E-VEM vs&sLsrsirïswsae Binnenlandsch Nieuws ELCK WAT WILS. TREKJES NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Tweede Blad Zaterdag 12 September 1925 Mei. Juni. Juli. 43.738 44.380 44.925 11.367 11.619 11.862 91.766 92.939 93.721 211.331 209.669 208.159 8.985 9.186 9.578 7.982 8.401 8.879 De Bezuinigingscommissie~pop. Nederlandsche ingenieurs in Antwerpen. Ned. Roomsche Reisvereeniging 38 jaren in de Missie. FINANCIËN. 5158268 frs. 1.000.000. De overige num mers van dit honderdtal zijn met frs. 600 uitgeloot. 2798896 frs. 500.000. 996887, 2795589, 3556393, 5418568, 7239628, frs. 100.000 207181, 587487, 1735942, 2255460, 2906849, 583 0938, 6625288, 7253548, 7451839, 7598556 frs. 50.000,. De overige nummers van alle bovengenoemde honderd tallen zijn met frs. 600 uitgeloot, alsmede de volgende nummers 669901 a 670.000 758401 a 500 845601 4 700 895201 a 300 927501 a 600 1213301 a 400 1326301 a 400 2039201 a 300 2436201 a 300 2690- 301 a 400 2723801 4 900 2827801 4 900 3185601 4 700 3238701 4 800 3426401 4 500 3597001 4 100 3815001 4 100 4093101 4 200 4474001 4 100 45C9301 4 400 4657501 4 600 4725601 4 700 4996901 a 4997.000 5721001 4 100 5739101 a 200 6319701 4 800 6764001 4 100 7666901 4 7.667.000 717501 4 600 7738201 4 300. LANDB. EN VISSCHERIJ Duitsche tarieven en Ned. tuinbouwers. No. 416. VAN 'T GOEDE TE VEEL. ledereen heeft dunkt mij wel graag, dat 2ijn kinderen goed leeren en eenigen aanleg toonen om zich verder te ontwikkelen. Maar nu blijkt dat zoo zachtjes aan tot een uitwas uit te groeien of heeft dat reeds gedaan. Er wordt althans geklaagd ik las zelfs dat men het er algemeen over ééns is dat er in Nederland te veel gestudeerd wordt. Met het onvermijdelijke gevolg, dat er dan niet voor allen, die hun studie met goed ge volg hebben beëindigd een passende betrek king te vinden is. Wij hebben dus eigenlijk een overcompleet van bestudeerde personen en dat betreft niet alleen hen, die aan de universiteiten studeer den maar ook en wellicht in nog hoogere ma te voor de lagere studies. Mogen we de „Christ. Onderwijzer" ge- looven dan zullen rond 1930 voor de ruim 30.000 onderwijzersplaatsen maar eventjes 50.000 personen beschikbaar zijn en zoo is het op verschillend terrein. Bedoeld blad vindt het allertreurigst, dat rijp en groen wordt opgeleid, terwijl straks duizenden collega's op de keien worden ge stuurd. Rijp en groen ergens voor opleiden is altijd verkeerd, maar overigens is het ook hier weer gemakkelijker om een kwaal aan te wijzen, dan om haar te genezen. Het is inderdaad een weinig moedgevend vooruitzicht wat de Christelijke onderwijzer ons opent, doch de vraag dient te worden ge steld op welke wijze daar in verbetering kan worden gebrachtte meer, waar 't niet enkel de onderwijzersstand is die voor een teveel aan liefhebbers wordt geplaatst. Wanneer die personen niet worden opgeleid tot onder wijzer e.d. wat moeten ze dan worden Een vak leeren zegt men. Uitstekend ook ik ben van oordeel, dat een vak of am bacht verre de voorkeur verdient boven tal van baantjes. Maar wat noemt men een vak en welk vak biedt plaatsing voor een bedui dend aantal leerlingen Ziedaar een paar vragen die men zoo maar niet onder het koffiedrinken door kan beant woorden. Zij zullen althans aan menig huis vader al heel wat hoofdbrekens hebben ge kost ook aan hen, die er overigens geen be zwaar tegen hebben, dat hun kinderen voor eenvoudigen arbeid worden bestemd. Zonder twijfel zijn er nog heel wat vakken waarin men zich kan bekwamen, maar ver geten mag niet worden, dat niet iedereen geschikt is voor het vak, waartoe hij de mees te neiging gevoelt hetgeen de keuze alweer beperkt en daarnaast wordt het overgroote gedeelte van alles wat vervaardigd wordt, machinaal verricht. Ook bij de machine zijn vaardigheid en oplettendheid waardevolle eigenschappen, maar in het product is de eigen arbeid bijna niet terug te vinden, hetgeen al heel weinig geëigend is om de liefde voor het vak te verhoogen. Ik kan mij althans zeer goed verklaren dat het fabrieksleven door betrekkelijk wei nigen wordt uitgekozen en verreweg de mees ten er slechts door omstandigheden onaf hankelijk van hun wil daartoe komen voor al in die fabrieken waar men van eigen ar beid bijna geen spoor terugvindt. In elk geval staat het wel vast, dat hetgeen er aan vak-werk overblijft niet zóóveel is, dat men daarvoor maar onbeperkt aanko mende jongens zou kunnen opleiden en' een vak, dat voor een tekort aan krachten staat is mij niet bekend. Wel schijnt er eenig ge brek aan geschoold personeel in de Metaal nijverheid te zijn, maar de toestanden in de zen tak van industrie