ELCK WAT WILS
De verkiezing van gedeputeer
den in Zuid-Holand.
RECHT GEZET
GEMENGD NIEUWS
Opleiding R. K. Zieken
verpleegsters.
Omtrent de bestaansmogelijkheid der R.
K. Verpleegster constateert de Commissie
Verschillende incidenten.
Gisleren hebben wij nog vermeld
dat in de vacature-Rutgers en Schokking.
tot leden van Gedeputeerde Staten van Z.-
Holland zijn gekozen de heeren T. T. Heu-
kels (A.R te Rotterdam en H. v. Boeyen
(C.H.) te Voorburg.
Na deze stemmingen zeide de heer J. ter
Laan (s.d.a.p.), de slemingen, thans ge
houden, ten nadeele der provincie te achten.
In de jongste zitting der Staten heeft spr.
over de bezetting van het college van Ged.
Staten een rede gehouden, waarin hij heeft
aangewezen, dat die samenstelling niet was
volgens recht en billijkheid, maar overeen
komstig de positie van enkele minderheids
groepen in het persoonlijk belang van een
aantal leden der Staten. Door deze samen
stelling wordt een deel van de bevolking
uitgesloten van den invloed in het college
van Ged. Staten. De stemmingen kunnen niet
anders worden opgevat, zeide spreker, dan
als een gienzelooze brutaliteit van de recht-
sche groepen.
Onder gehamer merkt de voorzitter op,
dat hij deze woorden niet kon toelaten.
De heer Ter Laan, voortgaande, verving
daarom het woord .brutaliteit" door „vrij
moedigheid". Maar de beteekenis der woor
den noemde hij dezelfde. Spreker wees er
voorts op, dat de kerkelijke groepen elders
zetels aannemen uit de handen van andere
groepen, terwijl zij hier een groote minder
heid van de zetels in Ged. Staten uitsluiten.
Nu bij herhaling deze dingen geschieden,
moet worden overwogen, of de regelmatige
handelwijze van de groote S.D.A.P.-fractie
verandering zal moeten ondergaan en of et
niet met meer pootigheid moet worden op
getreden. (Bijval bij de S.D.A.P.)
De voorzitter was'er van overtuigd, dat
de nadere overweging der sociaal-democra
ten zal leiden tot de handhaving van hun
houding en eerbiediging van een stemming,
gegrond op het algemeen kiesrecht.
De heer Schaper (S.D.A.P.) wilde over
deze kwestie thans spreken, hoewel er voor
hem eenigszins een persoonlijke kant aan
zit. Hij schat het compliment, gelegen in de
woorden van den voorzitter hoog, maar
toch zal het moeilijk zijn, met de rechtsche
groepen troepen ware hier een beter
woord voortaan op regelmatige wijze het
werk te doen in de Staten. De houding dier
groepen is, zegt spreker, schandelijk en laf.
De voorzitter hamerde.
De heer Schaper geloofde, dat de voor
zitter, die zijn woorden niet kan toelateni
de waarheid er van zal voelen. Het ging z.i.
om een baantje voor den heer Heukels.
De voorzitter hamerde opnieuw en dreig
de den heer Schaper, hem het woord te
zullen ontnemen.
De heer Schaper merkte op, dat eens de
heer Limburg gekozen is door de rechterzij
de, maar dat was niet uit edelmoedigheid
jegens de minderheid, het was omdat zijzelf
r,iet beschikten over een goed jurist, want
edelmoedigheid kennen deze lieden niet!
Zij hebben van spreker geëischt een ver
klaring, dat de soc.-dem. van revolutie zou
den afzien. Die verklaring heeft spreker
nooit willen afleggen. Evenwel waren zijn
woorden hierover in de Tweede Kamer op
11 December 1918 gesproken, duidelijk ger
noeg en de eisch van een verklaring, zeide
spreker, is dan ook een praatje. Het ga?.t
om het baantje, zooals vroeger bij de libera
len.
De voorzitter: Meneer Schaper, nu is het
heusch genoeg.
Toen de heer Schaper, voortgaande, den
heer Hoffmap een fraseur noemde, onder
brak de yoorzitter hem opnieuw, met de
woorden, dat men zich moest gedragen als
fatsoenlijke mcnschen
De heer Hoffman (R.-K) herinnerde er
aan, dat eenige weken geleden dit onder
werp behandeld is en dat toen de argumen
ten der soc.-dem. weerlegd zzn. Daaraan had
spreker geen woord toe te voegen.
Spreker s geweten verbood hem onder deze
omstandigheden mannen als de heeren Ter
Laan en Schaper te verkiezen in het college
van Ged. Staten.
