ill H!
De geheimzinnige bende
dm
ajp^ranktnog<!cnarchitcct'opzïchter<fl'De jubileerende firma J. G. Martin Zn.
m
mmm
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Vierde Blad Zaterdag 5 September 1925
DE OFFICIEELE OPENING VAN HET ST. JOZEF-
RUSTOORD TE BEVERWIJK.
De opening van liet St. Jozefsrustoor d te Beverwijk. In het midden de
HoogEerw. Heer Deken L. M. Lucas sen, de burgemeester van Beverwijk,
de Moeder Overste en andere genoodigden.
Onderaan
de oprichter
J G. Martin,
Van links naar
rechts
Martin,
Simon,
Johan en
Herman
Martin.
HEEMSTEDE
FEU I LLETON,
Vrijdag den 4den September 1925 is voor
katholiek Beverwijk een dag van beteekenis,
tn deze dag zal ongetwijfeld zorgvuldig voor
de geschiedenis blijven bewaard.
Op een historischen plek, aan de Peper
straat, is een gebouw, neen, is een monument
verrezen, dat nog een lange reeks van jaren
weer en wind zal hebben te trotseeren, en
onderdak zal verschaffen aan hen, die aan
den avond van een vlijtig en arbeidzaam
leven een welverdiende, kalme rust willen
genieten.
Het St. Jozef Rustoord, te Beverwijk, is
geplaatst op den grond waar eens Bever
wij k's Roomsche kerk stond.
Hoevele herinneringen liggen hier niet op
gesloten voor de katholieke Beverwijkers.
Als het ware een stuk van hun leven, hun
heele leven wellicht is er aan verbonden.
Hoevelen zullen hier op dezen grond het
H. Doopsel hebben ontvangen. Hoevelen
hebben hier voor het eerst van hun leven het
hoogst geluk gesmaakt, om hun God en Ko
ning in te dragen. Hoevelen hebben
elkander, hier aan den voet van het altaar,
voor den Oppersten rechter eeuwigen trouw
gezworen. Hoevelen ook, zijn er reeds, die
van hier werden weggedragen om voor
eeuwig den God der menschen in al zijn
macht en majesteit in het rijk der hemelen
te mogen aanschouwen, als eeuwig loon voor
een deugdzaam leven.
En zullen deze zoete herinneringen moe
ten vergaan
Neen, met de totstandkoming van het
grootsche bouwwerk, is een monument op
gericht, dat het in lengte van dagen zal blij
ven herinneren, aan alles wat met het gees
telijke leven van Katholiek Beverwijk in
verband staat. Want het nieuwe gebouw, we
schreven het reeds in een beschrijving over
dit nieuwe instituut, is een prachtige kapel
rijk, en het geheele priesterkoor van de oude
kerk, is gespaard gebleven om nog denzelf
den dienst te doen voor de kapel. Daar blij
ven de meest zoete herinneringen zorgvuldig
bewaard. Het zal door de katholieken van
Beverwijk op zeer hoogen prijs worden
gesteld.
Om 8 uur Vrijdagmorgen werd in de kapel
.oor den Hoog Eerw. Heer Deken Lucassen
een H. Mis opgedragen, waarbij de inwoners
en de Eerw. Zusters tegenwoor 'ig waren.
kerkmeesters van de St. Agatha-parochie en
van de parochie van O. L. Vrouw van Goe
den Raad, den architect den heer Bekkers,
den aannemer, den heer Rings, den opzichter
den heer Peeters en verder verschillende be
sturen van katholieke coöperaties.
Nadat de plechtige inzegening was ver
richt ging het gezelschap naar den winter
tuin, die evenals het geheele gebouw keurig
met planten en bloemen door den heer Jacob
Bletker was versierd, waar de officiële
opening zou plaats hebben.
Alvorens evenwel de kapel te verlaten,
memoreerde de Deken, den overleden Dekeri
A. Waare en den eveneens overleden regent,
den heer W. de Boer, die beiden veel hebben
gedaan aan de totstandkoming van dit Rust
oord, doch het zelf niet meer hebben mogen
aanschouwen en nu de eeuwige rust genieten.
Voor hun zielerust werd een Onze Vader
en Wees Gegroet gebeden.
Openingsrede van den
heer H. Dames.
De voorzitter van het college van regenten,
de heer H. Dames sprak de openingsrede.
