ill H! De geheimzinnige bende dm ajp^ranktnog<!cnarchitcct'opzïchter<fl'De jubileerende firma J. G. Martin Zn. m mmm NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Vierde Blad Zaterdag 5 September 1925 DE OFFICIEELE OPENING VAN HET ST. JOZEF- RUSTOORD TE BEVERWIJK. De opening van liet St. Jozefsrustoor d te Beverwijk. In het midden de HoogEerw. Heer Deken L. M. Lucas sen, de burgemeester van Beverwijk, de Moeder Overste en andere genoodigden. Onderaan de oprichter J G. Martin, Van links naar rechts Martin, Simon, Johan en Herman Martin. HEEMSTEDE FEU I LLETON, Vrijdag den 4den September 1925 is voor katholiek Beverwijk een dag van beteekenis, tn deze dag zal ongetwijfeld zorgvuldig voor de geschiedenis blijven bewaard. Op een historischen plek, aan de Peper straat, is een gebouw, neen, is een monument verrezen, dat nog een lange reeks van jaren weer en wind zal hebben te trotseeren, en onderdak zal verschaffen aan hen, die aan den avond van een vlijtig en arbeidzaam leven een welverdiende, kalme rust willen genieten. Het St. Jozef Rustoord, te Beverwijk, is geplaatst op den grond waar eens Bever wij k's Roomsche kerk stond. Hoevele herinneringen liggen hier niet op gesloten voor de katholieke Beverwijkers. Als het ware een stuk van hun leven, hun heele leven wellicht is er aan verbonden. Hoevelen zullen hier op dezen grond het H. Doopsel hebben ontvangen. Hoevelen hebben hier voor het eerst van hun leven het hoogst geluk gesmaakt, om hun God en Ko ning in te dragen. Hoevelen hebben elkander, hier aan den voet van het altaar, voor den Oppersten rechter eeuwigen trouw gezworen. Hoevelen ook, zijn er reeds, die van hier werden weggedragen om voor eeuwig den God der menschen in al zijn macht en majesteit in het rijk der hemelen te mogen aanschouwen, als eeuwig loon voor een deugdzaam leven. En zullen deze zoete herinneringen moe ten vergaan Neen, met de totstandkoming van het grootsche bouwwerk, is een monument op gericht, dat het in lengte van dagen zal blij ven herinneren, aan alles wat met het gees telijke leven van Katholiek Beverwijk in verband staat. Want het nieuwe gebouw, we schreven het reeds in een beschrijving over dit nieuwe instituut, is een prachtige kapel rijk, en het geheele priesterkoor van de oude kerk, is gespaard gebleven om nog denzelf den dienst te doen voor de kapel. Daar blij ven de meest zoete herinneringen zorgvuldig bewaard. Het zal door de katholieken van Beverwijk op zeer hoogen prijs worden gesteld. Om 8 uur Vrijdagmorgen werd in de kapel .oor den Hoog Eerw. Heer Deken Lucassen een H. Mis opgedragen, waarbij de inwoners en de Eerw. Zusters tegenwoor 'ig waren. kerkmeesters van de St. Agatha-parochie en van de parochie van O. L. Vrouw van Goe den Raad, den architect den heer Bekkers, den aannemer, den heer Rings, den opzichter den heer Peeters en verder verschillende be sturen van katholieke coöperaties. Nadat de plechtige inzegening was ver richt ging het gezelschap naar den winter tuin, die evenals het geheele gebouw keurig met planten en bloemen door den heer Jacob Bletker was versierd, waar de officiële opening zou plaats hebben. Alvorens evenwel de kapel te verlaten, memoreerde de Deken, den overleden Dekeri A. Waare en den eveneens overleden regent, den heer W. de Boer, die beiden veel hebben gedaan aan de totstandkoming van dit Rust oord, doch het zelf niet meer hebben mogen aanschouwen en nu de eeuwige rust genieten. Voor hun zielerust werd een Onze Vader en Wees Gegroet gebeden. Openingsrede van den heer H. Dames. De voorzitter van het college van regenten, de heer H. Dames sprak de openingsrede. Hij zeide ongeveer het volgende Na de plechtige inzegening van dit nieu we Beverwijksche Rustoord „St. Jozef", is aan mij als