17-VKoiiv/ET!--
RUBFUEJV
7
De geheimzin&ige tiende
w m m w
Kliekende waarheid.
Vilthoeden.
NIEUWE HAAKLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Vrijdag 4 September 1925
ONZE KLEEDING.
Lcdci-garaeering.
Practische wenken.
Recepten.
Patronen naar Maat.
Weet ge.
FEU L LETÖM.
v
Mgr. Besson, bisschop van Lausanne
(Zwitserland) heeft volgend schrijven ge
richt aan zijne diocesanen
,Het onbetamelijke der mode heeft lang
zamerhand, vooral in de steden, ergernis
wekkende afmetingen genomen.
De geloovigen, met name katholieke moe
ders, moeten echter niet vergeten, dat er ook
in dit opzicht Christelijke zedigheidsregelen
bestaan, waaraan niemand zich, onder welk
voorwendsel ook, mag onttrekken.
Het moreele peil moet intusschen wel
laag staan, dat de vrouw genoegen neemt
met schandelijke modeproducten, welke een
gril der bedorven wereld haar voorschrijft.
En de zin voor wat betaamt en onbetariielijk
is, moet wel zeer verzwakt zijn bij degenen,
die niet meer weten, dat men zijn huis niet
dient te verlaten, alvorens geheel gekleed te
zijn.
Het heeft ons pijnlijk getroffen, dat bij de
ze afdwaling van den rechten weg, behalve
personen van slechten levenswandel ook
christinrpi-, ja zelfs katholieke v ouwen, die
wegens h sociale positie anderen een
voorbeel dienden te wezen, betrokken zijn.
En het is 'oor ons een ontzettende gedach
te, dat de lichtzinnigheid van zoovele moeders
de zielen in gevaar brengt der kinderen, voor
al der mei j es, doordat die moeders deze
kinderen gewennen aan zekere klèeciings-
methoden, welke haar het schaamtegevoel
doen verliezen.
Tegen een dergelijke herleving van het
heidendom hebben wij den ernstigen plicht
ons te verzetten. Wij doen derhalve een be
roep o den christelijke»! geest der geloovigen.
Tegenover de ijdele voorwendsels, welke
gij mogelijk zult opwerpen, om uw gedrag
te rechtvaardigen, vreezen wij niet u te ver
klaren, dat de tegenwoordige mode vaak een
bron van zonde is voor haar onnadenkende
volgelingen en een gelegenheid tot zonde
voor diegenen, wien zij ergernis geeft.
Eens zal God u rekenschap vragen van
het kwaad dat gij- deedt en van het kwaad,
dat gij anderen deedt doen. Dan zal Hij u niet
oordeelen volgens het mode-journal, noch
volgens de valsche beginselen van een mate
rialistische hygiëne, noch ook volgens de z.g.
regelen van mondain fatsoen, maar volgens
liet H. Evangelie.
Volgens het Evangelie, waarin de godde
lijke Meester gezegd heeft „Wee dengene,
die een oorzaak is van ergernis".
Hemel en aarde zullen voorbijgaan
dat woord zal niet voorbijgaan.
De vrouwen van thans loopen langs de
«traten met korte, nauwe - rokken, vleesch-
kleurige kousen, de armen, hemdsmouw-
tjes, het lijf omhuld door stoffen, die de
vormen doen uitkomen het is schaamteloos.
Oh, ik weet het wel, men denkt daar, niet
zoo bij,men kleedt'z ch zoo,omdat het mode is.
maar, vrouwen en meisjes, zegt uw gezond
verstand en uw vrouwzijn u niet, dat het ver
keerd is, zich zóó te kleeden? vraagt „een
moeder" in „de Tijd"?
Moeders, geeft niet 't voorbeeld. Kleedt
u eenvoudig, stemmig weert alle kleeding
waardoor de zindelijkheid wordt opgewekt.