Hij zeide ongeveer het volgende
Na de plechtige inzegening van dit nieu
we Beverwijksche Rustoord „St. Jozef", is
aan mij als voorzitter der Regenten van dit
huis de eervolle en benijdenswaardige taak
toegewezen, om deze plechtigheid met een
hartelijk gemeend woord te mogen beslui
ten. Ofschoon het niet ge rekkelijk is, deze
taak naar behooren te vervullen, en ofschooJi
ik overtuigd ben, dat aan mijn eenvoudig
woord veel zal ontbreken, is mij die taak
toch zóó eervol en benijdenswaardig, dat ik
ze niettegenstaande alle moeilijkheid niet
gaarne zou willen afstaan, in 't vertrouwen
dat u in 't hart zult lezen wat aan de woor
den ontbreekt.
Zoo is dan vandaag de kroon gezet op een
grootsch en heerlijk werk in onze plaats en
in onze beide Parochies op een monument
dat de eeuwen zal trotseeren, dat voorziet in
een lang gevoelde behoefte, en dat naar alle
kanten luide zal spreken van de christelijke
Charitas en Katholieke offervaardigheid van
Beverwijks inwoners. Hier zal aan zoovele
ouden van dagen gelegenheid worden ge
boden, om uit te rusten van den moeizamen
arbeid huns levens, om in kalme rust en
vrede hun laatste levensjaren door te bren-
Na de H. Mis had een gemeenschappelijk
ontbijt plaats. Om 10 uur begon de officieele
inzegening, eveneens door den Deken van
Beverwijk verricht.
In de kapel hadden de inonende zich
vereenigd met de genoodigden, waaronder
wij o.m. opmerkten de Zeer Êerw. Heeren
pastoor Wouterlood en Rector Höppener,
de Wel. Eerw. Heeren Doeswij k en Ouwen-
dijk, de Eerw. Moeder overste en verschil
lende Eerw. Zusters, den burgemeester van
Beverwijk Jhr. J. C. Strick van Linschoten,
den wethouder, de heer J. Eykmg den ge
meentesecretaris, den heer J. W. A. C. van
Loenen, de regenten van het Rustoord, de
gen en zich op een waardige wijze voor te
bereiden op de scheiding uit dit leven naar
betere gewesten. Met rechfgdus noem ik|de-
ze stichting een monument van Christelijke
naastenliefde.
Het kan niet anders of er moet mij in dit
plechtige oogenblik, ook namens mijn mede-
Regenten een woord van oprechten dank
van 't hart aan allen, die thans hun belang
stelling toonen in ons werk en die daartoe
op eenige wijze hebben bijgedragen. En dan
zij het mij vergund, om het eerst hen te noe
men die zoo gaarne deze plechtigheid zou
den hebben bijgewoond, maar die ons reeds
zijn voorgegaan naar het andere leven. Ik
bedoel op de eerste plaats onzen goeden en
beminden Deken Waare, die in zijn leven
zooveel oprechte belangstelling toonde in
ons werk, en die met recht de geestelijke
weldoener van ons huis en onze stichting
moet genoemd worden. Ik bedoel vervol
gens onzen te vroeg afgestorven vriend en
mede-Regent den heer W. de Boer. Wei
nigen zullen er zijn, die weten of kunnen
bevroeden evenais wij Regenten, wat deze
man in zijn leven voor deze stichting ge
voelde, hoe geen offer hem te groot of te
zwaar was als het gold het St. Jozefgesticht
hoe hij ten alle tijde bereid was om op aller
lei wijze hulp te verleenen hoe hij èn zich
zelf en zijn krachten èn zijn aalmoezen
steeds gaarne wijdde en wegschonk aan de
Stichting van dit heerlijke monument.
Moge de rechtvaardige God hun reeds het
loon voor deze toewijding geschonken heb
ben, en moge zij van uit den hoogen Hemel
dit blijde feest met ons heden medevieren.
Vervolgens werd dank gebracht aan De
ken Lucassen voor diens bereidwilligheid
om het gebouw in te wijden, en aan den
ZeerEerw. Heer Pastoor Wouterlood als
Bissch. commissaris voor zijn hulp en steun
bij den bouw ondervonden.
Dan begroette spr. den Burgemeester en
Wethouder Eijking en den Gemeente-Se
cretaris.
Spr. durfde den burgemeester als hoofd
der politie, de geruststellende belofte doen,
dat de bewoners van de Stichtingzullen
uitmunten door kalm en voorbeeldig levens
gedrag, terwijl tevens een lans werd gebro
ken voor betere verlichting van de Peper
straat, die inderdaad niet overbodig zou zijn.
Een welgemeend en een welverdiend
woord van dank verwierven ook de Eerw.
