EVENTJES LACHEN
De geheimzinnige bende
EMGD
gflIEUWS
iel
VAN ALLES EN VAN OVERAL
I ANOR en vissch^ïj
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Tweede Blad Dinsdag 15 September 1925
Gedwongen staking
Geschorst.
Kerk-inbraken in Zeeland.
Oplichters.
Desolate toestand.
Mgr. Callier en pastoor Ruth té midden der doopelingetjes.
Door de stodmtram overreden.
Een zending uit de lucht.
Een listige m'erkenvervalsching.
Ernstig auto-ongeluk.
Woeste militairen.
Vernieuwing van een spoorbrug
Internationale zakkenrollers
te Utrecht aangehouden.
Reuzenkomkommers.
Brandstichting te Hilversum.
Ongeluk op de Maas bij
Rotterdam.
HANDEL EN MVJVFPHEID.
Internationale Textiel-Beurs,
Amsterdam.
Een succes vóór onze dahlia
kweekers.
FEUILLETON.
71.
HET NIEUWE REINILDA-HUIS TE
AMSTERDAM.
Gisteren is er feest gevierd lin. Amster
dam.
U weet dat al?
0, neen, ik bedoel niet dat feest van
bet 650-jarig bestaan van de Hoofdstad.
Zeker, dat was een groot feest en een
waardig feest en het feit, dat er aanlei
ding toe gaf was ook wel degelijk het
feestvieren waard, maar toc'h, ik heb gis
teren in Amsterdam een grooter feest
meegemaakt, al was het dan ook in om
vang bescheidener.
En het is ook waar, dat niet de Konin
gin er extra voor uit den Haag was over
gekomen, zooals voor dat andere feest.
Maar wel de grijze bisschop van Haar
lem, die er luister aan bijzette en door
zijn aanwezigheid vreugde goot in de har
ten der feestgenooten.
Laat ik niet langer in raadselen spre
ken.
Terwijl daar in heel de stad de vlaggen
wapperden ter eere van het 650-jarig be
staan van Amsterdam en H. M. de Ko
ningin haar intocht hield in de Hoofdstad,
om aan die feestviering deel te nemen, werd
in de Marnixstraat 285, in een voormalige
Cchristelijke school, voor het nieuwe doel
geheel omgebouwd, het eerste Amsterdam-
scbe einilda-huis door Mgr. Callier ingeze
gend.
Iets nieuws?
Neen, al vrees ik, dat er nog Katholie
ken genoeg ik bedoel natuurlijk te veel
zijn, die niet weten wat een Reimlda-
huis eigenlijk is.
Daarom eerst iets over den aard van het
werk, dat deze huizen beoogen: de be
keering der Nederlandse li e hei
denen.
Er wordt al jaren lang zeer veel gedaan
voor de bekeering der ver van ons wonen-
Je heidenen en" duizenden Katholieken zijn
er, die met grooten ijver werken en met
groote liefde geven voor de Missie.
Maar als die duizenden Katholieken het
woord Missie uitspreken, voor de Missie
arbeiden, voor de Missie offeren, dan den
ken ze altijd aan zwarte Afrikaanders,
aan bruine Indiërs, aan gele Chineezen.
Maar aan blanke Europeanen, aan N e-
dcrlanders denken ze daarbij nooit.
Dat heeft bij Pater Jac. v. Ginneken S.J.
het denkbeeld doen rijpen, ook te trachten
de zielen te redden dier heidenen, die in
onze onmiddellijke omgeving leven, en die
dreigen in de modder der groote stad te
verstikken.
En hij richtte de „St. Reinilda-Stic'hting"
op, een vereeniging van jonge vrouwen, be
staande uit religieuzen en leeken res
pectievelijk beschouwende en werkende le
den.
Hoe deze stichting werkt?
Als een catechumenaat.
Men weet het, in de eerste tijden van
Jet Christendom en zoolang er in West-
Europa nog heidenen te bekeeren waren,
bestonden de catechumenaten, die langza
merhand zijn uitgestorven. En met deze ca
techumenaten zijn ook de diakonessen uit
de Katholieke Kerk verdwenen.
Nu evenwel, nu vooral de groote steden
weer vol heidenen zitten, zouden dergelij
ke catechumenaten, zouden dergelijke vrou
wen, onschatbare weldaden kunnen brengen
aan zoovele arme onwetenden. Is niet altijd
de vrouw en vooral de vrouw uit den hoo-
geren stand, een van de grootste stuwende
krachten geweest, bij de propaganda voor
het Christendom?
Die gedachte heeft Pater van Ginneken
omgezet tn een daad het in het leven
roepen van de Reinilda-stichting.
Het werk der bekeering van heidenen lokt
velen aan als een buitengewoon mooi werk,
maar het is te gewichtig, om het maar zoo
aanstonds aan iedereen, hoezeer van goeden
wil hij of zij dan ook mpge zijn, toe te ver
trouwen.
Er moesten voor het cafechumenaatswerk
geschikte krachten worden aangekweekt.