zijn niet van dien aard, dat ze erg aanlokkelijk zijn. Men mag toch ook verlangen, dat het vak wat men kiest een redelijke kans biedt om daarin later zijn brood te kunnen verdienen, wat tot heden in de metaal-industrie nogal op bezwaren schijnt te stuiten. Wat de lust om zich te bekwamen wel niet zal verhoogen. Maar hoe dat ook zijn moge de vraajg waar we met onze jongens heen moeten, blijft on beantwoord, ook al zou er hier en daar een gebrek aan „geschoold" personeel bestaan. En wanneer men het er over eens is, dat er in de toekomst veel minder personen moe ten opgeleid worden voor onderwijzer e.d. wanneer men zelfs zoover gaat als de Chris telijke Onderwijzer en er op aandringt bij „den nieuwen Bewindsman" óm te komen tot een wettelijke beperking van het aantal kweekelingen dan dient toch eerst een ant woord op die vraag te worden gegeven. Blijft men dat schuldig, dan wil men door het binnen bepaalde grenzen afsluiten van het eene beroep, het andere nog verder naar be neden halen. De zaak waarom het gaat, lijkt mij dan ook niet zoo eenvoudig omdat zij tenslotte neer komt op de vraag, of we als volksgemeen schap kans zien om voor onze steeds toene mende bevolking een behoorlijk emplooi te vinden. Kunnen we dat, dan zijn er ook wel maat regelen te treffen die een meer gelijkmatige verdeeling der beschikbare krachten over de verschillende beroepen kunnen bevorderen. Maar zien we daarvoor géén kans, dan kun nen we wel mooie theorieën opzetten, dan kunnen we den lof zingen van het ambacht en van alle handwerk, maar dan blijven we op het een of andere eind met een surplus zitten. Het wil mij dan ook voorkomen, dat de Overheid dan ook veel meer tot taak heeft een actieve welvaartspolitiek te voeren dan aan het afsluiten van een of ander beroep mede te werken. A. J. L. Tnaar ging ze heen met te zeggen t „Nou, mijnheer, ik zal wel zorgen, dat ik mijn ze gels krijg, 't Is een echt spaarbankboekje." Dat de zittingen ook voor werkgevers van belang kunnen zijn bleek b.v. toen een na vordering wegens niet plakken van zegels na een korte toelichting van den werkgever kon worden ingetrokken. Een ander werkgever, die meende, dat zijn premie volgens de Ongevallenwet te hoog was berekend en daarover reeds eenige brie ven had geschreven en ontvangen, werd op de zitting door den mondelinge bespre king volledig ingelicht en maakte toen geen bezwaar meer tegen betaling. Den boven geschetsten toestand ziet men ook vrijwel weerspiegeld in de hierna opge nomen voorloopige cijfers betreffende de werkloosheid, welke voor verschillende be drijfsgroepen te hoog blijven om tot vol doening te stemmen. Weliswaar wijzen de cijfers voor sommige groepen op verbetering ten opzichte van het vorige jaar, maar bij andere is juist het omgekeerde het geval. In- tusschen valt op te merken, dat de toestand op de arbeidsmarkt in verschillende streken van het land een ongelijk beeld te zien geeft. In een onlangs gehouden bijeenkomst met de directeuren van arbeidsbeurzen wees dan ook de Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling op de noodzakelijkheid om den trek te j bevorderen uit streken met een teveel aan arbeidskrachten (b.v. in Drenthe, in sommige deelen van Friesland en van Groningen) naar andere met behoefte aan werkkrachten (Twenthe, hier en daar in Noord-Brabant en in Zuid-Limburg.) (Maandschr. v. d. Statistiek.) EEN PROEF. Bij den Raad van Arbeid te Haarlem be staat het voornemen om op verschillende plaatsen in zijn gebied zittingen te doen houden, waar door een controleur van den Raad de rentekaarten worden ingenomen van de arbeiders, die om welke reden of door welke oorzaak ook hun rentekaarten niet op tijd aan den Raad van Arbeid inzonden en personen worden gehoord in verband met de toepassing van de Ongevallenwetten. Die arbeiders ontvangen daartoe dan een oproepingskaart. Het spreekt van zelf, dat, indien eenigszins mogelijk, de houder van de rente kaart zelf aan die oproeping gevolg behoort te geven, ook in zijn eigen belang, daar hij 't best de inlichtingen kan verschaf fen omtrent de tijdvakken, waarin hij bij velschillende werkgevers heeft gewerkt en omtrent het loon, dat hij verdiende. Ook werkgevers zullen worden opgeroe pen indien het vragen of verstrekken van in lichtingen in hun belang noodig mocht zijn. !Met het oog hierop zullen de zittingen worden gehouden in de avonduren en zijn de plaatsen zoo gekozen, dat ieder zonder ver zuim en zonder veel tijdverlies er zich kan vervoegen, ook zonder opgeroepen te zijn De proeven door den Raad van Arbeid met het houden van zittingen genomen te Zand- voort, Amstelveen en Aalsmeer hebben