Staat niet toe, dat uwe dochters zich kleeden,
zooals mondaine vrouwen het aangeven. Er
dreigt geen gevaar in de tegenwoordige
kleeding, neen, het gevaar is er' al. Weest
verstandig aan uwe kinderen zijt gij ver
plicht schaamteloos^ kleeding tegen te gaan
en daarin moeten wij het voorbeeld geven.
De jeugd weet niet, hoe gevaarlijjt het is, maar
wij, ouderen, moeten nooit toestaan, dat onze
dochters loopen met armen, bloot tot de
schouders, kousen, waardoor heel het been
te zien komt en van zinneprikkelende kleur.
Hoeveel moeten de meisjes, die zoo gekleed
zijn, hooren van jongens en mannen, die ze
op straat tegen komen, hoeveel slechte ge
dachten worden er daardoor niet geboren iri
de harten van onschuldige meisjes en hoe
jong zijn ze daardoor niet reeds bedorven.
Aan wie de schuld Aan u moeders, aan
uwe verkeerde ijdelheid. Gij zijt de schul
dige, als uw kind vroeg in zonde valt, uw
kind, dat God u toevertrouwde.
Zegt nu niet „Wie er niet tegen kan, draait
zijn hoofd maar om Daarmee kunt ge u
niet rechtvaardigen, dwaze' vrouwen. Ik,
als vrouw zal u zeggen, dat alle vrouwen zeer
goed weten dat zij de blikken van mannen
en jongens tot zich trekken, als zij zich op
zichtig kleeden, dat wil zeggen, zóó dat hun
lichaam er verleidelijk door uitkomt. Bijna
in iedere vrouw zit aangeboren coquetterie,
maar die mag niet in schaamteloosheid ont
aarden, zooals dat tegenwóordig geschiedt.
Moeders, laten we allen meehelpen om dezen
wantoestand te verbeteren, 't Is hoog tijd,
dat de kleeding kuischer wordt, dat iedere
vrouw meer haar waardigheid beseft. Hier
is werk voor de R. K. Vrouwenbonden f
Lang had ik dit willen sc' r ,ven, maar 't vol
gend voorval is de aanleiding geweest om
uitvoering te geven aan dit plan
Een van mijn zoons, die met vacantie thuis
was, kwam de kamer in om eene dame te
begroeten, een jonge vrouw, die op visite
was. Hij verdween daarop onmiddellijk weer
en toen het bezoek vertrokken was, kwam
hij weer binnen en zei :„Moeder, wanneer
u weer dames op bezoek hebt met bloote
armen en zóo lage japonnen, wilt u mij dan Zooals thans een mouline-costuum of-
met meer laten roepen. Dan blijf ik liever S mante1 ^ej-gezeid gaat van dezelfde stof, zal
op mijn kamer." Ik schaamde mij voor mijn I de dlkkere wintermantel of door eenzelfde
kind, een jongen van zestien jaar. f
Komt R. K. Vrouwenbonders, helpt toch
allen mee, dat yve ons niet meer voor onze
kinderen behoeven te schamen. Laten we
moedig 't onbeschaamde tegengaan, met
kracht en macht.
WM///A
2 S 6
3N? 7Si
No. 254. Vele vrouwen bereiden zich den ingang van een zak. Bruine viithoed, 1 drukt in paars en zwart. De mantel heeft kraagje en zoo noodig zwart-lederen cein-
reeds vopr op den herfst, om straks, als j beige kousen en zwarte schoenen. Patroon het rechte model met geringe verwijding tuurtje om de heupen. De losse tuniek-
de koelere dagen komen, gereed U zijn met 1.35. naar onderen; geen zakken; sluiting op daaroverheen is van zijden voile m pre-
hare kleeding. Voor dezen hier een prac-1 No. 255. Nog een model uit de nazomer- twee knoopen; hij is gevoerd met de lila cies dezelfde kleur. Hij heeft geplisseerdt
tiscb costuum, dat ook zonder mantel op j mode. Het is van parel-grijze crepe de j crepe de chine der japon. j paneelen en van voren breede spleten wel
straat gedragen kan worden. Het is van chine. De hals is gegarneerd met drie Deze laatste heeft onder den taillenaad ke met een gouden biais zijn afgezet.