Daarom werd het vroegere huis .Kijkduin"
te Bloemendaal aangekocht en onder den
nieuwen naam B e t h a n i ingericht tot
Oefenhuis voor die Roomsche vrouwen, die
zich willen wijden aan het werk der heiden-
bekeering in Nederland.
Deze vrouwen, die een oefentijd van twee
jaar in Bethanië moeten doormaken,
dragen, hoewel leeken. in die stichting een
wil uniformkleed en witten sluier; komen zij
in het werk in de stad, dan gaan zij weer
gewoon gekleed, opdat zij beter zullen kun
nen doordringen in die donkere buurten,
w, ar een geestelijke zou worden uitgejouwd,
een liefdezuster bespot. En al zijn zij ge
houden aan vaste regels, al moeten ze, een
maal „in de praktijk" werkzaam, elke
maand één dag, elk jaar één volle maao.d en
elke vijf jaar een vol jaar, weer naar het
moederhuis terugkeeren, om daar zichzelf
weer geestelijk te sterken, zij zijn en blijven
leeken, deze Catechisten, die haar gelofte
slechts doen, voor zoolang zij in de stichting
blijven, maar vrij zijn zich daaruit weer te
rug te trekken. Zij zijn de Martha's van
Bethanië.
Naast deze leeken, wenen cr in Betha
nië echter ook contemplatieve leden der
stichting, echte religieuzen dus, de Maria's,
die door haar gestadig gebed, door haar
beschouwingen en boete, Gods zegen af-
smeeken over het werk der catechisten.
Naast de drie kloostergeloften, leggen zij
dan ook nog een vierde gelofte af, n.l. dat zij
haar levensoffer willen brengen om te bid
den, te liiden en te werken voor de bekee
ring van Nederland.
Het denkbeeld om ook deze comtenplatie-
ven die ter onderscheiding van de werken
de leden een pausen sluier dragen in de
inrichting op te nemen, is uitgegaan van pas
toor Wdlenborg. te Bloemendaal, c-n werd
c'oor pater \'an Ginneken van hem overge
nomen.
toen de eerste leeken haar voorberei
dingstijd in BeVn ;.e badder, d-'rrg.-brirb',
werd begonnen met de oprichting van he'
eerste Reinilda-huis, in den Haag (1920);
eenigen tijd later volgde in die stad een
tweede, daarna een derde in Rotterdam en
nu is gisteren te Amsterdam door onzen bis
schop het vierde ingezegend.
Hoe tfaat het daar in zoo'n Reinilda-huis
nu toe?
Elk kind dat niet katholiek is voor ka
tholieken zijn er de patronaten kan er in
worden opgenomen. Dat wil zeggen, het blijft
thuis bij zijn ouders, maar mag er na school
tijd komen om zich te ontspannen.
Zoo'n kind, dat misschien nooit van God
gehoord heeft, wordt dan ingedeeld in de
voor-fase, de z.g. Groene fase de fase der
onwetendheid en wordt bezig gehouden
met allerlei spelen, terwijl hem maar heel
weinig van het goddelijke wordt geleerd: dat
er een God is, dat de mensch een ziel heeft,
dat er "en eeuwigheid zonder einde bestaat,
enz. En de kinderen luisteren met groote
aandacht naar al dit voor hen zoo vreemde
en gaan verlangen er meer van te weten
Daar wordt bijvoorbeeld verteld de ge
schiedenis van Jules Verne's Phileas Fogg,
die in tachtig dagen de wereld rond wilde.
Hij wilde op tijd komen en zocht daarom
stpeds naar den kortsten weg. de beste ma
nier om zijn einddoel te bereiken. En dan:
ook wij maken een reis, ons leven is een
reis en het einddoel daarvan ligt na den
dood. En de beste manier om dat einddoel
te bereikenenz.
Zoo worden die kinderen, op voor hen ge
zellige, prettige wijze, voorbereid voor de
eigenlijke Eerste of Paarse fase, de fase van
het berouw, waarin die kinderen worden
opgenomen van wie verwacht mag worden,
dat het echte godsdienstonderwijs voor hen
vruchten zal opleveren. In die fase wordt
den kinderen, 'op den grondslag ''an het
Oude Testament, het geheele wereldgebeu
ren verteld, waardoor ze dan vanzelf ook de
tien geboden mee te hooren krijgen.
Die Godsdienstles wordt aan clubjes van
hoogstens a'cht kinderen gegeven, de cate-
chiste leert zoodoende de kinderen beter
kennen, zij worden vertrouwelijk met haar
en voelen heel goed dat zij nu, nu zn het
Paarse kleed dragen, spijt moeien hebben
van het kwaad dat zij tot nog toe deden,
en dat voor het vervolg moeten trachten te
vermijden.
In die fase komen de kinderen er vaak toe
zich uit te spreken tegen de „Mevrouw".
,.Ik heb van de week maar drie apoeltjes
gejat", flapt er plotseling een uit. 't Is een
jongen, die er op uitgestuurd werd, om alle
jongen duidelijk te maken, dat hij niet ste
len mag, iets waartoe zijn vader hem toch
aanzet, terwijl toch ook weer geen kwaad
gespreken inag werden van dien vader. Dat
is niet altijd gemakkelijk, maar meestal luk',
het toch.