Zusters voor hunne offervaardighéid en goe
de zorgen.
Voorts een dankwoord aan onzen archi
tect den heer Bekkers voor zijn talentvolle
en fraaie schepping van dit monumentale
gebouw, maar niet het minst voor zijn be
leid, om in dit huis het Priesterkoor van on
ze oude en gezellige kerk te hebben behou
den. Mocht ons kerkgebouw waaraan wij
zoozeer gehecht waren, verdwijnen, het
voornaamste en het middelpunt daarvan
hebt gij weten te behouden en met de om
geving tot een prachtig geheel weten te vor
men. Wees verzekerd, dat u daarmede ons
ons en alle Katholieken van Beverwijk een
onvergetelijken dienst hebt bewezen, waar
voor wij u niet genoeg kunnen danken.
Een woord van lof en dank mag ik ten
laatste niet onthouden aan den opzichter
den heer Pieters, en aan den aannemer den
heer Rings, voor het moeitevolle en keurige
werk, hetwelk door hen geleverd is en voor
de eminente afwerking, waarin ons gebouw
prijkt. Ongetwijfeld hebt gij beiden onver
moeid uwe beste krachten gegeven, om al
les overeenkomstig teekening en bestek uit
te voeren. Welnu, gij zijt eigenlijk niet ge
weest in dienst van ons, de Regenten, maar
in dienst van den H. Jozef aan Wien dit
Rustoord bijzonder is toegewijd, en daarom
voeg ik bij mijn dankwoord den wensch dat
de H. Jozef u beiden zal loonen zoowel in
uw gezin als in uw volgende ondernemin
gen voor hetgeen gij hier ter Zijner eer tot
stand hebt gebracht.
Ten slotte richtte spreker zich tot de be
woners van het huis en sprak den wensch
uit, dat allen hier recht gelukkig en tevre
den zouden leven.
Spr. eindigde aldus Ik sluit dan met de
oprechte verklaring dat ik dezen dag be
schouw als een der gelukkigste van mijn le
ven. Zoodra het vast stond, dat St. Agatha's
parochie met een nieuwe majestueuze kerk
verrijkt zou worden, kwam onmiddellijk bij
mij het idee op, dat op de heilige plaats van
onze vroegere Parochiekerk een ander Ka
tholiek gebouw, een nieuw St. Jozefgesticht
moest verrijzen. En ziet onder de bescher
ming der Goddelijke Voorzienigheid en
met medewerking van Beverwijks Katho
lieken is dat ideaal werkelijkheid geworden;
en het is daarom, dat wij van innige en groo-
te dankbaarheid vervuld zijn aan God
maar ook aan u allen
Moge dan ook onder Gods onmisbare
zegen het St. Jozef-rustoord aan zijn ver
heven doel beantwoorden moge het aan
ontelbaren velen gedurende een lange reeks
van jaren een gelukkigen en tevreden ouden
dag bezorgen en hun een waardige en ze
genrijke voorbereiding schenken voor hun
eeuwig leven hiernamaals Dat geve God.
Ik heb gezegd.
De Hoog Eerw. Heer Deken
Lucassen
zeide heel weinig aandeel gehad te hebben
in de stichting van het getouw. Spr. heeft
alleen gezien dat er den laatsten tijd werd
gewerkt om dit schoone gebouw tot stand
te doen komen. Waar spr. aan het stoffelijke
zoo weinig heeft kunnen doen is hij er des
te dankbaarder voor zoo'n groot aandeel te
mogen hebben in het geestelijke, door bij de
inzegening God's zegen te mogen afsmeeken
voor het gebouw en de inwonenden.
Bijzonder feliciteert spr. de regenten met
dezen dag, speciaal den initiatiefnemer den-
heer Dames. Spr. hoopt dat den inwonenden
nog veel geluk zal ten deel vallen door de
goede zorgen van de regenten en deze nog
jaren lang de beschermende engelen over
het gebouw mogen zijn. Tot de Eerw. Zus-
sters, die de bewoners steeds met hun dien
sten zullen volgen zegt spr. dat zij steeds
liefdevolle dienende geesten moeten zijn.
Spr. dankt den Bisscboppelijken secre
taris, den Zeer Eerw. Pastoor Wouterlood
voor zijn bemoeiingen en wensebt den bur
gemeester geluk, die zijn gemeente ziet ver
rijkt niet alleen met een fraai gebouw, maar
tevens ziet uitgebreid met kalme, rustige
gemeentenaren.