Hierop sloot de voorzitter de vergadering.
Transportarbeiders
Mijnwerkers
Te xt ie lbe we r ke rs
Bouwvakarbeiders
Fabrieksarbeiders
Houtbewerkers
Voedings en gen.
Post en telegraaf
Landarbeiders
Kleermakers
Arb. in openb. dienst
Lederarbeiders
Typografen
Tabaksbewerkers
Kelners
Steenbewerkers
Timmerlieden
boekbinders
Céramique
Glasarbeiders
Schilders
Hoedenmakers
Lithografen
Diamantbewerkers
Koetsiers
Babiersbedienden
„le, dat voor de gediplomeerde ver
pleegsters- in de R. K. Ziekenhuizen zeer
weinig gelegenheid is zich een bestaan te
verzekeren
2e.'dat in de neutrale ziekenhuizen wel
gelegenheid is zich een behoorlijk be
staan te verzekeren en dat aldaar door
goede R. K. verpleegsters, zeer zeker veel
ten nutte der patiënten gedaan en door
haar leekenapostolaat beoefend kan wor
den
3e. dat echter voor vaste aanstelling in
dergelijke inrichtingen bijna uitsluitend
in aanmerking komen, de in de inrichting
zelve opgeleide verpleegsters, zoodat voor
de meisjes, die in de R. K. inrichtingen
zijn opgeleid, deze bestaansmogelijkheid
vrijwel vervalt.
4e. Voor de krankzinnigengestichten
geldt ongeveer hetzelfde als voor de zie
kenhuizen
5e. de bestaande R. K. adresbureaux
bieden meestal een onzeker bestaan voor
de particuliere verpleegsters, evenals die
der neutrale bonden voor meerdere kan
sen voor plaatsing sluiten zich echter
onze zusters ook veelal bij de neutrale
bureaux aan. Epkele particuliere zusters
schijnen door persoonlijke eigenschappen
en relaties voldoende werk te hebben. De
directrices der zuidelijke bureaux meenen,
dat er genoeg bestaansmogelijkheid is en
nog meer werk zal komen, voornamelijk
in de wijken en misschien ook in parti
culiere verplegingen,. Het kraam-diploma
is een dringende vereischte voor deze
werkkringen
6e. de wijkverplegingen zijn in de Katho
lieke streken van ons land, veelal in
handen van religieuzen. Ook buitenland-
sche soms ongeschoolde ongediplomeer
de krachten nemen deze functies waar.
De hieromtrent ingestelde enquête heeft
ons doen zien, dat de organisatie op dit
gebied nog zeer gedecentraliseerd en on
voldoende is. Ook het Wit-Gele Kruis
gaat in deze niet geheel vrij uit. Waar
in de niet-katholieke streken door neu
trale vereenigir.gen de wijk- en kraamver-
pleging zoo goed georganiseerd is en uit-
uitsluitend wordt uitgeoefend door gedi
plomeerde krachten, terwijl stappen wor
den gedaan om te komen tot een specia
le opleiding voor de wijkverpleging, mag
van onze zijde zeker niet met de thans be
staande toestanden genoegen genomen
worden
7e. ingewonnen informaties hebben ons
doen zien, dat ook in Indië de vooruitzich
ten voor de katholieke verpleegster niet
schitterend zijn. Uit betrouwbare bron
vernemen wij dat particuliere verpleeg
sters aldaar vaak zonder werk zijn. In de
neutrale ziekenhuizen is de toevloed van
verpleegsters zeer groot, waaronder ech
ter weinig katholieken, zoodat met haar
geestelijke belangen absoluut geen reke
ning wordt gehouden. De katholieke Zie
kenhuizen werken uitsluitend met reli
gieuzen alleen het St. Carlus-Ziekenhuis
te Weltevreden leidt een half dozijn
leerling-verpleegsters op
8e. er zijn nog verschillende mogelijk
heden voor de gediplomeerde verpleegster
om als zuster van maatschappelijk werk
bij geneeskundige diensten, tuberculose
bestrijding zuigelingenzorg, schooltoezicht
enz. een werkkring te vinden. De kafho-
lieke zuster heeft hierbij echter als regel
niet meer kans, dan haar andersdenken
de collega's',' omdat deze zusters meestal
door neutrale vereenigingen worden aan
gesteld
9e. in enkele groote steden bestaan te
huizen voor R. K. meisjes, waar ook ver
pleegsters, particuliere of andere onder
dak kunnen komen. Waar deze nog niet
bestaan, zou het zeer gewenscht zijn, dat
ze tot stand komen.