een zoodanig resultaat opgeleverd, dat besloten is ze aanvankelijk eens per maand ook te houden te Heemstede, Wijkeroog, Halfweg, Hoofddorp en Ouderkerk, terwijl een proef zal worden genomen met het houden van zittingen in arbeiderswijken te Haarlem en in het stadsgedeelte van Schoten. Wij komen nog wel nader op dezen maat regel terug, maar wijzen nu al vast op het groote belang voor de arbeiders, die door onbekendheid met de groote voordeelen, welke zoowel de Invaliditeitsverzekering als de Ongevallenverzekering hun biedt, daar dikwijls vrij onverschillig tegenover staan Zij hebben thans de gelegenheid zich te la ten voorlichten. Zoo werd|b.v. op een der reeds gehouden zittingen iemand die 65 jaar was, er op ge wezen, dat hij door het achterhalen van eeni ge niet-geplakte zegels zich een oudersoms- rente zou verzekeren ingaande op den dag waarop hij 65 jaar wordt. Tamelijk onwel willend en pruttelend binnengekomen, ver liet het oudje den ambtenaar opgewekt en dankbaar gestemd. Van een jongere werd de rentekaart gebracht door een zuster, die vertelde, dat haar broer al 4 maanden ziek te bed lag, en daardoor niet kon komen. Haar werd op het hart gedrukt er voor te zor gen dat als haar broer over 8 weken nog bed legerig mocht zijn, hij een' tijdelijke invalidi- teitsrente moest vragen aan den Raad van Arbeid. Een dienstbode wierp met een „daar is dat ding" haar rentekaart nijdig op tafel. Na een gemoedelijke voorlichting van den ambte- kosten of valutatoestanden (o.a. daling van de Belgische en Fransche franc,) al valt hier bij op te merken, dat de valuta-concurrentie in het algemeen veel minder voelbaar was dan voorheen tijdens de Duitsche inflatie- riode. In menigen tak van industrie ging men gebukt onder een scherpe concurrentie der fabrikanten onderling. Voorts werden uit sommige bedrijfstakken nog wel klachten gehoord over schade, welke gevestigde on dernemingen ondervinden, doordat in den loop der tijden meer arbeiders voor eigen re kening (veelal huisindustrie) zijn gaan wer ken, ook of wel doordat loonarbeiders na hun dagtaak zelfstandig werk verrichten voor particulieren. Voegt men hieraan nu nog toe, dat de handelspolitiek van verschil lende landen steeds meer gaat in de banen van protectionisme en dat door het nog niet hersteld zijn van vaste relaties nog geen voldoende stabiliteit en continuïteit in de productie mogelijk was, dan zijn hiermede verschillende der ongunstige factoren aange stipt, welke den ongestoorden opbloei van vele ondernemingen onmogelijk maakten, of althans min of meer ernstig belemmerden. ONDERNEMINGSRADEN. In Luxemburg is in Mei j.l. opnieuw het stelsel van ondernemingsraden ingevoerd in 1921 was n.l. het radenstelsel, na twee jaar te zijn toegepast, weder opgeheven. Volgens de nieuwe regeling worden in alle industriee- le ondernemingen met minstens 20 arbei ders „ondernemingscommissies" ingesteld, wier taak het behandelen omvat 'van alle vraagstukken in verband met het materieele en moreele welzijn der arbeiders, in het bij zonder het arbeidscontract, sociale fabrieks- maatregelen, het loon en andere arbeids voorwaarden. De commissies dienen ge raadpleegd te worden over de vaststelling van loonsregelingen met een algemeen en blijvend karakter, over de uitvoering van collectieve arbeidscontracten, de regeling van de vacantie, het leerlingwezen, de ar beidsreglementen. Eens per maand heeft de ondernemingscommissie het recht onder werktijd te vergaderen. De overige vergade ringen dienen in den vrijen tijd der arbeiders plaats te hebben. Het aantal arbeidersverte genwoordigers wisselt naar gelang van de grootte van het personeel van 1 tot 15. (Maandschr. v. d. Statistiek.) ENKELE CIJFERS BETREFFENDE DE INVALIDITEITS- EN OUDERDOMSVERZEKERING. Volgens de gegevens ontleend aan de op gave van de Rijles-Verzekeringsbank was op 1 Juli 1925 het BEKNOPTE SOCIAAL-ECONO MISCHE KRONIEK. Toestand der bedrijven en stand der arbeidsmarkt. In vergelijking met verleden jaar welis waar in verschillende ondernemingen ver beterde, maar toch slechts zelden gunstige toestanden en overigens zelfs ook gedeelte lijke achteruitgang. Omtrent verschillende industriëen in den laatsten tijd weer ongun stiger berichten. Uit vórige overzichten is gebleken, dat de nijverheid zich tot voor korten tijd langzaam aan meer heeft kunnen verheffen uit den toestand van malaise waarin zij ge zonken was na de periode van schijn- bloei, welke op den oorlog volgde Ook weder een tamelijk groot aantal der over het 2e kwartaal ontvangen rapporten toont aan, dat bij het horige jaar vergeleken in zekeren zin van vooruitgang mag worden