een soliede wollen kasha, grijs me', bruine
en donkerblauwe strepen. De nooge staan
de hals is ter rechterzijde verlengd met een
sjaal, die van onderen als garnaering een
strookje beverboni draagt. De mouwen
hebben manchetten, g'enre mousquetaire,
afgezet met een smalle trais in donker
blauw. De rek heeft in de rechterzijde een
opgezette baan met in het midden een
stolpplooi. De strepen der stof dezer baan
rijen ruches van dezelfde stof. De borst is j ingezette, geplisseerde paneelen. welke om- j Rondom deze biais is luchtig goudbor-
een apart ingezette strook, in welks nadenj vat zijn door de zwarte ottomanstof. Het. duursel aangebracht dat zich voortzet
smalle strookjes zilverkant opgenor.en zwarte par.eci in het midden is «iet geplis- langs den onderkant Beige kousen, en
zijn. Een breede strook zilverkant gv r- seerd, maar komt te voorschijn uit twee op- goudleeren schoenen. Patroon .1 1-35
neer' de plaats' der taille, doch alleen aan geperste plooien in de zwarte stof. De sjaal
den voorkant, zoodat de rug gqheel recht i kraag der japon is van witte crepe de
en garneert»)gloos wordt, met uitzondering i chine; hij gaat op de borst door twee split-
van het onderste gedeelte, dat evenals de tenf dwarse strook) en wordt daarna in.
voorkant, van eenige ingezette" plooigroe- j een strik gelegd. De ceintuur is van de
zien. Een groote hoed van grijs i zwarte ottoman. Hoed in zwarte zijde,
pen is voorP —IP I P
loopen in de lengte; het boveneinde gaat j stroo, grijs-rose kousen en zwarte schoenen j kousen grijs-rose en schoenen zwart. Pa-
onder een strookje door, wordt naar buiten! Patroon 1.35, j troon 1.57/4.
omgeslagen en met een knoop en knoopsgat) No. 256. Een zeer elegante complet van j No, 257. Twee robes in een. De onder-
vastgezet, na in een ovalen vorm te zijn j een zwarte zijden mantel van Ottoman-stof j ste is een eenvoudige rechte jurk v;l
geknipt. Tegelijk vormt dit boveneinde'! me! een robe van lila crepe de chime, be- I zalmkleurig crêpe marocain, met rond
N. 255. Een charmante sportrok vac witte
kasha. De hals gaat over in 'n rond kraagje
afgezet met een zwarte trais. Van vore»
twee ingezette geplisseerde paneeler. en
een sluiting vpn mooie parelmoeren knoo
pen. De mouwen hebben een omslag me
zwarte trais. De ceintuur is van zwart ge
lakt leer met nikkelen sluiting. Kousen
rose en schoenen wit of zwart. Patroon
1.35.
den ook veel gedragen, ho w t het meeren-
deel der vilthoeden toch een „iet te hoogen en
gladden bol hebben. Men voorspelt den viit
hoed een lang leven 1 In het najaar en in den
winter zal hij een succèsvollen tijd beleven.
Er worden thans al meerdere modellen
in den handel gebracht en naast het kleine
dopje zullen ook grootere en schilderachtige
modellen gezien worden.
Zooals in het zomer-seizoen costuum en
hoed veelal een uitgesproken garnituur vor
men, zoo zal dit ook in het najaar de opval
lende noot'in de kleedingmode zijn.
Er zullen ook dit seizoen heel veel vilt
hoeden worden gedragen, meest van klein
dirp-in het-hoofd sluitend model, maar van
verschillende tinten.