voorzitter der Regenten van dit huis de eervolle en benijdenswaardige taak toegewezen, om deze plechtigheid met een hartelijk gemeend woord te mogen beslui ten. Ofschoon het niet ge rekkelijk is, deze taak naar behooren te vervullen, en ofschooJi ik overtuigd ben, dat aan mijn eenvoudig woord veel zal ontbreken, is mij die taak toch zóó eervol en benijdenswaardig, dat ik ze niettegenstaande alle moeilijkheid niet gaarne zou willen afstaan, in 't vertrouwen dat u in 't hart zult lezen wat aan de woor den ontbreekt. Zoo is dan vandaag de kroon gezet op een grootsch en heerlijk werk in onze plaats en in onze beide Parochies op een monument dat de eeuwen zal trotseeren, dat voorziet in een lang gevoelde behoefte, en dat naar alle kanten luide zal spreken van de christelijke Charitas en Katholieke offervaardigheid van Beverwijks inwoners. Hier zal aan zoovele ouden van dagen gelegenheid worden ge boden, om uit te rusten van den moeizamen arbeid huns levens, om in kalme rust en vrede hun laatste levensjaren door te bren- Na de H. Mis had een gemeenschappelijk ontbijt plaats. Om 10 uur begon de officieele inzegening, eveneens door den Deken van Beverwijk verricht. In de kapel hadden de inonende zich vereenigd met de genoodigden, waaronder wij o.m. opmerkten de Zeer Êerw. Heeren pastoor Wouterlood en Rector Höppener, de Wel. Eerw. Heeren Doeswij k en Ouwen- dijk, de Eerw. Moeder overste en verschil lende Eerw. Zusters, den burgemeester van Beverwijk Jhr. J. C. Strick van Linschoten, den wethouder, de heer J. Eykmg den ge meentesecretaris, den heer J. W. A. C. van Loenen, de regenten van het Rustoord, de gen en zich op een waardige wijze voor te bereiden op de scheiding uit dit leven naar betere gewesten. Met rechfgdus noem ik|de- ze stichting een monument van Christelijke naastenliefde. Het kan niet anders of er moet mij in dit plechtige oogenblik, ook namens mijn mede- Regenten een woord van oprechten dank van 't hart aan allen, die thans hun belang stelling toonen in ons werk en die daartoe op eenige wijze hebben bijgedragen. En dan zij het mij vergund, om het eerst hen te noe men die zoo gaarne deze plechtigheid zou den hebben bijgewoond, maar die ons reeds zijn voorgegaan naar het andere leven. Ik bedoel op de eerste plaats onzen goeden en beminden Deken Waare, die in zijn leven zooveel oprechte belangstelling toonde in ons werk, en die met recht de geestelijke weldoener van ons huis en onze stichting moet genoemd worden. Ik bedoel vervol gens onzen te vroeg afgestorven vriend en mede-Regent den heer W. de Boer. Wei nigen zullen er zijn, die weten of kunnen bevroeden evenais wij Regenten, wat deze man in zijn leven voor deze stichting ge voelde, hoe geen offer hem te groot of te zwaar was als het gold het St. Jozefgesticht hoe hij ten alle tijde bereid was om op aller lei wijze hulp te verleenen hoe hij èn zich zelf en zijn krachten èn zijn aalmoezen steeds gaarne wijdde en wegschonk aan de Stichting van dit heerlijke monument. Moge de rechtvaardige God hun reeds het loon voor deze toewijding geschonken heb ben, en moge zij van uit den hoogen Hemel dit blijde feest met ons heden medevieren. Vervolgens werd dank gebracht aan De ken Lucassen voor diens bereidwilligheid om het gebouw in te wijden, en aan den ZeerEerw. Heer Pastoor Wouterlood als Bissch. commissaris voor zijn hulp en steun bij den bouw ondervonden. Dan begroette spr. den Burgemeester en Wethouder Eijking en den Gemeente-Se cretaris. Spr. durfde den burgemeester als hoofd der politie, de geruststellende belofte doen, dat de bewoners van de Stichtingzullen uitmunten door kalm en voorbeeldig levens gedrag, terwijl tevens een lans werd gebro ken voor betere verlichting van de Peper straat, die inderdaad niet overbodig