gesproken. De handelsstatistiek wijst uit, dat in de reeds verstreken eerste jaarhelft als geheel geno men, zoowel als in het 2e kwartaal op zich zelf beschouwd, de totale uitvoer van fabri katen op een hooger peil stond dan in het vorige jaar. Schijnt er dan ook op grond hiervan, en mede in aanmerking genomen de nog ongunstige economische toestanden in andere landen, geen aanleiding om den gang van zaken in onze nijverheid al te som ber te beoordeelen, aan den anderen kant mag uit een en ander nog allerminst de con clusie worden getrokken dat voor haar reeds weder een gunstig tijdperk zou zijn ingetre den. Integendeel tal van ondernemingen zagen zich bij hare pogingen om redelijk loonende orders te bekomen nog maar al te vaak geplaatst tegenover allerlei hinderpa len. Blijkens berichten van werkgeverszijde waren de prijzen niet zelden slecht, zelfs wel verliesgevend. En het trekt de aandacht, dat in tamelijk wat industrieën juist vooral in de laatste maanden weder min of meer vermin dering der bedrijvigheid of een zekere nei ging daartoe was vast te stellen, welke lang niet altijd haar oorsprong vond in de gewone invloeden van het seizoen. De verlevendiging, welke in 1924 en begin 1925 hier te lande en elders kon worden waargenomen, schijnt voor een groot deel te hebben samengehan gen met tijdelijke oorzaken. Zoo wees men er o.a. op, dat de Dawes-regeling en de terug keer tot de goudmark in Duitschland inder tijd een te groot optimisme veroorzaakten. Nog steeds droeg de bedfijfstoestand niet alleen in ons land, maar ook in vele andere landen van Europa het stempel der bij zondere tijdsomstandigheden. Een opmer kenswaard verschijnsel is daarbij de verplaat sing van een deel der productie naar Oost- Azië en Zuid-Amerika. Ook de door den oorlog ontstane verarming deed zich nog Zeer gevoelen. Voor den te geringen afzet van verschillende artikelen zocht men dan ook de oorzaak o.a. in nog immer onvoldoende of verminderde koopkracht van afnemers. De rapporten over vele ondernemingen getuig den van een moeilijken, deels eer toe- dan af genomen, concurrentiestrijd tegen het buiten land, waarbij dan in een aantal gevallen werd gewezen op omstandigheden waardoor bui- tenlandsche ondernemingen een bijzonderen voorsprong hadden, zooals lagere productie- Ouderdomsrenten ex art. I.W. op den lsten Jan. April. der maand40.636 43.104 Weduwen- en weezenrenten op den lsten maand 10.377 11.104 Renten ex art. 24 Ouderdomswet 1919 op den lsten der maand 87.104 90.746 Kostelooze ouderdomsrenten ten laste van het Ouderdomsfonds (artt. 369 370 I. W. en art. 28 O. W.) op den lsten der maand 218.839 213.186 Renten ex art. 71 I. W7.709 8.676 Vrijwillige verzekeringen (waarvoor de ver zekerden premie betalen) ex. art. 10 Ou derdomswet 1919 84.253 84.286 Idem volgens art. 24 van deze wet 160.754 155.861 Aantal toegekende uitkeeringen bij het overlijden ex. art. 12 Ouderdomswet 1919 óp den lsten der maand 6.086 7.489 Wij vernemen, dat de samenstelling van de nieuwe Bezuinigingscommissie, waarvan reeds tot voorzitter is benoemd de oud- Minister van* Oorlog, de heer Pop, thans vaststaat. De heer Pop heeft in overleg met de regeering, de uitnoodiging tot de uitver koren personen gericht. Buiten den voorzitter zal de commissie nog vijf leden tellen, onder wie eenige hoog leeraren en handelsmenschen, benevens een algemeenen secretaris, die werkzaam is in het bankbedrijf, en een (bezoldigden) ad junct-secretaris, jurist. Aangezien de Bezuinigingscommissie on der den heer Pop een geheel nieuwe taak zal hebben, zal zij worden gebaseerd op een nieuw Kon. besluit, dat wel niet zoolang meer op zich zal laten wachten. Zijn wij wel ingelicht, dan zal de commissie niet, gelijk bij de vorige samenstelling, een eigen on derzoek instellen. Eigen inspecteurs zal zij clan ook niet meer hebben. Zij zal eigenlijk werken als een hoogere instantie in bezui- nigings-aangelegenheden, waaromtrent la gere instanties met Departementen van Al gemeen Bestuur niet tot overeenstemming mochten kunnen komen. De zaken zullen de commissie dus ter beoordeeling worden aangebracht. Zij zal echter, naar wij meenen te weten, ook op eigen aanstichting een on derzoek, of een hernieuwd onderzoek kun nen laten instellen, maar dan door bestaan de, voor het bezuinigingswerk aangewezen, organen en personen. (Hbld.) Uit Antwerpen wordt gemeld, dat 180 Nederlandsche ingenieurs, leden van het Kon. Ned. Instituut van Ingenieurs, aldaar zijn aangekomen en door Antwerpsche in genieurs zijn ontvangen. Een plechtige vergadering had plaats in den Zoölogischen Tuin, waarna een bezoek werd gebracht aan de haven, de