Hieruit blijkt, dat geen enkele groep zich
bon handhaven. De fabrieksarbeiders ging
met 51% achteruit, de glasarbeiders met 16
De transportarbeiders met goed 60.000 leden.
Ook de landarbeiders leden een gevoelig
verlies.
Met zeker leedvermaak is misbruik ge
maakt van de opmerking door den oud-mi
nister Aalberse gemaakt bij zijn intrede in
de Centrum-redactie, dat het ministers-ambt
een leerrijk ambt is, schrijft het Kamerlid
Kuiper in de Volkskrant.
In een aangeboren afkeer tot alles wat mi
nister Aalberse in zijn zevenjarig bewind tot
stand bracht werd deze verklaring aangegre
pen om te spreken van „de dagen, toen de
Aalberse theorie en praktijk nog niet zoo
goed had leeren onderscheiden, en regelen is
gaan stellen in zake den arbeidstijd, die met
de economische mogelijkheden geen rekening
hielden".
Met zulk soort denkbeeldige opstopper^
tracht men den tegenstander te treffen niet
alleen, doch wordt tegelijk de gelegenheid
benutom in bepaalde kringen het verzet tegen
ónze arbeidswetgeving gaande te houden en
te versterken.
In verband met het metaalconflict hebben
het Handelsblad, de N. Rott. Ct. c.s. de/laat
ste paar weken hun beste beentje voorgezet,
Zonder nochtans daarvan veel directe resul
taten te kunnen boeken.
Hun uitvallen zijn van denkbeeldigen aard,
Wijl ze op afgeleefde denkbeelden steunen
en derhalve in de huidige werkelijkheid
hebben.
het effect van spiegelgevechten kunnen
En dit zoowel ten'aanzien der verhoudin
gen tusschen de werkgevers- en arbeiders
organisaties als tegenover den uit dien hoek
zooveel gesmaden oud-minister.
Over- het teruggrijpen in de geschiedenis
der jaren 1918'19 schrijft de heer K. o.m
De beruchte Novemberdagen van 1918
hebben voor de liberale heeren een geschie
denis van hulpeloosheid achtergelaten, waar
van ze maar liever moesten zwijgen.
Als zij vergeten zijn, hoe in die dagen de
revolutionaire windvlaag hen bij het eerste
stukje omver kegelde, is het niet onze schuld
dat daaraan op z'n tijd moet worden herin
nerd.
En de heer K. besluit zijn artikeltje met
erop te wijzen, dat mr. Aalberse ook bij be
handeling der Arbeidswet geheel zichzelf
bleef.
Evenals bij de behandeling zijner door de
Tweede Kamer in 1911 aangenomen 10-uren
motie, hield de heer Aalberse in 1919 vol, dat
overgangs- en uitzonderingsbepalingen on
misbaar waren en hij stond hier zóó sterk op
zijn stuk, dat hij verklaarde niet bereid te zijn
aan de afhandeling der wet verder mede te
werken, als de Kamer deze bepalingen uit de
wet zou lichten.
Zóó was de minister van het onderscheid
tusschen theorie en praktijk overtuigd, dat
hij, tegen den stroom van dien tijd (Juni 1919)
in, niettemin vasthield aan wat de harde wer
kelijkheid later als onvermijdelijk heeft be
vestigd.
Leekcn in wijk- en particuliere verple
ging.
Het September-nummer van de R. K. Zie
kenverpleging, het orgaan van den Neder-
iandschen R. K. Bond van Ziekenverpleeg
sters bevat een uitvóerig en zeer gedocu
menteerd rapport over de opleiding tot R.
K. Ziekenverpleegster uitgebracht door de
Commissie 10 Nov. 1923 door het hoofdbe
stuur geïnstalleerd.
dat heb je stom angelegen, hoor. De eenvou
digste manier is, dat je je centen „verliest",
gewoon verliest, snap je En dan met 'n heel
verschrikt gezicht naar je baas teruggaan en
'n flink deuntje grienen. Natuurlijk zorg je,
dat ze in je zakken of bij je thuis niks kenne
vinden dat mot je van te voren voor mekaar
boksen. Je eigen laten bestelen, dat kan ook,
maar 't is gevaarlijker, want dat kan ver-
raajerswerk worden. Zie je die daar ginds,
niet dat witte haar? Die was kantoorbe
diende an 'n heele groote fabriek, 's Maan
dags most ie altijd naar de post, voor 'n twee,
drie honderd gulden postzegels halen. En
met z'n vrinden van de gok-club heb ie op
'n keer fijne comedie in-elkaar getimmerd.