zou zijn. Een welgemeend en een welverdiend woord van dank verwierven ook de Eerw. Zusters voor hunne offervaardighéid en goe de zorgen. Voorts een dankwoord aan onzen archi tect den heer Bekkers voor zijn talentvolle en fraaie schepping van dit monumentale gebouw, maar niet het minst voor zijn be leid, om in dit huis het Priesterkoor van on ze oude en gezellige kerk te hebben behou den. Mocht ons kerkgebouw waaraan wij zoozeer gehecht waren, verdwijnen, het voornaamste en het middelpunt daarvan hebt gij weten te behouden en met de om geving tot een prachtig geheel weten te vor men. Wees verzekerd, dat u daarmede ons ons en alle Katholieken van Beverwijk een onvergetelijken dienst hebt bewezen, waar voor wij u niet genoeg kunnen danken. Een woord van lof en dank mag ik ten laatste niet onthouden aan den opzichter den heer Pieters, en aan den aannemer den heer Rings, voor het moeitevolle en keurige werk, hetwelk door hen geleverd is en voor de eminente afwerking, waarin ons gebouw prijkt. Ongetwijfeld hebt gij beiden onver moeid uwe beste krachten gegeven, om al les overeenkomstig teekening en bestek uit te voeren. Welnu, gij zijt eigenlijk niet ge weest in dienst van ons, de Regenten, maar in dienst van den H. Jozef aan Wien dit Rustoord bijzonder is toegewijd, en daarom voeg ik bij mijn dankwoord den wensch dat de H. Jozef u beiden zal loonen zoowel in uw gezin als in uw volgende ondernemin gen voor hetgeen gij hier ter Zijner eer tot stand hebt gebracht. Ten slotte richtte spreker zich tot de be woners van het huis en sprak den wensch uit, dat allen hier recht gelukkig en tevre den zouden leven. Spr. eindigde aldus Ik sluit dan met de oprechte verklaring dat ik dezen dag be schouw als een der gelukkigste van mijn le ven. Zoodra het vast stond, dat St. Agatha's parochie met een nieuwe majestueuze kerk verrijkt zou worden, kwam onmiddellijk bij mij het idee op, dat op de heilige plaats van onze vroegere Parochiekerk een ander Ka tholiek gebouw, een nieuw St. Jozefgesticht moest verrijzen. En ziet onder de bescher ming der Goddelijke Voorzienigheid en met medewerking van Beverwijks Katho lieken is dat ideaal werkelijkheid geworden; en het is daarom, dat wij van innige en groo- te dankbaarheid vervuld zijn aan God maar ook aan u allen Moge dan ook onder Gods onmisbare zegen het St. Jozef-rustoord aan zijn ver heven doel beantwoorden moge het aan ontelbaren velen gedurende een lange reeks van jaren een gelukkigen en tevreden ouden dag bezorgen en hun een waardige en ze genrijke voorbereiding schenken voor hun eeuwig leven hiernamaals Dat geve God. Ik heb gezegd. De Hoog Eerw. Heer Deken Lucassen zeide heel weinig aandeel gehad te hebben in de stichting van het getouw. Spr. heeft alleen gezien dat er den laatsten tijd werd gewerkt om dit schoone gebouw tot stand te doen komen. Waar spr. aan het stoffelijke zoo weinig heeft kunnen doen is hij er des te dankbaarder voor zoo'n groot aandeel te mogen hebben in het geestelijke, door bij de inzegening God's zegen te mogen afsmeeken voor het gebouw en de inwonenden. Bijzonder feliciteert spr. de regenten met dezen dag, speciaal den initiatiefnemer den- heer Dames. Spr. hoopt dat den inwonenden nog veel geluk zal ten deel vallen door de goede zorgen van de regenten en deze nog jaren lang de beschermende engelen over het gebouw mogen zijn. Tot de Eerw. Zus- sters, die de bewoners steeds met hun dien sten zullen volgen zegt spr. dat zij steeds liefdevolle dienende geesten moeten zijn. Spr. dankt den Bisscboppelijken secre taris, den Zeer Eerw. Pastoor Wouterlood voor zijn bemoeiingen en wensebt den bur gemeester geluk, die zijn gemeente ziet ver rijkt niet alleen met een fraai gebouw, maar tevens ziet uitgebreid met kalme, rustige