Op een goeden dag kwam de jongen weer
thuis met zijn gestolen groente; hij wierp die
op tafel en zei op beslisten toon: „En nou
moet je verder zelf maar zien hoe je er aan
komt, nou doen ik het niet meer; het mag
niet meer van God.
Dit is het doel van de paarse fase; het
geweten wakker te schudden, 't schuldgevoel
op te wekken.
Na een jaar vbelt de Catechisite wel wat zij
aan haar „klantjes" heeft en de goede kun
nen dan overgaan in de Roode fase, de fase
der ingewijden. Dan eerst kan voluit over
Christus worden gesproken, over Zijn liefde
en Zijn lijden voor de menschen. Waar tot
nog toe slechts den stralfenden Hemelvader
van het Oude Testament het kind werd
voorgehouden, leert het nu den God van
liefde, den Zoon uit het Nieuwe Testament,
kennen.
Nu moeten de kinderen ook de offerge
dachte in zich opnemen, wordt hen inge
prent, meer te doen dan strikt noodig is en
al valt het meestal moeielijk, de meesten
doen het. In deze fase moeten ook de beslis
sing vallen of ze Roomsch willen worden
of niet. Er zijn er geweest, die, voor die
vraag gesteld, het huis verlieten en er niet
meer terugkwamen; de meesten echter
blijven, sommigen mogen zich niet laten
doopen van thuis.
Treffende staaltjes heb ik daarvan ge
hoord, o.a. van kinderen die zich van vader
niet mochten laten doopen en een jaar lang
alle avonden vurig baden dat vader toch
maar toestemming zou geven. Na een jaar
kregen zij die ook werkelijk.
Eerst als die toestemming er is wordt het
kind in de Zwarte fase, waarin het den
ouden mensch aflegt, voorbereid tot den
doop, die het verjongt en als een nieuw
mensch in de Witte fase weer doet her-
leven.
Krijgt een kind, niettegenstaande herhaald
huisbezoek van de Catechiste, de toestem
ming om zich te laten doopen niet van haar
ouders, dan mag het tot zijn meerderjarig
heid in de Roode fase blijven; wordt bef
gedoopt, dan verlaat het echter het huis;
de patronaten zijn daar, om dan de verdere
zorg, op zich te nemen.
Het is een heerlijk werk wat deze leeken-
apostelen op zich hebben genomen, een
heerlijk, maar ook een zwaar werk, want o,
de kinderziel is zoo gevoelig, moet zoo
voorzichtig behandeld worden, wil ze niet
in verkeerde richting zich ontwikkelen. Er
is een buitengewone tact voor noodig, om die
kinderen, die veelal niets dan slechts ge
hoord en gezien hebben, het goede zóó voor
te houdep, dat zeer voor gaan voelen, er
behoort moed toe vaak, om bij onwillige,
erger nog, bij onverschillige ouders telkens
weer op huisbezoek te komen.
Maar als dan ten slotte de ziel van het
kind wordt gewonnen, hoe heerlijk is dan
de voldoening. Ja, eenige malen is het reeds
voorgekomen, dat door de kinderen, ook de'
ouders goede Katholieken zijn geworden.
te serpentines neer. welke zich aan de hoo
rnen vasthechtten. Bovendien viel een twin
tigtal nóg onafgerolde exemplaren neer.
Waar op dat uur geen vliegmachine was
overgekomen, moeten de rollen wel uit een
luchtballon geworpen zijn.
Maandagochtend waren eenige losse ar
beiders bezig voor den aannemer G. B. van
H een schip cement te lossen voor het in
aanbouw zijnde paviljoen van het St. Joris-
Gasthuis te Delft. Dit werk zou naar het
oordeel van andere werklieden heneden het
daarvoor geldende tarief zijn aangenomen,
't Gevolg was dat eerstgenoemde werklie
den gedwongen .werden het werk neer te
leggen.
Maar.... de Bisschop zei het, toen hij,
nadat hij in de kleine kapel de Mis had op
gedragen, een toespraak hield zoo terecht;
„Wanneer kinderen, die eenmaal de genade
gekend hebben, afvallen, dan is dat erger
voor hen, dan dat zij die genade nooit ge
had hebben."
Daarom is het zaak, de band met het
Reinilda-huis ook nadat dit door de kinde
ren verlaten is, aan te houden, opdat het
werk dat gedaan is geen half werk zij want,
en "hier citeer ik weer Z. D. H. den bis
schop: „halaf werk is minder dan geen werk,
als de Reinilda-kinderen slechte Katholie
ken zouden worden, dan zouden wij er op
achteruit gegaan zijn. Daar moet dus iets
op gevonden worden om te zorgen dat die
kinderen, door gebrek aan leiding, weer
terug vallen."
En Pastoor Ruth van „De Zaaier," op
wien Monseigneur, wetend hoezeer deze
zich voor het nieuwe Reinilda-huis interes-
seeert, een beroep deed om een middel
daartoe vinden, antwoordde, dat ook hij wel
had ingezien, dat het werk hier, werd het
dontact na het verlaten van het huis geheel
afgebroken niet alleen nutteloos, maar zelfs
gevaarlijk zou zijn, en daarom ook druk
bezig was met het inrichten van zijn
„Volhardingswerk."
