PETRUS CANISIUS-NUMMER VAN DE PETRUS CANISIUS SST* v£h r\ s CA¥ïsm,aog£T^r: De H. Petrus Canisius en de Centuriatores Magdeburgenses Maandag 7 September 49ste Jaargang No. 16139 Sint Canisius en de heiligen van zijn tijd. CANISIUS ALS LEERAAR; mwmm Ju Koperets van Hieronymus Wierd t 1600, berust te Berlijn in het Staatsmuseum. Schilderij van den Heilige in de Notre dame van Bourqullon. HET AFSCHEID VAN IGNATIUS EN PETRUS CANISIUS A-dvertentiën 35 cents per regel. Bij contract belangrijke kor ting. Advertentiën tusschen den tekst als ingezonden mede- deeling 60 cents per regel, op de le Pagina's 75 cents per regel Als een heugelijke dag voor de Katholie ke wereld, voor Katholiek Nederland bo venal, mag Hemelvaartdag van dit jaar in de gedachtenis van ons allen vastgelegd worden. Toen toch gebeurde het in de St. Pieter te Rome: de geheele Roomsche Kerk, hiër archie en volk „uit elke natie onder den hemel", God dankend en prijzend in een der grooten der Kerk en der Wereldgeschiede nis, den Nijmeegschen Heilige, den 25sten Kerkleeraar, den H. Petrus Canisius. Tè nieuw en tè verrassend scheen het feit, de Heilige Leeraar scheen in zijn leven en in zijn werk tè groot en onbegrepen, om in de geloovende ziel van Katholiek Neder land meer te wekken dan stille bewonde ring, die nuchter-bedachtzaam, tijd noodig had om bewust, om geestdriftig te worden. Op Hemelvaartsdag echter werd door het Woord van den Paus de dubbele glorie ge openbaard aan de wereld van Petrus Ca nisius. De Vader der Katholieke Christenheid wist toen iets geheel bijzonders te zeggen tot het hart Zijnor zonen en dochtefs in Ne derland. En Hij weidde uit over: wat Ca nisius van zijn geslacht en familie, van het land zijner geboorte en opvoeding had ont vangen en in hem groot en heilig was ge worden; wat Hij, door zijn blijvend woord en zijn stille voorbede, aan cordate geloofs trouw en werkdadig geloofsleven had gege ven aan zijn broeders en zusters; wat hij, de Heilige en de Leeraar, beschermer en voorbeeld, voor Nederland het eerst, in de toekomst zijn kon en zijn moest. Het voorbeeld door Z. H. den Paus ge geven, navolgend, wees de Kerkvorst van het Bisdom Den Bosch, geestelijkheid en volk, met blijde fierheid op den luister van Canisius, die zoo rijk straalt over zijn liï>- cees. En hij schiep voor diens geboortestad de gelegenheid, om niet enkel zijn heilig ge beente, de kostelijke feestgave van Freiburg met gepaste fierheid le ontvangen, maar ook om voortaan met de stad van zijn ster ven, te wedijveren in godvruchtige veree ring voor „Vader Canisius". Het initiatief genomen door het bestuur in de stad van Keizer Karei der Katholieke Sociale Actie, om in een korte spanne tijcls een waardige huldiging van den grooten Ne- derlandschen Heilige en Leeraar voor te be reiden, mag in allen deele welgeslaagd hee- ten. Hier bleek dat dit initiatief volkomen beantwoordde aan een spontane behoefte der vol ontwaakte Roomsche volksziel. Voor geheel Katholiek Nederland is nu de eer weggelegd, om aan de Canisiusfeesten ziel en karakter te geven; deze feesten te stempelen tot roemrijke herinneringsdagen aan een groot Nederlander, die in karakter en zieleleven ons het naaste verwant is en blijft; tot een Verbondsfeest, dat nu en in de toekomst, ons allen hechter en trouw bindt aan het verheven ideaal van Cani sius' leven en werk: de eenheid en reinheid en wervende kracht van Zijn en ons Roomsch geloofl Hiertoe wenscht dit feestnummer der N. Haarl. Courant bij te dragen. Canisius beschouwde het als een bijzondere weldaad, hem door Gods Voorzienigheid ge schonken. het Geestelijk Testament, een jaar vóór zijn dood opgesteld, getuigt het dat hij in die veelbewogen dagen betrekkin gen heeftfmogen onderhouden met de groot ste en beroemdste geleerden van zijn tijd. Maar zeker niet minder heeft hij het op prijs gesteld, dat zijn leven eniwerkzaamheid hem in aanraking bracht met talrijke mannen, die een grooten naam hadden om hun uitste kende deugd en heiligheid. Door den gelukzaligen Petrus Faber S. J. werd hij den 8en Mei 1543 als eerste Hollan der opgenomen in de drie jaar geleden opge richte