gemeentenaren. M, au - o die van den omliggenden tuin over in nei tors en leiders van talvan huiselijke feest- bezit van het R. K." Kerkbestuur. Tot daar jes, vooral kinderpartijtjes, bi, particulieren oe - J- ien in vereenigingen. Vooral bij particulie ren. Als leiders van de aardige kinderfeestjes zullen ook velen onzer lezers de heeren Martin kennen en zal hun eenige bijzonder heden over de jubileerende firma welkom zijn. Oprichter was de heer J. G. Martin, vader der tegenwoordige firmanten, die zich, na in den Helder en Leiden te zijn werkzaam geweest, in Haarlem vestigde in 1875 op de zelfde plek, waar nu nog het tegenwoordige gebouw staat. Zoo luxueus als het gebouw nu is, was de eerste nederzetting natuurlijk niets. De gestadige uitbreiding bewijst wel, dat de dans-, gymnastiek- en scherm- leeraar Martin in Haarlem een goeden naam had. De mooie oud-Hollandsche zaal aan de achterzijde dateert van 1905 en neemt de plaats in van een voormalig pakhuis, dat afbrandde en van een tuin, die aansloot aan de gymnastiekzaal, die later in 1911 ook tel een mooie zaal werd verbouwd. Doordat De firma J. G. Martin en Zonen, dans- het gymnastiekonderwijs hoe langer, hoe academie, Schagchelstraat 29-31, herdenkt meer naar het geregeld onderwijs verhuisde, 29 October a.s. den dag dat de firma 50 jaar j werd deze tak van bedrijf ten slotte ver- bestaat. In Amsterdam, waar zij aan de laten, maar velen herinneren zich nog de bc- Palestrinastraat ook een instituut rijk is, roemde uitstapjes naar Bergen, die de oude heeft zich een commissie gevormd om dat heer Martin wist te organiseeren elk jaar feit in het concertgebouw te herdenken. en waar hij groot succes had met zijn te- De heeren Martin zijn bekende figuren in recht beroemde „vlaggenspel Haarlem, eenerzijds als meester in de kunst j De oude heer Martin was in zijn lijd een van Terpsichore, anderzijds als de organisa- zeer gewaardeerd lid van het hoofdbestuur - - r -1 1 van „Koninginnedag", waar hij de leiding jes, vooral Kinoerpamjijes, uij parueun'sieii had der kinderfeesten, een taak, die nu en'in vereenigingen. Vooral bij particulie- i overgenomen is dooreen zijner zoons. ai t.:jj_ j:--- Ee oude heer Martin stierf in 1912. Een woord van welkom richt spr. tot de bewoners, als zijn nieuwe parochianen en beveelt zich als hun herder aan. Tot slot uit spr. den wensch dat de be woners in deze veiligheid den waren vrede zullen bewaren. Vervolgens sprak de burgemeester. Hij zeide, dat het hem ongedwongen in herinnering terug kwam het nauw 1 jaar geleden gouden feest van wijlen Deken Waare. Het is passend, bij de voltooiing van dit werk dien eerbiedwaardigen overledene te herdenken, van wien het initiatief tot dezen ■maatschappelijken bouw uitging en die ofschoon zoo door allen hem hartelijk toe- gewenscht dezen inwijdingsdag niet meer heeft mogen beleven. Hij is ingegaan na een vol leven in een volle rusten zónder rust, mogen wij vertrouwen, zal in dit huis zijn geest en werk blijven voortbestaan. Na dezen eersten plicht van herdenking biedt spr. namens het gemeentebestuur zijn welgemeende gelukwenschen r,.r r'c dit nieuwe bouwwerk dat de offe aa"di 'beid der Roomsch Katholieken in oeze gemeente heeft mogelijk gemaakt. Spr. kan zijn bewondering niet juister formuleeren dan in dezen volzin „Op een gedenkwaardige plek is een grootsch werk tot stand gebracht voor een verheven doel." De grond, waar wij hier op staan, is wel van bijzonder historische beteekenis. In den tuin rondom het gebouw staat vooreerst als herinnering aan de reeds ver achter ons liggende dagen der 18e eeuw het bekende tuinhuisje, dat zoo dikwijls in de brieven en gedichten van de beroemde vriendinnen Betje Wolf en Aagje Deken is herdacht. Het geeft in zijn