M,
au - o
die van den omliggenden tuin over in nei tors en leiders van talvan huiselijke feest-
bezit van het R. K." Kerkbestuur. Tot daar jes, vooral kinderpartijtjes, bi, particulieren
oe - J- ien in vereenigingen. Vooral bij particulie
ren. Als leiders van de aardige kinderfeestjes
zullen ook velen onzer lezers de heeren
Martin kennen en zal hun eenige bijzonder
heden over de jubileerende firma welkom
zijn.
Oprichter was de heer J. G. Martin, vader
der tegenwoordige firmanten, die zich, na
in den Helder en Leiden te zijn werkzaam
geweest, in Haarlem vestigde in 1875 op de
zelfde plek, waar nu nog het tegenwoordige
gebouw staat. Zoo luxueus als het gebouw
nu is, was de eerste nederzetting natuurlijk
niets. De gestadige uitbreiding bewijst
wel, dat de dans-, gymnastiek- en scherm-
leeraar Martin in Haarlem een goeden naam
had. De mooie oud-Hollandsche zaal aan de
achterzijde dateert van 1905 en neemt de
plaats in van een voormalig pakhuis, dat
afbrandde en van een tuin, die aansloot aan
de gymnastiekzaal, die later in 1911 ook tel
een mooie zaal werd verbouwd. Doordat
De firma J. G. Martin en Zonen, dans- het gymnastiekonderwijs hoe langer, hoe
academie, Schagchelstraat 29-31, herdenkt meer naar het geregeld onderwijs verhuisde,
29 October a.s. den dag dat de firma 50 jaar j werd deze tak van bedrijf ten slotte ver-
bestaat. In Amsterdam, waar zij aan de laten, maar velen herinneren zich nog de bc-
Palestrinastraat ook een instituut rijk is, roemde uitstapjes naar Bergen, die de oude
heeft zich een commissie gevormd om dat heer Martin wist te organiseeren elk jaar
feit in het concertgebouw te herdenken. en waar hij groot succes had met zijn te-
De heeren Martin zijn bekende figuren in recht beroemde „vlaggenspel
Haarlem, eenerzijds als meester in de kunst j De oude heer Martin was in zijn lijd een
van Terpsichore, anderzijds als de organisa- zeer gewaardeerd lid van het hoofdbestuur
- - r -1 1 van „Koninginnedag", waar hij de leiding
jes, vooral Kinoerpamjijes, uij parueun'sieii had der kinderfeesten, een taak, die nu
en'in vereenigingen. Vooral bij particulie- i overgenomen is dooreen zijner zoons.
ai t.:jj_ j:--- Ee oude heer Martin stierf in 1912.
Een woord van welkom richt spr. tot de
bewoners, als zijn nieuwe parochianen en
beveelt zich als hun herder aan.
Tot slot uit spr. den wensch dat de be
woners in deze veiligheid den waren vrede
zullen bewaren.
Vervolgens sprak
de burgemeester.
Hij zeide, dat het hem ongedwongen in
herinnering terug kwam het nauw 1 jaar
geleden gouden feest van wijlen Deken
Waare.
Het is passend, bij de voltooiing van dit
werk dien eerbiedwaardigen overledene te
herdenken, van wien het initiatief tot dezen
■maatschappelijken bouw uitging en die
ofschoon zoo door allen hem hartelijk toe-
gewenscht dezen inwijdingsdag niet meer
heeft mogen beleven. Hij is ingegaan na een
vol leven in een volle rusten zónder
rust, mogen wij vertrouwen, zal in dit huis
zijn geest en werk blijven voortbestaan.
Na dezen eersten plicht van herdenking
biedt spr. namens het gemeentebestuur zijn
welgemeende gelukwenschen r,.r r'c dit
nieuwe bouwwerk dat de offe aa"di 'beid
der Roomsch Katholieken in oeze gemeente
heeft mogelijk gemaakt.
Spr. kan zijn bewondering niet juister
formuleeren dan in dezen volzin
„Op een gedenkwaardige plek is een
grootsch werk tot stand gebracht voor een
verheven doel."