Waar zóó eendrachtig in de goede rich
ting wordt gearbeid, daar mag zeker van het
Naar het „Vad." verneemt, heeft het
Hoofdbestuur van den Nederlandschen Gra-
fischen Bond den heer C. A. C. geschorst
als gesalarieerd bestuurder in verband met
ontdekte onregelmatigheden in het finan
cieel beheer. Sedert eenige dagen is de ver
dachte spoorloos verdwenen.
Zaterdagnacht is te Rilland-Bath op vier
plaatsen ingebroken n.l. in de Ned. Herv.
kerk, in de school der Geref. Gem., in de
R.K. school aan den tweeden weg en in de
Chr. School. In de Ned. Herv. kerk werd
een bus opengebroken, waaruit ongeveer
f 5 werd gestolen. Uit de R.K. school werd
uit een busje pl.m. f 2 gestolen, terwijl uit de
Chr. School uit een busje ook ongeveer f 2
werd meegenomen. In de school der öeref.
Gem. wordt niets vermist. In al de genoem
de gebouwen was blijkbaar naar geld ge
zocht, daar alle kasten waren geforceerd. De
buit is echter niet groot geweest.
Nijmegen en omgeving worden weder on
veilig gemaakt door.z.g.n. antiek-koopers,
veelal afkomstig uit Amsterdam of Rotter
dam en die de goegemeente wijs maken
dat zij voorname antiquairs vertegenwoor
digen. Zij zoeken oude huizen op, koopen er
eenige kleine antieke dingen, waarvoor zij
goede prijzen besteden.' Zoodoende winnen
zij vertrouwen van de menschen en krijgen
belangrijke stukken op zicht mee. Daarna
laten/zij zich niet meer zien.
Uit Zeeland en Grave in Oost-Brabant
wordt gemeld, dat het er daar na de felle
regens desolaat uitziet. De noodwoningen
leden veel van het water, de wegen zijn on
begaanbaar geworden.
De opbouw vordert zeer langzaam door
de slechte verbindingswegen. Nu de schade
geheel opgenomen is bleek deze in Oost-
Brabant omvangrijker dan in Borculo. De
boeren uit de omgeving helpen trouw de
slachtoffers, die met smart op nieuwe huis
vesting wachten.
dagen groenten te stelen; zijn broertje moet nieuwe Reinilda-huis voor Amsterdam veel
geregeld voor de aardappelen zorgen; vader
zelf zal wel voor het vleesch zorgen. Zóó ko
men ze in dat gezin aan den kost.
Het is nu de taak der Catechisten, dien
zegen worden verwacht.
ARTHUR TERVOOREN.
Een fietser gedood.
Toen de 35-jarige D. T., te Rotterdam,
zich per fiets naar huis begaf en dóór de
Peperstraat reed, kwam hij op den Groenen
Hilledijk, nabij de Riedellaan, voor de
stoomtram, die van den Dordtsche Straat
weg kwam. Hij wilde nog uitwijken, maar
was niet vlug genoeg, zoodat zijn voorwiel
door de locomotief werd gegrepen. T.
kwam onder de wielen terecht. De ongeluk
kige was onmiddellijk dood. Het ontzielde
lichaam werd met veel moeite onder de
tram vandaan gehaald en daarop is het naar
de begraafplaats ,Crooswijk" gebracht.
Vrijdagavond het was tusschen 9 en U
uur daalde op den tuin van den heer E.
J. Vitringa aan de Staionslaan te Harder
wijk een groote partij uitgerolde en bedruk-
Hoezeer de eigenaar van een merk op zijn
hoede moet zijn voor knoeiers blijkt
schrijft het Octrooi- en Merkenblad uit
het volgende geval, dat zich in onze practijk
heeft voorgedaan en dat deze lezer, eige
naar van een handelsmerk, aanleiding kan
geven tijdig maatregelen te nemen.
De fabrikant van een bekende chocolade
reep van eerste kwaliteit, brengt deze in den
handel onder het merk Nectar. De verkoop
prijs is f 1.per tablet. Om te voldoen aan
de vraag naar een goedkoope reep, brengt
hij echter ook ongemerkte reepen in den han
del, waarvan de verkoopprijs ongeveer 1/3
van de Nectar-chocolade bedraagt. Een van
de beruchte vliegende winkels vindt hierin
een middel om zijn minderwaardige prac-
tijken uit te oefenen. Hij koopt namelijk een
voorraad Nectar-chocolade en een even groot
aantal der goedkoope reepen van denzelf4en
fabrikant. Vervolgens opent hij voorzichtig
de verpakking van de Nectar-chocolade, sluit
daarin de goedkoope ongemerkte en verkoopt
deze vervalsching als echte Nectar-choco
lade. De uit de verpakking verwijderde ree
pen verkoopt hij los eveneens als Nectar-
chocolade, hetgeen hem mogelijk is, daar de
reepen gemerkt zijn Nectar.