typischen ouden vorm, uit steen en hout, eenvoudig opgetrokken, een klein beeld, hoe deze vrouwen op haar buiten „Lommerlust" vanaf 1782 zes jaren van haar stil leven hebben doorgebracht. Toen zij in 1788 ons Vaderland verlieten en naar Frankrijk togen, moeten zij wel ncode van haar lievelingsplekje hebben afscheid, ge nomen, het met bezorgdheid overlatend aan vreemde handen, die het telkens wisselend in 1783, 1801, 1807 en 1840 in bezit kregen. Maar de piëteit voor de vaderlandsche vrou wen schijnt het in die vele jaren gespaard te hebben en al kwam het tot op 't kort verle den tot zeer treurig verval, nu mogen wij met groote voldoening gedenken, dat dit kleine, maar zeer geliefde monument voor vernietiging en algeheelen ondergang is be waard. In het genoemde jaar 1840 gingen de ter reinen, waarop dit huis gegrondvest is en die van den omliggenden tuin over in het bezit van het R. K. Kerkbestuur. Tot daar toe vierden de katholieken dezer stede hunne godsdienstplechtigheden in een kleine ka pel, gelegen aan den Arendsweg, die de vele geloovigen tenslotte niet meer kon be vatten en een grooter kerkgebouw moest verrijzen, dat tot 1924 het brandpunt was van katholiek Beverwijk. Eerbiedwaardiger zal deze herinnering zijn, naarmate de wijding van het kerk gebouw boven het profane uitsteekt en de geschiedenis der gesloopte kerk frisscher in het geheugen ligt. Als de dag van gisteren zien wij nog in onze verbeelding de oude kerk in de Peperstraat, donker onder een bladerdak verscholen. Weliswaar was het een leelijk bouwwerk, arm en doodsch van allen geest verstoken, maar tochdaar lag het groote centrum waar heel uw leven van gebed en daden ontsprong en uitliep. Het is deze plek, die het oude kerkgebouw levend in onze verbeelding terugroept ;niét alleen het verdwenen godshuis, als photo- graphie in Uw memorie teruggebleven, doch daaraan in hechtste geestesbanden verbonden de dierbaarste dagen, de treffend ste perioden, een stuk van ieders leven, dat hij nooit vergeten kan. En ook hier, evenals van het profane verleden vóór 1840, is niet alles dat den laat sten steen neergehaald en daarmede de ge schiedenis van deze plek gronds afgebroken met den tempel Gods. Neen, een groot monument van herinnering ook aan deze dagen - muren, die het Altaar Uwer voormalige kerk omsloten en nu belenden het zelfde altaar der nieuwe huiskapel. Het is wel een zeer gedenkwaardige plek, waar dit nieuwe gebouw op verrezen is. En schoon is het, te gedenken, hoe hier in het heden, het verleden ligt, in tegen stelling met den geest, die de gansche wereld doorwoedt, om alles van het oude weg te breken en weg te vagen niet te vernieuwen, maar nieuw te maken, dat spoorloos het oude verdwijnt, dat eens zoo dierbaar was. In dien geest van eerbied voor het oude is dan omhoog gebouwd het Rustoord „St. Josef" een grootsch bouwstuk. Omsloten door een imponeerende ommuring strekt ze zich uit in een frontlengte van bijna 70 Meter over een oppervlakte van ongeveer 2000 vierkante meter, bevattende met alle gerieflijkheid, die de modërne bouwkunst en techniek biedt, de ruime kapel, de groote groote zaal, het zusterhuis, een 90-tal wel gelegen kamers, uitziende op de drukte van de Peperstraat, of in de rust van den uit- gestrekten tuin, die op 9000 M2. vrijheid geeft, om ongestoord te kunnen genieteh van de frissche onvertroebelde buitenlucht. Dit grootsche huis van „rust en lommerlust" op deze plek van Heilige herinneringen, is bestemd voor rust-verlangenden en -behoe- venden van hier en buiten. Verheven is het doel, waartoe deze instelling geroepen is uitgelezen de plaats, om veel zorgen en droefheid te vergeten. Het menschenleven toch, al heeft het zijn zonnige dagen en blijde uren, hoe vol is het op zijn tijd ook