De grond, waar wij hier op staan, is wel
van bijzonder historische beteekenis. In
den tuin rondom het gebouw staat vooreerst
als herinnering aan de reeds ver achter ons
liggende dagen der 18e eeuw het bekende
tuinhuisje, dat zoo dikwijls in de brieven en
gedichten van de beroemde vriendinnen
Betje Wolf en Aagje Deken is herdacht. Het
geeft in zijn typischen ouden vorm, uit steen
en hout, eenvoudig opgetrokken, een klein
beeld, hoe deze vrouwen op haar buiten
„Lommerlust" vanaf 1782 zes jaren van haar
stil leven hebben doorgebracht. Toen zij
in 1788 ons Vaderland verlieten en naar
Frankrijk togen, moeten zij wel ncode van
haar lievelingsplekje hebben afscheid, ge
nomen, het met bezorgdheid overlatend aan
vreemde handen, die het telkens wisselend in
1783, 1801, 1807 en 1840 in bezit kregen.
Maar de piëteit voor de vaderlandsche vrou
wen schijnt het in die vele jaren gespaard te
hebben en al kwam het tot op 't kort verle
den tot zeer treurig verval, nu mogen wij
met groote voldoening gedenken, dat dit
kleine, maar zeer geliefde monument voor
vernietiging en algeheelen ondergang is be
waard.
In het genoemde jaar 1840 gingen de ter
reinen, waarop dit huis gegrondvest is en
die van den omliggenden tuin over in het
bezit van het R. K. Kerkbestuur. Tot daar
toe vierden de katholieken dezer stede hunne
godsdienstplechtigheden in een kleine ka
pel, gelegen aan den Arendsweg, die de
vele geloovigen tenslotte niet meer kon be
vatten en een grooter kerkgebouw moest
verrijzen, dat tot 1924 het brandpunt was
van katholiek Beverwijk.
Eerbiedwaardiger zal deze herinnering
zijn, naarmate de wijding van het kerk
gebouw boven het profane uitsteekt en
de geschiedenis der gesloopte kerk frisscher
in het geheugen ligt.
Als de dag van gisteren zien wij nog
in onze verbeelding de oude kerk in de
Peperstraat, donker onder een bladerdak
verscholen.
Weliswaar was het een leelijk bouwwerk,
arm en doodsch van allen geest verstoken,
maar tochdaar lag het groote centrum
waar heel uw leven van gebed en daden
ontsprong en uitliep.
Het is deze plek, die het oude kerkgebouw
levend in onze verbeelding terugroept ;niét
alleen het verdwenen godshuis, als photo-
graphie in Uw memorie teruggebleven,
doch daaraan in hechtste geestesbanden
verbonden de dierbaarste dagen, de treffend
ste perioden, een stuk van ieders leven,
dat hij nooit vergeten kan.
En ook hier, evenals van het profane
verleden vóór 1840, is niet alles dat den laat
sten steen neergehaald en daarmede de ge
schiedenis van deze plek gronds afgebroken
met den tempel Gods. Neen, een groot
monument van herinnering ook aan deze
dagen -
muren, die het Altaar Uwer voormalige
kerk omsloten en nu belenden het zelfde
altaar der nieuwe huiskapel.
Het is wel een zeer gedenkwaardige plek,
waar dit nieuwe gebouw op verrezen is.
En schoon is het, te gedenken, hoe hier
in het heden, het verleden ligt, in tegen
stelling met den geest, die de gansche wereld
doorwoedt, om alles van het oude weg te
breken en weg te vagen niet te vernieuwen,
maar nieuw te maken, dat spoorloos het
oude verdwijnt, dat eens zoo dierbaar was.
In dien geest van eerbied voor het oude
is dan omhoog gebouwd het Rustoord „St.
Josef" een grootsch bouwstuk. Omsloten
door een imponeerende ommuring strekt
ze zich uit in een frontlengte van bijna
70 Meter over een oppervlakte van ongeveer
2000 vierkante meter, bevattende met alle
gerieflijkheid, die de modërne bouwkunst
en techniek biedt, de ruime kapel, de groote
groote zaal, het zusterhuis, een 90-tal wel
gelegen kamers, uitziende op de drukte van
de Peperstraat, of in de rust van den uit-
gestrekten tuin, die op 9000 M2. vrijheid
geeft, om ongestoord te kunnen genieteh
van de frissche onvertroebelde buitenlucht.
Dit grootsche huis van „rust en lommerlust"
op deze plek van Heilige herinneringen, is
bestemd voor rust-verlangenden en -behoe-
venden van hier en buiten. Verheven is het
doel, waartoe deze instelling geroepen is
uitgelezen de plaats, om veel zorgen en
droefheid te vergeten.
Het menschenleven toch, al heeft het zijn
zonnige dagen en blijde uren, hoe vol is
het op zijn tijd ook niet van tegenvallers en
De heeren Martin hebben de traditie van
hun vader voortgezet en ook zij genieten
een groote populariteit in Haarlem. Bewijs
er van is, dat zij bijna nooit anders dan bij
hun voornamen genoemd worden, Johan,
Simon, Martin en Henri.