De fabrikant, die zich herhaalde malen
heeft afgevraagd, hóe het mogelijk is, dat de
betfeffende vliegende winkelier de dure Nec
tar-chocolade kan verkoopen voor een prijs,
ver beneden den inkoopprijs, ontdekt ten
slotte de vervalsching en doet daarvan on-
middelijk aangifte bij de justitie. De politie
komt thans een onderzoek instellen bij den
winkelier, alwaar zij alle Nectar-chocolade
onderzocht. Het blijkt dat de geheele aan
wezige Nectar-verpakking de minderwaar
dige soort bevat. De winkelier, die blijkbaar
voor heeter vuuren gestaan heeft, speelt
den verontwaardigde volgens het klassieke
voorbeeld van den dief-die met zijn achter
zijn onschuld te overtuigen en hoe gemakke'
lijk het voor een knoeier is om de politie te
overtuigen dat niet hij, maar de fabriek ge
knoeid heeft Als een bewijs dat de verwisse
ling bij de fabriek moet hebben plaats gehad
meent de rechercheur, die met het onderzoek
belast was, te kunnen aanvoeren, dat aan de
verpakking niet was te zien, dat deze geopend
was geweest. Men zou zeggen, dat de politie
toch wel bekend moest zijn met methodes om
brieven en verpakkingen, die met een gebrui
kelijk kleefmiddel g^iloten zijn, zonder daar
van sporen na te laten, te openen en weer te
sluiten. De naïviteit des politiemans was waar
lijk al te roerend. In ieder geval is het voor de
fabriek een teleurstelling geworden, want
de vervolging is op niets uitgeloopen, omdat
naar de officier van justitie mededeelt, „uit
het gehouden onderzoek niet is kunnen blij
ken dat.in deze fraude heeft gepleegd en
evenmin waar de verkeerde verpakking heeft
plaats gehad.
Zooals begrijpelijk is besluit het blad
hebben wij in het bovenstaande een gefin
geerd handelsmerk en artikel gegeven, doch
de les, die uit de historie te trekken valt, is
dezelfde. Zooals door verschillende fabrikan
ten reeds wordt in toepassing gebracht, zal
in de eerste plaats een verpakking moeten
worden gekozen, die niet geopend kan wor
den, zonder dat zij meteen vernield wordt
Ofschoon dit met het eene artikel gemakke
lijker zal gaan-dan bij het andere, zal het als
regel niet moeilijk vallen dezen voorzorgs
maatregel te nemen. In de tweede pjaats zal.
indien men voor dergelijke knoeierijen vreest,
de identiteit van het geleverde nauwkeurig
moeten worden vastgesteld, zoodat eventueel
de inpakkers uit de fabriek als getuigen kun
nen optreden, vooropstellende, dat de waar
niet via tusschen-personen is geleverd, waar
door het bewijs alweer onzeker wordt. In de
derde plaats vertrouwe men niet te veel op
de act-viteit of het speurvermogen der poli
tie, doch zorge men er zelf voor, zooveel mo
gelijk bewijzen in handen te krijgen, alvorens
den gerechtelijken weg te betreden.
Een luxe-auto uit Crefeld met een Duit
sche familie, bestaande uit een dame, twee
heeren en een jongen, reed Zondagmiddag
aan Dommerbruch vlak bij de Duitsche
grens onder Venio tegen een boom. De vier
inzittenden werden uit den wagen geslin
gerd, de dame en de jongen*werden vrij ern
stig gewond, de heeren kregen slechts onbe
duidend letsel. De auto werd geheel ver
nield. Het ongeluk ontstond doordat eenige
fietsers, die in de richting jzan den auto re
den, niet voldoende ruim baan maakten,
om de wielrijders t;e sparen week de auto te
veel uit en reed daardoor tegen een boom.
Te 's-Heïtogenbosch is de paardetram
naar Vught bestormd door een troep solda
ten, die zich zóó aanstelden, dat de wagen
spoedig bezweek. Het dak werd finaal naar
beneden gehaald, de achterdeur werd zoo
verwrongen dat ze niet open of dicht kon
en op den Vughterdijk kon de tram niet
meer verder, daar ze over het trottoir sleepte.
Hierna moest de bende den wagen verlaten,
terwijl ook de overige passagiers, die in
doodsangst verkeerd hadden, in den stroo
menden regen te voet hun reis naar Vught
moeten ondernemen.
De tramwagen zag er uit of hij in hevige
botsing geweest was.
Met behulp van erschuiten gelegd.
In den nacht va.. Zondag op Maandag,
tusschen een en vijf uur, den tijd, waarop de
spoorbaan vrij is, is de oude spoorbrug over
de Haarlemmervaart bij Leiden verwijderd
en de nieuwe brug gelegd.
Met behulp van twee zolderschuiten, wel
ke met water gevuld onder de oude brug
voeren en daarna leeggepompt deze
oplichtten, werd het gevaarte verwijderd,
waarna op soortgelijke wijze de nieuwe brug
weder werd gelegd. In den vroegen ochtend
konden de treinen weder passeeren.