niet van tegenvallers en De heeren Martin hebben de traditie van hun vader voortgezet en ook zij genieten een groote populariteit in Haarlem. Bewijs er van is, dat zij bijna nooit anders dan bij hun voornamen genoemd worden, Johan, Simon, Martin en Henri. Hun arbeidskring beperkt zich niet tot Haarlem en Amstredam, maar gaat ook naar Zaandam, Hilversum en Bussum. Met ijver houden zij zich op de hoogte van alles wat op hun vak betrekking heeft Duizenden Haarlemmers, ook van rijpen en ouderen leeftijd, zijn in den loop der jaren met de familie Martin in aanraking gekomen. Het jubileum zal dan ook wel niet „onopgemerkt" voorbij gaan. Het aantal feesten door hen georganiseerd niet alleen in Haarlem maar overal in den lande i* niet te tellen maar veel meer een stage strijd tegen zich- elf en het al-rondom. Geweldige stormen hebben het dikwijls geteisterd en cyclonen van tegenslag idealen- kasteelen verwoest. De gevorderde leeftijd, de hooge leeftijd, de ouderdom en de winter des levens brengen vaak pas de luwte. Welk een liefdedaad is het dan niet, een huis te bereiden, waar velen bijna allen zorg voor het materieele op zij zetten, om den spriritueelen mensch vrij te laten opgaan, naar wat op rijper leeftijd hem het meeste CIH VelH is behouden in de overgebleven f trekken moet. Q Dat de bewoners van het Rustoord „St. Josef" deze rust mogen vinden, is wel de rijkste wensch, dien wij den leden kunnen toeroepen. Namens het gemeentebestuur wensch ik U nogmaals geluk met dit grootsche bouw werk, dat een eereteeken is voor den geest onzer katholieken. Moge dit gebouw in alle opzichten aan zijn bestemming beantwoorden onder den onmisbaren zegen Gods. Moge de herinnering, die aan dit gebouw en zijne gronden, onafscheidelijk is, blijven leven, opdat zij de bewoners met denzelfden geest beziele, die hier altijd heeft geleefd. Moge dit groote huisgezin zijn een kern van geluk en tevredenheid in deze gemeente, waar in vrede en eensgezindheid de vrucht der Christelijke naastenliefde njeuwe vruch ten afwerpt tot heil van ieder persoonlijk, dit huis en heel de gemeenschap. De eerewijn werd dan rondgediend. De Zeer Eerw. Rector Höppener maakte nog van de gelegenheid gebruik om als inwoner van Beverwijk dank te brengen aan hen die deze inrichting tot stand hebben gebracht. De heer Dames dankte alle aanwezigen voor hun belangstelling en richtte nog een bijzonder dankwoord aan den heer Jacob Bleeker die voor een keurige versiering had zorggedragen. De aanwezigen waren vervolgens in de gelegenheid het gebouw te bezichtigen. Zooals we reeds mededeelden bestaat a.s. Zondag van 3—6 uur gelegenheid om het gebouw te bezichtigen tegen entree van f 1. Jozefgesticht. De Zondag d.a.v. is de be zichtiging gratis van 24 uur. net op zijn nja ook mei van Legen- ellende. Het is geen spel in Gods vrije natuur .De opbrengst komt ten goede aan hei KONINGINNEFEESl Het is vandaag in onze gemeente de dag, waarop wij den verjaardag van H. M. do Koningin feestelijk herdenken. Officieel hebben we natuurlijk op 31 Augustus dat heuglijke feit herdacht; de feesten worden misschien wat laat heden gehouden. Maar ze zullen er niet minder om zijn. Het weer houdt zich goedalthans op het oogenblik dat we dit schrijven- Het is van de week een paar dagen hopeloos geweest, waarvan de feesten in verschillende plaat sen de dupe zijn geworden. De kinderspelen in Groenendaal evenwei hebben het getroffen. Zooals we reeds ge- meud hebben, nemen daar een groot aantal kinderen aan deel. Dank zij de medewer- king van onderwijzend personeel en andere dames en heeren \verden ze in groepjes prettig bezig gehouden met leuke wedstrij den en smakelijke tractaties. Vanmiddag is er ringrijderij op valken burg, waar tevens eei. kermis is