Voor de warmere dagen is een wit vilten
hoedje heel aardig bij een luchtig, licht toi
letje. Maar ook al die zoogenaamde „nieuwe"
kleuren zijn erg gewild, zooals fuchsia, fles-
schengroen, kaneelbruin, nieuw-rood, enz
De heel kleine „dopjes" voor kort-geknip-
te „kopjes" met 'n smal, haar beneden loo
pend randje van voren en waaraan de rand van
achteren bijna geheel ontbreekt, zijn heel
jeugdig en flatteus. Een .eenvoudig ripslintje
maakt meestal de geheeie garneering uit.
De klok- en helmvormige vilthoeden wor-
IN OQGENBLIKKEN VAN SPANNING.
Zeer zenuwachtige echtgenoot (in aiwac hting van de blijde tijding): „Is 't
is 't 'n jongen?"
Dienstmeisje; „Nee, -meneer, 't is de was ch!"
garneering óf door dezelfde kleur een „ein-
heitlich" geheel vormen.
Gestikte vilthoeden worden veel vpor
sport- en reisdoeleinden gebruikt. Ze zijn
zeer gemakkelijk in het dragen en bovendien
zóó soepel, dat ze in zak of koffer weinig
plaats innemen, daar- ze opgei old kunnen
worden.
Garneering van leder is op het oogen-
blik nog zeer gewild. Het terrein waarop
deze versiering zich beweegt, wordt groo-
ter en grooter. Misschien zal spoedig de
geheeie kleeding in aanmerking komen om
met alle denkbare ieer-garneeringen ver
sierd te worden.
De nieuwe herlst- en winterhoeden van
pluche, fluweel of velvet hebben dikwijls
een leder-omboording in bijkomende of
contrasteerende kleur en het meest nog in
metaal-kleur.
Blauwe hoedjes in vele nuancen, tentoon
gesteld in de étalages der groote magazij
nen, evenals lila en fraise hoedjes van
fluweel, zijn veelal met goud- of zilver
kleurig leder omboord. Zwart fluweel ziet
men het meest met wit leder bewerkt, ook
wel met rood. Dergelijke hoeden hebben
meestal een sportief karakter en onder
hen is het jockey-pet model wel het meest
gezien. Ook de collecties sjaals 'voor den
overgangstijd en voor den winter hebben
heel veel ledergarneering, doch het aan
brengen van bont in overeenstemming met
de bontgarneering van het wandelcostuum
zal,, in den wie,ter toonaangevend zijn.
In den winter, ja, dan zal bontgarneering
de overhand hebben, maar voor de milde
dagen van den na-zomer, zal men fijne
en gedistingeerde mantelcostuumpjes zien,
waarop ledergarneering is aangebracht, o.a.
aan kraagjes, revers en mouwomslagen.
Een vestje van fijn, soepel leder, waar
op de een of andere garneering van knoop
jes of geperforeerd lederen biesjes, is aan
gebracht, geeft een complet of mantelcos-
luum iets zeer voornaams, vooral in de
samenstelling van wit en zwart of zwart
met rood.
Een garnituurtie in een der i^note etala
ges trok bijzonder mijn aandacht.
Het was een fluweelen hoedje in mat-
fraise tint met dof-goud leder omboord
sels en een stijlvol figuurtje, aangebracht
tegen het van-vofen omhoog geslagen
randje. Dezelfde afwerking van dof
goud biesje was aan de beide uiteinden
van een precies-dezelfde-tint gehouden
sjaaal aangebracht en het stijlvolle 'figuurtje
in goudkleur herhaalde zich eenige malen
op de sjaal. Het was een smaakvol en apart
geheel.
Kralen of andere voorwerpen van barn
steen moeten van tijd tot tijd in melk wor
den gewasschen, om ze goed schoon te krij
gen en ze mooi glanzend te houden. De
Chineesche vrouwen passen dit middel altijd
toe
Vlekken op een gepolitoerde tafel, die
ontstonden door warme schotels, welke er
op hebben gestaan, verdwijnen geheel of
verminderen in ieder geval sterk, wanneer
men er met kamferspiritus overheen wrijft.