In weerwil van het nachtelijk uur, woon
den tal van belangstellenden de uitvoering
van het werk bij.
f
De recherche te Utrecht heeft een tweetal
Polen gearresteerd wegens zakkenrollerij.
Op de markt hadden zij een dame een beurs
met geld ontrold. Zij waren uit Rotterdam
naar Utrecht gekomen, blijkbaar om op het
Jaarbeurs-terrein hun operaties uit te voeren,
maar zijn thans in verzekerde bewaring ge
nomen en zullen ter beschikking van de jus
titie worden gesteld.
Gebr. v. 4. Berg te Naaldwijk hebben
HIJ KNARSETANDT NIET.
Dokter: „En hebt u misschien ook opge
merkt, of hij met zijn tanden knarst in zijn
slaap?"
Vrouw van den patiënt: ,,Oh, nee, dokter
....die draagt-ie nooit in bed."
Moeder: „Bent u de man, die gistere
mijn zoontje uit het water heeft gehaald?"
De man (in afwachting van wat komer
zal): „Ja, dat ben ik...."
Moeder, met nieuwsgierige verontwaar
diging: „Waar heb je dan in 's hemelsnaam
z'n nieuwe pet gelaten?"
EEN STEEKPROEF.
Een landlooper komt een boerenerf op
en vraagt de boerin om een aalmoes.
„Kom maar binnen," zegt de boerin, maar
de landlooper aarzelt, want naast de vrouw
slaat een groote hond met blikkerende
tanden.
„Bijt hij?" vraagt de bedelaar.
,,'k Weei 't niet," zei de boerin, „we heb
ben 'm vandaag pas gekocht en nou wou ik
hem 's probeeren."
DAAROM,
Frutter: „Waarom koopt ge uw vleesch
niet meer bij mij?"
Vrouw: „Met den laatsten biefstuk dien
ik hij u gekocht heb, kon ik mijn schoener
lappen!"
Frutter: „Waarom hebt ge dat niet ge
daan?"
Vrouw: „Ik kon er geen nagels doorkrij
gen."
Iemand, die uit het Huis var. Bewaring te
Amsterdam was ontslagen, waar hij in voor
arrest zat ter zake van brandstichting in de
woning van zijn broeder, alhier, heeft thans
opnieuw deur en kozijnen van bedoelde wo
ning met petroleum overgoten, alsmede in
petroleum gedrenkte couranten voor de deur
gelegd en deze daarna in brand gestoken,
meldt de Gooi- en Eemlander.
De bewoners werden gelukkig door het
geluid der vlammen wakker en wisten het
vuur te dooven. Deur en raamkozijnen waren
vrij ernstig geblakerd. De dader werd door
de politie in de gemeente zwervende aange
troffen en zal thans andermaal naar Amster
dam worden overgebracht.
Drie bewoners van IJsselmonde, A. van
Woerkom G. J. Langeweg, en C. H. van
Driel, gingen Maandag in een roeiboot va
ren, om zich naar Rotterdam te begeven.
Gekomen ter hoogte van Feijenoord tracht
te een hunner een touw te bevestigen aan
het vaartuig „Daventria", dat door de
feepboot „Mabi V" gesleept werd. Doel
was zich te laten sleepen. Toen het touw
echter plotseling strak werd gespannen is
door den ruk de roeiboot omgeslagen. Alle
drie geraakten te water Van Drie! klau
terde aan boord van de „Daventria" ter
wijl Langeweg naar den wal zwom. Van
Woerkom echter verdween in de diepte.
De rivierpolitie heeft nog geruimen tijd
op de bewuste plaats gedregd, echter te
vergeefs.
volgers meeroept Hoult den dief. Hij heft eefn aan.tal Prachtlg gegr0eid= komkommers
111 r cro c L -o IH or txxroo r\o rocnnnfoholo
uitgestald, waarvan er twee de respectabele
lengte hebben van 73 en 69 cM., dus onge
veer het dubbele van de gewone lengte. Het
Natuurlijk is hem^dè fn groene kaskomkommers van 't soort
Improved Telegraph. De grootste bijzonder
heid is dat deze komkommers aan dezelfde
rank zijn gegroeid.
tegenover de politie jammerklachten aan, dat
de fabriek hem bedrogen heeft en hem min
derwaardige "«mmel heeft verkocht onder
het dure merk J^skcs»..
plaats gehad hebbende verwisseling nooit ge
bleken en heeft'ook nooit klachten van klan
ten gehoord. Hij speelt zijn rol zelfs zoo goed,
dat hij de fabriek dreigt met een actie tot p. l.1 J j j
schadevergoeding wegens het leveren van min- Lfoor een groenteblad gedood.
derwaardige chocolade in de dure verpakking
Deze houding van vermoorde onschuld gaat
hem zoo goed af, dat zelfs de politie er door
overtuigd wordt, dat de man onschuldig is.
Het is merkwaardig hoe moeilijk het voor
een onschuldige dikwijls is om de politie van constateeren.
Te Deventer is vrouw K. op straat geval
len, doordat zij uitgleed over een groenteblad.