Sociëteit van Jezus. De H. Ignatius, de Stichter der Orde, droeg dezen uitverkoren Zoon van het Noorden groote achting toe, hij wijdde hem persoon lijk in in den geest der Sociëteit en benoemde hem in 1556, vlak voor zijn dood, tot eersten Provinciaal van Opper-Duitschland. De tweede opvolger van Sint Ignatius, de H. Franciscus Borgias, nam hem in 1569 dien zwaren last van de schouders, dien hij 13 jaren met eere had gedragen. Toen hij tijdens diens generalaat naar Rome kwam, leerde hij daar den heiligen Paus uit de Domi- nicanenorde kennen, den H. Pius V, die hem tot zijn bijzonderen raadsman koos. In de Ge nerale Congregatie die den H. Franciscus Borgias tot derden Generaal koos van de Sociëteit werkte Canisius samen met den gelukzaligen Ignatius de Azevedo, die enkele jaren later met gijn 39 gezellen een glorie rijken marteldood onderging. Tijdens zijn provincialaat bood zich bij hem aan, om aangenomen te worden in de Sociëteit, een jeugdig edelknaap uit Polen, dien wij thans als den Patroon der jeugd ver eeren, de H. Stanislaus Rostka, glasbeschildering in de kerk te Freiburg, V \-:-xkï Toen Canisius een jaar'daarna te Rome vertoefde en een toespraak hield voor de be woners van het noviciaat bevond zich de he iige jongeman onder zijn verhoor. Bij zijn laatste verblijf in Rome sloot de Heilige een innige vriendschap met den beminnelijken H. Philippis Neri en ging vertrouwelijk met hem om. De eerbiedwaardige dienares van God, aartshertogin Magdalena van Oosten rijk, koos hem tot haar geestelijken leidsman. Toen Canisius zijn laatste levensjaren in verborgen eenzaamheid sleet in het Zwitser- sche bergland, wisten zijn heilige tijdgenooten hem nog wel te vinden. De H. Carolus Borromaeus won als "aposto lisch Visitator der Zwitsersche Kantons den raad in van dezen in den dienst van God vergrijsden strijder. Eveneens kwam hem de H. Franciscus van Sales den 21en Juli 1595 raadplegen over theologische moeilijkheden. Tenslotte zij vermeld dat de H. Aloysius van Gonzaga zijn roeping tot de Sociëteit voornamelijk toe schreef aan de lezing van de „Brieven uit In- dië en de overwegingen over den Heiland" door Canisius toegevoegd aan zijn Catechis- musuitgave voor studeerenden. En de uitga ve der brieven van den H. Hieronymus de den in den H. Joannes Berchmans S. J. het besluit rijpen, om Jezuiet te worden, naar al le waarschijnlijkheid de schooluitgave, be werkt door Petrus Canisius. A. H. Maar dan opeens de stem gehoord Wordt van Canisius. Gods woord Hebt gij vervalscht, spreekt fier de held, Vervalschers, die uw vonnis velt- Geen, die van leugens zich bedient En laster, zijn kan 's Waarheids vriend. Een Boek tweedeelig, artsenaal Van sterk en geestlijk pantserstaai. Van helmen, schilden en rapier, Van borstkuras en veldmortier, Van blijden licht en zwaar geschut, Maria en Joannes stut, Doch schiet in Maagdenburg een bres, Den vijand heugt de harde les, Welke Canisius hem gaf, Hij laat van Maagd en Dooper af. En nu de Kerk hem heilig kroont Ze ook om dat boek den schrijver loont, Die de Eeuwbeschrijvers overwon. Hun glorie taant, hel straalt zijn zon. 21 Aug 1925. Feestdag van den H. Anselmus. C. NUYEN, Pastoor der Verdeskerk, Amsterdam. Twee paarlen schittren aan Uw kroon Canisius, Uw eerbetoon Aan den Voorlooper van den Heer En aan Maria. Wie heeft meer In dien bewogen tijd, toen fel, Den storm gelijk in 't woên, de hel Scheen losgebroken, met uw pen Vruchtbaar en scherp, verdedigd hen? 't Heer van den vijand dromt te saam In Maagdenburg, een schoone naam, Zoo de eer van het hoogheilig paar, Dat 'k heb genoemd, er veilig waar. Maar Maagdenburg is maagdenroof, Een roofslot dat het recht geloof Bekampt in wat het heiligst kent. Dit Maagdenburg Gods Moeder schent In haar voorrechten ongemeen, Haar maagdlijk-zuivre lieflijkheen Is 't wonder, dat de Boetgezant, Wiens boetewerken heel d«n brand Der laksche solafidesleer Uitbluschten smaadlijk keer op keer Door de Eeuwbeschrijvers wordt besmeurd In zijne deugd, die lieflijk geurt En werd geprezen door Gods Zoon Als kostelijk en overschoon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 1