Vlekken, door bét schillen van vruchten
op messen ontstaan, kan men gemakkelijk
verwijderen door de messen met een beetje
asch van steenkool te wrijven.
Aardbeienvlekken in wit goed verdwijnen
met wasschen; hierna een nacht in een
slappe chlooroplossing laten staan en flink
naspoelen.
MUGGEN EN VLJEGEN VANGEN.
Door honing op te lossen in wijn of rozen
water krijgt men een goede kleefstof voor
het vangen van muggen. De geur en de zoete
sm'aak trekken de muggen aan,, de kleefstof
houdt ze vast.
Middelen ofn vliegen te vangen moet men
in den zonneschijn en liefst nabij vensters
plaatsen. Bier is uitstekend om vliegen te lok
ken.
TRANSPIREEREN.
Middelen hiertegen zijn
In de eerste plaats de armsgaten dieper
uitsnijden, dan de oksels bestrooien met rijste-
meel of talk of salicylpoeder of tannine.
VLEKKEN IN MATRASSEN.
Deze verwijdert men door een papje van
keurig glad worden als men ze een halven
of heelen dag in den kelder laat hangen.
Weet ge
dat uw kachel gauwer glimt wanneer
ge door het potlood wat parafine mengt.
Weet ge
dat parafine ook een goed middel is
om schoenzolen te verduurzamen
smeer een beetje op de zolen.
Weet ge
dat ge inkt uit gekleurde stoffen kunt
verwijderen met warme melk of citroensap.
TOMATEN-SALADE.
Men neemt daarvoor goed rijpe tomaten.
Maak met een scherp mesje van boven een
kruisje in het vel, ontdoe ze van het kroontje,
v/asch te af en plaats ze in een emaille ver
giet of in een schoone filtreermand. Zet een
pan met water op het vuur. Als het water
kookt zet men de tomaten met haar mand in
het kokend water, laat het water' weer tegen
den kook komen, haal den mand of vergiet
met tomaten er uit en dompel ze schielijk
in koud water. Ontdoe nu de tomaten met
een mesje van hun schil, snij ze aan dunne
schijven en schik ze schuin op een glazen of
steenen slabak. Besprenkel ze met een weinig
slaolie en bestrooi ze met fijn gesneden uien
en fijn gehakte peterselie. Men diene deze
salade meestal op als voorgerecht vóór het
middagmaal, maar zij laat zich ook zeer
goed gebruiken als een „toetje" na ons
„twaalf uurtje" of 's avonds.
TOMATENSAUS..
Men fruit in boter een gesneden ui, wat
gestooten peperkorrels en een takje thijm.
Als de uien gaar zijn, roert men er met een
gard een lepel bloem door, doe er wat vleesch-
jus op, en zes in vieren gesneden tomaten.
Laat alles gedekt koken, ongeveer een half
uur. Wrijf de saus door een puntzeef en maak
haar af met een scheut Japansche Soya. Deze
saus gebruikt men bij kalfsvleesch, lamscote-
letten, kalfstong en ook bij gekookte ma
kreel en riviervisch.
GEZOUTEN TOMATEN.
Wil men tomaten zoo bewaren, dan kan
op een vergiet afdrogen. Den intusschen ge-
kookten en afgekoelden azijn in een pot of
flesch met wijden hals gieten, daarna de
kruiderijen en de augurken toevoegen. Der.
pot met een stuk perkamentpapier bedekken
en op een koele, droge plaats bewaren.
APPELPUDDING.
Benoodigd 1 K.G. moesappelen, sap
van V.. citroen, K liter water, 1 dun citroen
schilletje, 100 gram griesmeel of sago, 150 a
200 gram suiker.