Zij kwam met het hoofd,op de straat terecht
en werd in bewusteloozen toestand opge
nomen. De geneesheer kon slechts den dood
In aansluiting aan ons voorgaande bericht,
deelen wij mede, dat de Internationale Tex-
tiel-Beurs bovendien medewerking ontvangt
van het Ministère du Commerce et de l'Tn-
distrie. Office Commercial Franpais Aux
Pays-Bas, Amsterdam, waarvan de directeur
de heer Comte de Barbeyrac ih het Eere-
Comité zitting genomen heeft.
Op de doorde The Royal Horticultural
Society te Londen gehouden internationale
bloemententoonstelling verwierven de Ne-
derlandsche Dahliakweekers de groote Ban-
sian medaille.
Tevens werden 9 September, de speciale
Daliadag der tentoonstelling, acht bollen
van de fraaiste bloemen aan onderstaande
kweekers aangevraagd om het volgend jaar
te kunnen prijken in de tuinen te Wislv bij
Londen.
De kweekers zijn Ballegom te Leiden drie
bollen, Bruidegom uit Baarn twee bollen,
Hcrnsveld, id. een bol, Kroon, id. een bol,
Geizendorfer. id. een bol.
18.
„En zult gij uw woord houden?"
„Dat behoeft ge niet te vragen, ik moet
juist op uw eerewoord vertrouwen en ik doe
het. Ik stel u immers voor, dat gij eerst
vertrekken uit als de graaf weer bij u is.
ik ben dan nog in uw macht. Gij zoudt mij j
dart nog aan de politie kunnen verraden.
Maar gij moet beloven, dit niet te doen."
„Goed", zei lord Nibbüngton, „wij nemen
uw regeling aan. Als gij er voor zorgt, dat
de Tournel zich weder bij ons voegen kan,
zullen wij ons acht dagen lang niet meer
met u bemoeien. Gij kunt dan gaan, waar
gij wilt."
„Uitstekend, geef mij dan even papier,
pen en inkt en een weinig zegellak."
Met groote inspanning richtte de gewon
de zich een weinig in de kussens op. Hij
schreef eenige woorden op een briefje en
liet het zijn tegenstanders lezen. Het bevatte
niets dan de woorden:
„Laat den graaf de Tournel vrij.'
Daaronder kwam een onleesbare handtee-
kening en dan een lak, waarin een zegel
ring werd afgedrukt. Het stemoel vertoonde
een driehoek, waarin een vreemde figuur
besloten was.
„Ziezoo, dat is voldoende, als gij mij het
toestaat, zal i ik dit briefje verzenden. Gij
ziet, dat het niets anders bevat, geen aan
duiding aan mijn vrienden, waar ik mij be
vind of iets dergelijks.'
„Maar het adres," zeide de Linar.
„Och schrijft het er zelf op. Postkantoor
te Sens, poste Restante B 110 luidde hei
antwoord van den gewonde, die vermoeid
van de inspanning in de kussens terugzonk.
De Linar voldeed hieraan en de brief
werd gebust. Daarna gingen de beide edel
lieden heen.
„Het is jammer, dat de vent zoo'n schurk
is," merkte lord Nibbüngton op.
„Inderdaad, hij spreekt als een volmaakt
gentleman en hij wist ons te vertrouwen,
„En ik geloof, dat hij zijn woord zal hou
den zoo goed als wij."
En dit deed de gewonde inderdaad, want
dienzelfden avond nog bleek dit overtuigend
De graaf de Tournel was in vrijheid gesteld.
De Linar en Nibbüngton ontmoetten hem
tot groote vreugde juist voor het politiebu
reau, waarheen hij zich begeven wilde. Men
begrijpt hoe de ontmoeting was. Wederzijds
moest al hetgeen was voorgevallen verteld
worden, maar wat de graaf vertellen kon
was niet het belangrijkste. Hij was pas uit
zijn verdooving ontwaakt, toen bij reeds
vervoerd moest zijn naar een andere woning
v/aar hij een streng gevangen gehouden was
Men had zich de paar dagen, die hij daar
doorbracht, met hem niet bemoeid, hem
ruimschoots van alles voorzien, doch niet
met hem gesproken. En nu opeens was hij
dien middag in 'n dicht rijtuig gezet en
naar Sens gevoerd, waar men hem in vrij
heid had gelaten. Hij begreep van dit alles
niets.
Veel werd hem duidelijk nu hij den uit
leg zijner vrienden hoorde, maar toch voor
alle drie bleven nog tal van vragen onopge
lost.
„En wat thans?" vroeg de Tournel.
„Met den nachttrein naar Parijs," ant
woordde de Linar, '„wij zullen ons woord
houden, al hebben wij het gegeven aan der.
grootsten schurk misschien van geheel
Frankrijk."
Maar voor de drie vrienden Sens verlie
ten, waar zij zoo vreemde avonturen be
leefd hadden, begaf lord Nibbüngton zich
naar de woning van dokter Dupuy. Hij werd
in de ziekenkamer toegelaten en zeide:
„Gij zijt thans vrij, mijnheer. Gij kunt uw
vrienden schrijven, waar gij zijt en hebt u
niet meer als gevangene te beschouwen. De
Toumel heeft zich bij ons gevoegd."