In 'n-steegie sloegen ze 'm neer.natuur
lijk zoo goed als pijnloos. Hij zakte prach
tig in mekaar en bleef zóó 'fijn van z'n zei
ven, dat 'n paar vrinden, aie op de uitkijk
hadden gestaan, en 'r heel nuchter bij kwa
men kijken d'r zelf an begonnen te twijfelen
of ie wel nagemaakt bewusteloos was. Maar
as er zoo'n stuk of vijf in 'n complotje zitten
loopt 't gauw mis. Na 'n paar dagen had de
politie d'r ééntje te grazen en die verklikte ze
allemaal. En zie je die.zwarte daar an de sloot
kant Die
Maar de opzichter kreeg in de gaten, dat
er werd gepraat. En voor die dag bleef het er
bij.
't Kdn goed bedoeld zijn met de verbeter-
gestichten, maar je hoort zoo nog al es van
tegenovergestelde resultatenvan jonge
lui, die er inwendig-veel beroerder vandaan
komen, dan ze er heen gingen, van de „vak
wijsheid", die ze er op doen van de doortrap
ten. en veel erger dingen, waarover zelfs
haar dochter tersluiks aan, met oogen, waarin
hunkering lag.
Toen zei Dalkmans „Je mot de groeten
van 'm hebben."
Ze zuchtte, en deed wat vriendelijker, dan
in de laatste weken.
Ook moeders kunnen koppig zijn.
Maar ze blijven evengoed moeder....
Stug en stom deed Dirk z'n dagelijksche
werk in 't verbeterhuis.
Onder 't wakend oog van 'h opzichter ver
richtte hij landarbeid in 'n groep van onge
veer twintig.
Z'n kameraads, die het dichtst in 7,'n na
bijheid werkten, hadden al weken achtereen
vergeefs getracht 'n gesprek met hem aan të
knoopen.
Toen gaven ze 't maar op en noemden hem
spottend „De stomme".
Tenslotte went men aan alles, tvordt wei
eens gezegd. En zoo scheen het met Dirk ook
te 'gaan. Hij ging meer berusten in z'n lot,
schikte zich in het onvermijdelijke. Waar
schijnlijk kwam daar ook nog bij het op de
duur vervelend worden van altijd maar stom
metje spelen tegenover personen metwie hij
dagelijks arbeidde.
Zoetjesaan werd hij wat spraakzamer, al
was hij voorloopig nog tamelijk terughoudend
Maar ook dat werd anders en eindelijk
kwam hij er toe aan z'n kaxneraads te vertel
len voor welk feit hij was veroordeeld.
Zij keken elkaar eens aan en begonnen te
grinniken.
„Hierzoo, die is met de centen van z'n baas
naar Mokum gegaanen nog werd ie in
gepikt 1 Hoe is 't mogelijk, hé?! Nee, ventje,
nou voelt ze wat ze er mee heeft bereikt.
Bij het bezoek van vader en Coba zat Dirk
in doffe onverschilligheid langs hen heen te
staren hij reageerde nauwelijks op wat ze
zeiden.
Alleen keek ie lang naar Coba, tóen deze
erg begon te huilen en bijna niet tot bedaren
kon komen.
Wellicht sneed op dat oogenblik haar lot
hem meer door de ziel, dan dat van zich zelf.
En hij voelde zoo goed waarom z'n zuster
zoo te keer ging.
Hij kreeg 'n hevige aandrang, om haar om
de hals te vliegen en veel, heel veel te zeg
gen en te troosten.
Maar het was alsof z'n lichaam door 'n
verlamming was aangegrepen, of z'n loome
armen en hersenen nooit meer in staat zou
den zijn tot iets goeds, iets nuttigs.
Er was 'n heel ander leven in hem geko
men 'n leven van enkel wanhoop, zonder
'n greintje tegenwicht.... zooals 'n jonge
zieke zich moet voelen, die weet, dat hij
ten doode is opgeschreven en eerst nog veel
zal moeten lijden.
De bezoektijd was om.
Ze drukten elkaar de hand, zwijgend
nog 'n -paar, schier onverstaanbare woorden
werden er gewisseld.
„Doe toch de groeten nog maar aan moe
der" zei Dirk op 't laatste oogenblik van
samenzijn.
En draaide zich om.
Vader en Coba kwamen thuis, suf van el
lendigheid.
„Mie Slons" vroeg niks,-
Ze wou blijkbaar de minste niet zijn.
Maar zoo nu en dan keek ze haar man of