Bereiding De appelen schillen, in vieren
deelen en de klokhuizen er uitsnijden de
vruchten vervolgens in het water met het
citroenschilletje geheel fijn koken en daarna
door een fijne, haren zeef wrijven. Her ap
pelmoes opnieuw aan den kook 1 r ngen, het
citroensap toevoegen, griesmeel of sago, met
de suiker vermengd, er in laten loopen en dr
massa, onder voortdurend roeren, tot pud
dingdikte laten inkoken.
Men presenteert er vanillesaus of stijf-
geslagen room bij.
Palieren patronen op maat gemaakt,
kunnen besteld worden onder toezending
of bijvoeging van het bepaalde bedrag plus
15 cent porto, aan het Comptoir des Pa
trons, Molenstraat 48 B, den Haag. De
maten op te geven volgens onderstaande
teekening.
zout en citroensap te maken doe dit op de i men dit op de volgende manier dóen. Ontdoe
vlekken en laat het er op drogen. Daarna óe tomaten van hun kroon. Wasch ze goed
flink uitborstelen. schoon. Doe een weinig zout in een grooten
Keulschenpot. Dan een laagje tomaten, dan
weer zout en zoo vervolgens tot de pot vol
is. De tomaten prikt men van te voren met
een stopnaald (één prikje is voldoende). Op
10 K.G. tomaten gebruikt men 100 gram zout
Dus evenveel als op zuurkool. Bedek de to
maten met een doekje waarop een plankje
en bezwaar ze met een klein steentje, zóó dat
ze niet te hard gedrukt worden.
Weet ge
dat ge koper het gemakkelijkst kunt onder
houden door het, na het poetsen even met
sla olie in te wrijven, den volgenden dag
het koper droog te wrijven en daarna met
parafine te besmeren.
Weet ge
dat ge vuil geworden marmer kun
schoonmaken door eerst ruim metpettro-
leum in te smeren, daarna met zeep af te
wasschen en met een wollen lap nawrijven.
Weet ge
dat gekreukte kleeren welke soms lang in
een koffer hebben gezeten meestal weer
AUGURKEN IN AZIJN.
Benoodigd 300 kleine augurken, 250
gram zout, 2 liter geurige wijna zijn, 15 gram
witte peperkorrels, 15 laurierbladen, 4 scher
men versche venkel, 1 stuk mierikwortel.
Bereiding De augurken met water af
borstelen, aan weerszijden de puntjes er
afsnijden, ze vermengen met het zout en
8 a 10 uur laten pekelen. Dan de augurken.
gevaar voorzeker nog niet voorbij was. Hij' luisteren, maar juist was hij aan de deur. achterna te durven loopen, hij zag hen niet
liep nu de gang door tot hij bij een dwars- van de kamer, toen door den gang het ge- j meer
ging kwam, waarin 'bij een eind verder luid weerklonk als van een pistoolschot Nu s
licht zag. Dit licht, kwam door een open- Lord Nibblington bleef in de kamer met de
10
„Die is raak," mompelde de lord, maar
'af zich geen tijd de persoon, die hij zoo
"ad toegetakeld, verder te beschouwen. Hij
v'°°g terstond de trap op, vond het luik
open en kwam in een donkere gang. Toen
lij deze wilde ingaan, hoorde hij iemand
naderen waarschhniip,
staande deur uit een vertrek, waarin meer
dere personen aanwezig schenen te zijn.
Lord Nibblington hoorde tenminste ge
lach en gepraat. Het was een gevaarlijk
waagstuk, doch hij kon den lust niet weer
staan op zijn teenen'naar die deur te slui
pen, teneinde te trachten gewaar te wor
den, wat daa: binnen voorviel en de perso
nen te zien, die er zich bevonden. Dus sloop
hij naderbij. .Even hield hij op voor de open
slaande deur van een ander vertrek, waarin
geen licht brandde, dohh dat door een raam
degene die het op
wekkend ^middel was gaan halen. De edel- uitzicht scheen te hebben op straat. De lord
Irl?.rl zijn vuisten klaar, drukte zich I kreeg een goed idee, hij ging deze donkere
stijf tegen den inuur achter de openstaande) kamer binnen en liep naar het raam, schoof
kelderdeur. Daar bleef hij wachten met bon
zend hart. 1 ol zoover was zijn plan uitste
kend verloopen, wjlde zich nu liever
dood vechten dan zich weder gevangen
geven.