opgesteld met verschillende attracties. Aan muziek hebben wc al evenmin gebrek; onze Heem- steedsche korpsen zullen dat voor hun re kening nemen. En tenslotte is er het vuurwerk, dat naar we hopen vanavond schitterend slagen. Nieuwe winkel. De heer J. N. Vogel, die reeds geruimen tijd in perceel Kerklaan 1 een zaak in sanitaire artikelen, verlichtings artikelen e.d. heeft, deed zijn zaak verbou wen en moderniseeren. De winkel is in een keurig nieuw „kleed" gestoken, waarin een uitgebreide verzameling artikelen op sani tair en huishoudelijk gebied is uitgestald, zóó, dat zij de aandacht moeten trekken en door hun sorteering den lust tot koopec opwekken. De winkel, die 1 September heropend is, prijkte de geheele week ito een mooie bloe- mentooi, gevormd door de bloemstukken, welke belangstellenden en cliënten den heer Vogel ter gelegenheid van de opening zon den. ii „Deze straat!" riep hij opgewonden, „deze straat is het!" „En het huis?" vroeg de Commissaris. „Daar, bij dien lantaarnpaal. O, neen, ik vergis mij niet, dat is het wel." Hij wilde vooruit snellen, doen de Commis saris hield hem tegen. „Vlfecht even," zeide hij op een toon, die geen tegenspraak duldde. Hij blies op een signaalfluitje en nu bleek dat verscheidene agenten de twee mannen gevolgd waren Hij gaf kort en snel eenige bevelen Ook kwamen eenige recher cheurs op fietsen nader Zij werden oogen- blikkelijk weer weggezonden, om het huis aan de andere zijde te bewaken, opdat daar- 'heen niemand ontsnappen zou. Lord Nibbhngton trappelde van' ongeduld. „Wie er nog in is, komt er niet meer uit," zeide de Commissaris, „wees daarop gerust. Komaan, nu zullen wij onzen aanval wagen. Hij stapte naar de deur en trok aan de schel, maar reeds had de lord gezien, d»* het raam, waardoor hij ontvlucht was, nog openstond en in een wip was hij binnen, on middellijk gevolgd door eenige agenten. De kamer was leeg, doch ook het vertrek daar naast en leeg was eveneens de gang, het ge heele huisde vogels waren gevlogen. Van boven tot onder werd alles doorzocht, muren werden beklopt, doch alles te vereefs. de schurken waren weg en hadden geen sporen nagelaten. „Maar mijn God, hoe is dit mogelijk," jam merde lord Nibblington, „zijn die ellendelin gen dan onvindbaar. En waar hebben zij mijn vrienden gelaten?' „Kóm, wees niet al te zeer teleurgesteld, zeide de commissaris „Ik had mij van deze huiszoeking geen beter resultaat voorgesteld, het was immers wel te denken, dat de schur ken na uw ontsnapping zouden maken, dat zij wegkwamen." „Maar wat nu?" „Laten wij afwachten. Ik verwacht meer van de maatregelen, die ik nam, om alle ver voermiddelen te doen aanhouden. De politie in den heelen omtrek is gewaarschuwd. De schurken zijn gevlucht^ maar nog niet ter bestemder plaatse." „Dus gij hoopt er nog op, dat zij gevat zullen worden?" „Zeker, doe ik dat. Lord Nibblington ging weer mede terug naar het oolitiebureau. Eanide agenten wou den in het huis blijven, den volgenden mor gen wilde de commissaris er alles nog eens aan een nauwkeurig onderzoek onderwer pen. Toen men op het bureau kwam, was de eerste, die lord Nibblington daar zagba ron de Linar. De lord slaakte een kreet van blijdschap en riep: „Maar hoe komt gij hier, vertel mii toch wat u gbeeurd is En de Linar vertelde zijn vriend en den commissaris, die beiden aandachtig luister den, wat met hem gebeurd was. Het was al bijonder weinig. Ontwaakt uit zijn verdoo- ving. had hij zich tot zijn groote verba zing bevonden in een goed gesloten rijtuig, handen en voeten geboeid Het rijtuig reed in snellen gang, doch was eensklaps blijven staan, het portier werd opengerukt en hij werd door een paar agenten bevrijd „Pat is alles wat ik weet, .;de hij. „Ha zoosprak de commissaris nu, „gh