stad en verschillende industriëele inrichtingen. Behalve de reeds aangekondigde reizen naar Rome, wordt door. bovengenoemde vereeniging nog een reis gemaakt naar Pa rijs met bezoek aan de Tentoonstelling des Beaux Arts, van 7 tot 14 October a.s. Vraagt inlichtingen, Molsteeg 4 Amster dam en bij den leider, den heer L. J. Gus- senhoven, Emmastraat 23, den Haag. Na 38 jaren in de Surinaamsche Missie der Paters Redemptoristen als pastoor en onderwijzer werkzaam te zijn geweest, kwam de ZeerEerw. Pater F. Kusters per s.s Prins der Nederlanden in het vaderland terug waar hij gedurende een half jaar de wel verdiende rust zal genieten. Daarna hoopt Zijn Eerw. weer met hernieuwde krachten zich aan het missiewerk in Suriname te gaan wijden. UITLOTINGEN. Credit National 1921. 5.412.068 frs. 500.000. 503.355 van de zes series o tot 5 milhoen frs. 100.000. 455.355 van deze zes series frs. 50.000. 45.355, 235.355, 545.355, 725.355 van deze zes series f 10.000. 205.355, 715.355, 965.355, 985.355 van deze zes series frs. 5000. De loten waarvan de nummers eindigen op 1821 of 5355 of 9932 worden met frs. 1000 uitgeloot. Credit National Januari 1924. 317.485 van de vier series van 0 tot 3 mil- lióen frs. 200.000. 261.791, 336.932, 420.739, 501.701, 508.883 597.792, 632.312, 745.852, 801.804, 956.744, 995.937 van de series van 0 tot 3 millioen zijn uitgeloot met frs. 25.000. Alle andere obligaties van bovengenoemde nummers zijn uitgeloot met frs. 510. Stad PARIJS 1921. Trekking van 1 September. De hieronder genoemde nummers winnen in de series A. en B. 1034088 frs. 1.000.000; 1129596, frs. 100.000 1464662 en 1755892 frs. 50.000 962349, frs. 12.500 132225, 345757, 890627, 1171373, 1745592 frs. 5000. Credit National 1919. Een adres van het Centraal Bureau. Nu de nieuwe Duitsche invoertarieven door den Rijksdag zijn aangenomen, heeft het bestuur van het Centraal Bureau van Tuinbouwveilingen in Nederland een adres gericht aan de ministers van Binnenlandsche Zaken, Buitenlandsche Zaken en Financiën. Wij ontleenen daaraan het volgende Geeft met verschuldigden eerbied te ken nen, het Centraal Bureau van Tuinbouwvei lingen in Nederland dat hei heeft kennis genomen van de nieu we Duitsche tariefwet, welke op 1 Oct. a.s in werking zal treden dat in het bijzonder de Nederlandsche groenten en fruit zeer zwaar door dit tarief zullen worden getroffen dat weliswaar door het Duitsch-Spaansche en Duitsch-Belgische handelsverdrag enkele verzachtingen zijn verkregen, welke wel licht de binnenkort met andere landen af te sluiten handelsovereenkomsten nog eeni- germate kunnen worden uitgebreid, maar dat op de artikelen, waarvan ons land een productie-monopolie heeft, zooals b.v. roode, witte en savoye kool, komkommers, augur ken peen, sla, aardbeien, enz., het autono me Duitsche tarief in zijn volle zwaarte druk ken blijft dat bijv. op een zeer belangrijk exportar tikel als komkommers, waarvan de doorsnee marktprijs voor de onderscheiden kwalitei ten c'it jaar 1600 per wagon van 10.000 K.G. heeft bedragen, niet minder dan 600 invoer recht zal worden geheven of te wel 36% van de doorsnee-marktwaarde van het proouct dat het invoerrecht op. kool, hetwelk 240 per wagon zal bedragen, terwijl de vpilings- órijs thans reeds, doch nog vóór de in wer king-treding van het tarief, dit bedrag lang niet haalt, meer dan 1CC% van de waarde van het product zal vo; men dat voor talrijke ancere tuinbouwproduc ten eveneens een invoerrecht zal geheven worden, hetwelk in absolute wanverhouding staat tot de veilingsprijzen dat, hoezeer ook toejuichende het streven der Nederlandsche regeering om aan Neder land te verzekeren een behandeling cp den voet van rechtstreeksche en onvoorwaarde lijke meestbegunstiging, ondergetee kende zulk een behandeling voor de groenten- en fruitproducten dan ook ten eenenmale onvol doende moet verklaren, omdat van de Duit sche handelsverdragen met andere landen voor al onze producten, waarvan wij geheel of gedurende zekeren tijd een monopolie be zitten, geen vermindering der Duitsche in voerrechten te verwachten is dat het Duitsch-Belgisch handelsverdrag ten gevolge van gespecialiseerde tijdsbepa lingen, wel voor de Belgische producten zeer gunstig mag zijn, maar de Nederlandsche tuinbouwvoortbrengselen voor het groot ste gedeelte niet tot voordeel strekt dat ook van eventueel verdere handelsver dragen, door Duitschland met andere landen af te sluiten, dit gevaar te duchten is dat de uitvoer van versche groenten en fruit voor het grootste gedeelte zal worden vernietigd, indien de Duitsche tarieven on verminderd op onze producten zullen wor den toegepast