„Ik dank u," klonk het antwoord, „tot
wederziens. Een strijd op leven en dood
wacht ons nog. Ik moet u het schot nog
betaald zetten en dan zullen wij niet rus
ten voor gij ons het meisie hebt overgege
ven, op wier bezit de Broeders des Ver-
derfs grooten prijs stellen."
„En wij geven den strijd niet op," zeide
de lord, „voor de macht der Broeders ge
broken is."
Hiermede verliet hij het ziekenvertrek
Hij sprak nog met dr. Duphuy. zeide deze
dat hij den gewonde thatns gewoon als een
patiënt beschouwen kon, dien hij nog eeni
ge dagen verplegen zou en drukte den ge
neesheer, ondanks diens verzet, een bank
noot van 500 francs in de hand.
Een uur later zaten de drie vrienden '.n
dén trein, die hen naar Parijs terugvoerde.
ONTVOERD.
Doodop waren de drie vrienden te Parijs
aangekomen en zij hadden terstond onder
vreemden naam hun intrek genomen in een
stil deftig hotel. Want dit was zekpr, dat
zij alle drie allereerst behoefte hadden om
eens uit te rusten en kalm na te denken
over het vele, dat hen in de laatste dagen
gepasseerd was.
Zij moesten nog eens alle feiten verzame
len, alle gebeurtenissen zich herinneren om
hun gevolgtrekkingen te kunnen maken en
de maatregelen te beramen, welke zij nemen
moesten. Want geen van drieën dacht er
ook slechts een oógenbük aan den strijd op
te geven, integendeel, zij verlangden vuri
ger dan ooit de Broeders des Verderfs on
schadelijk te maken en ze gaven de hoop
het zoover te brengen volstrekt niet op.
Vooral de Engelsche lord blaakte van
ijver. Hoe meer de moeilijkheden zich op
stapelden, met des te meer animo nam hij
deel aan den strijd, des te opgewekter toon
de hij zich. Er was geen sprake meer van
dat hij zich vervelen zou, hij had nu een
levensdoel, het spleen had hem geheel ver
laten,
„Komaan," zeide hij, nadat de vrienden
een tweetal dagen hadden uitgerust, „wij
zullen den strijd weder moeten herbegin
nen, en ik verheug mij daarop zeer. Wat
listen zullen de Broeders nu weer bedenken
om ons te verschalken."
„O, zij zullen niet verlegen zijn," ant
woordde de Tournel, „zij zullen eer waar
schijnlijk trachten ons uit den weg te rui
men en hebben daarvoor allerlei manieren."
„Jawel, maar tot heden zijn al hun pogin
gen om ons te vermoorden of in hun macht
te krijgen, mislukt."
„Zooals het ons mislukte een der Broe
ders in handen te krijgen."
„Dat is waar, maar er is nog een weinig
verschil. Als wij de balans opmaken zullen
wij zien, dat we tot heden niet °ver een
nadeeüg saldo behoeven te klagen.
„Maar," merkte de Linar op. „gij werd
gewond en de Tournel hielden zij gevan
gen."
„Goed, maar zij kregen ook hun deel.
Hun hoofdman kreeg een kogel tusschen zijn
ribben, de vent in den kelder heb ik een
opstopper gegeven, dien hij mogelijk niet te
boven kwam en bij de ontvluchting met den
woonwagen heeft het ook een van de leden
der rooversbende bijna het leven gekost.
Neen, alles biieengenomen, kunnen wii te
vreden zijn. Wij zijn in aanraking met den
vijand, gekomen en ik geloof meer tot zijn
nadeel dan tot het onze."
„Met dat al zijn we ons doel geen stap
nader gekomen," meende de Tournel. „Mis
schien was het beter geweest mij aan mijn
lot over te laten en den gewonde aan de
justitie over te leveren. Hij was het hoofd
'van de bende."
Maar lord Nibbüngton en baron de Linar
protesteerden hiertegen. Al was hij duizend
maal de voornaamste van de Broeders des
Verderfs, men had om hem gevangen ta
kunnen houden nooit een vriend in de
macht der bende kunnen laten. Zij zouden
hun wraak gekoeld hebben, de schurken,
op een vreeselijke wijze.
„En dan," zeide de Linar, „wij staan nog
tamelijk styk tegenover hen. Dit weet ik
wel, dat de Broeders rekening met ons
gaan houden, en dat wij hen het vuur nader
aan de schenen hebben gelegd, dan de po
litie ooit gelukt is. Wij weten althans, dat
de schurken niet onkwetsbaar zijn en wij
weten ook, dat zij er zeer bevreesd voor
zijn, dat het stomme meisje over hen zal
gaan spreken. Dit meisje heeft dus vreese
lijke geheimen te onthullen. Zij is door
schrik vreeselijk geschokt, verstompt en
versuft, maar zij kan genezen en van haar
zullen wij alles vernemen, wat wij weten
willen."
(Wordt vervolgd.)