Hun arbeidskring beperkt zich niet tot
Haarlem en Amstredam, maar gaat ook naar
Zaandam, Hilversum en Bussum.
Met ijver houden zij zich op de hoogte
van alles wat op hun vak betrekking heeft
Duizenden Haarlemmers, ook van rijpen
en ouderen leeftijd, zijn in den loop der
jaren met de familie Martin in aanraking
gekomen. Het jubileum zal dan ook wel niet
„onopgemerkt" voorbij gaan. Het aantal
feesten door hen georganiseerd niet alleen
in Haarlem maar overal in den lande i*
niet te tellen
maar veel meer een stage strijd tegen zich-
elf en het al-rondom.
Geweldige stormen hebben het dikwijls
geteisterd en cyclonen van tegenslag idealen-
kasteelen verwoest. De gevorderde leeftijd,
de hooge leeftijd, de ouderdom en de winter
des levens brengen vaak pas de luwte.
Welk een liefdedaad is het dan niet, een
huis te bereiden, waar velen bijna allen zorg
voor het materieele op zij zetten, om den
spriritueelen mensch vrij te laten opgaan,
naar wat op rijper leeftijd hem het meeste
CIH VelH
is behouden in de overgebleven f trekken moet. Q
Dat de bewoners van het Rustoord „St.
Josef" deze rust mogen vinden, is wel de
rijkste wensch, dien wij den leden kunnen
toeroepen.
Namens het gemeentebestuur wensch ik
U nogmaals geluk met dit grootsche bouw
werk, dat een eereteeken is voor den geest
onzer katholieken.
Moge dit gebouw in alle opzichten aan
zijn bestemming beantwoorden onder den
onmisbaren zegen Gods.
Moge de herinnering, die aan dit gebouw
en zijne gronden, onafscheidelijk is, blijven
leven, opdat zij de bewoners met denzelfden
geest beziele, die hier altijd heeft geleefd.
Moge dit groote huisgezin zijn een kern
van geluk en tevredenheid in deze gemeente,
waar in vrede en eensgezindheid de vrucht
der Christelijke naastenliefde njeuwe vruch
ten afwerpt tot heil van ieder persoonlijk,
dit huis en heel de gemeenschap.
De eerewijn werd dan rondgediend. De
Zeer Eerw. Rector Höppener maakte nog
van de gelegenheid gebruik om als inwoner
van Beverwijk dank te brengen aan hen die
deze inrichting tot stand hebben gebracht.
De heer Dames dankte alle aanwezigen
voor hun belangstelling en richtte nog een
bijzonder dankwoord aan den heer Jacob
Bleeker die voor een keurige versiering had
zorggedragen.
De aanwezigen waren vervolgens in de
gelegenheid het gebouw te bezichtigen.
Zooals we reeds mededeelden bestaat a.s.
Zondag van 3—6 uur gelegenheid om het
gebouw te bezichtigen tegen entree van f 1.
Jozefgesticht. De Zondag d.a.v. is de be
zichtiging gratis van 24 uur.
net op zijn nja ook mei van Legen-
ellende. Het is geen spel in Gods vrije natuur .De opbrengst komt ten goede aan hei
KONINGINNEFEESl
Het is vandaag in onze gemeente de dag,
waarop wij den verjaardag van H. M. do
Koningin feestelijk herdenken. Officieel
hebben we natuurlijk op 31 Augustus dat
heuglijke feit herdacht; de feesten worden
misschien wat laat heden gehouden.
Maar ze zullen er niet minder om zijn. Het
weer houdt zich goedalthans op het
oogenblik dat we dit schrijven- Het is van
de week een paar dagen hopeloos geweest,
waarvan de feesten in verschillende plaat
sen de dupe zijn geworden.
De kinderspelen in Groenendaal evenwei
hebben het getroffen. Zooals we reeds ge-
meud hebben, nemen daar een groot aantal
kinderen aan deel. Dank zij de medewer-
king van onderwijzend personeel en andere
dames en heeren \verden ze in groepjes
prettig bezig gehouden met leuke wedstrij
den en smakelijke tractaties.
Vanmiddag is er ringrijderij op valken
burg, waar tevens eei. kermis is opgesteld
met verschillende attracties. Aan muziek
hebben wc al evenmin gebrek; onze Heem-
steedsche korpsen zullen dat voor hun re
kening nemen.