De andere naderde intusschen in zich zelf
vloekend over de diepe duisternis. Hij be
merkte den lord niet, doch- ging de trap af,
op het schijnsel van den lantaarn, die in
den kelder hing. Nog kon hij niet halverwege
beneden zijn, toen de lord de deur dicht
drukte, tastend naar een grendel zocht 'en
dadelijk vond en dichtschoof. De schurken
waren in hun eigen val gevangen.
Maar hij had geen lijd zich daarover te
Verheugen, want voort moest hij, daar alle
de gordijnen op zijde en zag nu uit op een
stille straat. Het was blijkbaar weer reeds
laat in den avond. In de straat brandden
enkele gaslantaarns, die maar weinig licht
verspreidden. Behoedzaam schoof de prac-
tische Engelschman het raam op. Hij had
zich nu een weg voor een overhaaste terug
tocht 'verzekerd. Het veiligst zou geweest
zijn nu ook terstond te vluchten, doch dat
wilde hij niet. De gelegenheid leek hem te
schoon, om de Broeders des Verderls af te
luisteren en zoo misschien hun geheimen te
vernemen. Eh dan in dit huis waren nog ge-
deur in de hand. Hij hoorde, hoe verschei
dene personen den gang insnijden en nu
werd hem eensklaps duidelijk wat er vdor-
viel. De man, die hij had opgesloten, trachtte
door te schieten zijn makkers te waarschu
wen en te hulp te r.oepen om verlost te
worden.
„Te drommel," mompelde de lord, „het
wordt tijd, dat ik beenen maak." Hij luister
de nog even, hoorde nu woeste kreten en
aarzelde geen oogenblik langer. In een oog
wenk was hij door het raam gewipt en
stond nu op de straat, waar hij het op een
loopen zette. Want reeds hoorde hij een
deur openen, mén zou hem achtervolgen,
Daarom liep d® lord, wat hij loopen kon de
straat uit, een andere even stille straat in.
Op den hoek omkijkend zag hij eenige per
sonen komen aanhollen, die hem nazaten.
Zij volgden hem dicht op de hielen en groot
was de kans, dat zij hem zouden inhalen. De
lord, zooals bijna iedere Engelschman voelde
zich verzwakt, doordat hij sinds den vorigen
dag niets meer gegeten had, verzwakt, ook
door zijn urenlange bedwelming. Maar hij
spande zijn uiterste krachten in en bemerkte
tot zijn onuitsprekelijke vreugde, dat hij een
drukker stadsgedeelte bereikje, waar meer
vangen zijn twee vrienden, wie hij zoo mo- j dere gersonen liepen. Hij bleef staan, haal-
gelijk dadelijk hulp bieden moest. Dus be- de diep adem en keek om naar zijn vervol-
sloot hii don gand weder in to gaan om 'e j gers. Maar deze schenen hem niet verdol
sprak hij een voorbijganger aan en
vroeg den weg naar het bureau van poliiie.
Door een gelukkig toeval bevond hij zich
daarvan niet ver meer af en had hij dit bin
nen eenige oogenblikken bereikt. Hij vroeg
oogenbliklielijk.het hoofd der politie te spre
ken en werd ioen hij ziin naam genoemd
bad, terstond bij dezen toegelaten. Hij bracht
den commissaris in zoo weinig mogelijk
woorden ervan op de hoogte, dat hier ie
Sens, misschien de Broeders des Verderfs
te vatten waren, die in geheel Parijs, ja door
geheel Frankrijk berucht waren.
De commissaris was een jong, energiek
man. Hij luisterde bedaard naar de haastige
uitlegging van den Engelschman, stelde toen
onderscheidene vragen en nam daarna kalm,
doch' vlug zijn maatregelen.