bemerkt, lord Nibblington. dat de maatrege len, die ik genomen heb, niet zoo verkeerd waren. Misschien wordt ook graaf de lour- nel aldus gered." Deze hoop werd evenwel niet verwezen lijkt; men vond geen spoor Van den graaf terug, noch had men een der schurken ge vangen kunnen nemen Zij,die het rijtuig bestuurden, waarin de Linar vervoerd werd, waren in de struiken langs den weg ont snapt en zoo stond men nog voor even groote raadsels. „Misschien hebben zij de Tournel ver moord," sprak lord Nibblington de vuist lal lend, „maar des te erger voor hen. Wij zul len niet rusten voor het adderengebroed uit geroeid is en onze,wraak zal vreeselijk zijn. „Maar wij behoeven nog niet alle hoop te laten varen," antwoordde de Linar, „onze vriend kan nog leven. „In dat geval zullen wij hem redden en dit is thans onze eerste en voornaamste taak." De commissaris knikte en sprak: „Een zware taak is het, mijne heeren, die gij op uwe schouders hebt genomen. Ik wensch u alle succes en mijnerzijds zal het evenmin aan pogingen ontbreken om de misdadigers op te sporen.' „Hoe, gij wilt u ook mei de opsporing van de Broeders des Verderfs inlaten? „Ja, natuurlijk, maar ik zal mij daarbij in hoofdzaak althans tot Sens moeten bepa len. Gij begrijpt toch, dat waar thans vast staal, dat de Broeders ook hier hun zetel, hebben opgeslagen, waar bovendien bewe zen is, dat de Tournel hier door hen van zijn vrijheid beroofd werd, gij begrijpt, zeg ik, dat het daar mijn taak is alles te doen om den graaf uit de klauwen der misdadi gers te redden.' ..Gii delooft dus." vroeg lord Nibblington, „dat-de Tournel nog in leven is en nog bin,- nen Sens verblijft? „Ja sir, dat geloof ik zeker. Waarom zou den de misdadigers hem dooden. Zij hadden het dan onmiddellijk kunnen doen „Goed. maar waarom zouden zij hem spa ren?" „O. daar kunnen velt redenen voor be staan. Gij spraakt van het meisje, dat hij redde. Welnu, men kan persé willen weten, waar dit meisje is. Men weet ook. dat er onder de Broeders een verrader is men zal er dus prijs op stellen gewaar te worden, wie dit zijn kan." „Gij veronderstelt dus dat de Broeders dit van graaf de Tournel willen vernemen? „Ja." „Oh, maar dan zijn ze verkeerd. Hij zal weigeren te spreken. „Men heeft middelen om hem tot spreken te dwingen Men zal niet schromen die mid delen althans te beproeven.' „Wat," riep de Linar. „zij zouden onzen vriend desnoods willen mishandelen, willen pijnigen om te weten waar het meisje ver blijf houd. Neen, dat kan ik niet gelooven." „Acht gij er dan de Broeders dan te goed voor?" „Helaas neen. Gij hebt gelijk. Van hen kan men alles verwachten." „Maar staan wij dan machteloos tegen over de schurken T« er dan niets, niets tegen hun grenzelooze tyrannic te begin nen. O. het is om te kharsetanden van spijt, als men daaraan denkt „In ieder geval," zeide nu lord Nibbling ton „is het zaak te trachten de Tournel zoo spoedig mogelijk t'e hulp te komen. Er valt geen tijd te verliezen" „Dat ben ik volkomen met u eens, ant woordde de commissaris. „Maar alles geschiedt zoo wonderbaar, zoo ongeloofelijk. Hoe toevallig, dat wij juist te Sens uitstapten, waar de Broe ders blijkbaar hun hoofdkwartier hielden. „Dat is nog de vraag en in ieder geval hoe mee» avontuurlijk de voorvallen zijn, hoe grooter kans er bestaat dat zij tot de ontdekking der misdadigers voeren zul len. Gij hebt nu trouwens verschillende aanknoopingspunten om tot hun opsporing te geraken. Ik bied u hulp aan." „Die aanvaarden wij gaarne," antwoord de lord Nibblington, „want wij moeten de Tournel redden Maar komen wij om hem te redden te Iaat, dan zullen wij zeker zijn dood wreken en de Broeders des Verderft zullen hun gerechte straf niet ontgaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 13