dat, waar de waarde van dezen export over 1924 ruim 63 millioen gulden heeft bedragen, ook de algemeene Nederlandsche handels beweging daardoor zeer ernstig zal worden geschaad dat in 1924 o.a. werden uitgevoerd 12.000 wagons kool, 3300 wagons bloemkool, 1400 wagons sla, 3800 wagons peen, 2900 wagons komkommers en augurken 7300 wagons vroege aardappelen, 3200 wagons appelen en peren alsmede 1200 wagons ander fruit dat verreweg het grootste gedeelte dezer hoeveelheden naar Duitschland ging dat de teelt van tuinbouwproducten ge durende de laatste jaren geweldig is uitge breid en nog steeds in omvang toeneemt zoodat van werkeloosheid in het tuinbouw bedrijf geen sprake meer is dat vernietiging of aanzienlijke inkrim ping van onzen export naar Duitschland, welke van het Duitsche tarief het gevolg is, echter groote werkeloosheid moet beteeker.en wegens de daardoor noodzakelijk geworden inkrimping der productie redenen waarom het Centraal Bureau der Tuinbouwveilingen namens alle kweekers van groenten en fruit in Nederland Uwe Excellentie eerbiedig verzoekt het daarheen te willen leiden, dat van de Duitsche regee ring ook voor de Nederlandsche tuinbouw voortbrengselen gunstige tariefbepalingen verkregen worden. Ondergetee kende zou het zeer op prijs stellen, indien hij in de gelegenheid zou mo gen worden gesteld om ten aanzien van de verschillende producten het hierboven be toogde nader toe te lichten. Het adres is onderteekend door den heer Niemöller, secretaris van het bureau. tijden, zonder verblijdend resultaat wordt gerede neerd over „humaniteitsdenkbeelden op de zwakke grond der materie. En daarom moet elke goede poging, om iets bij te dragen tot die groote vredesarbeid worden gesteund en wijder bekend gemaakt. We hebben vroeger met anderen verklaard, dat noch redevoering, noch boek, noch bro chure kunnen doen, wat het tooneel doet, wanneer het geldt propaganda voor een so- ciaal werk. Het tooneel geeft b ij het woord de aan schouwing van wat goed en slecht is, van wat verbeterd en vervolmaakt moet worden. Het tooneel spreekt inniger tot de mensch- heid en laat een meer blijvende indruk achter Voor zoover we ons kunnen herinneren, hebben wc in tooncel-vorm nog geen pro- paganda-werk ontmoet voor de christelijke redesgedachte. En gezien de vele loffelijke „Naar den vrede!" Het klinkt schril-paradoxaal, zoo'n en thousiaste uitroep aan het hoofd van een artikel, of op de titelpagina van een boek Als 'n wrange bespotting van de waarin we leven. Toen de gruwelijke wereldknjg met zijn tallooze offers eindelijk voorbij was dacht de menschheid, dat de rust zou kómen, de zoo vurig verlangde rust na een eeuwigiieid van ellende. Welke mogendheid, welk "'J0 j 0'0aïngen"*ën de gunstige resultaten op het zou nu nog opnieuw denken aan oorlog-i Roomsche tooneelspeelkunst voeren of twisten. i zeker een blijde welkomstgroet in een gefantaseerd neutraal land met een Katholieke vorst. De hoofdpersoon, de Franciscaner Pater Burna, is gouverneur van Max van Water hoven, de zoon van de minister-president. In zijn eenvoudig studeervertrek besteedt de priester al zijn vrije tijd aan de voltooi ing van een boek, dat tot titel draagt: „Naai den vrede". dat bij de huidige stand der oorlogskansen handhaving der neutraliteit de ondergang beteekent voor handel en nijverheid. De positie van het land en de strategische ligging geven volgens de generale staf ze kerheid van overwinning. Als Pater Burna de gelegenhed tot spre ken krijgt, houdt hij zulk een schitterend pleidooi voor de vrede, dat Koning Willem Maar de les was blijkbaar nog met hard j mogen we verschenen joo- I neelspel: „Naar den Vrede geschreven door Jan Grosfeld en Gerard Vlekke Jr. genoig geweest.... (zou genoeg kunnen zijn?) De geschillen, de burgeroorlogen, de bloe dige botsingen tusschen verschillende naties in één rijk vereenigd, de scherpe tuchtigin gen van opstandige staten, ze zijn sindsdien schier nog niet van de lucht geweest. En maar steeds zijn groote, wijze heeren bezig met plannen voor een „algeheele we reldvrede De groote wijze heeren...... onder wie er helaas nog te veel zijn, die in hun verwatenheid maar steeds niet willen inzien, dat het Christendom hel fundament moet zijn, waarop een waarachtige en duur zame wereldvrede moet worden gebouwd. Zullpn die wijze heeren nimmer wijs wor den? 2e doen er al zoo lang over. En daarom klinkt de kreet: „Naar den vrede!" de kreet, geweld uit het warm bloedige Christenhart, als die eens roepende in de woestijn. En toch. als van a"e deelen der aarde die kreet weerklonk, dringend en zonder Misschien zal men in sommige tooneel- kringen de neus optrekken, wanneer gecon stateerd wordt, dat het stuk voor alleen heerenrollen is geschreven Maar we stellen daar direct naast, dat het bedoeld is een stuk te zijn voor het Roomsche di- lettantentooneel, dat voor minstens 75 procent uit ongemengde clubs bestaat. En nu mag er al gedisputeerd worden over het al of niet wenschelijke van het bestaan van gemengde Roomsche clubs, de auteurs hebben willen geven een stuk met geprononceerd Katholieke tendenz, een stuk wat zij hopen dat gespeeld zal worden in alle R.