En tenslotte is er het vuurwerk, dat
naar we hopen vanavond schitterend
slagen.
Nieuwe winkel. De heer J. N. Vogel, die
reeds geruimen tijd in perceel Kerklaan 1
een zaak in sanitaire artikelen, verlichtings
artikelen e.d. heeft, deed zijn zaak verbou
wen en moderniseeren. De winkel is in een
keurig nieuw „kleed" gestoken, waarin een
uitgebreide verzameling artikelen op sani
tair en huishoudelijk gebied is uitgestald,
zóó, dat zij de aandacht moeten trekken
en door hun sorteering den lust tot koopec
opwekken.
De winkel, die 1 September heropend is,
prijkte de geheele week ito een mooie bloe-
mentooi, gevormd door de bloemstukken,
welke belangstellenden en cliënten den heer
Vogel ter gelegenheid van de opening zon
den.
ii
„Deze straat!" riep hij opgewonden, „deze
straat is het!"
„En het huis?" vroeg de Commissaris.
„Daar, bij dien lantaarnpaal. O, neen, ik
vergis mij niet, dat is het wel."
Hij wilde vooruit snellen, doen de Commis
saris hield hem tegen.
„Vlfecht even," zeide hij op een toon, die
geen tegenspraak duldde.
Hij blies op een signaalfluitje en nu bleek
dat verscheidene agenten de twee mannen
gevolgd waren Hij gaf kort en snel eenige
bevelen Ook kwamen eenige recher
cheurs op fietsen nader Zij werden oogen-
blikkelijk weer weggezonden, om het huis
aan de andere zijde te bewaken, opdat daar-
'heen niemand ontsnappen zou.
Lord Nibbhngton trappelde van' ongeduld.
„Wie er nog in is, komt er niet meer uit,"
zeide de Commissaris, „wees daarop gerust.
Komaan, nu zullen wij onzen aanval wagen.
Hij stapte naar de deur en trok aan de
schel, maar reeds had de lord gezien, d»*
het raam, waardoor hij ontvlucht was, nog
openstond en in een wip was hij binnen, on
middellijk gevolgd door eenige agenten. De
kamer was leeg, doch ook het vertrek daar
naast en leeg was eveneens de gang, het ge
heele huisde vogels waren gevlogen. Van
boven tot onder werd alles doorzocht, muren
werden beklopt, doch alles te vereefs. de
schurken waren weg en hadden geen sporen
nagelaten.
„Maar mijn God, hoe is dit mogelijk," jam
merde lord Nibblington, „zijn die ellendelin
gen dan onvindbaar. En waar hebben zij
mijn vrienden gelaten?'
„Kóm, wees niet al te zeer teleurgesteld,
zeide de commissaris „Ik had mij van deze
huiszoeking geen beter resultaat voorgesteld,
het was immers wel te denken, dat de schur
ken na uw ontsnapping zouden maken, dat
zij wegkwamen."
„Maar wat nu?"
„Laten wij afwachten. Ik verwacht meer
van de maatregelen, die ik nam, om alle ver
voermiddelen te doen aanhouden. De politie
in den heelen omtrek is gewaarschuwd.
De schurken zijn gevlucht^ maar nog niet
ter bestemder plaatse."
„Dus gij hoopt er nog op, dat zij gevat
zullen worden?"
„Zeker, doe ik dat.
Lord Nibblington ging weer mede terug
naar het oolitiebureau. Eanide agenten wou
den in het huis blijven, den volgenden mor
gen wilde de commissaris er alles nog eens
aan een nauwkeurig onderzoek onderwer
pen.
Toen men op het bureau kwam, was de
eerste, die lord Nibblington daar zagba
ron de Linar. De lord slaakte een kreet van
blijdschap en riep:
„Maar hoe komt gij hier, vertel mii toch
wat u gbeeurd is
En de Linar vertelde zijn vriend en den
commissaris, die beiden aandachtig luister
den, wat met hem gebeurd was. Het was al
bijonder weinig. Ontwaakt uit zijn verdoo-
ving. had hij zich tot zijn groote verba
zing bevonden in een goed gesloten rijtuig,
handen en voeten geboeid Het rijtuig reed
in snellen gang, doch was eensklaps blijven
staan, het portier werd opengerukt en hij
werd door een paar agenten bevrijd „Pat
is alles wat ik weet, .;de hij.
„Ha zoosprak de commissaris nu, „gh
bemerkt, lord Nibblington. dat de maatrege
len, die ik genomen heb, niet zoo verkeerd
waren. Misschien wordt ook graaf de lour-
nel aldus gered."
