd der politie te spre ken en werd ioen hij ziin naam genoemd bad, terstond bij dezen toegelaten. Hij bracht den commissaris in zoo weinig mogelijk woorden ervan op de hoogte, dat hier ie Sens, misschien de Broeders des Verderfs te vatten waren, die in geheel Parijs, ja door geheel Frankrijk berucht waren. De commissaris was een jong, energiek man. Hij luisterde bedaard naar de haastige uitlegging van den Engelschman, stelde toen onderscheidene vragen en nam daarna kalm, doch' vlug zijn maatregelen. Het eerste wat hij deed, was een agent van de wacht er op uitsturen om een flesch wijn en een schotel rtcn uit een nabijziind restaurant te halen. Hij had namelijk be merkt, hoe uitgeput de lord was en hij be greep, dat deze sedert zijn vertrek nog niets weer gegeten had. De opwinding hield hem nog staande, doch hij had een hartverster king wel noodig, te meer daar er hedennacht» nog een jacht aangevangen zou worden op de Broeders des Verderfs, waarbij de En gelschman niet gemist kon worden. Trou wens hij zou er hij tegenwoordig willen zijn, omdat hij brandde van verlangen ook ziin vrienden te reefde** „Drink een glas wijn en eet iets," zeide de commissaris. „Laten wij voor alles zor gen." Hij gaf onderscheidene bevelen aan zijn beambten,* telephoneerde druk en verzond eenige telegrammen, terwijl hij intusschen op de tafel een plattegrond uitspreidde. „Maar welke maatregelen hebt gij geno men," vroeg lord Nibblington, al etend. Eerst nu bemerkte hij hoe een behoefte hij daar aan had. „O, dat kan ik u spoedig zeggen. De po litie uit den omtrek is gewaarschuwd geen enkel voertuig door te laten, zonder het aan te houden en te onderzoeken. Dan heb ik alle beschikbare agenten hierheen (Ont boden en enkele speurders uitgezonden, aan wie dat werk wel toevertrouwd is. Voorts is naar Parijs getelegrafeerd en zullen daar alle stations en ook de poorten scherp be waakt worden." „Goed, maar waarom zullen alle voertui gen aangehouden worden?" Ik zal het u zeggen. Gij hebt verteld, dat. men u tot bewustzijn wilde brengen, Met welk doel? Waarschiinlijk wilde men u ver voeren. Waarheen? Vermoedelijk naar Pa rijs, want daar zullen de Broeders toch wel hun hoofdkwartier hebben. Wat men voor nemens was met u te doen, dat wilde men zeker ook doen met uw vrienden. Waar schijnlijk is het dus, dat gij per rijtuig naar een station gebracht zoudt worden of nog liever1" per automobiel vervoerd zoudt ziin Gij zijt ontsnapt maar uwe vrienden geluk te dit zeker niet. Hoeveel te eer zal men thans trachten hen te vervoeren, nu de Broe ders wel denken kunnen, dat hun verblijf plaats spoedig omsingeld zal zijn." „Maar ik kan u niet precies zeggen, waar zij zijn." „O, Sens is zoo groot niet. Gij hebt ge sproken van een huis met twee verdiepin gen in een stille straat. Kijk eens op dez« kaart. Hier is het bureau van politie, gij zijt van deze zijde gekomen, nietwaar? Wel nu, als ik hier dezen kring trek, dan geloof ik toch wel/ dat daarbinnen het huis zich bevinden zal." „Ja, dat moet wel," antwoordde lord Nib blington. t.Goed, als gij gereed zijt, gaan wij er op uit." Na eenige oogenblikken bevond men zich op weg, doch niet dan nadat de Engelsch man zich voorzien had van een revolver, uit den wapenvoorraad van den Commissaris. „Deze stras' ben ik uitgekomen," zeide de lord, toen mei. «p een kruispunt kwam en dus sloeg men de»* .weg in, dien hij aanwees. Men kwam nu inderdaad in een stil stads gedeelte en doorkruiste verschillende stra ten, zonder dat lord Nibblington echter met zekerheid zeggen kon, in welke het huis slaan moest van de Broederen des Verderfs, Eensklaps evenwol slaakte hij een kreet. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5