-K. Werkliedenverenigingen, Pa tronaten, Gezellenhuizen, Seminaries en an dere R.-K, Onderwijsinrichtingen, kortom door alle Roomsche tooneelclubs in Neder- er van overtuigd zijn, dat zij in de Als het scherm opgaat, komt Max van naar zijn zijde overhelt. Doch dan komt Waterhoven, in gezelschap van Kroonprins Karei, van de jacht terug. Hij stelt de kroon prins voor een bezoek te brengen aan Pa ter Burna welk voorstel gretig wordt ge accepteerd, want Max heeft zijn vriend meerdere malen over de goedheid en ge leerdheid van de Minderbroeder gesproken. Met prettige, gemoedelijke gastvrijheid wor den de jongelui ontvangen en al spoedig komt hel gesprek op het door Pater Burna geschreyen boek. Juist als de twee vrienden in vuur geraken over de prachtge ideeën door de schrijver in 't kort uiteengezet, wordt 't onderhoud gestoord door de komst van ministe'r van Waterhoven, Max' vader. Deze wordt woedend als hij verneemt, dat Pater Burna zijn zoon en Prins Karei ver trouwd maakt met beginselen, die volgens hem pacifistisch zijn. Hij verlaat het vertrek met de mededeeling, dat Pater Burna niel langer de gouverneur Van zijn zoon kan zijn. Daarop zegt Prins Karei toe, te zullen be vorderen, dat Pater Burna aan het Konink lijk paleis als hofkapelaan wordt benoemd. In het tweede bedrijf vernemen we dat eenige naburige landen oorlog voeren. Ko ning Willem, niet direct oorlogszuchtig, is toch van meenng, dat men zich als vorst niet a priori tegen de oorlog mag verklaren. de oorlogszuchtige van Waterhoven niet de bedreiging, dat hij zijn portefeuille zal be schikbaar stellen indien niet aan hem, doch aan Pater Burna de beslissing over staats zaken wordt gelaten. De koning bevreesd voor een ernstige ministerieele crisis, laat v. Waterhoven de baas, Deze weet zelfs de publicatie van Pater Burna s „berucht vredesboek te beletten. In het derde bedrijf bereidt men zich ten oorlog, 't leger is gemobiliseerd voor de strijd, die niet de wil van God, doch die der menschen is. Prins Karei en Max van Waterhoven vra gen Pater Burna raad; Vat moeten ze doen. mee ten strijde -trekken, of.... „Helaas," zegt pater Burna, „ik mag niet anders raden dan: doe uw plicht.... maar de tijd zal komen, dat die droeve plicht niet meer zal bestaan." De jongelieden trekken met zijn zegen ten oorlog nadat Prins Karei verklaard heeft, dat zijn rijk in de toekomst een rijk des vre- des zal zijn. De menschelijke berekeningen hebben ge faald; in het laatste bedrijf hooren we al di rect, dat de strijd als verloren moet worden beschouwd. Men loopt elkaar radeloos in de weg, ziet geen uitkomst. Uit het heetst van Illtl et piiwi' V4S- UUMUK «"«K -O»f. 1 f 1 X* Hij heeft van minister van Waterhoven ver-het gevecht^ komen^ cie kroonprins en Max nomen, wat er in diens woning heeft plaats-' gehad en is zeer vertoornd op Pater Burna, A\o pvpnals Prins TCarf>1. tpr verantwoording land, die erKiunn.. uuusïuu en eerste plaats een sociale taak nebben te ophouden als alle Christenvolken zich verrichten door het geven van verheffende God die wil zooals Hij die zelf propageerde j in het stuk, dat geheel buiten het huiselijke tijdens zijn 'leven onder de menscheni leven speelt, de vrouw met wordt gemist, misschien zou het gelukken de éénige Vorst iets, wat jammer genoeg^ met van elk man des Vredes een plaats te bereiden aan de nenstuk kan worden gezegd, vergadertafel waar thans zonder Hem en Het stuk speelt in de tegenwoordige ti,d die, evenals Prins ICarel, ter verantwoording wordt geroepen. Burna's theorieën maken echter een diepe indruk op hem en hij be sluit er zelfs toe, de priester en zijn zoon tegenwoordig te doen zijn bij de straks te houden kroonraad, waarin over het al of niet handhaven der neutraliteit zal worden :slist Minister-president van Waterhoven komt met het voor-opgezette doel, om de onzij digheid te verbreken. Ook aan de hand van een oogenblk r.aar het paleis. Het zal er op of er onder gaan; één kans van winnen, negen van sterven. De Koning geeft de prins toestemming geheel naar eigen inge ving te handelen. 