Deze hoop werd evenwel niet verwezen
lijkt; men vond geen spoor Van den graaf
terug, noch had men een der schurken ge
vangen kunnen nemen Zij,die het rijtuig
bestuurden, waarin de Linar vervoerd werd,
waren in de struiken langs den weg ont
snapt en zoo stond men nog voor even
groote raadsels.
„Misschien hebben zij de Tournel ver
moord," sprak lord Nibblington de vuist lal
lend, „maar des te erger voor hen. Wij zul
len niet rusten voor het adderengebroed uit
geroeid is en onze,wraak zal vreeselijk zijn.
„Maar wij behoeven nog niet alle hoop te
laten varen," antwoordde de Linar, „onze
vriend kan nog leven.
„In dat geval zullen wij hem redden en
dit is thans onze eerste en voornaamste
taak."
De commissaris knikte en sprak:
„Een zware taak is het, mijne heeren,
die gij op uwe schouders hebt genomen. Ik
wensch u alle succes en mijnerzijds zal het
evenmin aan pogingen ontbreken om de
misdadigers op te sporen.'
„Hoe, gij wilt u ook mei de opsporing
van de Broeders des Verderfs inlaten?
„Ja, natuurlijk, maar ik zal mij daarbij
in hoofdzaak althans tot Sens moeten bepa
len. Gij begrijpt toch, dat waar thans vast
staal, dat de Broeders ook hier hun zetel,
hebben opgeslagen, waar bovendien bewe
zen is, dat de Tournel hier door hen van
zijn vrijheid beroofd werd, gij begrijpt, zeg
ik, dat het daar mijn taak is alles te doen
om den graaf uit de klauwen der misdadi
gers te redden.'
..Gii delooft dus." vroeg lord Nibblington,
„dat-de Tournel nog in leven is en nog bin,-
nen Sens verblijft?
„Ja sir, dat geloof ik zeker. Waarom zou
den de misdadigers hem dooden. Zij hadden
het dan onmiddellijk kunnen doen
„Goed. maar waarom zouden zij hem spa
ren?"
„O. daar kunnen velt redenen voor be
staan. Gij spraakt van het meisje, dat hij
redde. Welnu, men kan persé willen weten,
waar dit meisje is. Men weet ook. dat er
onder de Broeders een verrader is men zal
er dus prijs op stellen gewaar te worden,
wie dit zijn kan."
„Gij veronderstelt dus dat de Broeders dit
van graaf de Tournel willen vernemen?
„Ja."
„Oh, maar dan zijn ze verkeerd. Hij zal
weigeren te spreken.
„Men heeft middelen om hem tot spreken
te dwingen Men zal niet schromen die mid
delen althans te beproeven.'
„Wat," riep de Linar. „zij zouden onzen
vriend desnoods willen mishandelen, willen
pijnigen om te weten waar het meisje ver
blijf houd. Neen, dat kan ik niet gelooven."
„Acht gij er dan de Broeders dan te goed
voor?"
„Helaas neen. Gij hebt gelijk. Van hen kan
men alles verwachten."
„Maar staan wij dan machteloos tegen
over de schurken T« er dan niets, niets
tegen hun grenzelooze tyrannic te begin
nen. O. het is om te kharsetanden van
spijt, als men daaraan denkt
„In ieder geval," zeide nu lord Nibbling
ton „is het zaak te trachten de Tournel
zoo spoedig mogelijk t'e hulp te komen. Er
valt geen tijd te verliezen"
„Dat ben ik volkomen met u eens, ant
woordde de commissaris.
„Maar alles geschiedt zoo wonderbaar,
zoo ongeloofelijk. Hoe toevallig, dat wij
juist te Sens uitstapten, waar de Broe
ders blijkbaar hun hoofdkwartier hielden.
„Dat is nog de vraag en in ieder geval
hoe mee» avontuurlijk de voorvallen zijn,
hoe grooter kans er bestaat dat zij tot
de ontdekking der misdadigers voeren zul
len. Gij hebt nu trouwens verschillende
aanknoopingspunten om tot hun opsporing
te geraken. Ik bied u hulp aan."
„Die aanvaarden wij gaarne," antwoord
de lord Nibblington, „want wij moeten de
Tournel redden Maar komen wij om hem
te redden te Iaat, dan zullen wij zeker zijn
dood wreken en de Broeders des Verderft
zullen hun gerechte straf niet ontgaan.
(Wordt vervolgd.)