Het eerste wat hij deed, was een agent
van de wacht er op uitsturen om een flesch
wijn en een schotel rtcn uit een nabijziind
restaurant te halen. Hij had namelijk be
merkt, hoe uitgeput de lord was en hij be
greep, dat deze sedert zijn vertrek nog niets
weer gegeten had. De opwinding hield hem
nog staande, doch hij had een hartverster
king wel noodig, te meer daar er hedennacht»
nog een jacht aangevangen zou worden op
de Broeders des Verderfs, waarbij de En
gelschman niet gemist kon worden. Trou
wens hij zou er hij tegenwoordig willen zijn,
omdat hij brandde van verlangen ook ziin
vrienden te reefde**
„Drink een glas wijn en eet iets," zeide
de commissaris. „Laten wij voor alles zor
gen."
Hij gaf onderscheidene bevelen aan zijn
beambten,* telephoneerde druk en verzond
eenige telegrammen, terwijl hij intusschen
op de tafel een plattegrond uitspreidde.
„Maar welke maatregelen hebt gij geno
men," vroeg lord Nibblington, al etend. Eerst
nu bemerkte hij hoe een behoefte hij daar
aan had.
„O, dat kan ik u spoedig zeggen. De po
litie uit den omtrek is gewaarschuwd geen
enkel voertuig door te laten, zonder het
aan te houden en te onderzoeken. Dan heb
ik alle beschikbare agenten hierheen (Ont
boden en enkele speurders uitgezonden, aan
wie dat werk wel toevertrouwd is. Voorts
is naar Parijs getelegrafeerd en zullen daar
alle stations en ook de poorten scherp be
waakt worden."
„Goed, maar waarom zullen alle voertui
gen aangehouden worden?"
Ik zal het u zeggen. Gij hebt verteld, dat.
men u tot bewustzijn wilde brengen, Met
welk doel? Waarschiinlijk wilde men u ver
voeren. Waarheen? Vermoedelijk naar Pa
rijs, want daar zullen de Broeders toch wel
hun hoofdkwartier hebben. Wat men voor
nemens was met u te doen, dat wilde men
zeker ook doen met uw vrienden. Waar
schijnlijk is het dus, dat gij per rijtuig naar
een station gebracht zoudt worden of nog
liever1" per automobiel vervoerd zoudt ziin
Gij zijt ontsnapt maar uwe vrienden geluk
te dit zeker niet. Hoeveel te eer zal men
thans trachten hen te vervoeren, nu de Broe
ders wel denken kunnen, dat hun verblijf
plaats spoedig omsingeld zal zijn."
„Maar ik kan u niet precies zeggen, waar
zij zijn."
„O, Sens is zoo groot niet. Gij hebt ge
sproken van een huis met twee verdiepin
gen in een stille straat. Kijk eens op dez«
kaart. Hier is het bureau van politie, gij
zijt van deze zijde gekomen, nietwaar? Wel
nu, als ik hier dezen kring trek, dan geloof
ik toch wel/ dat daarbinnen het huis zich
bevinden zal."
„Ja, dat moet wel," antwoordde lord Nib
blington.
t.Goed, als gij gereed zijt, gaan wij er
op uit."
Na eenige oogenblikken bevond men zich
op weg, doch niet dan nadat de Engelsch
man zich voorzien had van een revolver, uit
den wapenvoorraad van den Commissaris.
„Deze stras' ben ik uitgekomen," zeide de
lord, toen mei. «p een kruispunt kwam en
dus sloeg men de»* .weg in, dien hij aanwees.
Men kwam nu inderdaad in een stil stads
gedeelte en doorkruiste verschillende stra
ten, zonder dat lord Nibblington echter met
zekerheid zeggen kon, in welke het huis
slaan moest van de Broederen des Verderfs,
Eensklaps evenwol slaakte hij een kreet.
(Wordt vervolgd.)