'n Poos later komen verblijdende tijdin- Helaas, de overwinning is duur gekocht met het bloed van vele dooden en gewon den. Dnder de laatsten is ook de dappere Max van Waterhoven, de zoon van de mi nister; hij is gevallen in de krijg, die door zijn vader werd doorgedrevenSter vend wordt hij binnengebracht Zich met moeite oprichtend zegt hij: „Mijn dood beteekent niets meer en nie!s minder dan de dood der tweehonderd duizend, die in deze oorlog vóór mij geval len zijn. Wij hebben de vijand binnenge roepen, hem bevochten en weer verjaagd. Deze oorlog als elke andere, heeft veel schade gebrachtEn nut? Geen! Pa ter Burna had gelijk...... Ach, dat zijn boek gelezen worde! Majesteit, één gunst.. De Koning: „Spreek, dappere jongen!" Max: „Zend prins Karei, om de vrede aan te bieden! Dan komt alles goed en sterf ik gelukkig De minister: „Vrede, sire, om Godswil, vrede! We zijn zwaar genoeg gestraft.... Max, och jongen, had ik eer naar jou ge luisterd.... Ga nog niet heen.... Ik heb je zoo noodig na de schande der misluk king. Max: „God zij geloofd voor de genade van dit inzicht.... Luister vader... L ik ga Pater Burna blijft... Belóóf me vriendschap te zqllen sluiten met hem en.... zijn Vredesboek.... Pater.... het boek....". Als Pater Burna hem hel boek overreikt, grijpt hij bet krampachtig vast en kust het in vervoering. Als de Koning zijn zoon toestemming geeft aan de vijand de vrede te melden, roept Max nog krachtig uit: „Hoezee! God van vrede. ik kom!" Geknield bij het lijk van zijn zoon spreekt de minister de volgende woorden: „Moge ik bij God en de menschen ver geving erlangen voor mijn moorddadige hardnekkigheid. De zoon delgt de schuld van de vader en verkeert in een dankbaar „Te Deum" het .Miserere" van het volk aan hem dan het laatste woord in deze heil- -v. looze strijd. Het zal zijn een bede om blij verklaringen der vertegenwoordigers van vende vree en broederschap onder de vol- groot-industrie en bankwezen betoogt hij, keren. gen en als reservetroepen zijn aangerukt is UI ueum het „Miserere van ne.vom, de overwinning beslist. Prins Karei, de man Sire, gi) hebt mi] de teugels van het bewind des vredes, zal de oorlog winnen, die door de mannen van de oorlog is ontketend. God gaf de overwinning aan rede toevertrouwd. ïk geef ze u thans terug en wilde, dat ik ze nooit in handen had gekre gen. God echter is mijn getuige, dat ik slachtoffer was van een verkeerde opvoe ding. Het was mijn fout en mijn ongeluk Pater Burna te bestrijden. De les van het gesproken woord was niet voldoende.... God zelf moest mij achterhalen." Ook Koning Willem acht zich mede schul dig. „Het goede woord", zegt hij, ,werd eerlijk en dringend genoeg tot ons gesproken. Ik neem Uw ontslag aan. De dood van Uw dierbaar kind zal uw absolutie zijn.en de mijne: afstand van de troon ten gunste van prins Karei. Er zal gejuich zijn in heel het Rijk, omdat hij koning werd, die de oorlog overwonnen en de vrede veroverd heeftDe Vrede in naam van Christus!" H#ewel het stuk aan eerste krachten ge legenheid biedt tot mooi, ontroerend spel, stelt het over 't algemeen geen buitenge woon zware eischen. Het spreekt vanzelf, dat de rol van Pater Burna bijzondere zorg vraagt. 'n Iets te veel kan even schadelijk zijn als 'n iets te weinig en de minder geschoolde dilettant zal zich óf niet voldoende kunnen beheerschen, óf er een sentimenteele preek- figuur van maken wat de heele boel zou bederven Buiten de vijf reeds besproken rollen zijn nog vermeldenswaard die van Jacob, de goedige oude huisbediende, en de Groot en Barlis, twee luitenants; de eerste een jonge met vurig bloed, fel-militairistisch, die he vig verlangt naar de emoties van een flinke oorlog.... de laatste, ouder en bezadigder, die de verschrikkingen van de groote we. reldkrijg 19141918 heeft meegemaakt en, hoewel trotsch op zijn militaire stand, de oorlog verafschuwt indien deze niet ont staat uit bittere noodzaak. Hun dialoog aan het begin van het tweede bedrijf is aangrij pend in zijn huiveringwekkend realisme. We willen besluiten met de opdracht waarmee de schrijvers hun tooncelspel in leiden en die luidt: Aan allen, die evenais wij, volgens het voorbeeld van onzen Heiligen Vader den Paus, bezield zijn met het vurige verlangen naar een waarachtigen en blijvenden vrede tusschen de volkeren, dragen wij beschei den dit tooneelwerk op, hopend door veel vuldige opvoering dit ons verlangen in wij deren kring overgeplant te zien en daardoor in kleine mate bij te mogen dragen tot de eindelijke verwezenlijking van een der schoonste idealen, door alle menschen van goeden wil in het hart gedragen." G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1925 | | pagina 5